bijvoegsel FEUILLETON. HET DERDE SCHOT. igt «me> i de 85 k. Deo 1 TM g Brieven Prio»o- 8 8.- M8t OP 2.1* 2.1* 2. IS See* dioag Dinsdag 19 Nor. 1912, no. 274. Middelburg 18 November. HET GEMEENSCHAPPELIJK PROGRAM, Ter blijvende berinnering en Ier wille van het griO|Ote belang van de Zaterdag dfor de drie vrijzinnige partijen genomen beslis singen, laten w© hier nog eens volgen het po sitieve gedeelte uit het concentratie-manifest, den grondslag waarop de samenwerking van de drie vrijzinnige partijen zal berusten Algemeen kiesrecht voor mannen moet worden ingevoerd, zonder dat aan die her vorming als voorwaarde wordt verbonden bet nemen van maatregelen tot verzwak king van den volksinvloed, dien men door het algemeen kiesrecht tot volle ontwik keling wil brengen. De gelegenheid moet worden geopend, aan de vrouw het kiesrecht te verleenen, zonder dat daarbij eischen van maatschap- peljjken welstand mogen worden gesteld. De beletselen tegen de verkiesbaarheid der vrouw moeten worden weggenomen. Evenredige vertegenwoordiging moet wor den De verhouding tusschen Kroon en Volk, zooals, die in onze Grondwet is geregeld, moet worden bestendigd. Onverzwakt moet ook als waarborg voor de deugdelijkheid van het geheele volks onderwijs de openbare school worden ge handhaafd, waar ieders godsdienstige gevoe lens worden geëerbiedigd. Herziening van. het schoolwezen en verbetering van de opleiding en de positie der onderwijzers, ten einde het volksonderwijs op hooger peil te brengen, is dringende eisch. Verandering! in onze vrijhandelspolitiek moet In de behoeften ontstaan door ouderdom moet voorzien worden doctr uitkeexingen uit de staatska^, onverschillig of de behoefti- gen al dan niet tot de loonarbeiders be- hoeren- Verzekering van uitkeexingen boven het minimum, dat aa° behoeftigen wordt ver strekt, dient van staatswege bevorderd en geldelijk gesteund te worden. Noodzakelijk is een .algemeen© voorziening op het gebied van de geneeskundige en gelde lijke hulp hij ziekte en invaliditeit van on- en minvermogenden. Hiervoor zal een wettelijke regeling van de ziekenfondsen en ziekenkassen en vap den daarbij van staatswege te verlee nen steun het uitgangspunt moeten zijn. Tot het verkrijgen van de voor sociajei hervormingen benopdigde middelen zal, voor zoover die niet gevonden worden uit bijdra gen van belanghebbenden en uit bestaande in komsten van den Staaf, niet mogen worden teruggedeinsd voor verhooging van directo heffingen. Binnenland. hart op zijn vraag waarom niet de woorden ge kozen waren, die in de V. D. kringen gebrui kelijk zijn, dat het program gemeenschappe lijk was vastgesteld. Maar wie, zoo vervolgde de heer Drucker dit program aanneemt, zal moeten zyn voor algemeen, kiesrecht, onaf hankelijk of men zijn wenschen bereikt ten aanzien van de correctieven- En voor het amondemontenrecht van de Eerste Kamer ge voelen zeer weinig Unie-liberalen Als partij hebben de vnje liberalen dien eisch ook piet. Maar men heeft aan de voorstanders van dat recht in die partij mei den dwang kunnen op leggen om hun overlui,gjng prijs te geven. Zij behouden dus het jecht, daarvóór te zijn. Maar een voorwaarde mag geen hunner daar van maken. Inderdaad heeft hier een con cessie plaats gehad. Wij zullen wellicht iemand op grond van dit program moeten steunen, die voorstander is van een amendementenrecht voor de Eerste kamer Maar spr. gelooft niet dat daarvan iets zal komend© Grondwetscom missie was ertegen. En het