R.
9JU
HM
4
bijvoegsel
Middelburg 21 November.
Uit de Staatscourant.
Kerknieuws.
Verschillende Berichten
Onderwijs.
FEUILLETON.
HET DERDE SCHOT.
Landbouw.
ingezonden Mededeelingen.
B 0 l TEN LAND.
mt; oiks
aling
.14
-
-
8.0C
8,S7
6,80
•-0
M
-Ö
a
s
i
-
d
o
52
12.02
mam dan
(1).
rtrausen
treinsa,
Dinsdag
Midden
8.18
p
Vrijdag 22 Nov. 1912, no, 277.
Onze gezant te Brunsel en de
Nederl-Belg. commissie.
De correspondent te Brussel van de
Gazette de Hollands* heeft een «persona-
litó éminente" van het Belgisch Parlement
ondervraagd naar de reden van de weinige
positieve resultaten, verkregen door de Neder-
landseh-Belgische commissie.
Het bedoelde parlementslid antwoordde
daarop o. a. het volgende
,De redem van de langzaamheid der
regeeringen om de wenscben van de com
missie in wettelijke formules te belichamen,
is toe te schrijven aan verscheiden oorzaken.
Een daarvan, die onder de roos bekend is
in de offioieele kringen, is de onverholen
vijandigheid van den Nederlandschen gezant
te Brussel jegens de commissie, welke vijan
digheid zich onlangs heeft getoond in om
standigheden die wèl bekend zijn aan de
beide regeeringen. Ongelukkig zijn die
omstandigheden eveneens bekend aan de
heele parlementaire wereld, en zijn ook be
kend geraakt in offlcieele kringen, en het
minste dat men ervan kan zeggen is, dat
de positie van den Nederlandschen gezant
te Brnssol zeer moeilijk (délicat) is gewor
den, om niet te zeggen onmogelijk.
Men moet niet vergeten dat de Belgische
afdeeling der commissie een zeer bijzondere
positie geniet bij de Belgische parlements
leden. Sedert drie jaar heeft het wetgevend
lichaam op zijn eigen begrooting geplaatst
de particuliere begrooting der commissie.
Het stelt belang in haar werkzaamheden,
het volgt die van nabij, wanneer men aan
die commissie een slag in 't gezicht geeft
(un camouflet), zelfs onder dekking van een
diplomatiek ambt, dan zijn het niet sleehts
negen en twintig personen die hem ont
vangen.»
De zegsman geeft echter toe dat de per
sonen op een diplomatieken post weer heen
gaan, en dat de gevolgen van de door hem
bedoelde omstandigheden niet onuitwisch-
baar zijn. Maar dan blijven er nog andere
oorzaken of liever andere misverstanden.
De kwestie van de exequatuur is op weg
naar een goede oplossing. Maar anders
staat het met de invoering van een brief
port van 10 centimes voor beide landen.
Het gerucht loopt dat minister Regout die
kwestie ondergeschikt maakte aan de kana
lisatie van de Maas, of haar althans maakte
tot een voldoende compensatie voor de
groote onderneming.
Het Belgische parlementslid betreurde dat
zeer. Men vraagt zich in België af, hoe
men in Den Haag heeft kunnen gelooven
ooit een dergelijke regeling in België te
doen aannemen, zonder overeenkomstige
vergoeding door de graving van een kanaal
van Antwerpen naar den Rijn.
het district Briello verklaard zou hebben dat
de tariefwet-Harle hem nog lang niet ver go-
i ging;. Hg haalt een gedeelte aan uit zijn
toen gehouden rede, die hij op sclirift had,
en daaruit blijkt dat hg de wet-Haxte be
schouwde als een fiscale maatregelen er op
aandrong de bezwaren zooveel mogelijk weg
te nemen.
Voorts molden we nog dat de heer Mackay
opkomt tegen do bewering van den heer Duy-
maer van Twist: ,,Ik kom altijd in de kerk,
ik heb er baron Mackay nog nooit gezien."
Het blijkt dat hij eenvoudig naar een andere
kerk gaat.
Artikel 171.
Naar het «Centrum* uit volkomen betrouw
bare bron zegt te weten zal in de voor
stellen tot Grondwetsherziening van de
regeering, zoowel het eerste als liet tweede
lid van art. 171 geheel ongewijzigd worden
gehandhaafd.
