MIDDELBERGSCHE(IfRAIT. Donderdag 21 November. H* 276. 15S* Jaargang. 1312. Deze courant vM«chij*t 4 a g e 1 ij k met uitzoadenng Tan Zou- an Feuitiugu*. Prij» per kwartaal, zoowel voor Middelburg alz voor alle plaatien in Nederland franco pp f2. Afzonderlijke iimmeri kosten 6 cent. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Procpeotussen daarvan zijn aan het bureau te bekomen. Advertentiën voor het eerstvolgende nummer moeten des middag, vóór één air aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën t 20 cent per regel. Bij abonnement veel lnger. Geboorte-, dood- alla andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50elke regel 20 cent. Beolamoi 40 cent per regel. Groots lettere naar de plaats, dio sij Tot do plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is gerechtigd het AlfieaneeM Advertentle-BBrrt KM A. BE LA aAR Ac.. N.Z. Toorbmr^oral 266, Amsterdam. Bp (leze courant behoort een bijvoegsel. Siiüüelbüio 20 November. Onze Mobilisatie. Het is helaas wèl een geschikte tijd om te worden herinnead aan het belang van leen goede legerotganisatie. Een van de lessen, door de gebeurtenissen 1» den Balkan gegpven, is dat de best georganiseerde wint, een les die trouwens al zoo veel oorlogen hebben geleerd. En dat óns leger niet goed georganiseerd is, en dat er vooral aan onze mobilisatie heel veel ontbreekt, daarover hebben we m de laatste jaren al zóóveel vernietigende oordeel vellingen gehoord van de deskundigen, dat men ook als leek, niet meer twijfelt aan hel ondeugdelijke van onze weermacht. We hebben nu eindelijk een militie wet ge kregen, die, naar we hopen, ons een leger zal .geven van bruikbaar materiaal, van be hoorlijk geoefende soldaten Om echter dat bruikbaar materiaal ook goed te kunnen aanwenden, mag er aan de organi satie, speciaal aan de mobilisatie niets hape ren, En als men weten wil hoeveel er nog aan. hapeït, dan leze men wat onze minister van Oorlog Colijn daarover opmerkt in een nota, betreffende „Wijziging en aanvulling, van het YUIste Hoofdstuk der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1912." Zooals men liemerkt, ziel die titel er heel onnoozel uit, maar de aard van het voorstel, dat daarachter verscholen ligt, is zeer ge wichtig, want er is een organisatie-wijziging mee gemoeid, ten doel hebbend een van de grootste gebreken van onze mobilisatie te ver helpen, hl- de verwarring die hoogstwaarschijn lijk het gevolg zal zijn van de splitsing der Thans bestaat in vredestijd ieder van onze twaalf regimen ten uit. vier bataljons, ieder weer vaji vier compagnieën. Zoodra nu de mobilisatie is bevolen, geeft elke compagnie een halve compagnie af, en deze 16 halve compagnies (per regiment worden twee aan twee samengevoegd tot acht compagnieën, waaruit twee bataljons wordien gevormd. Een dier beide bataljons is bestemd voor de bc- eettHig van de liniën en stellingen; het ander blijft bij het veldleger, zoodat een regiment te velde vjjf bataljons telt, tenzjj het al dadelijk bezetten van liniën en stellingen niet noodig wordt geacht, dan kunnen beide nieuw ge- vormde bataljons bjj het regiment bljjven. ft» men aan die methode van splitsen en wefeff bijeen voegen is gekomen, doet nu min der ter zake. De opmerking is voor de hand liggend, ook voor een leek, dat dat verwar ring moet geven. En minister Coljju toont In Öe bedoelde nota nog eens uitvoerig aan waaróm. krt het bjjzondei weidt hij daarbij uit over de enorme moeilijkheden die er het gevolg van zullen zijn, dat ieder der compagniescom mandanten van die nieuwe compagnieën ineens komt te staan voor 250 man die hij niet