FEU5LLETON,
TWEEDE BLAD
TAB »a
VAN
liaandag 27 Hei 1912, no. 124.
Middelburg 25 Mei.
^anabouvöhronieh
VAX OV7.EN VASTEN MEDEWERKER-
Mangel wortels.
Na 111 eenige achtereenvolgende num
mers van dit. Blad de suikerbiet bespro
ken <ai daarbij gewezen te hebben op den
gunstige» invloed, dien hare cultuur uitge
oefend heeft op de ontwikkeling van den land
bouw. willen we nu nog even "stilstaan bij
een plant van dezelfde familie, die uitslui
tend als voedsel voor ons vee in groote hoe
veelheden in de verschillende provincies van
ons vaderland wordt geteeld en waarvan do
cultuur in de laatste halve eeuw aanzienlijk,
is toegenomen. Wij bedoelen de mangel wortels.
Hoe die cultuur toenam blijkt uit onderstaan
de» staat.
Provincie Aantal bezaaide hectaren in
1861 tot 1870
1910
Groningen
771
1096
Friesland
3L
352
Drenthe
35
56
Overijsel
376
570
Gelderland
614
2333
Utrecht
144
410
Noord-Holland
133
1730
Zuid-Holland
445
2239
Zeeland
1797
5347
Noord-Brabant
638
2722
Limburg
729
2868
Totaal
5713
19723
waaruit mai
ziet,
dat de meeste mang
wortels ia Zeeland worden verbouwd; dat de
toename van het aantal hectaren, die men
daarvoor .gebruikt in de laatste halve eeuw
voor geheel Nederland ongeveer 245 °/o, voor
Zeeland 200 o/o, bedraagt
De mangel wortel, dc suikerbiet, de suj-
hiet en de roode biet of kroot zijn, hoeveel
zij ook verschillen, slechts vier vormen van
aene zelfde plant, de gewone biet (beta vul
garis), die oorspronkelijk eeae eenjarige plant
was, maar thans Idoor de |qultuur in ecne twee
jarige is veranderd
Daarvan wordt <fe mangelwortel alleen ge
teeld voor veevoeder; dc suikerbiet nagenoeg
uitsluitend voor het winnen van suiker, ter
wijl de bladeren en de afval big de suikerbe-
reiding, palp en melasse, uitmuntende vee-
voeders leveren en ook de suikerbiel in haar
geheel als veevoeder groote waarde heeft Snij-
biet en kroot worden slechts geteeld als een
algemeen verbreide groente voor huiselijk ge
breuk
Vóór do tweede helft der 17de eeuw vindt
men geene melding gemaakt van den man
go! wortel ongeveer een eeuw later werd hij
tegelijk met dc roods klaver ingevoerd in
Vlaanderen, van waar zij eerlang ook kwam
in. Zeeuwsch-Vlaanderen, minder in dc overige
dooien van Zeeland, waar hij ook thans nage
noeg algemeen als een uitmuntend veevoeder
verbouwd wordt.
Naast den mangelwortel is door Vilmorin
door kruising van mangel wortels en suiker
bieten de bettorave demi-sucrière
verkregen, die minder rijk aan suiker maar
zwaarder idan de gewone suikerbiet, als
suikearrjke voederbiet den. mangelwortel hier
en. daar vervangt-
Van de mangelwortels zjjn thans verscheiden
variëteiten in don handel gebracht, die door
vorm der wortels, kleur en grootte zeer veel
van elkander verschillen. De gele variëteiten
schijnen de voorkeur te verdienen boven de
ahdêre, omdat de opbrengst per hectare groo-
ter is dan van die, welke anders gekleurd
zfia. Wat dm vorm lielreft, heeft men lang
werpige, cylindrische, bolronde en ovaalvor
mige, waarvan de ronde en ovaalvormige
raak worden aanbevolen, omdat zij grootea-
CHADSJI 10 ER AT.
25. van
Leo Toüntoi.
(naar de Duitsche vertaling).
Chan Mahoma en Eldar doorzag Loria
Melikow volkomen. Chan Mahoma was een
vroolijko jongen, die graag buiten den band
sprong, en niet wist, wat hij met zijn over
schot aan levenskracht moest beginnen, altijd
goedgeluimd, lichtzinnig, spelend zoowel met
zjjn eigen leven als met dat van anderen.
