MIDDELBTBGSCBE(Hl IAIT. H\ 284. 153* jaargang. 1912 F Zaterdag 30 November. Middelburg 29 November Een toestand waar veel aan bapert. Binnenland. Bit de StaatsGonrant. toom allaïie oop of I st kaffl' I *IOOT». a tail' klcovs, oTaah. izeagit I ek. olfansa lid. too tea voor rBohil- koop- jat vMiohymt dagelijk», met aitzoaderiag va* Zoa- en FoeeUagea. Prjj» per kwartaal, reowel voor Middelburg all voor alle plaatse» ia Nederland fraaoo pp. f 2 Afzonderlijke nummer» kosten 5 cent. A dvertestië* bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Pro»peotu»»en daarvan zijn au het bureau te bekomen. Advertentie» voor het eerstvolgende nummer moeten des middag, vóór óéa uur au het bureau, bezorgd zijn. Adrertesfciën 20 ie»t per regel. Bij abonnement veel lager. Geboorte- dood en alle ander* familieberichten en Dankbetuigingen vu 17 regelt f 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groot* letters naar de plaats, die sij innemen. lot de plaatsing van advortentiën en reclames, met afkomstig ut Zeeland, betreffendu Handel, Nijverheid en Geldwezen, ie gerechtigd het Alseneeu Advert«itle.Bï5?tllI Al. »SE LA. 1AR Aus., W.Z. Vo^rbur^wa^ A«">*Ar<ta<se Dit Qumniei' bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Oü6 gewest moge minder directe be trekkingen met Indië hebben dan andere streken van ons land, we zouden bet bier ook geducht voelen als het met Indië op fiuancieel gebied minder goed ging. We denken daarbij niet alleen aan de gelukkige bezitters van goede ludiscbe aandeelen,maar ook aan den vor-reikenden invloed, dien alles wat in Indië in han delszaken gebeurt, beeft op onzo geheele welvaart. En daarom willen we bier de aandacht vestigen op een brochure, die onlangs verscheen: >Op de gevaar lijke belling", door jhr. mr. C. G. S. Sand berg (bij H. D. Tjeenk Willink en Zoon, Haarlem). Wat we nit deze brochure als algemeen Nederland sch belang willen aanhalen, is minder bet eerste gedeelte over de positie der ambtenaren, dan wel het tweede ge deelte over den toestand van het mijn wezen in Indië. We zijn het met den schrijver niet eens in zijn hoofdbetoog, ziju protest tegen uitgebreide staatsbemoeienis. Zijn brochure beeft ons niet overtuigd. Maar toch verdienen zijn mededeeliugeu aller aandacht, omdat er wantoestanden door aan het licht gebracht worden, die een zoo spoedig mogelijke verhelping vor deren. Sedert vijf jaar leeft Indië onder het regime van de nieuwe mijnwet, die aan den staat een groote macht gaf' ten op zichte van exploratie en exploitatie der minerale rijkdommen. Dat op zich zelf achten we een wijs en gezond beginsel. De rijkdom in den grond van Indië bleef heel lang vrijwel onaangeroerd. Maar ieder jaar brengen niauwe onderzoekin gen nog meer rijkdommen aan het licht, en al die ontdekkingen lokten do mjjn- maatsch&ppijen aan. Het was o. i. heel wijs dat de staat daar wat regeling in trachtte te brengen, dat ze ieder die op dit gebied in Indië wilde werken, strakke teugels aanlegde. Want de ervaring elders, en ook in Indië zelf, leerde dat men tot hoogst bedenke- gke toestanden komt als men aan het particulier initiatief de volle vrijheid laat. Wat er in de periode van vóór vijf jaar op mijnbouw-gebied gebeurd is, geeft weinig stichtende voorbeelden over knoeierij, monopolie en bedrog. We be hoeven bier niet speciaal de goede nit te zonderen. Die zijn er natnnrlijk ook. Maar van die bovenbedoelde houders van Indische minwaarden zullen er ver scheidene zijn, die maar al te pijnlijk begrijpen wat we meeuen. En Z.