I
feuilleton:
BUVOEGStL
Middelburg 3 October.
Zeeland na 1813.
DE6R00T
f
Vrijdag 4 Oct. 1912, no. 239.
i.
In de Woensdagavond gehouden eerste bij
eenkomst in dit seizoen van het Zeeuwsch
Genootschap dor Wetenschappen men zie
voor het kort verslag het hoofdblad werd door
den secretaris, den heer mr. W. Polman
Kruseman, een studie voorgedragen over:
„Zeeland na 1813", een zeer interessant© bij
drage tot de meestal slechts oppervlakkig
bekende geschiedenis van de maatschappe
lijke toestanden van dien tijd, gerekend tot
1848.
Het is daarom met voldoening dat we aan
dit geschrift eenige brokstukken ontleenen.
hoewel we er met nadruk bijvoegen dat het
er slechts enkele gedeelten zijn uit dit zeer
overvloedig gedocumenteerde, met tal van
geestig waargenomen bijzonderheden door-
sprankelde stuk.
De heer Kruseman begon met een her
innering aan de uiteenloopende toestanden die
provincie bestonden toen in 1813
het water haalde. Er waren zulke diepe put
ten in de straten, dat het rijden gevaarlijk j
was De hoofdverkeerswegen waren bij het
vallen van een weinig regen onbruikbaar. De
armoede was algemeen en nagenoeg een vier
de van de bevolking ontving onderstand.
Vlissingen in het bijzonder was zwaar ge
troffen; eerst door den zwaren watervloed van
1808, vervolgens door het bombardement van
1809, waarbij vele huizen waaronder het
oude stadhuis werden verwoest, die men
later niet meer opgebouwd heeft. De bevol
king bedroeg in 1810 4840, in 1820 6428
zielen. „Voormaals", zegt een tijdgenoot, ,,had
de stad aan de landzijde rondom vele aan-
gename speeltuinen, en sclioone weilanden,
thans is zjj naar buiten een kale vesting
daar, waar men voorheen hier paradijzen zag,
ziet nu het oog op een brecdc gracht, heinde
en verre op forten, schansen en in dezelve
gebouwde torens. Dit deden de Franscben ten
koste van tien millioenen franken. Zoodra
men van Middelburg komende het dorp Oost-
Souburg heeft bereikt, valt reeds domstad en
de eentonige veslingvlakte in het oog."
Te Veere werd de groote kerk in 1812 tot
een militair hospitaal ingerichtde groote
Gotliische ramen werden uitgebroken en door
kleinere kruisvensters vervangen, ter ver
lichting van de vele ingebrachte verdiepingen
In 1813 was hot hospitaal gereed dat nagenoeg
tot niets diende dan dat er in 8 maanden lijds
1427 Fransche militairen in omkwamen j
Het gebojiw werd na ons nationaal herstel
bestemd tot een Provinciaal werkhuis voor de;
opneming van laudloopcrs en bedelaars en het j
teekent wel den toestand dat men daarvan I
de opkomst van Veere verwachtte, terwijl wij,
eenige jaren later lezen: „Dc sombere stilte,t
welke Veero's straten nu vooral bij het gure j
weder opleveren, en de levendigheid welke er'
voorheen na een bedoeling in dezelve heerschte.
zoude iedere gevoelige ziel treffen"
De ingezetenen van Sluis Wendden zich in
1814 met een adres tot den souveroinen vorst!
iom maatregelen te doen nemen ter voorzie-,
ning in him beklagenswaardigen toestand
Bij besluit van 10 April 1815 werd dientenge
volge onder meer verordend„dat alle bij
eigenaren, die, na daartoe te zijn op-
het uur der bevrijding sloeghij wees op de
denkbeelden die toen over Napoleon, als den I groepen hunne bouwvallen van 1 November a.
geweldenaar, overheerschend waren, wat ech- "iet zullen hebben geruïneerd, hunne gronden
ter te verklaren was, omdat de toenmalige1 aan de stad Sluis zullen moeten overlaten."