Deze nieging tot het op het spel zetten van
zjjn leven zou hem ook gedreven moeten
hebben, naar de Russen over te loopen, zoo-
als ze hem misschien morgen zou dwingen,
weer naar Sjamyl terug te keeren-
Ook in Eldar's persoonlijkheid was niets
raadselachtigs: hij was een rustig, sterk, be
trouwbaar «nensch, zijn Moersjid trouw tot
in den dood.
Een raadsel bleef Loris Melikow slechts
de roodharige Hamsaio. Loris Melikow bo
deels boven den. grond groeien en dus ge
makkelijk kunnen gerooid worden
Aanbevelenswaardige soorten zijn do Engel
sche lange roode Mam mouth mangelwortel m
de Yellow glol», de Duitsche gele, deEcken-
dorfer en de daaruit verkregen Tannen krii-
gor; de Fran sche Jaune ovoïde dos Barros en
de Jaune géanto de Nauriac en daarnaast de
groenkraag en de rose Jaapjespeen.
Om uit al deze en. nog tal van andere va
riëteiten eena goede keuze te doen, zou men
een proefveld kunnen aanloggen, dat in eenige
geljjk© deelen verdoelen en ieder van die
deeW), na het geheel op dezelfde wijze be
werkt en bemest te hebben, met ecne andere
variëteit bezaaien. Deze proef is zeer
gemakkelijk te nemen en volstrekt niet kost
baar; (daarom mogen wij haar onvoorwaar
delijk Banbevelen.
De mangelwortel dringt voor het opnemen
van het noodigo voedsel, vooral water, met
zijne wortels diep in den grond en verlangt
dus om een volledige» oogst te kunnen leve
ren een vruchtbaren, goed verkruimelden,
diep bewerkten grond, dien men in den herfst
twee- of meermaten ploegt en in het voor
jaar' met cultivator en egge zaaiklaar maakt.
Een volledige oogst kan per hectare ople
veren 80000 KG aan wortels en 12000 KG
aan bladeren Deze ontneemri-aa» den grond
140 KG stikstof, 60 KG phosphorzuur,
300 KG kali, m f 50 KG kalk, waaruit
men dadelijk kan zien, dat de gewone hemes
ting met superphosphaat, 300 KG per gemet,
dient gepaaid te gaan met eene rijke bemes
ting met kali cn stikstof. De kali kan men in
het najaar in den grond brengen als kairuet
wenscht men' die bemesting te doen plaats
hebben in het voorjaar, dan dient men daar
voor (patentkali aan te wenden.
Even als bij de suikerbiet zouden wij de
stikstofbeanesting doen plaats hebben gedeel
telijk met zwavelzuren ammoniak, 'tzij afzon
derlijk, of gemengd met superphosphaat, 7x9
en gedeeltelijk met Chili-salpeter, waarvan da
delijk een geringe hoeveelheid bq het zaaien,
latei- het overige in twee maal, na het zet
ten en in de tweede helft der maand Juli.
Zaaitijd en zaai wijze komen geheel overeen
met die der suikerbieten, maar eischen deze
laatste een onafgebroken zuiver houden van
het bouwland, met de mangelwortels is zulks
niet minder het gjeval, vooral omdat het zaad
doorgaans ongelijk opkomt en et voortdurend
moet zorg gedragen worden, dat het onkruid
de jonge planten niet verstikt. Ook later,
wanneer do plant zich reeds goed ontwikkeld
heeft, moet men zorgen, dat het onkruid steeds
bij tijds door wieden hakken en schoffelen
verwijderd fvordt.
Mangelwortels hebben verschillende vijanden
onder de insecten, vooral ritnaalden, aard-
rupsen cn engerlingen; daarbij komen nog de
aaidvlooien en de slakken, die de pas ont
kiemde planten deerlijk kunnen teisteren en
tegen welker verwoestingen men vaak mach
teloos is.
Minder dan suikerbieten zijn de mangel
wortels geneigd door te schieten; toch dient
men te zorgen, dat men .slechts gebruik
maakt van goed rjjp zaad van zeer voldoende
kiem kracht.
De mangelwortels leveren een uitmuntend
voedsel voor paarden, rundvee, schapen en
varkens; zij zijn zeer gemakkei ijk verteerbaar,
werken ©enigszins laxeerend en door hun groot
watergehalte tevens dorstleaschend Melk
koeien met mangelwortels gevoed, natuurlijk
met een behoorlijke toevoeging van droog
voedsel, zullen meer melk geven dan wan
neer zij haar dorst alleen moeten lesschen
door 't gebruik van groote hoeveelheden water.