-Afrika, speciaal Transvaal, leerde ons waarheen het kan gaan als men het particulier initiatief te vrjj laat. We zijn het dns niet met den heer Saudberg eens, dat de grondslag van de nieuwe regeling niet deugt. Maar dan dient ook die nieuwe rege ling goed toegepast te worden. En het is nn in die toepassing dat zoo heel veel niet deugt, blijkens de gegevens in deze brochure vermeld. Het is niet de Plaatsgebrek was oorzaak dat wij dit artikel telkens weer moesten laten wijken veor actueeler nieuwe. eerste keer dat in dien geest geschreven wordt. Er bestaat reeds een lange lijst van werken over datzelfde onderwerp. Maar de toestand duurt voort, en er zullen nog wel meer artikels over verschijnen zoolang hij niet verbetert. Men zou een deel dier klachten kun nen terugvoeren tot ergernis van de bureaucratische eigendunkelijkheid. Bu reaucratie is iets wat eeu niet-ambtenaar altijd geweldig hindert. Als een handels man of nijveraar tot zijn schade onder vindt dat hij in zijn zaken nadeel on dervindt door de hooghartigheid van ambtenaren, die geen begrip toonen te hebben van wat vlug-zaken-afdoen vor dert, dan wordt hij wild. En nn schijnt dat roet het Mijnwezen in Indië al heel erg gesteld te zijn. Wat we in dit boekje lazen over den slakkengang waarmee dat bureau de zaken behandelt, grenst aan het onge looflijke. Wie daar een vergunningsaan vrage indient, kan er vau op aan dat bij minstens anderhalf a twee jaar moet wachten, en dan misschien nog nul op het request krijgt. Een enkele aanhaling uit de vele voorbeelden is afdoende. »Ik zelve werd door een hooggeplaatst Regeermgspersoon in kennis gebracht met iemand die mij in diens tegenwoordigheid vertelde dat hij eene vergunningsaanvrage ter bevoegder plaatse had ingediend en dat hem op 't bureau van het inijnwezeD ge zegd werd dat tegen de toekenning daarvan wel geen bezwaar zou zijn- Hij beijverde zich en bet gelukte hem den froancieolen steun te krijgen van soliede en kapitaal krachtige zijde. Na omtrent twee jaren wachten werd hem eindelijk door tusschenkomst van zijn vriend bericht, dat de vergunning niet zou kunneu k ijgen daar de Regeering die streek voor zich zelve wenscht te reserveerenIs zoo iets niet doodend voor het particulier ini tiatief Een firmant van een sedert een vijftigtal jaren te Batavia gevestigde zeer goed be kende firma, zelf reeds meerdere tientallen jaren in Indië, Nederlander van geboorte, kreeg op een zijner aanvragen, twe* jaar geleden ingezonden, het antwoord, dat zijn verzoek niet kon worden toegestaan daar hij verzuimd, had te voldoen aan art. 5, •erste lid der mijnordonnanties (overlegging van het bewijs van Nederlander of ingeze tenschap). En zulks terwijl hij ingevolge art. 5, 2e en 3e lid der mijnordonnanties, verwezen had naar het bij vorige aanvrage overgelegde vereischte bewijs Ik zou andere voorbeelden kunnen aan halen doch meen te kunnen besluiten met in herinnering te brengen het gebeurde te Djambi in 1904 hetwelk duidelijk bewijit hoe weinig de particuliere belangen in Indië geteld worden. Voor Djambi, het thans zoo geeonvoiteerde petroleum-terrein, waren zoovele vergun- nings-aanvragen ingekomen en was daarbij zulk een ingewikkelde toestand geschapen, dat de Regeering besloot het lot te doen beslissen over de toekenning dier aanvragen. Te Palembang had dan ook de loting plaats,^ doch daar hierbij ongeregeldheden waren voorgekomen zoodat tegen den uit slag ervan, naar het oordeel der autoriteiten gegronde bewaren waren ingekomen, werd besloten het resultaat der loting nietig te verklaren en een nieuwe lotiDg te doen plaats hebben op het hoofdbureau van het mijnwezen te Batavia. Ook deze loting had plaats en thans in goede ordeden winners werden hunne aanvragen toegewezen. Edoch werd kort daarna ook deze uitslag toniet gedaan, het terrein gesloten en voor de gouvernements-exploitatie gerserveerd." Vooral door het laatste voorbeeld wordt het begrijpelijk, dat er een wantrouwen is gegroeid, heenreikend over de ergernis over ambtenaars-willekeur. Men gaat er de regeering van verdenken dat zij mis bruik maakt van de bij baar ingekomen vergunningsaanvragen, door, wanneer zij door