bijvoegsel
Middelburg II November.
Uit de Staatscourant.
Uit de Pers.
FEUILLETON.
HET DERDE SCHOT.
Diisdaj 12 Not. 1912, no. 268.
DE VERZEKERINGSWETTEN EN DÊ
MEDICI.
Het hoofdbestuur van de Nederlandsehe
Maatschappij tot bevordering der genees
kunst heeft, naar het Nederl. Tijdschrift
voor Geneeskunde meldt, tot den minister
van landbouw, nijverheid en handel een
adres gericht, met betrekking tot het nader
gewijzigd ontwerp van wet betreffende de
verzekering van werklieden tegen geldelijke
gevolgen van invaliditeit en ouderdom,
waarin onder de aandacht van den minister
wordt gebracht, dat in de bepalingen be
treffende het booren vrd getuigen en des
kundigen door het bestuur van de Rijks
verzekeringsbank of van een raad van arbeid
of door een raad van arbeid of door den
voorzitter van een raad van arbeid enz.
geen melding wordt gemaakt van het
schooningsrecht der medici.
Zij verzoekt den minister alsnog in die
leemte te voorzien.
Bij kon. besluit:
is aan de gemeente Amsterdam een voor
schot uit 's Ryka kas verleend tot een bedrag
van ten hoogste f 700.000 ten einde genoem
de gemeente in sCaat te stellen tot de uitvoe
ring van het plan van onteigening van gronden
en gebouwen, gelegen tusschen de Oudeschans
den RapehburgwaJ, de Uilenburgergracht en
den Houtkoopersburgwal
is aan dr. H. J. Slijper te Bolsward, met in
gang van 1 Februari 1913, op verzoek, eer
vol pntslag verleend als 1 eeraar aan de Rjjks-
zuivelschool aldaar, onder intrekking van zijn
benoeming tot loeraar aan de Middelbare Ko
loniale Landbouwschool te Deventer
is voor het tijdvak van 7 dezer tot en met
28 Februari 1913 benoemd tot leeraar aan
de Middelbare Koloniale Landbouwschool te
Deventer, A M. Valeton, aldaar,
is toegekend de aan de orde van Oranje-
Nassa,u verbonden eere-medaille in zilver, aan
J. W. Hofstede secretaris-penningmeester van
de Typographen-vereeniging Broederhulp te
Nijmegen, wonende te Neerbosch.
weer op eigen territoir terug Immers ook
de historie van toen droeg de profetie in
zich, dat wie slinken durft tot zeven, straks
drie maal zeven worden kan- Bezorgdheid voor
de toekomst kennen we dan ook niet. Of dc
heeren van links weer tijdelijk in het regeer-
kastecl hun intrek nemen, laaf on3 'n casu
koud De kunst om hen straks toch weer dit
kasteel te doen ruimen, bleek men onzer
zijds meer dan eens uitnemend wel te ver
strop.
Wat thans het land in opschudding bracht
is alleen en eeniglijk het in Ommen geleverde
bewijs, cïat de coalitie met de Christelijk-
Historisclien ju et op den bes taanden voet
kan worden voortgezet, Zelfs de vurigste
ijver aar voor het coalitie-ideaal ziet dit thans
jin. Het kan zoo niet langer. Gelijk het nu ging,
zou het nog spreken vau politiek bondgenoot
schap aperte leugen worden, en zou juist vij
andschap kweeken wat aan eenheid van zin
rijn lossprong dankte.
De oorzaak hiervan lag en ligt nog steeds
.uitsluitend bij de Christelijk-Historischen Zon
der in eigen roem te willen verwallen, weet.
heel het meelevend publiek, hoe de antirevo-
lutionnairc partije van meetaf in het coalitie-
bedrijf met ongekrenkte trouw de haar toe
gewezen rol vervuld heeft. Zelfs toen Iden-
burg in Schiedam tegenover De Geer gesteld
was, hield de partij als zoodanig zich aan De
Geer. En evenmin viel over de Roomsch-
Katholieken te klagen. Wat in Wijk gebeurde,
was geen trouwbreuk, hi«w een door <xns toe
gegeven berekening, dat men zich, wat dit
district aangaat, in de toewijzing had vergist.