Voor zoo ver ons bekend, heeft men tot
nog toe weinig vergelijkende proeven genomen
met verschillende variëteiten bij gelijke be
mesting en met één variëteit mangelwortels
bjj verschillende bemestingen De belangrijk
heid van dit veevoeder maakt, dunkt ons,
het nemen van die proeven voor eiken vee
houder gewenscht en wordt daarom door
ons ernstig aanbevolen
VARIA.
KUNSTENAAR EN MAATSCHAPPIJ.
In hei midden der 19e eeuw heeft on9
land een tijdperk doorgemaakt, waarin alle
verlangen naar schoonheid uit het openbare
leven scheen geweken. Het was een inzin
king op elk gebied. De armenzorg o. a. kvram
handen te hort, om de scharen behoeftigen
te steunen enz. De economische depressie
deed haar terngslag ook op het kunstleven
gelden of liever op de afwezigheid daarvan.
O zeker, we hadden Potgieter en Busken
speurde, dat deze niet alleen in zijn hart
Sjamyl nog trouw was gebleven, maar dat hij
ook tegenover alle Russen een vlammenden
haat en afschuw koestorde. Hij begreep daar
om niet, waarom deze naar de Russen was
overgeloopem
Daardoor kwam bjj op de gedachte, (die
ook reeds bij andere, Russische officieren
was opgekomen), dat het ovcrloopein van
Chadsji Moerat en alles, wat hij van. zijn vij
andschap met Sjamyl vertelde, niets dan list
en bedrog was; dat hij eigenlijk maar geko
men was, om de zwakko pUnten der Rus
sische verdediging uit te vorschen om dan,
als hij weer in de bergen was gevlucht,
alle krachten tegen die punten te kunnen
richten. Het geheelo voorkomen van Hamsaio
scheen den adjudant een bevestiging van de
zen argwaan. „Deze beide daar en Chadsji
Moerat zelf weten hun bedoelingen te ver
bergen", dacht Loris Melikow, „die roode
echter verraadt zich door zjjn onverholen
haat."
Loris Melikow trachtte, ook Hamsaio aan.
het praten te krijgen. Hij vroeg hem, of hjj
zich niot verveelde. Doch gene zag hem
slechts met zijn ecne oog scheel van ter
zijde aan en zonder ook maar eon oogen-
biik zijn vlechtwerk te staken, brulde hjj
Huet en nog een boel andere schryvers,
maar deze hoe verdienstelijk ook, hoe uit
stekend ze hun taak als wegbereiders ook
hebben vervuld, met vreemde letterkundigen
vergeleken, blijken ze toch van beperkte
beteekenis.
Trouwens Potgieter en Huet hebben dit
zelf gevoeld. Zij beiden zagen, dat de Neder-
landsche letterkunde met hen zou sterven.
Sterker dan dezen, erkende een ander Neder
lander de lamlendigheid van dien tijd
Multatuli. Toch stond ook deze onder den
invloed daarvan.
Doch het zuiverst spiegelt de saaiheid,
de jansaliegeest van die jaren zich af in de
bouw (bouwfcunsf mag het niet heeten
want wat toentertijd gebouwd werd was
van alle kunstliefde en kunstbe
grip verstoken) in de bouworde der huizen
uit dien tijd. Tegenwoordig ervaart men het
nog tot zijn ergernis in die steden, die in
die jaren hun opkomst beleefden, hoe grauw
en sloom en zonder eenige levenslast in die
dagen de woningen zijn opgetrokken.
Wel viel die tijd ongeveer samen met de
opkomst van de Haagsche schilderschool,
maar ook dit verbaast niet, als we beden
ken, boe ver in 't algemeen de schilderkunst
van het maatschappelijk gebeuren 9taat.
Toen kwam het keerpunt, ongeveer met
het jaar 1885, niet alleen een omwenteling
in de literatuur, maar een revolutie bren
gend op alle gebied: architectuur, nijver
heidskunst, nieuwe stroomingen ook tusschen
de schilders, kortom een vernieuwing, ver-
frssching en versterking van het geestes
leven, een breken met stoffige conventies
en verlammende sleur, wat zich in de maat
schappelijke verhoudingen en die tusschen
verwanten deed gevoelen, en wat weer
samenhing met een opbloei van het nationaal
besef. Men denke maar aan het Algemeen
Nederlandsch Verbond en de door den
Boerenoorlog aangewakkerde behoefte naar
een groot-Nederland een verbond van alle,
over de wereld verspreid wonende personen
die Nederlandsch spreken.