Zeeuwen midden in den strijd stonden, en „Hiermede", zeggen Ged Staten, „nu zullen
omdat .ie Fransche tijd noodlottig was ge-niet alleen de financiën van Sluis aanmerkelijk
weest voor den handel. worden gesoulageerd, maar ook de stad bc-
De hoofdstad Middelburg was sedert de 16e j vrÖd worden, van de wanstaltige puinhoopen, j
eeuw in de eerste plaats een handelsstadwaarmede dezelve sedert deszelfs bombarde
geweest met perioden van grooten bloei. ment was bezet gebleven."
In de 18e eeuw had de handel van Mid-1 Op het platteland was de toestand niet
del bui'g zich naar de Indien gewend, vooral beter. De landbouw kwijnde, de prijzen van
naar West-Indië, waax de Zeeuwen in Guyana,het land bedroegen in 1813 van 120 lot 240
Demarary en Essequebo zich een eigen kolo- j 'francs het gemet 2/5 II. A-), de huurwaarde
niaal bezit hadden verworven, welks plan- wisselde af van 6 tot 20 francs, over bede-
tages in het laatste vierendeel der 18e eeuw larij, Landlooperij wordt algemeen geklaagd;
groote voordeolen afwierpen. j en het aantal buitenplaatsen was sinds Smallc-
Tengevolge van de invoering van het Con-gauge's Zeeuwsclie Kroniek (eind der 17de
tinentaalslelsel was die bron van inkomsten eeuw) met meer dan de helft verminderd,
geheel en al verdroogd en mocht al onder Vervolgens gaf de spreker een beschrijving
Lodewijk Napoleon de smokkelhandel nog zijne van het uiterlijk der steden en van de inrich-
ver boden doch zoete winsten afwerpen, ook ting der huizen, dor aanzienlijke en gegoede
daaraan kwam bij de inlijving in het keizer- burgers.
rijk nagenoeg geheel een einde. I De kleedij bestond omstreeks 1813 voor do
Do nijverheid was in Zeeland nooit van mannen uit een hoogen hoed, een rok, witte
groote beteekenis geweest. Voorzooveel zijdas, en jabot, met op hot voorhoofd hangende
rechtstreeks in verband stond met de scheep- haren en een glad geschoren gelaatvoor do
vaart, zooals scheepstimmerwerven en touw- vrouwen uit een soorl reform kleed ing met
slagerijen, verviel zjj met de reederijen van-een hooge ceintuur. Tussclien mannen- en
zelve, doch ook de meer zelfstandige indus-vxouwenkleeding bestond destijds eene zekere
trieën leden door gebrek aan afzet door de harmonie, daar voor beide geheel anders dan
onzekere tijdsomstandigheden en door belem- i thans, dezelfde stjjl gevolgd werd.
