FEU5LLETON, TWEEDE BLAD TAB »a VAN liaandag 27 Hei 1912, no. 124. Middelburg 25 Mei. ^anabouvöhronieh VAX OV7.EN VASTEN MEDEWERKER- Mangel wortels. Na 111 eenige achtereenvolgende num mers van dit. Blad de suikerbiet bespro ken <ai daarbij gewezen te hebben op den gunstige» invloed, dien hare cultuur uitge oefend heeft op de ontwikkeling van den land bouw. willen we nu nog even "stilstaan bij een plant van dezelfde familie, die uitslui tend als voedsel voor ons vee in groote hoe veelheden in de verschillende provincies van ons vaderland wordt geteeld en waarvan do cultuur in de laatste halve eeuw aanzienlijk, is toegenomen. Wij bedoelen de mangel wortels. Hoe die cultuur toenam blijkt uit onderstaan de» staat. Provincie Aantal bezaaide hectaren in 1861 tot 1870 1910 Groningen 771 1096 Friesland 3L 352 Drenthe 35 56 Overijsel 376 570 Gelderland 614 2333 Utrecht 144 410 Noord-Holland 133 1730 Zuid-Holland 445 2239 Zeeland 1797 5347 Noord-Brabant 638 2722 Limburg 729 2868 Totaal 5713 19723 waaruit mai ziet, dat de meeste mang wortels ia Zeeland worden verbouwd; dat de toename van het aantal hectaren, die men daarvoor .gebruikt in de laatste halve eeuw voor geheel Nederland ongeveer 245 °/o, voor Zeeland 200 o/o, bedraagt De mangel wortel, dc suikerbiet, de suj- hiet en de roode biet of kroot zijn, hoeveel zij ook verschillen, slechts vier vormen van aene zelfde plant, de gewone biet (beta vul garis), die oorspronkelijk eeae eenjarige plant was, maar thans Idoor de |qultuur in ecne twee jarige is veranderd Daarvan wordt <fe mangelwortel alleen ge teeld voor veevoeder; dc suikerbiet nagenoeg uitsluitend voor het winnen van suiker, ter wijl de bladeren en de afval big de suikerbe- reiding, palp en melasse, uitmuntende vee- voeders leveren en ook de suikerbiel in haar geheel als veevoeder groote waarde heeft Snij- biet en kroot worden slechts geteeld als een algemeen verbreide groente voor huiselijk ge breuk Vóór do tweede helft der 17de eeuw vindt men geene melding gemaakt van den man go! wortel ongeveer een eeuw later werd hij tegelijk met dc roods klaver ingevoerd in Vlaanderen, van waar zij eerlang ook kwam in. Zeeuwsch-Vlaanderen, minder in dc overige dooien van Zeeland, waar hij ook thans nage noeg algemeen als een uitmuntend veevoeder verbouwd wordt. Naast den mangelwortel is door Vilmorin door kruising van mangel wortels en suiker bieten de bettorave demi-sucrière verkregen, die minder rijk aan suiker maar zwaarder idan de gewone suikerbiet, als suikearrjke voederbiet den. mangelwortel hier en. daar vervangt- Van de mangelwortels zjjn thans verscheiden variëteiten in don handel gebracht, die door vorm der wortels, kleur en grootte zeer veel van elkander verschillen. De gele variëteiten schijnen de voorkeur te verdienen boven de ahdêre, omdat de opbrengst per hectare groo- ter is dan van die, welke anders gekleurd zfia. Wat dm vorm lielreft, heeft men lang werpige, cylindrische, bolronde en ovaalvor mige, waarvan de ronde en ovaalvormige raak worden aanbevolen, omdat zij grootea- CHADSJI 10 ER AT. 25. van Leo Toüntoi. (naar de Duitsche vertaling). Chan Mahoma en Eldar doorzag Loria Melikow volkomen. Chan Mahoma was een vroolijko jongen, die graag buiten den band sprong, en niet wist, wat hij met zijn over schot aan levenskracht moest beginnen, altijd goedgeluimd, lichtzinnig, spelend zoowel met zjjn eigen leven als met dat van anderen. Deze nieging tot het op het spel zetten van zjjn leven zou hem ook gedreven moeten hebben, naar de Russen over te loopen, zoo- als ze hem misschien morgen zou dwingen, weer naar Sjamyl