MIDDELBIIRGSCHE (OIR 4 VI.
- ^124 1SS" Jaargang 1912
Mnn.nf1fl.Qr üi. nf» Mei.
ingen en
voorko-
Maandag
Hiddellmrg 25 Mei.
Een mnziekpraatje.
KAMEROVERZICHT.
D.u «nul T.FKhij.t d.g«l(jk», net uitzondering van Zon- en Fee.tdngeu.
•rue per k.erteel, zoowel .oor Middelburg al. .oer elle pl.at.en u. Nederlnnd te.co pp. f J.
Afzonderlijke ntimmer» korten 5 cent.
Advertenti9n bil abonnement op Toordeelige voorwaarden
Proipeotnuen daarvan zyn aan het bnrean te bekomen.
Advertentie* voor het eentvolgende nummer moeten de» middag, v 6 6 r
aan het bureau bezorgd zijn.
Advertentie* i 20 oent per regel. Bij abonnement veel lager. Geboorte-, dood- en
alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regel» f 1.50elke regel meer
20 cent. Beolame» 40 cent per regel. Groote letter» naar de plaat», die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiön en reclame», niet afkom»tig uit Zeeluid, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, i» gerechtigd het Alfemeen AdTcrfcfatJe-ftE? au
A. DE LA Ï1AK As., N.Z. Voorburgwal *60, Amsterdam.
Dit nummer bestaat uit drie bladen
een Kinderblad.
EERSTE BLAD.
Hanndsg a. s, den tweeden
Pinksterdag, verschijnt de fflid-
delbnrgsche Courant niet.
es middags
markt te
i Verlies-
Nu stemt 'tpuick van soete keelen,
Om daar gesangen op te spelen.
Geen politiek vandaagIedere dag
heeft tegenwoordig meer dan genoeg aan
zijn eigen politiek kwaad. Er behoeft niet
onnoodig nog meer bij gemaakt te wor
den. We zullen het ditmaal hebben over
het muzikale Zeeland.
Want Zeeland is muzikaal. Wie daar
aan mocht twijfelen moet Maandag a. s.
maar eens in Goes of in Middelburg komen.
Dan zullen hier 24, en in Goes 16 Zeenw-
sehe muziekkorpsen en zangvereenigingen
hnn Pinkstervreugde uitblazen en uitgal
men.
En dan blijft er in onze provincie nogge-
noeg muzikale energie over voor een
groote deelneming aan het op 19 Juni
te Vlissingen te houden concours en fes
tival, waarvoor reeds meer dan 20 gezel
schappen zich aanmeldden.
En toch kan men er van op aan, dat
er Maaudag heel wat kracht verblazen
en verzongen zal wordenHet zal voor
de Middelbnrgsche en Góesche luchtdeel
tjes zijn om dol van te worden pas zijn
ze door den eeuen blazer ingeslikt en
door een trompet naar buiten geperst of
een ander vangt zö weer op om ze door
een klarinet te jagendan worden ze
verschrikt uiteengerauseld in de buurt
van de Turksche trom, om daarna weer
in en nit de kelen te golven van de
hossende en zingende achterhoede. Eu
pas zijn ze tot rust gekomen, of er komt
een ander gezelschap aan, en het spel
letje begint opnieuw.
Ja, ja, het menschelijk oor is toch
prachtig ingericht, dat het dit alles kan
opnemen en verwerken, en den volgenden
dag toch weer bruikbaar is.
De keel is minder sterk. We voorspellen
veel heesehheid tegen Dinsdag; niet voor
de zangers of zangeressen van de koor-
gezelschappen, maar voor de vrengdevolle
begeleiders der muzikale wandelingen.
Achter een spelend muziekkorps kun je
nu eenmaal niet rustig loopen. Een
vroolgke marseh-rythme schiet je van
sielf in je beeuen, en als er dan nog een
bekend wijsje wordt geblazen, dan be
gint de keel ook mee te juichen. En dat
hoort er ook bij. In het woord „festi
val" zitten meer feest- dan muziekele-
menten.