merende Regeeringsmaatregelenvan liever le-1 Op het platteland heerschte in Zeeland op
den zag men inrichtingen van allerlei aardhet gebied der kleeding veel meer verschei-
eerst verkwijnen, dan verdwijnen. De eertijds denheid dan thans. Wie het met nauwkeuxig-
beroemde Zeeuwsche chocolade-fabrieken lagenheid uitgevoerde prachtwerk van V. Bing en
stil, suikerraffinaderijen, zoutkeeten, leerlooie- Brad van Ueberfeldt, Nedcrlandsche kleeder-
rjjen en weeftouwen werden gesloten of werk-1 dragten raadpleegt, zal ontwaren dat vree-
ten met halve kracht. ger elk onderdeel nog zijn eigenaardige klee-
Middelburg, dat in het ednde van de 17de dexdracht ongeschonden bewaard lxad. Thans
eeuw een 30.000 inwoners geteld had en in 1 zijn er gehoele streken waar slechts de snit
1795 nog op 24.000 zielen wérd geschat, had der kleeren of de vorm der muts er aan
volgens de telling der rijksmeesters in 18131 herinnert, dat (men zich op het platteland
niet meer dan 13.726 bewoners. van Zeeland bevindt, 011 zelfs in die onder-
Bij de afneming der bevolking en verminde- deelen, Waar de schilderachtige dracht nog
ring der welvaart trof men overal verlaten en volop in zwang is, zooals op Walcheren,
bouwvallige huizen aan, wier eigenaars zich Zuid-Beveland en het land van Axel, is eeh
niet aanmeldden wegens de achterstallige las- duidelijke steeds voorlgaandc vereenvoudiging
ten en die door gemis aan onderhoud ofen verbastering waarneembaar. De typische
afbraak van belendende perceelen dringend j hooge hoed, de kuitbroek, cn de schansfooper1
voorziening behoefden. Afbraak van perceelen J bij de boeren op Walcheren behooren reeds
was aan do orde van den dag en de straten I tot de zeldzaamheden, bij de boerinnen zijn de
vertoonden daardoor allerwege ledige ruimten.geel strooien kaphoed, het gouden hoofdsieraad
Alles verkeerde in een toestand van ver- j en de lage schoenen met gespen reeds groo-
waarloozing en verval. De verlichting was zoo tendeëls afgeschaft. Ook de schilderachtige lage
slecht, dat men voortdurend drenkelingen uit bouwmanswoningon met haar typisch groen en
wit geschilderde luiken worden door andere
behoeften en een niet zoo behoorende bouwstijl
in haar bestaan bedreigd en reeds bleek het
noodig, een jonge, veerkrachtige vereeniging
als „Nehalennia" op te lichten, om voor
het behoud van het oude land- en steden-:
schoon te waken.
Hel mnerlijk leven onzer voorouders is
moeilijker te schetsen dan hunne uitwendige
omgeving, Noch \a de pers, welke in de toen
malige samenleving een uiterst bescheiden rol
speelde, noch in de litteratuur met haar rid
derromans, noch op het tooneel met zijn spec-
takelstukken, wordt de realiteit van hot wer
kelijke leven weergegeven. Van hot leven van
het. eigenlijk gezegde volk is nooit sprake,
behalve voor zoover de armoede en onveilig
heid het toezicht en de zorg der overheid
noodzakelijk maakten, en voor de „upper ten" I
schijnt hel leven zoo kalm voort te vlieden,
alsof er geen menschelijke dwalingen, gebro
ken, nooden en hartstochten waren!
Slechts hier en daar ziet men flikker
lichtjes, welke een andere werkelijkheid dan
de officieel© doen vermoedenzoo. wanneer
men de verslagen der rechtsgedingen leest of
van het groot aantal prostitnées in de groote
sleden verneemt, dan wel de toenemende ma
tigheid vooral in de hoogere standen hoort
prijzen „Bij dergelijke gelegenheden", zegt
Nagtglas, op den vroegeren toestand doelende,
„werd een stevig glas Wijn gedronken en men
verhaalde, dat enkele heeren op avondmaal
tijden van colleges en gestichten wel acht
of negen flesschen wijn konden ledigen en
toch stoelvast bleven."
De plaats van de vrouw ut de samenleving
was geëerd en waardig, maar haar taak bo- j
perkte zich tot liet huiselijk bestier en de
ontvangst der gasten, waarvan zij zich met
een groote gulhartigheid en goedhartigheid
kweet, van een vrouwenbeweging als in den
tegenwoordigen tijd had men nog geenerlei
besef en men zou daar ook weinig voor
gevoeld hebben, althans een spotdichtje op
mevrouw de Krudener uit die dagen luidde-
Vrouw Profetes! Wat ge ook moogt heetcn,
Geloof mij toch ter goeder trouw,
Als God het menschdom wil bekeeren,
Zendt hij daartoe gewis geen vrouw.