terug te keeren- Ook in Eldar's persoonlijkheid was niets raadselachtigs: hij was een rustig, sterk, be trouwbaar «nensch, zijn Moersjid trouw tot in den dood. Een raadsel bleef Loris Melikow slechts de roodharige Hamsaio. Loris Melikow bo deels boven den. grond groeien en dus ge makkelijk kunnen gerooid worden Aanbevelenswaardige soorten zijn do Engel sche lange roode Mam mouth mangelwortel m de Yellow glol», de Duitsche gele, deEcken- dorfer en de daaruit verkregen Tannen krii- gor; de Fran sche Jaune ovoïde dos Barros en de Jaune géanto de Nauriac en daarnaast de groenkraag en de rose Jaapjespeen. Om uit al deze en. nog tal van andere va riëteiten eena goede keuze te doen, zou men een proefveld kunnen aanloggen, dat in eenige geljjk© deelen verdoelen en ieder van die deeW), na het geheel op dezelfde wijze be werkt en bemest te hebben, met ecne andere variëteit bezaaien. Deze proef is zeer gemakkelijk te nemen en volstrekt niet kost baar; (daarom mogen wij haar onvoorwaar delijk Banbevelen. De mangelwortel dringt voor het opnemen van het noodigo voedsel, vooral water, met zijne wortels diep in den grond en verlangt dus om een volledige» oogst te kunnen leve ren een vruchtbaren, goed verkruimelden, diep bewerkten grond, dien men in den herfst twee- of meermaten ploegt en in het voor jaar' met cultivator en egge zaaiklaar maakt. Een volledige oogst kan per hectare ople veren 80000 KG aan wortels en 12000 KG aan bladeren Deze ontneemri-aa» den grond 140 KG stikstof, 60 KG phosphorzuur, 300 KG kali, m f 50 KG kalk, waaruit men dadelijk kan zien, dat de gewone hemes ting met superphosphaat, 300 KG per gemet, dient gepaaid te gaan met eene rijke bemes ting met kali cn stikstof. De kali kan men in het najaar in den grond brengen als kairuet wenscht men' die bemesting te doen plaats hebben in het voorjaar, dan dient men daar voor (patentkali aan te wenden. Even als bij de suikerbiet zouden wij de stikstofbeanesting doen plaats hebben gedeel telijk met zwavelzuren ammoniak, 'tzij afzon derlijk, of gemengd met superphosphaat, 7x9 en gedeeltelijk met Chili-salpeter, waarvan da delijk een geringe hoeveelheid bq het zaaien, latei- het overige in twee maal, na het zet ten en in de tweede helft der maand Juli. Zaaitijd en zaai wijze komen geheel overeen met die der suikerbieten, maar eischen deze laatste een onafgebroken zuiver houden van het bouwland, met de mangelwortels is zulks niet minder het gjeval, vooral omdat het zaad doorgaans ongelijk opkomt en et voortdurend moet zorg gedragen worden, dat het onkruid de jonge planten niet verstikt. Ook later, wanneer do plant zich reeds goed ontwikkeld heeft, moet men zorgen, dat het onkruid steeds bij tijds door wieden hakken en schoffelen verwijderd fvordt. Mangelwortels hebben verschillende vijanden onder de insecten, vooral ritnaalden, aard- rupsen cn engerlingen; daarbij komen nog de aaidvlooien en de slakken, die de pas ont kiemde planten deerlijk kunnen teisteren en tegen welker verwoestingen men vaak mach teloos is. Minder dan suikerbieten zijn de mangel wortels geneigd door te schieten; toch dient men te zorgen, dat men .slechts gebruik maakt van goed rjjp zaad van zeer voldoende kiem kracht. De mangelwortels leveren een uitmuntend voedsel voor paarden, rundvee, schapen en varkens; zij zijn zeer gemakkei ijk verteerbaar, werken ©enigszins laxeerend en door hun groot watergehalte tevens dorstleaschend Melk koeien met mangelwortels gevoed, natuurlijk met een behoorlijke toevoeging van droog voedsel, zullen meer melk geven dan wan neer zij haar dorst alleen moeten lesschen door 't