tweede blad
Middelburg 26 October.
*£an dbouulkrontek
VARIA.
FEUILLETON,
ïnd van
Dingen waar men naar
vraagt.
Maandag 28 Oct. 1912, nn. 255.
TAN ONZEN VASTEN HEDEWERKBR.
Het rundvee op stal.
stikstof, 785 liters; zuurstof, 209,4 liter; kool
zuur, 3 A 4 liter, en nog een paar liter an
dere gassen per 1000 liter
Wanneer mansch en dier ademhalen, dringt
de dampkringslucht iu de longen; in die lucht
bevinden zich per 100 liter 20,9 liter zuur
stof en 0,3 liter koolzuur, terwijl in gelijke
hoeveelheid uitgeademde lucht 15,88 liter
zuurstof en 4,38 liter koolzuurgas aanwezig
is, benevens een groot© hoeveelheid water
damp, die b\j vriezend weder dadelijk wordt
waargenomen, die dus ook ia de stallen aan
wezig is, al kan men dio daar ook niet zien.
Dr Dammann heeft aangetoond, dat een koe
van ^500 KG zwaarte per uur ongeveer 125
liter koolzuur uitademt, dat is i 3000 liter
per etmaal. In een vertrek, waarin de uit-1
geademde lucht niet kan vervangen worden
door versche, vermindert de zuurstof, neemt
het koolzuur gehalte toe en zal de ademhaling
na korten lijd bemoeilijkt worden. Zoodra het
gelhalte aan koolzuur van de lucht in het
vertrek gelijk is aan het gehalte aan koolzuur
van de uitgeademde lucht, is er geen uit
wisseling meer mogelijk en het zich daarin
I bevindende dier moet sterven door verstikking.
1 Nu behoeft men wel niet te vreezen, dat
I zich in onze stallen zoo'n sterfgeval ten-
gevolge ran verstikking zal voordoen, want
door de reten onder de deur zal wel altijd
I versche lucht blijven binnendringen en door
I de openingen in den zolder zal wel altijd
een deel van de warmere verbruikte luclil
Wij ciodigdw. ons vorig opstel mol de me- ™«jken. maar aan- en alvoer hellen „iel
dedeeling, dal uil de proeve van Hennebers l^eld flMl». g"n bovendien zeer <1,1™,,Is
en Damman zou lunnek afgeleid worden, dat nf t™". «W».
een temperatuur van 15 4V C voor oen een einde dient gemuit
mnderstal de eewenschle is, maar ,vr, behiel- tea,
Niet dat men ons na d>
rangschikken onder de overdreven dieorenbe
schermers, die er medelijden mede hebben,
dat een dier moet trekken of ander werk
verrichten; die bet verkeerd vinden, dat een
dier wordt gedood om voor ons en anderen
te dieoen tot voedsel. Dat zq verre van ons.
Maar moet men een dier dooden, dat men
het doe op de spoedigste, minst pijnlijke
wijze; houdt men een dier om te werken Df
om op eenige andere wijze daarvan voordeel
te trekken, dat men hot dan behandele, zoo-
als men zelf ook gaanio behandeld zoude
worden, nl. met inachtneming van alles wat de
gezondheid kan bevorderen, een gezond ver
blijf, goed voedsel en geen overmatigen arbeid.
Het voorbeeld van den eigenaar zal onge
twijfeld in hoogo mate gunstig werken op
zijn ondergeschikten"maar ook do lessen
daaromtrent gegeven op wintercursussen in land
bouwkunde en reekennis; do waarschuwingen
van den onderwijzer bij liet verblijf der kinderen
op de schoolbanken, wanneer de eerste zich daar
bij maai- wacht voor overdrijving, die allicht
aanleiding geeft tot het spotten met zijn les
sen, kunnen, ook in dezen een grootten in
vloed ten goede uitoefenen op een meer men-
schelijke, meer menschwaardige lteliandelmg
onzer huisdieren
(Slot volgt).
ventilatie.
