bijvoegsel
FEUILLETON.
T
I
Zaterdag 22 Jnni 1912, no. 146.
Middelburg 21 Jnni.
TWEEDE KAMER.
van bestuur ten aanzien
van algemeen ecrkanda Christelijke feestdagen,
tevens zullen. geldMi voor dm tweeden
PaaBchdag, den tweeden Pinksterdag en den
tweeden Kerstdag.
Uit de Staatsconrant.
Bij kon. besluit is benoemd tot raadsheer
in den Hoogen Raad der Nederlanden mr.
H. He86e, thans raadsheer in het gerechts
hof te Arnhem.
Zeeuwsch-Vlaamsote tramwo
Blijkens het afdeelingsverslag had het plan
om het tramnet in Zeeu,wsch-Vlaanderera op
zoo ruime mate uit te breiden, als waarvan,
sprake is in het wetsontwerp betreffende de
toekenning van rentelooze rijksvoorschottm
xesp. voor den spoorweg Hontenisse—Belgische
grens in de richting van. Moerbek» en voor
de spoor wegltjnen.: IJzeadijkeSas-van-Gent
Drie Schouwen, HoofdplaatPyramide, Philip
pineTemeuzemZaamslag en Sas-van-Gent
Belgische grens in de richting van Selzaete,
de algjemeene instemming.
Alleen omtrent de weasckelijkheid, in dat
uitbreidingsplan ook op te nemen de lijn
PyramideHoofdplaat, was bij eenige Leden
twijfel gerezen. Zij vreesden, dat daarvan een
verlegging van het verkeer, ten nadeele van
Nederlandsche plaatsen, het gevolg zal zijn
en vroegen van den minister de verklaring,
dat de aanneming van dit wetsontwerp niet
in den weg zal staan aan nadere subsidi-
eermg, hetzij van een tramlijn Hoofdplaat
Breskens, hetzij van een stoomboot verbinding
HoofdplaatVlissingen.
Van andere zijde werd er daarentegen o. a.
op gewezen, dat opneming in het net van de
lijn PyramideHoofdplaat was aangewezen met
het oog op de goede haven, -welke laatst
genoemde plaats bezit. Het goederenvervoer
van Zeeuwsch-Vlaanderen naar andere deelen
van Nederland wordt door die opneming zeer
Voorts werden uitgebreide beschouwingen ge
voerd en weersproken over het, mede door
anderen ontkende feit, dat in de maatschappij,
die aanleg en exploitatie zal ondernemen, de
Belgische invloed grooter zal zijn dan de
Nederlandsche.
Eenige leden meenden, dat de regeering in
meerdere mate zelve het initiatief moest ne
men voor den aanleg van tramlijnen en niet
steeds het plaatselijk initiatief moest afwach
ten. Daartoe ware h.i. een ambtenaar aan
te stellen, wiens taak zon zijn de streken op
te sporen, waar zich de behoefte aan oen
nieuwe lrjn doet gevoelen, en vervolgens plan
nen daarvoor te ontwerpen.
Verscheidene andere loden bestreden dit
denkbeeld -en verdedigden de bestaande prak-
Met den Zondag gelijk te stellen
da gen.
De heer Smidt heeft d.d. 22 Mei j.l. de
volgende vraag ingezonden:
Met het oog op de onzekerheid, die bij de
toepassing van verscheidene onzer wetten
dreigt te ontstaan ten aanzien van de da
gen, die met dm Zondag zijn gelijk te stel
len, rijst de vraag, of het niet noodig wordt,
daaromtrent een algemeen geldende wettelijke
regeling te treffen.
Acht de regeering een dergelijke wettelijke
regeling niet noodzakelijk
Daarop hoeft de minister van binnenland-
sche zaken, tijdelijk voorzitter van den Raad
van Ministers d.d. 20 Juni het volgende
antwoord
Het is [wellicht minder juist om met dm
geachten steller der vragen te spreken van
een onzekerheid, welke dreigt te ontslaan
ten aanzien van de dagen, welke met den
Zondag zijn gelijk te stellen.
De rechtspraak neemt aan, dat de tweede
Paaschdag, de tweede Pinksterdag m de
tweede Kerstdag niet meer kunnen worden
beschouwd als algemeen erkende Christelijke
feestdagen.
