bijvoegsel
FEUILLETON.
HET DERDE SCHOT.
igt «me>
i de 85
k. Deo
1 TM g
Brieven
Prio»o-
8
8.-
M8t OP
2.1*
2.1*
2. IS
See* dioag
Dinsdag 19 Nor. 1912, no. 274.
Middelburg 18 November.
HET GEMEENSCHAPPELIJK PROGRAM,
Ter blijvende berinnering en Ier wille van
het griO|Ote belang van de Zaterdag dfor
de drie vrijzinnige partijen genomen beslis
singen, laten w© hier nog eens volgen het po
sitieve gedeelte uit het concentratie-manifest,
den grondslag waarop de samenwerking van
de drie vrijzinnige partijen zal berusten
Algemeen kiesrecht voor mannen moet
worden ingevoerd, zonder dat aan die her
vorming als voorwaarde wordt verbonden
bet nemen van maatregelen tot verzwak
king van den volksinvloed, dien men door
het algemeen kiesrecht tot volle ontwik
keling wil brengen.
De gelegenheid moet worden geopend,
aan de vrouw het kiesrecht te verleenen,
zonder dat daarbij eischen van maatschap-
peljjken welstand mogen worden gesteld. De
beletselen tegen de verkiesbaarheid der vrouw
moeten worden weggenomen.
Evenredige vertegenwoordiging moet wor
den
De verhouding tusschen Kroon en Volk,
zooals, die in onze Grondwet is geregeld,
moet worden bestendigd.
Onverzwakt moet ook als waarborg
voor de deugdelijkheid van het geheele volks
onderwijs de openbare school worden ge
handhaafd, waar ieders godsdienstige gevoe
lens worden geëerbiedigd. Herziening van. het
schoolwezen en verbetering van de opleiding
en de positie der onderwijzers, ten einde het
volksonderwijs op hooger peil te brengen,
is dringende eisch.
Verandering! in onze vrijhandelspolitiek moet
In de behoeften ontstaan door ouderdom
moet voorzien worden doctr uitkeexingen uit
de staatska^, onverschillig of de behoefti-
gen al dan niet tot de loonarbeiders be-
hoeren- Verzekering van uitkeexingen boven
het minimum, dat aa° behoeftigen wordt ver
strekt, dient van staatswege bevorderd en
geldelijk gesteund te worden.
Noodzakelijk is een .algemeen© voorziening
op het gebied van de geneeskundige en gelde
lijke hulp hij ziekte en invaliditeit van on- en
minvermogenden. Hiervoor zal een wettelijke
regeling van de ziekenfondsen en ziekenkassen
en vap den daarbij van staatswege te verlee
nen steun het uitgangspunt moeten zijn.
Tot het verkrijgen van de voor sociajei
hervormingen benopdigde middelen zal, voor
zoover die niet gevonden worden uit bijdra
gen van belanghebbenden en uit bestaande in
komsten van den Staaf, niet mogen worden
teruggedeinsd voor verhooging van directo
heffingen.
Binnenland.
hart op zijn vraag waarom niet de woorden ge
kozen waren, die in de V. D. kringen gebrui
kelijk zijn, dat het program gemeenschappe
lijk was vastgesteld. Maar wie, zoo vervolgde
de heer Drucker dit program aanneemt, zal
moeten zyn voor algemeen, kiesrecht, onaf
hankelijk of men zijn wenschen bereikt ten
aanzien van de correctieven- En voor het
amondemontenrecht van de Eerste Kamer ge
voelen zeer weinig Unie-liberalen Als partij
hebben de vnje liberalen dien eisch ook piet.
Maar men heeft aan de voorstanders van dat
recht in die partij mei den dwang kunnen op
leggen om hun overlui,gjng prijs te geven. Zij
behouden dus het jecht, daarvóór te zijn.
Maar een voorwaarde mag geen hunner daar
van maken. Inderdaad heeft hier een con
cessie plaats gehad. Wij zullen wellicht iemand
op grond van dit program moeten steunen, die
voorstander is van een amendementenrecht
voor de Eerste kamer Maar spr. gelooft niet
dat daarvan iets zal komend© Grondwetscom
missie was ertegen. En het recht van regrès,
dat zij voorstelt, zal op zooveel moeilijkhe
den stuiten, dat ook daarvan niets zal komen.
