tweede blad
HlddeUnrg 23 Haart.
FEUILLETON.
De Brnid van de Glomme.
Dingen waar men naar
vraagt.
Ter Overdenking.
Maandag 25 Vaart 1912, no. 72.
Do samenstelling van de boter,
lotercontrfile, kwaliteit ran
en bandel In boerenboter.
VI.
(Slot).
scheikundige samenstelling der boter
F» Vel biet geheel standvastig, doch schommelt
niet ttisschen zeer ruime grenzen. Uit. den
laard der zaai is hot hoofdbestanddeel het
melkvet; verder zgn kleine hoeveelheden van
al do overige melkbcstimddeelen nog aanwezig
waaronder het -water wel de voornaamste
plaats inneemt
Goede ,nomiate boter heeft de volgende sa-
Bn,«stelling:
6ezouten boter. Ongezouten boter.
82.fi Tot 83.50/
14.5 water 15.3
2 zout en asch-bestanddeelen 0.1
eiwit, melksuiker,
1 /0
melkzuur, enz. 1.1%
D» hoeveelheid eiwit, melksuiker en melk
zuur in de boter mag niet te groot zijn, onji
dat igpoedig bederf van de boter daar het
gevolg van zou wezen. Op te merken valt
dat normale boter- eene belangrijke hoeveel-
UéA water bevat, Eene hoeveelheid water, die
wisselt, tusschen 9 en ongeveer 16 °/o behoort
in de boter thtus; deze dankt daaraan hare
eigenaardige oneerbaarheid Eene eigenschap
die 'w-jj bij boter juist wenschen. Komt er
echter te veel water in de boter voor, dan
laten aan den eenen kant de uiterlijke hoe
danigheid en de deugdelijkheid te wenschen
over, terwijl anderdeels een te hoog water
gehalte, wat correspondeert met een laag vet
gehalte, als verval aching, immers waardever
mindering, is aan Ie merken. Werkelijk komt
het Ippaettelijk inwerken van vocht, met de
bejdoeling water tegen den prijs van boter te
verknopenwel voor. Met boerenboter in Zee
land mag men echter wel aannemen, dat deze
opzettelijke knoeierij niet van beteekenis wordt
uitgeroerd.
Verschillende landen hebben bepalingen ge
maakt omtrent, het maximum vochtgehalte of
wel het minimum vetgehalte dat boter moet
bezitten. Engeland heeft als maximum voor het
vochtgehalte 16 <tyb gesteld, Duilschland 16
voor gezouten en 18 o/o voor ongezouten boter
ha pnze tegenwoordige boter wet is bepaald,
dat de boter een minimumvetgehalte moet
bezitten, dat bij Koninklijk Besluit wordt vast-
gasteld Dit vetgehalte moet. thans minstens
80 o/o bedragen Wanneer ceai behoorlijke berei
ding wordt toegepast is het zeker niet moeilijk
aan dezen eisch be voldoen, ook voor boeren-
hater
Wanneer het vetgehalte beneden 80 o/0 blijft,
moet dit worden toegeschreven, aan:
1 Opzettelijke knoeierij. Dit komt bjj boe
renboter in Zeeland niet of zelden voor
2. Fouten bij do bereiding, als
a. verkeerds verzuring;
b. te vlug, to wurm, of te lang karnen
vooral te lang doorkaracn is gevaarlek;
c. onvoldoende bewerken van do boter
tweemaal kneden met een tusschenruimte van
dag is noodzakelijk.
ruim 10 jaren bestaan in een 8-tal
in ons land de z.gn. botercontröle-
frtatkms- Bjj die botercontrölestations kunnen
zkh slechts aansluiten die bolerbereiders, welke
als volkomen betrouwbaar bekend staan. Bjj
all© aangeslotenen wordt een strenge bedrijfs-
contrflle toegepast, gesteund door scheikunhg
onderzoek van op de bereidin gsplaataen en
elders aangetroffen boter en room. Deze be-
drgfscontröle en het scheikundig onderzoek
maken liet mogelijk zonder voorbehoud te ga-
Naar het Nooracb
23. van
JAKOB B. BULL.
