R. 9JU HM 4 bijvoegsel Middelburg 21 November. Uit de Staatscourant. Kerknieuws. Verschillende Berichten Onderwijs. FEUILLETON. HET DERDE SCHOT. Landbouw. ingezonden Mededeelingen. B 0 l TEN LAND. mt; oiks aling .14 - - 8.0C 8,S7 6,80 •-0 M -Ö a s i - d o 52 12.02 mam dan (1). rtrausen treinsa, Dinsdag Midden 8.18 p Vrijdag 22 Nov. 1912, no, 277. Onze gezant te Brunsel en de Nederl-Belg. commissie. De correspondent te Brussel van de Gazette de Hollands* heeft een «persona- litó éminente" van het Belgisch Parlement ondervraagd naar de reden van de weinige positieve resultaten, verkregen door de Neder- landseh-Belgische commissie. Het bedoelde parlementslid antwoordde daarop o. a. het volgende ,De redem van de langzaamheid der regeeringen om de wenscben van de com missie in wettelijke formules te belichamen, is toe te schrijven aan verscheiden oorzaken. Een daarvan, die onder de roos bekend is in de offioieele kringen, is de onverholen vijandigheid van den Nederlandschen gezant te Brussel jegens de commissie, welke vijan digheid zich onlangs heeft getoond in om standigheden die wèl bekend zijn aan de beide regeeringen. Ongelukkig zijn die omstandigheden eveneens bekend aan de heele parlementaire wereld, en zijn ook be kend geraakt in offlcieele kringen, en het minste dat men ervan kan zeggen is, dat de positie van den Nederlandschen gezant te Brnssol zeer moeilijk (délicat) is gewor den, om niet te zeggen onmogelijk. Men moet niet vergeten dat de Belgische afdeeling der commissie een zeer bijzondere positie geniet bij de Belgische parlements leden. Sedert drie jaar heeft het wetgevend lichaam op zijn eigen begrooting geplaatst de particuliere begrooting der commissie. Het stelt belang in haar werkzaamheden, het volgt die van nabij, wanneer men aan die commissie een slag in 't gezicht geeft (un camouflet), zelfs onder dekking van een diplomatiek ambt, dan zijn het niet sleehts negen en twintig personen die hem ont vangen.» De zegsman geeft echter toe dat de per sonen op een diplomatieken post weer heen gaan, en dat de gevolgen van de door hem bedoelde omstandigheden niet onuitwisch- baar zijn. Maar dan blijven er nog andere oorzaken of liever andere misverstanden. De kwestie van de exequatuur is op weg naar een goede oplossing. Maar anders staat het met de invoering van een brief port van 10 centimes voor beide landen. Het gerucht loopt dat minister Regout die kwestie ondergeschikt maakte aan de kana lisatie van de Maas, of haar althans maakte tot een voldoende compensatie voor de groote onderneming. Het Belgische parlementslid betreurde dat zeer. Men vraagt zich in België af, hoe men in Den Haag heeft kunnen gelooven ooit een dergelijke regeling in België te doen aannemen, zonder overeenkomstige vergoeding door de graving van een kanaal van Antwerpen naar den Rijn. het district Briello verklaard zou hebben dat de tariefwet-Harle hem nog lang niet ver go- i ging;. Hg haalt een gedeelte aan uit zijn toen gehouden rede, die hij op sclirift had, en daaruit blijkt dat hg de wet-Haxte be schouwde als een fiscale maatregelen er op aandrong de bezwaren zooveel mogelijk weg te nemen. Voorts molden we nog dat de heer Mackay opkomt tegen do bewering van den heer Duy- maer van Twist: ,,Ik kom altijd in de kerk, ik heb er baron Mackay nog nooit gezien." Het blijkt dat hij eenvoudig naar een andere kerk gaat. Artikel 171. Naar het «Centrum* uit volkomen betrouw bare bron zegt te weten zal in de voor stellen tot Grondwetsherziening van de regeering, zoowel het eerste als liet tweede lid van art. 171 geheel ongewijzigd worden gehandhaafd. Bjj kon. besluit: zijn herbenoemd, met