recht van regrès, dat zij voorstelt, zal op zooveel moeilijkhe den stuiten, dat ook daarvan niets zal komen. Wordt echter het program aangenomen, dan zal niemand, die dat onderschrijft, zijn stem voor hot algemeen kiesrecht meer mogen af hankelijk maken van het amendementrecht voor de Eerste kamer. (Applaus,) De voorzitter verklaarde zich, ook namens het hoofdbestuur, volkomen homogeen met dit antwoord van den heer Drucker Op de vragen van prof. Kohnstamm ant woordde bij: lo'. dat men zich geheel schaart aan de zijde van hen, die in de Kamer- heb ben verklaard, dat wij niet in de wet-Talma zullen mogen berusten of op haar grondslagen voortbouwen; 2o. dat omtrent het punt sub 2o. bedoeld in de commissie van samenwerking, geen besluit is genomen Maar naar de mee ning van het hoofdbestuur is het hoogst ge- wenscht staatspensinnneering van behoeftigen ten spoedigste ter hand te nemen, dus een overgangsmaatregel te treffen, in afwachting van de Grondswetherziening3o. dat de voor ziening zal moeten worden getroffen voor alle behoeftigen tegelijk; 4o. dat de algemeenevoor ziening in ziekte en invaliditeit zal moeten geschieden door verplichte verzekering; 5o. dat het program voor alle candidaten bindend zal zijn Prof. Kohnstamm zeide dat na dit antwoord de afdeelmg Amsterdam met nog meer vuur dan thans voor de concentratie zal ijveren, (Applaus.) De voorzitter kon op de vraag van den heer Goedhart omtrent den Bond voor Staats- neering moeilijk antwoorden, doch vroeg, of een ander, die daartoe meer recht heeft, kon antwoorden. Nadat de heer Goedhart nogmaals zijn. vraag had geformuleerd, verklaarde de heer Frans Netscher, dat hij de vraag moeilijk kon beant woorden, omdat hij geen lid meer is van het bestuur van den Bond voor Staalspensionnee- ring. De reden, waarom hij zjjn bestuurslid maatschap heeft neergelegd, vond juist, zijn grond in het concentratieprogram Spr. heeft erop gewezen, dat die Bond een verkeerd standpunt gaat innemen door zijn besluit om aan de verkiezingen te gaan deel- Daardoor kwamen leden van politieke partijen, die aan partijdiscipline gehoorzamen, in moeilijkheden. (Applaus.) Als lid van het bestuur van dien Bond kon spr. bij de Juni- verkiezingen geen tegenstanders gaan aanbe velen. (Applaus.) Spr. heeft daarom ontslag genomen. Maar zijn liefde voor het staats pensioen blijft onverzwakt, zijn standpunt on veranderd. (Luid applaus.) De beer Goedhart dankte de sprekers, om dat men nu weet, wat men aan elkander heeft Spr. huldigt als lid van den Bond voor staalspensionneering hetzelfde standpunt. Onder luid applaus dankte do voorzitter den heer Netscher voor da openhartige wijze, waarop hij zijn standpunt had uiteengezet. ten, waarmee hij zich niet kan vereenigen le algemeen kiesrecht, omdat daarbij waar- boxgen ontbreken, dat niet één klasse over- heerschend wordt. Spreker kan 01 zich alleen mee vereenigen in den vorm van meervoudig stemrecht, dat zich z i bijzonder voor ons land eigent o ka» spr. zich niet vereenigen met vrou wenkiesrecht vooral om redenen gelegen op maatschappelijk gebied 3o is spreker het niet eens met den eisch van ouderdoms- en staatspensioen waardoor den armen een recht wordt gegeven dat noodlottig, zal werken op de ontwikkeling van de eigen energie, bovendien is dit in lijnrechten strijd met do beginselen van den Bond. Op al deze gronden verklaarde de heer Van Kamebeek het concentratieprogram voor heni onaannemelijk. Hij zal zich dan ook bij de aanstaande