Wordt echter het program aangenomen, dan
zal niemand, die dat onderschrijft, zijn stem
voor hot algemeen kiesrecht meer mogen af
hankelijk maken van het amendementrecht voor
de Eerste kamer. (Applaus,)
De voorzitter verklaarde zich, ook namens
het hoofdbestuur, volkomen homogeen met dit
antwoord van den heer Drucker
Op de vragen van prof. Kohnstamm ant
woordde bij: lo'. dat men zich geheel schaart
aan de zijde van hen, die in de Kamer- heb
ben verklaard, dat wij niet in de wet-Talma
zullen mogen berusten of op haar grondslagen
voortbouwen; 2o. dat omtrent het punt sub 2o.
bedoeld in de commissie van samenwerking,
geen besluit is genomen Maar naar de mee
ning van het hoofdbestuur is het hoogst ge-
wenscht staatspensinnneering van behoeftigen
ten spoedigste ter hand te nemen, dus een
overgangsmaatregel te treffen, in afwachting
van de Grondswetherziening3o. dat de voor
ziening zal moeten worden getroffen voor alle
behoeftigen tegelijk; 4o. dat de algemeenevoor
ziening in ziekte en invaliditeit zal moeten
geschieden door verplichte verzekering; 5o.
dat het program voor alle candidaten bindend
zal zijn
Prof. Kohnstamm zeide dat na dit antwoord
de afdeelmg Amsterdam met nog meer vuur
dan thans voor de concentratie zal ijveren,
(Applaus.)
De voorzitter kon op de vraag van den
heer Goedhart omtrent den Bond voor Staats-
neering moeilijk antwoorden, doch
vroeg, of een ander, die daartoe meer recht
heeft, kon antwoorden.
Nadat de heer Goedhart nogmaals zijn. vraag
had geformuleerd, verklaarde de heer Frans
Netscher, dat hij de vraag moeilijk kon beant
woorden, omdat hij geen lid meer is van het
bestuur van den Bond voor Staalspensionnee-
ring. De reden, waarom hij zjjn bestuurslid
maatschap heeft neergelegd, vond juist, zijn
grond in het concentratieprogram
Spr. heeft erop gewezen, dat die Bond
een verkeerd standpunt gaat innemen door zijn
besluit om aan de verkiezingen te gaan deel-
Daardoor kwamen leden van politieke
partijen, die aan partijdiscipline gehoorzamen,
in moeilijkheden. (Applaus.) Als lid van het
bestuur van dien Bond kon spr. bij de Juni-
verkiezingen geen tegenstanders gaan aanbe
velen. (Applaus.) Spr. heeft daarom ontslag
genomen. Maar zijn liefde voor het staats
pensioen blijft onverzwakt, zijn standpunt on
veranderd. (Luid applaus.)
De beer Goedhart dankte de sprekers, om
dat men nu weet, wat men aan elkander
heeft Spr. huldigt als lid van den Bond
voor staalspensionneering hetzelfde standpunt.
Onder luid applaus dankte do voorzitter
den heer Netscher voor da openhartige wijze,
waarop hij zijn standpunt had uiteengezet.
ten, waarmee hij zich niet kan vereenigen
le algemeen kiesrecht, omdat daarbij waar-
boxgen ontbreken, dat niet één klasse over-
heerschend wordt. Spreker kan 01 zich alleen
mee vereenigen in den vorm van meervoudig
stemrecht, dat zich z i bijzonder voor ons
land eigent
o ka» spr. zich niet vereenigen met vrou
wenkiesrecht vooral om redenen gelegen op
maatschappelijk gebied
3o is spreker het niet eens met den eisch
van ouderdoms- en staatspensioen waardoor
den armen een recht wordt gegeven dat
noodlottig, zal werken op de ontwikkeling
van de eigen energie, bovendien is dit in
lijnrechten strijd met do beginselen van den
Bond.
Op al deze gronden verklaarde de heer
Van Kamebeek het concentratieprogram voor
heni onaannemelijk.
Hij zal zich dan ook bij de aanstaande ver
kiezingen niet meer verkiesbaar stellen.
