TWEEDE BLAD
re
■litolliri 4 Mei.
VARIA.
fi
FEUILLETON.
Efl ADSJl MOERAT.
bg C-
0IBI0
Boekh.
i
i»
9 «7
9 44
9 54
9.59
1608
I 1018
10.26
1*10 45
9.37
10.26
10.35
10.38
10.48
10.48
lifclade*
'ekerke,
EKKEM
Maandag 6 Mei 1912, no. 107.
<£andbouu)kroniek
TAB OHZXN TAiTMS
SMlkerblet««.
Üat het gebruik van [eene ka,li-lwmes(ing
oak jop kleigronden, vcoraJ lichte, loonend
kan Zijn, bewezen proeven in 1905 genomen
an een Kraaiert polder onder 's Heer Arends-
kerlte en bif '1, Spin tusschen Axel en Ter-
tneuzen
Naluurljjk bewezen deze proeven, dat er
gebrek aan kali, waarvoor door volledige
oogsten Van suikerbieten 205 KG, van
mangelwort©Js. ±300 KG, van eetaardappels
-L 120 KG pan den grond ontnomen worden,
zoodat het geene verbazing, kan wekken, dat
op verschillende polderlanden eene katibe-
mesting goede resultaten levert
Thans willen vrjï nader stilstaan bg stik-
etofbemestingeji.
Zeer leerzaam is op dat gebied hetgeen
medegedeeld wo$t door wijlen den heer Ris-
seeuw in hel veislag over de ZeenWwhe
proefvelden van ,1907.
Genoemde heer bewoonde een hofstede in
den Prins Willcmpolder en was gewoon /.rjn
bietenliuid Ie bemesten mei 600 KG. super-
phosphaal il4 o/o, 400 KG ammoniak-super-
phospiraaf, 7x9 en 600 KG Chili-salpoter per
hectare. Met die bemesting pogslte hjj dat
jaar" 49720 KG, suikerbieten per hectare,
Naast zijn eigen bieten had hij een proef
veld^ dat por hectare bemest wap mei super-
phospbaat en Chilja-satpeter tegen 600 KG
van 3e eerste en 300 KG van de tweede mest
stof; oen gedeelte van dat proefveld was al
leen {bemest P*et superphosphaat.
Het perceel gemest mat superpbospb. leverde
29640 KG, dat mot super en 300 KG Chili
41682 KG, het overige land 49720 KG suiker
bieten per hectare.
De bieten waren dat jaar gecontracteerd
tegenf 10-25.
Hpt eerste perceel bracht dus op 1303.81,
het tweede f427.24, het overige f509.63 per
HA. De prijs van superphosphaat 'was dat
jaar f2.64, die van ammoniak superphos-
phaal f7.12, die van Chilisalpeter f 12.70.
Het, eerste perceel kostte aan bemesting
f 15.84hel tweede kostte aan. bemesting
4 36.10 meer en leverde een meerdere op
brengst van f 123.43 het derde perceel kostte
aan bemesting meer dan het tweede f 66.58
en leverde f 32.39 meer op, dus ook hier
Werd de rijkere bemesting niét stikstof riiim
betaald.
Dez© overwinst f 15.81 zou naai- onze mee -
rung nog groot er zijn geweest, indien men het
supeiphosphaat van het ammoniak-superphos-
phaai in rekening had gebracht bij de be
mesting en dientengevolge de hoeveelheid ge
bruikte superphosphaat kleiner had genomen.
Zeshonderd kilogram superphosphaat is voor
alle soorten van gronden een zeer voldoende
bemesting met pliosphorzuur voor suikerbie
ten. In 400 KG ammoniak-Buperphosphaat is
4 x 9 KG phosphorzuur, gelijk aan de hoe
veelheid, die men aantreft in 250 KG super
phosphaat 14 o/0Hadde men op de laatste
partjj 250 KG superphosphaat minder gestrooid,
dan ware hoogstwaarschijnlijk de opbrengst
dezelfde gebleven; men had zich een uitgaaf
bespaard van f 6.79 en de overwinst had
f'22.50 bedragen por HA.