kent, ®e f**®* allen te gelijk op komen, van wie hij niet ■weet wie er bijzondere bekwaam- hebben, bijv. voor: patrouillekomman- dnnten, afstandschatters, seiners, ordonnansen, scherpschutters, koks, ambachtslieden van ver schillenden aard, en die hij dus niet zooveel mogeljjk regelmatig over de onderdeelen kan verspreiden. Hoe zal de sergeant, die plotseling ■gesteld wordt voor het probleem om de ad ministratie over die 250 personen te impro- viseeren, er onder zulke omstandigheden, voor staan? Het kader, dat uit verschillende onder deelen wordt samengebracht, mist het ge- voel van saamhoorigheid dat het beginsel is van góed-, samenwerking. En zoo zijn er tal van andere dingen, die noodig zijn voor je'en goed verband, en die onmogelijk zullen zijn m die saamgeraapfe het woord is van den minister bataljons en compagnieën. Nog ingewikkelder en tjjdroovender wordt he* werk wanneer de beide stamafdeelingen waaruit een nieuw bataljon -moet worden ge vormd, niet. iil eenzelfde garnizoen liggen, terwijl don de regimentsstaf wit --. een oerao garnizoen kan vertoeven. En bovendien is nog buiten beschouwing gelaten het gèVdl dat do organieke vredesstorkte aan officieren, onderofficieren en korporaals niet is bereikt, ni a. w dat er vacatures zijn, welk geval, naar de minister opmerkt, niet slechts mogelijk is, doch zich zelfs hoogstwaarschijnlijk zal voor doen. Al dio verwarring is louter een gevolg hier van dat er nieuwe onderdeden gevormd wor den op het daarvoor meest ongeschikte oogen- blik, en het 5isl ook in die richting dat de minister een oplossing zoekt welke wel afwijk) van het porspronkelijk in de zitting 1911/12 ingediende voorstel, maar volgens hem in die afwijking een verbetering We zullen ook nu weer de onderdeden laten rusten, omdat die m hun vollen lom vang slechts begrepen zullen worden door hen die in de geheimen van dien tak van dienst zijn in- gewijd. Maar de hoofdbeginselen waarvan de minister uitgaat, zijn waard nog eens speciaal in 't licht te worden geplaatst. De minister stelt voor dat bij de infanterie alle onderdeelen, die bij een eventueele bielmaking van hel leger te velde of voor den bezettingsdiens! zullen moeten worden ge bruikt, reeds in vredestijd bestaan- Zij zullen elk haar vaste kaders hebben, ter sterkte als ook thans voor oorlogsformatie noodzake lijk wordt geacht voor eiken staf en elke compagnie Het aantal bataljojis dat al dade lijk te velde wordt gebracht, zal echter, vergelijking tot den thans bestaanden toe stand van 60 op 72 worden gebracht, waarbjj bot in het voornemen ligt, om, aan vankelijk, een der bataljons van het actieve leger door een landweerbataljon te vervangen dit laatste zijn we genaderd tot een an dere kwestie, die echter in nauw verband met deze reorganisatie staat, nl. de wijze waarop ons leger, in zijn onderdeelen van mi litie en landweer, gebruikt zal worden. In hel Voorloopig Verslag werd melding ge maakt van de meen in g van e enige leden die onder iallo omstandigheden 24 legerbataljons zouden wensclim te bestemmen voor dienst in de liniën, stellingen en verdedigingswerken. Do minister kan zich daarmee niet vereeni- ai. Het zou een weinig oeconomiscli gebruik van onze levende strijdkrachten zijn, als drie vijfden van de infanterie aan verdedigingswer ken zou worden gekluisterd. De minister spreekt onomwonden als zijn meening uit, nog wel door Cursiefdruk daaraan sterker klank ge vend: „Zooveel als onvermijdelijk is maar ook geen man meer worde bestemd voor edigingswerken, en zooveel als slechts eenigszins mogelijk is voor het Hg wijst er op dat naar achjjnlijkheid, wij niet