Bij de verder© besprekingen verklaarde mr.
ter Spill van d© bestuurstafel, eerbied te be
zitten voor den heer Van Kamebeek, den
emmenten staatsman, dien hrj hulde bracht
voor zijn politiek leven en van wien hij het
betreurde, dat hij zich niet meer verkiesbaar
kon stellen.
Voorts verdedigde de heer ter Spill het
program op d© punten, welke door den heer
Van Kamebeek bestreden waren.
Nog verklaarden zich verscheidene sprekers
voor het program.
Onder applaus werd ook hier het concentra
tie-program aangenomen.
J. \V. de Bruijn, J- C. Fiegen, A. Haapstra,
A van Leusen, mevrouw M- A. Sikemeier—
Koorders. verpleegsters.
Vermoedelijk zal de ambulance Zaterdag a s.
vertrekken
DE VRUZINNIG DEMOCRATISCHE BOND.
Zaterdag konden wij onder laatste berichten
nog melding maken van d© vragen «oor d© hee
ren Goedhart en Kohnstamm op de vergadering
van den bond naar aanleiding van het concen
tratieprogram gedaan. Betreffende de ant-
woorden ontleenen wij het volgende aan de
„N. R. Crt."
De heer Drucker antwoordde den. heer Goed
BOND VAN VRUE LIBERALEN.
We herhalen hier het slot van het verslag
der vergadering van Vrije Liberalen, welk slot
w© slechts in een deel van onze vorige op
lagen konden opnemen:
Na de openingsrede en de behandeling van
het jaarverslag ontwikkelde de heer VanKar-
nebeek (Utrecht) bezwaren tegen het concen
tratie-program op een drietal cardinale pun
Crimineele Roman
13. van
HANS VON WIESA.
(Vertaald met toestemming van den
Duitschen schrijver.)
De jonge man liep naar den kapstok om c
mantel dien. hij aan gehad had, weder op
hangen.
„Neem, hem maar mee, Müller", klonk net
goedhartig uit den mond van den leermees
ter.
„Dank je wel houtvester".
„Hoe ben je in den tuin gekomen?" vroeg
deze, toen zijn leerling zich verwijderen wilde.
„Door de kleine tuindeur, achter in den
hooge kruinen der denneboomeu, hij' ruischta
door het bladerdak hoven zijn hoofd en deed
de herfstbladeren dwarrelen door de lucht. De
boomstammen en takken kraakten. Steeds
sneller spoedde do jonge man zich voort.
Steeds zag hrj het bleeke gezicht der dooda
voor zijn oogen en de storm klonk in zjjn
ooren als een klaagzang.
VIJFDE HOOFDSTUK,
Do tijding van de tragische (gebeurtenis in
het bosch was reeds tot het slot dooTgedron.-
geai Toen het rijtuigje voor den ingang stil
hield, stonden reeds twee bedienden gereed om
de heeren bij het uitstappen behulpzaam te
zijn-
Toen zij de jachtgeweren uit het rijtuig
het men, pm zo naar de dienstboden kamer te
brengen, waar zij werden schoongemaakt, fluis
terde Mylius Behringer toe.
y „Laat de buksen op onze kamer brengen.
Behringer zag zijn vriend verbaasd aan.
„Waarom?"
muur.
„Ik zal je even uitlaten en do poort slui
ten, dan weet ik zeker dat 4e honden er
niet uit kunnen."
Met een zucht van pijn stond hij op, leunde
met de eene hand op zijn stok en met de an
dere op den krachtigen schouder van den
jongen en liep met hem naar het kleine zg-
Pflotrtje.
De knecht liep ijlings weg en de houtvester
sloot daarop de poort zorgvuldig achter hem
toe.
De jonge man spoedde zich voort door het
bosch. Achter hein suisde de wind door dp
„Het is noodzakelijk, Behringer.
„0, ja, ik begrijp hot. Zal je d© buksen
naar 'onze kamers brengen, Frixlerik I'1
De knecht keek even verbaasd op.
„Jawel, luitenant", zeide hij echter en hij
liep dadelijk in de richting van de logeer
kamers, di© zich benoden bovonden, aan den
kant van den tuin.
De heeren volgden hem.
Frederik bracht de geweren binnen en ver
wijderde zich.
Mylius ging dezelfde kamer in ajs zjjn
vriend.