Het wil ons voorkomen, dat men bjj sm-
Zie het Verslag van de proefvelden in
Zeeland over dat jaar.
t'erbieteri over 't algemeen nog een te fcleme
stikstofbemesting gebruikt en dat men bij ver
gelijkende proeven met verschillende hoeveel
heden stikstof om te zién, welke hoeveelheid
stikstof nog loonend is, vergeet te beginnen
met t» zorgen, dat er voldoende hoeveelheden
kali en kalk in den grond aanwezig zijn
Eerst dan, wanneer deze aanwezig zyn kan
mcai een oordeel uitspreken over de loonende
werking cencr {stikstofbemesting.
Voor phosphorzuur wordt doorgaans in vol
doende, vaak zelfs in te ruime mate gezorgd.
Want naast de wet van het minimum, die
wij reeds herhaaldelijk bespraken en die ons
leed, hoeveel phosphorzuur, kali, kalk en stik
stof op zijn minst voorradig moet zijn om een
voldoenden oogst op te leveren, is er ook.
«en wet van liet maximum, die ons leerrn
moet, hoeveel van een der vier genoemde
meststoffen gebruikt kan worden om nog loo
nend te zijn. Natuurlijk ban men slechts door
proefnemingen keren bepalen met hoe wei
nig meststof men. kan volstaan en anderszijds
hoever men de hoeveelheid meststof kan op
voeren om door de vermeerdering van den
oogst meer te ontvangen dan men voor do
meer gebruikt© meststof betaald heeft.
Op de meeste akkers in Zeeland wordt voor
d© suikerbieten" ul luur uitsluitend gebruik ge
maakt van kunstmest Daarvoor zijn twee re
denen te vinden. Hel Zeeuwsche landbouw
bedrijf levert weinig stalmest om de
bouwgronden van een hofstede daarvan in vol
doende mate. te kunne» voorzien, waarvan,
vóór dc kunstmest in gebruik kwam, de. toe
nemende mindere productiviteit een recht
streeka gevolg was. Deze mindere- productivi
teit werd ,wel door allen geconstateerd, maar
daar men toch zijn land bemestte op de oude
steeds goed bevonden wijze, en ook in de be
werking geene verandering bracht, werd de
mindere vruchtbaarheid eenvoudig geschoven
op den invloed van minder gunstige seizoenen
Toen nu de suikerbietenbouw meer en meer
inguig vond en men tot de overtuiging was
gekojnen, dal deze zonder voldoende hemes
ting geenc goede resultaten leverde, kwam
men, om in de behoefte van dal wortelgewas
te voorzien, al fladelijk op '1© gedachte om
superphospliaal "en Chili te gebruiken. Bij dal
gébruik jïevond men. zicb goed en men is
op den ingeslagen weg blijven voortgaan.
Dit is eene der redenen voor het uitsluitend
gebruik van kunstmeststoffeneene andere uien
wij in het vroeger algemeen verbod iu de bïe-
téncontraden verschen stalmest te gebruiken
voor gecontracteerde bietenakkers. Men meen
de, en niet feu onrechte, dat. deze mest het
gehalte aan suiker verminderde, wat bij de
algemeen in gebruik zijnde tel-queï conlrac-
j ten geheel te» nadeel© zou gekomen zijn der
fabrikanten.
In Duitschlaiul heefl men te dezen opzichte
tal van proeven genomen voornamelijk op hel
bedrijf Lanchstadt. Eeai veld werd uitsluitend
bemest met kunstmest, een ander met fetalmesf,,
weer een -ander met stalmest en kunstmest
HELDEN.