Nu hebben we in het landbouwers- en vee-
1 houdcrsbedrrjf voortdurend te doen met twee
soorten van menschen, nl. met. eigenaars en
',"v met pachters. Daarbij kan men nagenoeg als
teiiipcxatuui plotseling overbrengt in oen la- algemm„ waarheid
aannemen, dat de
gere, dan loopen zij, evenzeeeigenaars op het punt van verbetering aan-
den ons voor daaromtrent nog een opmer
king te maken
Deze nu is de volgende
Wanneer men de dieren uit een te
scben, die zonder eenige voorzorg
eigenaars op het punt van verbetering aan
brengen zeer conservatief znn, terwijl de pach-
varer koude te vellen c„ het gevolg daarvan burgerstand, veel eer de
kap voor diereu «ven noodlottige gevolgen b
hebben als voor menschen f
inzien dan de eigenaars van de verhuurde
Het verdient daarom aanbeveling de dieren perceele0i en dat dezen daarom niet ajtijd
eenigszins te hai-den tegen de koude en daar- lK,reid geTOndea zullen worden om de ge-
pm de Warmte van den stal niet te hoog op „„gde verbeteringen aan te brengen, èn
te voeren. Een temperatuur van 13 a 14 2IJ daarvajl de noodzpifebjkheid niet
C. achten wij voor den stal hoog genoegvoor kujine31 inzieil; èn v^en
mestvec kan men die lager nemen, bijv ge- daardoor uitgaven te moeten doen, die niet
rniddeld 12% voor moederdieren met jongen zullen Iendeeren Daarbjj beroepen zij zich
tets hooger, tot 16 gaarne pp een buurman-eigenaar, die ook
Dat koude vatten van rundvee en paarden niets verbetert Is dus de pachter over tui gjd,
kan zeel- gemakkelijk plaats hebben in den dat een verbetering van den stal voor de
winter, wanneer de staldeuren des morgens, gezondheid van zijn vee dringend noodzakelijk
pa den gebeelen nacht gesloten te zqn geweest, jSj dan ©venals de pachter van land^
worden open gelation om de stallen uit te dl© drainage daarvan onmisbaar acht, zrjnecge-
mesten ook waruieei" men de dieren, bij la- naai- dienen trachten over te halen diehoog-
ge temperaturen uit den wannen stal naai' noodigc verbeteringen te doen aanbrengen,
buiten brengt en ze daar laat stil staan, door hem voor het daaraan bestede geld
bijv. om te drinken. jaarlqks een billijken intrest te betalen De
In hel eerste geval is het zeer gcwensclit, eigenaar verbetert zijn eigendom, lijdt geen
de deuren met langer open te houden dan geldelijk verlies en de pachter, die op deze
beslist noodzakelijk is om den mest uit wijze den behoudszin van zijn eigenaar oveT-
te voeren, of anders door een scherm den wint, zal in den beteren toestand van jzijn vee-
toebt te voorkomen in het tweede geval stapel, in hun grooter productievermogen do
drijft men de buitengelaten dieren eenige mi- betaalde rente met groote winst terugvinden,
nuten om ze al gaande aan een lagere Bjj de menschen heeft men in allo rjjken,
temperatuur gewend te maken in Nederland niet het minst, kunnèn cans ta
lc gedachten hooren wij hieT en daar de leeren, dat een hoogere levensstandaard, be-
opmerking „wat een complimenten over koeien ter voedsel en gezondere verblijven, de sterfte
en over een koestal we hebben nog nooit aanzienlijk heeft verminderd en de levensduur
koeien of paarden bij zoo'n open deur zien heeft doen toenemen.
doodgaan integendeel zoo'n verfrissching na Aangezien nu mensch en dier gelijkelijk zijn
e®li warmen nacht doet de dieren goed I" georganiseerd, zullen verbeterde voeding en
Laat ons daartegen opmerken, dat de behan-verbeterde Woningen vopr het vee eveneens den
deling, die wij voorschrijven, hoegenaamd geen gezondheidstoestand daarvan aanzienlijk veibe-
uilstaans heeft met overtollige complimenten, teren, natuurlijk onmiddellijk ten profijte van
dat de gezondheidsleer die eischt en dat wan- don eigenaar.