gebruik van groote hoeveelheden water. Voor zoo ver ons bekend, heeft men tot nog toe weinig vergelijkende proeven genomen met verschillende variëteiten bij gelijke be mesting en met één variëteit mangelwortels bjj verschillende bemestingen De belangrijk heid van dit veevoeder maakt, dunkt ons, het nemen van die proeven voor eiken vee houder gewenscht en wordt daarom door ons ernstig aanbevolen VARIA. KUNSTENAAR EN MAATSCHAPPIJ. In hei midden der 19e eeuw heeft on9 land een tijdperk doorgemaakt, waarin alle verlangen naar schoonheid uit het openbare leven scheen geweken. Het was een inzin king op elk gebied. De armenzorg o. a. kvram handen te hort, om de scharen behoeftigen te steunen enz. De economische depressie deed haar terngslag ook op het kunstleven gelden of liever op de afwezigheid daarvan. O zeker, we hadden Potgieter en Busken speurde, dat deze niet alleen in zijn hart Sjamyl nog trouw was gebleven, maar dat hij ook tegenover alle Russen een vlammenden haat en afschuw koestorde. Hij begreep daar om niet, waarom deze naar de Russen was overgeloopem Daardoor kwam bjj op de gedachte, (die ook reeds bij andere, Russische officieren was opgekomen), dat het ovcrloopein van Chadsji Moerat en alles, wat hij van. zijn vij andschap met Sjamyl vertelde, niets dan list en bedrog was; dat hij eigenlijk maar geko men was, om de zwakko pUnten der Rus sische verdediging uit te vorschen om dan, als hij weer in de bergen was gevlucht, alle krachten tegen die punten te kunnen richten. Het geheelo voorkomen van Hamsaio scheen den adjudant een bevestiging van de zen argwaan. „Deze beide daar en Chadsji Moerat zelf weten hun bedoelingen te ver bergen", dacht Loris Melikow, „die roode echter verraadt zich door zjjn onverholen haat." Loris Melikow trachtte, ook Hamsaio aan. het praten te krijgen. Hij vroeg hem, of hjj zich niot verveelde. Doch gene zag hem slechts met zijn ecne oog scheel van ter zijde aan en zonder ook maar eon oogen- biik zijn vlechtwerk te staken, brulde hjj Huet en nog een boel andere schryvers, maar deze hoe verdienstelijk ook, hoe uit stekend ze hun taak als wegbereiders ook hebben vervuld, met vreemde letterkundigen vergeleken, blijken ze toch van beperkte beteekenis. Trouwens Potgieter en Huet hebben dit zelf gevoeld. Zij beiden zagen, dat de Neder- landsche letterkunde met hen zou sterven. Sterker dan dezen, erkende een ander Neder lander de lamlendigheid van dien tijd Multatuli. Toch stond ook deze onder den invloed daarvan. Doch het zuiverst spiegelt de saaiheid, de jansaliegeest van die jaren zich af in de bouw (bouwfcunsf mag het niet heeten want wat toentertijd gebouwd werd was van alle kunstliefde en kunstbe grip verstoken) in de bouworde der huizen uit dien tijd. Tegenwoordig ervaart men het nog tot zijn ergernis in die steden, die in die jaren hun opkomst beleefden, hoe grauw en sloom en zonder eenige levenslast in die dagen de woningen zijn opgetrokken. Wel viel die tijd ongeveer samen met de opkomst van de Haagsche schilderschool, maar ook dit verbaast niet, als we beden ken, boe ver in 't algemeen de schilderkunst van het maatschappelijk gebeuren 9taat. Toen kwam het keerpunt, ongeveer met het jaar 1885, niet alleen een omwenteling in de literatuur, maar een revolutie bren gend op alle gebied: architectuur, nijver heidskunst, nieuwe stroomingen ook tusschen de schilders, kortom een vernieuwing, ver- frssching en versterking van het geestes leven, een breken met stoffige conventies en verlammende sleur, wat zich in de maat schappelijke verhoudingen en die tusschen verwanten deed gevoelen, en wat