Bjj kon. besluit:
zijn herbenoemd, met ingang van 1 dezer,
tot leden vanwege Nederland, van het Per
manente Hof van Arbitrage
I. Z. Exc. mr. T. M. C. Asser, minister
van staat, lid van den raad van State
II. Z. Exc. jhr. mr. A. F. de Savornin
Lohman, minister van staat, oud-minister
van binnenlandsche zaken, lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Ed. jhr. mr. G. L. M. H. Ruys de
Beerenbrouck, oud-minister van justitie,
commissaris der Koningin in de provincie
Limburg, staatsraad in buitengewonen dienst;
alsmede benoemd tot lid van gelijk Hof,
mr. P. W. A. Cort van der Linden, oud-
minister van justitie, lid van den Raad van
State.
is B. Mulder, secretaris der gemeente
Ermelo, benoemd tot ridder in de orde van
Oranje-Nassau.
CHOLERA.
Do minister van. Binnenlaaidsche Zaken
overwegende, dat volgens ingekomen ambts
bericht, de Aziatische cholera in Europeesch-
Turkije faeerscht;
heeft goedgevonden
alle havens van Europeesch-Turkije besmet
te verklaren wegens Aziatische cholera,
Het aantal dagen, bedoeld in 't lste lid
art van bovengenoemde wet,
op vijf. (St.-Ct,
zien welke eveneens 't beste voor de toe
komst doen hopen.
De eerste afdeeling der adspiranten is al
mooi op* weg om een goed stel turners te
vormen. Hun staaf-oefeningen waren op een
kleine uitzondering na pittig en correct af
gewerkt.
Van de ledenatdeeling gelooven we dat
ze ook goede vorderingen heeft gemaakt.
De toestel-oefeningen zoowel aan barren als
aan ringen en rek waren zeer goed. Uit
roepen van bewondering gedurende deze
oefeningen waren dan ook niet uit de zaal
en de heeren werden met een welverdiend,
krachtig applaus voor hun keurig werk
beloond.
Voor de afwisseling werd na de pauze
door een zestal dames een op de turnclub
toepasselijk lied gezongen, dat zoo'n succes
had, dat het later nog eens herhaald moest
worden.
De voorzitter had wel gelijk toen hij
zeide dat de meisjes-afdeeling veel goeds
beloofd. De reeds groote afdeeling heeft in
den korten tijd van haai- bestaan mooie
vorderingen gemaakt.
De uitvoering werd gesloten met een fraaie
groep der leden.
'K. BARON MACKAY.
D© heer Mackay zond aan de „Nederlander'
nog eenige „Rectificaties" die de redactie
gaarne plaatst niet alleen met het oog op
zijn (nauwe betrekking met het blad, maar
ook omdat zjf niet wenscht te behooien tot
de leiders der Christelijk-Historischen die den
heer Mackay naar zijn meening zonden hebben
geboycot.
De voornaamste dei- rectificaties betreft de adspiranten-afdeeling.
Alg. Synode Commissie N. H. K.
Gister werd in Den Haag de najaarsver
gadering gehouden der Alg. synodale com
missie van de Ned. Herv. kerk. Uit Zeeland
was aanwezig dr. G. J. Weijland uit Veere.
Naar een commissie werd o. a. verwezen
een eindbesluit van het Prov. Kerkbestuur
van Zeeland. Tot prov. correspondent voor
de hulpvragende gemeenten werd voor Zee
land benoemd de heer D. Zoete te Lemmer.
Opgenomen werden de stemmen der leden
van de Provinciale Kerkbesturen omtrent
de voorloopig aangenomen reglementswijzi
gingen. Hieruit bleek dat I (van kiesbe
voegdheid bedeelden niet uit te sluiten) is
verworpen, II (instelling van buitengewone
classicale vergaderingen) is aangenomen, UI
(regeling der benoeming van praeses, asses
sor en scriba van het classicaal bestuur) is
aangenomen, IV (mededeelingen van de rede
nen waardoor de leden van de Prov. Kerk
besturen, die tegen stemden, werden geleid)
is verworpen, V (bevoegdheid van een be
roepen predikant om zijn bevestiger aan te
wijzen) is aangenomen, VI (wijzigingen in
de opgaaf aangaande de diaconieën in het
Reglement voor de kerkvisitatie) is aange
nomen.
- H M. de Koiungm-Moeder heeft aan de
Vereenigijig van Weesvaders, gevestigd te Die-
ran, voor do verbouwing en vergrooting van
liet weeshuis voor onverzorgde weezen f60
gesclionken.
Naar „Het Volk" meldt, heeft de aftl.