De regeering overweegt het in gereedheid
brengen van een wetsontwerp, bepalende, dat
voorschriften, voorkomende in wetten en al-
MAATSCHAPPIJ VAN NIJVERHEID.
Delft, 21 Juni.
De heden te Delit gehouden jaarlijksohe
algemeene vergadering van de Maatschappij
van Nijverheid werd door den voorzitter, den
heer prof. dr. J. Kraus, geopend met een rede
waarin niet, zooals in de voorafgaande jaren
meestal geschiedde, de sociale wetgeving
behandeld werd, maar waarin hij eenige
beschouwingen ten beste gaf over*"
Het arbeidsveld van den
ingenieur.
Spreker vestigde er de aandacht op dat
het vooroordeel dat vroeger zeer sterk, vooral
bij de gemeenten, bestond tegen het in dienst
nemen van den Delftschen ingenieur, in wie
men een te eenzijdig ontwikkeld mathematicus
zag, nog altijd niet geheel verdwenen is, al
is 't ook verminderd. En bovendien op het
feit dat, al hebben de Delftsche ingenieurs,
en dan nog heel langzaam, toegang verkre
gen, de hoogste betrekkingen, die van direc
teur of van leider onevenredig vaak in
andere handen berusten.
Er dringt zich daarom de vraag op, of
de Delftsche opleiding zich wel zco goed
mogelijk aanpast aan de eischeD, die het
werkelijke leven aan de kweekelingen stelt,
de vraag dus of bij die opleiding zoo vol
ledig mogelijk ïekening wordt gehouden,
niet alleen met de belangen van de stu
denten, maar ook met die van de industrie.
Spr. zei er van overtuigd te zijn dat het
meerendeel der Delftsche hoogleerarm er
van doordrongen is, dat zij de jongelieden,
die hun zijn toevertrouwd, zooveel en zoo
goed mogelijk moeten toerusten tot de
scheppende daad. Het kan dan ook niet
missen, ot ook zij vragen zich bijwijlen af,
wat wel de reden is dat de eigenlijke lei
ding van technische bedrijven en van in
dustrieels ondernemingen niet meer algemeen
aan Delftsche ingenieurs wordt toevertrouwd.
En dan was spr. overtuigd, dat zij tot de
erkentenis zullen komen dat de opleiding
van onze ingenieurs, die vroeger al te zeer
eene mathematische was, thans nog al te
eenzijdig eene technische is.
Het speet spr. het te moeten zeggen,
maar er worden onder onze hedendaagsche
ingenieurs nog velen aangetroffen, die voor
de economie eener zaak, op zjjn zachtst
gesproken, niet veel gevoelener zijn
aie de studie van de economische zijde
een technisch vraagstuk nauwelijks tot hun
competentie rekenen, althans haar bij voor
keur aan anderen overlaten.
Van zulke ingenieurs, die begrooting en
kosten geen essentieel onderdeel achten van
hun ontwerp of van hun fabrikaat, kan de
nijverheid uit den aard der zaak niet ge
diend zijn.
Het is daar niet voldoende dat behoor
lijke aandacht wordt geschonken aan de
deugdelijkheid van wat wordt voortgebracht,
aan het rendement der machines, aan juiste
loonverhoudingen en aan maatregelen in het
belang van de levende werkkrachten, kortom
aan alles wat de ingenieur in engeren zin
mocht rekenen als wel tot zijn ressort
te behooren, Van overwegend belang voor
het financieel welslagen der onderneming
zullen veelal zijn het aankoopen op gunstige
oogenblikken van grondstoffen, het zich verze
keren van geregelden afzet van het fabrikaat
tegen loonenden prijs en andere factoren,
die men niet kan beheerschen zonder daar
voor de noodige kennis te hebben vergaard
of beter nog, zonder den daarvoor noodigen
economi8chen zin bij zich te hebben aan
gekweekt. Waar deze niet aanwezig is, is
ook de geschiktheid voor het leiderschap
van een bedrijf of industrieele onderneming
niet voorhanden.
Aan de Technische Hoogeschool nu, werd
vroeger zoo goed als niets en thans nog
niet genoeg gedaan om bij de aanstaande
ingenieurs dien zin aan te kweeken. Men
ontwerpt, maar geeft zich meestal
CHAOSJI MO ER AT
(naar de Doitsche vertaling).
46. van
Leo Tolstoi.