ingang van 1 dezer, tot leden vanwege Nederland, van het Per manente Hof van Arbitrage I. Z. Exc. mr. T. M. C. Asser, minister van staat, lid van den raad van State II. Z. Exc. jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman, minister van staat, oud-minister van binnenlandsche zaken, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Ed. jhr. mr. G. L. M. H. Ruys de Beerenbrouck, oud-minister van justitie, commissaris der Koningin in de provincie Limburg, staatsraad in buitengewonen dienst; alsmede benoemd tot lid van gelijk Hof, mr. P. W. A. Cort van der Linden, oud- minister van justitie, lid van den Raad van State. is B. Mulder, secretaris der gemeente Ermelo, benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. CHOLERA. Do minister van. Binnenlaaidsche Zaken overwegende, dat volgens ingekomen ambts bericht, de Aziatische cholera in Europeesch- Turkije faeerscht; heeft goedgevonden alle havens van Europeesch-Turkije besmet te verklaren wegens Aziatische cholera, Het aantal dagen, bedoeld in 't lste lid art van bovengenoemde wet, op vijf. (St.-Ct, zien welke eveneens 't beste voor de toe komst doen hopen. De eerste afdeeling der adspiranten is al mooi op* weg om een goed stel turners te vormen. Hun staaf-oefeningen waren op een kleine uitzondering na pittig en correct af gewerkt. Van de ledenatdeeling gelooven we dat ze ook goede vorderingen heeft gemaakt. De toestel-oefeningen zoowel aan barren als aan ringen en rek waren zeer goed. Uit roepen van bewondering gedurende deze oefeningen waren dan ook niet uit de zaal en de heeren werden met een welverdiend, krachtig applaus voor hun keurig werk beloond. Voor de afwisseling werd na de pauze door een zestal dames een op de turnclub toepasselijk lied gezongen, dat zoo'n succes had, dat het later nog eens herhaald moest worden. De voorzitter had wel gelijk toen hij zeide dat de meisjes-afdeeling veel goeds beloofd. De reeds groote afdeeling heeft in den korten tijd van haai- bestaan mooie vorderingen gemaakt. De uitvoering werd gesloten met een fraaie groep der leden. 'K. BARON MACKAY. D© heer Mackay zond aan de „Nederlander' nog eenige „Rectificaties" die de redactie gaarne plaatst niet alleen met het oog op zijn (nauwe betrekking met het blad, maar ook omdat zjf niet wenscht te behooien tot de leiders der Christelijk-Historischen die den heer Mackay naar zijn meening zonden hebben geboycot. De voornaamste dei- rectificaties betreft de adspiranten-afdeeling. Alg. Synode Commissie N. H. K. Gister werd in Den Haag de najaarsver gadering gehouden der Alg. synodale com missie van de Ned. Herv. kerk. Uit Zeeland was aanwezig dr. G. J. Weijland uit Veere. Naar een commissie werd o. a. verwezen een eindbesluit van het Prov. Kerkbestuur van Zeeland. Tot prov. correspondent voor de hulpvragende gemeenten werd voor Zee land benoemd de heer D. Zoete te Lemmer. Opgenomen werden de stemmen der leden van de Provinciale Kerkbesturen omtrent de voorloopig aangenomen reglementswijzi gingen. Hieruit bleek dat I (van kiesbe voegdheid bedeelden niet uit te sluiten) is verworpen, II (instelling van buitengewone classicale vergaderingen) is aangenomen, UI (regeling der benoeming van praeses, asses sor en scriba van het classicaal bestuur) is aangenomen, IV (mededeelingen van de rede nen waardoor de leden van de Prov. Kerk besturen, die tegen stemden, werden geleid) is verworpen, V (bevoegdheid van een be roepen predikant om zijn bevestiger aan te wijzen) is aangenomen, VI (wijzigingen in de opgaaf aangaande de diaconieën in het Reglement voor de kerkvisitatie) is aange nomen. - H M. de Koiungm-Moeder heeft aan de