tweede blad Middelburg 26 October. *£an dbouulkrontek VARIA. FEUILLETON, ïnd van Dingen waar men naar vraagt. Maandag 28 Oct. 1912, nn. 255. TAN ONZEN VASTEN HEDEWERKBR. Het rundvee op stal. stikstof, 785 liters; zuurstof, 209,4 liter; kool zuur, 3 A 4 liter, en nog een paar liter an dere gassen per 1000 liter Wanneer mansch en dier ademhalen, dringt de dampkringslucht iu de longen; in die lucht bevinden zich per 100 liter 20,9 liter zuur stof en 0,3 liter koolzuur, terwijl in gelijke hoeveelheid uitgeademde lucht 15,88 liter zuurstof en 4,38 liter koolzuurgas aanwezig is, benevens een groot© hoeveelheid water damp, die b\j vriezend weder dadelijk wordt waargenomen, die dus ook ia de stallen aan wezig is, al kan men dio daar ook niet zien. Dr Dammann heeft aangetoond, dat een koe van ^500 KG zwaarte per uur ongeveer 125 liter koolzuur uitademt, dat is i 3000 liter per etmaal. In een vertrek, waarin de uit-1 geademde lucht niet kan vervangen worden door versche, vermindert de zuurstof, neemt het koolzuur gehalte toe en zal de ademhaling na korten lijd bemoeilijkt worden. Zoodra het gelhalte aan koolzuur van de lucht in het vertrek gelijk is aan het gehalte aan koolzuur van de uitgeademde lucht, is er geen uit wisseling meer mogelijk en het zich daarin I bevindende dier moet sterven door verstikking. 1 Nu behoeft men wel niet te vreezen, dat I zich in onze stallen zoo'n sterfgeval ten- gevolge ran verstikking zal voordoen, want door de reten onder de deur zal wel altijd I versche lucht blijven binnendringen en door I de openingen in den zolder zal wel altijd een deel van de warmere verbruikte luclil Wij ciodigdw. ons vorig opstel mol de me- ™«jken. maar aan- en alvoer hellen „iel dedeeling, dal uil de proeve van Hennebers l^eld flMl». g"n bovendien zeer <1,1™,,Is en Damman zou lunnek afgeleid worden, dat nf t™". «W». een temperatuur van 15 4V C voor oen een einde dient gemuit mnderstal de eewenschle is, maar ,vr, behiel- tea, Niet dat men ons na d> rangschikken onder de overdreven dieorenbe schermers, die er medelijden mede hebben, dat een dier moet trekken of ander werk verrichten; die bet verkeerd vinden, dat een dier wordt gedood om voor ons en anderen te dieoen tot voedsel. Dat zq verre van ons. Maar moet men een dier dooden, dat men het doe op de spoedigste, minst pijnlijke wijze; houdt men een dier om te werken Df om op eenige andere wijze daarvan voordeel te trekken, dat men hot dan behandele, zoo- als men zelf ook gaanio behandeld zoude worden, nl. met inachtneming van alles wat de gezondheid kan bevorderen, een gezond ver blijf, goed voedsel en geen overmatigen arbeid. Het voorbeeld van den eigenaar zal onge twijfeld in hoogo mate gunstig werken op zijn ondergeschikten"maar ook do lessen daaromtrent gegeven op wintercursussen in land bouwkunde en reekennis; do waarschuwingen van den onderwijzer bij liet verblijf der kinderen op de schoolbanken, wanneer de eerste zich daar bij maai- wacht voor overdrijving, die allicht aanleiding geeft tot het spotten met zijn les sen, kunnen, ook in dezen een grootten in vloed ten goede uitoefenen op een meer men- schelijke, meer menschwaardige lteliandelmg onzer huisdieren (Slot volgt). ventilatie. Nu hebben we in het landbouwers- en vee- 1 houdcrsbedrrjf voortdurend te doen met twee soorten van menschen, nl. met. eigenaars en ',"v met pachters. Daarbij kan men nagenoeg als teiiipcxatuui plotseling overbrengt in oen la- algemm„ waarheid aannemen, dat de gere, dan loopen zij, evenzeeeigenaars op het punt van verbetering aan- den ons voor daaromtrent nog een opmer king te maken Deze nu is