BIJVOEGSEL
Middelburg 20 November.
FEUILLETON.
HET DERDE SCHOT.
Binnenland.
Kunst en Wetenschappen.
Ingezonden Hededeelingen.
Bij Gebrek aan eetlnst
1
Ouderwijs.
Donderdag 21 Nov. 1912, no. 276.
i HERBOUW VAN DEN ST. JACOBSTOREN
TE VLISSINGEN WENSCHELIJK?
Zooals ia het nummer der „Middelburgsche
Courant" van 19 dezer werd gemeld,
de eerstvolgende Raadszitting te Vlissingen
aan de orde komen de herbouw van
den pp 5 September 1911 verbranden St.
Jacobstoren. Er is reeds veel geschreven over
de vraag iu welken vorm deze nu zal worden
herbouwd, doch nimmer nog is de vraag ge
steld: is de herbouw van dien toren tvensche-
lijk? Hieronder volgen ©enige beschouwingen.
De St. Jacobstoren te Vlissingen is welis
waar een MiJdeleeuwsch bouwwerk, doch van
zijn oorspronkelijke gedaante is niets be
waard lgebleven, voor zoover het uitwendige
betreft De torenmuur toch is ia de 19e eeuw
geheel omkast met nieuwen Waalsteen, waar
door deze geheel zijn oorspronkelijk karakter
heeft verloren, en is bovendien voor de helft,
tot op een. hoogte van omstreeks 20 Meter,
met een grauwe pleisterlaag bedekt. Het (ge
deelte des torens, dat nog in vrijwel onge
schonden staat uit vroeger eeuwen (1501) tot
ons was gekomen namelijk de spits is
door den noodlottigen brand, tegelijk met het
aardige klokkenspel, geheel vernield.
Er is Overgebleven, een torenromp, nóch
door hoogte, nóch door omvang indrukwek
kend, door timmerlieden en stucadoors jam
merlijk mishandeld, een romp, die nóch
uit architectonisch-, nóch uit aesthetisch oog
punt waarde heeft Op dien romp wil men
thans een nieuwe spits bouwen, al dan niet
van cementijzer, al da» niet in den ouden
vorm. Het bouwen, van die nieuwe si
ongeveer f 60.000 kosten. Hoe gelukkig de
oplossing ook moge worden, de toren zal mis
maakt blijven, tenzij men ook den toren-
schacht ga herstellen, wat duizenden zou
basten, en welke restauratie toch nimmer
voldoen, omdat de nieuwe steenan zelfs
al zijn zjj niet machinaal vervaardigd toch
m een lange. Lange reeks van jaren een
kpuden, nuchtere» aanblik moeten
niet te vergelijken met den schoonen gloed,
met de kleurschakeeringen en de warme tin
ten van een ouden, middeleeuwschen bak-
fttearnnuur.
Een toren speelde in het oude stedeleven,
een groote rol; hoog boven den stadsmuur
heen taoest hij zichtbaar zijn als het sym
bool van de superioriteit der gemeente. Het
best „doet" hij dan ook m het silhouet der
stad. Alleen uit dien hoofde ware weder
opbouw van een dergelijk monument wensche-
lyk, overal in den lande, behalve
Vlissingen. Immers in die stad beheerschen
ijzeren torens, de scheepskrant
Maatschappij „Do Schelde", het stadsbeeld!
Wij mcenen mot het bovenstaande voldoende
onze gronden te hebben uiteengezet, waarom
wig schuchter de vraag opwerpen „Is her
bouw van de spits va» den St. Jacobstoren,
te Vlissingen wjensqhelijk?"
Vlissingen wil een badplaats wordenhet
gaat de laatste jaren erg vooruit, althans,
de bevolking neemt er toe, men houwt er
huizen en men is nu eenmaal gewoon zulks
mot den naam „vooruifgiang" te bestempelen.