neer men zich zelf en zgn bedienden aan- Nog te veel hoort men bij de behandeling
went, die te volgen, zjj al heel spoedig een van dieren de jiitdrukking ,,'tis maar een
gewoonte wordt en niet meer als overtollige dier", daarmede te kennen willende geven,
complimenten zal beschouwd worden, omdat dat men bjj de verzorging daarvan niet zoo
mai al gauw zal kunnen bemerken, dat het nauw heeft toe te zien; en, hoort men de
vee zich daar wél bij bevindt. 1 uitdrukking al niet, de toepassing van het
Vooral dient men geen te hooge tempera-beginsel kan men nagenoeg dagelijks waar-
tuur' toe te laten in de stallen van werk- nemen. Men behoeft slechts in enkele dee-
paarden, die dan eens op stal komen om ten van Zeeland de melkkoeien uit de weide
te eten en kort daania weer naar buiten naai- huis te zien drijven door een opgescho-
moeten Dm te werken. ten lummel met een grooten knuppel, dien
Om de temperatuur op de gewondte hoogte hÜ de ochto MSvande dieren slingert,
te honden en tegelijkertijd de verbruikte lucht om 23 tot meer 3Peed nan te zetten,
te klinnen afvoeren en versche lncbt Ie kun- Do toepassing van dat gezegde nu is het
„en aanvoeren, moet de gelegenheid beslaan ™«st «nadelig voor den eigenaar, trant
om den. stal te ventileeren zonder daardoor zi®kt®> kwijnen, sterven zijn in den regel
tocht te veroorzaken do6®™'©® van veronachtzaming en mishan-
Dc dampkringslucht is een mengsel van dolteg.
ONJUISTE HERINNERING
Iedereen kent dat zonderlinge verschijn
sel bi; ervaring, dat bij of zq plotseling meent
de omstandigheden, waarin men zich op dat
oogenblik bevindt, vroeger precies eender te,
hebben doorleefd, ook al weet het versland.
dat dit onmogelijk is b. v doordat men op
een plaats vertoeft, waar men vroeger nooit
is geweest De wetenschappelijke naam voor
dit ietwat griezelig en spookachtig verschijn
sel is „fausse reconnaissance" Griezelig en
spookachtig, omdat dit volstrekt buiten den
wil van den persoon, die het ondergaat, om
gaat en door de nauwkeurige overeenstemming
tot in de kleinste onderdeden, die men tus-
schen het tegenwoordige en het herinnerings
beeld meent waar te nemen. Het is als een
droom in wakenden toestand, als het vizioea
van een slaapwandelaar-
De geleerden hebben op dit zonderlinge
feit hun licht laten schijnen We noemen
slechts de namen van Osborn, Bomand-Le-
xoy en onzen landgenoot, den Groningschea
hoogleeraar G Heijmans
In 1904 heeft deze psycholoog omtrent dit
punt beslissende onderzoekingen openbaar ge
maakt. Heymans meent, dat de „fausse recon
naissance" verwant is met een ander ver
schijnsel, dat ook zeer velen menschen uit
persoonlijke ervaring bekend moet zijn. Dat
nl van de zgn „depersonalisatie", of
wel, als de b.ubaarsrhe samenstelling ons
vergund is: „verontpersoonlijking". Deze laat
ste gewaarwording omschrijft Heijmans met de
rojgende woorden een voor een oogenblik op
tredende, meest ook snel vqorbij gaande
toestand, tijdens welken alJes, wat we waar
nemen, ons vreemd, nieuw, eer droom dan
werkelijkheid schijnt te Zijn. De menschen
met wie we spreken, maken op ons den
indruk, louter machines te zijn. Wij heb
ben het gevoel, niet zelf te handelen en te
praten maar gelooven slechte als toeschou
wers ons handelen on spreken zich te zien
en te hooren afwikkolen.
De „onjuiste herinnering" omschrijft de be
roemde, Groningsche professor op de wijze
als We boven aangaven.
Om dit te Weten te komen, bediende Heij
mans zich van het middel der enquête,
Naar men weet heeft hij ook over andere,
psychologische onderwerpen gegevens verza
meld door liet rondzenden van op dat onder
werp betrekking hebbende vragenlijsten aan
bepaalde categorieën van personen. Op de
biljetten, die hij deed circuleeren voor zijn
onderzoek naar de „fausse reconnaissance" ko
men de volgende vragen voor:
Herinnert u zich gevallen van onjuiste her
innering, Waarbij de mogelijkheid dat inder
daad overeenkomstige herinneringsbeelden
voorhanden Waren, geheel of bijna geheel was
uitgesloten?
