bijvoegsel Middelburg 2 December. Onderwjjs. Uit de Staatscourant. Leger en Vloot. Landbouw. FEUILLETON. Iet derde schot. imbrouck, lid van. de Twjeefi,^ tamer der film een tekst behoort ten dienste van den Staten Generaal te Maastricht, dr. W. P. onderwijzer. Behalve enkele technische bij- Ruysch, benoemd voorzitter van den centra,-zonderheden zijn daann de onderdeelen van Ien gezondheidsraad, dr. J. R. Slotemaker de de film aangegeven, waardoor do onderwjjzer Bruine, voorzitter van j B Dinsdag 3 Dec. 1912, no. 286. tantsche Dronkbestnjdersvereenigingen tela", te Utrecht, l Protes-in staat is, hel onderwerp vooraf in de klas ,Enkra- Het hoofdbestuur van de schippersver- eeniging „Schuttevaer" heeft, naar het ver- eanigingsorgaan meldt, den nuiiister van bin- uenlandsche zaken verzocht het wél daarheen te willen leiden, dat aan onderwijzers worde te behandelen geheel in aansluiting bij de film. Deze is dan niet meer dan omzetting in levend beeld van het woord van den onder wijzer Gelijktijdig liet beeld vertoonen en de les geven gaal, evenmui ais dat op school reisjes het geval kan zijn Waai- echter noodig blgkt, een onderdeel langer te doen aan schouwen, wordt de film tijdelijk stil gezet en de lichtbron geplaatst achter lantaarn- platen, deze zijn gelijk met de filmopname orraen dus met de film een Vcrscliillende omstandigheden waren opgedragen, aan elk schipperskind, dat tij- oorzaak, dat. de lantaarnplaten niet tot hun jjelijk de school bezoekt, b._ vertrek eenreuht kwanten, wat echter aan het principe rapport mede te geven, waarop de gevorderd-1 afdoet Dit principe is combinatie van heid van dat kind is vermeld, opdat ditstaand en levend beeld. Verschillende appa- rapport, bij het bezoeken van een school1 ratou Kjjn voor deze dubbele projectie ge- op een andere plaats, den betrokken onderwrj- schikt; er bestaat zelfs een inrichting om TWEEDE KAMER. Plaatselijke belastingen. In het regeeringsantwoord op het V der Tweede Kamer betreffende het wetsonfcJ werp nopens afwijking van den regel, steld bij artikel 241 der Gemeentewet, om trent. plaatselijke belastingen, ten behoeve ran de gemeen ten Helder, Vlieland en, Vlis singen Wordt verklaard, dat het ook den Minister van Binnenl. Zaken aangenaam ge- meest Zou zijn, indien hem gebleken ware, dat liet voor Helder, Vlieland en Vlissin- gen, mogelijk is, het gemeentelijk budget in evenwicht te houden zonder heffing van den accijns op- het gedistilleerd. Deze gemeenten zjjn de laatst overgeblevene van een 46-tal waar hg de inwerkingtreding van het bij de wet yajn; 7 Juli 1865 (Stbl. 79) in aft. 241 der Gemeentewet gesteld verbod, accjfnsheffing bleef toegestaan, omdat haar financiën de afschaffing niet gedoogden. Op dezen historisch geworden toestand be hoort inzonderheid het licht te vallen bij de beantwoording van dj© vraag, waarom wat voor alle andere Nederlamdsche gemeenten verboden is, aan drie gemeenten wordt toe gestaan. Waar men meent, dat accijnsheJïfifig jn principe afkeurenSWaardig is, is in casu. echter niet. over het hoofd te zien, dat het bezwaar van onevenredig zwanen druk Veel ran zijn waarde verliest, zoo het geldt een accijns op een genotmiddel, als het gedistil leerd Dat accijnsheffing aanleiding kajn, geven tot smokkelarij is niet te ontkennen. Voor de betrokken gemeenten is echter, zoowel wegens haar bijzondere ligging, als door de samen werking toet de Rijksbelastingatabtenaren en de .cojitröle door het gemeentelijk belasting- personeel uitgeoefend, smokkelhandel als .uitgesloten. Het denkbeeld om door Rijkssubsidie tot afschaffing van den accijns te geraken, knn door, den Minister niet worden aanvaard. Tot subsidieering van gemeenten in kosten barer huishouding mag, naar zijn mee ning, slechts bij onafwijsbare noodzakelijkheid wprden overgegaan Zoodanige