I feuilleton: BUVOEGStL Middelburg 3 October. Zeeland na 1813. DE6R00T f Vrijdag 4 Oct. 1912, no. 239. i. In de Woensdagavond gehouden eerste bij eenkomst in dit seizoen van het Zeeuwsch Genootschap dor Wetenschappen men zie voor het kort verslag het hoofdblad werd door den secretaris, den heer mr. W. Polman Kruseman, een studie voorgedragen over: „Zeeland na 1813", een zeer interessant© bij drage tot de meestal slechts oppervlakkig bekende geschiedenis van de maatschappe lijke toestanden van dien tijd, gerekend tot 1848. Het is daarom met voldoening dat we aan dit geschrift eenige brokstukken ontleenen. hoewel we er met nadruk bijvoegen dat het er slechts enkele gedeelten zijn uit dit zeer overvloedig gedocumenteerde, met tal van geestig waargenomen bijzonderheden door- sprankelde stuk. De heer Kruseman begon met een her innering aan de uiteenloopende toestanden die provincie bestonden toen in 1813 het water haalde. Er waren zulke diepe put ten in de straten, dat het rijden gevaarlijk j was De hoofdverkeerswegen waren bij het vallen van een weinig regen onbruikbaar. De armoede was algemeen en nagenoeg een vier de van de bevolking ontving onderstand. Vlissingen in het bijzonder was zwaar ge troffen; eerst door den zwaren watervloed van 1808, vervolgens door het bombardement van 1809, waarbij vele huizen waaronder het oude stadhuis werden verwoest, die men later niet meer opgebouwd heeft. De bevol king bedroeg in 1810 4840, in 1820 6428 zielen. „Voormaals", zegt een tijdgenoot, ,,had de stad aan de landzijde rondom vele aan- gename speeltuinen, en sclioone weilanden, thans is zjj naar buiten een kale vesting daar, waar men voorheen hier paradijzen zag, ziet nu het oog op een brecdc gracht, heinde en verre op forten, schansen en in dezelve gebouwde torens. Dit deden de Franscben ten koste van tien millioenen franken. Zoodra men van Middelburg komende het dorp Oost- Souburg heeft bereikt, valt reeds domstad en de eentonige veslingvlakte in het oog." Te Veere werd de groote kerk in 1812 tot een militair hospitaal ingerichtde groote Gotliische ramen werden uitgebroken en door kleinere kruisvensters vervangen, ter ver lichting van de vele ingebrachte verdiepingen In 1813 was hot hospitaal gereed dat nagenoeg tot niets diende dan dat er in 8 maanden lijds 1427 Fransche militairen in omkwamen j Het gebojiw werd na ons nationaal herstel bestemd tot een Provinciaal werkhuis voor de; opneming van laudloopcrs en bedelaars en het j teekent wel den toestand dat men daarvan I de opkomst van Veere verwachtte, terwijl wij, eenige jaren later lezen: „Dc sombere stilte,t welke Veero's straten nu vooral bij het gure j weder opleveren, en de levendigheid welke er' voorheen na een bedoeling in dezelve heerschte. zoude iedere gevoelige ziel treffen" De ingezetenen van Sluis Wendden zich in 1814 met een adres tot den souveroinen vorst! iom maatregelen te doen nemen ter voorzie-, ning in him beklagenswaardigen toestand Bij besluit van 10 April 1815 werd dientenge volge onder meer verordend„dat alle bij eigenaren, die, na daartoe te zijn op- het uur der bevrijding sloeghij wees op de denkbeelden die toen over Napoleon, als den I groepen hunne bouwvallen van 1 November a. geweldenaar, overheerschend waren, wat ech- "iet zullen hebben geruïneerd, hunne gronden ter te verklaren was, omdat de toenmalige1 aan de stad Sluis zullen moeten overlaten." Zeeuwen midden in den strijd stonden, en „Hiermede", zeggen Ged Staten, „nu zullen omdat .ie Fransche tijd noodlottig was ge-niet alleen de financiën van Sluis aanmerkelijk weest voor den handel. worden gesoulageerd, maar ook de stad bc- De hoofdstad Middelburg was sedert de 16e j vrÖd worden, van de wanstaltige puinhoopen, j eeuw in