Het is ©en der verdiensten van liet wéten-
jfcjhappelijk feocialistne, verband te hebben
gelegd tusBchcn de ptoffciijke of economi
sche omstandigheden cn de begrippen, die
Uit dat. milieu voortkomen. M. a. w. men
hoeft algemeen i» de laatst© tijden ingezien,
dal onze gedachtenwercld niet maar als spin-
do lucht hangt, maar dat ook deze
maatschappij wortelt, en met de ver
anderingen ïn de sociale verhoudingen zich
mede wijzigt.
Daar hebt go b. v. een idee als helden-
moed. Wat verstaan we daaronder Reeds
vroeger werd er in dit blad op gezinspeeld,
dat. Wij thans als helden andere personen,
als heldenmoed andere eigenschappen eeren
dan een eeuw, dan twee, drie eeuwen te
rug. Zelfs zijn er tijden in de wereldgeschie-»
denis, tijden van een zoo matte inzinking,
dat alle heldhaftigheid verdwenen schijnt, dal
er voor groote, moedige daden geen plaats is-
De laatste weken hebben ons anders geleerd.
Slag fcjp slag volgde de eene gebeurtenis
op de andere, waar persoonlijke moed bij te
pas kwam en betoond werd We denken
bierbij m de eerste plaats aan de ramp der
„Titanic" en de achforlolg'mg van de bende-
Bonnot.
Doch als we ons de omstandigheden voor
stellen, waaronder de mannen, die zich daar
bij onderscheidde», zijn werkzaam geweest,
aan de daden van zelfopoffering en trouw
aan do gemeenschap, door hen bij die rampen
bedreven ,dan verschillen die toch zeer van
d" gelegenheden, waarbij vroeger heldenmoed
werd betoond zoowel a's van die daden van
dapperheid zelf.
Zelfs nu nog denkt wie hel woord „held"
hoort, onwillekeurig aan dapperheid in den
oorlog, aan buitengewone, militaire eigen
schappen. En geen wondei' In den oorlog
kwam die bijzondere gesteldheid ook l»el best
uit, die we gewoon zijn, heldhaftigheid te
noemen. Toen de maatschappij nog eenvoudig
van samenstelling was, deed de persoonlijk
heid zich meer gelden dan tegenwoordig,
kwam liet meer op persoonlijken moed aan.
Toen greep men gauwer naar de wapens, alp
er een misverstand was op te lossen. Toen
waren de menschelijke instincten nog ruwer
en minder belieerscht. Men kent voorbeelden
uit do geschiedenis, dat oen vee te tusschen
twee stammen door een I weegevecht van een
uitverkorene uit elk dier stammen uit do
wereld werd geholpen. Ken rationeel© strijd
wijze voor dien tjjd.
Na die» is door verschillende omstandig
heden He waarde der persoonlijkheid ver
minderd. Ook in den oorlog zien we dit ver
schijnsel weerspiegeld Daar hangt dit weer
ten nauwste met den) technischen vooruit*
gang samen In de oude, primitieve oorlogen
zooals thans nog in de gevechten tusschen
lo zomen en het resultaaf dezer proefnemingen I onbeschaafde (Volkeren, kwam in de eerste
is, dat. bjj de hoogste giften van kunstmest, al- j pjaats <jc niacht. en de moed en het uithou-
leen, gemiddeld 44.000 KG bieten werden ver- dingsvermogen van het Individu in aanmer-
kregen met 7600 KG suiker «r bjj eene hemes- j king "Wapens werden gebruikt, ja, lot alweer)
ting met kunstmest en stalmest de gemid- ICT1 onl mee te slingeren, maar ook daar hing
delde opbrengst 53.000 KG per hectare bedroog J fte, nu, («eb geheel van de behendigheid, do
inet 8700 KG suiker. De hoeveelheid suiker vlugheid en de kracht, van den gebruiker af.
bedroeg in I eerste feeval 17.3 °.'o,'in hel tweede jn dien lijd vocht men man legen man.
16.4 o/o va» do totaal opbrengst
Een© zware bemesting met stikstof veroor
zaakt ©ene vermindering van suikergehalte,
waartegenover eene aanzienlijke vermeerdering
staat van Buikeropbrengst per vlakte-eenheid.