Moeite kreeg men steeds alleen met de
Christelijk-Historischen. Niet, men versta dit
wel, alsof de leiders, met. wie was afgespro
ken, die afspraak niet eerlijk en te goeder
trouw bedoeld hadden, maar hun volgelingen
deden het woord van hun leiders meer dan
eens hiel gestand."
Na dit dan uitvoerig te hebben aangetoond,
gaat de, .Standaard" voort
„Wie in volle zee een'gevaarlijk lek kreeg,
loopt, iook al kwam hij nog veilig de haven
binnen, toch die haven niet weer uit, eer zyn
schip op de helling gehaald en het lek ver
holpen is.
Van daar- onze overtuiging dat de Coalitie,
zal ze in 1913 haar dienst kunnen doen,
zich de noodige guarantie heeft te scheppen
tegen terugkeer van wat haar thans tot
een belacliing maakte bij vriend en vijand.
Wat men thans van links in zijn pro
loog op het akkoord aankondigde, toont dat
ook bjj onze tegenpartij gelijke behoefte be
staat vaste stipulation tusschen de frac
ties."
En d,an tot slot
„Door in de achterhoede van zijn party
elementen van alle gading op te nemen,
wordt 't werk zelf van de Staatkundige par
ty ondermijnd. Zoo kan men wel een Omnibus,
waren, waarom het hoofdbestuur met name
aanbeval de heeren S. Hage en D. H. van
Zuijen
Uitgebracht werden 24 stemmen, door 12
afdeelingen.
De heeren Hage en Van Zuijen werden
gekozen respectievelijk met 24 en 22 stem
men, terwijl de heer H. de G-roofc twee
stemmen verwierf.
Uitgebracht werd het rapport der Com-
issie benoemd door de afdeeling ®Dom-
burg", betreffende het geldelijk beheer. De
rekening sluit met een bedrag aan ontvang
sten en uitgaven a f 1457.154, waarbij een
batig slot van f 431.44$. Daarna werd be
handeld de begrooting over het volgend
boekjaar.
De afgevaardigde van Zaamslag stelde voor
van die begrooting af te voeren het bedrag,
uitgetrokken voor reiskosten van afgevaar
digden ter algemeene vergadering.
De voorzitter zeide, dat juist meer is
uitgetrokken voor dien post, daar men het
onbillijk achtte voor de atdeelingen, waarvan
de leden van veraf moeten komen.
Bij stemming werd het voorstel om de
contributie-afdrage nu 10 lager te stellen,
met overgroote meerderheid verworpen.
Verder werd de begrooting, wat betreft
de inkomsten, goedgekeurd.
Bij de uitgaven stelde de afgevaardigde
van Zaamslag weer voor, het uitgetrokken
geld voor reiskosten af te voeren.
De afdeeling Domburg zou juist het
voorstel vun het hoofdbestuur om den post
te verboogen, willen uitbreiden en ook
reiskosten willen vergoeden.
De heer Witteveen zou den post willen
laten als bet hootdbestuur voorstelt. Men
zal dit jaar de proef kunnen nemen en het
volgend jaar weer een voorstel kunnen doen.
De afgevaardigde van Souburg was het
eens met den heer Witteveen.
Het voorstel Zaamslag werd verworpen.
Het voorstel Domburg werd eveneens ver
worpen, zoodat de post blijft als voorgesteld
door het hoofdbestuur.
De begrooting werd vastgesteld op een
bedrag aan inkomsten en uitgaven van
990.05, met een tekort van 1145.05.
