TWEEDE BLAD re ■litolliri 4 Mei. VARIA. fi FEUILLETON. Efl ADSJl MOERAT. bg C- 0IBI0 Boekh. i i» 9 «7 9 44 9 54 9.59 1608 I 1018 10.26 1*10 45 9.37 10.26 10.35 10.38 10.48 10.48 lifclade* 'ekerke, EKKEM Maandag 6 Mei 1912, no. 107. <£andbouu)kroniek TAB OHZXN TAiTMS SMlkerblet««. Üat het gebruik van [eene ka,li-lwmes(ing oak jop kleigronden, vcoraJ lichte, loonend kan Zijn, bewezen proeven in 1905 genomen an een Kraaiert polder onder 's Heer Arends- kerlte en bif '1, Spin tusschen Axel en Ter- tneuzen Naluurljjk bewezen deze proeven, dat er gebrek aan kali, waarvoor door volledige oogsten Van suikerbieten 205 KG, van mangelwort©Js. ±300 KG, van eetaardappels -L 120 KG pan den grond ontnomen worden, zoodat het geene verbazing, kan wekken, dat op verschillende polderlanden eene katibe- mesting goede resultaten levert Thans willen vrjï nader stilstaan bg stik- etofbemestingeji. Zeer leerzaam is op dat gebied hetgeen medegedeeld wo$t door wijlen den heer Ris- seeuw in hel veislag over de ZeenWwhe proefvelden van ,1907. Genoemde heer bewoonde een hofstede in den Prins Willcmpolder en was gewoon /.rjn bietenliuid Ie bemesten mei 600 KG. super- phosphaal il4 o/o, 400 KG ammoniak-super- phospiraaf, 7x9 en 600 KG Chili-salpoter per hectare. Met die bemesting pogslte hjj dat jaar" 49720 KG, suikerbieten per hectare, Naast zijn eigen bieten had hij een proef veld^ dat por hectare bemest wap mei super- phospbaat en Chilja-satpeter tegen 600 KG van 3e eerste en 300 KG van de tweede mest stof; oen gedeelte van dat proefveld was al leen {bemest P*et superphosphaat. Het perceel gemest mat superpbospb. leverde 29640 KG, dat mot super en 300 KG Chili 41682 KG, het overige land 49720 KG suiker bieten per hectare. De bieten waren dat jaar gecontracteerd tegenf 10-25. Hpt eerste perceel bracht dus op 1303.81, het tweede f427.24, het overige f509.63 per HA. De prijs van superphosphaat 'was dat jaar f2.64, die van ammoniak superphos- phaal f7.12, die van Chilisalpeter f 12.70. Het, eerste perceel kostte aan bemesting f 15.84hel tweede kostte aan. bemesting 4 36.10 meer en leverde een meerdere op brengst van f 123.43 het derde perceel kostte aan bemesting meer dan het tweede f 66.58 en leverde f 32.39 meer op, dus ook hier Werd de rijkere bemesting niét stikstof riiim betaald. Dez© overwinst f 15.81 zou naai- onze mee - rung nog groot er zijn geweest, indien men het supeiphosphaat van het ammoniak-superphos- phaai in rekening had gebracht bij de be mesting en dientengevolge de hoeveelheid ge bruikte superphosphaat kleiner had genomen. Zeshonderd kilogram superphosphaat is voor alle soorten van gronden een zeer voldoende bemesting met pliosphorzuur voor suikerbie ten. In 400 KG ammoniak-Buperphosphaat is 4 x 9 KG phosphorzuur, gelijk aan de hoe veelheid, die men aantreft in 250 KG super phosphaat 14 o/0Hadde men op de laatste partjj 250 KG superphosphaat minder gestrooid, dan ware hoogstwaarschijnlijk de opbrengst dezelfde gebleven; men had zich een uitgaaf bespaard van f 6.79 en de overwinst had f'22.50 bedragen por HA. Het wil ons voorkomen, dat men bjj sm- Zie het Verslag van de proefvelden in Zeeland over dat jaar. t'erbieteri over 't algemeen nog een te fcleme stikstofbemesting gebruikt en dat men bij ver gelijkende proeven met verschillende hoeveel heden stikstof om te zién, welke hoeveelheid stikstof nog loonend is, vergeet te beginnen met t» zorgen, dat er voldoende hoeveelheden kali en kalk in den grond aanwezig zijn Eerst dan, wanneer deze aanwezig zyn kan mcai een oordeel uitspreken over de loonende werking cencr {stikstofbemesting. Voor phosphorzuur wordt doorgaans in vol doende, vaak zelfs in te ruime mate gezorgd. Want naast de wet van het minimum, die wij