I Waar men maximaal opbrengsten verlangt,
is eene zekere vermindering va» suikerge-
I halte niet. te vermijden De hooger aangehaai-
de proeven die gedurende 5 jaar herhaald wer
den, gaven bij
40000 KG geteerde» stalmest,
40000 KG meei' verschen stalmest.
450 KG Chili salpeter,
respectievelijk eene vermindering va» 0,57 «o.
0,39 o/0 en 0.43 o/0 aan suikergehalte.
Door stalmest wordt de mechanische ge
steldheid van den grond wezenlijk verbeterd,
waardoor de groei van de bieten aanzienlijk
wordt bevorderd. De biet neemt dientengevolge
meer voedende stoffen, voornamelijk stikstof
op en zoo is ten slotte de mechanische wort
hing van den stalmest geen andere, dan dat
zij het opnemen van voedende stoffen bevor
dert.
(Wordt vervolgd).
10. van
Leo Tolstoi.
(naar de Duifsch© vertaling).
Terwijl ze de wapenen, het zadeltuig, het
smeedwerk en de paarden blank poetsten;
'werd de sterrenhemel al bleeker "en bleeker.
.Weldra was liet volle dag en de ochtend
wind xjnschte zacht door de toppen der
hoornen
V,
Vroeg in den ochtend, toen. het nog donker
waB, waren twee compagnieën met bijlen ge-
wajKnid onder leiding van Poltorazkij tot 10
werst buiten de schachghrinsldsch© poort op
gemarcheerd, hadden een voorposten-kelen uit
gezet en zich, zoodra het dag werd, opge
maakt, do boomen te vellen. Tegen acht uur
begon do nevel, vermengd met den dichten
walm der in de kampvuren knetterende, voch
tige takken, op te trekken. De soldaten, die
bezig waren, dc boomen te strijken en die
elkander tevoren tot op vijf paseen afstand
niet hadden kunnen zien, doch sléchts elkaxt-
Aanvankelijk waren dus de wapenen vpl- j
strekt ondergeschikt, vergeleken met, de per
soonlijke eigenschappen van den krijgsman
Do historische lijn toont nu aan, dat do I
beteekenis van- do werktuigen meer e» meer
toeneemt ten koste van de waarde van den
soldaat, totdat doze na eeuwen van telkens
nieuwe uitvindingen eindelijk aan de andere
vrijwel ondergeschikt is geworden, a' moet
hij die natuurlijk besturen en. leiden.
Het begon met de ontdekking vaji het bus
kruit. Dat leverde den troepen ineens een
machtig voordeel, daar zoo'n kanonschot meer
vernietigde da» waartoe verscheiden man
schappen met de grootste krachtsinspanning in
staat waren. Ook vroeger had men natuur
lijk oorlogswerktuigen goedendags, blijden en
boe die middeleeuwsche werpwerktuigen meer
mogen heetcn. Reeds Caesar vertelt van die
belegeringstoestellen, waardoor groote steenen
»n de stad werden geslingerd of die als pchild-
padden dienden, om de naderenden tegen de
projectielen van de belegerden te beschermen.
Doch deze machines waren log en onhandig
De ontdekking van het buskruit heeft een
heele omwenteling in de oorlogsvoering te
weeg gebracht en aldus, indirect ook in de
wereldgeschiedenis. Weldra, moesten 4I0 ver
dedigingswerken, moesten de pantsers der
dér gehoord hadden, konden nu zoowel dc
kampvuren als den door de gevelde boomen
versperden, dwars door het bosch slingeren
den weg duidelijk onderscheiden. De zon
scheen van tijd tot. tijd als oen glanzend©
vlek in den nevel, om da» weer voor een
tjjd jonzichtbaar te worden
In een kleine, open plek, terzijde van den
weg, zaten op trommels Poltorazkij en de
aan hem ondergeschikte officier Tichonowj
voorts twee officieren van de derde comj
pagnio en oen voormalig officier van de be
reden garde, met name baron Free se, een ken
nis van Poltorazkij sinds den lijd, dat ze
samen in het pagecorps dienden en die we
gens een duel naar een lageren, militairen
rang fayas overgeplaatst.