Vereenigijig van Weesvaders, gevestigd te Die- ran, voor do verbouwing en vergrooting van liet weeshuis voor onverzorgde weezen f60 gesclionken. Naar „Het Volk" meldt, heeft de aftl. Amersfoort van de S. D. A. P. dr Van Leeu wen te Utrecht candidaat gesteld voor 1913. De kiesraeenigmg Opsterhuid heeft in het district. Sclioterland candidaat gesteld mr. J. Limburg, aftredend lid. Van het Staatsspoorterrein te HSlcsluis nabij Rotterdam langs de spoorbaan naar zijn woning onder IJsehnonde huiswaarts keerende, is do wegwerker D II Dinsdagavond dooreen uit de richting van Rotterdam komenden snel trein pverreden eu onmiddellijk gedood. Bij de z.g. Wolfsbergen bij Weerdifiigo 'Dr.) is, volgons de N R. C. oij liet omwoelen van heidegrond een nog geheel gave um op gedolven, die aan den heer dr .1 Sneijders de Vogel is afgestaan- In Friesland worden tegenwoordig molle- velletjes opgekocht voor uitvoer naar Ame rika. Men betaalt per stuk 32 a 34 ct. TUBNCLUB „ONS HUIS' De wintervermaken zijn weer begonnen- Reeds hebben we kunnen lezen van eenige gehouden lezingen en concerten. Nu is ook de reeks van gymnastiek-uit- voeringen welke dit seizoen te wachten zijn, geopend met een soirée van de turnclub „Ons Huis." 't Was erg vol in de Groote Zaal van 't Schuttershof. Wel een bewijs dat de avonden van »Ons Huis» bij de vrienden en aanhangers van deze club zeer gewild zijn. De gisteren gehouden uitvoering heeft geheel aan de verwachtingen voldaan, er is goede gymnastiek te zien geweest, er is genoteD bij 't bal. Even acht uur werd de soiree geopend door den directeur, den heer C. van Loo, die de afgevaardigden der besturen van den Walcherschen turnbond, het gewest Zeeland, het Nederlandsch gymnastiek- verbond e* de zuster-vereenigingen, bene vens alle genoodigden een woord van wel kom toeriep. Spr. zeide, dat de meisjes- afdeeling welke op de vorige soirée was opgericht, dezen avond voor het eerst een nummer zou geven. Deze afdeeling, hoewel nog jong, geeft goede hoop op de toekomst en belooft eens een flinke dames-aideeling te zullen vormen. De eerste oefening was dan van de 2e Deze zeer jonge af- N e d. Herv. Kerk. Beroepen: te Ter Apel (Gr.) ds F. H. Koster te Zalt-Bommelte Wezep (G.) ds D. Th. Keek te Zuilichem. Gereformeerde Kerken. Beroepen: te Engwierum, J. Bot man Jzn., te Oostwolde (Gr.) Voor het examen vrije- en ordeoefe ningen gymnastiek zijn geslaagd te Venlo mej. S. K. Schippers van Goes en te Breda de heeren J. Rijnberg en M. L. Groene- wege van St. Annaland. de heer Mackay in 1905 in deeling deed een paar vrije- en ordeoefeningen Crimineels Roman HANS VON WIESA. (Vertaald met toestemming xm den. Dnitschan «chrjjvwr.) „Hij persoonlijk is van. meening, dat ik geen schuld heb in het ongeluk, dat ik er bij mijn weten /onschuldig aan ben." „Wat meent hij daar mee?" „Dat mijn kogel niet voor haar bestemd was, "laar misschien is afgedwaald." „Is dat voldoende om je buiten het gerech- onderzoek te laten?" Bjöhimgeir trok de schouders op. „Een bewijs is nog niet voorhanden. Maar do dag van morgen zal dat bewijs leveren." Jutta was inmiddels naar de kamer gegaan „Ik zoek mijnheer den officier van justitie Suckow staat voor. Mijheer Mylius kwam reeds nader, hij had een brief in de hand, dien hij, voortloopendej, in het couvert „De bode te paard1 staat voor", kondigde de knecht aan. „Ik kom.' Toen Mylius Behringer en zijn meisje spoe dig wilde passeeren, trad Jutta naar hem Hoe zij gaf den bediende tevens een wenk even te wachten. „Als u klaar is met uw ambtsbezigheden, mijnheer Mylius, moet ik er op aandringen, dat u pok u zelf niet geheel mal vergeet." En zich tot den bediende