Den Zondag daarop werd voor het eerst
het voorgenomen huwelijk tusschen Thoreen
Berit van den kansel af bekend gemaakt.
Het geheele dorp was een en al verbazing en
had stof genoeg, om veertien dagen over te
kunnen babbelen, maar toen de namen voor
den deerden keer waren voorgelezen en men
niets verder hoorde, werd enkel nog maar
van do bruiloft gesproken, die op den Glom-
hof gehouden zou worden. 01a Glomhof Wou
het zoo schitterend hebben, als maar moge
lijk was, en vele bonderden menschen uit het
dorp Werden uitgenoodigd.
Het was den dag voor het huwelijk. Thore
Braaten en de anderen van dio boerderij ble
ven thuis, zooals het gebruikelijk was. De
bruidegom zou de bruid niet eerder dan bij
den kerkgang te zien krijgen. En do afspraak
was, dat de bruidegom, die den bruin
zou bergden, de bruid en haar gevolg htf de
overzetpLaats aan de rivier zou opwachten.
randoeren, dat da boter van do aangeslotenen
onvervalscht is cn can voldoend hoog vetge
halte bevat. De boter van do aangeslotenen
mag n.l. niet meer dan 16 °/o vocht bevatten.
De boteïcontrölo werd erkend door het Rijk
en de Regeering laat toezicht uitoefenen op
do werking van de stations- Op alle boter,
die de aangeslotenen afleveren, moet aange
bracht worden een Rijksbotermerk, bestaande
uit een zeer dun geperforeerd papiertje met
letters en cijfers en voorts het Ncderlandsche
wapen, waaromheen de woorden: „Nederland -
scho Bolercontröle onder Rjjkstoezichl
Dit merk geeft dan aangeslotenen zekerheid
dat zij ontvangen contrölcboter, terwijl de amb
(anaren van de stations daardoor steeds de
herkomst kunnen nagaan. Enkele botorberei
dors, dio liefst niet onder strenge controle
staan, of die niet als lid van do Botercontröle
stations worden aangenomen, hebben getracht
het pubhek in den waan te brengen, dat ook
zij deugdelijk gecontroleerde boter verkochten
Zij legden nl. op liunno boter perkamentpa
piertjes met verschillende opschriften, waarin
zij mededeelden onder contröle van een of
ander particulier scheikundige te staan. Ge
lukkig gaat het publiek meer cn meer het
verschil tusschen deze zgn. contröle en
zeer ernstige en strenge van de contrfllesta
tions, die door hel Rijk gesanctioneerd werd,
inzien.
Kleine veehouders, als in Zeeland meestal
voorkomen, kunnen zich moeilijk onder con
tröle van de botercontrölestalkms stellen, om
dat zo hier te kostbaar zou worden. Gelukkig
mag echter geconstateerd worden, dat knoeie
nj met boerenboter, door de boeren zelf,
in Zeeland zeker tot de groote zeldzaam
heden behoort. De gebreken ,die de huis-
tnoedeé daaraan dikwgls constateert, zip kwa-
Hteitsgebreken en niet het gevolg van knoew-
rjj, maar van verkeerde bereiding.
Wanneer men de kwaliteit van do Zeeuw-
öche boerenboter vergelijkt met die van goed
gedreven zuivelfabrieken, of wel mot die van de
boerderijen jam Leiden en Delft bijv., dan blijkt
dat die kwaliteit hier gemiddeld veel te
wenschen overlaat. Landbouwers, boterhando-
laars en consumenten endervinden daar alle
de padoelen van. Een groote belemmering voor
de kwaliteitsverbetering is de omstandigheid',
dat er geen gezonde bandel in boerenboter be
staat, ^ls gevolg waarvan het prijsverschil
tusschen betere en slechtere kwaliteit gering
of van geen beteekenis is. Een en ander is
oorzaak, dat de prikkel om de boter zoo goed
mogelijk te maken, bij anze boerinnen be
slist niet sterk genoeg werkt. Wanneer de
boerinnen zelf hunne boter beoordeelen, doen
zij dit op grond van wat een winkelier daar
van zegt. Vele winkeliers betalen alle boter
met ongeveer of geheel gelijke prrjzen en
houden bij die prijsbepaling en ook bij het
uitspreken van een oordeel over de boter,
in sterke mate rekening met de hoeveelheid
boodschappen die worden meegenomen.