de volgende Wanneer men de dieren uit een te scben, die zonder eenige voorzorg eigenaars op het punt van verbetering aan brengen zeer conservatief znn, terwijl de pach- varer koude te vellen c„ het gevolg daarvan burgerstand, veel eer de kap voor diereu «ven noodlottige gevolgen b hebben als voor menschen f inzien dan de eigenaars van de verhuurde Het verdient daarom aanbeveling de dieren perceele0i en dat dezen daarom niet ajtijd eenigszins te hai-den tegen de koude en daar- lK,reid geTOndea zullen worden om de ge- pm de Warmte van den stal niet te hoog op „„gde verbeteringen aan te brengen, èn te voeren. Een temperatuur van 13 a 14 2IJ daarvajl de noodzpifebjkheid niet C. achten wij voor den stal hoog genoegvoor kujine31 inzieil; èn v^en mestvec kan men die lager nemen, bijv ge- daardoor uitgaven te moeten doen, die niet rniddeld 12% voor moederdieren met jongen zullen Iendeeren Daarbjj beroepen zij zich tets hooger, tot 16 gaarne pp een buurman-eigenaar, die ook Dat koude vatten van rundvee en paarden niets verbetert Is dus de pachter over tui gjd, kan zeel- gemakkelijk plaats hebben in den dat een verbetering van den stal voor de winter, wanneer de staldeuren des morgens, gezondheid van zijn vee dringend noodzakelijk pa den gebeelen nacht gesloten te zqn geweest, jSj dan ©venals de pachter van land^ worden open gelation om de stallen uit te dl© drainage daarvan onmisbaar acht, zrjnecge- mesten ook waruieei" men de dieren, bij la- naai- dienen trachten over te halen diehoog- ge temperaturen uit den wannen stal naai' noodigc verbeteringen te doen aanbrengen, buiten brengt en ze daar laat stil staan, door hem voor het daaraan bestede geld bijv. om te drinken. jaarlqks een billijken intrest te betalen De In hel eerste geval is het zeer gcwensclit, eigenaar verbetert zijn eigendom, lijdt geen de deuren met langer open te houden dan geldelijk verlies en de pachter, die op deze beslist noodzakelijk is om den mest uit wijze den behoudszin van zijn eigenaar oveT- te voeren, of anders door een scherm den wint, zal in den beteren toestand van jzijn vee- toebt te voorkomen in het tweede geval stapel, in hun grooter productievermogen do drijft men de buitengelaten dieren eenige mi- betaalde rente met groote winst terugvinden, nuten om ze al gaande aan een lagere Bjj de menschen heeft men in allo rjjken, temperatuur gewend te maken in Nederland niet het minst, kunnèn cans ta lc gedachten hooren wij hieT en daar de leeren, dat een hoogere levensstandaard, be- opmerking „wat een complimenten over koeien ter voedsel en gezondere verblijven, de sterfte en over een koestal we hebben nog nooit aanzienlijk heeft verminderd en de levensduur koeien of paarden bij zoo'n open deur zien heeft doen toenemen. doodgaan integendeel zoo'n verfrissching na Aangezien nu mensch en dier gelijkelijk zijn e®li warmen nacht doet de dieren goed I" georganiseerd, zullen verbeterde voeding en Laat ons daartegen opmerken, dat de behan-verbeterde Woningen vopr het vee eveneens den deling, die wij voorschrijven, hoegenaamd geen gezondheidstoestand daarvan aanzienlijk veibe- uilstaans heeft met overtollige complimenten, teren, natuurlijk onmiddellijk ten profijte van dat de gezondheidsleer die eischt en dat wan- don eigenaar. neer men zich zelf en zgn bedienden aan- Nog te veel hoort men bij de behandeling went, die te volgen, zjj al heel spoedig een van dieren de jiitdrukking ,,'tis maar een gewoonte wordt en niet meer als overtollige dier", daarmede te kennen willende geven, complimenten zal beschouwd worden, omdat dat men bjj de verzorging daarvan niet zoo mai al gauw zal kunnen bemerken, dat het nauw heeft toe te zien; en, hoort men de vee zich daar wél bij bevindt. 