Om do trommels in de rondte lagen leege
flesschen, sigarettenstompjes en papieren,
waarin d© officieren hun ontbijt hadden mee
gedragen. Zo hadden zich met een glas bran-
(dewijn en een brók eten versterkt en daarna
eon glas port gedronken De tamboer was
I juist bezig, een nieuwe flcscb 1e ontkuxt-
j ken. -Poltorazkij was, ofschoon, hij zich niet
uitgeslapen voelde, loch in die heel bijzon-
der©, zorgcloos-vrooljjke en opgewekte slera-
ming, dio hem temidden zijner soldaten ©n
kameraden altjjd eigen was, zoodra er ge-
vaar dreigde,
j Do officieren onderhielden zich levendig over
het laatste nieuwtje: den dood van generaal
Sjlepzow. Geen van hen zag in dezen dood
ridder6 tegen dit nieuwe aanvalsmiddel wor
den bestand gemaakt. De ridders, vroeger zoo
veilig op hun kasteelt»voelden de macht
van dit vuur om zoo te zeggen aau don Ijjve.
Het was een troef in handen der gemeen
schap. Zoo zien we langzamerhand, dat de-
massa, de troep in den oorlog het overwicht
krijgt ten koste van den eenling1. Bekend is
het verhaal, hoe graaf Lodo'wijk met Tooden
soldaatjes de krijgskunst, bestudeerde. De tij -
detu waren rijp, dat eon strategie kon öhf-
staan, j
Van nu af aan was do soldaat middel, 'uj
zoover hy een werktuig was in handen van
den commandant. Hjj was een stuk op het
schaakbord, een radje in de groote machinerie.
Van de tegenwoordige oorlogstuigen hoeven
we niets te vertellen. Ieder weet, hoe deze
met den vooruitgang der mechanische tech
niek gelijken tred hebben gehouden. Hoe een
nieuw ontdekte soort pantserplaat een nieuwen
kogel, jieder verbeterd projectiel weer een
sterker pantserbcwapeniug noodig maakte In
den moderne» oorlog zijn de kanonnen, de
pantseiplaten, is de draagwijdte en de kracht,
der kogels hoofdzaak. Grooter en grooter
wordt de afstand, die de vechtende legers
of vloten scheidt. De nieuwe kogels dragen
kilometers ver. Moed kan getoond worden
bij de behendigheid in hel bedienen van het
geschut, bij" het iuanoeuvreeicn, uiot in liet
handgemeen. De goede commandant is stra
teeg en technicus. Zijn persoonlijke, sol
dateske eigenschappen komen in de tweede
plaats, hoe nuttig die overigens ook zijn als
aanmoediging en opwekking zjjncr onderge
schikten.
Toch belet dil alles" niet, dat. nog op bet
slagveld daden van gröotcn moed bedreven
werden. Doch daarnaast is ©en ander soort
zelfopoffering gekomen, die weer het recht-
streeksch gevolg is va» den vooruitgang der
techniek.
We noemden de overrompeling van Bon-
not. We kunncu de menschen, die zich
daarbij kranig gedragen hebben, rangschik
ken onder de militaire helden. Dat toonee?
had inderdaad veel van een belegering. Maar
daarnaast hebben we de laatste weken man
nen, slachtoffers van hun plicht zien wor
den, die ziefi ongewapend in dienst der ge
meenschap hadden gesteld
Wc bedoelen do telegrafisten aan boord
van de „Titanic" eti in Fez Bij de eersten
uitte zich hun plichtbesef in het onverschrok
ken aan het toestel blijven, steeds tclegra-
fcerend (om hulp voor 'de meer dan twee
duizend menschen, die van hen alleen hulp
te wachten hadden Vair hen, d w. z. van
dat wonderlijke toestel, daf de beden ran
steun, door een telegrafist opgegeven, over
den oceaan moest verspreiden. De telegra
fisten in Fez waren de eerste slachtoffers
van de fanatieke woede der Marokkanen, toen
die daar aan het muiten sloegen. Slechts die
mannen waren in staat, hulp va» buiten in te
roepen Van die mannen hing het af, of zij
hun. moorddadig "werk ongestoord konden voort -
zetten of.