reeds herhaaldelijk bespraken en die ons leed, hoeveel phosphorzuur, kali, kalk en stik stof op zijn minst voorradig moet zijn om een voldoenden oogst op te leveren, is er ook. «en wet van liet maximum, die ons leerrn moet, hoeveel van een der vier genoemde meststoffen gebruikt kan worden om nog loo nend te zijn. Natuurlijk ban men slechts door proefnemingen keren bepalen met hoe wei nig meststof men. kan volstaan en anderszijds hoever men de hoeveelheid meststof kan op voeren om door de vermeerdering van den oogst meer te ontvangen dan men voor do meer gebruikt© meststof betaald heeft. Op de meeste akkers in Zeeland wordt voor d© suikerbieten" ul luur uitsluitend gebruik ge maakt van kunstmest Daarvoor zijn twee re denen te vinden. Hel Zeeuwsche landbouw bedrijf levert weinig stalmest om de bouwgronden van een hofstede daarvan in vol doende mate. te kunne» voorzien, waarvan, vóór dc kunstmest in gebruik kwam, de. toe nemende mindere productiviteit een recht streeka gevolg was. Deze mindere- productivi teit werd ,wel door allen geconstateerd, maar daar men toch zijn land bemestte op de oude steeds goed bevonden wijze, en ook in de be werking geene verandering bracht, werd de mindere vruchtbaarheid eenvoudig geschoven op den invloed van minder gunstige seizoenen Toen nu de suikerbietenbouw meer en meer inguig vond en men tot de overtuiging was gekojnen, dal deze zonder voldoende hemes ting geenc goede resultaten leverde, kwam men, om in de behoefte van dal wortelgewas te voorzien, al fladelijk op '1© gedachte om superphospliaal "en Chili te gebruiken. Bij dal gébruik jïevond men. zicb goed en men is op den ingeslagen weg blijven voortgaan. Dit is eene der redenen voor het uitsluitend gebruik van kunstmeststoffeneene andere uien wij in het vroeger algemeen verbod iu de bïe- téncontraden verschen stalmest te gebruiken voor gecontracteerde bietenakkers. Men meen de, en niet feu onrechte, dat. deze mest het gehalte aan suiker verminderde, wat bij de algemeen in gebruik zijnde tel-queï conlrac- j ten geheel te» nadeel© zou gekomen zijn der fabrikanten. In Duitschlaiul heefl men te dezen opzichte tal van proeven genomen voornamelijk op hel bedrijf Lanchstadt. Eeai veld werd uitsluitend bemest met kunstmest, een ander met fetalmesf,, weer een -ander met stalmest en kunstmest HELDEN. Het is ©en der verdiensten van liet wéten- jfcjhappelijk feocialistne, verband te hebben gelegd tusBchcn de ptoffciijke of economi sche omstandigheden cn de begrippen, die Uit dat. milieu voortkomen. M. a. w. men hoeft algemeen i» de laatst© tijden ingezien, dal onze gedachtenwercld niet maar als spin- do lucht hangt, maar dat ook deze maatschappij wortelt, en met de ver anderingen ïn de sociale verhoudingen zich mede wijzigt. Daar hebt go b. v. een idee als helden- moed. Wat verstaan we daaronder Reeds vroeger werd er in dit blad op gezinspeeld, dat. Wij thans als helden andere personen, als heldenmoed andere eigenschappen eeren dan een eeuw, dan twee, drie eeuwen te rug. Zelfs zijn er tijden in de wereldgeschie-» denis, tijden van een zoo matte inzinking, dat alle heldhaftigheid verdwenen schijnt, dal er voor groote, moedige daden geen plaats is- De laatste weken hebben ons anders geleerd. Slag fcjp slag volgde de eene gebeurtenis op de andere, waar persoonlijke moed bij te pas kwam en betoond werd We denken bierbij m de eerste plaats aan de ramp der „Titanic" en de achforlolg'mg van de bende- Bonnot. Doch als we ons de omstandigheden voor stellen, waaronder de mannen, die zich daar bij onderscheidde», zijn werkzaam geweest, aan de daden van zelfopoffering en trouw aan do gemeenschap, door hen bij die rampen bedreven ,dan verschillen die toch zeer van d" gelegenheden, waarbij