Deze verschillende, uit een zelfde bron
voortkomende beken hebben niet van elkan
der gescheiden bun weg vervolgd. Het
krachtiger besef, dat de Nederlandsche leeuw
lang genoeg had geslapen, dat eindelijk
iedereen, die tussche deze grenzen woonde,
de handen uit de mouwen moest steken,
ieder eigen hof moest bewerkeD, drong ook
tot die menschen door, die zich aanvankelijk,
tusschen 1880 en 1900 ongeveer, schuw,
terug hadden gehouden. We bedoelen de
kunstenaars.
In die jaren werd die denkbeeldige »ivoren
toren" gebouwd, wnai'in de kunstenaars in
binnen- en buitenland zich opsloten, zich
slechts zorgvuldig ingespannen, maar niet
zonder broeikns-egoïsme, over hun arbeid
bogen, zooals de vrouwen in Brngge zich
over bun groen *feef-kussen buigen. Ze
waren de maatschappij ontvlucht, omdat, die
niets schoons, niets verheffends te zien gaf.
De alom tegenwoordige leelijkheid kwetste
hun gevoelige zielen Natuurlijk, dat dezj
verfijnde vereenzaming haar stempel op hnn
kunst drukte Deze was zee< persoonlijk tpt
in het bizarre of verdwaasde toe, en slechts
voor gelijk besnaarden te begrijpen. Decadent
als men dat woord wil, uiterst verfijnd,
maar broos en van binnen doorziekt als een
kostbare, zorgvuldig in de serre opgekweekte
plant die steift zoodra de kille buitenlucht
daar doordringt.
Dit nu is veranderd, daar het eerste ge
slacht der wegbereiders, der opstaLdigen
terugtrad en hun opvolgers onder den in
vloed der maatschappelijke verfrissching
stonden. Ze zetten de ramen open, lieten
het doortochten, en zageD, dat de wereld
buiten in bloei stond.
Nadien werden de kunstenaars meer en
me r mensehen tusschen menschen. We her
inneren er aan, hoe velen van hen zich tus-
schen de socialisten schaarden of in elk geval
sterke neiging tot die beginselen toonden.
Van deze gemeenschapszin droeg na
tuurlijk het werk van hun hoofd en handen
het duidelijk teeken. In ben teelde een
maatschappelijk ideaal op, dat ze voor een
deel in hun kanst trachtten uit te drukken.
Men denke aan onzen bouwmeester Berlage.
't Is niet toevallig, dat we hier het eer9t
den vertegenwoordiger der architectuur
noemen, in die jaren van aannemers-gepruts
weer tot haar oorspronkelijke plaat", die
van moeder der kunsten, verhezen. Zooals
we straks al aanduidden, spiegelt zich in
haar het meest rechtstreeks de ^eest des
tijds. De nieuwe stijl wil oprechtheid, eer
lijkheid in de middelen, geen onnoodige
of onverantwoorde verfraaiingen. Al deze
met zijn heesche stem Nee, ik verveel
me niet.
En van dezelfde soort waren ook de andere
antwoorden, die hij gaf.
Terwijl Loris Melikow nog in de kamer der
Moeriden van Chadsji Moerat talmde, trad ook
Chanefi met het behaard gelaat en den harigen
nek en de ruige, als bemost^ borst in het
vertrek. Hjj was iemand, die niet veel na
dacht, een rustig arbeider, die gehoorzaam
zijn werk deed, wat zijn heer hem opgaf en
die dat werk met hart en ziel verrichtte.
Toen hjj nu binnentrad, om rijst voor het
maal te halen prak Loris Melikow hom aan
en vroeg van welke streek hij afkomstig en
hoe lang hjj Chadsji Moerat al diende.
Vjjf jaar, antwoordde Chanefi Ik
ben (uit hetzelfde dorp als hij. Mijn vader
heeft mjjn oom gedood en daarom willen zo
mij dooden, vertelde lijj rustig, 1 er wijl zijn blik
onder de samengegroeide wenkbrauwen op Lo
ris Melikow viel Toen vroeg ik Chadsji
Moerat, of hjj my als brooder wildo aan
nemen.