ver kiezingen niet meer verkiesbaar stellen. Bij de verder© besprekingen verklaarde mr. ter Spill van d© bestuurstafel, eerbied te be zitten voor den heer Van Kamebeek, den emmenten staatsman, dien hrj hulde bracht voor zijn politiek leven en van wien hij het betreurde, dat hij zich niet meer verkiesbaar kon stellen. Voorts verdedigde de heer ter Spill het program op d© punten, welke door den heer Van Kamebeek bestreden waren. Nog verklaarden zich verscheidene sprekers voor het program. Onder applaus werd ook hier het concentra tie-program aangenomen. J. \V. de Bruijn, J- C. Fiegen, A. Haapstra, A van Leusen, mevrouw M- A. Sikemeier— Koorders. verpleegsters. Vermoedelijk zal de ambulance Zaterdag a s. vertrekken DE VRUZINNIG DEMOCRATISCHE BOND. Zaterdag konden wij onder laatste berichten nog melding maken van d© vragen «oor d© hee ren Goedhart en Kohnstamm op de vergadering van den bond naar aanleiding van het concen tratieprogram gedaan. Betreffende de ant- woorden ontleenen wij het volgende aan de „N. R. Crt." De heer Drucker antwoordde den. heer Goed BOND VAN VRUE LIBERALEN. We herhalen hier het slot van het verslag der vergadering van Vrije Liberalen, welk slot w© slechts in een deel van onze vorige op lagen konden opnemen: Na de openingsrede en de behandeling van het jaarverslag ontwikkelde de heer VanKar- nebeek (Utrecht) bezwaren tegen het concen tratie-program op een drietal cardinale pun Crimineele Roman 13. van HANS VON WIESA. (Vertaald met toestemming van den Duitschen schrijver.) De jonge man liep naar den kapstok om c mantel dien. hij aan gehad had, weder op hangen. „Neem, hem maar mee, Müller", klonk net goedhartig uit den mond van den leermees ter. „Dank je wel houtvester". „Hoe ben je in den tuin gekomen?" vroeg deze, toen zijn leerling zich verwijderen wilde. „Door de kleine tuindeur, achter in den hooge kruinen der denneboomeu, hij' ruischta door het bladerdak hoven zijn hoofd en deed de herfstbladeren dwarrelen door de lucht. De boomstammen en takken kraakten. Steeds sneller spoedde do jonge man zich voort. Steeds zag hrj het bleeke gezicht der dooda voor zijn oogen en de storm klonk in zjjn ooren als een klaagzang. VIJFDE HOOFDSTUK, Do tijding van de tragische (gebeurtenis in het bosch was reeds tot het slot dooTgedron.- geai Toen het rijtuigje voor den ingang stil hield, stonden reeds twee bedienden gereed om de heeren bij het uitstappen behulpzaam te zijn- Toen zij de jachtgeweren uit het rijtuig het men, pm zo naar de dienstboden kamer te brengen, waar zij werden schoongemaakt, fluis terde Mylius Behringer toe. y „Laat de buksen op onze kamer brengen. Behringer zag zijn vriend verbaasd aan. „Waarom?" muur. „Ik zal je even uitlaten en do poort slui ten, dan weet ik zeker dat 4e honden er niet uit kunnen." Met een zucht van pijn stond hij op, leunde met de eene hand op zijn stok en met de an dere op den krachtigen schouder van den jongen en liep met hem naar het kleine zg- Pflotrtje. De knecht liep ijlings weg en de houtvester sloot daarop de poort zorgvuldig achter hem toe. De jonge man spoedde zich voort door het bosch. Achter hein suisde de wind door dp „Het is noodzakelijk, Behringer. „0, ja, ik begrijp hot. Zal je d© buksen naar 'onze kamers brengen, Frixlerik I'1 De knecht keek even verbaasd op. „Jawel, luitenant", zeide hij echter en hij liep dadelijk in de richting van de logeer kamers, di© zich benoden bovonden, aan den kant van den tuin. De heeren volgden