vroeger heldenmoed werd betoond zoowel a's van die daden van dapperheid zelf. Zelfs nu nog denkt wie hel woord „held" hoort, onwillekeurig aan dapperheid in den oorlog, aan buitengewone, militaire eigen schappen. En geen wondei' In den oorlog kwam die bijzondere gesteldheid ook l»el best uit, die we gewoon zijn, heldhaftigheid te noemen. Toen de maatschappij nog eenvoudig van samenstelling was, deed de persoonlijk heid zich meer gelden dan tegenwoordig, kwam liet meer op persoonlijken moed aan. Toen greep men gauwer naar de wapens, alp er een misverstand was op te lossen. Toen waren de menschelijke instincten nog ruwer en minder belieerscht. Men kent voorbeelden uit do geschiedenis, dat oen vee te tusschen twee stammen door een I weegevecht van een uitverkorene uit elk dier stammen uit do wereld werd geholpen. Ken rationeel© strijd wijze voor dien tjjd. Na die» is door verschillende omstandig heden He waarde der persoonlijkheid ver minderd. Ook in den oorlog zien we dit ver schijnsel weerspiegeld Daar hangt dit weer ten nauwste met den) technischen vooruit* gang samen In de oude, primitieve oorlogen zooals thans nog in de gevechten tusschen lo zomen en het resultaaf dezer proefnemingen I onbeschaafde (Volkeren, kwam in de eerste is, dat. bjj de hoogste giften van kunstmest, al- j pjaats <jc niacht. en de moed en het uithou- leen, gemiddeld 44.000 KG bieten werden ver- dingsvermogen van het Individu in aanmer- kregen met 7600 KG suiker «r bjj eene hemes- j king "Wapens werden gebruikt, ja, lot alweer) ting met kunstmest en stalmest de gemid- ICT1 onl mee te slingeren, maar ook daar hing delde opbrengst 53.000 KG per hectare bedroog J fte, nu, («eb geheel van de behendigheid, do inet 8700 KG suiker. De hoeveelheid suiker vlugheid en de kracht, van den gebruiker af. bedroeg in I eerste feeval 17.3 °.'o,'in hel tweede jn dien lijd vocht men man legen man. 16.4 o/o va» do totaal opbrengst Een© zware bemesting met stikstof veroor zaakt ©ene vermindering van suikergehalte, waartegenover eene aanzienlijke vermeerdering staat van Buikeropbrengst per vlakte-eenheid. I Waar men maximaal opbrengsten verlangt, is eene zekere vermindering va» suikerge- I halte niet. te vermijden De hooger aangehaai- de proeven die gedurende 5 jaar herhaald wer den, gaven bij 40000 KG geteerde» stalmest, 40000 KG meei' verschen stalmest. 450 KG Chili salpeter, respectievelijk eene vermindering va» 0,57 «o. 0,39 o/0 en 0.43 o/0 aan suikergehalte. Door stalmest wordt de mechanische ge steldheid van den grond wezenlijk verbeterd, waardoor de groei van de bieten aanzienlijk wordt bevorderd. De biet neemt dientengevolge meer voedende stoffen, voornamelijk stikstof op en zoo is ten slotte de mechanische wort hing van den stalmest geen andere, dan dat zij het opnemen van voedende stoffen bevor dert. (Wordt vervolgd). 10. van Leo Tolstoi. (naar de Duifsch© vertaling). Terwijl ze de wapenen, het zadeltuig, het smeedwerk en de paarden blank poetsten; 'werd de sterrenhemel al bleeker "en bleeker. .Weldra was liet volle dag en de ochtend wind xjnschte zacht door de toppen der hoornen V, Vroeg in den ochtend, toen. het nog donker waB, waren twee compagnieën met bijlen ge- wajKnid onder leiding van Poltorazkij tot 10 werst buiten de schachghrinsldsch© poort op gemarcheerd, hadden een voorposten-kelen uit gezet en zich, zoodra het dag werd, opge maakt, do boomen te vellen. Tegen acht uur begon do nevel, vermengd met den dichten walm der in de kampvuren knetterende, voch tige takken, op te trekken. De soldaten, die bezig waren, dc boomen te strijken en die elkander tevoren tot op vijf paseen afstand niet hadden kunnen zien, doch sléchts elkaxt- Aanvankelijk waren dus de wapenen vpl- j strekt