wendende, voegde zjj er hijj „Wil je in de kleine zijkamer voor twee 'perso- nen dekken, daar zullen do heeren soupeeren." i „Neem mij niet kwalijk, freule, maar voor- jloopig kan ik daar nog niet aan denken Ik jmoet dadelijk een proces-verbaal opmaken de rentmeester, die hier tevens voor burge- fungeert, is immers hi«r, niet waar." VAN HET MEISJE. DAT EEN JONGEN WAS. Een Amslerdamsche advocaat, die zich kort geleden te Hilversum had gevestigd, had een dienstbode noodig, vertelt hel. N. v. N. Me vrouw slaagde er na veel gehaspel ui een dienstbode te krijgen, die van den allereer ste» dag af een zeer gunstigön indruk maakte Het meisje was keurig netjes, wist zeer goed te werken en haar tafeldienen bewees .dat zij bepaald van goeden huize moest zijn, welke opmerking de heer des huizes zoowel als me vrouw maakten De gang werd keurig geschrobd, de keu ken was steeds m de puntjes in orde en bet meisje allervoorkomendst. en behulpzaam voor de achttienjarige dochter en den tienjarige» zoon. Geen wonder dat mevrouw hoog opgaf aan vrienden en bekenden over haar gedien stige, verzekerde dat ze het nog nooit zoo getroffen had m dat zy overgelukkig was met zoo'n buitenkansje Ben week was het meisje in dienst en op den avondi van den achtsten dag klopte zij bij mevrouw aan om haar even te spreken Mevrouw, allervriendelijkst, laat haar binnen komen, doch schrikt geweldig als liet nieuwe meisje verklaart: mevrouw, het spijt mij, maar ik zeg u mijn dienst op, ik ga weg. Mevrouw vraagt naar- de reden, of zjj met tevreden is en biedt zelfs opslag aan Niets helpt. Mevrouw wil ten slotte de reden weten en nu vertelt do gedienstige, dat „zij" n jongen is. Hij had om een lioogen inzet met een paar vrienden gewed, dat hij best een lietrekking als dienstbode zou kunnen krijgen en waar nemen, wat dan ook blijkbaar- gelukt was Mevrouw kreeg een kleur, want „zij" had ar vaak bij haar toilet geholpen, de blouse dichtgeknoopt, de schoenen vastgeknoopt, ook de dochter aldus diensten bewezen, 's Avonds had „zij" steeds gevraagd of mevrouw- ook warm water noodig had en zelf een beetje ge bruikt om heimelijk den aankomenden snor en baard te scheren. Tocin de heer des huizes de zaak hoorde, was hij woedend Hij zou het er niet bij laten, hjj zou den knaap wel vinden De heer J. van Elk: Wij" doen wat wij gowl vinden en als do burgemeester zich recht (wil "rschftffcn, .hm moet hij het maai- zoeken. Do heer Van dei- Ven Als wij de veror dening maai- goedvinden. De Voorzitter: Ik wil ten ernstigste waar schuwen tegen broodroof, die men vwmemeus is te plegen De hcoren Pompc en Eisen heb ben afschrift genomen van do handteekeniii gen en in verband niet geuite dreigementen, méén ik die Waarschuwing met achterwege te nio- gen houden. Do heer Porape: Belachelijk! Ik zal er nooit aan meedoen De Voorzitter. Die verzekering noem ik in dank aan- Maai- do hoer Hol dan Do heer HolDat men voornemens is, mij te treffen, weet ik van een der kerkmeesters. De Voorzitter: De houding van do heeren is anders dan in de vorige zitting. Argumen ten vóór de verordening heb ik niet ver nomen. Ik wil de heeren waarschuwendo komende Raad zal aan deftigheid inboeten, maai- aan intellect winnen. Gij zit hier als een raad vaa voor 1848. SCHANDELIJKE MOORD. Op .weg naar huis wp^j in den nacht van den 13deu op den 14den November een melkboer in de Fransche Zee-Alpen vermoord- Zijn vrouw had eerst verklaard, dat beide door drie individuen waren aangevallen. Vaneen noemde ze zelfs uaam en woonplaats, maar deze kon zijn alibi bewijzen. 