Is uw gemoedstemming in 't ^Jgemeen gelijk
matig of op verscbiiJendo tijden zeer on
gelijk? Dringt, als u in de een af andere
il!
Naar het Fransch
van
THE URIET.
Zq kondigden ook aan de terugkomst te
Saint Clair van een zeldzamen vogeL De jonge
Rcné Palaiseau, zoon van den notaris, die
eindelijk voor zijn candidaatscxamen was ge
slaagd, was in 't ouderlijk dorp teruggekeerd,
in de stille week vóór Paschen Zijn aan
wezigheid, zjjn knap voorkomen, zijn succes
aan de universiteit, maakten 't onderwerp van
gesprek uit voor de bewoners uit den omtrek.
Viviane vernam dat nieuws door Catherine en
voelde zich beleedigd, dat Valbruant er geen
woord over sprak. Hjj, die vroeger op de
■gezondheid van den toekomstigen candidaat
(gedronken had en zijn lof had gezongen, be
waarde nu een omzichtig stilzwijgen en scheen
hief de minste haast, te hebben 't jong© mensch
aan zijn pupil voor te stellen. En. inderdaad
werd Claude sedert hij zich door de tegen
woordigheid van freule la Genevroye verjongd
eft veranderd voelde, onbewust een beetje ach
terdochtig. Hij genoot als egoïst van de gesprok
ken met zijn bekoorlijke pupil en had geen
lust een jongen wolf in de schaapskooi van
„do Lijjnbaaa" te brengen. Hij wist lied goed,
dat die ontmoeting onvermijdelijk den een of
anderen dag zou plaats bobben, maar hij
gebruikte geslepen voorzorgsmaatregelen om
zoo lang mogelijk dien beslissenden dag te
verschuiven. De warme lentezon, die 't sap
in beweging bracht en de knoppen deed zwel
len, werkte ook op 'thart van den eigenaar
van „de Lijnbaan"; zij wekte er onbestemde
wenschen, wellustige verlangens, onuitgespro
ken verwachtingen en een afgunstig wan
trouwen in op.
In de oostelijke provinciën van Frankrijk
kenmerken het einde van Maart en het begin
van April zich door het trekken der snippen
Die vogels, die jagers en lokkerbekken zeer
op prijs stellen en die de oude natuurkundige
Beien „een erg zot beest" noemde, blijven
aan hot ©inde van den winter in onze val
leien en ons hakhout achter, alvorens de bor
gen van de Jura en Savoye weer op te
zoeken, waar zij in den zomer nestelen. Zq
gaan graag naar warme bronnen, en moeras
sen, om ©r regenwormen to zoeken, die zij
met hun langen bek uit deu grond halen. Dit
doen zij 's morgens vroeg en 's avonds tus-
schon licht en donker, overdag houden zij
zich schuil in het dichte hout. Men jaagt dan
ook op snippen hoofdzakelijk in de schemer
uren, als zij het dichte struikgewas verlaten
om neer te strqken op de wee"
aan den rand van poelen Bij het gaan en
komen steken zij de boschwegen over met
luid vleugelgeklap en plotselinge wendingen.
De jagers kiezen die schemeruren uit om
ze gemakkelijker te schieten.
In zijn hoedanigheid van fijnproever wachtte
Claude met ongeduld op dien korten tijd van
het voorbijtrekken en besteedde zooals ge
woonlijk de meeste avonden aan die sport.
Op een morgen in de Paaschweek, zei hij
tegen Viviane:
Men beeft mij de komst der snippen ge
meld en, als je wilt, zullen wjj van avond
in do vallei van Val-Clavin er op gaan ja
gen. Daar moet je eens laten zien, wat je
kunt en ik verzeker je dat hel prettig Es I
Freule la Genevroye haastte zich de-uitnoo-
diging aan 1e nemen. Zij bad te Langres
een jachlcostuum besteld en brandde van on
geduld het aan te trekken... Zij besteedde een
gedeelte van den namiddag om haar j&cht-
toilet in orde te brengen. Tegen vijf uur
floot Valbruant zijn hond Pandore en mét
lichten tred liepen voogd en pupil den keiweg
over, die naar do bosschen van Val-Clavin
leidt. Het had 's morgens geregend, de lucht
was nog vochtig en de zon ging rood onder in
oen dichten damp, maar de temperatuur was
zacht, de merels floten en de barstendeknop
pen bedekten de struiken met een fijn groen
waas.