Dat afscheidsmaal werd een hoogst plechtige
feestelijkheid. Heel een rij tenten was aan
gevoerd en opgesteld. De met kostbare vaten
en icoheele flosschcnbatterijen. bedekte feest
tafel strekte Izich ver langs de tenten uit.
Alles herinnerde aan de weelderige levenswijze
van do Petersburgsolie garde.
Om twee uur zette men zich aan tafel,
ïn het [midden zaten ter eener zijde Koslows-
kij, ter anderer Barjatinskij. Rechts van Kos-
lowkij (zat de jonge Woronzow, links zjjn
gemalin. Aan beide rijden der tafel waren
do Officieren van het Kabardische en Koerini-
scho regiment verdeeld. Butler zat naast Pot-
torazkij, beide babbelden .vergenoegd en dron
ken met do naast hen zittende officieren.
Toen men bij het wildbraad was genadord,
schonken de dienaars de champagneglazen vol.
met echt gemeende angst en
rekenschap van de kosten, komt daardoor
zelden tot het besef van den innigen sa
menhang tusschen ontwerp en begrooting
en blijft vreemd aan het begrip van renta
biliteit. Wel worden daar. vooral sedert de
omzetting in 1905 van de Polytechnische
School in Technische Hoogeschool, verschil
lende vakken onderwezen, die administra
tieve en handelskennis kunnen bijbrengen,
zooals boekhouden, bedrijfsleer, handelsrecht,
aardrijkskunde, geschiedenis, maar er ont
breekt het cement dat het onderwijs in die
vakken behoorlijk samenvoegt, ten einde
een categorie van ingenieurs aan te kwee
ken, waarnaar in onze hedendaagsche
maatschappij meermalen te vergeefs wordt
uitgezien, te weten commercieel ontwikkelde
technici, of wel technisch ontwikkelde han
delsmannen, aan wie men, na volbrachte
studie, een diploma kan uitreiken van in
genieur-koopman of van handelsingenieur,
»ingenieur-commereial" op het voorbeeld
van onze zuidelijke naburen, of hoe men
hem anders zou willen noemen.
Verschillende voorbeelden van instellin
gen in het buitenland, waar wel aandacht
die zaken wordt geschonken vermeldde
spr. Hij noemde in dit verband ook nog
dat de Belgische regeering bij voorkeur
uit de ingenieurs in het algemeen hare
consulaire ambtenaren recruteert en wel
nadat zij met een lange lijst van vrijstel
lingen een consulair examen hebben afge-
legd.
Het spreekt wel van zelf, dat de hondels-
ingenieur boven andere ingenieurs heel veel
voor zou hebben in de consulaire loopbaan.
Het is met onzen consulairen dienst nog
gebrekkig gestelddie dienst heeft althans
nog zeer groote uitbreiding noodig. Ik heb
meermalen hooren verluiden, dat het moei
lijk is daarvoor geschikte personen te vin
den. Het belang van een richtige vervulling
van de vele consulaire posten, die nog op
bezetting wachten, zou dus mede een aan
leiding kunnen wezen om de studie voor
handelsingenieur aan de Technische Hooge
school te regelen.
De spreker besloot met zjjn denkbeelden
saam te vatten in de volgende stellingen
1. Het is wenschelijk bij den aanstaan
den ingenieur in het algemeen aan te
kweeken economiechen zin, hem er van te
doordringen dat zijn arbeid als regel ten
doel heeft om op de meest economische
wijze in een bepaalde behoefte te voorzien
of nieuw kapitaal te kweeken.
2. De instelling van een cursus voor
handelsingenieur, op zichzelf zeer gewenscht,
ook met het oog op onze consulaire ver
tegenwoordiging, en met geringe uitbreiding
van leerkrachten aan de Technische Hooge
school te bereiken, zal er toe bijdragen ook
bij andere categorieën van studenten den
economiechen zin aan te kweeken, die te
genwoordig vaak te vergeefs bij hen wordt
gezocht.
3. Opdat het onderwijs zieh zoo goed
mogelijk aanpasse aan de behoeften onzer
industrie, moet er, zooals prof. de Vooys
het in zijn openingsrede verleden jaar nog
eens duidelijk heeft laten hooren, een
krachtig en nauw verband aanwezig zijn
tusschen de industrie en het terrein voor
de technische studie, de Technische Hooge
school.