iu schijnt hier niet aanwezig. Ten einde bjj voortduring bedacht te zijn op vermindering of afschaffing, Wosdt voor deze goedkeuring steeds een termijn van slechts één jaar gesteld. Deswjege is het niet noodig een geleidelijke afschaffing der accTjhzm in de wet vast te leggen. staat stelt onmiddellijk een aanvullend onderwijs aan dat schipperskind te geven. BELGISCHE ONDERSCHEIDINGEN. De koning der Belgen heeft tot ridder in de koninklijke orde van de Belgische kroon be noemd1 de heeren: A. M. Gorter, ondervoor zitter, A. F. Reicher, secretaris van de bi- aondere commissie voor de tentoonstelling van hedendaagsche kunst, wélke ia 1910 te Brussel is gehouden, zoomede den heer F. P. ter Meuleti, kunstschilder te 's GTavenhage. Bij kon. besluit: zijn benoemd tot vertegenwoordigers der re- geering op het in October 1913 te Milaan te Houden XIV internationale congres tegen het alcoholisme, jhr, mi. C. J. M. Ruys de F Proteslaiitsche scholen in Limburg. Te Heerlen wordt getracht een christelijke school voor meer uitgebr. lager onderwijs te stichten. De pogingen gaan uit vaa een on langs aldaar opgerichte vereeniguig tot stich ting en. instandhouding vaa Hervormde scholen In Hegjrlött alleen wonen. 7—800 Protestant- scho kinderen In de buitenposten eveneens zeer Velen, zoodat men ook op een dier buitenposten ;eon bijzondere lagere school hoopt te stichten, Welk gebouw dan tevens dienst Idan doen als Evangelisatie-lokaal- De bioscoop in dienst van het onder wijs. Aan „De Bode" ontleenen we het volgende: Op de begrooting voor 1913 vaa de ge meente Leeuwarden is wederom een post f 210 aangenomen voor cinematografisch onderwijs en voor de voortzetting vaa het onderzoek naar de bruikbaarheid van de bioscoop voor de lagere schóól Terwijl landelijk comité bezig is de mogelijkheid van algemeene invoering te onderzoeken, beweegt een daarvoor te Leeuwarden ingesteld zich meer op practisch terrein. Als resultaat van haai' bemoeiingen hebben we o a. thans een film van do ontginning van woeste» grond door de Nederlandsche Heidemaat schappij) de eerste die voor schooldoeleinden in ons land is vervaardigd. Eenige honderden uitgenoodigden zijn tegenwoordig geweest bij do eerste vertooning. Algemeen was het oor deel over de film als zoodanig buitengewoon gunstig. Om echter te kunnen beoordeelen of de resultaten voor het onderwijs gunstig genoeg zijn om uitgaven en tjjd te wettigen zjjn door den wethouder, meer speciaal belast met de voorbereiding der zaken, het onder wijs betreffende, eenige vragen ter beant woording gezonden aan het personeel der ppenbaxo lagere scholen le Leeuwarden. Detze vragen luiden: 1 Is naar uw meening, met gebruikmaking van do laatstvertoonde film, bij de betrokken leerlingen een voldoend heldere voorstelling van heSdeomtginning ontstaan? 2. Berust uw oordeel in deizen mede op mondelinge of schriftelijke weergave van wat de kinderen .gezien (hebben? 3. Zouden door het woord van dm onder wijzer, al of niet met behulp van wandplaten, even goede resultaten te bereiken zijn? Hoe is, afgezien van de kwaliteit der hierbij vertoonde platen, in principe uw oor- over het gebruik van lichtbeelden naast (niet tegenover) levende beelden? Acht u de resultaten van de les over heddeontginuing van dien aard, dat ze den daaraan besteden tijd wettigen? Acht u het wenschelijk^ stelselmatig dergelijke onderwerpen, als: havenbeweging Rotterdam, kustbeveiliging en reddings an, visscherij, veenderij enz. cinematogra fisch te veraanschouwelijken Hoe denkt u over de inrichting der lessen en over den aard der aan te bieden, stof (duur der lessen, film, vallende binnen, of buiten het plan der gewone leerstof, tekst, behandeling in de klas, korte verklaringen)? Hebt u ook andere opmerkingen in het belang van. het onderzoek naar de bruik baarheid van