l gedeelte dei1 oplage van het vorig
meldden we nog dat een lezing werd
door den heer mr. dr. F. S. Witte -
over „Wettelijke bepalingen over het
ontsmetten." De heer Witteveen ze"
drage van 50 o/o v
a. van de kosten Beveland, in welk geval bovengenoemde «if-
van oprichting en uitbreiding van een ge-1 scheiding onnoodig zóu zyn. Hij" vroeg of dc
meentelijken pnlsmettingsdienstl>. viui del kwestie met Zuid-Beveland is een principi-
uitgaven voor reiniging en ontsmetting voor eele. Spr. had wet eens gehoord dat men hier
zooverre deze niet door de belanghebbenden
wordt gedragen; c. enz. enz
Voor de Groene Kr uisvereem gingen is even
wel van groot belang, dat do wetgever ook
aan particuliere vereeni gingen de hand heeft
willen reiken en ze de bevoegdheid geeft,
den ontsmettingsdienst waar te nemen Dit
voor de Provinciale een mooi arbeidsveld
zyn en spr. zou het ten zeerste toejuichen,
indien de Provinciale Zeeuwsche Groene Kruis-
die reeds thans op bescheiden
voet dien dienst verricht, het initiatief nam,
om aan do verschillende gemeente besturen te
vragen, of zy in beginsel .genegen zouden zyn,
do ontsmettingen in hun gemeente op te
;en aan een eventueel door de
j te stichten ontsmet tio&schenst, hetzy
togen een jaarlijksch abonnement, hetzij te
gen een vast te stellen tarief per ontsmet
ting. Deze weg is, meent spr. gelezen te
hebben, pok reeds in de provincie Groningen
voorgesteld.
Bljjkt nu dat er voldoende deelname is, dan
zou do Provinciale Zeeuwsche een plan voor
de inrichting van een dergeljjken dienst kun
nen opmaken met begrooting dt-r kosten en
pverleg kunnen plegen met den Inspecteur
der Volksgezondheid in verband met de nood
zakelijkheid tot goedkeuring der plannen en
hot verleenem van rijkssubsidie.
In den breede zette spr de voordeden van
zulk een organisatie uiteen en gaf eenige in
lichtingen omtrent de voorschriften voor de
wjjze van ontsmetting.
Do heer Witteveen eindigde met de hoop
uit te spreken, dat dit onderworp de belang-
hoofdzakèlijk te doen had met een persoonlijk.;
kwestie en in dut geval zou toch oen fusie
wel mogelijk zijn.
De voorzitter zeide, dat van eed fusie niets
bekend is. De zaak mot de Zuid-Beveland-
sche vereeniging is op liet dooda punt. De
Zuid-Bevelandsche vereeniging blijft op haar
stuk staan. Indertijd -heeft het Hoofdbestuur
aan Zuid-Beveland tegemoetkomende voorstel
l«n gedaan, evenwel zonder succes. Het Hoo&i
bestuur heeft, nu geen reden weer daarmee Ie
komen Wil er een fusie komen, dan moet
die uitgaan van de Zuid-Bevelandsche ver
De afgevaardigde van Souburg zeide, dat
zyn afdeeling het wensclielyk zou achten, dat
een lid van de vereeniging eens een v&r.ZfL
dering van de Zuid-Bevelandsche ging bijwo
nen Die zou dan de zaak kunnen bespieten
en de leden kunnen inlichten Want die ho
ren nu alleen van één standpunt, de zaak
voordragen.
De voorzitter zeide, dal men U/i- jaar gele
den leeds vergaderd heeft en verschillende
voorstellen heeft gedaan. De Zuid-Beveland
sche wil evenwel een organisatie-verandering,
waarmee de vereeniging zich niet kan vcr-
eenigen, daar die voor sommige afdeelingen
zeer onbillijk kan zijn
De afgevaardigde van Domburg zeide, dat
ook in zyn afdeeling de zaak was besproken
en hij stelde de volgende motie voor
„De algemeene vergadering van de Pro
vinciale Zeeuwsche Vereeniging „Het. Groen#
Kruis", betreurende dat. het ontbreken van
Provinciale Groene Kruis-vereeniging liet
stelling mocht heb hen opgewekt of vermeerderd,.! motief was van de Provinciale Staten van
daar hij overtuigd is, dat de Groene Kruis
vereeniging op dit terrein een belangrijke rol
zal kunnen vervullen.