Dpch Vlissingen moet een anderen weg in
slaan, Wil zij later werkelijk hadplaats-van-
beteekenis worden. Im!mers, weliswaa» bhjft
het gezicht van den Boulevard op de zee
schoon, doch voor het overige is Vlissin
gen op weg to worden een openlucht-mu
seum van leehjkheid. De nieuwe huizen en
„villa's", die daér gebouwd worden, kunnen
zelfs den toets van ©en zeer gematigde kri
tiek niet doorstaan. De kleine parkjes, die
zich in de omgeving van het badhotel bevin
den, worden zóó versnipperd tot villa-ter -
reinen" (om financieelo redenen) en do Wegen
door die parkjes zijn, in verband met de
duurte va» grint, zóó rijkelijk belegd met
ordinaire sintels, en do recht-op-staandc graf-
steenen der begraafplaats, welke zich in de
Onmiddellijke nabijheid bevinden, zijn zóó dui
delijk zichtbaar, als symbool der aurdsche
vergankelijkheid, dat ieder bezoeker, met
eenig fijn gevoel bedeeld, zich zal haasten
uit die naargeestige omgeving weg te komen.
Met f 50.000 zou echter iets goeds zijn
te hereiken, «in, werden deze gelden gebruikt
voor laesthettscho doeleinden, dan zou zulks
ontegenzeggelijk meer in het belang der ge
meente zyn, dan wanneer deze som werd aan
gewend tot wederopbouw van een torenspits,
welk werk het is uit den vinnigen strijd
reeds voldoende gebleken slechts een zeer
klein gedeelte der burgerij bevredigen zou.
Het zou te veel plaatsruimte innemen,
wanneer wjj hier Uiteen gingen zetten, op
Welke wijze wij ons zouden voorstellen de
„vrijkomend©" 50 mille da» wèl te besteden.
Als het gemeentebestuur van Vlissingen de
vraag, die wij aan het hoofd, van dit artikel
plaatsten, ^>ntkiermend. mocht hebben beant
woord, da» zou het echter wellicht eens
kunnen bestudeexen, wat in andere landen
b.v. Duitschland vap overheidsweg©
wordt gedaan- voor het behoud en de bevorde
ring va» het schoone, voor do aesthetischo
opvoeding) va» het publiek, ter beperking va»
de droeve leelijkkeid e» den wansmaak, die
thans ook op Walcheren „welkers gelijck
!m©n eens gants de weereld door niet sou
koinnen vinden" hoogtij vieren.
B. v. B. FOCK.
Middelburg.
hy eigener beweging een nauwkeurig onder
zoek dooi' het geheele land gelast. Zoodra de
uitkomsten van dit onderzoek ter kennis va»
den minister zullen zijn gekomen, zal hy in
overleg met den minister van waterstaat over
wegen, of nadere bijzondere voorschriften aan
de politieambtenaren en aan de ambtenaren
van liet openbaar ministerie behoor©» te wor
den gegeven, en of wijziging der Motor- e«i
Rijwielwet nopjizakelyk is.
Do plaatsing der veroordeelde souteneurs iu
de Rijkswerkinrichting te Hoorn, wa»v zy va»
d© overige veroordeelden worden afgezonderd
gehouden en aan regelmatigen intensieven ar
beid onderworpen, schijnt a»»va»kelyk doel
treffend 'te mogen worden geacht.
Bij do heliandeling va» het w.o. tot wijziging
n de Lotenjwet zaJ wellicht ook gelegenheid
worden geboden de gedragslijn tegen „Latisi
co", welke vennootschap een ongeoorioófdo
uitbreiding aa» haar bedrijf heeft gegeven en
deswege dan ook door de rechterlijke macht
tot in de hoogste instantie is veroordeeld,,
meer uitvoerig uiteen te zetten.
De assurantiemaatschappij betaald© uit
voor don toren f34.550, voor het uurwerk |en
de klokken f 13.950, alzoo te zamen f 48.500.
Crimineel© Roman
HANS VON WIESA.
(Vertaald met toestemming van den
Duitschen achryver.)
„Dus is het Waar, dat er iemand is dood
geschoten
„Wy hebben een doode vrouw gevonden, dat
is w»ar. Of een kogel haar dood veroorzaakt
heeft is nog niet uitgemaakt. Wy vermoeden
het; de dokter zal het pa-s met zekerheid
kunnen zeggen."
„Maar hoe hoeft zich dat alles dan toch
toegedragen? Waar hebben jullie dat artne
schepseltje gevonden, een jong meisje, niet
waar?"