In één opzicht waren onze voorouders verre
onze meerderen in wellevendheid en omgangs
vormen.
Een derde en een vierde stand zijn sedert
opgekomen en drukken thans lijdelijk het maat-
schappelijk peil omlaag. Er is iels onbe
schaafds, een zeker snobbisme waar te nc-
men, dat zich bij velen uit in een opzettelijke
veronachtzaming vari maatschappelijke con
venties. Men vindt het vernederend, „uw die-t
naar" te schrijven of behoorlijk te. groeten
als ik dat in Duitschland zoo nonchalant
deed, kostte het mij een duel, zei mij onlangs
een Heidelbergsch student maar beseft niet,
dat juist liet nalaten van dergelijke omgangs
vormen den parvenu stempelt. Of zou het
waar zijn, wat ik onlangs las, dat het den
„Durchschiiif-Nederlander zoo moeilijk bijna
onmogelijk valt, den boer, die in hem schuilt
af te schudden
Vervolgens behandelde de heer Kruseman
het openbare leven waarin do landsvaderlijfc-
heid oppermachtig heerschte. Alles werd van
bovenaf verwacht, en elke regeeringsmaat-
regel onvoorwaardelijk en bovenmate ge
prezen. Elke bijeenkomst welke in deze
dagen gehouden werd, heet indrukwek
kend, elke aanspraak is plechtig en gepast,
allo harten en 00 gen werden aanstonds door
elke goede aandoening tot tranen toe geroerd,
in één woord: de Brave Hendrik ken -ei i - Jan -
Salie-geest vierde hoogtij. En aan dat alles
paarde zich een ongelooflijk chauvinisme.
J Onze voorouders hadden weinig behoefte
j aan afwisseling en begaven zich niet of slechts
bij uitzondering buitenslands; zij genoten des
zomers liever van het buitenleven in thee
I tuinen, heerenhofsteden of buitenplaatsen. Het
tegenwoordige haken naar verandering en ont
spanning, de reismanie en het sport vorm aak,
waren hun vreemd en evenals hun levens
opvatting aan het thans levende geslacht, een
tonig en stijf voorkomt, zouden zij onze tegen
woordige levenswijze als minder waardig en
lichtvaardig veroordeeld hebben. Ook waren
zij van een zuinigheid, welke ons verbaasd
doet staan en er schuilde wellicht eenige
waarheid in hel gezegde van een oud heer
uit het raidden der vorige eeuw: „Onze voor
geen der dischgeaoolen ooit ontbrak, had om
streeks 7 i 8 uur het ontbijt plaats; om
twaalf of één uur werd het eenvoudige mid
dagmaal gebruikt, daarna volgde in den voor
avond liet gezellige theedrinken, kwam in den
avond de nooit ontbrekende flescli roode wijn
op tafel en werd na een sober avondmaal
reeds om 10 uur de dag besloten
Terwijl het leven bij de gegoeden eenvoudig
was uit voorliefde en beginsel, was dit bij
de nnndcr bedeelden het gevolg van een nij
pende nooddruft. Bij den arbeidenden stand
heerschte een armoede in voeding, kleedij
en woning, waarvan het tegenwoordig levende
geslacht zich nauwelijks oen begrip kan vor
men. De sterk afwisselende graanprijzen de
den dikwijls aJs het ware hongersnood ont
staan roggebrood en kommiesbrood waren
voor een groot deel volksvoedselkousen en
schoenen werden door vele kinderen nimmer
gedragen, men liep op klompen of barrevoets,
de woningtoestanden waren allerellendigst. De
loonen waren laag en de werkeloosheid was
groot.
Verwarming en verlichting lieten ook bij
de ineorgegoeden naar onzen maatstaf alles
te wenschen over De turf- en hout-vuren in
oudorwetsche haarden verwarmden het ver
trek slechts ten halve, slaapkamers werden
in het geheel niet, studeerkamers slechts bjj
uitzondering verhit. Hoewel lampen reeds be
kend waren, bepaalde de verlichting behalve
bij feestelijke gelegenheden zich gewoonlijk
tot een of twee kaarsen.