Voor het verhandelde ter vergadering zie
ïen het eerste blad van dit nummer.
sin,gera zoo veel tijd eischen, dat daartegen
het voordeel van vertrek uit de buitenhaven
niet zou opwegen.
Dit laatste bezwaar ware te ondervangen,
door de boot aan de binnenzijde der sluizen
doen liggen. Maar daarmede vervalt we
der het voordeel van de directe overlading.
Bovendien zou, wanneer de boot kwam te
liggen in de buitenhaven of aan de binnen
zijde der sluizen, voor de meeste bewoners
der stad Vhssingen de afstand van hun wo
ning zóó groot worden, dat zij vermoedelijk
nog gemakkelijker per tram naar Middelburg
zouden kunnen .gaan, om daar de boot te
halen.
Mocht evenwel, hetgeen de bedoeling schijnt
te zjjn van de Vereeauguig Gemeenschappelijk
belang, gewenscht worden, dat de booten in
de stad Vlissingen zouden aanleggen, dan
vervalt het hoofdmotief van de Kamer
Koophandel en Fabrieken.
èn van Zeeuwsch-Vlaanderen
èn van Vlissingen dienen, door de booten de
buitenhaven èn een punt in de stad te laten
zou zooveel tijd eischen, dat daar
aan in het .geheel niet kan worden gedacht.
gjoot bezwaar tegen het verleggen van
het eindpunt naar Vlissingen wordt ook ge
vormd door de bruggen aan do Keersluis te
Vlissingen en aan bet station te Middelburg.
Die aan de Keersluis wordt geopend des
morgens tusschen 8 20 en 6.40, die te Middel
burg tusschen 6.45 en 6.69. De morgenboot
zou, om zeker te zijn, dat zy te Middelburg
niet voor een gesloten brug zou komen, uit
Vlissingen moeten vertrekken uiterlijk 620.
Op dat uur is de boot uit Neuzen nog niet
aangekomen. En welke reiziger zal vertrek
ken uit Vlissinigen met een boot om 6.20,
wanneer hij, met den trein van 7.07 gaande,
te Middelburg dezelfde boot kan halen?
Bezwaren van gelijken aard gelden in meer
dere of mindere mate voor de middagboot
en voor de booten, welke uit Middelburg naar
Vlissingen zouden moeten doorvaren.
Uit een en ander blijkt voldoende, dat tegen
inwilliging van hetgeen gcvTaagd wordt groote
bezwaren bestaan Bovendien is liet nut van
den voorgestelden maatregel zeer twijfelach
tig. Voor passagiers is hij niet noodig; Ged.
Staten wezen er reeds op, dat deze beter en
gemakkelijker van den trein en de tram kun
nen .gebruik maken. Eu wat het goederen
vervoer betreft, is, naar het hen voorkomt,
bij de verzoeken uit Vlissingen uit het oog
verloren, dat de dienst op de Oostor-Schelde
niet is een goederendienst, maar in hoofd
zaak een dienst voor het vervoer van per
sonen. Dat van goederen is gering. Voor
enkele vrachten, welke van Vlissingen naar
gaaf daarvoor een post van f 18,550 op de
begrooting voor 1912 brachten, had de' tyd
ontbroken, om aangaande de noodzakelijkheid
van deze uitgaaf een behoorlijk onderzoek
in te stellen. Dit is later geschied. Bij ©ene
bespreking in loco, waarbij de hoofdingenieur
en de ingenieur te Goes tegenwoordig waren,
bleek, dat ten gevolge van dij ksvorhooging
na den aanleg van den steiger de toegang
zeer ongunstig was. Verbetering daarvan op
dezelfde plants was technisch zeer moeilijk
Wilde men een steiger mot een gemakkelijkcn
opk voor rijtuigen bruikbaren toegangsweg,
dan was verbouwing onmogelijk dan diende
een geheel nieuwe steiger gebouwd te worden
op ©enigen afstand van den bes taanden. Een
daartoe strekkend ontwerp is door den hoofd
ingenieur opgemaaktde uitvoering daarvan
Zou f 29.000 kosten.