Ook wel gaat de noerin af op het oordeel
van eventueel» particuliere klanten. Deze zijn
aan de smaak en de eigenschappen barer
boter gewoon geraakt en zijn daardoor de ge
breken dikwijls als goede eigenschappen gaan
beschouwen Weinige boerinnen zijn er, die
geen boter leveren aan één of meer „mevrou
wen in de stad", die hunne boter boven
alle |andere verkiezen. En in de oogen van
deze boerinnetjes weet zoo'n mevrouw er
meer van dan een deskundige.
Wanneer men pile particuliere boterafne-
mers op eenmaal kon maken tot goede beoor
deelaars van Öe kwaliteit van boter en daaren
boven alle handelaars en winkeliers kondoen
besluiten bij prijsbepaling alleen met de kwa
liteit te rekenen ,zou de gemiddelde kwali
teit Van de boerenboter spoedig veel ver
boteren.
Wanneer men bespreekt den. afzet van de
Zeeuwschc boerenboter poet men met de
volgende [omstandigheden rekening houden
a. de kwaliteit van de boter op verschil
lende boerderijen loopt dikwijls zeer uiteen
b. de hoeveelheden van elke boerderij zijn
maar betrekkelijk klein;
c. de productie verloopt onregelmatig.
Een en ander is oorzaak, dat onze Zeeuw
scbe boerenboter niet voor den groothandel
in aanmerking komt cn dat we voor den
afzet pangewezen zijn op plaatselijk gebruik
en dat in de naaste omgeving. Overal waar
dit het geval was zag men in den boterhandel
verkeerde toestanden komen.
De meeste boerenboter in Zeeland wordt
door handelaars en winkeliers aan huis bij
de boeren (opgekocht of wel in winkels in
stad of dorp geleverd. Een gedeelte wordt
bij do klanten aan huis bezorgd tegen de
marktnoteering of iets daarboven. Ten slotte
wordt do rest op de markt in vrjje concur
rentie of soms tegen de komende notecring
verkocht.
Als alcchto gevolgen, welke verbonden zijn
aan dezeh handel kan men noemen
1. productie en behoefte dekken elkaar lang
niet altijd voldoende, daardoor krijgt men
groote prijsverschillen
2. de boerinnen 2gn niet geheeJ vrij ten
opzichte van den aankoop van winkelwaren
3. bij de prijsbepaling wordt te weinig
rekening gehouden pet de kwaliteit
4. de noteering £©mt dikwijls op geheel
verkeerde manier tot stand.
Dikwijls hebben winkeliers en handelaars
het, door den geringen aanvoer op de markten
in hun Pacht de notecring geheel naar hun
hand te zetten.
Wanneer alle boteï op de markt in vrije
concurrentie werd verkocht, of men met vol
doende deelneming kon overgaan tot het op
richten van gemeenschappelijke boterverkoop
vereenigingen, die uitbetaald© naar kwaliteit,
zou in dozen toestand waarschijnlijk
betering komen. Het allerbeste middel is ech
ter dat, waardoor men komt tot de productie
van een groote hoeveelheid boter van gelijk
matig" kwaliteit, geschikt voor den groot
handel. Daartoe zou het noodig zijn over te
gaan tot het oprichten van coöperatieve zui
velfabrieken, die ook in verschillende deeleu
van Zeeland bij voldoende deelneming zouden
kunnen bloeien
C. ZWAGERMAN
De avond viel. Op Glomhof was het vol van
bruiloftsgasten uit het elvedal, die veel mijlen
ver het bergpad naar boven waren gekomen.