De straatverlichting hield daarmede gelijken
tied: do lantaarns waren gloeiende spijkers,
eerst ui 1820 kwamen de zoogenaamde rever-
bères, hangende lantaarns met een reflecteer-
spiegel, in zwang, terwijl het gas in Zeeland
omstreeks 1840 zijn intree deed, 20 jaar later
dan in Den Haag.
Openbare verkeersmiddelen in den moder
nen zin van het woord, bestonden in Zeeland
als het ware niet. Zelfs was in dit gewest
bij gebreke van kanalen, de trekschuit nooit
inheemsch geweest, welk vaartuig in de 18e
eeuw het snelste vervoermiddel was, daar we
gens de mulle zandwegen zelfs ©en rijtuig
met vier paarden een trekschuit op den duur
niet kon bijhouden.
Het verkeer niet Holland geschiedde per
beurtschipper, waarbij men afhankelijk was
van weer en tijen, waarmede altijd eenige
dagen gemoeid waren. Daarbij bestond nog
de primitieve toestand, dat de passagiers zelf
voor hun eten en drinken moesten zorgen. In
de Instructie van den beurtschipper van Zie-
rikzeo op Amsterdam was bepaald. „Do schip
per moet. de passagiers in het vooronder
paviljoen behoorlijk van licht voorzien en drie
maal daags van genoegzaam kokend water
en dus ia die dagen even achterlijk. Om van
den vasten wal Middelburg te bereiken, ver
trok een postkav van Bergen op Zoom naar do
rivier de Eendracht, daar met een schuit of
veerpont overgezet naar Tholen dan ging het
per kar vari Tholen. naar Schorpenisse. por
steigerschuit naar Yorsoke, per postkar over
Goes naar hel Sloe, per zeilboot of roeiboot
«aar Walcheren, eindelijk per postkar naar
Middelburg.
Onder de gunstigste omstandigheden duurde
dit traject 7 uur, maar b\j slechte weersge
steldheid veel langer «11 des winters was
men bij drijfijs dikwijls dagen lang van den
vasten wal afgesloten.
In 1817 had de verzending van brieven uit
Middelburg eenmaal daags plaats en was het
postkantoor aldaar geopend van 9 12 en
37 uur. Het postkantoor was toenmaals
trouwens, zoo al gcerie sinecure, dan toch een
bijbaantje, eerst was een Mod. doctor met hel
toezicht, heiast, later fungeerde de kanton
rechter tevens als postdirecteur.
Verschillende bijzonderheden werden door
den heer Kruseman meegedeeld over do hygi
ënische toestanden, over de invoering van
het gebruik der quinine, en voorts over de
maatschappelijke welvaart.
(Slot volgt;
Kamer van Koophandel en Fa
brieken te Vlissingen.
I11 de gisteravond in liet gemeentehui- te
Vlissingen gehouden vergadering van de
Kamer van Koophandel «en Fabrieken waren
tegenwoordig 5 lede».
Afwezig de heeren Beijerman, Polderman
en Polak mot kennisgeving.
Voorzitter was de heer Jos. van Raai te
secretaris de heer mr. Wit te vee».
De notulen der vorige vergadering werden
goedgekeurd
Naar aanleiding dor notulen zegt de hoer
V a n N i f t r i k, dat de commissie voor do
posterijen aan den wensch van don. heer
JPolak heeft, voldaan, die op de vorige ver
gadenng wilde, dat m het nieuwe- postkan
toor een apart loket zou worden beschikbaar
gesteld voor do spaarbank, daar een ieder nu
kan zien wie daar inbracht en wat werd in
gebracht of afgehaald
De commissie sprak daarover met den di
recteur van liet kantoor, die toezegde de zaak
te overwogen en bij do autoriteiten ter sprake
te brengen. Evenwel bemerkte spr. nog geen
verandering in den toestand.