1 uitdrukking al niet, de toepassing van het Vooral dient men geen te hooge tempera-beginsel kan men nagenoeg dagelijks waar- tuur' toe te laten in de stallen van werk- nemen. Men behoeft slechts in enkele dee- paarden, die dan eens op stal komen om ten van Zeeland de melkkoeien uit de weide te eten en kort daania weer naar buiten naai- huis te zien drijven door een opgescho- moeten Dm te werken. ten lummel met een grooten knuppel, dien Om de temperatuur op de gewondte hoogte hÜ de ochto MSvande dieren slingert, te honden en tegelijkertijd de verbruikte lucht om 23 tot meer 3Peed nan te zetten, te klinnen afvoeren en versche lncbt Ie kun- Do toepassing van dat gezegde nu is het „en aanvoeren, moet de gelegenheid beslaan ™«st «nadelig voor den eigenaar, trant om den. stal te ventileeren zonder daardoor zi®kt®> kwijnen, sterven zijn in den regel tocht te veroorzaken do6®™'©® van veronachtzaming en mishan- Dc dampkringslucht is een mengsel van dolteg. ONJUISTE HERINNERING Iedereen kent dat zonderlinge verschijn sel bi; ervaring, dat bij of zq plotseling meent de omstandigheden, waarin men zich op dat oogenblik bevindt, vroeger precies eender te, hebben doorleefd, ook al weet het versland. dat dit onmogelijk is b. v doordat men op een plaats vertoeft, waar men vroeger nooit is geweest De wetenschappelijke naam voor dit ietwat griezelig en spookachtig verschijn sel is „fausse reconnaissance" Griezelig en spookachtig, omdat dit volstrekt buiten den wil van den persoon, die het ondergaat, om gaat en door de nauwkeurige overeenstemming tot in de kleinste onderdeden, die men tus- schen het tegenwoordige en het herinnerings beeld meent waar te nemen. Het is als een droom in wakenden toestand, als het vizioea van een slaapwandelaar- De geleerden hebben op dit zonderlinge feit hun licht laten schijnen We noemen slechts de namen van Osborn, Bomand-Le- xoy en onzen landgenoot, den Groningschea hoogleeraar G Heijmans In 1904 heeft deze psycholoog omtrent dit punt beslissende onderzoekingen openbaar ge maakt. Heymans meent, dat de „fausse recon naissance" verwant is met een ander ver schijnsel, dat ook zeer velen menschen uit persoonlijke ervaring bekend moet zijn. Dat nl van de zgn „depersonalisatie", of wel, als de b.ubaarsrhe samenstelling ons vergund is: „verontpersoonlijking". Deze laat ste gewaarwording omschrijft Heijmans met de rojgende woorden een voor een oogenblik op tredende, meest ook snel vqorbij gaande toestand, tijdens welken alJes, wat we waar nemen, ons vreemd, nieuw, eer droom dan werkelijkheid schijnt te Zijn. De menschen met wie we spreken, maken op ons den indruk, louter machines te zijn. Wij heb ben het gevoel, niet zelf te handelen en te praten maar gelooven slechte als toeschou wers ons handelen on spreken zich te zien en te hooren afwikkolen. De „onjuiste herinnering" omschrijft de be roemde, Groningsche professor op de wijze als We boven aangaven. Om dit te Weten te komen, bediende Heij mans zich van het middel der enquête, Naar men weet heeft hij ook over andere, psychologische onderwerpen gegevens verza meld door liet rondzenden van op dat onder werp betrekking hebbende vragenlijsten aan bepaalde categorieën van personen. Op de biljetten, die hij deed circuleeren voor zijn onderzoek naar de „fausse reconnaissance" ko men de volgende vragen voor: Herinnert u zich gevallen van onjuiste her innering, Waarbij de mogelijkheid dat inder daad overeenkomstige herinneringsbeelden voorhanden Waren, geheel of bijna geheel