Bjj de aanlegplaats lag de Glomhof-boot en
aan den overkant de Braaten-boot, de beide,
eenige vaartuigen in den omtrek van vele
mijlen. De Braaten-boot zou den volgenden
ochtend Th/ore, den bruidegom en zijn ouders
(over den stroom! naar den Oostelijken oever
overzetten.
Daar zou de knecht van Glomhof met den
brum hen opwachten, voor de bruidstoet
naderde.
Het was een donkere Augustus-avond. Langs
den weg van Tegnstaden naar beneden naar
de overzetplaats stapte een man met snelle
schreden. Hij droeg een bijl op den schouder
en een knapzak op den rug. Hel lede wel,
of hij .onderweg was naar de bergwerken.
Op Tegnstaden fwas hij niet binnengegaan,
Paar hij was een bochtig vee-pad door het
Woud ingeslagen. Nu schreed hij vlug door
het flonker Vooruit.
Bij de aanlegplaats aangekomen, daar, waar
de weg naar den stroom buigt, bleef lig
staan. Hij nam de bijl van den schouder en
liep .langzaam op do boot toe. Er waasdo
een echemcr van neveligen maanschijn over
het Water, do maan stond achter wolken,
zooÜat Pen haar bleeke schijf enkel kon
raden.
Nu Was hij bjj d© boot. In het duister
koek hjj. om. Ijoen nam hjj de bjjl en hakte
VARIA.
Vro«wel^k« criminaliteit.
Het is een reeds meermalen geconstateerd
verschijnsel dat bet aantal vrouwen onder
de misdadigers veel geringer is dan dat der
mannen.
De statistieken der veroordeelingen wijzen
dat ook onmiskenbaar uit.
Zoo werden onlangs door den heer M.
Yvernes in een opstel over dat onderwerp
nog een aantal cijfers gegeven, waaruit bijv.
bleek dat in Frankrijk het aantal vrouwen
per 100 beklaagden inzake misdaden tegen
de perBoon in de laatste vijf jaar gemid
deld 17 bedroeg, en voor misdaden tegen
de eigendom slechts 11.
We zullen onB nu niet verdiepen in
vraag of het billijk is deze verhouding te
verklaren, door de theorie, dat men eigen
lijk bij de misdadige vrouwen ook nog de
prostituees moet tellen omdat de neiging
tot misdaad zich bij haar in dien vorm uit.
We willen alleen zeggen dat het o. i. niet
aangaat een moord gelijk te stellen met
prostitutie.
Wat de vormen der vrouwelijke criminali
teit betreft, haleD _we uit genoemd opstel
van Yvernes een overzicht aan van het
totaal der in de jaren 18261910 terzake
van enkele zwaardere misdrijlvormen be
klaagde personen met splitsing naar het
geslacht.
m vr VtPer
m- Tr" 100 bekl.
verduist. van kind 97 782 88.9
kinderdooding 805 13617 87.4
abortus prov. 938 3643 79.5
vergiftiging 1023 1158 53.0
huiselijke diefstal 30626 16035 34.3
brandstichting 12446 3842 25.3
dooding v. ouder 1095 342 23.5
valsche munt 7228 1177 14.0
doodslag 18982 2926 13.3
diefst. z. geweld 129955 17450 11.8
valschb. in geschr. 26036 2876 9.0
ernstige mishand. 22488 2168 8.7
diefstal m. geweld. 10144 657 6.0
moord 16951 1031 5.7
De vrouw blijkt zich dus overwegend
schuldig te maken aan die misdrijven, die
met hare sekse, levenswijze en physieke ge
steldheid samenhangen.
De onderscheiding naar den leeftijd toont,
dat de leeftijdsgroep van 21—24 jaar bij
de vrouwen het grootste relatief aantal
misdadigsters levert. De gehuwde vrouwen
hebben een criminaliteit van minder dan de
helft van die der ongehuwdeook die der
weduwen, ofschoon een weinig hooger dan
die der gehuwden, staat bg de criminaliteit
der ongehuwden belangrijk achter.