Amersfoort van de S. D. A. P. dr Van Leeu
wen te Utrecht candidaat gesteld voor 1913.
De kiesraeenigmg Opsterhuid heeft in
het district. Sclioterland candidaat gesteld mr.
J. Limburg, aftredend lid.
Van het Staatsspoorterrein te HSlcsluis
nabij Rotterdam langs de spoorbaan naar zijn
woning onder IJsehnonde huiswaarts keerende,
is do wegwerker D II Dinsdagavond dooreen
uit de richting van Rotterdam komenden snel
trein pverreden eu onmiddellijk gedood.
Bij de z.g. Wolfsbergen bij Weerdifiigo
'Dr.) is, volgons de N R. C. oij liet omwoelen
van heidegrond een nog geheel gave um op
gedolven, die aan den heer dr .1 Sneijders
de Vogel is afgestaan-
In Friesland worden tegenwoordig molle-
velletjes opgekocht voor uitvoer naar Ame
rika. Men betaalt per stuk 32 a 34 ct.
TUBNCLUB „ONS HUIS'
De wintervermaken zijn weer begonnen-
Reeds hebben we kunnen lezen van eenige
gehouden lezingen en concerten.
Nu is ook de reeks van gymnastiek-uit-
voeringen welke dit seizoen te wachten zijn,
geopend met een soirée van de turnclub
„Ons Huis." 't Was erg vol in de Groote
Zaal van 't Schuttershof. Wel een bewijs
dat de avonden van »Ons Huis» bij de
vrienden en aanhangers van deze club zeer
gewild zijn. De gisteren gehouden uitvoering
heeft geheel aan de verwachtingen voldaan,
er is goede gymnastiek te zien geweest, er
is genoteD bij 't bal.
Even acht uur werd de soiree geopend
door den directeur, den heer C. van Loo,
die de afgevaardigden der besturen van
den Walcherschen turnbond, het gewest
Zeeland, het Nederlandsch gymnastiek-
verbond e* de zuster-vereenigingen, bene
vens alle genoodigden een woord van wel
kom toeriep. Spr. zeide, dat de meisjes-
afdeeling welke op de vorige soirée was
opgericht, dezen avond voor het eerst een
nummer zou geven. Deze afdeeling, hoewel
nog jong, geeft goede hoop op de toekomst
en belooft eens een flinke dames-aideeling
te zullen vormen.
De eerste oefening was dan van de 2e
Deze zeer jonge af-
N e d. Herv. Kerk.
Beroepen: te Ter Apel (Gr.) ds F.
H. Koster te Zalt-Bommelte Wezep (G.)
ds D. Th. Keek te Zuilichem.
Gereformeerde Kerken.
Beroepen: te Engwierum, J. Bot
man Jzn., te Oostwolde (Gr.)
Voor het examen vrije- en ordeoefe
ningen gymnastiek zijn geslaagd te Venlo
mej. S. K. Schippers van Goes en te Breda
de heeren J. Rijnberg en M. L. Groene-
wege van St. Annaland.
de heer Mackay in 1905 in deeling deed een paar vrije- en ordeoefeningen
Crimineels Roman
HANS VON WIESA.
(Vertaald met toestemming xm den.
Dnitschan «chrjjvwr.)
„Hij persoonlijk is van. meening, dat ik geen
schuld heb in het ongeluk, dat ik er bij mijn
weten /onschuldig aan ben."
„Wat meent hij daar mee?"
„Dat mijn kogel niet voor haar bestemd was,
"laar misschien is afgedwaald."
„Is dat voldoende om je buiten het gerech-
onderzoek te laten?"
Bjöhimgeir trok de schouders op.
„Een bewijs is nog niet voorhanden. Maar
do dag van morgen zal dat bewijs leveren."
Jutta was inmiddels naar de kamer gegaan
„Ik zoek mijnheer den officier van justitie
Suckow staat voor.
Mijheer Mylius kwam reeds nader, hij had
een brief in de hand, dien hij, voortloopendej,
in het couvert
„De bode te paard1 staat voor", kondigde de
knecht aan.
„Ik kom.'
Toen Mylius Behringer en zijn meisje spoe
dig wilde passeeren, trad Jutta naar hem Hoe
zij gaf den bediende tevens een wenk even te
wachten.