was uitgesloten? Is uw gemoedstemming in 't ^Jgemeen gelijk matig of op verscbiiJendo tijden zeer on gelijk? Dringt, als u in de een af andere il! Naar het Fransch van THE URIET. Zq kondigden ook aan de terugkomst te Saint Clair van een zeldzamen vogeL De jonge Rcné Palaiseau, zoon van den notaris, die eindelijk voor zijn candidaatscxamen was ge slaagd, was in 't ouderlijk dorp teruggekeerd, in de stille week vóór Paschen Zijn aan wezigheid, zjjn knap voorkomen, zijn succes aan de universiteit, maakten 't onderwerp van gesprek uit voor de bewoners uit den omtrek. Viviane vernam dat nieuws door Catherine en voelde zich beleedigd, dat Valbruant er geen woord over sprak. Hjj, die vroeger op de ■gezondheid van den toekomstigen candidaat (gedronken had en zijn lof had gezongen, be waarde nu een omzichtig stilzwijgen en scheen hief de minste haast, te hebben 't jong© mensch aan zijn pupil voor te stellen. En. inderdaad werd Claude sedert hij zich door de tegen woordigheid van freule la Genevroye verjongd eft veranderd voelde, onbewust een beetje ach terdochtig. Hij genoot als egoïst van de gesprok ken met zijn bekoorlijke pupil en had geen lust een jongen wolf in de schaapskooi van „do Lijjnbaaa" te brengen. Hij wist lied goed, dat die ontmoeting onvermijdelijk den een of anderen dag zou plaats bobben, maar hij gebruikte geslepen voorzorgsmaatregelen om zoo lang mogelijk dien beslissenden dag te verschuiven. De warme lentezon, die 't sap in beweging bracht en de knoppen deed zwel len, werkte ook op 'thart van den eigenaar van „de Lijnbaan"; zij wekte er onbestemde wenschen, wellustige verlangens, onuitgespro ken verwachtingen en een afgunstig wan trouwen in op. In de oostelijke provinciën van Frankrijk kenmerken het einde van Maart en het begin van April zich door het trekken der snippen Die vogels, die jagers en lokkerbekken zeer op prijs stellen en die de oude natuurkundige Beien „een erg zot beest" noemde, blijven aan hot ©inde van den winter in onze val leien en ons hakhout achter, alvorens de bor gen van de Jura en Savoye weer op te zoeken, waar zij in den zomer nestelen. Zq gaan graag naar warme bronnen, en moeras sen, om ©r regenwormen to zoeken, die zij met hun langen bek uit deu grond halen. Dit doen zij 's morgens vroeg en 's avonds tus- schon licht en donker, overdag houden zij zich schuil in het dichte hout. Men jaagt dan ook op snippen hoofdzakelijk in de schemer uren, als zij het dichte struikgewas verlaten om neer te strqken op de wee" aan den rand van poelen Bij het gaan en komen steken zij de boschwegen over met luid vleugelgeklap en plotselinge wendingen. De jagers kiezen die schemeruren uit om ze gemakkelijker te schieten. In zijn hoedanigheid van fijnproever wachtte Claude met ongeduld op dien korten tijd van het voorbijtrekken en besteedde zooals ge woonlijk de meeste avonden aan die sport. Op een morgen in de Paaschweek, zei hij tegen Viviane: Men beeft mij de komst der snippen ge meld en, als je wilt, zullen wjj van avond in do vallei van Val-Clavin er op gaan ja gen. Daar moet je eens laten zien, wat je kunt en ik verzeker je dat hel prettig Es I Freule la Genevroye haastte zich de-uitnoo- diging aan 1e nemen. Zij bad te Langres een jachlcostuum besteld en brandde van on geduld het aan te trekken... Zij besteedde een gedeelte van den namiddag om haar j&cht- toilet in orde te brengen. Tegen vijf uur floot Valbruant zijn hond Pandore en mét lichten tred liepen voogd en pupil den keiweg over, die naar do bosschen van Val-Clavin leidt. Het had 's morgens geregend, de lucht was nog vochtig en de zon ging rood onder