Ten slotte teekenen wij aan, dat van
18351909 in Frankrijk 345.889 mannen
en 98.765 vrouwen aanwijsbaar zelfmoord
pleegden, dus resp. 77.8 en 22.2 percent
van het totaal. Terwijl in eerstgenoemd jaar
de cijfers resp. 1784 en 521 bedroegen,
waren zij in 1909 tot resp. 7375 en 2243
gestegen, bij beide geslachten dus een toe
neming van ongeveer 300 percent.
Dnikers.
Zooals we bericht hebben, had het s.
Oceana'1, dat onlangs in het Kanaal verging
een schat goud aan boord. Dit ligt nu op
den bodem der zee. Duikers zullen dus
dienen te beproeven, dit naar boven te halen.
In verband hiermede denkt men terug
andere schepen, die met schatten beladen
gezonken zijn en waarnaar toen menigvuldig
gedoken i9. Het bekendste voorbeeld is het
zinken van de Spaansche vloot in de baai
van Yigo, naar wier goud- en zilvervoorraad
bonderden gezocht hebben.
Wel is in de laatste tijden de techniek
van het duiken verbeterd en is dus de kans
dergelijke schatten opnieuw maehtig te wor
den, gestegen, maar beneden een bepaalde
diepte kan men toch niet gaan. De grootste
diepte, die duikers bereikt hebben, is, neemt
men aan, beba&ld, toen bet Spaansche schip
Alfonso XII" in 1885 bij de Canari3che
eilanden was vergaan. Daarna haalden twee
duikers op een diepte van 50 M. Spaansche
munten tot een bedrag van f 1,200.000 op,
waarvoor ze een pensioen van f480 in de
maand en bovendien 5 7o ^et geredde
geld kregen.
Een ander geval was het met een schip
dat bij kaap Finisterre verging. Daar moest
nog dieper, tot 56 M., gedoken worden en
zilverstaven ter waarde van f120.000, moes
ten aan het licht worden gebracht. Weer
was het een Spaansch duiker, die het waag
stuk volbracht. Natuurlijk ontving hij een
gedeelte van den buit.
Het voornaamste gevaar, naast verschil
lende andere, bestaat, naar bekend is, voor
den duiker in den geweldigen druk, dien een
dergelijke watermas&B uitoefent. Deze be
droeg in het eerst verhaalde geval, met de
„Alfonso XII", reeds 69 pond op iederen
vierkanten duim van het lichaamsoppervlak.
De waarde die de onlangs verongelukte
„Oceaua" aan boord had, was voor Indische
Banken bestemd. Een maatschappij te Liver
pool is met de berging belast en een groep
beproefde duikers heeft bereids die stad
verlaten, om bun moeilijken arbeid aan te
vangen. De moeilijkheid zal zijn, tot een
gelukkige uitkomst te zijn gokomen, vóór
wind en golven het schip geheel hebben
verwoest. In dit geval zal dit des te eer
gebeuren, omdat de Oceana" al vier en
twintig jaar oud was. Het schip is op een
rand van een rots gezonken, die bij ebbe
slechts 25 M. onder de oppervlakte van het
water ligt. Evenwel kan het ieder oogen-
blik in een diepte raken, waar bet peillood
eerst bij 120 M. den bodem haalt.
In dat geval bestaat er bijna geen boop,
nog iets van den inhoud te redden. Toch
zijn de vooruitzichten in deze omstandigheden
beter dan al6 het schip op een zandige kust
as gestrand.
Dit was b. v. het geval bij de beroemde
schipbreuk van het oorlogschip „La Lutine"
dat in 1799 bij Vlieland verloren ging en
dat voor een bedrag van ongeveer 9 millioen
gulden aan Engelscb goud naar Hamburg
moest brengen. Zooals men weet, zijn nog
onlangs pogingen aangewend, om die 6chat
te lichteD, maar wat naar boven kwam was
niet veel zaakB.
met zachte slagen de paal om,
boot lag gemeerd. Daarop schoof hij de boot
te rivier, nam de riemen en roeide naar
dm anderen oever Hel ging moeilqk en lang-
ii in bet donker, rondom breidde zioh
de eenzaamheid van het boscb. Het ruischen
van het water hoorde men gelijkmatig en slerk
in de stilte.