weer samenhing met een opbloei van het nationaal besef. Men denke maar aan het Algemeen Nederlandsch Verbond en de door den Boerenoorlog aangewakkerde behoefte naar een groot-Nederland een verbond van alle, over de wereld verspreid wonende personen die Nederlandsch spreken. Deze verschillende, uit een zelfde bron voortkomende beken hebben niet van elkan der gescheiden bun weg vervolgd. Het krachtiger besef, dat de Nederlandsche leeuw lang genoeg had geslapen, dat eindelijk iedereen, die tussche deze grenzen woonde, de handen uit de mouwen moest steken, ieder eigen hof moest bewerkeD, drong ook tot die menschen door, die zich aanvankelijk, tusschen 1880 en 1900 ongeveer, schuw, terug hadden gehouden. We bedoelen de kunstenaars. In die jaren werd die denkbeeldige »ivoren toren" gebouwd, wnai'in de kunstenaars in binnen- en buitenland zich opsloten, zich slechts zorgvuldig ingespannen, maar niet zonder broeikns-egoïsme, over hun arbeid bogen, zooals de vrouwen in Brngge zich over bun groen *feef-kussen buigen. Ze waren de maatschappij ontvlucht, omdat, die niets schoons, niets verheffends te zien gaf. De alom tegenwoordige leelijkheid kwetste hun gevoelige zielen Natuurlijk, dat dezj verfijnde vereenzaming haar stempel op hnn kunst drukte Deze was zee< persoonlijk tpt in het bizarre of verdwaasde toe, en slechts voor gelijk besnaarden te begrijpen. Decadent als men dat woord wil, uiterst verfijnd, maar broos en van binnen doorziekt als een kostbare, zorgvuldig in de serre opgekweekte plant die steift zoodra de kille buitenlucht daar doordringt. Dit nu is veranderd, daar het eerste ge slacht der wegbereiders, der opstaLdigen terugtrad en hun opvolgers onder den in vloed der maatschappelijke verfrissching stonden. Ze zetten de ramen open, lieten het doortochten, en zageD, dat de wereld buiten in bloei stond. Nadien werden de kunstenaars meer en me r mensehen tusschen menschen. We her inneren er aan, hoe velen van hen zich tus- schen de socialisten schaarden of in elk geval sterke neiging tot die beginselen toonden. Van deze gemeenschapszin droeg na tuurlijk het werk van hun hoofd en handen het duidelijk teeken. In ben teelde een maatschappelijk ideaal op, dat ze voor een deel in hun kanst trachtten uit te drukken. Men denke aan onzen bouwmeester Berlage. 't Is niet toevallig, dat we hier het eer9t den vertegenwoordiger der architectuur noemen, in die jaren van aannemers-gepruts weer tot haar oorspronkelijke plaat", die van moeder der kunsten, verhezen. Zooals we straks al aanduidden, spiegelt zich in haar het meest rechtstreeks de ^eest des tijds. De nieuwe stijl wil oprechtheid, eer lijkheid in de middelen, geen onnoodige of onverantwoorde verfraaiingen. Al deze met zijn heesche stem Nee, ik verveel me niet. En van dezelfde soort waren ook de andere antwoorden, die hij gaf. Terwijl Loris Melikow nog in de kamer der Moeriden van Chadsji Moerat talmde, trad ook Chanefi met het behaard gelaat en den harigen nek en de ruige, als bemost^ borst in het vertrek. Hjj was iemand, die niet veel na dacht, een rustig arbeider, die gehoorzaam zijn werk deed, wat zijn heer hem opgaf en die dat werk met hart en ziel verrichtte. Toen hjj nu binnentrad, om rijst voor het maal te halen prak Loris Melikow hom aan en vroeg van welke streek hij afkomstig en hoe lang hjj Chadsji Moerat al diende. Vjjf jaar, antwoordde Chanefi Ik ben (uit hetzelfde dorp als hij. Mijn vader heeft mjjn oom gedood en daarom willen zo mij dooden, vertelde lijj rustig, 1 er wijl zijn blik onder de samengegroeide wenkbrauwen op Lo ris Melikow viel Toen vroeg ik Chadsji