de eerste plaats een handelsstadwaarmede dezelve sedert deszelfs bombarde geweest met perioden van grooten bloei. ment was bezet gebleven." In de 18e eeuw had de handel van Mid-1 Op het platteland was de toestand niet del bui'g zich naar de Indien gewend, vooral beter. De landbouw kwijnde, de prijzen van naar West-Indië, waax de Zeeuwen in Guyana,het land bedroegen in 1813 van 120 lot 240 Demarary en Essequebo zich een eigen kolo- j 'francs het gemet 2/5 II. A-), de huurwaarde niaal bezit hadden verworven, welks plan- wisselde af van 6 tot 20 francs, over bede- tages in het laatste vierendeel der 18e eeuw larij, Landlooperij wordt algemeen geklaagd; groote voordeolen afwierpen. j en het aantal buitenplaatsen was sinds Smallc- Tengevolge van de invoering van het Con-gauge's Zeeuwsclie Kroniek (eind der 17de tinentaalslelsel was die bron van inkomsten eeuw) met meer dan de helft verminderd, geheel en al verdroogd en mocht al onder Vervolgens gaf de spreker een beschrijving Lodewijk Napoleon de smokkelhandel nog zijne van het uiterlijk der steden en van de inrich- ver boden doch zoete winsten afwerpen, ook ting der huizen, dor aanzienlijke en gegoede daaraan kwam bij de inlijving in het keizer- burgers. rijk nagenoeg geheel een einde. I De kleedij bestond omstreeks 1813 voor do Do nijverheid was in Zeeland nooit van mannen uit een hoogen hoed, een rok, witte groote beteekenis geweest. Voorzooveel zijdas, en jabot, met op hot voorhoofd hangende rechtstreeks in verband stond met de scheep- haren en een glad geschoren gelaatvoor do vaart, zooals scheepstimmerwerven en touw- vrouwen uit een soorl reform kleed ing met slagerijen, verviel zjj met de reederijen van-een hooge ceintuur. Tussclien mannen- en zelve, doch ook de meer zelfstandige indus-vxouwenkleeding bestond destijds eene zekere trieën leden door gebrek aan afzet door de harmonie, daar voor beide geheel anders dan onzekere tijdsomstandigheden en door belem- i thans, dezelfde stjjl gevolgd werd. merende Regeeringsmaatregelenvan liever le-1 Op het platteland heerschte in Zeeland op den zag men inrichtingen van allerlei aardhet gebied der kleeding veel meer verschei- eerst verkwijnen, dan verdwijnen. De eertijds denheid dan thans. Wie het met nauwkeuxig- beroemde Zeeuwsche chocolade-fabrieken lagenheid uitgevoerde prachtwerk van V. Bing en stil, suikerraffinaderijen, zoutkeeten, leerlooie- Brad van Ueberfeldt, Nedcrlandsche kleeder- rjjen en weeftouwen werden gesloten of werk-1 dragten raadpleegt, zal ontwaren dat vree- ten met halve kracht. ger elk onderdeel nog zijn eigenaardige klee- Middelburg, dat in het ednde van de 17de dexdracht ongeschonden bewaard lxad. Thans eeuw een 30.000 inwoners geteld had en in 1 zijn er gehoele streken waar slechts de snit 1795 nog op 24.000 zielen wérd geschat, had der kleeren of de vorm der muts er aan volgens de telling der rijksmeesters in 18131 herinnert, dat (men zich op het platteland niet meer dan 13.726 bewoners. van Zeeland bevindt, 011 zelfs in die onder- Bij de afneming der bevolking en verminde- deelen, Waar de schilderachtige dracht nog ring der welvaart trof men overal verlaten en volop in zwang is, zooals op Walcheren, bouwvallige huizen aan, wier eigenaars zich Zuid-Beveland en het land van Axel, is eeh niet aanmeldden wegens de achterstallige las- duidelijke steeds voorlgaandc vereenvoudiging ten en die door gemis aan onderhoud ofen verbastering waarneembaar. De typische afbraak van belendende perceelen dringend j hooge hoed, de kuitbroek, cn de schansfooper1 voorziening behoefden. Afbraak van perceelen J bij de boeren op Walcheren behooren reeds was aan do orde van den dag en de straten I tot de zeldzaamheden, bij de boerinnen zijn de vertoonden