Wat be toekent dat „als broeder aan
nemen
Twee maanden lang het ik me niet
slieren en knipte mjjn nagels niet. Daarna
ging ik naar hem toe Hjj liet mij binnen bjj
eigenschappen vinden we in de huidige
architectuur terug, evenals het streven naar
het uitdrukken der persoonlijkheid in de
kunst, een persoonlijkheid, die den drang
van heel een groep vertegenwoordigt.
Zoo zijn allengs ook de andere kunste
naars uit hun ivorén toren gekropen, zoo
is het ambacht weer in eere hersteld. Ar
tiesten werken weer mede, om dingen van
dagelij ksch gebruik, om de uit- en inwen
dige inrichting onzer woning zoo mooi en
tevens practisch mogelijk te maken. Het
verband tusschen den kunstenaar en den
vakman, tusschen de kunst en het hand
werk, lange jaren jammerlijk tot schft voor
beide verstoord, is weer voor een deel
hersteld.
Dit streven heeft ook het bestuur van
stad en land wakker geschud. Kunst of
lieverschoonheid werd weer regeerings-
zank. We herinneren aan de schoonheids
commissies, die in eenige steden ontstonden,
om den gemeenteraad van udvies te dienen
bij het bebouwingsvraagstnk, aan den steun,
door kunstenaars geboden bij het ontwerpen
van eea uitbreidings-plan. De artiesten
blijken weer belang te stellen in de alge
meens zaak en zich hun medewerking daar
aan niet te schamen.
Met deze beweging loopt die andere even
wijdig (we noemen namen als »Heemschut"
of meer plaatselijk „Neballennia"), welke
belangstelling vraagt voor het schilderachtig
schoon van natuur en woningbouw en
kleederdracht en die van haar kant natuur
lijk weer uit die belangstelling is voortge
komen. Want zulke verschijnselen beïn
vloeden niet alleeD de openbare meening,
maar hun aanwezigheid op zich zelf is reeds
een teeken, dat andere en anderer invloed
gewerkt heeft. v. L.
DE VOGELS EN DE ELECTRISCHE DRADEN.
In do Aarde en haai- Volken wordt liet
een en ander meegedeeld over efen nieuw
gevaar voor de vogelwereld.
Zooals men weet, zjjn de talrijke, langs
do spoor we gljjnen loopen de tolegraafleidingen
een gevaar voor mem gen vliegenden vogel.
In donker of bq mistig en nevelig weer
vliegen de vogels togen de stjjf gespannen
draden en atooten dan den kop of breken
vleugels of poolen, zoodat ze op den grond
vallen en ellendig omkomen. Trots de jaren
lange ervaring komt het altjjd weer voor,
dat patrijzen, fazanten, snippen en ook klei
nere vogels tegen, do draden aanvliegen en
er den dood vinden, al moet erkend, dal de
vogelwereld zich al vrij goed aan het be
staan van do draden heeft gewend, en dat
het aantal ongelukken sterk is verminderd bq
vroeger.
Maar onlangs is voor de vogels een nieuw
gevaar opgedaagd in de sterkstroomleidingen,
die in veel streken van een centrale uit
ver over het land worden geleid, om stoden,
dorpen en gehuchten van electrische kracht
en leLedrisch licht te voorzien En tegen
dien vijand kunnen de vogels niot op hun
hoede 'wezen, omdat ze hem niet kunnen
onderkennen en omdat alleen de aanraking
der draden reeds het gevaar met zich brengt
Do telegraafdraden worden door zeer veel
vogels als zit- en rustplaatsen met voor
liefde gebruiktm den zomer en den herfst
ziet men bijvoorbeeld de zwaluwen vaak bq
honderden erop zetelen, zonder dat daar
eenig gevaar in schuilt. Maar anders is het
bjj do stxoómloidingen, die natuurlijk ook door
do vogels graag worden opgezocht, vooral
omdat dio stertstroomIcddmgen nog al hoog
boven den grond loopen. Het zitten op den
draad van do sterkstroomleiding is nu voor
den vogel ook ongevaarlijk, maar in die lei
dingen liggen verscheiden draden boven en
naast elkaar en als do vogel twee van die
draden ook maar voor een kort oogenblikje
aanraakt, gaat do krachtige stroom door zjjn
lichaam en hij valt dood op den grond
Het gemakkei jjkst kan die aanraking van
twee draden plaats hebben bjj het op- en
afvliegen. Komt de vogel aangevlogen, dan
zet hjj do poolen op den draad en slaaf,
daarna do veugels to zamen, eon vleugel-
punt kan dan licht den hooger gelegen draad
raken, en het ongeluk is geschieden juist
zoo gaat het bjj het opvliegen. Hoe groot het
aantal der op dio manier omgekomen vo
gels is, vertelt iemand in de „Welt auf
Reiscn," die verleden zomer en herfst er
waarnemingen over heeft gedaan in het jacht
gebied van een vriend, waar een sterkstroom-
leiding door liep, van de centrale te Ebers-
walde naar verscheiden dorpen en naar het
keizerlijk jachtslot Hubertusstock. Overal on
der de leiding lagen do ode vogels, de meeste
Patimat, zjjn moeder. Patimat reiktte mij haar
borst en zoo werd ik zijn broeder.