Daarom dacht sprdat er wel niets aan
to doem zou zijn. Ook in Amsterdam zag spr.
verzorgen. Hij moet, ten dienste der passa-j dat het evenzoo was als hier.
giers welke in het paviljoen varen, twee De heer De Jonge vond, dut mou met
kooijen, van behoorlijk bedde goed en schoon een vergelijk kan trokken tusschen Amstei -
linnen voorzien, in gereedheid hebben. Wie dam en Vlissingen, daar in Amsterdam de
dezelve het eerst bespreekt, beschikt er overmonschen elkaar minder kennen en dus vrijer
en betaalt 60 ets. per kooidewijl het pa- zijn.
viljoen, volgens art. 15 van het algemeen Besloten weid af te wuchton of nog ver-
reglement niet afgehuurd mag worden. j anderingen komen.
Elk passagier mag bij zich hebben een koffer 1 Ingekomen zqn o. a.
©f reiszak waarvoor de schipper niets mag j een goedkeuring van de rekening van
xekgnen." 1 de K v- K en F door B. en VV.
Men kon zich ook van veer tot veer per J Voor kennisgeving aangenomen
steigerschuit laten overzetten en verder peri h. h®' verslag van het toezicht op den ha
land reizen; dit was de zekerste, schoon te venarbeid in de havens van Rotterdam, Dor-
vens do kostbaarste wijze, maar bracht ook drechl, Amsterdam, Zaandam, Vclsen en West
zijn eigenaardige bezwaren mede Zoo leest. 1 zaan
men ten aanzien van het veer over het Sloe -Als boven
tusschen Walcheren en Zuid-Beveland „Even- c- het verslag van den hoofdingenieur van
wel vertrekt men het best van één uur voor, het stoomwezen,
itot een uur naj het hoog water, wijl men anders j Als boven.
door de slikken en schorren voor den Zuid-1 d een adres van de commissie van bet
Bevelandschen wal moet wandelen. In den j verkeerswezen, waarin ze voorstelt, krachtig
winter is het echter wanneer het eenigen tijd jto steunen de adressen van verschillende cor-
gevroren heeft, dikwerf verkieslijker liet laagporaties aan den Minister van Waterstaat en
water ter overvaart te kiezen omdat de veer- atm de Mq tot Exploitatie van Staatsspoor-
ouders
gierig uit hebzucht, 1
kin-
'4
Naar het Fransch
THEUBIET.
deren zullen het door spilzucht moeten zijn."
1 Reeds om zes uur 's morgens placht men
op te staan, na gebed, bijbellezing -en gezang,
waarbij ook de dienstboden binnen waren en
G. Kiötar #r,
Eenige minuten daarna bracht Lililta, zoo
heette 't dienstmeisje met een wipneus en een
•uoaid tot de ooren toe gespleten, den visch-:
sc otel Linnen cn gingen zij met him drieën
om do rondo tafel zitten. De ragout dampte
«n verspreidde een vejrieidelijken geur. Nanine.
t Nyarmc hordon voor zich had op go staJ
peld, bediende baron Valbruant rijkelijk, terwijl
mevrouw Liénard hem een fijn lichtrood wijn-
mswionk, geoogst op de heuvels van
Goiffy. De beide vrouwen schenen zich get-'
ukkig te gevoelen, hun gast te vertroetelen'
zijne sombere gedachten te verdrijven.
Claude liet zich verwennen. Hjj at eerst met
smaak zjjn deel stilzwijgend op, danmn werd
zi/n voorhoofd helderder, zijne lichtbruine
«ogen schitterden met den glans van een
f^proever en hij riep op kennerstoon:
■Utfn compliment, Nanine, die vischragout is
een meesterstuk, ik zal me graag nog eens be
dienen. Catherine, die toch een eerste keu
kenprinses meent te zijn, heeft mij er nooit
zoo een klaar gemaakt. Hoe leg je 't aan om
die saus zoo tc krijgen, dik, zacht als zalf
en fijn geurend?