daardoor allerwege ledige ruimten.geel strooien kaphoed, het gouden hoofdsieraad Alles verkeerde in een toestand van ver- j en de lage schoenen met gespen reeds groo- waarloozing en verval. De verlichting was zoo tendeëls afgeschaft. Ook de schilderachtige lage slecht, dat men voortdurend drenkelingen uit bouwmanswoningon met haar typisch groen en wit geschilderde luiken worden door andere behoeften en een niet zoo behoorende bouwstijl in haar bestaan bedreigd en reeds bleek het noodig, een jonge, veerkrachtige vereeniging als „Nehalennia" op te lichten, om voor het behoud van het oude land- en steden-: schoon te waken. Hel mnerlijk leven onzer voorouders is moeilijker te schetsen dan hunne uitwendige omgeving, Noch \a de pers, welke in de toen malige samenleving een uiterst bescheiden rol speelde, noch in de litteratuur met haar rid derromans, noch op het tooneel met zijn spec- takelstukken, wordt de realiteit van hot wer kelijke leven weergegeven. Van hot leven van het. eigenlijk gezegde volk is nooit sprake, behalve voor zoover de armoede en onveilig heid het toezicht en de zorg der overheid noodzakelijk maakten, en voor de „upper ten" I schijnt hel leven zoo kalm voort te vlieden, alsof er geen menschelijke dwalingen, gebro ken, nooden en hartstochten waren! Slechts hier en daar ziet men flikker lichtjes, welke een andere werkelijkheid dan de officieel© doen vermoedenzoo. wanneer men de verslagen der rechtsgedingen leest of van het groot aantal prostitnées in de groote sleden verneemt, dan wel de toenemende ma tigheid vooral in de hoogere standen hoort prijzen „Bij dergelijke gelegenheden", zegt Nagtglas, op den vroegeren toestand doelende, „werd een stevig glas Wijn gedronken en men verhaalde, dat enkele heeren op avondmaal tijden van colleges en gestichten wel acht of negen flesschen wijn konden ledigen en toch stoelvast bleven." De plaats van de vrouw ut de samenleving was geëerd en waardig, maar haar taak bo- j perkte zich tot liet huiselijk bestier en de ontvangst der gasten, waarvan zij zich met een groote gulhartigheid en goedhartigheid kweet, van een vrouwenbeweging als in den tegenwoordigen tijd had men nog geenerlei besef en men zou daar ook weinig voor gevoeld hebben, althans een spotdichtje op mevrouw de Krudener uit die dagen luidde- Vrouw Profetes! Wat ge ook moogt heetcn, Geloof mij toch ter goeder trouw, Als God het menschdom wil bekeeren, Zendt hij daartoe gewis geen vrouw. In één opzicht waren onze voorouders verre onze meerderen in wellevendheid en omgangs vormen. Een derde en een vierde stand zijn sedert opgekomen en drukken thans lijdelijk het maat- schappelijk peil omlaag. Er is iels onbe schaafds, een zeker snobbisme waar te nc- men, dat zich bij velen uit in een opzettelijke veronachtzaming vari maatschappelijke con venties. Men vindt het vernederend, „uw die-t naar" te schrijven of behoorlijk te. groeten als ik dat in Duitschland zoo nonchalant deed, kostte het mij een duel, zei mij onlangs een Heidelbergsch student maar beseft niet, dat juist liet nalaten van dergelijke omgangs vormen den parvenu stempelt. Of zou het waar zijn, wat ik onlangs las, dat het den „Durchschiiif-Nederlander zoo moeilijk bijna onmogelijk valt, den boer, die in hem schuilt af te schudden Vervolgens behandelde de heer Kruseman het openbare leven waarin do landsvaderlijfc- heid oppermachtig heerschte. Alles werd van bovenaf verwacht, en elke regeeringsmaat- regel onvoorwaardelijk en bovenmate ge prezen. Elke bijeenkomst welke in deze dagen gehouden werd, heet indrukwek kend, elke aanspraak is plechtig en gepast, allo harten en 00 gen werden aanstonds door elke goede aandoening tot tranen toe geroerd, in één woord: de Brave Hendrik ken -ei i - Jan - Salie-geest vierde hoogtij. En aan dat alles paarde zich een ongelooflijk chauvinisme. J Onze voorouders hadden weinig behoefte j aan afwisseling en begaven zich niet of slechts bij uitzondering buitenslands; zij genoten des zomers liever van het buitenleven in thee I tuinen, heerenhofsteden of buitenplaatsen. Het tegenwoordige haken naar verandering en ont spanning, de reismanie en het sport vorm aak, waren hun vreemd en evenals hun levens opvatting aan het thans levende geslacht, een tonig en stijf voorkomt, zouden zij onze tegen woordige levenswijze als minder waardig en lichtvaardig veroordeeld hebben. Ook waren zij van een zuinigheid, welke ons verbaasd doet staan en er schuilde wellicht eenige waarheid in hel gezegde van een oud heer uit het raidden der vorige eeuw: „Onze voor geen der dischgeaoolen ooit ontbrak, had om streeks 7 i 8 uur het ontbijt plaats; om twaalf of één uur werd het eenvoudige mid dagmaal gebruikt, daarna volgde in den voor avond liet gezellige theedrinken, kwam in den avond de nooit ontbrekende flescli roode wijn op tafel en werd na een sober avondmaal reeds om 10 uur de dag besloten Terwijl het leven bij de gegoeden eenvoudig was uit voorliefde en beginsel, was dit bij de nnndcr bedeelden het gevolg van een nij pende nooddruft. Bij den arbeidenden stand heerschte een armoede in voeding, kleedij en woning, waarvan het tegenwoordig levende geslacht zich nauwelijks oen begrip kan vor men. De sterk afwisselende graanprijzen de den dikwijls aJs het ware hongersnood ont staan roggebrood en kommiesbrood waren voor een groot deel volksvoedselkousen en schoenen werden door vele kinderen nimmer gedragen, men liep op klompen of barrevoets, de woningtoestanden waren allerellendigst. De loonen waren laag en de werkeloosheid was groot. Verwarming en verlichting lieten ook bij de ineorgegoeden naar onzen maatstaf alles te wenschen over De turf- en hout-vuren in oudorwetsche haarden verwarmden het ver trek slechts ten halve, slaapkamers werden in het geheel niet, studeerkamers slechts bjj uitzondering verhit. Hoewel lampen reeds be kend waren, bepaalde de verlichting behalve bij feestelijke gelegenheden zich gewoonlijk tot een of twee kaarsen. De straatverlichting hield daarmede gelijken tied: do lantaarns waren gloeiende spijkers, eerst ui 1820 kwamen de zoogenaamde rever- bères, hangende lantaarns met een reflecteer- spiegel, in zwang, terwijl het gas in Zeeland omstreeks 1840 zijn intree deed, 20 jaar later dan in Den Haag. Openbare verkeersmiddelen in den moder nen zin van het woord, bestonden in Zeeland als het ware niet. Zelfs was in dit gewest bij gebreke van kanalen, de trekschuit nooit inheemsch geweest, welk vaartuig in de 18e eeuw het snelste vervoermiddel was, daar we gens de mulle zandwegen zelfs ©en rijtuig met vier paarden een trekschuit op den duur niet kon bijhouden. Het verkeer niet Holland geschiedde per beurtschipper, waarbij men afhankelijk was van weer en tijen, waarmede altijd eenige dagen gemoeid waren. Daarbij bestond nog de primitieve toestand, dat de passagiers zelf voor hun eten en drinken moesten zorgen. In de Instructie van den beurtschipper van Zie- rikzeo op Amsterdam was bepaald. „Do schip per moet. de passagiers in het vooronder paviljoen behoorlijk van licht voorzien en drie maal daags van genoegzaam kokend water en dus ia die dagen even achterlijk. Om van den vasten wal Middelburg te bereiken, ver trok een postkav van Bergen op Zoom naar do rivier de Eendracht, daar met een schuit of veerpont overgezet naar Tholen dan ging het per kar vari Tholen. naar Schorpenisse. por steigerschuit naar Yorsoke, per postkar over Goes naar hel Sloe, per zeilboot of roeiboot «aar Walcheren, eindelijk per postkar