Maar laten we nu niet te veel spotten,
want in die muziekgezelschappen zit een
muziek-element, dat wel de moeite waard
is den verwenden stedeling even te laten
nadenken. Wat hier en in Goes komt
spelen en zingen is bijna zonder uitzon
dering afkomstig uit dorpen, en de enkelen
uit de steden bohooren tot deu werk
mansstand. Maar allen zijn zonder muziek
opleiding van beteekenis geweest. Velen
hebben reeds op ouderen leeftijd zich in
die door jarenlange privaatlessen voor
piauo of viool of zang reeds lang niet
meer denkt over de moeilijkheden van
de eerste mnziekbeginselen -hebt u
eeuig besef van het geduld en" de vol
harding die noodig zgn voor een niet muzi
kaal onderlegd persoou, om een stuk zui
ver eu in de maat te spelen of te zingen
Gaat eens op een avond door een dorp
fietsen of wandelen, dan kan 't gebeuren
dat u in de avondstilte, uit een of andere
bescheiden woning of uit een schuur de
tonen hoort van iemand die daar nit
den treure op zgn trompet een moeilijk
eindje zit te repeteeren of wel dat u
in zoo'n dorp of ook in de stad
langs het oefeningslokaal komt, waar de
directeur bezig is zgn koor of orkest te
drillen, telkens weer beginnend, telkens
weer aftikkend, en dan weer verbeterend
met kleine stukjes én eindelooze herha
lingen voortkruipend.
We booren in verbeelding een opmer
king over het ongemak voor de buren.
Ja, dat is zoo. Maar daar hebben we het
nn niet over. Dat is weer een andere
kwestie. We hebben het nu over het
treffend bewijs van een krachtig verlan
gen van de minder bedeelde bevolking,
om zich toch ook iets te verwerven van
het genot dat de muziek aan de meer be
voorrechten zoo grif en zoo gemakkelijk
geeft.
En als u van dat gezichtspunt uit
die muziekkorpsen en zanggezelschappen
bekijkt, dan komt er misschien in u ook
wel eenige meerdere bewondering op voor
dien ijver en taaie volharding - en mis
schien ook wel de vraag is er niet iets
aan te doen dat die menschen makke
lijker hun doel bereiken
Moest 't niet regel zijn, dat iedereen
met muzikaal gehoor in de gelegenheid
is zich in zgn jeugd zoover te bekwamen,
dat hij later zonder moeite aan een koor of
orkest kau deelnemen Op 't oogenblik
zgn we daar heel ver vandaan. Wat de
lagere school leert is verre van voldoende.
Alleen de kinderen der min of meer ge
goeden die privaatonderricbt kunnen be
talen, weten tenslotte iets van muziek af.
Toch is muzikale aanleg niet aan stan
den gebonden. De beste zangers loopen
Op straat" wordt er wel eens gezegd. Eu
dat kunt u zelf iedereu dag constateereu,
als u achter een troepje jongens loopt:
een met eeu mondharmonica en een stuk
of wat anderen zingend, met een eigen
gemaakte, maaT zuivere tweede stem eïbij.
Wie echter die beste zangers" in de
praktgk, d. w. z. in een koor wil ge
bruiken, stuit maar al te vaak op de
moeilijkheid dat ze niets van muziek af
weten.
Zou men niet heel veel verder komen,
als uien eindelijk eens algemeen voldeed
aan wat reeds lang door de musici, en
ook door velen in de onderwijswereld
gevraagd wordt, nl. opleiding van een
deel der onderwijzers speciaal tot zang
leeraars Wie nu een onderwijsakte be
zit, wordt ook in staat geacht tot het
geven van zangonderwijs, 't Mocht wat
De praktgk op sommige groote scholen,
waar de meest-mnzikale onderwijzers het
zangnnr van hnn collega's overnemen,
heeft al den weg aangewezen.
Z-ker, er worden door sommige op
leidingsrichtingen, o. a. door de rijks
kweekschool alhier, aan hen die het ver
dienen, diploma's uitgereikt. Eu er zijn
ook ouderwijzers die zich bekwamen voor
de geheimen vau de notenkuust inge-1 de Toonkunst-acte. Maar dat is niet ge
werkt. En toch hebben die personen het I noeg Ze moeten gelegenheid hebben iets
noover gebracht dat ze eu rank heelmet die onderscheiding te doen. En het
verdienstelijk, vierstemmig kunnen feit dat de toelage van f 50, door Den
ningen of een orkeststuk kunnen spelen. Haag voor zoo'n zaugdiploma gegeven,
Hebt u, heeien en dames uit de stad, als uitzondering geroemd wordt, is wel
het beste bewijs, dat in de overgroote
meerderheid der steden en dorpen het
zangonderwijs op de lagere school niet
die waardeering van gemeentewege onder
vindt, welke het o. i. verdient.