„Behringer, ik moet jouw buks in bewa
ring nemen. God alleen kan weten hoe veel
OMMEN.
Te Ommen zijn Zaterdag officieel can-
didaat gesteld de hoeren mr H. van der
Vegte (a- r. )en mr. C. J. A. Bickon van
IJsehnonde (cbx. bist.)
Do heer Bichon van lJselmonde is tegenstan
der van de coalitie en voorstander van den
vrijhandel.
Uit de Pers.
HET NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS EN
DE BALKAN-OORLOG.
Bij het hoofdcomité van het Nederlandsche
Roode Kruis zijn naar aanleiding van schrifte
lijke esn. telegrafische gedachteawisseling met
Ilarer Majesteits gezant te Konstantinopel ern
stig© bezwaren gerezen, togen het vertrek naar
Konstaatuiopcl van de geheele ambulance, dat
op morgen, Dinsdag, was vastgesteld. Het laat
ste telegram van Hr. Ms. gezant heeft het da-
gpljjkscli bestuur uit het hoofdcomité voor
noemd, doen besluiten, voorloopig slechts een
klpine ambulance uit te zenden, bestaande
uit de doctoren Lingbeek en Van der Steen
van Ommeren, mevrouw Lingbeek en mej.
Kuyper, en voorzien van al de bijeengebrachte
hulpmiddelen, om uit te maken, hoe de ge
schonken gelden en bijeengebrachte goederen
het best kunnen worden, aangewend, welke
deputatie ook ter plaatse zal hebben te be-
oordeelem, in hoeverre nazending van het ove
rige personeel (dat zich bijna unaniem be
schikbaar stelde ook voor d© choleraverple-
ging) ge wenscht is.
De behoefte aan chirurgische hulp blijft
De kerkelijke subsidies.
Mr. W. II. de Beaufort schreef in „De
Fakkel" een artikel naar aanleiding van do
brochure van dr P. J. Kromsigt. „Geen
coalitie zonder vast accoord in zake kerk
i school."
Hij bepaalt zich daarbij tot een beschouwing
over de door de grondwjetscoMmissie voor
gestelde wijziging van art. 171, en zegt dat
hij in hoofdzaak mede gaat met dr. Kromsigt
wat de slotsom betreft. Het in deze -wijziging
neder gelegde stelsel van normaliseeren, dat
hij zeer scherp veroordeelt, acht ik ook
verkeerd Ten gevolge van geschiedkundige
toestanden, die lang bestaan hebben, is het
stelsel van ar1- 171 in onze Grondwet, ge
komen met onze hedendaagsche begrippen
omtrent den werkkring van den staat
in strijd maar daarom behoeft het niet da
delijk te worden over boord geworpener
is allo reden om het in stand te houden tot
tijd en wijle wanneer het mogelijk zal blijken
den band, die den staat met de Kerkgenoot
schappen vereenigt, geheel los to maken. Het
moet echter blijven zooals het is, ajs een
eerbiedwaardig geschiedkundig gedenkstuk,
waaraan alleen de noodzakelijkste herstellin
gen mogen worden uitgevoerd.
Wanneer dr. Kromsigt zegt, dat Christen
staatslieden niet ongevoelig moeten
voor den geestelijken socialen nood onzer
groote steden, dan ben ik dit met hem eens
Indien zij evenwel, in den geest van zijn
geschrift, op blz. 29, de financieele positie
der kerkgenootschappen zouden willen ver
sterken, ten einde dezen in de gelegenheid
te stellen om in dien nood te voorzien, dan
zouden Zij vooraf ia ©en beoordeeling moe
ien van de wijze, waarop de verschil
lende kerkgenootschappen dit deel hunner
roeping vervullen, en zij zouden hel bedrag
van. de staatstoelage moeten afmeten naar
de vruchten, die zij van dien arbeid ver
wachtten Zij zouden ook voorwaarden moe
ten verbinden aan de toekenning van staats
gelden, ten einde de zekerheid te hebben
dat deze voor het beoogde doel werden ge
bruikt. Een staatsvoogdij over de kerken, die
dr. Kromsigt zeker niet kan wenschen, zou
de het onvermijdelijk gevolg van dezen
financieelen steun zijn Wat dr. Kromsigt
zich voorstelt past eigenlijk alleen in den
toestand, dat er slechts één kerk bestaat,
waartoe de gansche bevolking, behoudens
enkele uitzonderingen, behoort, hetgeen steeds
minder het géval wordt.