het volgende:
Ds belangrijke aanvullingen die die wet van
1872 tot voorziening tegen besmettelijke ziek
ten heeft ondergaan bij de wijzigingswet van
1910, gaf my aanleiding om voor dit om
werp eenige oogenhlikken de aandacht
vergen
Het komt mij voor, met van belang ontbloot
Zeeland tot het weigeren van provinciale sub
sidie, die inzake de tuberculose-bestrijding
was aangevraagd, verzoekt liet Hoofdbestuur
nogmaals pogingen aan te wenden tot een
fusie met de Zuid-Bevelandsche distticts-ver-
De vergadering gaf door applaus zyn instem
ming met de bedoelingen van den spreker j
weer. De voorzitter dankte den heer Witte-1 Verschillende afgevaardigden bleken zich
voor de interressante lezing en zeide, dat. daarmee te kunnen voreemgeti en er werd
de afgevaardigden gelegenheid hadden m deze l besloten, dat het Hoofdbestuur deze motie zal
zaak vragen te stellen, terwijl hy mededeelde zenden aan de Zuid-Bevelandsche districts-
dat de rede in druk zal verschijnen ui het vereeniging met het verzoek ze in haar ears'-
tijdsclmft „Het Groene en Witte Kruis" volgende vergadering te behandelen, en zoo
De heer dr Weyland stelde voor, dat het j mogelijk voorstellen te doen aan de Provin-
Hoofdbestuur zich in verbinding zou stellen ciaie Zeeuwsche, die tot fusie kunnen leiden
met alle Zeeuwsche gemeenten om, met toe-1 Voorstel 2 De Algemeene Vergadering; be
zending van een afdruk der lezing, hun pordeelsluite, dat de Provinciale Zeeuwsche Vereeni
over de zaak te vragen. ging „Het Groene Kruis" als lid toetrede tot
Aldus werd onder algemeen© instemming der üe Algemeene Noderlandsdhe Vereeniging „Het
aanwezige afgevaardigden besloten Groene Kruis."
j Gevraagd werd, of de subsidie voor deze vei
I ceniging niet hoog zal zyn. De voorz, zeide,
DüMaa kwamen aan de orde de beitoui.-«kt venvaclit, maardat reed» op
voorstellen tdo begrooting daar een bedrag voor is uitge-
Reeds vroeger deelden we mede hoe deze trokken. Het voorstel werd zonder stemming
De scheur in de coalitii
De „Standaard" gaf Zaterdagavond
hoofdartikel over de „derde conclusie" die
het blad getrokken had uit de verkiezing van
Ommen, en wijdde daarbij vooral uit over de
rol van de christelijk historischen.
„Ieder voelt, schrijft het blad, dat de scheur
door Ommen in de coalitie getrokken, in
geen enkel opzicht onze verhouding tot de
Roomsch-Kaüi Staa-tsparlïj raakt- In elk ge-
ral blyft de coalitie van tweewat scheurde
was alleen de coalitie van de drie staatkun
dige partyen. Doch, gelijk gezegd, hoe beslist
We het feit van deze scheuring ook consta-
teeren, uitspreken en in rekening brengen,
daarbjj laten w© het niet, en onzerzijds al
thans zal geen poging onbeproefd blijven,
ötó den Driehond, mits dan op beteren, wijl
vasteren, grondslag, te herstellen. Gelukt dit
niet, don trekken we evenals in 1894 ons
toMt geen poliheken Gwlschlpnragen leien Je> „«rf,,,,, voorstellen luiddai, voor de diddelijkiesd tor- ™8eo»men
v e bekendheid te geven in den koog oneer helen we re evenwel. I Dejrnn kwamen asn de orde voorstel II:
Vrijbuiterij kan voor den vijand kwted- Glma(, waarvan meerdere Voorstel 1 „De algemeene vergadering ver- De Algemeene Vergaderen; neme het be
aardig worden, maar aan guerillabendcn kan re|jds berig1 roeke de tuberculoae-commissrc voor Zeeland stat de jaarlgksthe algemeene vergaAaaag
gem politieke Staatspartij haar hoofdkracht NaJu. mecnj„ k hier evenwelzich te organiseeren tot een zellstandige pre voortten te doen honAn m de eerste helft der
ontleenen Elke staatkundige groep moei met vocl da£.ai voc,rai de Pro™ vmcialo vereenigmg tot bestrgduu; der tuber- maand Juni, en b de Algemeene Vergadering
cialo vereeiuginSo.i de aangewezen corjmra- culose.besluite aan de ofgevunrdtgden der afdeeltn#*
ties om mei steun van overheidswege in deze j Do toelichting luidt. „Tot nu toe berustte f- i-er!eenen vergoeding voor reiskosten
de hand aan den ploeg te slaan Alvorensde leiding der tuherculose-besirijding m Zee- en stelle voor dit besluit reeds in 1912 te
hieromtrent m lieschouwingen te treden wil land bij de luïnrculose-comimssie. ingesteld t doen ingaan.