Er is veel verbeterd. En er zijn onder
wijzers die met hart en ziel zich aan het
zangonderwijs geven. Maar van hoe velen
kan dat niet gezegd worden
Op hoeveel scholen is nu de zangles
niets anders dan een uurtje van samen
liedjes zingen, zooals de meester ze voor
zingt? Hoeveel onderwijzers zijn er niet
die dat zanguurtje beèchouwen als eeu
nu eenmaal voorgeschreven, maar ver
velend kwaad, dat voor ander werk den
tijd wegneemt?
En we zouden zoo graag willen dat
iedereen die er iets over te zeggen heeft,
voelde, zooals we het zelf als een onwrik
bare waarheid voelen, dat schooluren
vau degeljjk zangonderwijs niet verloren
zijndat die muziekkennis in het latere
leven een even groote, al is 't dan ook
een andersoortige, waarde heeft als de
kennis van welk vak ook. Geef toch aan
het kind dat van school komt behalve
kennis ook iets mee, waardoor het in de
dikwijls zoo harde praktgk van het
leven tenminste nog eenige kans heeft
op een afwisseling, op een verademend
oogenblik, waarin het aan iets anders
kan denken, waarin het zich in een hoo-
ger stemming voelt verheven.
Dit is geen groot woord. Wie zelf
zingt, weet wat we bedoelen, eu velen
die niet zingen, voelen het ook. En toen
we dezer dagen het bericht opnamen van
de oprichting te Krabbendijke van eeu
kinderkoor als een overgang van de school
naar 't zangkoor, toen dachten we Kijk
dat is uu eens een mooi voorbeeldWie
volgt
Maar toch en nn, heeren en da
as in de stad, en speciaal in Middel
burg, en wellicht ook in Vlissingen en
te Goes, richten we ons weer tot u,
toch zgn er onder u velen, die beter
moesten weten, en die er niet naar han
delen.
Voor u, die u wel een geldelijke op
offering kunt getroosten, geldt het be
zwaar van gebrek aan gelegenheid om
uw kinderen goed zangonderwijs te laten
geven, niet. En wat ziet men gebeu
ren Dat onder uw kinderen het aantal
zangertjes en zangeresjes afneemt.
U moest eens zien boe groot de toe
loop is naar de .kostelooze zangschool
van »IIit het volk, Voor het volk" of
naar het meisjeskoor van „Ons Huis.'
Is het niet beschamend dat de zang
school van„Tot Oefening en Uitspanning",
die bestemd is voor u w kinderen, ieder
jaar minder leerlingen krijgt
Dat het zangkoor dier vereeniging nu
zoo'o hooge plaats inneemt, is voor
gering deel te danken aan de goede
krachten die de zangschool in vroeger
jaren heeft afgeleverd. Maar de stroom
verzwakt aldoor.
De tijdgeest schijnt zich onder u van
de practische uitoefening der muziek,
althans wat koorzang betreft, af te wenden.
Wie thuis is ia de muziekwereld kan
dat duidelijk zien, vooral wat het heeren
koor betreft. Is het de verderaocratisee-
r ng die ook in de muziekwereld een
categorie doet terugtrekken, welke vroeger
den toon aangaf Is het onder de jeugd
de sport, die de lust voor den zang doet
afnemen Is het 'fc vele schoolwerk in
andere vakken, dat geen tjjd voor muziek
laat
Al die oorzaken zullen meewerken
maar we zouden alle ouders, die tot de
gegoede burgerklasse behooren, willen
vragen overweeg eens goed, of het niet
een dankbaar en heilzaam werk zon zijn
uw kindereu goed te leeren zingen, dank
baar voor u, en heilzaam voor do kin
deren.
En nn weer terug naar de twee festi
vals van Maandag a. s. We zgn ver af
gedwaald, en de stap is nu groot. Want
een festival weet niet boos, deelne
mers eu deelneemsters, over een ondeu
gende woordspeling is wel eens meer
feest met muziek dan een muziekfeest
geweest.
Maar het is toch niet denkbaar zonder
muziek. En laat er dan alles gedaan wor
den om die muziek zoo goed mogelijk
te maken. We hebben hoofdzakelijk ge
sproken van zang, maar dat maakt geen
verschil. Wie als jongen goed leert zingen,
kan als man goed blazen. Eu daarom
hopen we dat deze beide festivals, behalve
een pretje, ook een krachtige propaganda
zullen zijn' voor goed zangonderwijs.
Tweede Kamer.
Zitting vaar Vrijdag.