„Ja, Mylius en ik hebben liapj gevonden,
toen wij een bok zochten, dien ik had aange
schoten en zwaar gewond."
„Dood?"
„Ja,"
„Hoe vreesclyk I Heeft zy zich zelf om het
leven gebracht?"
„Dat is hpast niet te denken, er werd geen
enkel Wapen in haar nabyheid gevonden."
„En weet niemand wie dat beklagenswaar
dig© jonge meisje is?"
Behringer aarzelde een oog en Mik. Zou hg
Ter verduidelijking van de spoedeischendo
maatregelen, hierboven bedoeld, wordt bier bij
gevoegd, dat de Boelgaarsche regeering in haar
dringende bede om hulp aan de ambulance
volledig onderhoud bad toegezegd voor het
geheele verblijf daar te lande. Nu echter in
dat land pest en cholera zijn gaan heerschesi,
acht haar leider dr E. W. Sikemeyer zich
met verantwoord van dat aanbod gebruik te
maken, Dit be toekent dat in enkele dagen
moeten worden aangeschaft levensmiddelen en
drinkwater voor haar geheele verblijf aldaar;
een keuken-inricntmg enz. enz.
TWEEDE KAMER.
M. v. A. van Justitie.
De memorie van antwoord van den minister
van justitie op het voorioopig verslag over
begspoting is verschenen. We laten er
hier enkele bijzonderheden uit volgen
De Minister deelt o.a. mede dat binnen
enkele dagen de S t»ten- Generaal zal bereiken
wetsontwerp op woonwagens en woon
schepen en dat de wetsontwerpen tot beteu
geling van landlooperij en bedelarij en tot
bestrijding va» haiituoelo drojnbenschap in
zooverre gereed zijn dat alleen een noodzake-
pyerteg taet- het D,ep. v. Binnenl. zaken nog
wordt vereischt om deze w. p. in het sta
dium. te brengen dat zy hot Departement zul
len kunnen verlaten.
Een Wetsontwerp tot hel brengen van eenigo
wijziging in het strafstelsel kgn eerlang, wel
licht nog tydens deze wetgevende periode,
worden ingediend. Voor een tempering va»
het vooral hier te lande zeer streng doorge
voerde stelsel van eenzame opsluiting schijnt
voldoende grond te bestaaneen gewijzigde
overneming van het z.g. „BorstaJ-system" is
hog in bewerking. Een wetsontwerp tot her
ziening van het slrafrechtelyk deel der Kin
derwetten is, voor zoover «lit het strqfvorde-
lijke en niet het minst belangrijke deel be
treft, gevo|egd bij de herziening van het
Wetboek va» Strafvordering, dat zijn vol
tooiing naderthet overige, matorieele deel,
dat met de strafvordelyke regeling samen
hangen moet, is dientengevolge nog in be
werking pverwogen wordt een uitzetting van
het (aanvankelijk voor dat wetsontwerp getrok
ken kader in de Richting van invoering van
het 'instituut van den z.g. kinderrechter, va»
bijzonder© gerechten, uitsluitend met de recht
spraak in kinderzaken heiast.
Toen de minister den indruk kreeg, dat
©enerzijds niet overal met de noodig© ge
strengheid tegen overtreders der voorschriften
van de Motor- en Rijwielwet en daarop steu
nende verordeningen werd opgetreden, en dat
anderzy'ds listige handgrepen sommige over
treders dier voojrschriften buiten het bereik
van den rechter schenen te houden, heeft
DE CHRISTELIJKE SOCIALE PARTIJ.
Nadat in het voorioopig programma eenigc
wijzigingen, van minder belang waren aan
gebracht wérd dit met groote meerderheid in
zijn geheel goed,gekeurd. In een besloten ver-
gademig werden de statuten goedgekeurd «n
daarna is de nieuwe party: De Christelijke
Sociale Partij, opgericht. Tot leden van het
hoofdbestuur werden naar de N R. C meldt,
voorioopig alle leden van het voorioopig cómité
gekozen, t. w. ds. C. W. Coolsma (Gronin
gen), dr. C. D. Cramer (Utrecht), dr. J. C
B. |Éijkman (Stittard), de heer A de Geus
(Gendriingen) ,dr A. Keuchenius (Sche-
veilingen), mej M. van Woensel Kooy (Hui
zen) en mr dr. A. R. van de Laar (Gen
dringen).