ondergeschikt, vergeleken met, de per soonlijke eigenschappen van den krijgsman Do historische lijn toont nu aan, dat do I beteekenis van- do werktuigen meer e» meer toeneemt ten koste van de waarde van den soldaat, totdat doze na eeuwen van telkens nieuwe uitvindingen eindelijk aan de andere vrijwel ondergeschikt is geworden, a' moet hij die natuurlijk besturen en. leiden. Het begon met de ontdekking vaji het bus kruit. Dat leverde den troepen ineens een machtig voordeel, daar zoo'n kanonschot meer vernietigde da» waartoe verscheiden man schappen met de grootste krachtsinspanning in staat waren. Ook vroeger had men natuur lijk oorlogswerktuigen goedendags, blijden en boe die middeleeuwsche werpwerktuigen meer mogen heetcn. Reeds Caesar vertelt van die belegeringstoestellen, waardoor groote steenen »n de stad werden geslingerd of die als pchild- padden dienden, om de naderenden tegen de projectielen van de belegerden te beschermen. Doch deze machines waren log en onhandig De ontdekking van het buskruit heeft een heele omwenteling in de oorlogsvoering te weeg gebracht en aldus, indirect ook in de wereldgeschiedenis. Weldra, moesten 4I0 ver dedigingswerken, moesten de pantsers der dér gehoord hadden, konden nu zoowel dc kampvuren als den door de gevelde boomen versperden, dwars door het bosch slingeren den weg duidelijk onderscheiden. De zon scheen van tijd tot. tijd als oen glanzend© vlek in den nevel, om da» weer voor een tjjd jonzichtbaar te worden In een kleine, open plek, terzijde van den weg, zaten op trommels Poltorazkij en de aan hem ondergeschikte officier Tichonowj voorts twee officieren van de derde comj pagnio en oen voormalig officier van de be reden garde, met name baron Free se, een ken nis van Poltorazkij sinds den lijd, dat ze samen in het pagecorps dienden en die we gens een duel naar een lageren, militairen rang fayas overgeplaatst. Om do trommels in de rondte lagen leege flesschen, sigarettenstompjes en papieren, waarin d© officieren hun ontbijt hadden mee gedragen. Zo hadden zich met een glas bran- (dewijn en een brók eten versterkt en daarna eon glas port gedronken De tamboer was I juist bezig, een nieuwe flcscb 1e ontkuxt- j ken. -Poltorazkij was, ofschoon, hij zich niet uitgeslapen voelde, loch in die heel bijzon- der©, zorgcloos-vrooljjke en opgewekte slera- ming, dio hem temidden zijner soldaten ©n kameraden altjjd eigen was, zoodra er ge- vaar dreigde, j Do officieren onderhielden zich levendig over het laatste nieuwtje: den dood van generaal Sjlepzow. Geen van hen zag in dezen dood ridder6 tegen dit nieuwe aanvalsmiddel wor den bestand gemaakt. De ridders, vroeger zoo veilig op hun kasteelt»voelden de macht van dit vuur om zoo te zeggen aau don Ijjve. Het was een troef in handen der gemeen schap. Zoo zien we langzamerhand, dat de- massa, de troep in den oorlog het overwicht krijgt ten koste van den eenling1. Bekend is het verhaal, hoe graaf Lodo'wijk met Tooden soldaatjes de krijgskunst, bestudeerde. De tij - detu waren rijp, dat eon strategie kon öhf- staan, j Van nu af aan was do soldaat middel, 'uj zoover hy een werktuig was in handen van den commandant. Hjj was een stuk op het schaakbord, een radje in de groote machinerie. Van de tegenwoordige oorlogstuigen hoeven we niets te vertellen. Ieder weet, hoe deze met den vooruitgang der mechanische tech niek gelijken tred hebben gehouden. Hoe een nieuw ontdekte soort pantserplaat een nieuwen kogel, jieder verbeterd projectiel weer een sterker pantserbcwapeniug noodig maakte In den moderne» oorlog zijn de kanonnen, de pantseiplaten, is de draagwijdte en de kracht, der kogels hoofdzaak. Grooter en grooter wordt de afstand, die de vechtende legers of vloten scheidt. De nieuwe kogels