ik de bestaande wetsbepalingen en de boven- door de provinciale vereeniging „liet Groene Ln toelichting zeide de voorzitter, dat
bedoelde .aanvulling u in het kort voordragen. Kruis". j deze voorstellen beoogen. het verkrijgen van
De wet van 4 Dec. 1872 houdt bepalingen I Daar deze commissie geen statuten heeft en een drukker bezoek der alg vergaderingen
Lot voorziening tegen besmettelijke ziek- geen rechtspersoonlijkheid bezit, moesten aan- de maand Juni zijn de dagen langer en
ten in. In die wet wordt aangegeven welke vragen om subsidie geschieden door "de pro- ZÜ11 bovendien bijvvoor Schouwen en Z.-
Het begin van het verslag der Zaterdag <le besmettelijke ziekten zijn en aan wie de vmciale Groene Kruis-vereeniging. Vlaanderen de reisgelegenheden gunstiger, wijl
alhier gehouden vergadering konden we slechts ontsmettingsdienst is opgedragen In het bij-
in een deel der oplage aanvullen met meedee- j zonder is in deze wet van belang art. 14,
lingen van 't verder verhandelde tot aan de volgens welk artikel liewoners van huizen of
lezmg van den heer Witteveen. We laten die vaartuigen geen school mogen bezoeken, dan
aanvulling hier weer volgen, en daarna het g dagen na de ontsmetting der woning
een eigen leger in het veld verschijnen on- vejwupa
der eigen vaandel, en m een uniform
dat ieder herkent."
ALGEMEENE VERGADERING VAN DE
PROVINCIALE ZEEUWSCHE VEREENIGING
„HET GROENE KRUIS."
overige deel van het verslag.
Candidaat waren gesteld de heeren ds J.
A. van Selms, te Grijpskerke, dr. H. de
Groot te Oostburg, S. Hage te Bruinisse,
D. H. van Zuijen te Breskens, d9. C. Waar
denburg le Bruinisse en J. P. Vermaas te
Vlissingen.
De seeretaris van het Hoofdbestuur wees
er op, dat het hoofdbestuui hoofdzakelijk
bestaat uit leden in Walcheren woonachtig.
Om verschillende redenen zou bet niet wen-
Crimineele Roman
HANS VON WIESA.
(Vertaald met toestemming van den
Duitschcn schrijver.)
Intusschen waren zij genaderd tot de plaats
waar de hond was blijven staan. Beiden bukten
zij, maar beiden richtten zich op hetzelfde
oogjmblik weder op.
„Diatdat is een mensch I" riep de
jeugdige rechtsgeleerde, „het is een vrouw!"
Behringer wilde de bewustelooze vrouw op
richten, maar Mylius greep den arm van zijn
vriend en trok hem terug.
„Wacht even I Heb je ruur bij je?"
„Ja, ma,ar niets anders dan lucifers."
„Goed- Roep jy den hond terug en houd
hem goed vast," beval hy den jongen.
Deze haalde den hond en stak zijn vini
door den halsband van het beest. Behringer
tftreek een lucifer of.
„Licht even bjj I"
Mylius was reeds nedergekniold, betastte
het gelaat en de handen van de vrouw, (die
onbewegelijk op den rug lag uitgestrekt,
voelde baar pols. Het duurde langen tijd
voordat hy zijn hand terug trok.
„Hier heb ik hem eindelijk!"
Behringer had intusschen een tweede luci
fer ongestreken-.
In de aanvulliii gs wet van 14 Juli 1910 wer
den een drietal artikels ingevoegd, n.l. de
artikels 5a, 5b en 5c
Daarby wordt aan gemeentebesturen de be
voegdheid gegeven, tegen vergoeding of te
gemoetkoming in de kosten van reiniging en
ontsmetting, van de belanghebbenden uit
gezonderd on- en minvermogenden een by-
drage te vorderen, volgens een vast te stel
len tarief.