„Als u klaar is met uw ambtsbezigheden,
mijnheer Mylius, moet ik er op aandringen, dat
u pok u zelf niet geheel mal vergeet." En zich
tot den bediende wendende, voegde zjj er hijj
„Wil je in de kleine zijkamer voor twee 'perso-
nen dekken, daar zullen do heeren soupeeren."
i „Neem mij niet kwalijk, freule, maar voor-
jloopig kan ik daar nog niet aan denken Ik
jmoet dadelijk een proces-verbaal opmaken
de rentmeester, die hier tevens voor burge-
fungeert, is immers hi«r, niet waar."
VAN HET MEISJE. DAT EEN JONGEN WAS.
Een Amslerdamsche advocaat, die zich kort
geleden te Hilversum had gevestigd, had een
dienstbode noodig, vertelt hel. N. v. N. Me
vrouw slaagde er na veel gehaspel ui een
dienstbode te krijgen, die van den allereer
ste» dag af een zeer gunstigön indruk maakte
Het meisje was keurig netjes, wist zeer goed
te werken en haar tafeldienen bewees .dat zij
bepaald van goeden huize moest zijn, welke
opmerking de heer des huizes zoowel als me
vrouw maakten
De gang werd keurig geschrobd, de keu
ken was steeds m de puntjes in orde en bet
meisje allervoorkomendst. en behulpzaam voor
de achttienjarige dochter en den tienjarige»
zoon. Geen wonder dat mevrouw hoog opgaf
aan vrienden en bekenden over haar gedien
stige, verzekerde dat ze het nog nooit zoo
getroffen had m dat zy overgelukkig was met
zoo'n buitenkansje
Ben week was het meisje in dienst en op
den avondi van den achtsten dag klopte zij
bij mevrouw aan om haar even te spreken
Mevrouw, allervriendelijkst, laat haar binnen
komen, doch schrikt geweldig als liet nieuwe
meisje verklaart: mevrouw, het spijt mij, maar
ik zeg u mijn dienst op, ik ga weg.
Mevrouw vraagt naar- de reden, of zjj met
tevreden is en biedt zelfs opslag aan Niets
helpt. Mevrouw wil ten slotte de reden weten
en nu vertelt do gedienstige, dat „zij"
n jongen is.
Hij had om een lioogen inzet met een paar
vrienden gewed, dat hij best een lietrekking
als dienstbode zou kunnen krijgen en waar
nemen, wat dan ook blijkbaar- gelukt was
Mevrouw kreeg een kleur, want „zij" had
ar vaak bij haar toilet geholpen, de blouse
dichtgeknoopt, de schoenen vastgeknoopt, ook
de dochter aldus diensten bewezen, 's Avonds
had „zij" steeds gevraagd of mevrouw- ook
warm water noodig had en zelf een beetje ge
bruikt om heimelijk den aankomenden snor en
baard te scheren.
Tocin de heer des huizes de zaak hoorde,
was hij woedend Hij zou het er niet bij
laten, hjj zou den knaap wel vinden
De heer J. van Elk: Wij" doen wat wij gowl
vinden en als do burgemeester zich recht (wil
"rschftffcn, .hm moet hij het maai- zoeken.
Do heer Van dei- Ven Als wij de veror
dening maai- goedvinden.
De Voorzitter: Ik wil ten ernstigste waar
schuwen tegen broodroof, die men vwmemeus
is te plegen De hcoren Pompc en Eisen heb
ben afschrift genomen van do handteekeniii gen
en in verband niet geuite dreigementen, méén
ik die Waarschuwing met achterwege te nio-
gen houden.
Do heer Porape: Belachelijk! Ik zal er nooit
aan meedoen
De Voorzitter. Die verzekering noem ik in
dank aan- Maai- do hoer Hol dan
Do heer HolDat men voornemens is, mij
te treffen, weet ik van een der kerkmeesters.
De Voorzitter: De houding van do heeren
is anders dan in de vorige zitting. Argumen
ten vóór de verordening heb ik niet ver
nomen. Ik wil de heeren waarschuwendo
komende Raad zal aan deftigheid inboeten,
maai- aan intellect winnen. Gij zit hier als een
raad vaa voor 1848.
SCHANDELIJKE MOORD.
Op .weg naar huis wp^j in den nacht van den
13deu op den 14den November een melkboer
in de Fransche Zee-Alpen vermoord- Zijn
vrouw had eerst verklaard, dat beide door
drie individuen waren aangevallen. Vaneen
noemde ze zelfs uaam en woonplaats, maar
deze kon zijn alibi bewijzen.