Gedeputeerden hebben zich afgevraagd, of
behoud van den steiger te Uoedekeiiskerkei
dit offer uit do Provinciale kas, waarbij aan
kosten van /Onderhoud nog ongeveer f 400
per jaar moet worden gevoegd, waard is
Aan den steiger wordt nagenoeg uitsluitend
aangelegd door de booten van den Provin
cialen stoomhootdiensl op de Wester-Schelde
van andere vaartuigen werd in de jaren 1909,
1910 en 1911 ontvangen onderscheidenlijk
niets, f 12.80 en f 8.70.
Voor zooveel den Provincialen stoomboot-
dienst aangaat, is gebleken, dat het vervoer
niet toeneemt. Do opbrengsten van het reizi
gers - en goederenvervoer zijn «iel of nau
welijks voldoende, om do kosten van de reis
van Neuzen naar Hoedekenskerkc en terug te
dekken.
Nu moet hierbij nog in aanmerking worden
genomen, dat vele reizigers, o. ni. uit Goes en
uit de /gemeentenniet ver van Borsselen ge
legen, oven goed de reis over Vlissingen o£-
Borsselen zouden kunnen nemen en zelfs lie
ver over die plaatsen zouden reizen, hetgeen
thans met mogelijk is, daar de 9.20-uur boot
van Vlissingen naar Borsselen en Neuzen uit
valt op de dagen, waarop Hoedehenskerke
wordt aangedaan. Van reizigers en goederen
uit deze plaats en de naaste omgeving, die
den dienst op Neuzen het meest noodig zou
den hebben, is dus de opbrengst belangrijk
minder.
Het behoeft wel geen verder betoog, dat
uit economisch oogpunt de tegenwoordige
diensL NeuzenHoedékenskerke geen reden van
bestaan heeft.
Hg berokkent evenwel nadeel aan de hoofd
lijn en staat aan de regelmatige uitoefening
van den dienst op de hoofdlijn in den wetg.
Juist op den Woensdag, wanneer voor koop
lieden en neringdoenden uit Walcheren de
Zomerzitting der Prov. Staten
ran Zeeland.
Doorvaren der Zierikzeesche
booten naar Vlissingen.
In deze welbekende kwestie waarvan we
«ds vroeiger meedeelden, brengen
Staten een advies uit, waarin men o. a.
het volgende leest:
Het hoofdargument van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken te Vlissingen is, dat
passagiers en goederen uit Zeeuwsch-Vlaande
ren in de haven zouden kunnen overgaan van
de eene boot op de andere. Daartoe zou noo
dig zijn, dat de booten van de Wester-Schelde
en van de Ooster-Schelde in de buitenhaven
te Vlissingen naast elkander lagen. Thans
echter komt in die haven reeds plaats te
kort voor de booten van den Wester-Schelde-
dienst. Bovendien zou gesteld, dat do Oos-
ter-Scheldeboot een ligplaats in do buiten
haven kon vinden het opschutten teVlis-
Schouwen moeten worden geëxpedieerd, vindtmarktdag te Neuzen gereede aanleiding zou
men in trein, tram en bodeloopers herhaaldegeven om den overtocht te maken, vinden
malen per dag gelegenheid tot overbrenging zij niet de boot, welke hun dien overtocht;
naar de boot in Middelburg. 10p de snelste en gemakkelijkste wyze biedt.
Ged. Staten stellen daarom voor afwijzend £n wanneer in het minder gunstige seizoen
te beschikken op de verzoekschriften van de m (jejl voormiddag mist of stormweer opkomt,
Vereeniging Gemeenschappelijk belang te Vlis-is er aJi6 kans, dat de boot op Hoe dekens-
singen en van de Kamer van Koophandel en kerke haar reis niet op tijd kan volbrengen,
Fabrieken aldaar. waardoor voor den geheel en dag de dienst
I tusschen Vlissinigen en Neuzen, en als gevolg
Begrooting 1913. daarvan ook die tusschen Vhssinjgon en Bres-
Het total der inlchistoa over 1913 is k»s- k0«fd\ ft
geraamd op f 752.910-10' togen 869.882.48', Bei Staten ronden hol daarom neer m het
over 1912, welke vennindM-ing moot worden v.™ f Wesfc^ofceHB
toegeschreven aan het verminderde bedrag der mdieo de reis van Neumn op Hoede-
leerlingen (HooMstak VI aid I 1 kenskerke v.v. met werd gemaakt. Bestond z»
tot totaal der n.tgaven sluit met hoBolMo - ■tonk™-
bedrag l im le voeren Nu de reis eenmaal m het
De begroeting sluit met eene beachikking1 opgenomen, mermen r.r, aichdaar-
op het batig itot der rekening over 1911 bi) -voerloopig alsnog te mooM. neerleggen
tot een bedrag van f 70.000.