levende beelden bij 't onderwijs Ter toelichting van vraag 7 en ook verband met. vraag 5 en 4 diene, dat bjj1 het gevaar van „beslaan" der platen smelten van do gevoelige laag door de sterke warmtebron, te voorkomen, Voor de beoordeeling van het nut van cinematografisch onderwijs lijkt ons de door den wethouder- van. onderwijs te Leeuwarden gevolgde weg zeer goed. Ook in andere plaatsen werd deze eerste schoolfilm gebrurkt, o. a te Arnhem en Alkmaar Naar' we vernemen kan de tekst bij vol doende navraag tegen geringe vergoedrng verkrijgbaar gesteld worden, waardoor het bezwaar, dat de onderwijzers niet vooraf wat er vertoond zal worden, uit den weg geruimd wordt. L. Cornelisso, Beenlr. singel K 70b, naar Koudekerke. GOES Ingekomen: R. W. Langercis, commies posterijen, uit Amsterdam, Stationsweg 40 J. J. Constandse, effectenhandelaar, uit 's-Gra- venhage, Singelstraat 106. ToDroek, assuradeur, uit Kattendijke, Groote Markt 6162. J. van den Berge, bakkersknecht, uit ler- seke, St. Adriaanstraat 68. A. Vejunaiie, maarufacturier, uit Kapelle, Lange Kerkstraat 19 T. Betzema, wasohmeesteres, uit Amster dam, Groote Miarkt 65. J. Cok, bakkersknecht, uit Wolfaarisdijk, Korte Kerkstraat 111. H Franken, inspecteur' Levensverzekering, uit Rotterdam, Oost sin gel 222. V ertrokken J Goense, werkman, naar Kattendijke M. J. E. Dirkse, kinderjuffrouw naar Krui- ningen (Hairsweert.) II Woudstia, letterzettor, naar Gaasterland. II C Hufkens, modiste, naar Tilburg. L. J. Srepman, koopman, naar Coevorden- J. J Dormaar, opzichter, Krurnrngen. a. den Hollander, winkeljuffrouw naar 's Gravenhage. Landstorm. Ten einde te bevorderen, dat bij eventueele totstandkoming vair de Landstormwet het Kon. besluit en de nrirristerieele beschikking, te ha- rer uitvoering vereisclrt, gelijktijdig met de wet üi werking kunnen treden, is bij het departe ment vpn oorlog reeds thans een ontwierp voor zoodanig besluit en zoodanige beschik king samengesteld. Door bemiddeling van de commissarissen dei' Koningin heeft de minister van oorlog den burgemeesters van. de onderscheidene gemeen ten dit ontwerp ter kennisneming toegezonden, met uitnoodiging hem eventueele opmerkingen voor het einde van dit jaar mede te deefen. Ar bi trage in paarden- en i handel. Crimineels Reman HANS VON WIESA. (Vertaald met toestemming van den Uuitsctien schrijver.) Door de nachtelijke stilte van het woud drong een luide, smartelijke kreet to,t hen door, de doodskreet van een dier. „Wat is dat?" fluisterde Volk. „Een reebok klaagt „Waarom?" Waarschijnlijk overvallen door een Vos." „Aangevallenoverwonnen meen je?" stiet de Ipolitie-ambtenaar er ongeduldig uit. „Naar het klagend geluid te oordeelcn...." Weder luislerden zij beiden het klagen de, drojeve geluid stierf weg. „Nu sterft hij", zei de houtvestersleerling. „Waar zou het zjjn? Hier ver van daan?" „Misschien vijf of zeshonderd pas.... maar mijnheer de commissaris „Nu, wat dan?" „Dat kan de aangeschoten reebok zijn." „De bok, dien de luitenant geschoten, heeft?" Bevolking. In de tweede helft der maand November zijn in de gemeente MIDDELBURG Ingekomen: J. Dingemanse, sleepersknecht, St. Jans gang I 68 uit Koudekerke. Wed. A. Sinke, Koningstraat E 248 uit St. Laurens A, Gilde, veldarbeader, N. Oosterstaat uit Nieuw en St. Joosland. T.'Hesselius, onderwijzer, L St. Pieterstraat F 37 uit Haskerland. M. A. Schutters, L. Viele K 405 uit 's Gravenhaige Wed. A. J. Kok, Brakstraat, O 257 uit Vhs- agen. J. Manui, werkman, Veersclie singel S132 uit Noordgouwe. F. Vyaene, kleermaker, L. Gortst, 1319 uit Vlissingen. G. Cremers, handelsreizigers, Steperssingel Q 176 uit Koudekerke Vertrokken: M. Padmos, Blindenlioek, C 46a naar Zierik- e. J. M. Zegers, Goesche Kinderdjjk P 57, naar O. en W Souburg v. d. Werf, Kinderdijk P 57, naar O. en W Souburg