hem. Frederik bracht de geweren binnen en ver wijderde zich. Mylius ging dezelfde kamer in ajs zjjn vriend. „Behringer, ik moet jouw buks in bewa ring nemen. God alleen kan weten hoe veel OMMEN. Te Ommen zijn Zaterdag officieel can- didaat gesteld de hoeren mr H. van der Vegte (a- r. )en mr. C. J. A. Bickon van IJsehnonde (cbx. bist.) Do heer Bichon van lJselmonde is tegenstan der van de coalitie en voorstander van den vrijhandel. Uit de Pers. HET NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS EN DE BALKAN-OORLOG. Bij het hoofdcomité van het Nederlandsche Roode Kruis zijn naar aanleiding van schrifte lijke esn. telegrafische gedachteawisseling met Ilarer Majesteits gezant te Konstantinopel ern stig© bezwaren gerezen, togen het vertrek naar Konstaatuiopcl van de geheele ambulance, dat op morgen, Dinsdag, was vastgesteld. Het laat ste telegram van Hr. Ms. gezant heeft het da- gpljjkscli bestuur uit het hoofdcomité voor noemd, doen besluiten, voorloopig slechts een klpine ambulance uit te zenden, bestaande uit de doctoren Lingbeek en Van der Steen van Ommeren, mevrouw Lingbeek en mej. Kuyper, en voorzien van al de bijeengebrachte hulpmiddelen, om uit te maken, hoe de ge schonken gelden en bijeengebrachte goederen het best kunnen worden, aangewend, welke deputatie ook ter plaatse zal hebben te be- oordeelem, in hoeverre nazending van het ove rige personeel (dat zich bijna unaniem be schikbaar stelde ook voor d© choleraverple- ging) ge wenscht is. De behoefte aan chirurgische hulp blijft De kerkelijke subsidies. Mr. W. II. de Beaufort schreef in „De Fakkel" een artikel naar aanleiding van do brochure van dr P. J. Kromsigt. „Geen coalitie zonder vast accoord in zake kerk i school." Hij bepaalt zich daarbij tot een beschouwing over de door de grondwjetscoMmissie voor gestelde wijziging van art. 171, en zegt dat hij in hoofdzaak mede gaat met dr. Kromsigt wat de slotsom betreft. Het in deze -wijziging neder gelegde stelsel van normaliseeren, dat hij zeer scherp veroordeelt, acht ik ook verkeerd Ten gevolge van geschiedkundige toestanden, die lang bestaan hebben, is het stelsel van ar1- 171 in onze Grondwet, ge komen met onze hedendaagsche begrippen omtrent den werkkring van den staat in strijd maar daarom behoeft het niet da delijk te worden over boord geworpener is allo reden om het in stand te houden tot tijd en wijle wanneer het mogelijk zal blijken den band, die den staat met de Kerkgenoot schappen vereenigt, geheel los to maken. Het moet echter blijven zooals het is, ajs een eerbiedwaardig geschiedkundig gedenkstuk, waaraan alleen de noodzakelijkste herstellin gen mogen worden uitgevoerd. Wanneer dr. Kromsigt zegt, dat Christen staatslieden niet ongevoelig moeten voor den geestelijken socialen nood onzer groote steden, dan ben ik dit met hem eens Indien zij evenwel, in den geest van zijn geschrift, op blz. 29, de financieele positie der kerkgenootschappen zouden willen ver sterken, ten einde dezen in de gelegenheid te stellen om in dien nood te voorzien, dan zouden Zij vooraf ia ©en beoordeeling moe ien van de wijze, waarop de verschil lende kerkgenootschappen dit deel hunner roeping vervullen, en zij zouden hel bedrag van. de staatstoelage moeten afmeten naar de vruchten, die zij van dien arbeid ver wachtten Zij zouden ook voorwaarden moe ten verbinden aan de toekenning van staats gelden, ten einde de zekerheid te hebben dat deze voor het beoogde doel werden ge bruikt. Een