Toen legde hij aan in de kleine bocht waar
de Braatein-boot lag, en trok het vaartuig, dat
aan den Glomhof behoorde, op het land. Daar
op zag hij opnieuw om, liep op de Braaten-boot
toe en hakte haar ketting in stukken. Daarop
schoof hij het scheepje het water in met den
achtersteven naar voren, gaf het met de 9tok
geweldigen stoot en staarde toen in de
duisternis over het water heen.
De Braaten-boot was in de strooming ge
raakt Een paar maal tolde ze rond en dreef
toen wiegend en schommelend midden in den
vloed stroomafwaarts weg. De man zag hel
vaartuigje na, tot het in het duister van den
nacht verdwenen was. „Verdoemde kerel", zei
ij zacht, als tot zich zelf. Toen liep hij met
de staak in de hand terug langs den oever
naar de Glomhof-boot, Btiet van land af en
roeide voorzichtig over den vloed terug naar
aanlegplaats aan den Oosteljjken oever
Daar aan wal gestapt, dreef hij de boot
uit alle macht met do stok weer terug, mid-
in de strooming. Ze nam denzelfden weg
als «te Braaten-boot, isneed dwars door het
water naar de diepe zuiging en danste schom-
Spaansehe Stierengevechten.
Eenige cijfers, om aan te toonen, hoe
diep die nationalo ziekte in het Spaansche
volksleven ingekankerd is. Jaarlijks wonen
7 millioen personen in de 392 arena's van
Spanje die wrsede schouwspelen bij. Het
vorig jaar hebben daar 873 gevechten plaats
gevonden, waarbij ongeveer 8000 toeschou
wers door elkaar tegenwoordig waren, daar
de groote arena's tot 14.000 personen plaats
bieden.
Bekent men den toegangsprg'9 op 3 pese
ta's (f 1.50) voor de plaats, wat waarschijn
lijk als gemiddelde te laag is, dan komt
men tot een som van 21.000.000, terwijl
het lager-onderwijs, de leermiddelen inbe
grepen, het Spaansche volk niet meer dan
81 I millioen peseta's kost.
metend met den stroom mee m razende vaart
do rivier af. Bg Enggjard, een paar duizend
ellen stroomafwaarts, was een waterval. Daar
zouden |d© booten in duizend brokjes ver
splinteren. Dat gebeurde ook met houtvlotten
naar hjj wist.
Toen slingerde hg de staak ook weg, lachte
en draaide zich om. Hij wierp de bijl op den
schouder als tevpren en ging heen Naar
boven bij Tegnstaden gekomen, sloeg hij het
boschpad in, kwam weer aan den anderen
kant van Tegnstaden op den rijweg uit en
liep nu het bergpad verder.
En het Glomme-dal sliep onder den mis-
tigen tnaneschijn, zwart door de pgnboomen
langs de bergpaden tot in de verte over de
mijlenverre hoogvlakte. Een ongeluks-ekster
kraste in de stilte van uil liet kiv-dal, de
Waakhond op «Jen Glomhof zwoeg, den kop
tusschen de naar voren gestrekte, geelbruine
p00ten geborgen en met dichte oogen. Men
hoorde enkel het doffe ruischen van de
Glomme, zooals die daarbeneden, breed en
blank, jboclit op bocht door de bosschcn en
de leenzaajmheid trok, de trotsche wil van
het dal, die voor niemand en niefs week
j
Onder de eigenlijke stierendooders of
«matadors" zgn 44 zgn. «oudmeesters". die
nooit met de »novilleros" of >jongmeest«re",
wier aantal 324 bedraagt, samen optreden.
De eerste steken slechts volwassen, onbe
rispelijke dieren, terwgl de laatste soort
zich met minder kostbaar materiaal tevre
den stelt. Beide klassen bebben helpers te
voet ea te paard tot een tetaal van 1148
personen.