in onze liniën in de eerste plaats moeten optreden, maar daar buiten. Hoezeer voor de verdediging van ons land alles moet zjjn in orde gebracht om tot het uiterste toe ons te weer te stellen, zoo ligt, zegt hjj, het handhaven onzer neu traliteit en dat moeten wij in de eerste plaats aan de grenzen en niet in onze liniën veel meer voor de hand. Hoe sterker het veldleger is ,en hoe beter dit geschikt is om tegen een schenden onzer onzijdigheid ui d.i. aanvallend op te treden, hoe geringer de kans wordt dat onze neutraliteit zal worden geschonden. Het ideaal van dezen minister is in zeer korten tijd een veldleger van 72 bataljcms beschikbaar te stellen. Maar wknneer men tot dien toestand kan komen, zal afhangen van den voortgang, die met de encadreering van de landweer kan worden gemaakt. Want de minister betoogt, dat de forten- Verdediging in hoofdzaak aan de landweer kan worden opgedragen. Indien de militie sped geoefend is, zullen de soldaten, die later bij de landweer zijn ingedeeld, zeer goed op de forten dienst kunnen verrichten, vooral wanneer bij de landweeroefeningen rekening wordt gebonden met de bestemming van de troep. Van het kader, in het bijzonder do Dlfficieron t'wordt meer geëischt, „maar dat kan en dat moet hen geleerd worden," schrijft dé jminister forsch Natuurlijk zijn er personen die er heel an diers pver denken dan do minister. Zoo er gons dan is we- geoiea, cut de meeiungen der deskundigen meer ver- Warring brengen dan helderheid. In het voor loopig verslag, in Juli uitgebracht, werden ook vele op en aanmerkingen gemaakt Ver scheidene (daarvan zullen wel afdoende be antwoord zijn door de nota van den minister, maar toch kan men nog veel kritiek ver wachten. Nu is bet misscliien heel dom, maar we moeten bekennen dat die eeuwige kritiek op ieder voorstel dat van een minister van oorlog komt, ons in een stemming van ergernis en verveling heeftgebracht. Aan geen departement hebben we zooveel ministers ver sleien als aan „Oorlog". Sedert 1848 hadden we er 36 in een 24-tal ministeries. Het is al erg genoeg dat de leiding van onze weer- baarheidsorganisaiie niet gehouden kan worden huilen de partij jiolitiek, zelfs niet buiten de christelijke antithese. Het behoeft niet nog erger te worden gemaakt door de oneenig- heid van deskundigen, die juist door de on- eenigheid ten slotte geen van allen liet ver trouwen hebben van het leekenpubliek. We zouden daarom erop willen aandringen om aan den man, die door zijn ministers- ambt de aangewezen persoon is voor de leger- organisatie, nu ook de gele,geilheid te geven iets te doen We geven toe dat die leeken- wensch voor geen gering! deel voortkomt uit het gevoel (lat we in minister Colijn iemand Lebben, die m. zijn Indische loopbaan ge toond heeft een organisator van talent te zijn. Eu bovendien bleek hij op den ministerpost een persoon van energie, ©en eigenschap die in dat departement broodnoodig is. Maar er is nog iets, voor dit speciale geval: Wat fajj nu. voorstelt, is eigenlijk te veel een kwestie van uitvoering, dan dat een ge mengd lichaam als de Kamer er een beslis sing over zou mogen hebben, tot in de on derdeelen toe. De financieele kwestie maakt dat echter noodzakelijk. Maar laat men nu toch ook daar in aanmerking nemen, dat een kwes tie van uitvoering beter is toevertrouwd aan één persoon, dan aan een lichaam van hon derd praatvaêrs. Anders loopt men gov aai', dat men weer veel kritiek, maar geen resultaat krijgt. En het. wordt, nu toch werkelijk tijd dat de door als wensclieljjk erkende verbetering komt. Ten slotte nog eenige meedeelingen betref- nde ons