staatsvoogdij over de kerken, die dr. Kromsigt zeker niet kan wenschen, zou de het onvermijdelijk gevolg van dezen financieelen steun zijn Wat dr. Kromsigt zich voorstelt past eigenlijk alleen in den toestand, dat er slechts één kerk bestaat, waartoe de gansche bevolking, behoudens enkele uitzonderingen, behoort, hetgeen steeds minder het géval wordt. Wal men de financieele tegemoetkoming aan do kerkgenootschappen gaan uitbreiden, met wegens hunnen arbeid op maatschappelijk ge bied, maar alleen omdat zij de godsdienstige behoeften van velen bevredigen, en er op wij zen. dat vele andere belangen door den staat geldelijk worden gesteund ofschoon zijn bur gers over hunne waarde niet eenstemmig den- ken, ja er (onder hen zelfs zijn die deze waard© Sroot. Hot hospitaal, hal aanvankelijk hestemdtkenneil stail prac|iscbfi be. tunc vnnp /iwi nrnoirt vun Ha .immil-nnoa k zwaien van soortgelijken aard als de tuerbo- was voor den arbeid van de ambulance, Ss j nader onbruikbaar gebleken. De uitrusting en inrichting van. een willekeurig vracht- of per- sonenscliip tot hospitaalsclup brengt groote be zwaren (mee, waarvoor de hulpmiddelen van het Roode Kruis ontoereikend zijn, en de uit zending kost bovendien te veel tijd. Aangezien de bijeengebrachte gelden enz., voor een deel bepaaldelijk voor Turkije zijn geschonken, blijft, dus voor het Roode Kruis voorloopig niets anders to doen over dan Ide verschillende materieels hulpmiddelen reeds nu te d°cn aanwenden in overleg met Hr. Ms. Het Nederlandsche Roode Kruis heeft voorts besloten een ambulance uit te zenden naar Boelgarije. Deze ambulance is samengesteld als volgtdr E, W. Sikemeier, heelkundige, hoofd der ambulanceA. Welcker, heelkun dige F. II. Meihuizen, heelkundig^dr. P. A. Voerman, internist.G. J. W. Koolemans Bijnen, mcernistA. van Vliet, röntgeno loog J. P. C. Kempff, hoofdvèrplieegster moeite mij dit alles kost. Maar het jmoet toch alles opgehelderd worden Zwijgend gaf Behringer hem het geweer over. Toon wilde hij de Kamer uitgaan, maar Mylius legde zijn hand op den arm van zijn vriend. „Ik heb nog één verzoek." „Wiat dan?" „Kan ik hier telegrafeeren of telefoneeren naar mijn bureau''" „Neen. Wij zijn hier nog niet aangesloten." „Je kunt nie dan zeker wel een bediende te paard aanwijzen, eeu betrouwbaar en ge schikt persoon?" ;,Ja zeker." „En een rijtuig?" „Natuurlijk." „Ik zou zeer griag willen, dat de dokter, die met tfo lijkschouwing Is belast, zoc| spoedig mogelijk kwam om de oorzaak van den dood te constateeren. Dus de bode moet den dokter en den rechter van instructie vandaag nog mijn hevelen overbrengen, zoodat de commissie morgenochtend vroeg hier kan „En waar heb je het rijtuig voor noodig?" „De koetsier moet een van de meest ervaren rechercheurs meebrengen, b.v. Völk, ik weet niet of die naam je misschien bekend is (bij gelegenheid van die zaak met „Neen, ik heb den naam nooit gehoord. Waarom zou ik belang stellen in politie zaken?" viel Behringer rijn vriend in de rede. Deze wierp haastig een blik op het sombere gelaat van den spreker. Toen ging hjj voort op rustigen toon „De stel er veel prijs op, dat het onderzoek ven vermelde, en van even groot gewicht. Wanneer men aan regeering en volksvertegen woordiging geen beslissingen op kerkelijk en godsdienstig gebied toevertrouwt, moet men haar ook niet voor de beantwoording van zulke vragen stellen. Wjat ten slotte de subsidieeriug betreft van de Gereformeerde kerken, die zich van de Hervormde