in oen dichten damp, maar de temperatuur was zacht, de merels floten en de barstendeknop pen bedekten de struiken met een fijn groen waas. Claude snoof met wellust de met bosch- geuren bezwangerde lucht op; zijn jagers- natuur kwam boven. bezigheid verdiept bent, een door anderen tot u gerichte vraag toch dadelijk tot u door of moet men de vraag soms ©ens of meer malen herhalen? Welke vakken bezorgden u op de middebaxe scholen meer moeite, de wis- o£ 'de taalkundige? Krijgt u dikwqls, zelden of nooit een indruk, dat een bepaald, volstrekt niet ongewoon woord óf eigennaam u op een oogenblik wonderlijk, als een klanken- of lettor-verbinding zonder zin voorkomt? Heymans komt o pgrond van de antwoorden op deze en dergelijke vragen tot bet volgende besluit. Er zijn menschen, bij wie zoowel de verschijnselen der depersonalisatie als van de „fausse reconnaissance" en van het vreemd vinden van een bekend woord aanmerkelijk méór en daartegenover een ander soort men schen, Kvaaxbij de genoemde verschijnselen aan merkelijk minder voorkomen dan bij den ge middelden inensch. Die eerste soort wordt door sterker vatbaarheid voor ontroeringen, ongelijkmatigen gemoedstoestand, tijdelijke lus teloosheid, onregelmatig arbeiden en geringen aanleg voor mathematisch werk, de tweede echter door geringer emotionaliteit, gelijkma tig humeur, werklust, in den xuimsten zin van het woord, regelmatig werken en een geringer aanleg voor de taalkundige vakken gekenmerkt. Wat de verklaring, d w z de aanwijzing der oorzaak van de behandelde, eigenaar digc verschijnselen aangaat, deze laat zich in het feit vinden, dat de omstandighe den, waaronder deze ervaringen optreden, alle iets gemeenschappelijks hadden, daar ze nl. alle hetzij ken teekenen of oorzaken van een tijdelijke verslapping der psychische energie waren en op een tijdelijke inzinking van de aandacht duidden Beide verschijnselen zijn afwijkingen van de associatieve reproductie. Wij vragen onzen lezers nederig verschooning voor de vreemdo woorden. Op het gebied der wetenschappelijke psychologie kan men het eenmaal niet buiten Lalijnsclie barbarismen stellen, llit het ver band volgt trouwens onmiddellijk, wat onze bu'tcn onze grenzen beroemde landgenoot met deze kenschets bedoelt Ze worden nl. veroorzaakt door het tijde lijk wegblijven of abnormaal zwak optreden van de association, die het gevoel van be kendheid overbrengen Heymans heeft in zijn publicatie den lezers gevraagd, hem door verspreiding en eigen in vulling van dergelijke vragenlijsten aan meer studie-materiaal te helpen. Een reeks, waar schijnlijk slechts Duitscho filosofen en psy chologen hebben, daardoor opgewekt, dezen kieschen en belangwekkenden arbeid ter hand genomen Het resultaat, dat uit de nieuwe on derzoekingen voortvloeide, heeft Heymans ook gepubliceerd Dit bevestigde de oude conclu sies. De genoemde verschijnselen komen vooral bij personen met geringe, psychischo stand vastigheid voor. Ze worden door al die om standigheden bevorderd, welke een tijdelijke inzinking van de ziels-energie tot stand brengen In Aïnerika zfyn nu nieuwe proeven ge nomen, pm zich te overtuigen van den in vloed, die het voorste deel van een in beweging brengende en houdende machine locomotiefbeeft op de snelheid van den trein en het verbruik van d© brandstof. De machine werd daarbij met petroleum gestookt en het voorste deel werd achtereenvolgens voorzien van een punt en van een plat stuk Do uitwerking van deze verschillende toestellen bleek nauwkeu rig te bepalen. Het verbruik van brandstof, dat 67 liter bedroeg pp 100 KM.toen hot voofcstuk/ min of moer