En alsof ze hun onm&chtige woéde wil
den koelen op dat onbegrijpelijke toestel, sym
bool van den vooruitgang der wetenschap,
hun grootsten vijand op da,l oogenblik, was
hun eerste aanval op die mannen gericht.
Zoo zien We dus, dat i|n den tegenwoor-
digen tijd persoonlijke moed zicb hel meest
door trouwe plichtsbetrachting, door aichteT-
stelling van het eigen belajng bij dat der
gemeenschap openbaart. Een staat, die 3er-
gelijke personen voortbrengt, en een gemeen
schap, die tot „heroworship" in staat is,
bewijzen daarmee, voldoende levensvatbaar
heid te bezitten. Als men in bet eeren van
heldendaden maar weer niet zóóver gaat als
wij ua de schipbreuk v^n de „Berlin" hoor
den, toen een huldigingsavond voor die dap
pere bemanning va» de reddingsboot in Den
Haag was ingericht «1 d© inleider deze fiksche
kerels mei „geacht© belde» 1" verwelkomd»!
V L
dat gewichtigste oogenblik va» het menschelijk
wezen, waarin het leven ten einde spoedt
en uit de bron, waaruit het is voortgekomen,
terugkeert; alle» zagen veeleer de dapperheid
va» den koenen officier, die met 'de sabel
in de vuist manmoedig op de bergbewoners'
was losgestormd en vertwijfeld op hen had
ingehakt.
Weliswaar wisten at deze officieren, voor
namelijk diegene» va» hen, welke reeds zelf
in het vuur ware» geweest, dat het gedurende
dien krijg in den Kaukasus nooit en nergens
tot zulk een handgemeen met de sabel ge
komen was, zooals me» zich dat gewoonlijk
voorstelt, e» zooals dit soort van gevechten
ook menigmaal wordt afgeschilderd
Ze wisten, dat, ook al kwam een handge
meen met bajonet en sabel voor, deze wa
pens hoogstens de ruggen van den vluchtenden
vijand bewerkten. Toch werd niettemin de fic
tie van een dergelijk handgemeen door de offi
cieren gehandhaafd, en die fictie was het ook
die hun die rustige trots en die blijmoedigheid/
verleende, waarmee ze deels in schil derachtig-
brutaio, deels in zelfbewust terughoudende
standen op de trommels zaten, rookten,
dronken en schertsten en zich niet de
minste zorg om den dood maakten, die ieder
oogenblik hen zelf even goed als Sjlenzowplot-
sebng kon overvallen. En als bevestiging dier
mogelijkheid, en der verwachting, waarin ze
bjj elkaar zaten, viel onverwacht midden in
hun gesprek, links van den weg een schot
DE DRAAK VAN HET BELFR00IT TE GENT.
Nu de tentoonstelling, die reeds zoo Hink
opschiet, in 1913 een menigte menschen
naar deze oude stad zal lokken, is het juist
de gewensehte tijd wat naders van Gents
klokkentoren en den daarop staanden draak
te melden, te meer, omdat het onde gebouw
wat wordt opgefriseht en in verband daar
mee de eigenaardige windvaan naar beneden
is gebaald.
Aan dit dier, dat uit koper en ijzer is
samengesteld, knoopen zieh een massa le
genden, die echter later, zooals dit^ met lt-
;anden gaat, voor het onbarmhartige licht
Ier gasehiedvorscbers hebben moeten wijken.