Wal men de financieele tegemoetkoming aan
do kerkgenootschappen gaan uitbreiden, met
wegens hunnen arbeid op maatschappelijk ge
bied, maar alleen omdat zij de godsdienstige
behoeften van velen bevredigen, en er op wij
zen. dat vele andere belangen door den staat
geldelijk worden gesteund ofschoon zijn bur
gers over hunne waarde niet eenstemmig den-
ken, ja er (onder hen zelfs zijn die deze waard©
Sroot. Hot hospitaal, hal aanvankelijk hestemdtkenneil stail prac|iscbfi be.
tunc vnnp /iwi nrnoirt vun Ha .immil-nnoa k
zwaien van soortgelijken aard als de tuerbo-
was voor den arbeid van de ambulance, Ss j
nader onbruikbaar gebleken. De uitrusting en
inrichting van. een willekeurig vracht- of per-
sonenscliip tot hospitaalsclup brengt groote be
zwaren (mee, waarvoor de hulpmiddelen van
het Roode Kruis ontoereikend zijn, en de uit
zending kost bovendien te veel tijd.
Aangezien de bijeengebrachte gelden enz.,
voor een deel bepaaldelijk voor Turkije zijn
geschonken, blijft, dus voor het Roode Kruis
voorloopig niets anders to doen over dan Ide
verschillende materieels hulpmiddelen reeds nu
te d°cn aanwenden in overleg met Hr. Ms.
Het Nederlandsche Roode Kruis heeft voorts
besloten een ambulance uit te zenden naar
Boelgarije. Deze ambulance is samengesteld
als volgtdr E, W. Sikemeier, heelkundige,
hoofd der ambulanceA. Welcker, heelkun
dige F. II. Meihuizen, heelkundig^dr. P.
A. Voerman, internist.G. J. W. Koolemans
Bijnen, mcernistA. van Vliet, röntgeno
loog J. P. C. Kempff, hoofdvèrplieegster
moeite mij dit alles kost. Maar het jmoet
toch alles opgehelderd worden
Zwijgend gaf Behringer hem het geweer
over. Toon wilde hij de Kamer uitgaan, maar
Mylius legde zijn hand op den arm van zijn
vriend.
„Ik heb nog één verzoek."
„Wiat dan?"
„Kan ik hier telegrafeeren of telefoneeren
naar mijn bureau''"
„Neen. Wij zijn hier nog niet aangesloten."
„Je kunt nie dan zeker wel een bediende te
paard aanwijzen, eeu betrouwbaar en ge
schikt persoon?"
;,Ja zeker."
„En een rijtuig?"
„Natuurlijk."
„Ik zou zeer griag willen, dat de dokter,
die met tfo lijkschouwing Is belast, zoc|
spoedig mogelijk kwam om de oorzaak van
den dood te constateeren. Dus de bode moet
den dokter en den rechter van instructie
vandaag nog mijn hevelen overbrengen, zoodat
de commissie morgenochtend vroeg hier kan
„En waar heb je het rijtuig voor noodig?"
„De koetsier moet een van de meest ervaren
rechercheurs meebrengen, b.v. Völk, ik weet
niet of die naam je misschien bekend is
(bij gelegenheid van die zaak met
„Neen, ik heb den naam nooit gehoord.
Waarom zou ik belang stellen in politie
zaken?" viel Behringer rijn vriend in de rede.
Deze wierp haastig een blik op het sombere
gelaat van den spreker. Toen ging hjj voort op
rustigen toon
„De stel er veel prijs op, dat het onderzoek
ven vermelde, en van even groot gewicht.
Wanneer men aan regeering en volksvertegen
woordiging geen beslissingen op kerkelijk en
godsdienstig gebied toevertrouwt, moet men
haar ook niet voor de beantwoording van
zulke vragen stellen.