die aauvragen attent is gemaakt op de mogelijke aanwezigheid van delfstof fen, de verzoeken slapend te houden tot tjjd en wijle zij eerst zelve de gelegenheid heeft gehad het bedoelde gebied aan een onderzoek te onderwerpen. Dat wantrouwen zou weggenomen kunnen worden, 'zoo betoogt de heer Saudberg, wanneer het gouvernement slechts in de Javasche Courant met behoorlijke greusomschrijving bekend maakte, welk deel van Indië zij zich voorstelt te zullen reserveeren, telkenmale zoodra door de betrokken autoriteit bij de regeering een voorstel daartoe gedaan wordt. De schrijver der brochure laat dan een pleidooi volgen tegen hot van staatswege zoeken naar en verkrijgen van mijn- terrein. Voornamelijk omdat een mijnbe drijf riskant en speculatief blijft. Bij dat betoog schuift hij echter o.i. het succes van de staatsmijnen op Banka wel wat erg vlug op zij, om het minder succes van de Ombilion-kolemnijnen op den voorgrond te plaatsen. Vooral bij staats exploitatie van de kolenmijnen werken nog andere factoren mee dan alleen finan- cieele handelsoverwegiugen. Over hetgeen hij verder schrijft van de onjniste inrichting van den mijndienst, die noch aan de geologen noch aan de mijningenieurs hun juisten werkkring geeft, zullen we niet uitweiden, als van te technische betteken is voor ons blad. Maar wat bij dan ten slotte nog mee deelt over hetgeen in weerwil van de mijnwet plaats heeft bij de particnliere maatschappijen, die wel het geluk hebben gebad zelf aan bet werk te kutnen gaan, bewijst dat he* ..-A^taande mjj o-bureau tegen die lichamen niet. optreedt zooals moest gebeuren, m. aw. dat de wet in veel opzichten een doode letter blijft. Klinkt het niet als eeu verhaaltje uit Turkije als men leest dat de regeering sedert 1908 nog niet heeft afgerekend met de Redjang Lebong Mij., de bekende goud-ontginning, zoodat die maatschappij sedert 1912 aan de Staatskas een bedrag aan cijos verschuldigd is van bijna een millioen gulden? Van de Koninklijke Petroleum-Mij. werd het bedrag niet geïnd sedert 1907 van de Dortsche Petrolenm-Mg. niet sedert 1908. Die millioen^n zullen natuurlijk wel binnen komen, maar de rente komt nu aan de maatschappij inplaats van in de staatskas. In de Kamerzitting van Vrijdag hi de minister van koloniën een verklaring gegeven van dit verschijnsel. Deze ver traging zon het gevolg zijn van hetuit- bljjven der arbitrale beslissing inzake de heffing van de Redjang Lebong. En de regeering deed, volgens den minister, goed niet te berusten in den aanslag, daar de arbiter-uitspraak aau de regeering een voordeel gaf van f 138.000. Maar dat is dan toch ook een nieuwe les om tegenover de particuliere maat- schappjjen zeer waakzaam te zijn, en bovenal om de mijnwet zeer krachtig te bandhaven. En daaraan schijnt het juist te ontbreken. Men lette bijv. op de veiligheidsvoor ziening, voorgeschreven door de mijnwet maar feitelijk een doode letter. Anderen dan de heer Saudberg hebben reeds vóór hem met verontwaardiging gewezen op het gebrek aau voorzorgsmaatregelen, waardoor o. a, in de particuliere mjjnen ernstige ongelukken met doodeljjke ge volgen herhaaldeljjk gebeuren. AIb oorzaak wordt opgegeven gebrek aan personeel, maar niet weg te cjjferen is het feit dat, hoewel de mjj uwet reeds vjjf jaar bestaat, er toch geen mjjnpo- litie is ingevoerd, en dat de maatschappjj daardoor gelegenheid krijgt »op dividend te werken," al kost dat ook menschen- Levens. OMMEN. In „De Nederlander" nog altijd niets hi de „Standaard" de volgend© driestar „De uitslag was wal men verwachten kon Gelijk we toch vermoedden, kwant het. advies van het Hoofdbestuur der Chr.