De „Standaard" wydt natuurlyk een drie
star aan de nieuwe partij. Hier volgt het slot
van die beschouwing
„Er Wordt door dezen Bond een nueuwe
maildienst naar Utopia geopend. De passagiers
loopen dan ook op den walkant te hoop. Doch
ie vraag waarom men nog niet afvaart,
komt 't teleurstellend antwoord. Het schip
genaamd: de Nederlandsch Hervorm-
a Kerk, zal als mailboot naar Utopia dieast
doen, maar dit scihip ligt voorshands nog
met gebroken machine in het dok."
haar nu de waarheid mededoelen, op een
oogenblik dat zij toch al zoo ontsteld was?
Deze minuut kon over zijn toekomst beslissen.
Hij had een zwaren strijd te strijden op dat
oogenblik.
„Waarom geef je geen antwoord, Hans
Joost?" drong zij aan, want zyn aarzeling be
gon haar op te vallen.
Hij herinnerde zich ,op dat oogenblik de
woorden van zijn vriend„Slechts do waar-
1 zal ons vrij maken 1" Zyn besluit was
„Ik ken het jonge meisje, dat zoo plotseling
„■Ty?"
Jutta maakte langzaam haar Armen los,
die (nog steeds om haar vriend waren heenge
slagen alsof zy bescherming bij hom zocht.
„Het is dezelfde die wij 's middags op de
Friedrichshöhe gezien hebben."
„O, ik wist het, ik wist zeker dat er zich
iets tusschen .ons indringt, «Man vreesolylc
©ngelukIk wist 'het zeker I" kermde het
jonge meisjes zachtjes.
En het was of er langzaam oen verandering
in haar plaats greep
Zy. richtte haar ineengedoken gestalte op,
(als door een stalen wilskracht bezield. De uit
drukking van haar gelaat, zoo even nog zoo
moedeloos mi angstig onrustig, werd ernstig
haar lippen drukte zij vast op elkaar.
„Verder 1 verder I" sprak zij een oogenblik
later met toonlooze stem. „Je moet mij alles
vertellen wat je Weet, ik wil alles weten,
hoor je? alles I Jo mag my niets verzwy
gen."
HET NEDERL. ROODE KRUIS EN DE
BALKAN-OORLOG
Als gevolg van een. telegrafische aanvraag
aan het hoofdcomité van liet Neder 1Roode
Kruis, van de ambulance in Saloniki, zul
len zoo spoedig mogelijk: nog vier verpleegsters
daarheen vertrekken, t w. de zusters E. V.
Bahle, H. van der Plaats, C. W. U. van Noo-
ten en A. Groenewold.
Blijkens een bij liet hoofdcomité van
Nederl. Roode Kruis ontvangen telegram van
Hr Ms. gezant te Athene zyn alle leden der
ambulance wel en verblijven, zij te Saloniki
in liet weeshuis Gohannou Pappaf
De kleine ambulance onder leiding vandr.
Lingbcek zal Vrijdagavond naar Konstantinopel
vertrekken.
Omtrent de Nederlandsehe ambulance voor
Boelgarije wordt het volgende medegedeeld
De Ned. ambulance van het Roode Kruis
staat gereed om met 14 mannen en vrouwen
naar het Boelgaarsche leger te vertrekken.
Daar komt plotseling het bericht, dat be
halve cholera, ook de pest haar intrede heeft
gedaan m bet reeds zoo zwaar geteisterde
land. Uitgebreide maatregel*» moeten in enkele
dagen tijd genomen worden om de kostbare
levens te beschermen van hen die hulp-zul
len gaan bieden.
De Boelgaarsche ambulance heeft nog min
stens f 10.000 noodig om Zaterdag te kunnen
vertrekken. De ambulance richt zich daartoe
met een bede om hulp tot de burgers, in de
verwachting dat het Nederlandsehe volk haar
steunen zal.
Giften in geld worden onmiddellijk inge
wacht iby het hoofdcomité van het Roode
ICruis in Den Haag met uitdrukkelijke vermel
ding: voor de Boelgaarsche ambulance.
Uitvoering van Handel's „Der
Messias" door de zangver-
eeniging „Tot Oefening
en Uitspanning".