naar Middelburg. Onder de gunstigste omstandigheden duurde dit traject 7 uur, maar b\j slechte weersge steldheid veel langer «11 des winters was men bij drijfijs dikwijls dagen lang van den vasten wal afgesloten. In 1817 had de verzending van brieven uit Middelburg eenmaal daags plaats en was het postkantoor aldaar geopend van 9 12 en 37 uur. Het postkantoor was toenmaals trouwens, zoo al gcerie sinecure, dan toch een bijbaantje, eerst was een Mod. doctor met hel toezicht, heiast, later fungeerde de kanton rechter tevens als postdirecteur. Verschillende bijzonderheden werden door den heer Kruseman meegedeeld over do hygi ënische toestanden, over de invoering van het gebruik der quinine, en voorts over de maatschappelijke welvaart. (Slot volgt; Kamer van Koophandel en Fa brieken te Vlissingen. I11 de gisteravond in liet gemeentehui- te Vlissingen gehouden vergadering van de Kamer van Koophandel «en Fabrieken waren tegenwoordig 5 lede». Afwezig de heeren Beijerman, Polderman en Polak mot kennisgeving. Voorzitter was de heer Jos. van Raai te secretaris de heer mr. Wit te vee». De notulen der vorige vergadering werden goedgekeurd Naar aanleiding dor notulen zegt de hoer V a n N i f t r i k, dat de commissie voor do posterijen aan den wensch van don. heer JPolak heeft, voldaan, die op de vorige ver gadenng wilde, dat m het nieuwe- postkan toor een apart loket zou worden beschikbaar gesteld voor do spaarbank, daar een ieder nu kan zien wie daar inbracht en wat werd in gebracht of afgehaald De commissie sprak daarover met den di recteur van liet kantoor, die toezegde de zaak te overwogen en bij do autoriteiten ter sprake te brengen. Evenwel bemerkte spr. nog geen verandering in den toestand. Daarom dacht sprdat er wel niets aan to doem zou zijn. Ook in Amsterdam zag spr. verzorgen. Hij moet, ten dienste der passa-j dat het evenzoo was als hier. giers welke in het paviljoen varen, twee De heer De Jonge vond, dut mou met kooijen, van behoorlijk bedde goed en schoon een vergelijk kan trokken tusschen Amstei - linnen voorzien, in gereedheid hebben. Wie dam en Vlissingen, daar in Amsterdam de dezelve het eerst bespreekt, beschikt er overmonschen elkaar minder kennen en dus vrijer en betaalt 60 ets. per kooidewijl het pa- zijn. viljoen, volgens art. 15 van het algemeen Besloten weid af te wuchton of nog ver- reglement niet afgehuurd mag worden. j anderingen komen. Elk passagier mag bij zich hebben een koffer 1 Ingekomen zqn o. a. ©f reiszak waarvoor de schipper niets mag j een goedkeuring van de rekening van xekgnen." 1 de K v- K en F door B. en VV. Men kon zich ook van veer tot veer per J Voor kennisgeving aangenomen steigerschuit laten overzetten en verder peri h. h®' verslag van het toezicht op den ha land reizen; dit was de zekerste, schoon te venarbeid in de havens van Rotterdam, Dor- vens do kostbaarste wijze, maar bracht ook drechl, Amsterdam, Zaandam, Vclsen en West zijn eigenaardige bezwaren mede Zoo leest. 1 zaan men ten aanzien van het veer over het Sloe -Als boven tusschen Walcheren en Zuid-Beveland „Even- c- het verslag van den hoofdingenieur van wel vertrekt men het best van één uur voor, het stoomwezen, itot een uur naj het hoog water, wijl men anders j Als boven. door de slikken en schorren voor den Zuid-1 d een adres van de commissie van bet Bevelandschen wal moet wandelen. In den j verkeerswezen, waarin ze voorstelt, krachtig winter is het echter wanneer het eenigen tijd jto steunen de adressen van verschillende cor- gevroren heeft, dikwerf verkieslijker liet laagporaties aan den Minister van Waterstaat en water ter overvaart te kiezen omdat de veer- atm de Mq tot Exploitatie van Staatsspoor- ouders gierig uit hebzucht, 1 kin- '4 Naar het Fransch