-Uist Unie niet tijdig genoeg, en gelijk nu bleek, heeft men het gelaten bjj een kennisgeving, en is er niet naar Ommen gedelegeerd oin de kiezers door het gesproken woord te waarschuwen. De Coalitie staat dan nu metterdaad voor al het gevaar, dal in dezen afloop voor haai" schuilt. Er blijkt, dat we er niets te veel van hebben gezégd. Dit gevaar dreigt voor do Tweede Kamer, voor de Provinciale Staten en voor de Eerste Kamer, en op den koop toe voor de Coalitie als zoodanig Ommen heeft nu alle kans in 1913 voor de Tweede Kamer liberaal te worden Zeer waar-1 schijnlijk toch zullen wij, Antirevolutionairen, in Juni thuis blijven, en de zaak tusschen de Liberalen en Dorlandianeo laten uitvechten. Maar hierbij blijft hel niet. Als Ommen voor goed omgaat, gaat er meer En heel de uitslag in 1913 zal nu afban- gen van het antwoord op deze pertinente vraag: Zal 't gelukken vóór Juni zulk een j accoord aan te gaan, dat men vastdijk over eenkomt, hoe 't zal moeten loopen, en zullen de drie partijbesturen genoegzaam zeggen schap in bun partij bezitten, om voor het aangaan van een vast accoord den zedelij ken waarborg te kunnen bieden, die in Om- gelijk nu gebleken is, bij een der drie groepen tien ©enenmale ontbrak." artsenijkundig Staatstoezicht en de veeartse- nijkundige politie is in een vergevorderd stadium van voorbereiding. De Staatscommissie voor den Landbouw is met haren arbeid, wa..rtoe ook behoort een uitvoerige behandeling van de p a c h t, nagenoeg gereed gekomen. Bare rapporten en voorstellen zullen waarschijnlijk nog in dit jaar worden gepubliceerd. TWEEDE KAMER. Memorie van Antwoord and bouw. Handel en Nijverheid. Aan d« versohenen memorie van antwoord betreflende het hierboven angebaalde hoofd- Btuk der begrooting 1913, ontleenen we de volgende bijzonderheden Ten aazien van het instellen van a r b i- j t ra g e-commissies ter beslechting van ge schillen, voorkomende bij den handel in paarden en vee met betrekking tot vrij waring van koopvernietigende gebreken, kan worden medegedeeld dat door het Ned. Landbouwcomité eene commissie is benoemd met de opdracht een arbitragereglement op te maken. Deze commissie is thans met haar arbeid gereed. De definitieve afwerking van het wets ontwerp tot regeling - i j a c h t ia ©enigszins veitraagd. Thans eohter wordt daaraan met kracht GOTgOVti'kt. Een vóór-ontwerp vau wet betreffende onttrekking van water aan den bo- i is door den Min. van Binnenl. Zaken reeds in den loop van den zomer vnn dit jaar aan de Staatscommissie voor Drink watervoorziening om advies gezonden. De Minister kan zoolang de rapporten en voorstellen der Staatscommissie voor den Landbouw, waarin ook de grondbelas ting uitvoerig wordt besproken, niet zijn verschenen, geen andere mededeelingomtient de gevraagde herziening der grondbelasting verstrekken. Een wetsontwerp tot regeling van het landbouw hooger o n d e r w ij s in in gevor derden staat van voorbereiding. Het verleenen van subsidie aan locale hoerenl eenbarrken heelt steeds tot doel gehad het stichten dezer banken aan te moe digen. Dit doel is volkomen bereikt. De Minister meent dat het verstrekken van stenn van RegeeriDgswege voor boerenleenbanken in het vervolg niet meer noodig ia. In hoeverre aan de wenschen om ver hooging van subsidie voor de rundveefok kerij ware tegemoet te komen, maakt thans nog een punt van ernstige overweging uit. Een wetsontwerp is samengesteld hou dende bepalingen tot wering van v 1 e e s c h vleeschwaren, die voor de volks gezondheid schadelijk zijn. Hoewel bij de jong'te verschijning van het mond- en klauwzeer de verbrei ding der ziekte, niettegenstaande in den aanvang herhaaldelijk afmaking van vee werd toegepast, niet is kunnen worden ver hinderd, kan de Minister de meening van eenige leden als zonde «ioor dit bestrijdings middel de ziekte niet zijn te stuiten, niet deelen. Evenmin kan worden toegegeven, dat strenge afzondering van het besmette vee de voorkeur boven afmaken verdient. De mededeeling, dat schadevergoeding alleen verleend zou zijn worden als het