A. Acda, Spanjaardstraat E 87, naar Vlissingen. C. M. Janse, St. Janstraat I 44, naar Rot terdam. H. Leger, Baanstraat Q 240, naar Am sterdam C. Looten, Vlissingsohe Straat K 55, naar Rotterdam. van den Boogaart, K. Gortstraat I 349, naai' Rotterdam „Ja, wy»r de richting te oouideelen. jonge man keerde zich om en wees naar het berkenbosch „daar zou hij naar toe ont vlucht [Zijn." .Vooruit dan I Misschien vinden wij het dier. Je weet er alles van en hoeveel er van afhangt dat wij den bok krijgen." De jager krabde zich'achter het oor „Wij kunnen in ieder gevaj zoeken, mijn heer, maar zonder hond. dan moesten wij wachten tot het licht is! In den nacht wordt men door het minste geruisch op een dwaal spoor gebracht." Völk gaf niet dadelijk antwoord hij scheen ergens over na te denken. „Heeft de houtvester gioede honden?' „Uitstekende honden. De houtvester heeft een beroemde africhtschool. Zijn honden wor den Iduur betaald." „Hoe vei' is de houtvesterswoning hier van (daan ?V „Een kwartier, als ik...." De spreker zweeg, trok den commissaris met een vlugge handbeweging op den grond en fluisterde„lk hoor iets door het hout bre ken, de bladeren ritselen stil I' Onbewegelijk bleven zij liggen. Nu trad een donkere schaduw uit 'het bosch te voorschijn en vloog met vlugge sprongen over de woide, spookachtig groot bij het licht van de maan. Een luid eigenaardig scherp gefluit weer klonk door den stillen nacht. Het was de houtvestexsleerlingl djo dit gefluit d< Op de Zaterdag in Den Haag gehouden ver gadering van liet Ned. Landbouw Comité kwam aan dé orde het ontwerp-Arbitrage-voor schriften inzake den paarden- en veehandel. Ir. C. P. Zaayer, leidde de besprekingen beginnende met een uiteenzetting van het juridische leerstuk der verborgen gebreken. Naar hij voorts uiteenzette zullen de Pro vinciale 1 andbouwvereenigingen da commissies samenstellen, bepalen hoevele en welke issies zjjn wolden ingesteld en waar ze ge- •stigd zullen wezen Spr. hoopt© dat de commissies het druk zullen krijgen daar er nu heel wat grieven begraven worden, ten koste van den gemoeds rust van den kooper, wjjl hij Weet dat hij Sn recht kan krijgen, wijl zich een algemeene overtuiging zal ves tigen, die rechtszekerheid zal brengen, De voorzitter deelde mede, dat het bestuur de arbeid der commissie ongewijzigd vergadering onder zjjne verantwoordelijkheid voordroeg en er nu de ratificatie door de alge meene vergadering van vroeg. Z h s en onder applaus aldus besloten. Bietenverbouwers en suiker- fabrikanten. Op dezelfde hierboven genoemde vergadering van het Landbouwcomité bracht de voorzitter verslag uit van hetgeen het bestuur gedaan had, |Om de uit den aard strijdige belangen van bietenverbou wers en sui kerf abrikan ten. te verzoenen Het bestuur zal dihgent blijven om de belangen der kleinere bietenverbouwers te behartigen, kan het zjjn door het tot stand brengen van een convenant, aan te gaan met. den Zuidelijken Bond van suikerfabrikanten, over de prijsbepaling der geleverde bieten, en als dit niet kan door andere mantregelen. De voorzitter zeide dat het bestuur niets onbeproefd zal laten om er toe te geraken, dat de biebembouw meer geld krijgt voor zjjn bieten in verhouding van de gemaakte winst. Mocht geen convenant, zooals het bestuur dit wensclit, tot stand komen, dan zal alles worden, wat uit do kracht van het vereenigingsleven te doen is, om de belangen van do kleine bietenbouwers to behartigen. Door de bietenbouwers worden bij dat con venant geen verplichtingen aanvaard De vergadering vereanigde zich met 's voor zitters uiteenzetting. AFDEELING MIDDELBURG Z L M. Hedenmorgen vergaderde de afd. Middelburg Op datgeluid bleef het vluchtende dier staan. „Wps het een reebok of een ander stuk wild?1" Völk wendde zich om naar den jongen man die naast hem geknield