Eenigszuis tegen de verwachting in, is he
lden Minister Talma reeds aan het woord geko
men. Intusschen, niet voor langen tijd; zoo
als men zien zal slechts om een enkel punt
ten opzichte van hetgeen gezegd is te behan
delen. De Minister heeft echter gelegenheid
gehad om allereerst te danken voor do woor
den, welke van links zoowel ais van rechts
over hem zijn. gesproken, en de Minister had
aanleiding toe om dit te doen, want bijna,
zonder juitzondering heeft men zijn ijver en
zijn groote werkkracht geprezen, wat met den
wil der wereld van. alle Ministers
van dit kabinet onmogelijk te doen is. Maar
do Minister meende, dat het met die vriende
lijke woorden veel had van een mooie schil
derij in een sombere lijst. In dit niet zeer
juiste beeld moge misschien een kern van
waarheid zitten in de gegeven omstandigheden;
daartegenover moet weer niet worden ver
geten, dat juist don laats ten dag, den dag van
heden, een drietal sprekers aan het woord zijn
geweest, die gelegenheid hebben gevonden
veel in den Minister te prijzen, al deed dit
prijzen van verschillend standpunt hem ook
ais voorkomen als een sociaal passe
partout in don trant van het pantserschip van
n heer Wentholtl
Hot was de groote dag van rechts, zou men
kunnen zeggen; de heeren de Savornin Loh-
man, dr. A Kuyper en dr. De Visser v
den heden het woord. Drie wel geheel ver
schillende typen, zoo in hun spreken als
hun argumentatie, zoo in den bouw van hun
betoog als in hunne gebaren. De heef Loh-
man scherp, nimmer geheel den innerlijken
hartstocht van zijn eeuwig jeugdig tempera
ment kunnende verbergen, beziende de dingen
met een juridischea blik, die helaas alleen
maar beneveld is door de vooroordeeleu der
omgeving, waaruit hij is voortgekomen
waarin hij i s blijven leven, buiten welke hij
eigenljjk geen leven kent. Dr. Kuyper, breed,
met profetische gebaren en profetische pose,
gevoelend en doend gevoelen, dat met zijn
woorden nieuwe argumenten en nieuwe ele
menten. in het debat worden gebracht, als
beseffende dat de veranderingen, door hem
aan de situatie gegeven, welkom zijn. Dr.
De Visser tenslotte, eenvoudig, klaar en hel
der, zich stellend op het standpunt van den
gewonen, niet door deskundigheid bevangen
mensch, zuiver menschelijk oordeelend wat
hem ter beoordeeling wordt voorgelegd. En
tegenover deze drie de Minister, van wien wij
het weten dat hij een uilnemend spreker
van wien wij het mogen verwachten, dat hij
als in meerdere aangelegenheden hij reeds
toonde, ook thans de stof tot in do gering
ste details zal meester zgn; heden nog slechts
een enkel oogenblik aan het woord, niet.
gaand op het grondige van de zaak, zich ge
noegd ij ke Pinksterdagen reserveerend om do
Handelingen der Kamer nog een,s tête repo-
sée na te lezen I
Den heer Lohman hebban wij boeiender
gehoord dan heden het geval was, en voor
een deel lag dat misschien daaraan, dal
het standpunt, waarop hij zich tegenover deze
ontwerpen heeft gesteld, niet van het meest
sympathieke is. Men moet naar zijn mooning
vragen of hetgeen wordt voorgesteld berust op
beginselen, die in een land heerschen; de
wetten, tot nu toe ingevoerd, konden alle
verwijzen naar bestaande rechtsbegrippen,
waarop zij waren opgebouwd, doch thans komt
er iets geheel anders. Thans wordt or gezegd,
dat dc arbeider een mensch waardig bestaan
moet hebben, dat lifj zijn gezin en zich zelf
moet kunnen onderhouden. Maar dat geldt im
mers niet alleen voor den arbeider, dat geldt
immers voor iedereen 1 En wuarom moet de
werkgever alleen verplicht worden den ar
beider te helpen, (waarom moet van hem
gevergd worden wat de geheelo burgerij aan
gaat? Zeker, de heer Lohman wil in geen
enkel opzicht misstanden bevestigen, maar h$j
vraagt vrijheid van het bedrijf, h§ betoogt,
dat het bedrijf heiemmeren, is do grootste maat
schappelijke wanorde te voorschijn roepcsi Do
wetgever kan niet helpen in het vaststellen
*an het loon, dat moet naar economische
factoren geschieden, Eu het zijn volstrekt niet
do hand arbeiders alleen, die als er van