Wjat ten slotte de subsidieeriug betreft van
de Gereformeerde kerken, die zich van de
Hervormde kerk hebben afgescheiden, waar
van dr. Kromsigt zich een voorstander ver
klaart, moet ik erkennen, dat hiervoor gronden
van billijkheid zijn aan te voeren, die nietj zon
der gewicht zijn. Hierboven schreef ik, dat het
stelsel van art. 171 een historisch gedenstuk
is, waaraan alleen de noodzakelijkste herstel
lingen mogen worden uitgevoerd Ik ben ge
neigd de vraag of deze subsidieering niet on
der die hers tellingen kan gerangschikt worden,
bevestigend le beantwoorden. Zij, die zich
van de Hervormde Kerk hebben afgescheiden,
hadden na 1815 van de staatssubsidie- genoten.
Zij" hebben daarvan wel uitdrukkelijk afstand
gedaan, maar deze afstand is-mift of meer ge
dwongen geweest. Uit een oogpunt van billijk
heid is er veel voor te zeggen, om hen weder
dn liet genot van deze subsidies te doen 9eelen.
Destjjlderdagv aardingen.
In het Wbld. v. li. R. schrijft mr. P van
Ileijnsbeigen
In het opstel van mr. A. A. Cnopius over
bovengenoemd onderwerp in het Tijdschrift
voor Strafrechi afl 1, deel XXIV, wordt de
wenschelijkheid betoogd van duidelijkheid
en beknoptheid van de dagvaarding en ook
aangegeven, hoe de dagvaarding kan wor
den ingericht om aan dien weusch te vol-
De schrijver waarschuwt er echter
voor, dat het 0 M. niet op eigen gezag een
nieuwen vorm van dagvaarding kan invoeren,
omdat men zoo maar niet mag breken met
hetgeen in de magistratuur burgerrecht
hoeft verkregen.
u echter willen vragen, of wijziging
van een gebruikelijken vorm verboden is,
wanneer zij buiten twijfel wenscht'bjk en
niet onwettig is. Als men eenmaal eTkent,
dat een wijziging noodig is en do wet haar
niet belet, is het pure behoudzucht de wij
ziging niet te willen invoeren.
M i.. is er al veel gewonnen, ats men ein
delijk eens breekt met de gewoonte de ge
heele telastelegging in oenen zin te gieten,
een gewoonte, die niet door de wet gebo
den noch uit anderen hoofde noodig is en
do dagvaarding veelal onleesbaar inaakt. „De
dagvaarding heb ik niet begrepen", zei eens
eon beklaagde, ,,want ik ken geen Russisch."
Ook de vonnissen maakt men gaarne* in
één zinliefhebbers van stadhuistaalstijl
hebben dat ingevoerd en gehandhaafd. Als
de rechters ©en voorbeeld namen aan de
eenvoudige en duidelijk gemotiveerde uit
spraken van sommige raden van beroep in
zake de ongevallenverzekering, zouden zij
wellicht dein ouden vorm laten varen, als
zij er ten minste prijs op stellen begrepen
te worden ook door niet-juristen.
Maar evenmm als de vonnissen behoe
ven de dagvaardingen uit één zin te be
staan. Is er nu, zou ik willen vragen, eenig
bezwaar tegen, dat men de dagvaarding stelt
in opeenvolgende zinnen? bv.
De Ambt 0. M. enz, gelast te dagvaar
den Jan Jansen enz. ter zake van do vol
gende feiten liij heeft op 22 Juni 1912 na
middags om 3 uur zich te A op den open
haren weg X -straat, bevonden in kennelijken
staat van dronkenschap. Er was toen nog
geen jaar verloopen, sedert het vonnis van
den kantonrechter te A tegen beklaagde
gewezen op 2 Febr 1912 wegens overtreding
van art, 453 van het Wetboek van Strafrecht,
gepleegd bij vierde herhaling, onherroepelijk
was geworden.
Bovendien had hij toen een revolver, al
thans een wapen bij zich.
Den volgenden dag des voormiddags om
streeks 7 uur heeft luj te A. door K. K on
bezoldigd rijksveldwachter, wegens die fei
ten naar zijn naam gevraagd, een valschen
naam, opgegeven, te weten K. B.,
De ambtenaar, voornoemd enz.