THEUBIET. deren zullen het door spilzucht moeten zijn." 1 Reeds om zes uur 's morgens placht men op te staan, na gebed, bijbellezing -en gezang, waarbij ook de dienstboden binnen waren en G. Kiötar #r, Eenige minuten daarna bracht Lililta, zoo heette 't dienstmeisje met een wipneus en een •uoaid tot de ooren toe gespleten, den visch-: sc otel Linnen cn gingen zij met him drieën om do rondo tafel zitten. De ragout dampte «n verspreidde een vejrieidelijken geur. Nanine. t Nyarmc hordon voor zich had op go staJ peld, bediende baron Valbruant rijkelijk, terwijl mevrouw Liénard hem een fijn lichtrood wijn- mswionk, geoogst op de heuvels van Goiffy. De beide vrouwen schenen zich get-' ukkig te gevoelen, hun gast te vertroetelen' zijne sombere gedachten te verdrijven. Claude liet zich verwennen. Hjj at eerst met smaak zjjn deel stilzwijgend op, danmn werd zi/n voorhoofd helderder, zijne lichtbruine «ogen schitterden met den glans van een f^proever en hij riep op kennerstoon: ■Utfn compliment, Nanine, die vischragout is een meesterstuk, ik zal me graag nog eens be dienen. Catherine, die toch een eerste keu kenprinses meent te zijn, heeft mij er nooit zoo een klaar gemaakt. Hoe leg je 't aan om die saus zoo tc krijgen, dik, zacht als zalf en fijn geurend? Dat is myn geheim, antwoordde Nanine, en ik houd 't voor me .Als ik 't Cathe rine vertelde en u thuis een ragout kon vin den, op mijn manier klaargemaakt, dan zou u de gewoonte laten varen op de Abdij te komen eten. Ho, ho, riep baron Valbruant bij wijze van protest uit, nu vindt u mij toch een beetje al te zelfzuchtig 1 Zelfzuchtig, dal is wat sterk; hernam mejuffrouw LiénardMaar wat zal ik zeggen, u houdt van uw gemak. Ik geloof, als men u thuis alle schoteltjes klaar maakte, [die u erg lekker vindt, 11 minder vaak uit zou gaan om bij kennissen te eten. U hebt een lieve meening over me!. Maar de ragout heeft zoo lekker gesmaakt, dat ik 'tu niet zal kwalijk nemen. De ragout maakte plaais voor patrijs, ge braden in reepjes spek en gewikkeld in knap pende wijnstokbladoren't gezicht van gastronoom klaarde lieelemaal op Waar hebt u die zeldzame vogels met hun malsch, fijn vlcesch vandaan gehaald? Wij kennen een fatsoenlijken strooper, die ze ons voor een koopje levert schuiten de Kil alsdan niet kunnen uitkomen en door het drijfijs belemmerd worden De eerste verbetering in het verkeer kwam in den Fransclien tijd tot stand, toen voor militaire doeleinden ter verbinding van alle I doelen van liet reu zen rijk met Parijs overal 1 kunstwegen werden aangelegd, de zoogenaamde groote wegen der 1ste klasse. Postwagens, en diligences volgden elkaar op als kleine en ge- leidelijke verbeteringen, maar een nieuwe tijd brak pan, toen in. 1816 de eerste stoomboot te j Rotterdam aankwam. In 1825 kvoTd de eerste stoomhootdienst tus- schcn Middelburg en Rotterdam in het leven geroepen, terwijl verbindingen met Gorinchem en Antwerpen, alsmede een stoombootdienst op de Wester Schelde elkander snel opvolgden, i De postdienst was uit den aard dei zaak, geheel afhankelijk van de verkeersmiddelen wegen, naai- aanleiding van de winterdktist- regeling der S S. voor 1912/'13. Conform hot rapport bereids afgedaan e mededeoling van Prov Staten van Zee land, van haar besluit, de booten van den Prov. Stoombootdienst op de Ooster-Schelde te laten doorloopcaj tot Vlissingen, Voor kennisgeving aangenomen Aan de orde kwamen de volgende punten 1. Van de K v. K. te Arnhem is ingekomen een verzoek om een rekest aan den Minister vaar Justitie to willen steunen. I11 dit rekest verzoekt bedoelde Kamer stappen te doen tot vorkrijgen van een jpractisch en doelmatig handelsregister Zij zoude daarin inlichtingen omtrent allen die handel drijven willen