Het komt my niet overb«>dig voor eens even
in herinnering te brengen onder welke om
standigheden „Der Messias" zijn eerste uit
voering beleefde en hoe het werk door de tijd-
genooten werd ontvangen
Zooals men weet, bracht Handel een groot
deel van zijn. leven m Engeland door, waarbij
ook hij, evenals zooveel andere grooteu ui hun
leven, naast veel bewondering en verecring
ook tegenstand vond. In «ie jaren 1740 en
1741 v«nrlangde lnj terug naar Duitschland en
Italië, maar zyn trots weerhield hem. Ierland
gaf hem uitkomst. Daartoe uitgenoodigjd door
dén «mderkoning van Ierland, den hertog van
Devonshire, vertrok hij naar Dublin, waar
meerdere van zijn kerkelijke composities reeds
bekend waren
In den tyd «iu van HSndel's verblijf in do
Iersche hoofdstad, «lat was van November 1741
Augustus 1742, had do eerste uitvoering
van „Der Messias" plaats Handel had aan
do Dubliner Muziekvereeniging verplichting en
betaalde den tol zijner dankbaarheid door «ie
geldelyke opbrengst van die uitvoering bijna
vijf duizend gulden I aan haar af te staan
Hij had voor dit concert E t w a s vou seiner
besten Mus ik beloofd, zooals hij schreef
het kwam zoo uit. Later bleek „der Mes-
s" zyn levenswerk te zijn. In hem gloei
den toch wel «le vonken van het genie! Dat
zyn fantasie sterk, zijn inspiratie groot was,
bewijst wel het feit, dat dit werk in den on-
geloofèlijk korten tyd van 22 dagen is ontstaan
Die eerste uitvoering dan had een groot
succes, dat ook bij latere uitvoeringen aan
hield, m«ai' by de Loudenscbe uitvoering van
1750 tot een triomf steeg.
Eerst veel later werd het werk in Duitsch
land bekend, n.l. door de uitvoeringen te Ham
burg on«ier Arme in 1772 en die te Leipzig
onder Johan Adam Hiller in 1784. Van. toen
af groeide de populariteit van Handel's ora
torium zoowel in Engeland als elders, en
thans staat het als een.colossus, onverwoest-
baar, naast een Matth aus-p a ssion en
jeen Missa solemnis.
In den tekst der Messias, die» hij met be
hulp van zijn vriend Jennens, geheel aan den
Bijbel ontleende, lieeft Handel een gansch
nieuwe gedachte verwezenlijkt, n.1, het ge
heel© leven van den Heiland muzikaal te
schilder on.
Wat nu de uitvoering van Dinsdagavond
betreft, onze zangvereeniging heeft onder de
waardige leiding van baren directeur Johan
Cleuver, ons het machtige werk doen hooren
op een wijze, die hoog© waardeering vcidient.
De koren waren behoudens het eerste na de
pauze, waarin eenige onrust viel op te mer
ken, voortreffelijk; vast en zeker in hel
attaqueeren, jaltijd beschaafd van klank, ter
wijl het klank-evenwicht der vier koorgroe-
pen meestal een teer punt hij zangvereeni-
gingen zuiver was.
Het is een weelde voor het oor naar zulk
koorgezang te mogen luisteren. Wqar dit op
zulk een buitengewone hoogte staaf moet
het opvallen, dat het orkest, hoe veel goeds
ook daarbij valt op te merken, niet altijd
aan de strengste eischen van klankschoonheid
voldoet. Er valt b. v. te wijzen op den hij
het forto somwijlen tot ruwheid ontaardenden
klank dor snaarinstrumenten. Maar wat het
volgzaam begeleiden betreft, verdient het lof
evenals het koper en de houtblazers voor
hetgeen deze vexichtten.
En de solisten..ze deden uiet voor elkaar
onder het kwam mij voor, dal de keuze zeer
gelukkig is geweest.
Mevrouw A. Kubbinga -Burg heeft een zeer
licht aansprekende lieldere sopraan van aan
genaam timbre Tot het beste wat deze zan
geres ons gaf, behoorde de door het orkest
mooi begeleide aria „Ich weisz dasz ineiu
Erliiser lebet", de bekende woorden, the men
terugvindt op het groote grafmonument van
den componist in de Westminster abdij te
Londen.