Hel komt mij voor, dat het kleed van deze
dagvaarding aan de eischen der wet vol
doet. Misschien mag ik nog mededeel en,
dat ik de heer Cnopius zal dit wel ijse-
lijk aanmatigend van mij vinden wel eens
zoo een dagvaarding in zee heb gestuurd
en zij behouden is aangekomen. Het zou
mij zeer verheugen, als oudere leden van
het opeaibaar officie het voorbeeld gaven en
desnoods in hoogste instantie over de wet
tigheid beslist werd.
nog dezen nacht pla,ats heeftbij zulke dingen
komt alles er op aan, een kwartier kan van
groote beteeken is wezen."
Behringer trok aan de schel; dadelijk kwam
een der bedienden binnen.
„Je moet even naar den rentmeester gaan.
Vraag hem of hij Furore wil laten zadelen
Sunkow moet zich vlug klaar maken, hij moet
dadelijk te paard ftaar de stad
„Om u te dienen luitenant."
„Nog iets. Ifet coupeetje moet uitgespannen
worden, zet er den vos maar voor. Alles zoo
spoedig jmogelijk! Vóór komen voor den in
gang van het kasteel en dadelijk waarschuwen I"
Do knecht verwijderde zich haastig
Daar kwam een andere bediende aan.
„Mevrouw laat mijnheer Mylius verzoeken
even bij haai- te komen. Mevrouw wou mijn
heer spreken."
„Waar is mevrouw?"
„In de hoekkamer."
„Alleen?"
„Ja mijnheer."
„Ik zal zoo spoedig mogelijk komen."
D© vrienden gingen ieder naar hun eigen
kameT om zich vlug te verkleeden
Nauwelijks was de deur achter Behringer ge
sloten, of de jonge man, die niet langer zjjn
zelf beheers clung kon bewaren, wierp zich in 'n
fauteuil en staarde voor zich uit op hot tapijt.
Was het alles ©en ontzettende droom die hom
kwelde? Eenige weinige uren geleden een. der
gelukkigste menschen van de wereld en nu
persoon maar wien de vertegenwoordiger der
justitie reeds zijn hand uitstrekte 1Maar
hij had nu geen tjjd tot sentiment**
spiegelingen I Niet alleen zijn levensgeluk maar
Kerknieuws.
Te Gorcum heeft Vrijdag de stemming
plaats gehad voor 12 gemachtigden in het
kiescollege aan de Ned. Herv. Kerk. De
aftredenden waren allen orthodox.
Gekozen zijn 4"orthodoxen, herstemming
moet plaats vinden tusschen 6 orthodoxen
en .10 moderneD.
Gereformeerde Kerken.
Aangenomen: naar Halfweg ds. E. A.
Groenewegen te Nijverdal.
Uit 39 solicitaten is door de clasis Zut-
oofc zjjn eer stond op liet spel I Hij had al zijn 1
kalmte en koelbloedigheid noodig om goed te
Hoe zou de zaak worden uitgelegd?
Er was m het bosch een doode gevonden,
eeu jong meisje, waarschjjnlqk door een ko
gel getroffen. Wie had dien kogel afgeschoten?
De vermoorde zelve? Dat was haast niet aan
te nemen; na een zeer nauwkeurig onderzoek
was geen enkel wapen gevonden ui na-
bijlieid van de doode
Dus ©en ander
Dat hij zelf het ongelukkige schot zou heb
ben gelost was in zijn oog een onmogelijkheid.
Hij had den bok geraakt; hjj, de ervaren jager
had duidelijk het doffe geluid vernomen van
den kogel, die het dier in het' lijf drong, dui
delijk had hi] het zwaar gewonde dier zien
bukken en wegloopen. De bok moest óf dood
óf levend ergens gevonden worden; een ree
bok met zulk een kolossaal tjewei vond men
niet mijlen in het rond.
Maar het dier moest gevondfen of opgespoord
worden, in ieder geval moest, het aLs getuige
dienen, want de bok had zjjn kogel in het
lichaam, hij was zonder eenigen twijfel ge
wond.
Het tweede schot dat ongeveer gevallen ma
in dm tijd dat het jonge meisje door den
noodlottigen kogel jjïtroffon werd, was door
Mylius gelost, op venen afstand van de on
gelukkige.
Dus er moest een derde, een moorddadig
schot zijn gelost
(Wordt vervolgd).