1 spoedig bleek dan ook, dat de vrouw den moord gepleegd had, daarbij dooi- liaar zoon en een nicht van dezen bijgestaan. De i hnd een som golds, groot 400 franks, bij zich, die by met het verkoppen van runderen had veiQiond. Ergens in een ververschingsplaats heeft de vrouw haar man toen zich doen bedrinken, li ij het ver laten van het lokaal hebben zij vervolgens de misdaad gepleegd. De verdachten hebben niet getracht hun schuld te loochenen. Bij een huiszoeking werd bebloed linnen en (le portemonnaie gevonden, die het slachtoffer bij zich droeg op den dag, dat de aanslag gedaan werd. .Handelsberichten" neemt de uitvoer van knoopen uit schelpen vervaar digd uit Japan gestadig toe. In 1902 had van dit product de eerste uitvoer plaats. Deze was nog tamelijk gering. In 1911 heeft de waarde, door dien export vertegenwoordigd, echter een flinke hoogte bereikt. Die prefec tuur Osaka is de kern voor deze nijverheid Vrpdag Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag Woensdag. Donderdag HOOG WATER, te V11ssD gen. 22 Nor. 23 11.39 12.14 12.49 128 2.07 2.50 3.43 BURGEMEESTER EN RAAD. Dinsdagavond heeft de gemeenteraad van Waniel, naar de N. R. C. meldt, vergaderd, in hoofdzaak om te lieslissen over een adres van 143 ingezetenen, waarbij verzocht wordt de verordening in te trekken, die dans, muziek en openbare vermakelijkheden na zonsonder gang yerbiedt. De voorzitter adviseerde tot intrekking van do verordening, maar de raad besloot, met op 1 na algemeene stemmen, haar te handhaven Uit do discussies stipt hel „Hand." hel vol gende aan: De Voorzitter (.tot de leden): wordt de beschuldiging aangewreven, dat gij een ver- toch te gronde, ordening hebt gemaakt, die strijdt met het 1 „Wilt u een voorbeeld, hoe algemeen belang. Men mag van u eischen, dat steeds gepoogd heeft, ons dood I gij u verdedigt ken*' ©Zeer Zeer*> Krachtig Voord eelia EEN SERVISCH OORDEEL. De Peterburgsche medewerker van het „Hand" beo,ft. in die stad een onderhoud ge had mot don hoogleeraar Radowan Kosjoetisj van de Belgradosche universiteit, die in, do Russische hoofdstad vertoeft, oni de men schen daar van de nooden en wenschen der Serviërs pp de hoogte te brengen. Uit. het interview knippen we de volgende, belang wekkende bijzonderheden „Een haven aan die Adriatischo zeekust, die eens geheel Servisch was, hebben we nel zoo noodig als lucht en licht cn we zullen ei- zelfs een oorlog met Oostenrijk op moeten wagen, in de hoop, dat daar dan een revolutie uitbreekt in de Slavische provin cies. Als wij haai- niet krijgen, gaat ons land Oostenryk drukken0 Het was te vergeefs dat Behringer op i zichtbaar bewijs van baar genegenheid wachtte. En hy wilde niet nemen wat hein niet vrywil- hg gegeven werd. Met ernstig gelaat volgde (hij haar, toen zij do gangdeur had opengedaan. Daar hoorde men den snellen hoefslag van een paard op de binnenplaats van het kasteel en tegelijker tijd kwam een bediende haastig de gang in. „Wat is er?" vroeg Behringar, richt. „Ja, mijnheer, de rentmeester staat te wach- kunnen ten in de hal." „Goed! Waar kan ik ongestoord die schrifte lijke .werkzaamheden afdoen „In de bibliotheek zul je alles kunnen vin den en daar zal niemand je storen." „Dank u nog eens zeer, freule", zeide My lius. „Over een uur denk ik, zal ik hicrme>© klaar zijn. Ik vrees echter, dat het een on rustige nacht zal worden!" Nog eren zag hij de beide verloofden onder- zoekend aan, toeu volgde hij haastig den knecht. De man, die de boodschap verrichten zou, stond1 voor de deur van het kasteel. De officier van justitie gaf hem drie brie ven, en voegde er mondeling eenige aanwij zingen by1. Ook dirukte hij hem op het hart vooral haast te maken. Terwijl de bode de brieven in zijn tasch dleed, die hij1 aan