Claude snoof met wellust de met bosch-
geuren bezwangerde lucht op; zijn jagers-
natuur kwam boven.
bezigheid verdiept bent, een door anderen
tot u gerichte vraag toch dadelijk tot u door
of moet men de vraag soms ©ens of meer
malen herhalen? Welke vakken bezorgden u
op de middebaxe scholen meer moeite, de
wis- o£ 'de taalkundige? Krijgt u dikwqls,
zelden of nooit een indruk, dat een bepaald,
volstrekt niet ongewoon woord óf eigennaam
u op een oogenblik wonderlijk, als een klanken-
of lettor-verbinding zonder zin voorkomt?
Heymans komt o pgrond van de antwoorden
op deze en dergelijke vragen tot bet volgende
besluit. Er zijn menschen, bij wie zoowel
de verschijnselen der depersonalisatie als van
de „fausse reconnaissance" en van het vreemd
vinden van een bekend woord aanmerkelijk
méór en daartegenover een ander soort men
schen, Kvaaxbij de genoemde verschijnselen aan
merkelijk minder voorkomen dan bij den ge
middelden inensch. Die eerste soort wordt
door sterker vatbaarheid voor ontroeringen,
ongelijkmatigen gemoedstoestand, tijdelijke lus
teloosheid, onregelmatig arbeiden en geringen
aanleg voor mathematisch werk, de tweede
echter door geringer emotionaliteit, gelijkma
tig humeur, werklust, in den xuimsten zin
van het woord, regelmatig werken en een
geringer aanleg voor de taalkundige vakken
gekenmerkt.
Wat de verklaring, d w z de aanwijzing
der oorzaak van de behandelde, eigenaar
digc verschijnselen aangaat, deze laat zich
in het feit vinden, dat de omstandighe
den, waaronder deze ervaringen optreden, alle
iets gemeenschappelijks hadden, daar ze nl.
alle hetzij ken teekenen of oorzaken van een
tijdelijke verslapping der psychische energie
waren en op een tijdelijke inzinking van de
aandacht duidden
Beide verschijnselen zijn afwijkingen van
de associatieve reproductie. Wij vragen onzen
lezers nederig verschooning voor de vreemdo
woorden. Op het gebied der wetenschappelijke
psychologie kan men het eenmaal niet buiten
Lalijnsclie barbarismen stellen, llit het ver
band volgt trouwens onmiddellijk, wat onze
bu'tcn onze grenzen beroemde landgenoot met
deze kenschets bedoelt
Ze worden nl. veroorzaakt door het tijde
lijk wegblijven of abnormaal zwak optreden
van de association, die het gevoel van be
kendheid overbrengen
Heymans heeft in zijn publicatie den lezers
gevraagd, hem door verspreiding en eigen in
vulling van dergelijke vragenlijsten aan meer
studie-materiaal te helpen. Een reeks, waar
schijnlijk slechts Duitscho filosofen en psy
chologen hebben, daardoor opgewekt, dezen
kieschen en belangwekkenden arbeid ter hand
genomen Het resultaat, dat uit de nieuwe on
derzoekingen voortvloeide, heeft Heymans ook
gepubliceerd Dit bevestigde de oude conclu
sies. De genoemde verschijnselen komen vooral
bij personen met geringe, psychischo stand
vastigheid voor. Ze worden door al die om
standigheden bevorderd, welke een tijdelijke
inzinking van de ziels-energie tot stand
brengen
In Aïnerika zfyn nu nieuwe proeven ge
nomen, pm zich te overtuigen van den in
vloed, die het voorste deel van een in beweging
brengende en houdende machine locomotiefbeeft
op de snelheid van den trein en het verbruik
van d© brandstof. De machine werd daarbij
met petroleum gestookt en het voorste deel
werd achtereenvolgens voorzien van een punt
en van een plat stuk Do uitwerking van
deze verschillende toestellen bleek nauwkeu
rig te bepalen.