gewest. Volgens een bij de no,ta gevpegd ontwerp- ixnizoiensverdeeling, zal, wat infanterie be treft, op Walcheren worden gevestigd: een regimentsstaf, twee Januari-bataljons, 1 Octo ber bataljon, 1 depot-compa^iie. Maai- de mi nister voegt er in een aanteekening aan toe, dat omtrent de juiste verdeeling van het regi ment voor Walcheren nog geen definitieve eedeeling kan worden gedaan. Voorts ontleenem we aan de nota dat de wer ken aan de Wiestorschelde bij Neuzen en Elle- woutsdijk bezet zullen worden door afdeelingen van (het voor de kuststollingea bestemd 4de regiment vesting artillerie, en dat, na eventu eele aanneming van het wetsontwerp betreffen de jde kust-defensie het fort te Vlissingen' zal worden bezet door een afdeehng van het korps pantserfort-artillerie. Kameroverzicht. Zitting van Dinsdag. Het was inderdaad of de Kamer op; recès was geweestze bood een zoo geheel ander aspect dan we van haar in de laatste we ken kennen. Niet, dat de Indische begróoting zich nu in zoo buitengewone daadwerkelijke belangstelling van de zjjde der Kamer mag \eugen voorzooverre hare leden zich niet r direct bij de discussiën betrokken re kenen. Maar de tribunes, publieke zoowel als gereserveerde, die in de laatste dagen van het Invaliditeitsdebat heel bedenkelijke gapin gen vertoonden, waren nu propvol met Indi sche oud-gasten, en vanuit de loges keek heel het koloniaal departement op de volks vertegenwoordigers neer, in werkelijhen en innerlijk waarschijnlijk ook in figuurlijken zin eigenlijk toch slechts tonnende wat in de achtereenvolgende weken alle departementen zullen toonen, dat zonder hunne aanwezig heid dn hun heiligdom..de v- ^ok: draait en bi"'4 f:.,aien. Achter J ..usierstafel nu niet meer Mi nister Talma, wien de begrijpelijke matheid PP het laJitst van het karakteristieke ge laat te lezen viel. Niet meer de Minister, die bij interessante gedeelten der debatten slechts imet zichtbare inspanning het inter- rumpeeren nalaatdie nonchalant soms meer in zijn stoel hangt dan zit. Nu de veel meer stijve maar uiterlijk ook veel meer ministc- riëele beer de Waal Malefijt, toonbeeld van een zeldzaam begunstigde politieke carrière, toonbeeld van den kleinen, doch eerlijken en conscientieusen werker. Recht op, zit hij er, als bij luistert de handen op de leuningen van dien groenen stoel, waarvoor hij, in de pe riode van acht jaren terug, slechts met eerbied voprolvergebogeii stond. En als bij niet luistert, en wat peutert en keurig netjes cjjfert in stukken, die voor hem lig gen, dan i s hij tocli met een half oor bij wat gezegd wordt, gereed zjjn pen neer te leggen en even te wachten, om daarna kalm weer door te gaan. Een zeldzaam onbewogen man, deze be stuurder van het Colonial Office Slechts vier sprekers kwamen heden nog slechts aan het woord drie van links, een van rechts, en deze laatste alleen zeer in het begin van zijne rede. De heer De Kan ter, zich geheel schik kende naai' den wensch des voorzitters om het onderwijsvraagstuk bij de algemeene be- scliou win gen te bespreken, en daarop dan bij de betreffende al'deeling niet meer terug te komen gaf een korte inleiding van financiee- len aard, waarin bij het verkeerd noemde, dat Üe regeering vele buitengewone uitgaven be strijdt uit de gewone ontvangsten, en daar door niet voldoende middelen overhoudt voor de buitenbezittingen, voor justitie en onder wijs. Ten opzichte van dit laatste achtte hij Let zeer verkeerd, dat in Java en Madoeva te weinig, in de buitenbezittingen bijna geheel geen openbare scholen zijn, en dat de re geering hier aan de scholen der zending het terrein laat. Dat