Voorts wordt door den Staat onder nader
bij Alg maatregel van 1 «stuur vast te stel
schelijk zijn als er ook andere heeren toch jen voorwaarden aan de gemeenten een by-
dezen kant uit, als je blieft, ik wou
het gezicht bekijken t"
Het hoofd was een weinig terzyde geiend;
het gelaat zoo wit als marmer, was Zeer schoon.
De lippen waren een weinig geopendbij het
flauwe licht van den lucifer maakte het den
indruk alsof de doode lachte. Eén smartelijke
trek slechts, een rimpel tusschen de wenk
brauwen toonde aan, dat zij een ©ogenblik
pijn had geleden.
Men zag dadelijk, dat de vrouw, welke zoa
plotseling uit het leven was weggerukt, tot
den beschaafden stand behoorde. Het was
een jeugdige vrouw, zij was keurig gekleed
in een donkere japon. Een smalle, blanke
hand rustte op haar borst, met de andere
band, die op het gras was afgegleden, hield zy
een zilveren kettinkje van een handtaschje.
vast.
Maar er was nog iets anders dat de aan
dacht trok van den rechtsgeleerde. De liand
van Behringer, waarmee hij de lucifer vast
hield, begon in het oog loopend te beven.
Dr. Mylius zag zyn vriend aan hy was
doodsbleek cn zeer ontsteld.
„Het geval grijpt je aan, Behringer. Geef
mjj de lucifers. Dank je." 1
Mylius streek nog een paar maal een lu
cifer af, om de geheele gestalte nog eens goed
iop te nemen. Toen wendde hy zich tot den
jeugdigen boschwachters jongen, die metgroo-
te, verschrikte oogen het lijk aanzag en den
jankenden hond trachtte stil te houden.
„Loop jy zoo gauw mogelijk naar het jacht-
wogentje en breng een van do lantaarns hier.
Laat den koetsier zoo snel als de paarden
loopen kunnen naar het dorp ryden.... wie
kt voor hoofd v»n de politie?'''
viel hij zichzelf in de rede, zich tot zijn
vriend wendende.
^Inspecteur |Wemer
„De inspecteur wordt verzocht dadelijk met
eenige geschikte personen en een wagen,
waarop eenige bossen stroo moeten liggen,
hier te komen. Begrepen?"
„Ja, mijnheer
„Ga dan spoedig, maar niet den weg waar
langs jwij gekomen zijn, deze richting niet,
kijk hier heen, en de menschen die je mee
brengt, pok dezen zelfden weg, Langs den
rand van het bosch. Heb je alles goed
begrepen?"
„Jawel, mynheer."
„Wacht even I" riep Mylius den jongen ach
terna, die zich reeds ijlings verwijderde, „waar
woont de naafstb'ijzijnde dokfer?"
„In Langstedt", antwoordde Behringer,
heb den dokter straks in het dorp gezien. Een
van de knechts is gekwetst door een stier do
voetsier moet even ophouden bij de woning
van de bedienden, misschien is de dokter er
nog. Trouwens dat kan ik zelf doen, Mylius,"
voegde hij er bij zich tot Zijn vriend wendende
„Want ik ben bang dat de dames zich onge
rust ©ver ons beginnen te makenik be
schouw het als myn plicht zelf..."
De heer Mylius liet hem niet uitspreken.
„Ik heb ook al aan de dames gedacht,
Behringer, maar het spijt mij wel, ik ban je
hier niet missen."
Behringer wilde antwoord geven, maar dr.
Mylius riep den jongen, die stond te wachten
reeds toe„Er Snoet een boodschap gezonden
worden naar het kasteel. De dames moeten
niet kwalijk nemen, dat wy zoolang wegblijven,
vrij hopen zoo spoedig mogelyk te bomen."
Nu echter gebleken is, «tuf de Staten vans winters nog wel eens met mist
Zeeland, hoewel een rijkssubsidie was toege- j kampen heeft. V\ al 1 «treft voorstel b gelooft
zegd pp voorwaarde, dat de provincie een
bedrag voor dat doel voteerde, op een
desbetreffend verzoek afwijzend hebben be
schikt op gronden, die moeten, gezocht wor
den in liet tot nu toe ontbreken van een pro
vinciale Groene Krui s-vereeni gin g, die alle
Groene Kruis-afdeelingen in de provincie Zee
land vertegenwoordigt, meent het hoofdbestuur
dat liet in het belang der tuherculose-besLrij-
ding is, dat de tuberculose-commissie niet lan
ger blijft een onderdeel der Provinciale Zeeuw
sche Groene Kruis-Vereeoiging, maar zich tot
een zelfstandige corporatie voor geheel Zee
land organiseert."