In hoofdzaak is op dien dienst meer ont
vangen (in ronde cijfers) opcenten op de
Rijksbelastingen f 7500 verkoop van boomen
enz. f 1200rente kasgeld f 1500 on minder
dan de raming js uitgegeven, wegens: alge
meene bestuurskosten f 3500kosten stoom-
bootdienst Vlissingem-Breskens-Neuzen f9000;
rente geldleen!ng van ten hoogste f 185.000
f 2000aandeel in de kwade posten f 1000
aandeel jdalajniteuze polders f 20.000sub
sidie voor ambachts- en teekenscholea
f 1500 subsidie spoorboot f 10.800inrich
ting s toomboo tdi ens t tusschen Scliouwen,
Zuid- en Noord-Beveland en Walcheren
f 10.000onvoorziene uilgaven f 10 000samen
f 78.000.
Het veer NeuzenII o ede kens
kerke.
Een anemorieipoet is geraamd op de be
grooting voor „het vernieuwen van den stei
ger te Hoedekenskerke."
Toen Ged Statera, overeenkomstig de van
den provincialen hoofdingenieur gedane op
Nu Zal onze goede Koslowskij zich
hopeloos in de vingers snjjden.
Hoe 0oo?
Hij [moet een toast slaan. Wat kan de
arme man wel uitbrengen? Ja, broeder, dat
is niet Zoo makkelijk als in den kogelregen
de vijandelijke stukken buit maken. En
nog in tegenwoordigheid van een dame en deze
heeren van het hof. Het doet me werkelijk
innig leed, zei goedmoedig de eene officier
tot den anderen.
Toen kwam het plechtige oogemblik. Bar
jatinskij stond van zijn plaats op, hief
den beker op, wendde zich naar Koslowskij
en hield een korte rede. Toen Barjatinskij
had .uitgesproken, stond Koslowskij op en
begon op kermenden toon. Volgens den
<i£lerhooigsten wil van Zijne Majesteit verlaat
ik n en neem van u, hm, afscheid, mijne
hoeren officieren, zei hij. -Maar beschouwt
u mjj steeds als een der uwenGij alle,
mijne heeren, hm kent de wa,arhoid van het
woord„in een oorlog kan ieder alleen niets
uitrichten, alle moeten samenwerken." Daar
om dank ik alles, waarmee ik in dienst ben
beloond geworden,,,,, aUb genaden waarmee
ik gezegend ben, hm,alle gunstbewijzen,
hm, van mijn keizerlijken heeren mijn ge
heel© positieen mijn goeden naam, hm
.en allen, allen in één woorddank ik,
dank ik, eenig en alleen aan u, mjjn
vrienden., i
Zjjn rimpelig gericht werd nog rimpeligor en
hjj1 snikte era de tranen drongen hem in de
oogen. Van ganscher harte, hm, spreek ik
u, mijn heerera, mijn oprechten dank era mijn
hartelijke dankbaarheid .uit.
Koslowskij kon niet doorspreken, maar be
gon de lofficierera, den een na den ander to
omhelzen. De vorstin borg het gelaat in den
zakdoek en de jonge vorst Woronzow verirok
den mond en pinkte met de oogen.
.Vele officieren begonnen te schreien. Ook
Butler, di© den ouden Koslowskij overigens
maar weinig kende, kon zijn tranen niet be
dwingen. Dit alles beviel hem Zeer buiten
gewoon. Toen begonnen de toasten op Barja
tinskij, pp Woronzow, de officieren, de sol
daten, en de gasten verlieten de tafel, dronken
van Wijn en van oorlogszuchtige geestdrift,
Het weer was heerlijk, zoo zonnig en stil';
maar een heel lichte, verkwikkende bries
waaide. Overal knetterden de kampvuren en
klonken vnooljjke liederen. Alles was in fees
telijke stemming. Butler was zeer gelukkig,
als het ware gesmolten in ontroering en in
deze stemming begaf hij zich naar Polto-
razkij's tent.