Deze draak, aldus bericht de Gentsche
kroniekschrijver Van Tarnewyok in de 16«n
eeuw, is uit Konstantinopel afkomstig. Graat
Boudewijn van Vlaanderen zou het gewel
dige dier als belooning voor de dapperheid
die de bewoners van Biervliet bij de inne
ming van de Oostersche stad hadden getoond
als aandeel in den buit aan dezen geschon
ken hebben, vandaar zou het dier naar
Brugge en eindelijk naar Geat zjjn gekomen.
Maar om deze Jfabel hevige strijd
tusschen de inwoners der twee laatste stedeu
ontbrand, want de Bruggenaare wilden niet.
toegeven, dat de burgers van de concur
rente bun dien mooien windvaen afhaadi»
hadden gemaakt.
Men wilde nl. de verovering van het ko
peren gevaarte met de overwinning in ver
band brengen, die de Gentenaars in 1382
op de stedelingen van Brugge op het BeTer-
houtsveld behaald hebben.
Deze legende was in 1839 een medewer
ker van de «Gazette van Gent" nog niet
mooi genoeg. Dus sierde by in dat blad
onder den schuilnaam «Drakeopbilos" deze
fictieve gebeurtenissen, met romeintische bij
zonderheden op.
Volgens hem xou het ondier een koepel
van Het »Mikrogeorgïon" gesierd hebben,
een kerk in Konstantinopel die aldus was
genoemd naai den heiligen George. De bur
gera van Biervliet zouden den draak als een
talisman geSerd hebbeD, waarom alle Vltam-
sche etedin deze plaats benijdden. De Brug
genaare moesten dezen daarop het gevaarte
ontnomen hebben, toen zij ODdor graat Guy
van Vlaanderen tegen de Hollanders onder
graai Floris in bet veld trokken. Maar
Brngge bleef niet in het ongestoord bezit
van het kunstwerk woat. de andere steden
legden verband tusccben den machtigen op
bloei dier stad en het bezit, van den draak-
Ofschoon ook dit verhaal tastbaar onwaar
schijnlijk was, vond het algemeen geloei en
het moest nog twintig jaar duren voor de
Gentsche geschiedschrijver en archivorir-
Julius Vuylsteke aan de scboone legende
wreedaardig een prozaiscl' eind bereidde,
door openbaar te maken, hoe by in d»
stadsrekeningen van 1377/78 gevonden had.
dat de stad 281 pond aan den vervaardiger,
een onbekenden kopersmid, bad betaald.
Dat. de stad een draak als bekroning van
den klokkentoren verlangde, is begrijpelijk,
als men bedenkt, dat dit dier in de middel
eeuwen als bewaker van schatten gold en
in dien toren de grootste schatten geborgen
waren die de trotsche stad had aan te
wijzende oorkonde en vrijbrieven nl., die
achtereenvolgens door de verschillende heeren
geschonken ot bekrachtigd waren.
In 1580 was de bouw van het belfrooit
voltooid. Men kan dus aannemen, dat 9inds
dien tijd het ondier den toren bekroond
beeft, wat echter niet wil zeggen, dat bet
voortdurend op die booge plaats ia gebleven
Verscheidene malen is het in den loop der
jaren nBar beneden gebracht, daar dc tand
des tijds zelfs een koperen draak niet 6paart.
Het eerst geschiedde dit in 1454, vervol
gens in 1543, in welk jaar naar de ge
woonte destijds onder de klauwen van het
monster een bus met munten en een Latyn-
sche oorkonde geborgen werden. In 1688*
bad het den dokter al weer noodig. Behalve
een verfrisscbing van zijn uiterlijk kreeg de
draak een nieuwen tong en een nieuw ge
bit, waarvoor 14 pond en 10 schellingen
moest worden neergeteld. In 1839 beeft bet
dier zelfs langen tijd de aarde bewoond, daar
toen de toren grondig moest worden ge
restaureerd, maar het wegens den slechte»
geldelijken toestand 12 jaar duurde, voor
dit werk zijn beslag kreeg. Eerst in 1854
besteeg de dreak weer zij* eenzamen post-.