Mejuffrouw llarry va» der Harst hebben
we hier meermalen in liederen gehoord, maar
werk ais dit, nimmer, naar ik meen.
Zij heeft de hooge verwachtingen niet te
leur gesteld. Mot haar fraaie altstem gaf zij
treffende bewijzen van haar zangkunst Haar
aria „Er ward verschmAhot", een diep ge
voelde uiting van smart en rouw zal ik uiet
licht vergeten Voor zulke kunst is de stem
van mejuffrouw van der Horst aangewezen.
Goede tenoren zijn schaarsch. Een van
de goede, echte soort, hebben we Dinsdag
leeren kennen.
De heer Ernst Schilbach—Arnold bezit een
welluidende weeke tenoorstem, krachtig, ook
in de hooge registers. En zij trof door een
zeer natuurlijke voordracht, vrij van aver-
dxeven sentiment, maar toch in hooge mate
gevoelig, ik denk aan de Arioso ,,Schau hm
und sieh."
Ook de bas, de heer 11 Kubbinga maakte
eon gunstige» indruk, een stem, in de laagte
niet sterk ontwikkeld, zelfs wat zwak, maar
mooi van klank; in de coloratuur vooral heeft
deze zanger uitgemunthoe duidelyk klon
ken b.v. zyn triolen in do aria ,„Warum
entbrennen die Heiden
Wat ik va» het orkest nog noemen wil
is de liefelijke „Sinfonia pastorale". Deze
kleine instrumentale tusschen-„s»,tz'door
Handel imgelascht om de herders uit het
«laarop volgende recitatief in te leiden, is
een oude melodie, afkomstig van Calabrische
herders.
De heer Cleuver heeft terecht vete gedeelten
in het omvangrijke werk uitgeschakeld en
het groote „halleluja"-koor uit hot tweede
deel aan het slot van het laatste laten zingen,
daarmede het work besluitende op de meest
magistrale Wyze, «iie zich denken iaat Deze
geweldige hymne, een hoogverheven zang van
buitengewone kracht, maakte by de uitvoering
van 1743 te Londen zulk een indruk, dat
het geheele publiek, ook de Koning, by de
woorden „Daan Gott der Herr" van zyn
zetel oprees. En nog steeds is het in En
geland gewoonte om dit deel van het koor, hei
hoogste punt van het werk, staande »e
hooxen
Aan het slot bracht het talryke publiek
aan dirigent en solisten een hartelijk applaus.
Zoo hebben we genoten het machtige werk
van Handel, van wien Beethoven eens reide
Handel ist der unerreichte Meis
ter aller Meister. Geht hin und
lejnt mit wenigen Mittelen so
grosze Wirkungcn hervor bringen.
De ontwikkeling der kunst mag niet by
Handel blyven stilstaan. Maar we «henen hem
steeds to blyven gedenken als een der groot-
sten onder «ie grooten.
A. A. NOSKE.
„Je zult alles weten, Jutta, alles I Geen en
kele gedachte va» mijn hart zal verborgen
voor je blijven 1 En ik moot je alles zeggen
W»t je dau wilt doen, moet je eigen hart
je zeggen
„En mijn eergevoel, Hans-Joost", voegde het
jonge meisje er met klem by
„Ik zal je nooit tot het een of ander besluit
trachten over te halen, Jutta, Want dan zou ik
je niet waard wezen."
Na ieen kort stilzwijgen, hij moest even na
denken, deelde Behringer alles mede wat be
trekking had op de verhouding tusschen hem
en het meisje dat den talmen doods
slaap sliep. Hij verzweeg hoegenaamd niets.
En terwijl hij sprak voelde hij hoezeer zijn
vriend gelijk had gehad, toen hij hem dien
raad gaf. Het was of er een last werd
afgewenteld van zyn hart, hij voelde zich moe
diger en kalmer dan (0)oit te voren. Het was
pf hij bezield werd met nieuwe levenskracht
één ding alleen deed hem verdriet en stemde
hem weekhet gezicht van zijn meisje, dal
niet verbergen kon wat er omging in haar
hart en haar ziel in beroering bracht.