Het verbruik van brandstof, dat 67 liter
bedroeg pp 100 KM.toen hot voofcstuk/
min of moer puntig gevormd was, steeg in
dezelfde verhouding tot 95 liter, toen het
andere of platte stuk daaraan werd gehecht
Dat maakt dus de aanzienlijke vermeerdering
van 40 pet.
Langs een helling van 7,5 m M. per meter,
die met een snelheid van 64 K M in het uur
bereden werd, heeit pe locomotiel 10 Kil m 9
minuten afgelegd met stop gezette machine,
terwijl hij dus slechts door do zwaartekracht
werd gedreven Dit resultaat werd bereikt
zonder dat een van beide, genoemde voor
stukken aan de machine bevestigd was Voor
zien van het spitse sluk steeg de snelheid
in die omstandigheden tot 80 K.M in het
uur, met bet piaLle stuk celilur daaJde die
zoodanig, dat de 10 K.M. in 13 minuten wer
den afgelegd en de nvotor zelfs in werking
moest Worden gesteld, om dien afstand te
beëindigen Ten slotte hebben de personen,
die de proeven namen,, opgemerkt, dat de
stabiliteit heter was, toen dc machine van
het puntige voorstuk voorzien was
DE ZIEKTE DER FOTOGRAFEN.
DE WEERSTAND DER LUCHT.
De lucht biedt weerstand aan de beweging
van personen en voorwerpen We deelen hier
mee "onzen lezers niets nieuws mee, maar
het i s noodig, dit even, vast te stellar*
voor wat volgt. Doze weerstand is gering
bij 'Zwakke vaart., wordt echter ontzettend
groot bij aanzienlijke snelheden. Ondanks de
vorderingen van de luchtvaart en van de
wetenschap omtrent den luchtdruk weet men
tegenwoordig nog maar weinig over dit ver
schijnsel. Zelfs schijnen nog heel wat proeven
noodig, om de kracht van den door do lucht
geboden weerstand, zijn punt van aanvatting
en de wetten, volgens welke hij verandert, te
bepalen.
Natuurlqk hebben die vTagen in de eerste
plaats voor de spoorwegen belang. De beant
woording daarvan is van belang, omdat bij de
snelheden van sneltreinen het vermogen van
den locomotief, dat noodig is om de tegenge
stelde kracht van den vind te overwinnen en
dat dus eenvoudig wordt verbruikt, zonder
dat daar iets positiefs tegenover staat, bij
honderdtallen paardenkrachten wordt gemeten.
Het blijkt, dat geen algemeen© regels worden
gevolgd bij het vervaardigen van het voorste
deel der machine, om dat energie-verlies tot
een minimum te bepexren en daar dus den
meest passenden vorm aan te geven. Eenige
jaren geleden waren zgn. windsnijders zeer in
zwang, maar deze schijnen volstrektd te heb
ben afgedaan.
I
In Engeland is een commissie belast, een
lijst op te stellen van de ziekten, die meer
of minder rechtstreeks voortvloeien uit de
bedrijven, door diegenen uitgeoefend, welka
de ziekte-verschijnselen vertoonen Deze com
missi© heeft o.a. geconstateerd, dat onder de
bedienden van fotografen, die voortdurend in
donkere kamers werken, bloedarmoede veel
vuldig optreedt.
De invloed van de lichtstralen op de levens
krachten, hun aanzienlijke uitwerking, die
de onderzoekingen van doctor Berthelot in
het hebt hebben gesteld, maakten een derge
lijken invloed bij voorbaat waarschijnlijk. De
doctoren Agasse-Lafont en Ileim hebben dit
verschijnsel zoeken bloot te leggen onder die
personen, die in de fotografische werkplaatsen,
in het donker of bij een zeer zwak licht zich
bezig houden met het vervaardigen van foto
grafische platen, dunne vellen, cliché's enz.