Moerat, of hjj my als brooder wildo aan nemen. Wat be toekent dat „als broeder aan nemen Twee maanden lang het ik me niet slieren en knipte mjjn nagels niet. Daarna ging ik naar hem toe Hjj liet mij binnen bjj eigenschappen vinden we in de huidige architectuur terug, evenals het streven naar het uitdrukken der persoonlijkheid in de kunst, een persoonlijkheid, die den drang van heel een groep vertegenwoordigt. Zoo zijn allengs ook de andere kunste naars uit hun ivorén toren gekropen, zoo is het ambacht weer in eere hersteld. Ar tiesten werken weer mede, om dingen van dagelij ksch gebruik, om de uit- en inwen dige inrichting onzer woning zoo mooi en tevens practisch mogelijk te maken. Het verband tusschen den kunstenaar en den vakman, tusschen de kunst en het hand werk, lange jaren jammerlijk tot schft voor beide verstoord, is weer voor een deel hersteld. Dit streven heeft ook het bestuur van stad en land wakker geschud. Kunst of lieverschoonheid werd weer regeerings- zank. We herinneren aan de schoonheids commissies, die in eenige steden ontstonden, om den gemeenteraad van udvies te dienen bij het bebouwingsvraagstnk, aan den steun, door kunstenaars geboden bij het ontwerpen van eea uitbreidings-plan. De artiesten blijken weer belang te stellen in de alge meens zaak en zich hun medewerking daar aan niet te schamen. Met deze beweging loopt die andere even wijdig (we noemen namen als »Heemschut" of meer plaatselijk „Neballennia"), welke belangstelling vraagt voor het schilderachtig schoon van natuur en woningbouw en kleederdracht en die van haar kant natuur lijk weer uit die belangstelling is voortge komen. Want zulke verschijnselen beïn vloeden niet alleeD de openbare meening, maar hun aanwezigheid op zich zelf is reeds een teeken, dat andere en anderer invloed gewerkt heeft. v. L. DE VOGELS EN DE ELECTRISCHE DRADEN. In do Aarde en haai- Volken wordt liet een en ander meegedeeld over efen nieuw gevaar voor de vogelwereld. Zooals men weet, zjjn de talrijke, langs do spoor we gljjnen loopen de tolegraafleidingen een gevaar voor mem gen vliegenden vogel. In donker of bq mistig en nevelig weer vliegen de vogels togen de stjjf gespannen draden en atooten dan den kop of breken vleugels of poolen, zoodat ze op den grond vallen en ellendig omkomen. Trots de jaren lange ervaring komt het altjjd weer voor, dat patrijzen, fazanten, snippen en ook klei nere vogels tegen, do draden aanvliegen en er den dood vinden, al moet erkend, dal de vogelwereld zich al vrij goed aan het be staan van do draden heeft gewend, en dat het aantal ongelukken sterk is verminderd bq vroeger. Maar onlangs is voor de vogels een nieuw gevaar opgedaagd in de sterkstroomleidingen, die in veel streken van een centrale uit ver over het land worden geleid, om stoden, dorpen en gehuchten van electrische kracht en leLedrisch licht te voorzien En tegen dien vijand kunnen de vogels niot op hun hoede 'wezen, omdat ze hem niet kunnen onderkennen en omdat alleen de aanraking der draden reeds het gevaar met zich brengt Do telegraafdraden worden door zeer veel vogels als zit- en rustplaatsen met voor liefde gebruiktm den zomer en den herfst ziet men bijvoorbeeld de zwaluwen vaak bq honderden erop zetelen, zonder dat daar eenig gevaar in schuilt. Maar anders is het bjj do stxoómloidingen, die natuurlijk ook door do vogels graag worden opgezocht, vooral omdat dio stertstroomIcddmgen nog al hoog boven den grond loopen. Het zitten op den draad van do sterkstroomleiding is nu voor den vogel ook ongevaarlijk, maar in die lei dingen liggen verscheiden draden boven en naast