hulp sprake is, geholpen zouden moeten wor
den waarom zouden de handarbeiders alleen
recht hebben op onderhoud, en de duizenden
kleine ondernemers, die toch ook dag en
nacht arbeiden, van dat voorrecht zijn buiten
gesloten? Er is een tendenz in den tegen
woordigen tijd, fulmineerde de afgevaardigde
van Goes, om in zooverre terug te gaan tot do
tijden der Middeneeuwen, dat inen de Over
heid mengt in alles waarin zij met gemengd
moet worden; een zin om de Gilden in het
materieele te herstellen, maar tegelijk de
poëzie en de moreele voordedenwelke zij
toch ook hadden, te laten rusten
Trad de heer Lohman, die er tegenop kwam,
dat men het voorstelde als zou hg het met
den heer Van Idsinga oneeens zijn, in min
of meer abstracte beschouwingen omtrent de
geheele aan de orde zijnde materie; reser
veorde hij zich zijn stem speciaal met be
trekking tot de houding, welke de Regeering
ten opzichte van de particuliere zaken zal
aannemen de afgevaardigde van Ommen
•was minder terughoudend in zijn oordeel
sprak dit reeds uit toen nog nauwelijks de
voorzitter aan de Kamer had kunnen medo-
deolefl, dat het Woord was aan den heer
KuyperI Dat begin was pompeus, dat begin
was echt zooals wij het van dr. Kuyper in
zijn (beste jaren gewend zijn. De Minister,
aldus klonk lid; met sonore stem, treedt in
dit ontwerp op als een figuur, die hem steeds
toelachte, als de Christen-democraat I Er
ging gemompel door de Kamer; gemompel dat
verried, dat men de woelige dagen van Staal
man's gedurfde oppositie, welke als ccnig
resultaat had, dat Den Helder sedert 1905 een
vast linksch district werd, nog niet was ver
geten! Maar onverstoord ging dr. Kuyper voort
te bewijzen dat hij het meende; met aan
te toonen dat de Minister zeer schuchter was
aangevangen doch allengs meer gedurfd had,
en met te verklaren dat hij hoopte dat de
Minister nog verder zal willen gaan en de
dooroenvlechting van de Ongevallenverzekering
voorshands laten varen tot de Ziektewet is
ingevoerd. De heer Kuyper begaf zich niet
op liet terrein van de rechtsvraag; hij was
geen jurist bekende hij bcscheidenlijk, maar
daarom kon men toch wel zijn plaats in
do Kamer hebben! Voor hem gold slechts de
vraag of de Overheidsinmenging, welke is
voorgesteld, in deze gemotiveerd was, gelijk
zij gemotiveerd is bij misstanden van genera-
lcn aard. De patroons hebben de beste gele
genheid om neigingen van geldzucht en
heerschzucht bot te vieren, de uivoering der
machines werd in Engeland een gruwel voor
vrouwen en kinderen, en do publieke opinie
droeg het!
Vaststelling van een minimum-loon zal een
onmogelijkheid blijven, zoolang men geen be
drijfsorganisatie heeft, die dit minimum door
patroon en arbeider tezamen doet vaststel
len. Zonder Staatsinmenging komt men er
zoodoende ook niet bij de premiebetaling, en
in deze richting is er de historische ont
wikkeling, die het ingrijpen van de Overheid
noodzakelijk maakt om de vrijheid van arbeid
voor den arbeider te herstellen. Had de heer
Loliman gemeend, dat in armenzorg niets ver
nederends lag, dr. Kuyper noemde haar dc
dood voor de persoonlijke energie. De Over
heid heeft als haar roeping te zorgen, dat in
het ontstaan, cultuurproces de verkeerde ele
menten het niet winnen van de goede; heeft
ook te zorgen voor een krachtige ontwikkeling
van het organische in het volksleven. Dat
alles zou misschien niet voldoende zijn om te
J pleiten voor dwangverzekering, maar er ia
in dit ontwerp van „verplichte verzekering"
geen sprake.
Ziedaar de verrassing welke dr. Kuyper ons
heden bracht en welke hij, toen men hem
hoofdschuddend aankeek, nader uiteen zette.
Hij betoogde aan do hand van hot practische
leven, dat hem heden ineens tot richtsnoer
diende, de noodzakelijkheid eener voorziening
langs den weg der verzekering; maar ten op
zichte daarvan is op dit oogenblik een nood-
stand aanwezig, omdat het grootste deel van
het arbeidend volk niet voor zichzelf kan
jen. Daarom hoeft de Overheid recht om
in te grijpen, maar dat ingrijpen moet ©en
opvoedend karakter' hebben, moet het volk