lag. „Een hond I" fluisterde deze. Weder een gefluit om hem te lokken Met groote sprongen en hijgend kwam de hond nader en bleef kwispelstaartend staan voor de beide mannen, die in het gras ge knield lagen „Schavuit 1 hondsvos I schaam je je -niet. Stroopen als een gemeene wilddief. Foei!" riep de jager. „Van Wien is die hond?" „Van den houtvester." „Ho© komt die hond hier?" vroeg Völk, terwijl hij opstond. De jonge man trok de schouders op. „Dat mag de hemicl weten 1 Zij willen vol strekt niet dat ze rondloopen." „Kan het de hond niet zijn, die den reebok heeft iaalng|evjalJlen „Een hond haalt geen gezonden reebok in, het moet een ziek, gewond dier geweest zijn. Gaat u nice I En zoo het is I" viel de jager zichzelf plotseling in de rede en streek met de hand over den bok van het dier. „Wees goed mij even bij te lichten, mijnheer." Opnieuw viel er een felle lichtschijn uit het lantaarntje. „Daar kijk, dat is bloed 1" zei hij tot den fccynmiityyris, terwijl hij hein zjjn hand van de Z. L. M. in de groote bovenvoorzaal van St. Jotis op de Balans alhier onder voor zitterschap van jhr P J Boogaort. Deze vorgaderng wa* ook voor niet-ledm toegankelijk. Dadelijk wordt 'overgegaan tot' de lezing van den heer C. Zwagerman, zuivelconsulent, alhier over Het belang van fabriekmatige uivelbereiding voor Walcheren. Spreker begint met op te merken, dat reoda sedert 4 jaren de voordeelen van fabriekmatige zuivelbereiding op Walcheren werden bepleit. Dat ondank» dat echter de belangstelling daarvoor onder de" boeren nog betrekkelijk gering is. Hg sohrjjft dit toe aan den aatd van de landbouwende bevolking op Walcheren, die vasthoodend ie aan hei oude en nieuwe denk beelden uiterst moeilijk en langzaam overneemt. Door dien men voor de ontwatering op Walcheren afhankelijk is van wind en stroom, zit men een gedeelte van het jaar onder water. De oppervlakte land die thans, zoo vroeg in den herfst reeds, op Walcheren blank staat, is enorm groot. Dit geeft direct en indirect den landbouwer onormo schade. Overal waar men onder dergelgko omstandigheden verkeerde, ging men tot kunstmatige bemaling over. Het zal 'daartoe op Walcheren zeker ook nog wel eenmaal komen, maar misschien een 30 jaren later dan elders. Het klein bedrjjt ontwikkeld zich op Wal cheren Bterk en gaat vooral de tuinbouwrich- ting in. In plaats van één flinke organisatie, vooral voor de afzet van de producten, ziet Walcheron de krachten zioh ver splinteren. Overal in het buitenland en ook in ons land verhuisde, vooral van het klein bedrijf, de zuivelbereiding vnn de boerder jj naar de fabriek. Op Walcheren waar 1000 boeren ongeveer (00 melkkoeien houden, dio jaarigks voor ruim f 1,000 000 melk produoeeren, vindt men zslfs een ernstig onderzoek van dit vraagstuk over bodig. De Directeur-Generaal van den Landbouw opende de groote landbouwtentoonstelling, in Augustas van dit jaar te Leeuwarden gehouden, net eene toespraak, waarin hjj wees op de legenrjjke gevolgen van do fabriekmatige zuivelbereiding. De zuivelfabriek bracht in het bedrjjf van den veehonder even groote ommekeer als de kunstmest heeft gedaan in het bedrijf van den bouwboer. De fabriek bracht belangrijke wijzigingen in den arbeid von de vrouw, die nu meer gericht kan zjjn op het gezin en op de maatschappelijke ver heffing van den landbouwenden stand- De fabricage der zuivelproducten kan nu rekening houden met de vorderingen der wetensohap. Een gelijkmatig bedrjjf over hot goheele jaar werd mogelijk, elke liter melk kon tot waards worden gebracht en door dat alles werd de opbrengBt uit de melk verhoogd. De boer leerde meer dan vroeger het belang van samenwerking erkennen en voeldo sterker dan vroeger het nut van goed landbouw onderwijs. Van de gedachte door den heor van Hoek in zgn rede te Leeuwarden ontwikkeld, wil spr. uitgaan