elkaar en als do vogel twee van die draden ook maar voor een kort oogenblikje aanraakt, gaat do krachtige stroom door zjjn lichaam en hij valt dood op den grond Het gemakkei jjkst kan die aanraking van twee draden plaats hebben bjj het op- en afvliegen. Komt de vogel aangevlogen, dan zet hjj do poolen op den draad en slaaf, daarna do veugels to zamen, eon vleugel- punt kan dan licht den hooger gelegen draad raken, en het ongeluk is geschieden juist zoo gaat het bjj het opvliegen. Hoe groot het aantal der op dio manier omgekomen vo gels is, vertelt iemand in de „Welt auf Reiscn," die verleden zomer en herfst er waarnemingen over heeft gedaan in het jacht gebied van een vriend, waar een sterkstroom- leiding door liep, van de centrale te Ebers- walde naar verscheiden dorpen en naar het keizerlijk jachtslot Hubertusstock. Overal on der de leiding lagen do ode vogels, de meeste Patimat, zjjn moeder. Patimat reiktte mij haar borst en zoo werd ik zijn broeder. In de aangrenzende kamer deed zich Chadsji Mocrat's stem hooren. Eldar hoorde zich roepen waschte snel zjjn handen en ging naar zijn Moersjid. Hjj verzoekt u binnen te treden, zei El dar, naar Loris Melikow terugkeerend. Deze gaf den vr ooi ijken Chan Mahoma nog een sigaret en liep toen naar Chadsji Moerat terug XIII. Chadsji Moerat ontving den adjudant meteen vergenoegd gezicht. Nu, zullen we doorgaan?, vroeg hij,op de divan plaats nemend Natuurlijk, zei Loris Melikow Ik was daar bjj uw volgelingen en heb mjj met hen omderhoudei^ Een van hen is een echt vroolqk© Jcnaap, Je meent Chan Mahoma, ja, dat is een aardige jongen, zei Chadsji Moerat. Die hupsche, slanke jongen is me uitste kend bevallen Zoo, Eldar Ja, dio is nog jong. maar trouw en betrouwbaar al» ijzer Daarna zwegen ze een poos. Zal ik uw verder verhalen? Ja, ja. in de nabqheid van do palen, waar ze al- tjjd zoo graag zitten, Men moest wel ontzet zijn bjj het zien van dien massamoord. On der eiken paal lagen twee of drie, onder sommige ook vjjftien tot twintig doode vogels Onder één paal lagen alleen veertien doode spreeuwen, drie kraaien en een buizerd. Zeer veel soorten van vogels waren vertogenwoor tigd, vooral spreeuwen, kraaien en merels en dan merkwaardig veel torenvalken. Dio valken, mooie vogels, die zooveel mui zen verdelgen en dus voor den landbouw nut tig srjjn, zullen stellig op den duur in een strook, waar een sterkstroomleiding door gaat, worden uitgeroeid. Vijf torenvalken werden onder drie palen aangetroffen, wat veel is bjj do betrekkeljjke zeldzaamheid van den vo gel, maar verklaarbaar door de voorliefde van den torenvalk voor hooge punten, die een ruim uitzicht bieden Natuurlijk wordt het ge vaar, een tweeden draad aan te raken, groo ter, als de vogel groot is, en daardoor heb ben do vinken en andere kleine vogels min der te vreezen. De kracht van den door hot vogellichaam gaanden stroom is zoo geweldig, dat vaak de pootjes gebroken waren en uit het lid gerukt. Of de vogels in den loop der tijden het gevaar van do leidingen zullen toeren inzien en de draden zullen vermijden, is de vraag, maar als dat het geval wordt, zullen zeker de slimme kraaien de eersten zjjn, die het gevaar ruiken en ervoor uit den weg gaan, zooals zo nu al de uitlokkendsle lekkernqen niet aanraken, als ze hebben gezien, dat een van van liun broeders zwartrokken erdoor vergiftigd is geworden LEVEN MICROBEN 40 JAAR? Een verhaal, ongelooflijk als bet niet uit een wetenschappelijk orgaan, de »GiornaIe di Medicina praticu", een Italiaanscli, me disch blad, afkomstig wa6, doet een ge neesheer uit dat land. Hij behandelde een