een rieim over zijn schou ders droeg, kwam er een rijtuig uit dein stal met twee jonge, krachtige paarden hespannon, die opgewonden op hun gebit beten toen zij iin het helle licht van de lantaarns aan den in gang kwamen. De bode had zijn tasch dichtgesloten cn nadat hij nog even gevraagd had of de officier kan justitie nog iets te zeggen had, verdween hij in de duisternis. Nu wendde Mylius zich tot den koetsier. „De bode, die daar heen gaat zal mijnheer reeds .gewaarschuwd hebbenhij heeft een. brief by zich voor den heer dien ge hier naar toe moet rijden. Je wordt dus verwacht. Dit het adres, kijk Zouden de paarden dadelijk terug toeren zonder in de stad te „De vossen, o ja mijnheer!" Een oogenblik daarna was het rijtuig in do duisternis verdwenen, „Goed, vooruit dan maar I" Mylius trad het huis weder in, geyolgddoor den rentmeester en ging hem voor naar do bibliotheek, Hier vond hij schrjjfbenoodigdhedeai op ta fel liggen; een groote lamp wierp haar helder licht pp de tafel „Ik wou dadelyk proces-jverbaal opmaken van het geval; ga zitten als 't u blieft, u is gewend een dictaat, vlug op te schrijven, niet waar?" „Zeker, mijnheer Mylius", antwoordde de rentmeester. Iljj nam plaats en terwijl hij de gewone aan vangsregelen opschreef, liep Mylius heen en weer en trachtte zich alles wat er öien afrond was gebeurd nog eens duidelijk voor den jgjeest te roepen Weldra lioorde men hem met vaste stem en duidelijk (spreken, terwijl de pen van den sclirifver haastig over liet papier vloog ZEVENDE HOOFDSTUK Behringer en zijn verloofde waren iutusschen met beklemd hart de kamer binnengetreden, waarin mevrouw Von Rntuer hen wachtte. Zij hadden verwacht, dat de oude dame zeer Opgewonden zou wezen en ontdaan door de gebeurtenissen van dien avond; hoe verbaasd waren zij dus toen zij baar kalm aan een tafel zagen zitten, waarop een kostbare verzameling staalgravures van oude en .nieuwe meesters lag uitgespreid Met haar slanke hand schoof zij de porte feuille weg toen het jonge paar binnentrad en vestigde haar trotschen blik koel en onderzoo kend op haar aanstaanden schoonzoon en na eenige ©ogenblikken van pijnlijk stilzwijgen, ook op het blceke gelaat barer dochter „Waar is dr. Mylius?" „Hjj heeft het heel druk met allerlei ambts bezigheden", antwoordde Jutta „Ik kan niet zeggen dat hij liet treft, terwijl hjj hier voor zijn pleizicr komt logeeren Maar liet is in ieder geval iets bijzonders. De ge schied boeken van ons kasteel zijn een merk waardig hopfdstuk rijker geworden!" De schijnbaar zoo kalme stein was yzig om aan te hooren het was of er eensklaps een koude luchtstroom in de kamer werd gevoeld. „En dit romantisch intermezzo heblien wij- aan u te danken, mijnheer Behringer 1 Het treurigste is dat mijn dochter ook in deze 5uer zweeg zy eonigo oogonblikken - „laten wij maar zeggen in deze interessante zaak be trokken wordt" Behringer trad een schrede nader, hjj zag doodsbleek, zijn oogeai schoten vuur Met kalmen blik zag de fiere vrouw hem aan „Wou u iets .zeggen, mijnheer Behringer?" Er Jieerschte een oogenblik diepe stilte in de kamer; het duurde echter met. lang of Bch- ringer had zijn zelflieUeersching weer terug „Niemand kan het meer betreuren dan. ik het spijt mij ontzettend dat deze tragische ge beurtenis mijn vriend zoowel als ons allen zooveel ontroering en last bezorgt" „Ik moet u vriendelijk verzoeken", viel me vrouw Von Rittner hem met haar scherpe stem ln de rede, „u zelf en mjj eu mijn dochter niet in één adem te noemen of by elkaar te re kenen. Ik voor mjj bedank ten minste voor die eer." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1912 | | pagina 5