dragen kilometers ver. Moed kan getoond worden bij de behendigheid in hel bedienen van het geschut, bij" het iuanoeuvreeicn, uiot in liet handgemeen. De goede commandant is stra teeg en technicus. Zijn persoonlijke, sol dateske eigenschappen komen in de tweede plaats, hoe nuttig die overigens ook zijn als aanmoediging en opwekking zjjncr onderge schikten. Toch belet dil alles" niet, dat. nog op bet slagveld daden van gröotcn moed bedreven werden. Doch daarnaast is ©en ander soort zelfopoffering gekomen, die weer het recht- streeksch gevolg is va» den vooruitgang der techniek. We noemden de overrompeling van Bon- not. We kunncu de menschen, die zich daarbij kranig gedragen hebben, rangschik ken onder de militaire helden. Dat toonee? had inderdaad veel van een belegering. Maar daarnaast hebben we de laatste weken man nen, slachtoffers van hun plicht zien wor den, die ziefi ongewapend in dienst der ge meenschap hadden gesteld Wc bedoelen do telegrafisten aan boord van de „Titanic" eti in Fez Bij de eersten uitte zich hun plichtbesef in het onverschrok ken aan het toestel blijven, steeds tclegra- fcerend (om hulp voor 'de meer dan twee duizend menschen, die van hen alleen hulp te wachten hadden Vair hen, d w. z. van dat wonderlijke toestel, daf de beden ran steun, door een telegrafist opgegeven, over den oceaan moest verspreiden. De telegra fisten in Fez waren de eerste slachtoffers van de fanatieke woede der Marokkanen, toen die daar aan het muiten sloegen. Slechts die mannen waren in staat, hulp va» buiten in te roepen Van die mannen hing het af, of zij hun. moorddadig "werk ongestoord konden voort - zetten of. En alsof ze hun onm&chtige woéde wil den koelen op dat onbegrijpelijke toestel, sym bool van den vooruitgang der wetenschap, hun grootsten vijand op da,l oogenblik, was hun eerste aanval op die mannen gericht. Zoo zien We dus, dat i|n den tegenwoor- digen tijd persoonlijke moed zicb hel meest door trouwe plichtsbetrachting, door aichteT- stelling van het eigen belajng bij dat der gemeenschap openbaart. Een staat, die 3er- gelijke personen voortbrengt, en een gemeen schap, die tot „heroworship" in staat is, bewijzen daarmee, voldoende levensvatbaar heid te bezitten. Als men in bet eeren van heldendaden maar weer niet zóóver gaat als wij ua de schipbreuk v^n de „Berlin" hoor den, toen een huldigingsavond voor die dap pere bemanning va» de reddingsboot in Den Haag was ingericht «1 d© inleider deze fiksche kerels mei „geacht© belde» 1" verwelkomd»! V L dat gewichtigste oogenblik va» het menschelijk wezen, waarin het leven ten einde spoedt en uit de bron, waaruit het is voortgekomen, terugkeert; alle» zagen veeleer de dapperheid va» den koenen officier, die met 'de sabel in de vuist manmoedig op de bergbewoners' was losgestormd en vertwijfeld op hen had ingehakt. Weliswaar wisten at deze officieren, voor namelijk diegene» va» hen, welke reeds zelf in het vuur ware» geweest, dat het gedurende dien krijg in den Kaukasus nooit en nergens tot zulk een handgemeen met de sabel ge komen was, zooals me» zich dat gewoonlijk voorstelt, e» zooals dit soort van gevechten ook menigmaal wordt afgeschilderd Ze wisten, dat, ook al kwam een handge meen met bajonet en sabel voor, deze wa pens hoogstens de ruggen van den vluchtenden vijand bewerkten. Toch werd niettemin de fic tie van een dergelijk handgemeen door de offi cieren gehandhaafd, en die fictie was het ook die hun die rustige trots en die blijmoedigheid/ verleende, waarmee ze deels in schil derachtig- brutaio, deels in zelfbewust terughoudende standen op de trommels zaten, rookten, dronken en schertsten en zich niet de minste zorg om den dood maakten, die ieder oogenblik hen zelf even goed als Sjlenzowplot- sebng