puntig gevormd was, steeg in dezelfde verhouding tot 95 liter, toen het andere of platte stuk daaraan werd gehecht Dat maakt dus de aanzienlijke vermeerdering van 40 pet. Langs een helling van 7,5 m M. per meter, die met een snelheid van 64 K M in het uur bereden werd, heeit pe locomotiel 10 Kil m 9 minuten afgelegd met stop gezette machine, terwijl hij dus slechts door do zwaartekracht werd gedreven Dit resultaat werd bereikt zonder dat een van beide, genoemde voor stukken aan de machine bevestigd was Voor zien van het spitse sluk steeg de snelheid in die omstandigheden tot 80 K.M in het uur, met bet piaLle stuk celilur daaJde die zoodanig, dat de 10 K.M. in 13 minuten wer den afgelegd en de nvotor zelfs in werking moest Worden gesteld, om dien afstand te beëindigen Ten slotte hebben de personen, die de proeven namen,, opgemerkt, dat de stabiliteit heter was, toen dc machine van het puntige voorstuk voorzien was DE ZIEKTE DER FOTOGRAFEN. DE WEERSTAND DER LUCHT. De lucht biedt weerstand aan de beweging van personen en voorwerpen We deelen hier mee "onzen lezers niets nieuws mee, maar het i s noodig, dit even, vast te stellar* voor wat volgt. Doze weerstand is gering bij 'Zwakke vaart., wordt echter ontzettend groot bij aanzienlijke snelheden. Ondanks de vorderingen van de luchtvaart en van de wetenschap omtrent den luchtdruk weet men tegenwoordig nog maar weinig over dit ver schijnsel. Zelfs schijnen nog heel wat proeven noodig, om de kracht van den door do lucht geboden weerstand, zijn punt van aanvatting en de wetten, volgens welke hij verandert, te bepalen. Natuurlqk hebben die vTagen in de eerste plaats voor de spoorwegen belang. De beant woording daarvan is van belang, omdat bij de snelheden van sneltreinen het vermogen van den locomotief, dat noodig is om de tegenge stelde kracht van den vind te overwinnen en dat dus eenvoudig wordt verbruikt, zonder dat daar iets positiefs tegenover staat, bij honderdtallen paardenkrachten wordt gemeten. Het blijkt, dat geen algemeen© regels worden gevolgd bij het vervaardigen van het voorste deel der machine, om dat energie-verlies tot een minimum te bepexren en daar dus den meest passenden vorm aan te geven. Eenige jaren geleden waren zgn. windsnijders zeer in zwang, maar deze schijnen volstrektd te heb ben afgedaan. I In Engeland is een commissie belast, een lijst op te stellen van de ziekten, die meer of minder rechtstreeks voortvloeien uit de bedrijven, door diegenen uitgeoefend, welka de ziekte-verschijnselen vertoonen Deze com missi© heeft o.a. geconstateerd, dat onder de bedienden van fotografen, die voortdurend in donkere kamers werken, bloedarmoede veel vuldig optreedt. De invloed van de lichtstralen op de levens krachten, hun aanzienlijke uitwerking, die de onderzoekingen van doctor Berthelot in het hebt hebben gesteld, maakten een derge lijken invloed bij voorbaat waarschijnlijk. De doctoren Agasse-Lafont en Ileim hebben dit verschijnsel zoeken bloot te leggen onder die personen, die in de fotografische werkplaatsen, in het donker of bij een zeer zwak licht zich bezig houden met het vervaardigen van foto grafische platen, dunne vellen, cliché's enz. Zij hebben vastgesteld dat het verblijf in die sombere ruimten niet de minste uitwerking heeft op da roode bloedlichaampjes, en dat daarvan dus geen bloedarmoede het gevolg kan zijn, zooals de Brilsche geneeshceren on derstellen Integendeel hebben ze wat de witte bloed lichaampjes betreft, belangwekkende veranda ringen geconstateerd, die wel verdienen, dat de aandacht daarop gevestigd wordt Ze hebben nl. vastgesteld dat het aantal