is niet in den geest der inlandsche bevolking, die zich met het minder goede vergenoegt, omdat ze het betere niet kan krijgen. Men behoeft geen oogen- bhk aan de oprechtheid des Ministers te twij felen, maai- men moet er met nadruk tegen waarschuwen den schoolstrijd naar Indië over te brengendat ware onverantwoordelijk De Leer De Me es tor gaf cene beschou wing van breeden opzet, behandelend geheel het terrein der actucele vraagstukken Met den heer De Meester spreekt de oud-yice-voorzitter van idón Raad van Indië,hoogste ambtelijke autoriteit (onmiddellijk na den G. G bekro ning Van de beste Indische carrières. Men moet hel weten, want in de rede zelve wordt' liet niet vooropgesteld; hal© discretie is groo- ter dan. die van menig Indië-kenner of gerepa trieerd ambtelijk inlichter van heel wat ge ringer rang en..ervaring. De goede financieele toestand werd toegejuicht en mocht aanleiding tot de verwachting, dat ook nu het g saldo der begrooting gemakkelijk zou zijn te dekken; dit mocht echter niet weer houden tot een woord van dringende en ern stige waarschuwing togen eene verhooging nu weer met f 118.000 van de ambtenaarssalaris sen, een bewijs vooral van de steeds machti ger wordende bureaucratie in Indië! Boven dien mogen saldo's uit producten en uit mo nopolies niet als gewone ontvangsten worden beschouwd; men zij daarmede liever te voor zichtig dan onvoorzichtig I Een gelukkig toeken was het hier en ook in moreel opzicht, dat de Minister in, de opiumpolitiek de financieele kwestie geheel losmaakt van het overige. Een gelukkig toeken eveneens, dat de regeering aanstuurt op de vermindering van zoutprijs en j der verkoopplaatsen. Een ge lukkig toeken ten slotte 't meest, dat er be gint te komen een gevoel van zelfbestuur als correctief tegen centralisatie; als inleiding tot de nogmaals warm bepleite decentralisatie. Zeer breedvoerig heeft de heer De Mééster over de Chineesche politiek in Indië over het onderwijs In de Chineesche op stootjes van dit jaar wilde hij geen voorbarig oordeel vellen, ook niet te veel in details tre den, (maar zijn hoofdindruk was toch dat niet met den noodigen tact was gehandeld, dat eene andere bejegening der Chinee zen in het voor de toekomst aanbeveling zou verheven tegen het misbruik, dat z. i. deze christelijke regeering maakt van de behoefte aan onderwijs der inlandsche bevolking door ze te dwingen naar de christelijke school. Dr. Kuyper noemde den inlander niet kieskeurig; j deze regeering volgt dien inlander dan zeker in hare waarlijk niet kiesche middelen I Uitvoerig en zeer critiscli was ook de Leer Vlieger, de plaatsvervanger van den heer Van Kol voor de koloniale aangelegenheden, hoewel hij de autoriteit van eigen aanschou wing en ervaring mist. Ilij heeft het sociaal democratisch standpunt van de koloniale poli tiek uiteengezet, de economische zelfstandig heid verdedigd tegenover het thans gevolgde stelsel van uilbuibng. Hij heeft speciaal ge noemd de (opium-belasting, welk Lij niet Van de financieele vraagstukken los te maken acht; en vooral in breede trekken de funest gcoor decides phoolpolitiek dezer regeering bestre den, een lans gebroken voor neutraal onder wijs, waar de kinderen geen anderen gods dienst leeren dan die hunner ouders Gepleit voor meer gelegenheid om als ambtenaar op te treden van den inlander voor versterking der middelen door meer staatsexploitatie en het zwaarder belasten der winsten van Europ peesche ondernemingen, voor liet steunen der Indo-beweging, die nuttig te maken is voor de ontwikkeling dei- Indische maatschappij Laat m den middag kwam de heer Sclieu- rer