1 spoedig bleek dan ook, dat de vrouw
den moord gepleegd had, daarbij dooi- liaar
zoon en een nicht van dezen bijgestaan. De
i hnd een som golds, groot 400 franks,
bij zich, die by met het verkoppen
van runderen had veiQiond. Ergens in een
ververschingsplaats heeft de vrouw haar man
toen zich doen bedrinken, li ij het ver
laten van het lokaal hebben zij vervolgens
de misdaad gepleegd.
De verdachten hebben niet getracht hun
schuld te loochenen. Bij een huiszoeking werd
bebloed linnen en (le portemonnaie gevonden,
die het slachtoffer bij zich droeg op den
dag, dat de aanslag gedaan werd.
.Handelsberichten" neemt de
uitvoer van knoopen uit schelpen vervaar
digd uit Japan gestadig toe. In 1902 had van
dit product de eerste uitvoer plaats. Deze
was nog tamelijk gering. In 1911 heeft de
waarde, door dien export vertegenwoordigd,
echter een flinke hoogte bereikt. Die prefec
tuur Osaka is de kern voor deze nijverheid
Vrpdag
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag.
Donderdag
HOOG WATER,
te V11ssD gen.
22 Nor.
23
11.39
12.14
12.49
128
2.07
2.50
3.43
BURGEMEESTER EN RAAD.
Dinsdagavond heeft de gemeenteraad van
Waniel, naar de N. R. C. meldt, vergaderd,
in hoofdzaak om te lieslissen over een adres
van 143 ingezetenen, waarbij verzocht wordt
de verordening in te trekken, die dans, muziek
en openbare vermakelijkheden na zonsonder
gang yerbiedt. De voorzitter adviseerde tot
intrekking van do verordening, maar de raad
besloot, met op 1 na algemeene stemmen, haar
te handhaven
Uit do discussies stipt hel „Hand." hel vol
gende aan:
De Voorzitter (.tot de leden): wordt de
beschuldiging aangewreven, dat gij een ver- toch te gronde,
ordening hebt gemaakt, die strijdt met het 1 „Wilt u een voorbeeld, hoe
algemeen belang. Men mag van u eischen, dat steeds gepoogd heeft, ons dood I
gij u verdedigt ken*'
©Zeer Zeer*>
Krachtig Voord eelia
EEN SERVISCH OORDEEL.
De Peterburgsche medewerker van het
„Hand" beo,ft. in die stad een onderhoud ge
had mot don hoogleeraar Radowan Kosjoetisj
van de Belgradosche universiteit, die in, do
Russische hoofdstad vertoeft, oni de men
schen daar van de nooden en wenschen der
Serviërs pp de hoogte te brengen. Uit. het
interview knippen we de volgende, belang
wekkende bijzonderheden
„Een haven aan die Adriatischo zeekust,
die eens geheel Servisch was, hebben we
nel zoo noodig als lucht en licht cn we
zullen ei- zelfs een oorlog met Oostenrijk op
moeten wagen, in de hoop, dat daar dan een
revolutie uitbreekt in de Slavische provin
cies. Als wij haai- niet krijgen, gaat ons land
Oostenryk
drukken0
Het was te
vergeefs dat Behringer op i
zichtbaar bewijs van baar genegenheid wachtte.
En hy wilde niet nemen wat hein niet vrywil-
hg gegeven werd. Met ernstig gelaat volgde (hij
haar, toen zij do gangdeur had opengedaan.
Daar hoorde men den snellen hoefslag van
een paard op de binnenplaats van het kasteel
en tegelijker tijd kwam een bediende haastig
de gang in.
„Wat is er?" vroeg Behringar,
richt.
„Ja, mijnheer, de rentmeester staat te wach- kunnen
ten in de hal."
„Goed! Waar kan ik ongestoord die schrifte
lijke .werkzaamheden afdoen
„In de bibliotheek zul je alles kunnen vin
den en daar zal niemand je storen."
„Dank u nog eens zeer, freule", zeide My
lius. „Over een uur denk ik, zal ik hicrme>©
klaar zijn. Ik vrees echter, dat het een on
rustige nacht zal worden!"
Nog eren zag hij de beide verloofden onder-
zoekend aan, toeu volgde hij haastig den
knecht.
De man, die de boodschap verrichten zou,
stond1 voor de deur van het kasteel.
De officier van justitie gaf hem drie brie
ven, en voegde er mondeling eenige aanwij
zingen by1. Ook dirukte hij hem op het hart
vooral haast te maken.