daarvan in Aan zienlijke mate toeneemt en dat wel zeer snel, na eenige maanden reeds, waarin de men. schen in dat beroep werkzaam waren. Ook de samenstelling van de witte bloedlichaamp jes veranderde aanmerkelijk De verklaring van dit feit vereischt een kieschen arbeid, want het is moeilijk, de mat©, waarin het verblijf in een van het daglicht afgesloten ruimte, op die verschijn selen invloed uitoefent, te onderscheiden van de uitwerking, die het voortdurend omgaan met bepaalde, scheikundige stoffen (zilverzouten en andere) ongetwijfeld heeft De Franschen ge leerden schrijven aan die laatste invloeden de verandering in de samenstelling der witte bloedlichaampjes toe, die dan het gevolg zou zijn van liet feit, dat hot organisme door de zilverzouten lichtelijk doortrokken is. De zon komt den 30 October op t 6.54 uur en gaat onder te 4.34 uur. De maan komt heden op 4.37 n. n en gaat onder te 7.09 v.m. Zaterdag ie het laatste kwartier. Dit is nu een uitgezocht© tijd, zei hij. en de liefhebbers van snippen zullen niet ontbreken..... De notaris met zijn zoon zijn al vóór ons vertrokken. Is René Palaiseau dan te Sauit-Clair? vroeg Viviane met een onschuldig gezicht. De voogd beet zich op de lippen en antwoord de Ja, hij is een paar degen vóór Paschen He! en u hebt er mij niets van gezegd. Niet? Dan zal ik het vergoten hebben. Ik wachtte trouwens zijn bezoek af, maar hij heeft zich niet verwaardigd eenig teeken van leven te geven...Do jongelui van den tegenwoordigen tijd schijnen de eenvoudigste plichten der burgerlijke beleefdheid niet te kennen Freule la Genevroye keek hem van ter zijde wantrouwend aan. Zij meende in de ver legen houding van Valbruant iets te bespeu ren, dat weinig goeds voorspelde voor den jon gen Palaiseau Zonder te antwoorden, verhaastte zq haar schreden, met 't gezicht van een pruilend kind. Argeloos zag Claude haar voor zich uit loopen en was verrukt over haar bevalligen gang. Het geweer over den schouder, smaakvol ge kleed in haar wollen blouse en korte geplooide rok, een vilten hoed op, versierd met een reigerveer, gele laarsjes aan, met slobkousen van dezelfde kleir, die nauw om de enkels sloten, stapte Viviane dapper voort, midden op den weg. In do rosse schemering toekende zich haar slanke gestalte sterk af tegen het tecre groen van 't kreupelhout. Met jeugdige bewondering keek Valbruant haar na en een zoete teederheid vervulde zijn hart. Men bemerkte weldra de vallei, die zich verwijdde lussclien de randen van het boscfc van Fosse en de boogvormige steile hellingen van 't hooggeboomte van Montgórand. bi 't midden verhief op een grasrijke hoogte de boerderij van Val-Clavin, tusschen kersenboo men in bloei, haar lage muren en haar lava kleung dak, weggedoezeld door den rook Claude en zijn pupil gingen langs een steen achtig paadje naar beneden tot aan den oeverrand, waar de Aubotte, vol gele irissen om den voet van den heuvel heen sim gente en in 't dicht houtgewas verdween Hier en daar wisselden onder in 't dal veenachtig wei land, open plekken met berken, en misvorm de eiken er om heen, poelen bedekt met riet, elkander af. Valhraant, die den rand van een geul had bereikt, ging nauwkeurig den grond na en ontdekte er witte sporen van uitwerpselen, die jagers „spiegels" noemen Hier zijn we er, fluisterde hij, de plek is uitstekend voor den „trek".Jo moet tegen een boom gaan staan en goed uitkij ken..'t Wild zal weldra komenVerroer je niet! Wat mjj betreft, ik ga een honderd meter hoogerop staan.. Je zult toch niet bang zijn, hoop ik? (W.prdt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1912 | | pagina 5