kerk hebben afgescheiden, waar van dr. Kromsigt zich een voorstander ver klaart, moet ik erkennen, dat hiervoor gronden van billijkheid zijn aan te voeren, die nietj zon der gewicht zijn. Hierboven schreef ik, dat het stelsel van art. 171 een historisch gedenstuk is, waaraan alleen de noodzakelijkste herstel lingen mogen worden uitgevoerd Ik ben ge neigd de vraag of deze subsidieering niet on der die hers tellingen kan gerangschikt worden, bevestigend le beantwoorden. Zij, die zich van de Hervormde Kerk hebben afgescheiden, hadden na 1815 van de staatssubsidie- genoten. Zij" hebben daarvan wel uitdrukkelijk afstand gedaan, maar deze afstand is-mift of meer ge dwongen geweest. Uit een oogpunt van billijk heid is er veel voor te zeggen, om hen weder dn liet genot van deze subsidies te doen 9eelen. Destjjlderdagv aardingen. In het Wbld. v. li. R. schrijft mr. P van Ileijnsbeigen In het opstel van mr. A. A. Cnopius over bovengenoemd onderwerp in het Tijdschrift voor Strafrechi afl 1, deel XXIV, wordt de wenschelijkheid betoogd van duidelijkheid en beknoptheid van de dagvaarding en ook aangegeven, hoe de dagvaarding kan wor den ingericht om aan dien weusch te vol- De schrijver waarschuwt er echter voor, dat het 0 M. niet op eigen gezag een nieuwen vorm van dagvaarding kan invoeren, omdat men zoo maar niet mag breken met hetgeen in de magistratuur burgerrecht hoeft verkregen. u echter willen vragen, of wijziging van een gebruikelijken vorm verboden is, wanneer zij buiten twijfel wenscht'bjk en niet onwettig is. Als men eenmaal eTkent, dat een wijziging noodig is en do wet haar niet belet, is het pure behoudzucht de wij ziging niet te willen invoeren. M i.. is er al veel gewonnen, ats men ein delijk eens breekt met de gewoonte de ge heele telastelegging in oenen zin te gieten, een gewoonte, die niet door de wet gebo den noch uit anderen hoofde noodig is en do dagvaarding veelal onleesbaar inaakt. „De dagvaarding heb ik niet begrepen", zei eens eon beklaagde, ,,want ik ken geen Russisch." Ook de vonnissen maakt men gaarne* in één zinliefhebbers van stadhuistaalstijl hebben dat ingevoerd en gehandhaafd. Als de rechters ©en voorbeeld namen aan de eenvoudige en duidelijk gemotiveerde uit spraken van sommige raden van beroep in zake de ongevallenverzekering, zouden zij wellicht dein ouden vorm laten varen, als zij er ten minste prijs op stellen begrepen te worden ook door niet-juristen. Maar evenmm als de vonnissen behoe ven de dagvaardingen uit één zin te be staan. Is er nu, zou ik willen vragen, eenig bezwaar tegen, dat men de dagvaarding stelt in opeenvolgende zinnen? bv. De Ambt 0. M. enz, gelast te dagvaar den Jan Jansen enz. ter zake van do vol gende feiten liij heeft op 22 Juni 1912 na middags om 3 uur zich te A op den open haren weg X -straat, bevonden in kennelijken staat van dronkenschap. Er was toen nog geen jaar verloopen, sedert het vonnis van den kantonrechter te A tegen beklaagde gewezen op 2 Febr 1912 wegens overtreding van art, 453 van het Wetboek van Strafrecht, gepleegd bij vierde herhaling, onherroepelijk was geworden. Bovendien had hij toen een revolver, al thans een wapen bij zich. Den volgenden dag des voormiddags om streeks 7 uur heeft luj te A. door K. K on bezoldigd rijksveldwachter, wegens die fei ten naar zijn naam gevraagd, een valschen naam, opgegeven, te weten K. B., De ambtenaar, voornoemd enz. Hel komt mij voor, dat het kleed van deze dagvaarding aan de eischen der