Terwijl de bode de brieven in zijn tasch
dleed, die hij1 aan een rieim over zijn schou
ders droeg, kwam er een rijtuig uit dein stal
met twee jonge, krachtige paarden hespannon,
die opgewonden op hun gebit beten toen zij iin
het helle licht van de lantaarns aan den in
gang kwamen.
De bode had zijn tasch dichtgesloten cn
nadat hij nog even gevraagd had of de officier
kan justitie nog iets te zeggen had, verdween
hij in de duisternis.
Nu wendde Mylius zich tot den koetsier.
„De bode, die daar heen gaat zal mijnheer
reeds .gewaarschuwd hebbenhij heeft een.
brief by zich voor den heer dien ge hier naar
toe moet rijden. Je wordt dus verwacht. Dit
het adres, kijk Zouden de paarden dadelijk
terug toeren zonder in de stad te
„De vossen, o ja mijnheer!"
Een oogenblik daarna was het rijtuig in do
duisternis verdwenen,
„Goed, vooruit dan maar I"
Mylius trad het huis weder in, geyolgddoor
den rentmeester en ging hem voor naar do
bibliotheek,
Hier vond hij schrjjfbenoodigdhedeai op ta
fel liggen; een groote lamp wierp haar helder
licht pp de tafel
„Ik wou dadelyk proces-jverbaal opmaken
van het geval; ga zitten als 't u blieft, u is
gewend een dictaat, vlug op te schrijven,
niet waar?"
„Zeker, mijnheer Mylius", antwoordde de
rentmeester.
Iljj nam plaats en terwijl hij de gewone aan
vangsregelen opschreef, liep Mylius heen en
weer en trachtte zich alles wat er öien afrond
was gebeurd nog eens duidelijk voor den jgjeest
te roepen
Weldra lioorde men hem met vaste stem en
duidelijk (spreken, terwijl de pen van den
sclirifver haastig over liet papier vloog
ZEVENDE HOOFDSTUK
Behringer en zijn verloofde waren iutusschen
met beklemd hart de kamer binnengetreden,
waarin mevrouw Von Rntuer hen wachtte.
Zij hadden verwacht, dat de oude dame zeer
Opgewonden zou wezen en ontdaan door de
gebeurtenissen van dien avond; hoe verbaasd
waren zij dus toen zij baar kalm aan een tafel
zagen zitten, waarop een kostbare verzameling
staalgravures van oude en .nieuwe meesters
lag uitgespreid
Met haar slanke hand schoof zij de porte
feuille weg toen het jonge paar binnentrad en
vestigde haar trotschen blik koel en onderzoo
kend op haar aanstaanden schoonzoon en na
eenige ©ogenblikken van pijnlijk stilzwijgen, ook
op het blceke gelaat barer dochter
„Waar is dr. Mylius?"
„Hjj heeft het heel druk met allerlei ambts
bezigheden", antwoordde Jutta
„Ik kan niet zeggen dat hij liet treft, terwijl
hjj hier voor zijn pleizicr komt logeeren Maar
liet is in ieder geval iets bijzonders. De ge
schied boeken van ons kasteel zijn een merk
waardig hopfdstuk rijker geworden!"
De schijnbaar zoo kalme stein was yzig om
aan te hooren het was of er eensklaps een
koude luchtstroom in de kamer werd gevoeld.
„En dit romantisch intermezzo heblien wij-
aan u te danken, mijnheer Behringer 1 Het
treurigste is dat mijn dochter ook in deze
5uer zweeg zy eonigo oogonblikken - „laten
wij maar zeggen in deze interessante zaak be
trokken wordt"
Behringer trad een schrede nader, hjj zag
doodsbleek, zijn oogeai schoten vuur
Met kalmen blik zag de fiere vrouw hem
aan
„Wou u iets .zeggen, mijnheer Behringer?"
Er Jieerschte een oogenblik diepe stilte in
de kamer; het duurde echter met. lang of Bch-
ringer had zijn zelflieUeersching weer terug
„Niemand kan het meer betreuren dan. ik
het spijt mij ontzettend dat deze tragische ge
beurtenis mijn vriend zoowel als ons allen
zooveel ontroering en last bezorgt"
„Ik moet u vriendelijk verzoeken", viel me
vrouw Von Rittner hem met haar scherpe stem
ln de rede, „u zelf en mjj eu mijn dochter
niet in één adem te noemen of by elkaar te re
kenen. Ik voor mjj bedank ten minste voor
die eer."
(Wordt vervolgd).