Daar waren de officieren samen gekomen,
de speeltafel werd opgesteld en do adjudant
oebel in. Twee maal verliet But
ler, zijn buidel met geld krampachtig inden
broekzak vasthoudend, de tent, maar ofschoon
hjj zich zelf en zijn broeders zijn woord gegeven,
had, nooit weer te zullen spelen, hield hjj
het weldra niet meer uit en begon opnieuw
ra te zetten. Nog geen uur was verstreken,
toen hij, geheel rood en druipend van Zweet,
geheel wit van krjjt, beide ellebogen op de
tafel steunend nederzat en >gedachteloos sommen
na sommen inzette, die hij niet bezat.
Hij schreef iederen i nzet op, steeds grooter
werd het verlies en hij vreesde reeds, alles
samen te tellen. Hij wist, dat hij, als hij zelfs
het groojtste toelaatbare voorschot op rijn
tractement en bet bedrag zich toeeigende,
dat voor het voedsel van zijn paard bestemd
was, hij zijn speelschuld aan den hem on
bekenden adjudant nog niet zou kunnen beta
len. Hij zou nog alljjd hebben doorgespeeld,
maar de adjudant legd© met een streng ge
zicht de kaarten uit d© blanke handen, en
begon de met krijt opgeteekonde cijferreeksen,
die Butler's verliezen beduidden, samen te
tellen.
Butler verontschuldigde zich héél verward,
dat hij met dadelijk alles, wat hij verloren had,
zou kunnen betalen, en zeide, dat hij het geld
van huis uit zou zenden. Toen hij dat zei,
bemerkte hij, dat hij den anderen leed aandeed
en dat allen, zelfs Poltorazkij, zijn blik ver
meden
Inlusschen kunnen zij thans geen vrijheid
vinden, om ten behoeve van dezen dienst
de Provincie te belasten met een zoo be
langrijke uitgaaf
De Provinciale Hoofdingenieur heeft mede
gedeeld, dat de steiger wel in versleten toe
stand verkeert, maar dat het mogelijk is,
hem nog eenigen tijd te gebruiken
In verband met een en ander achten zy
het geraden, den toestand onveranderd te
laten en hebben den post. voor het vernieu
wen van den steiger voor ..Memorie" uit
getrokken.
Los en laadplaatsen te Neuzen.
Uit een briefwisseling tusschen den Minister
van Waterstaat en Ged. Staten betreffende
het verleenen van eene bijdrage uit do pro
vinciale fon/dsen voor hot maken van los-
en laadplaatsera te NeuZen, in verband met
de grootere afmetingen, welke thans aan het
kanaal van Neuzen naar Gerat zjjn gegeven,
blijkt dat de Minister volhardt bij zijne ver
klaring, dat de los- en laadplaatsen to Neuzen
alleen dan door het rijk zullen worden ge-
Het moest dezen keer toch werkelijk de
laatste smaal zyn. Hoe mooi zou het toch ge
weest rijn, dacht hjj, als hij, in plaats van
te spelen, naar Woronzow was gegaan, bij
I wien hij immers was uitgenoodigd. Nu ech-
I ter was het niet alleen niet mooi, maar zelfs
ontzettend. Hij nam afscheid van zijn vrien
den en kennissen era reed naar huis.
Nauwelijks in zijn kamer aangekomen, legde
hij rich te slapen era sliep achttien uur aan
één stuk, zoo vast en diep, als men slechts
na groote spel-verliezen pleegt te slapen.
Mana Dmilrijewna had het terstond aan hem
gezien, dat hij bij het spel verloren had zy
Zag het aan zijn dreovig uiterlijk, zij bemerk
te het aan rijn korte antwoorden en ook
daaraan, dat hij een halven roebel van haan
leende, dien hij den kozak, die hem vergezelde,
als fooi gaf. Zjj gaf Iwan Matwjejewitsj do
schuld van ahes, dien rij den mantel uitveegde,
omdat hij Butler had laten gaan.
Toen Butler den volgenden dag tegen deq
middag Wakker fwerd en zich van zijn toestand
bewust werd, was hij bet liefst weer in den
toestand van vergetelheid teruggezonken, waar
uit hij [zoo even ontwaakt was. Doch .dat
was onmogelijk era daarom moest hij overleg
gen, hoe hij de 470 roebel, die hij dien vreem
de 6chuldig Wi3£. kon betalen.
(Wordt vervolgd).