kon overvallen. En als bevestiging dier mogelijkheid, en der verwachting, waarin ze bjj elkaar zaten, viel onverwacht midden in hun gesprek, links van den weg een schot DE DRAAK VAN HET BELFR00IT TE GENT. Nu de tentoonstelling, die reeds zoo Hink opschiet, in 1913 een menigte menschen naar deze oude stad zal lokken, is het juist de gewensehte tijd wat naders van Gents klokkentoren en den daarop staanden draak te melden, te meer, omdat het onde gebouw wat wordt opgefriseht en in verband daar mee de eigenaardige windvaan naar beneden is gebaald. Aan dit dier, dat uit koper en ijzer is samengesteld, knoopen zieh een massa le genden, die echter later, zooals dit^ met lt- ;anden gaat, voor het onbarmhartige licht Ier gasehiedvorscbers hebben moeten wijken. Deze draak, aldus bericht de Gentsche kroniekschrijver Van Tarnewyok in de 16«n eeuw, is uit Konstantinopel afkomstig. Graat Boudewijn van Vlaanderen zou het gewel dige dier als belooning voor de dapperheid die de bewoners van Biervliet bij de inne ming van de Oostersche stad hadden getoond als aandeel in den buit aan dezen geschon ken hebben, vandaar zou het dier naar Brugge en eindelijk naar Geat zjjn gekomen. Maar om deze Jfabel hevige strijd tusschen de inwoners der twee laatste stedeu ontbrand, want de Bruggenaare wilden niet. toegeven, dat de burgers van de concur rente bun dien mooien windvaen afhaadi» hadden gemaakt. Men wilde nl. de verovering van het ko peren gevaarte met de overwinning in ver band brengen, die de Gentenaars in 1382 op de stedelingen van Brugge op het BeTer- houtsveld behaald hebben. Deze legende was in 1839 een medewer ker van de «Gazette van Gent" nog niet mooi genoeg. Dus sierde by in dat blad onder den schuilnaam «Drakeopbilos" deze fictieve gebeurtenissen, met romeintische bij zonderheden op. Volgens hem xou het ondier een koepel van Het »Mikrogeorgïon" gesierd hebben, een kerk in Konstantinopel die aldus was genoemd naai den heiligen George. De bur gera van Biervliet zouden den draak als een talisman geSerd hebbeD, waarom alle Vltam- sche etedin deze plaats benijdden. De Brug genaare moesten dezen daarop het gevaarte ontnomen hebben, toen zij ODdor graat Guy van Vlaanderen tegen de Hollanders onder graai Floris in bet veld trokken. Maar Brngge bleef niet in het ongestoord bezit van het kunstwerk woat. de andere steden legden verband tusccben den machtigen op bloei dier stad en het bezit, van den draak- Ofschoon ook dit verhaal tastbaar onwaar schijnlijk was, vond het algemeen geloei en het moest nog twintig jaar duren voor de Gentsche geschiedschrijver en archivorir- Julius Vuylsteke aan de scboone legende wreedaardig een prozaiscl' eind bereidde, door openbaar te maken, hoe by in d» stadsrekeningen van 1377/78 gevonden had. dat de stad 281 pond aan den vervaardiger, een onbekenden kopersmid, bad betaald. Dat. de stad een draak als bekroning van den klokkentoren verlangde, is begrijpelijk, als men bedenkt, dat dit dier in de middel eeuwen als bewaker van schatten gold en in dien toren de grootste schatten geborgen waren die de trotsche stad had aan te wijzende oorkonde en vrijbrieven nl., die achtereenvolgens door de verschillende heeren geschonken ot bekrachtigd waren. In 1580 was de bouw van het belfrooit voltooid. Men kan dus aannemen, dat 9inds dien tijd het ondier den toren bekroond beeft, wat echter niet wil zeggen, dat bet voortdurend op die booge plaats ia gebleven Verscheidene malen is het in den loop der jaren nBar beneden gebracht, daar dc tand des tijds zelfs een koperen draak niet 6paart. Het eerst geschiedde dit in 1454, vervol gens in 1543, in welk jaar naar de ge woonte destijds onder de klauwen van het monster een bus met munten en een Latyn- sche