De inkomens van al die menschen tezamen
worden op 4.000.000 peseta's gegchat. Een
der meest bekende matadors verdiende ia
60 stierengevechten 360,000 peseta's. Ge
durende 1911 werden in de verschillende
strijdperken in het geheel 4394 stieren ge
dood, wier waarde op 5.318.500 peseta's
wordt geraamd. Bovendien moesten 5618
paarden met hun leven den bloedlusf der
Spanjaarden boeten. Van hun zyde wrokeu
zich de stieren, doordat ze 10 mertst'hea
dood staken en 166 verwondden.
De z 011 komt den 27 dezer op te 5.48 uur
en gaat onder te 6.23 uur.
I)e m a a n komt heden op te 7.25 vni. en
gaat onder te middernacht.
Dinsdag eerste kwartier.
Fietsrijders en wagenbestuurders bebbeu
de volgende week hun lantaarns aan te
•leken te 6 uur 55 min.
Militie -plichtigen te Middelburg die
a broederdienst of kostwinnerschap reeht
op vrijstelling meenen te hebben, dienen
daarvan vóór Woensdag a. s. opgave te
doen ter secretarie dezer gemeente.
(Uit de almanak-rijmpjes vbd GuidoGezelle).
Menschen, die besnijdt uw
wilt uw mesken 't zoo gewennen
dat 't uw tongetje, nu en dan,
ook een Bneedje geeft, als 't kan
Menschen, en vergeet toch niet,
dat men al te dikkens ziet,
met het avoDturenrad,
onder gaan die boven zat.
Die wilt zijn huis vercoptn
moet zijnen gevel witten.
Geen en vaagt- zijn roksken af,
of daar vliegt een vloksken af.
's Werelds eere is kwade stof:
is 't bleed an, de verwe is of.
Ach, of 't altijd, hier en ei,
bloeitijd ware en kinderspel.
Geen leör en rekt beter dBn buikledi
Breedwijd zaaien
lastig 1
Bij gebrek van brood
kwam de schaamte aan heur' dood.
Gebuurmans kinders
zgn altijd stout.
Men krijgt gemakkelijker
eenen anderen vader als
eene andeie moeder.
Notekrakera moeten jonge tanden hebben-
Hoe langer gy de katte streelt-
boe hooger zg heuren stert heft.
De huwelijksochtend daagde. De menschen
op de Braaten waren tijdig uit de veeren
de bruidegom in splinternieuwe kleeren was
het eerst bij de hand. Toen trokken zo snel
haar beneden naar de rivier, Thore vooraan,
de beid» pnders daarachter.
zo aan de overvaartplaats gekomen
waren, bleven do drie verwonderd staan Daar
lag geen boot. Ze tuurden naar «le aanlegplaats
1 anderen oever. Hemel wat beten-
kent datl, brak Thore uit. De Glomhof-boot
was ook verdwenen. En daar stond de knecht
van de Glomhof radeloos met den opgezadelden
bruine.
Thore wenddo zich naar Jacob Braaten.
De booten zjjn weg, zei hij. De drie zagen
elkander aan. Dat moet Gjernvund gedaan
hebben, zed Jacob. Thore stond even in ge-
«lachten Daarop trad hij zoo dicht mogelgk
aan den oever Kom over, riep hg. Da
knecht aan den anderen kant liep ook zoo ver
naar fa et water af. D© boot is weg,
riep die terug. Weer riep Thore: - Wat moet
dat dan beduiden? Ik weet niet, werd van
de pverzy terug geschreeuwd.
Toen stonden de drie weer, machteloos
Nu heb jij je trekken thuis gekregen, zea
Jacob woedend Thore zweeg, want aan den
anderen oever, op den weg naar de overzet
plaats naar omlaag, daar naderde de bruids
stoet. Berit vooraan op den ouden appel
schimmel, 01a Glomhof en de gasten van het
elvedal biet groot gevolg daarachter. Toen
maakten ze halt En er werd gesproken
jfllot rolgt).