Behringer had uitgesproken en zweeg Het
was hem of hij haar uitspraak afwachtte.
„Je hebt me nooit iets van dat meisje ver
teld," zeide zy eindelijk.
„Waarom zou ik dat ook gedaan hebben?
Alles was al lang voorbij, zooals zoo menige
dwaasheid die men in zijn jeugd heeft begaan
waarom zou ik je rust en pos geluk
hebben verstoord?"
„Ik heb nooit iemand anders lief gehad."
„Noem je «ie opgetogenheid van eien .jon
- Het huis van Alma Tadema te Londen
komt den 5en December in veiling. Er
worden stemmen gehoord, dat de Bngelsohe
staat het zou moeten koopen.
Dr Hommel S Haemalvgen
Waarschuwing! Mon verlango uit- j
I drukkeljjk den naam Dr. Hommel. I
gen, onervaren man, liefde?"
„Maar zy had je lief."
„Met de grilligheid van een kunstenares
„Hoe weet je dat?"
„Wij zijn van elkaar gescheiden zondereenig
verwijt, met wederzïjdsch goedvinden, de
jeugddroom was ten einde. Zij was myn speel
makkertje, mijn vriendinnetjehetgeen je nu
liefde noemt was een genegenheid van kamc-
raadschappelijken, broederlijken aard O",
Jutta, wat liefde is weet ik pas sedert ik
jou bezit."
Het jong© meisje schudde weemoedig het
hoofd
„En Izy?"
„Naar haar brieven te oordcelen was het
alleen een opkomende gedachte, nieuwsgierig
heid, misschien redenen van..
„En zij werd gedood terwijl zy jou zocht",
viel Jutta hem in do rede. Zij streek zich
over het voorhoofd en zeide
„Maar laten wij nu niet meer van tiaar of
van (tnij spreken, Hans-Joost I Wy moeten
over jou praten. Er is dus geen twijfel aan,
'je bent onschuldig aan haar dood?"
„Niet in do ©ogen van den rechter, zoolang
de waarheid van hetgeen ik beweer niet
bevestigd is, dat mijn kogel een ander doelwit
getroffen heeft, namelijk den reebok."
„En, waaneer «lat bewijs niet geleverd
wórdt?"
„Ik weet niet wat de rechter van instruc
tie en d© officier van justitie besluiten zul
len Maar daarover maak ik mij niet ongerust.
Myn geweten ia rein, Ik heb alleen groot ver
driet ter willo r/w jo», ik beklaag; mijzelf,
Voor het examen vrije-^en ordeoefe-
nÏDgen gymnastiek zijn geslaagd te Venlo
omdat ik jo niet bewaren kan voor de booze
tongen der wereld o, «laartoe veroordeeld
te Zyn 1 Een machteloos getuige to moeten
wezen, van alles wat je te wachten staat,
Jutta, p, dat is verschrikkelijk."
Het meisje maakt© een afwerend gebaar
Toen Zweeg zy" wederBehringer werd
steeds rusteloozer en ellendiger. Hij greep de
hand va» zijn meisje:
„Jutta, toe zeg mij één ding, ben jo boos
op mij? Heb ik je liefde en je vertrouwen
verloren
Een oogenblik liet zy haar hand in Se
zijne rusten en met een droevigen blik zag
pij hem aan,
Toen trok zij langzaam haar hand terug.
„Alles binnen in mij doet mij pyn ik voel
alleen maar dal. jo eer wordt bedreigd, en dat
je die eer verdedigen moet, Hans Joost, dat
je er voor moet strijden En bij dien strijd
en zoolang die strijd duurt daar twyfel
ik geen oogenblik aan behoor ik aan je
zijde te staan. En dat zal ik doen, want
|ik geloof in je. Hans I"
„Jutta!"
Hij wilde zich voor haar op do knieën wer
pen Manx zij belette hét hem.
„Neem niet meer dan ik je aanbieden kan
b» kom nu mee, laten wy samen naar mijn
moeder gaan en naar je vriend, wij zullen zyn
raad noodig hebben, niet waar, hij is ook
overtuigd dat jo dat
Zij sprak den zin niet uit, het «ra» ©4
baar tong haar den dienst weigerde.
(Wordt vervolgd.)