zien opgenomen en gelooft dat daardoor vele mis bruiken in den handel zouden voorkomen wor den. De K- v. K. te Arnhem geeft eeiuge Een strikkenzetter1 riep de jager spot j lejid uit: u hebt nette kennissen I De laatste dagen heb ik de volden afgeloopen zonder één patrijs voor den loop van mijn geweer to krijgen Die gauwdieven pakken ze ons voor den neus weg1 Wat zou dat?, viel de weduwe ©enigs zins spottend in de rede: iedereen moet leven. Bpt is alles goed en wel, antwoordde Claude 'toornig, maai slroopen is een misdrijf, waar strenge straf op staat. Uw netto vrien den zullen op 't laatst onze bosschen leeg plunderen Dat dacht ik nog juist zoo,1 toen ik door 't bosch liep Waax is u wezen wandelen vroeg Nanine. Op Mop ta voir. Daar staan mooie hooge boomen en zat 't vroeger vol herten. Ik benijd u, zei Nanine, zoo vrij de bos schen te kramen afloopenl lk houd er veel van «1 het is een genot, dat ik helaas mis sen moet. Missenwaarom? Montavoir is vlak bij. Mama is niet meer zoo vlug ter been als toen ze twintig was en ofschoon ik een oude vrijster ben gebleven, kan ik niet heel alleen door do bosschen loopen. Men zou dat in de buurt ongepast vinden. Neem mij dan als gezelschap mee Ik zal *t prettig vinden u door 'twoud rond te Een blos steeg Nanine naai- 't hoofd. Hoe komt u er bij Dan zou je m do hoogere kringen van Saint Clair eens een la booien maken Men vindt mijn manie ren al te vrij dat zou nog heel wat erger zijn als men mij langs bergen en dalen in gezelschap van een heer ontmoette. Kom! antwoordde Valbruant onverschil lig: met mijn leeftijd komt dat er niet meer op aan. Ik ben een oude kluizenaar en tel, niet meer mee. Beste Claude, verzekerde mevrouw Lié nard: je doet je altijd ouder voor dan je bent en je bont pas zes en veertig en dim is een man juist in zijn volle kracht. Je lient forsch en erg kras, je ziet er nog jong genoeg uit om iemand in opspraak te bren gen. Mijn dochter heeft gelijk. Nanine keek Valbruant droef feeder aan. U ziet wol, zuchtte zij, mama is van mijn meening. Wanneer men een ongehuwd meisje is en zelfs een oude vrijster, moet men zijn lusten wat beteugelen en zich in zijn lot schikken. Welnu, antwoordde Claude ondoordacht. ga trouwen. Nu keek do weduwe Valbruant hem baasd aan. Nanine ving dien zwijgenden, veel- beteekenenden blik op en hoofdschuddend her nam zij met een ©enigszins gedwongen .glim lach: Ten eerste moet men om te trouwen met zqn tweeën zijn en nu vraag ik n. wie zou een meisje zonder bruidsschat en reeds op jaren willen nemen? En verder moet ik u bekennen dat ik lastig zijn zouIk reu alleen een man willen trouwen, van wien. ik hield en die nnj liefhad. Bijgevolg is 'toen uitgemaakte zaak, dat ik oude vrijster blijf. Dat is heuscli nog 't beste dat je heb ben kuntmompelde Valbruant, bij wijze van besluit 't Huwelijk is vol gevaren de befde is een ziekte, die moeilijk geneest, de onge huwde staat heeft, in alles veel voor. Do glood, die een oogenblik in de blauwe oogen van mevrouw Liénard had geschitterd, doofde plotseling uit en een bittere lach plooide haar lippen; Nanine werd van rose doodsbleek. Maar Claude, die bezig was zorg vuldig een perzik te seluUen, merkt© niets op, Ondertusschen nam mejuffrouw Liénard, ge holpen door Lililta. de tafel af en bracht alles weer in orde Zij schonk haar gast een glaasje zwaren Bourgogne in, daarna plaatste zij een guéndon met dominospel tusschen de weduwe en haar gast cn schudde do steonen voor 't gewone partijtje. Domineeren was T geliefkoosde spet van baron Valbruant en hij meende dat hij er sterk in was Hq was over 't algemeen een vrij slecht speler en erg uit zqn humeur, als hij verloor. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1912 | | pagina 5