De afgevaardigde van Souburg vroeg, of er
geen kans bestaat op een fusie met Zuid-
het Hoofdbestuur, dat ook vooral vóór t
■fgelegen afdeelingen dit een welkome sten*
zal zyn.
De heer Witteveen zou uit voorstel a. de
woorden „eerste helft der" willen schrappen.
Het voorstel werd aldus aangenomen.
kleine reglementswijzigingen zullen, er
noodzakelijk gevolg van zyn.
Bij de rondvraag werdén door eenige der
afgevaardigden vragen gedaan van meer huis-
houdelijken aard.
Daarna werd de vergadering onder dank
zegging aan de aanwezigen voor hun opkomst,
door den voorzitter gesloten
„En wat moet er met Cora gebeuren?"
„Neem den hond maar mee met het wagen
tje".
De jonge man verwijderde zich met rasse
schreden en was weldra in de duisternis ver
dwenen
Er heerschte een drukkend stilzwijgen tus
schen de beide vrienden die waren achterge
bleven.
Behringer was de eerste die het stilzwijgen
verbrak
„Waarom laat je mij hier blijven?" vroeg
hij.
„Ik moet dadelijk nasporingen doen om de
zaaik te onderzoeken en je kunt my daarbij be
hulpzaam zijn
„Jij bent de eenige persoon geweest hier
in de buurt, toen de ongelukkige is gestom
„Ik heb geen flauw vermoeden gehad van
haar tegenwoordigheid
„Maar je kunt dingen hebben opgemerkt, die
mij van veel dienst bunnen wezen"
En toen. zijn vriend zweeg, gin,® hy voort:
„Wy weten nog niet wat de oorzaak is geweest
van den plotselingen dood van deze dame. Mis
schien wel een hartkwaal! Maar wat kwam zy
hier doen, in een bosch waar in. dezen tijd
van het jaar haast nooit een enkele vreemde
ling komt En dan op zulk een zonderling uur I
Wie weet of zy zelf niet een eind aan haar le
ven gemaakt, heeft, wie kan het zeggen?"
Hy zweeg; beide mannen keken met onge
duld in de richting van waar de bode ver
wacht werd
„Goddank, daar komt hij aan!"
Hot. licht dat hij Sn de hand Rad maakte
een merkwaardig effect in den nevel, welke
over het veld hing, zoo naderde.hy in een
kring yan licht.
„Kom dezen kant uit I" riep dr. Mylius.
Het volgend oogenblik was de bode op de
plaats des onheils aangekomen en nu boog dr.
Mylius zich over de onbeweeglijke gestalte
neder om by het betere licht naar de een of
andere wond te zoeken, die de oorzaak kou we
zen van haar dood.
Hij lichtte voorzichtig de verstijfde hand op,
doe op haar hart rustte. Met de grootse voor
zorg maakte hy den mantel een weinig los;
een wit Zijden blouse kwam daarop te voor-
schijn, Precies op de plek van haar hart zag
hij een roode vlek op de witte zijde
Het was eigenlijk maar een klein rood plek
je; toch schrikte de jonge man er van en
zyn gezicht nam een ernstige uitdrukking aan.
Want het roode vlekje werd veroorzaakt door
het bloed dat uit een kleine, maar doode-
lijke wond was gevloeid,
Er bestond haast geen twijfel meer de on
gelukkige was een gewelddadigen dood gestor
ven.
Geen enkel wapen was in de nabijheid der
doode te bespeuren Met een mes of dolk toe
gebracht, zou de wond veel grooter geweest
zyn. De scheur in de blouse zou grooter zijn
en het bloedverlies aanzienlijker Er was niets
dan een rond gaatje te zien. Zou een kogel
haar misschien getroffen hebben?
En nergens één enkel wapen dus zou hier
een misdaad ziji gepleegd?
(W«r4t vervolgd.)