om het belang van fabriekmatige zuivelbereiding voor Walcheren te betoogsn. Allereerst zal tengevolge daarvan de hoeveel heid werk op de boerderjj belangrijk vermin deren. De boerin, in de eerste plaats, wordt daardoor van veel werk ontlast. De vrouw zal dan meer kunnen zjjn als eohtgenooto door dien ze meer met haar man zal kunnen mee leven, meer &1b huishoudster, doordien ze meer gelegenheid heeft haar huis te maken tot een gezellig verblijf, meer als moeder, doordien ze moer zorgen aan de opvoeding harer kindoren kan besteden. Dit alles komt de zoo noodza kelijke verheffing van den maatsohappeljjken stand van den boer ten goede. Door meerdere zorg voor de verpleging van het vee, uitbrei ding van de v&rkenshonderjj, boter gedreven pluimveehouding enz. kan de vrouw ook meo big ven werken aan do verbetering van degel- deljjke uitkomsten van het bedrjjf. Door verwerking in het klein van de melk op Walcheren heeft eene reusachtige vorspil- ling van werkkrachten plaats. Dit iB bjj hot heerschend gebrek aan werkkrachten een groot bezwaar voor den bloei van het kleinbedrijf dat zich op Walcheren sterk ontwikkelt. Ten slotte noopt ook het dienstbodenvraag- stuk er toe, te zoeken naar vermindering van werk «p de boerderjj. In de tweede plaats wil spr. het belang van fabriekmatige zuivelbereiding nog nit een an der oogpunt beschouwen. In de 13 gemeenten van Walcheren, die overwegend eene land bouwende bevolking hebben, was er van 1892 liet zien, rood van het bloed. ,,Het is dus zoode hond heeft een stuk wild doodgebe ten I -Schaam je wat I" sprak hjj, dan hond dreigend aajaziendo. De hond streek angstig toet het lichaam over den grond en verwachtte sidderend straf voor zjjn misdaad. Op dat oogenblik hoorde men in de verte een tweeden hond blaffen. Beide mannen luisterden. „Wat is dal?" „Naar het geluid te oordeelen zou ik zeg gen Flock, de broeder van dezen vage bond", zeide de jager. „Dus zou do heele troep jachthonden los zijn?" vxoeg do commissaris. „Hier> Her Flick 1" riep de jonge eensklaps met luide stem en op bevelenden toon voegde hij er bij „Hier bjj den baas Het was te vergeefs 1 De hond was opgesprongen en ijlde zoo siel mogelijk voort in de richting van waar de stem van zijn makker had geklonken. Het volgend oogenblik was hjj in de duisternis van het bosch verdwenen. „Dat zijn zeer vreemde verrassingen", merk te de commissaris op, ,,weet je er een verkla ring voor te vinden?" De jonge man schudde het hoofd. „De honden stroopeu nooit, zjj loopen nóóit weg. Ze zijn uitstekend gedresseerd en af gericht „Heb j© geen hoop, dat de hond terug komt?" „Neen. Hij is bang voor da zweep." Völk bromde iets; hjj was zeer uit zqja humeur. Met groote vastberadenheid wendde e hjj zich tot zijn metgezel. „Breng mij langs den koristen weg naar de houtvesterswoning." De jonge man aarzelde. „Mijnheer, nu op dezen tjjd. Het is midden in den nacht." „Voor de politie bestaat er geen dag o< nacht. Vooruit als je blieft en wel zoo gauw mogelijk." „De houtvester kan heel heftig zjjn en streng. Ik verlies er mjjn betrekking door.-' „Doe Wat ik je bevoel I Ik neem de ver antwoordelijkheid op mij, en jjj niet. De zal er wel voor zorgen dat je er geen schade dooir lijdt." Nu sloeg de jonge taan don weg in naak do houtvesters wooingmaar de commissaris bemerkte zeer goed dat de tocht hem zeer zwaar viel. De weg voerde eerst door den rand van sparrehout, toen door het berkenbosch, over een hoogte en weldra kon men de houtvesters- woning zien liggen door hoogo dennen om ringd, zwart en donker in de duisternis. Het duurde niet lang of zij stonden voor de* ingang van het hoogo hek om den tuin. Do poort was gesloten. „Is de poort gewoonlijk gesloten?" vroeg Völk. „Ja meestal." (l«qrdt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1912 | | pagina 5