oorkonde geborgen werden. In 1688* bad het den dokter al weer noodig. Behalve een verfrisscbing van zijn uiterlijk kreeg de draak een nieuwen tong en een nieuw ge bit, waarvoor 14 pond en 10 schellingen moest worden neergeteld. In 1839 beeft bet dier zelfs langen tijd de aarde bewoond, daar toen de toren grondig moest worden ge restaureerd, maar het wegens den slechte» geldelijken toestand 12 jaar duurde, voor dit werk zijn beslag kreeg. Eerst in 1854 besteeg de dreak weer zij* eenzamen post-. DE OOIEVAAR ALS INSECTEN VERDELGER. Er is vaak beweerd, dat de ooievaar de» roep van heiligheid, dien hg vooraf bjj do bevolking op het land geniet, niet verdien''. Hjj zou wel een beetje nut doen, ma^r veet meer kwaa^, want hg eet allerlei diere» die als insecten-eters op hun beurt he©! nuttig zjjn voor den mensch. Maa,r in de laatst© jaren is er iets aan hef Jicht gekomen, waardoor de ooievaar wem i» de waardeering van den mensch zalstp- gen. W© vergeten hier t© veel dat een poie* uit ©en buks, cn een kogel fiool lustig door den nevel, om ergens m een boom te ketsen Een paar luide, dof knallend© schoten uit Ide geweren der soldaten antwoordden op het vij andelijke schot Aha, riep Poltorazkij op vroolijken toon dat was in den voorposten-keten. Nu mijn waarde Kostja, aldus wenddo hij zich tot Freese; jo hebt werkelijk geluk. Ga nu maar gauw naar je compagnie, w© zullen spoedig een slag beleven, zoo wild en heet, als jo je maar wenschen kunt Dat moet een pronkver- tooning worden. De gedregadeerde baron sprong op en be gaf zich met rasse schreden naar de plekt waar zijn compagnie aan den arbeid was. Pol torazkij liet zich zijn klein, donkerbruin paard met den gelen bek voorleiden, zette zich 'laar- op, deed zijn compagnie aantreden en leidde hen. in de richting, waaruil hef schot geval len was, naar de voorposten-linie toe Deze lag aan den rand van het bosch, voor een kale kloof, die naar beneden glooide De wind woei naar het bosch toe en niet alleen de steilte aan deze zjjde, maar ook dc andere wand van de kloof was duidelijk zicht baar Toen Poilorazkij de voorposten bereikte, gloeide juist de zon door den nevel heen en op de tegenover gestelde zijde der kloof, aan den rand va» een tweede bosch met laag hout, dat daar begon, werden op een afstand van ongeveer 300 passen cenige ruiters zicht baar. Het waren del sjetsjenzen, die Chadsji Moerat vervolgd hadden en zich daarvan wil den overtuigen dat hjj werkelijk naar de Rus sen overliep. Een van hen had een schol naar de voor. posten gelost, en ©enige soldaten uit de voor posten-keten hadden dit schot beantwoord Daarop hadden de tsjetsjenzen zich terugge trokken en het geweervuur was gestaakt, maax toen Poltorazkij met zijn afdeeliiig kwam op gemarcheerd liet hij dadelijk het vuur opnieuw beginnen. Nauwelijks was het hevel gegeven, of over de geheele linie begon een ononderbro ken, pittig knetteren en knallen en dan hier dan daar stegen sierlijke rookwolkjes op. Do soldaten, die in de scliieterij een wel kome afwisseling zagen, laadden hun geweren vlug achtereen en losten schot op schot. De tsjetsjenzen waren niet lui en schoten oven- eens, terwijl zij óén voor één naar voren sprongen. Een hunner schoten trof een sol- daat. Het was dezelfde Awdjejew, die met de anderen op do geheime post was geweest. Toen de kameraden op hem toe ijlden, lag hij op den buik, hield de beide liandcn op do twee daar toegebrachte wonden, slikte van tijd tot tijd en steunde zachtjes. Ik was juist bezig, mijn geweer te laden, toen ik naast me een sissen hoorde, vertelde Awdjejew's buurman. en toen ik omkeek, zag ik, dal bjj z ijn geweer liet vallen. (W.ordt ▼•irolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1912 | | pagina 5