Dat is myn geheim, antwoordde Nanine,
en ik houd 't voor me .Als ik 't Cathe
rine vertelde en u thuis een ragout kon vin
den, op mijn manier klaargemaakt, dan zou
u de gewoonte laten varen op de Abdij te
komen eten.
Ho, ho, riep baron Valbruant bij wijze
van protest uit, nu vindt u mij toch een
beetje al te zelfzuchtig 1
Zelfzuchtig, dal is wat sterk; hernam
mejuffrouw LiénardMaar wat zal ik
zeggen, u houdt van uw gemak. Ik geloof,
als men u thuis alle schoteltjes klaar maakte,
[die u erg lekker vindt, 11 minder vaak uit
zou gaan om bij kennissen te eten.
U hebt een lieve meening over me!.
Maar de ragout heeft zoo lekker gesmaakt,
dat ik 'tu niet zal kwalijk nemen.
De ragout maakte plaais voor patrijs, ge
braden in reepjes spek en gewikkeld in knap
pende wijnstokbladoren't gezicht van
gastronoom klaarde lieelemaal op
Waar hebt u die zeldzame vogels met
hun malsch, fijn vlcesch vandaan gehaald?
Wij kennen een fatsoenlijken strooper,
die ze ons voor een koopje levert
schuiten de Kil alsdan niet kunnen uitkomen
en door het drijfijs belemmerd worden De
eerste verbetering in het verkeer kwam in
den Fransclien tijd tot stand, toen voor
militaire doeleinden ter verbinding van alle
I doelen van liet reu zen rijk met Parijs overal
1 kunstwegen werden aangelegd, de zoogenaamde
groote wegen der 1ste klasse. Postwagens, en
diligences volgden elkaar op als kleine en ge-
leidelijke verbeteringen, maar een nieuwe tijd
brak pan, toen in. 1816 de eerste stoomboot te
j Rotterdam aankwam.
In 1825 kvoTd de eerste stoomhootdienst tus-
schcn Middelburg en Rotterdam in het leven
geroepen, terwijl verbindingen met Gorinchem
en Antwerpen, alsmede een stoombootdienst
op de Wester Schelde elkander snel opvolgden,
i De postdienst was uit den aard dei zaak,
geheel afhankelijk van de verkeersmiddelen
wegen, naai- aanleiding van de winterdktist-
regeling der S S. voor 1912/'13.
Conform hot rapport bereids afgedaan
e mededeoling van Prov Staten van Zee
land, van haar besluit, de booten van den
Prov. Stoombootdienst op de Ooster-Schelde te
laten doorloopcaj tot Vlissingen,
Voor kennisgeving aangenomen
Aan de orde kwamen de volgende punten
1. Van de K v. K. te Arnhem is ingekomen
een verzoek om een rekest aan den Minister
vaar Justitie to willen steunen. I11 dit rekest
verzoekt bedoelde Kamer stappen te doen tot
vorkrijgen van een jpractisch en doelmatig
handelsregister Zij zoude daarin inlichtingen
omtrent allen die handel drijven willen zien
opgenomen en gelooft dat daardoor vele mis
bruiken in den handel zouden voorkomen wor
den. De K- v. K. te Arnhem geeft eeiuge
Een strikkenzetter1 riep de jager spot j
lejid uit: u hebt nette kennissen I De laatste
dagen heb ik de volden afgeloopen zonder
één patrijs voor den loop van mijn geweer
to krijgen Die gauwdieven pakken ze ons
voor den neus weg1
Wat zou dat?, viel de weduwe ©enigs
zins spottend in de rede: iedereen moet
leven.