In de aangrenzende kamer deed zich Chadsji
Mocrat's stem hooren. Eldar hoorde zich roepen
waschte snel zjjn handen en ging naar zijn
Moersjid.
Hjj verzoekt u binnen te treden, zei El
dar, naar Loris Melikow terugkeerend. Deze
gaf den vr ooi ijken Chan Mahoma nog een sigaret
en liep toen naar Chadsji Moerat terug
XIII.
Chadsji Moerat ontving den adjudant meteen
vergenoegd gezicht.
Nu, zullen we doorgaan?, vroeg hij,op
de divan plaats nemend
Natuurlijk, zei Loris Melikow Ik
was daar bjj uw volgelingen en heb mjj met
hen omderhoudei^ Een van hen is een echt
vroolqk© Jcnaap,
Je meent Chan Mahoma, ja, dat is een
aardige jongen, zei Chadsji Moerat.
Die hupsche, slanke jongen is me uitste
kend bevallen
Zoo, Eldar Ja, dio is nog jong. maar
trouw en betrouwbaar al» ijzer
Daarna zwegen ze een poos.
Zal ik uw verder verhalen?
Ja, ja.
in de nabqheid van do palen, waar ze al-
tjjd zoo graag zitten, Men moest wel ontzet
zijn bjj het zien van dien massamoord. On
der eiken paal lagen twee of drie, onder
sommige ook vjjftien tot twintig doode vogels
Onder één paal lagen alleen veertien doode
spreeuwen, drie kraaien en een buizerd. Zeer
veel soorten van vogels waren vertogenwoor
tigd, vooral spreeuwen, kraaien en merels
en dan merkwaardig veel torenvalken.
Dio valken, mooie vogels, die zooveel mui
zen verdelgen en dus voor den landbouw nut
tig srjjn, zullen stellig op den duur in een
strook, waar een sterkstroomleiding door gaat,
worden uitgeroeid. Vijf torenvalken werden
onder drie palen aangetroffen, wat veel is
bjj do betrekkeljjke zeldzaamheid van den vo
gel, maar verklaarbaar door de voorliefde
van den torenvalk voor hooge punten, die een
ruim uitzicht bieden Natuurlijk wordt het ge
vaar, een tweeden draad aan te raken, groo
ter, als de vogel groot is, en daardoor heb
ben do vinken en andere kleine vogels min
der te vreezen.
De kracht van den door hot vogellichaam
gaanden stroom is zoo geweldig, dat vaak de
pootjes gebroken waren en uit het lid gerukt.
Of de vogels in den loop der tijden het gevaar
van do leidingen zullen toeren inzien en de
draden zullen vermijden, is de vraag, maar
als dat het geval wordt, zullen zeker de
slimme kraaien de eersten zjjn, die het gevaar
ruiken en ervoor uit den weg gaan, zooals
zo nu al de uitlokkendsle lekkernqen niet
aanraken, als ze hebben gezien, dat een van
van liun broeders zwartrokken erdoor vergiftigd
is geworden
LEVEN MICROBEN 40 JAAR?