kind, dut diphtheritis bad, maar kon maar niet de bron der besmetting vaststellen. Ten slotte ontdekte hij in de ziekekamer oude kranten uit het jnar 1871. Hy won bij den uitgever van het plaatselijk blaadje inlich tingen in en jawelhet bleek, dat juist in de maand van het jaar, welke do bedoelde nummers aanwezen, zich in het gezin van dien persoon een geval met doodelijken afloop van een overeenkomstige huidziekte had voorgedaan. Hieruit zou dus blijken, dat mikroben langer dan 40 jaar in leven kunnen blijven en hun volle, besmettende macht kunnen blijven uitoefenen. Dot de bewuste genees heer zich overigens zooveel moeite gat, om de oorzaak der infectie te weten te komen, doet vreemd aan, want het is toch bekend, dat dokters op de vraag, hoe de zieke nu toch aan die aandoening komt, het antwoord dikwijls moeten schuldig blijven. HET WASSCHEN VAN BANKBILJETTEN. Als iets den bezitter van bankbiljetten lichtelijk kan ontstemmen lichtelijk, want het bezit alleen reeds weegt tegen menige teleurstelling opdan is bet wel het feit, dat die papiertjes er vaak onoogelijk uitzien- In de regeeringsdrukkerij te New-York is men begonnen met de proef, deze papieren te wasschen en aldus te reinigen. Twee machines worden met dat doel gebouwd, waarvan een is uitgevonden door een der talrijke vrouwen, die bjj dit bedrijf aldaar betrokken zijn. Lukt dit werkelijk, en daar schijnt alle kans op, dan wordt daarmee jaarlijks een som van een miltioen dollar bespaard, want in de tegenwoordige omstandigheden moeten 60 pet. van de bij de Bank en haar hijkantoren binnenkomende biljetten inge houden en door nieuwe vervangen worden, daar deze voor verdere circulatie ongeschikt zijn geworden. Natuurlijk volgen ook de andere regee ringen deze pogingen met <eel belangstelling. Reeds heeft de Duitsche Munt voor 47.000 dollar aan bankpapier naar Amerika ge- gezonden, welke biljetten nu misschien ge reinigd en wel al weer te Berlijn zijn terug gekeerd. Het heet, dat iedere machine dagelijks ongeveer 25.000 biljetten opnieuw voor de circulatie geschikt kan maken, en dat de kosten zoo wat op f 0.50 voor 1000 dier papieren komen. Men moet bij dit alles niet vergeten, dat in Amerika, vooral in den oogst:ijd, de papieren meer beduimeld worden en van hand tot hand gnan, als in eenig ander rijk ter wereld, waarom ook de gezondheidsdienst Ik beschreef je het laatst, hoe do Chans werden gedood. Toen Ham sat hu» nu gedood had, hield hjj zijn intocht in Choensach en betrok het paleis der Chans. Nu was enkel nog do moeder der Chans over gebleven. Ham sat het haar voor zich verschijnen en zo begon hem ver wijtingen te doen. Toen gaf hij zijn Moeride Asselder een wenk, waar op deze haar van achter een slag op het hoofd toebracht, zoodat ze dadelijk dood was. Waarom heeft hij ook de oude vrouw gedood?, vroeg Loris Melikow. Toen hij A had gezegd, moest hjj ook B zeggen. Het geheele geslacht moe9t uitge roeid worden, en zoo geschiedde dan ook. Den jongston Chan had Sjamyl uit den weg geruimd. Hij had hem in een afgrond gestort. Geheel Awalni onderwierp zich nu aan Hamsatslechts wij beiden, ik en mijn broer onderwierpen ons niet. We moesten de Chans op hem wreken en evschtea zijn Moed. Wel iswaar onderwierpen wij ons in schijn, maar altjjd dachten wij slechts daaraan, hoe wij onze wraak het best konden koelen. We be raadslaagden met onzen grootvader, den zil versmid, en besloten, het oogenblik af te wachten, dat Hamsat het paleis zou verlaten, en hem dan. vanuit een hinderlaag te dooden. (Wordt verrol gd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1912 | | pagina 5