Bpt is alles goed en wel, antwoordde
Claude 'toornig, maai slroopen is een misdrijf,
waar strenge straf op staat. Uw netto vrien
den zullen op 't laatst onze bosschen leeg
plunderen Dat dacht ik nog juist zoo,1
toen ik door 't bosch liep
Waax is u wezen wandelen vroeg
Nanine.
Op Mop ta voir. Daar staan mooie hooge
boomen en zat 't vroeger vol herten.
Ik benijd u, zei Nanine, zoo vrij de bos
schen te kramen afloopenl lk houd er veel
van «1 het is een genot, dat ik helaas mis
sen moet.
Missenwaarom? Montavoir is vlak bij.
Mama is niet meer zoo vlug ter been
als toen ze twintig was en ofschoon ik een
oude vrijster ben gebleven, kan ik niet heel
alleen door do bosschen loopen. Men zou
dat in de buurt ongepast vinden.
Neem mij dan als gezelschap mee
Ik zal *t prettig vinden u door 'twoud rond te
Een blos steeg Nanine naai- 't hoofd.
Hoe komt u er bij Dan zou je m do
hoogere kringen van Saint Clair eens een la
booien maken Men vindt mijn manie
ren al te vrij dat zou nog heel wat erger
zijn als men mij langs bergen en dalen in
gezelschap van een heer ontmoette.
Kom! antwoordde Valbruant onverschil
lig: met mijn leeftijd komt dat er niet meer
op aan. Ik ben een oude kluizenaar en tel,
niet meer mee.
Beste Claude, verzekerde mevrouw Lié
nard: je doet je altijd ouder voor dan je
bent en je bont pas zes en veertig en dim
is een man juist in zijn volle kracht. Je
lient forsch en erg kras, je ziet er nog jong
genoeg uit om iemand in opspraak te bren
gen. Mijn dochter heeft gelijk.
Nanine keek Valbruant droef feeder aan.
U ziet wol, zuchtte zij, mama is van
mijn meening. Wanneer men een ongehuwd
meisje is en zelfs een oude vrijster, moet
men zijn lusten wat beteugelen en zich in
zijn lot schikken.
Welnu, antwoordde Claude ondoordacht.
ga trouwen.
Nu keek do weduwe Valbruant hem
baasd aan. Nanine ving dien zwijgenden, veel-
beteekenenden blik op en hoofdschuddend her
nam zij met een ©enigszins gedwongen .glim
lach:
Ten eerste moet men om te trouwen
met zqn tweeën zijn en nu vraag ik n. wie
zou een meisje zonder bruidsschat en reeds
op jaren willen nemen? En verder moet ik
u bekennen dat ik lastig zijn zouIk reu
alleen een man willen trouwen, van wien. ik
hield en die nnj liefhad. Bijgevolg is 'toen
uitgemaakte zaak, dat ik oude vrijster blijf.
Dat is heuscli nog 't beste dat je heb
ben kuntmompelde Valbruant, bij wijze van
besluit 't Huwelijk is vol gevaren de befde
is een ziekte, die moeilijk geneest, de onge
huwde staat heeft, in alles veel voor.
Do glood, die een oogenblik in de blauwe
oogen van mevrouw Liénard had geschitterd,
doofde plotseling uit en een bittere lach
plooide haar lippen; Nanine werd van rose
doodsbleek. Maar Claude, die bezig was zorg
vuldig een perzik te seluUen, merkt© niets op,
Ondertusschen nam mejuffrouw Liénard, ge
holpen door Lililta. de tafel af en bracht
alles weer in orde Zij schonk haar gast
een glaasje zwaren Bourgogne in, daarna
plaatste zij een guéndon met dominospel
tusschen de weduwe en haar gast cn schudde
do steonen voor 't gewone partijtje.
Domineeren was T geliefkoosde spet van
baron Valbruant en hij meende dat hij er
sterk in was Hq was over 't algemeen een
vrij slecht speler en erg uit zqn humeur,
als hij verloor.
(Wordt vervolgd)