Zij hebben vastgesteld dat het verblijf in die
sombere ruimten niet de minste uitwerking
heeft op da roode bloedlichaampjes, en dat
daarvan dus geen bloedarmoede het gevolg
kan zijn, zooals de Brilsche geneeshceren on
derstellen
Integendeel hebben ze wat de witte bloed
lichaampjes betreft, belangwekkende veranda
ringen geconstateerd, die wel verdienen, dat de
aandacht daarop gevestigd wordt Ze hebben
nl. vastgesteld dat het aantal daarvan in Aan
zienlijke mate toeneemt en dat wel zeer snel,
na eenige maanden reeds, waarin de men.
schen in dat beroep werkzaam waren. Ook
de samenstelling van de witte bloedlichaamp
jes veranderde aanmerkelijk
De verklaring van dit feit vereischt een
kieschen arbeid, want het is moeilijk, de
mat©, waarin het verblijf in een van het
daglicht afgesloten ruimte, op die verschijn
selen invloed uitoefent, te onderscheiden van
de uitwerking, die het voortdurend omgaan met
bepaalde, scheikundige stoffen (zilverzouten en
andere) ongetwijfeld heeft De Franschen ge
leerden schrijven aan die laatste invloeden
de verandering in de samenstelling der witte
bloedlichaampjes toe, die dan het gevolg zou
zijn van liet feit, dat hot organisme door de
zilverzouten lichtelijk doortrokken is.
De zon komt den 30 October op t
6.54 uur en gaat onder te 4.34 uur.
De maan komt heden op 4.37 n. n
en gaat onder te 7.09 v.m.
Zaterdag ie het laatste kwartier.
Dit is nu een uitgezocht© tijd, zei hij.
en de liefhebbers van snippen zullen niet
ontbreken..... De notaris met zijn zoon zijn al
vóór ons vertrokken.
Is René Palaiseau dan te Sauit-Clair?
vroeg Viviane met een onschuldig gezicht.
De voogd beet zich op de lippen en antwoord
de Ja, hij is een paar degen vóór Paschen
He! en u hebt er mij niets van gezegd.
Niet? Dan zal ik het vergoten hebben.
Ik wachtte trouwens zijn bezoek af, maar
hij heeft zich niet verwaardigd eenig teeken
van leven te geven...Do jongelui van den
tegenwoordigen tijd schijnen de eenvoudigste
plichten der burgerlijke beleefdheid niet te
kennen
Freule la Genevroye keek hem van ter
zijde wantrouwend aan. Zij meende in de ver
legen houding van Valbruant iets te bespeu
ren, dat weinig goeds voorspelde voor den jon
gen Palaiseau
Zonder te antwoorden, verhaastte zq haar
schreden, met 't gezicht van een pruilend kind.
Argeloos zag Claude haar voor zich uit loopen
en was verrukt over haar bevalligen gang.
Het geweer over den schouder, smaakvol ge
kleed in haar wollen blouse en korte geplooide
rok, een vilten hoed op, versierd met een
reigerveer, gele laarsjes aan, met slobkousen
van dezelfde kleir, die nauw om de enkels
sloten, stapte Viviane dapper voort, midden
op den weg. In do rosse schemering toekende
zich haar slanke gestalte sterk af tegen het
tecre groen van 't kreupelhout. Met jeugdige
bewondering keek Valbruant haar na en een
zoete teederheid vervulde zijn hart.
Men bemerkte weldra de vallei, die zich
verwijdde lussclien de randen van het boscfc
van Fosse en de boogvormige steile hellingen
van 't hooggeboomte van Montgórand. bi 't
midden verhief op een grasrijke hoogte de
boerderij van Val-Clavin, tusschen kersenboo
men in bloei, haar lage muren en haar lava
kleung dak, weggedoezeld door den rook
Claude en zijn pupil gingen langs een steen
achtig paadje naar beneden tot aan den
oeverrand, waar de Aubotte, vol gele irissen
om den voet van den heuvel heen sim gente
en in 't dicht houtgewas verdween Hier en
daar wisselden onder in 't dal veenachtig wei
land, open plekken met berken, en misvorm
de eiken er om heen, poelen bedekt met
riet, elkander af. Valhraant, die den rand
van een geul had bereikt, ging nauwkeurig den
grond na en ontdekte er witte sporen van
uitwerpselen, die jagers „spiegels" noemen
Hier zijn we er, fluisterde hij, de plek
is uitstekend voor den „trek".Jo moet
tegen een boom gaan staan en goed uitkij
ken..'t Wild zal weldra komenVerroer
je niet! Wat mjj betreft, ik ga een honderd
meter hoogerop staan.. Je zult toch niet
bang zijn, hoop ik?
(W.prdt vervolgd.)