wet vol doet. Misschien mag ik nog mededeel en, dat ik de heer Cnopius zal dit wel ijse- lijk aanmatigend van mij vinden wel eens zoo een dagvaarding in zee heb gestuurd en zij behouden is aangekomen. Het zou mij zeer verheugen, als oudere leden van het opeaibaar officie het voorbeeld gaven en desnoods in hoogste instantie over de wet tigheid beslist werd. nog dezen nacht pla,ats heeftbij zulke dingen komt alles er op aan, een kwartier kan van groote beteeken is wezen." Behringer trok aan de schel; dadelijk kwam een der bedienden binnen. „Je moet even naar den rentmeester gaan. Vraag hem of hij Furore wil laten zadelen Sunkow moet zich vlug klaar maken, hij moet dadelijk te paard ftaar de stad „Om u te dienen luitenant." „Nog iets. Ifet coupeetje moet uitgespannen worden, zet er den vos maar voor. Alles zoo spoedig jmogelijk! Vóór komen voor den in gang van het kasteel en dadelijk waarschuwen I" Do knecht verwijderde zich haastig Daar kwam een andere bediende aan. „Mevrouw laat mijnheer Mylius verzoeken even bij haai- te komen. Mevrouw wou mijn heer spreken." „Waar is mevrouw?" „In de hoekkamer." „Alleen?" „Ja mijnheer." „Ik zal zoo spoedig mogelijk komen." D© vrienden gingen ieder naar hun eigen kameT om zich vlug te verkleeden Nauwelijks was de deur achter Behringer ge sloten, of de jonge man, die niet langer zjjn zelf beheers clung kon bewaren, wierp zich in 'n fauteuil en staarde voor zich uit op hot tapijt. Was het alles ©en ontzettende droom die hom kwelde? Eenige weinige uren geleden een. der gelukkigste menschen van de wereld en nu persoon maar wien de vertegenwoordiger der justitie reeds zijn hand uitstrekte 1Maar hij had nu geen tjjd tot sentiment** spiegelingen I Niet alleen zijn levensgeluk maar Kerknieuws. Te Gorcum heeft Vrijdag de stemming plaats gehad voor 12 gemachtigden in het kiescollege aan de Ned. Herv. Kerk. De aftredenden waren allen orthodox. Gekozen zijn 4"orthodoxen, herstemming moet plaats vinden tusschen 6 orthodoxen en .10 moderneD. Gereformeerde Kerken. Aangenomen: naar Halfweg ds. E. A. Groenewegen te Nijverdal. Uit 39 solicitaten is door de clasis Zut- oofc zjjn eer stond op liet spel I Hij had al zijn 1 kalmte en koelbloedigheid noodig om goed te Hoe zou de zaak worden uitgelegd? Er was m het bosch een doode gevonden, eeu jong meisje, waarschjjnlqk door een ko gel getroffen. Wie had dien kogel afgeschoten? De vermoorde zelve? Dat was haast niet aan te nemen; na een zeer nauwkeurig onderzoek was geen enkel wapen gevonden ui na- bijlieid van de doode Dus ©en ander Dat hij zelf het ongelukkige schot zou heb ben gelost was in zijn oog een onmogelijkheid. Hij had den bok geraakt; hjj, de ervaren jager had duidelijk het doffe geluid vernomen van den kogel, die het dier in het' lijf drong, dui delijk had hi] het zwaar gewonde dier zien bukken en wegloopen. De bok moest óf dood óf levend ergens gevonden worden; een ree bok met zulk een kolossaal tjewei vond men niet mijlen in het rond. Maar het dier moest gevondfen of opgespoord worden, in ieder geval moest, het aLs getuige dienen, want de bok had zjjn kogel in het lichaam, hij was zonder eenigen twijfel ge wond. Het tweede schot dat ongeveer gevallen ma in dm tijd dat het jonge meisje door den noodlottigen kogel jjïtroffon werd, was door Mylius gelost, op venen afstand van de on gelukkige. Dus er moest een derde, een moorddadig schot zijn gelost (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1912 | | pagina 5