DE OOIEVAAR ALS INSECTEN
VERDELGER.
Er is vaak beweerd, dat de ooievaar de»
roep van heiligheid, dien hg vooraf bjj do
bevolking op het land geniet, niet verdien''.
Hjj zou wel een beetje nut doen, ma^r veet
meer kwaa^, want hg eet allerlei diere»
die als insecten-eters op hun beurt he©!
nuttig zjjn voor den mensch.
Maa,r in de laatst© jaren is er iets aan hef
Jicht gekomen, waardoor de ooievaar wem
i» de waardeering van den mensch zalstp-
gen. W© vergeten hier t© veel dat een poie*
uit ©en buks, cn een kogel fiool lustig door
den nevel, om ergens m een boom te ketsen
Een paar luide, dof knallend© schoten uit Ide
geweren der soldaten antwoordden op het vij
andelijke schot
Aha, riep Poltorazkij op vroolijken toon
dat was in den voorposten-keten. Nu mijn
waarde Kostja, aldus wenddo hij zich tot
Freese; jo hebt werkelijk geluk. Ga nu maar
gauw naar je compagnie, w© zullen spoedig
een slag beleven, zoo wild en heet, als jo je
maar wenschen kunt Dat moet een pronkver-
tooning worden.
De gedregadeerde baron sprong op en be
gaf zich met rasse schreden naar de plekt
waar zijn compagnie aan den arbeid was. Pol
torazkij liet zich zijn klein, donkerbruin paard
met den gelen bek voorleiden, zette zich 'laar-
op, deed zijn compagnie aantreden en leidde
hen. in de richting, waaruil hef schot geval
len was, naar de voorposten-linie toe Deze
lag aan den rand van het bosch, voor een kale
kloof, die naar beneden glooide
De wind woei naar het bosch toe en niet
alleen de steilte aan deze zjjde, maar ook dc
andere wand van de kloof was duidelijk zicht
baar Toen Poilorazkij de voorposten bereikte,
gloeide juist de zon door den nevel heen en
op de tegenover gestelde zijde der kloof, aan
den rand va» een tweede bosch met laag
hout, dat daar begon, werden op een afstand
van ongeveer 300 passen cenige ruiters zicht
baar. Het waren del sjetsjenzen, die Chadsji
Moerat vervolgd hadden en zich daarvan wil
den overtuigen dat hjj werkelijk naar de Rus
sen overliep.
Een van hen had een schol naar de voor.
posten gelost, en ©enige soldaten uit de voor
posten-keten hadden dit schot beantwoord
Daarop hadden de tsjetsjenzen zich terugge
trokken en het geweervuur was gestaakt, maax
toen Poltorazkij met zijn afdeeliiig kwam op
gemarcheerd liet hij dadelijk het vuur opnieuw
beginnen. Nauwelijks was het hevel gegeven, of
over de geheele linie begon een ononderbro
ken, pittig knetteren en knallen en dan hier
dan daar stegen sierlijke rookwolkjes op.
Do soldaten, die in de scliieterij een wel
kome afwisseling zagen, laadden hun geweren
vlug achtereen en losten schot op schot. De
tsjetsjenzen waren niet lui en schoten oven-
eens, terwijl zij óén voor één naar voren
sprongen. Een hunner schoten trof een sol-
daat. Het was dezelfde Awdjejew, die met de
anderen op do geheime post was geweest.
Toen de kameraden op hem toe ijlden, lag hij
op den buik, hield de beide liandcn op do twee
daar toegebrachte wonden, slikte van tijd tot
tijd en steunde zachtjes.
Ik was juist bezig, mijn geweer te laden,
toen ik naast me een sissen hoorde, vertelde
Awdjejew's buurman. en toen ik omkeek,
zag ik, dal bjj z ijn geweer liet vallen.
(W.ordt ▼•irolgd).