Een verhaal, ongelooflijk als bet niet uit
een wetenschappelijk orgaan, de »GiornaIe
di Medicina praticu", een Italiaanscli, me
disch blad, afkomstig wa6, doet een ge
neesheer uit dat land. Hij behandelde een
kind, dut diphtheritis bad, maar kon maar
niet de bron der besmetting vaststellen. Ten
slotte ontdekte hij in de ziekekamer oude
kranten uit het jnar 1871. Hy won bij den
uitgever van het plaatselijk blaadje inlich
tingen in en jawelhet bleek, dat juist in
de maand van het jaar, welke do bedoelde
nummers aanwezen, zich in het gezin van
dien persoon een geval met doodelijken
afloop van een overeenkomstige huidziekte
had voorgedaan.
Hieruit zou dus blijken, dat mikroben
langer dan 40 jaar in leven kunnen blijven
en hun volle, besmettende macht kunnen
blijven uitoefenen. Dot de bewuste genees
heer zich overigens zooveel moeite gat, om
de oorzaak der infectie te weten te komen,
doet vreemd aan, want het is toch bekend,
dat dokters op de vraag, hoe de zieke nu
toch aan die aandoening komt, het antwoord
dikwijls moeten schuldig blijven.
HET WASSCHEN VAN BANKBILJETTEN.
Als iets den bezitter van bankbiljetten
lichtelijk kan ontstemmen lichtelijk, want
het bezit alleen reeds weegt tegen menige
teleurstelling opdan is bet wel het
feit, dat die papiertjes er vaak onoogelijk
uitzien-
In de regeeringsdrukkerij te New-York
is men begonnen met de proef, deze papieren
te wasschen en aldus te reinigen. Twee
machines worden met dat doel gebouwd,
waarvan een is uitgevonden door een der
talrijke vrouwen, die bjj dit bedrijf aldaar
betrokken zijn.
Lukt dit werkelijk, en daar schijnt
alle kans op, dan wordt daarmee jaarlijks
een som van een miltioen dollar bespaard,
want in de tegenwoordige omstandigheden
moeten 60 pet. van de bij de Bank en haar
hijkantoren binnenkomende biljetten inge
houden en door nieuwe vervangen worden,
daar deze voor verdere circulatie ongeschikt
zijn geworden.
Natuurlijk volgen ook de andere regee
ringen deze pogingen met <eel belangstelling.
Reeds heeft de Duitsche Munt voor 47.000
dollar aan bankpapier naar Amerika ge-
gezonden, welke biljetten nu misschien ge
reinigd en wel al weer te Berlijn zijn terug
gekeerd.
Het heet, dat iedere machine dagelijks
ongeveer 25.000 biljetten opnieuw voor de
circulatie geschikt kan maken, en dat de
kosten zoo wat op f 0.50 voor 1000 dier
papieren komen.
Men moet bij dit alles niet vergeten, dat
in Amerika, vooral in den oogst:ijd, de
papieren meer beduimeld worden en van
hand tot hand gnan, als in eenig ander rijk
ter wereld, waarom ook de gezondheidsdienst
Ik beschreef je het laatst, hoe do Chans
werden gedood. Toen Ham sat hu» nu gedood
had, hield hjj zijn intocht in Choensach en
betrok het paleis der Chans. Nu was enkel
nog do moeder der Chans over gebleven.
Ham sat het haar voor zich verschijnen en
zo begon hem ver wijtingen te doen. Toen
gaf hij zijn Moeride Asselder een wenk, waar
op deze haar van achter een slag op het
hoofd toebracht, zoodat ze dadelijk dood was.
Waarom heeft hij ook de oude vrouw
gedood?, vroeg Loris Melikow.
Toen hij A had gezegd, moest hjj ook
B zeggen. Het geheele geslacht moe9t uitge
roeid worden, en zoo geschiedde dan ook.
Den jongston Chan had Sjamyl uit den weg
geruimd. Hij had hem in een afgrond gestort.
Geheel Awalni onderwierp zich nu aan
Hamsatslechts wij beiden, ik en mijn broer
onderwierpen ons niet. We moesten de Chans
op hem wreken en evschtea zijn Moed. Wel
iswaar onderwierpen wij ons in schijn, maar
altjjd dachten wij slechts daaraan, hoe wij
onze wraak het best konden koelen. We be
raadslaagden met onzen grootvader, den zil
versmid, en besloten, het oogenblik af te
wachten, dat Hamsat het paleis zou verlaten,
en hem dan. vanuit een hinderlaag te dooden.
(Wordt verrol gd)