vertellen, dat hij oen zekere vaste lijn in het beleid van regeering in Indië zoowel als moederland had ontdektdat het wel lang haam, anaax toch ook voorzichtig ging; dat men wel eens een enkele maal van ie lijn afweek, maar spoedig weer in het goede spoor terugkwam Links had men veel plezier in deze vriendelijke en gemoedelijke woorden van den hoven alles gemoedebjken heer Schen- rer, men zal dat allicht ook morgen heb ben als deze beschouwingen worden voort gezet. Maar de Minister werkte rustig, keek niet op en keek niet boos, lachte zelfs nietl v. d. ftf n in de regeling van liet onderwijs zeer ivaardeerende de verschillende voorgesteld© maatregelen, de vermeerder ing der dessah- scholen, het beurzenstelsel voor bezoek aan Nederlandse!» boogescholen, de oprichting t© Soerabaja van een scliool voor inlandsche ari sen kwam hij toch met kracht op tegen het geen de algemeene lijn van het tegenwoor dig bewind mocht heeten: de omzet'- o oer openbare in bijzondere cliris'"' scholen van de zending, d'e .oiceexing uit is en moet vjicu'- '—eiijk heeft de heer De Meester _,ofl dat streven gewaarschuwd, het getoond in het licht der feitelijke toestanden, der oor - deelen van een man als Snouck Hurgronje, der Ihedendaagscho uitspraken van geheel de Indische peers. En met nadruk heeft hjj zich Uit Stad en Provincie. Uit Middelburg. Men zond ons het eerste nummer van de ,Mededeelingen van het bestuur der openbare en bibliotheek te Middelburg' waarin nog eens herinnerd wordt aan de ope ning alleen voor leden toegankelijk op Zaterdagmiddag a s, om 3 uur. De leeszaal zal reeds dienzelfden avond van 710 uur voor het publiek toegankelijk zijn ai is verder geopend dagelijks van 10 uur v.m. lot 10 uur n.m. behoudens op Zon-, feest- en Maandagen, waarop de zaal eerst om 2 uur nm. geopend wordt. De zalen blij ven echter voorloopig ook des avonds lus- schen half zes en half zeven gesloten. Het bestuur herinnert er bovendien aan, dat men voor het lidmaatschap zich melden moet in de lokalen der vereenigmg aan de Mol straat F 89. Ieder bepaalt zelf het bedrag zijner coo tributie, waarbij 111611 wel moet bedenken, dat alleen hij ruime inkomsten de leeszaal kan blijven voortgaan met altijd het beste op het gebied van letterkunde, wetenschap «n kunst Een aardige étalage valt te bewonderen. b|j Gebrs. Hildernisse alhier. Het is een goed geslaagde reclame voor het welbekende tijd schrift „Morks Magazjju." Men. ziet een jonge dame in een gemakkelijk stoeltje verdiept in de verhalen van dat blad Verder zijn uitgesteld cliché's, de oorspron kei ijk© teekeningen en meerder© onderdéélén, noodig voor het in elkaar zetten van Morks Uit Walcheren. Door Burg. en Weth. van Grgpskerfce is tot ambtenaar ter secretarie dier gemeen te benoemd de heer B. F. von Bruclen Foclc te Middelburg. (De Z.) Uit Zuid-Be vel and. Naar aanleiding van het bericht omtrent het in beslag nemen te Goes van prent briefkaarten, met voorstellingen in strijd met de „Zedelijkheidswet", kan uwe bow ..e be richtgever het volgende tnw1 leelen Een agent komt ,i winkel binnen van S. iom i© koopen en ziet tevens op de -onbaiik een collectie prentbriefkaarten lig gen, waaronder twee stuks met vrouwenfigu ren, naar het naakt model De politieman eischt nu deze kaarten op, begeeft zich hiermede naar het. politiebureau, waarna proces-verbaal opgemaakt is wegenB bet in voorraad hebben van prentbriefkaarten verboden volgens de huidige zedeljjkheidswet Ddt zij hier nog gemeld, dat deze kaarten niet uitgestald waren voor heit winkelraam.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1912 | | pagina 1