vee in de weide was, niet als het op stal stond moet op eene dwaling berusten. Eene wijziging van de wet op het vee- DE KERK SUBSIDIES EN DE GRONDWET. Op verzoek van vele Chrislelijk-Historisclicni in Friesland is Woensdag t© Leeuwarden oen. vergadering gehouden van leden van Christe lijk historische kiesvereemigingen, öm de ge legenheid te hebben, zich uit te spieken over de wijziging van. art. 171 der Grondwet. Evenals bij de onlangs gehouden diaconale conferentie trad ook nu ajs inleider op ds H van Evck van Heslinga, die, resumeerende tot de volgende conclusies kwam 1. De voorgestelde wijziging is onaanneme lijk wegens practisclie en juridische bezwaren 2 de Hervormde Kerk beeft recht op uit- keexingen van rechtswege, op vermeerdering of verhooging daarvan op lnstorische, civiel- juxidische gronden, dateerend van dien tijd der Hervorming tot heden en op principieele gronden 3 omzetting van die uitkeeringen op grond van dat recht aan die kerk verzekerd, in sub sidie van ditzelfde bedrag staat gelijk met loo chening daarvan 4. belialve de blijvende erkenning daarvan is de vermeerdering en verhooging der uitkee- ring overeenkomstig de behoeften gewensebt 5. de sedert 1815 gesubsidieerde kerken hébben, historische en principieel© rechten op uitkeering van rijkswege, wat eerstgenoemde rechten betreft van al' genoemd jaar 6. verhooging (of verlaging der uitkeeringen dient plaats te hebben niet naar stijging of daling vau het zielental, maar naar gebleken behoeften 7. de Gereformeerde kerken hebben recht op uitkeering van rijkswege oji principieele en billij khc- idsgxofidexi 8 kerken, die niet bestaan hebben geen rechten op uitkeering. Na eenige discussie werd een motie voorge steld, die door het prov. bestuur werd overge nomen, poet behoud van de kern daarin en voorts zoo nopdig aangevuld of gewijzigd. Deze motie zal in de algemeen© vergadering der Chr Hist. Unie ter sprake worden gebracht. Bij kom besluit; is aan W. M. Gluyas, op verzoek, eervol ontslag verleend als consul der Nederlanden te Scilly en is hjj benoemd tot ridder m de orde van Oranje-Nassau. De zetel van het vice-consulaat is ver legd naar Penzance en bij K. B. is tot vice- consul aldaar benoemd, buiten bezwaar van 's lands schatkist, H. H. Pezzack, aan wien in het Engelsch geschreven moet worden. Het ressort van het vice-consulaat omvat het gedeelte van het graafschap Cornwall go legen, ten westen van een lijn van St. Agnes naar Love Bar, benevens de Scilly-ei landen VROUWENKIESRECHT. In. de zaal „De Oude Vriendschap" op de Groote Markt te Vlissingen werd gister avond een openbare vergadering gehouden van de vereeniging „Vrouwenkiesrecht". De vergadering werd geopend door mej Kei ting, die de aanwezigen welkom heette, mot name de spreeksters voor dezen avond, mevr Bergsma-Bergsma ien Freule S W. A. Wichers Het deed spr genoegen dat de vergadering zoo goed bezocht was. Over 't algemeen is de opkomst bij de vergaderingen gering in Vlissingen en kon het ledental veel grooter zijn. Spr. hoopte dat velen van dezen avond zouden gebruik maken om lid te worden en te gaan deelnemen aan den grooten strijd die thans gevoerd wordt voor de rechten tier vrouw. Vervolgens kwam freule Wichers aan heit woord. Spr. zeide een en ander te willen voorlezen uit het werk van Olive Schemer, waarbij zij er aan herinnerde dat deze werken werden geschreven naar aanleiding van al wat de schrijfster leed in de concentratie kampen gedurende den Zuid-Afrikaans che»i oorlog. Freule Wichers las voor uit „Droomen in de Woestijn" en de bewonderenswaardige wijao waarop dii geschiedde lokte een algemeen applaus uit Mevrouw Bergsma, daarop bet woord ver krijgend, behandelde de vraag: „Waarom geen Vrouwenkiesrecht Het is misseluen vreemd, aldus spr„ dat

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1912 | | pagina 1