tweede blad HlddeUnrg 23 Haart. FEUILLETON. De Brnid van de Glomme. Dingen waar men naar vraagt. Ter Overdenking. Maandag 25 Vaart 1912, no. 72. Do samenstelling van de boter, lotercontrfile, kwaliteit ran en bandel In boerenboter. VI. (Slot). scheikundige samenstelling der boter F» Vel biet geheel standvastig, doch schommelt niet ttisschen zeer ruime grenzen. Uit. den laard der zaai is hot hoofdbestanddeel het melkvet; verder zgn kleine hoeveelheden van al do overige melkbcstimddeelen nog aanwezig waaronder het -water wel de voornaamste plaats inneemt Goede ,nomiate boter heeft de volgende sa- Bn,«stelling: 6ezouten boter. Ongezouten boter. 82.fi Tot 83.50/ 14.5 water 15.3 2 zout en asch-bestanddeelen 0.1 eiwit, melksuiker, 1 /0 melkzuur, enz. 1.1% D» hoeveelheid eiwit, melksuiker en melk zuur in de boter mag niet te groot zijn, onji dat igpoedig bederf van de boter daar het gevolg van zou wezen. Op te merken valt dat normale boter- eene belangrijke hoeveel- UéA water bevat, Eene hoeveelheid water, die wisselt, tusschen 9 en ongeveer 16 °/o behoort in de boter thtus; deze dankt daaraan hare eigenaardige oneerbaarheid Eene eigenschap die 'w-jj bij boter juist wenschen. Komt er echter te veel water in de boter voor, dan laten aan den eenen kant de uiterlijke hoe danigheid en de deugdelijkheid te wenschen over, terwijl anderdeels een te hoog water gehalte, wat correspondeert met een laag vet gehalte, als verval aching, immers waardever mindering, is aan Ie merken. Werkelijk komt het Ippaettelijk inwerken van vocht, met de bejdoeling water tegen den prijs van boter te verknopenwel voor. Met boerenboter in Zee land mag men echter wel aannemen, dat deze opzettelijke knoeierij niet van beteekenis wordt uitgeroerd. Verschillende landen hebben bepalingen ge maakt omtrent, het maximum vochtgehalte of wel het minimum vetgehalte dat boter moet bezitten. Engeland heeft als maximum voor het vochtgehalte 16 <tyb gesteld, Duilschland 16 voor gezouten en 18 o/o voor ongezouten boter ha pnze tegenwoordige boter wet is bepaald, dat de boter een minimumvetgehalte moet bezitten, dat bij Koninklijk Besluit wordt vast- gasteld Dit vetgehalte moet. thans minstens 80 o/o bedragen Wanneer ceai behoorlijke berei ding wordt toegepast is het zeker niet moeilijk aan dezen eisch be voldoen, ook voor boeren- hater Wanneer het vetgehalte beneden 80 o/0 blijft, moet dit worden toegeschreven, aan: 1 Opzettelijke knoeierij. Dit komt bjj boe renboter in Zeeland niet of zelden voor 2. Fouten bij do bereiding, als a. verkeerds verzuring; b. te vlug, to wurm, of te lang karnen vooral te lang doorkaracn is gevaarlek; c. onvoldoende bewerken van do boter tweemaal kneden met een tusschenruimte van dag is noodzakelijk. ruim 10 jaren bestaan in een 8-tal in ons land de z.gn. botercontröle- frtatkms- Bjj die botercontrölestations kunnen zkh slechts aansluiten die bolerbereiders, welke als volkomen betrouwbaar bekend staan. Bjj all© aangeslotenen wordt een strenge bedrijfs- contrflle toegepast, gesteund door scheikunhg onderzoek van op de bereidin gsplaataen en elders aangetroffen boter en room. Deze be- drgfscontröle en het scheikundig onderzoek maken liet mogelijk zonder voorbehoud te ga- Naar het Nooracb 23. van JAKOB B. BULL. Den Zondag daarop werd voor het eerst het voorgenomen huwelijk tusschen Thoreen Berit van den kansel af bekend gemaakt. Het geheele dorp was een en al verbazing en had stof genoeg, om veertien dagen over te kunnen babbelen, maar toen de namen voor den deerden keer waren voorgelezen en men niets verder hoorde, werd enkel nog maar van do bruiloft gesproken, die op den Glom- hof gehouden zou worden. 01a Glomhof Wou het zoo schitterend hebben, als maar moge lijk was, en vele bonderden menschen uit het dorp Werden uitgenoodigd. Het was den dag voor het huwelijk. Thore Braaten en de anderen van dio boerderij ble ven thuis, zooals het gebruikelijk was. De bruidegom zou de bruid niet eerder dan bij den kerkgang te zien krijgen. En do afspraak was, dat de bruidegom, die den bruin zou bergden, de bruid en haar gevolg htf de overzetpLaats aan de rivier zou opwachten. randoeren, dat da boter van do aangeslotenen onvervalscht is cn can voldoend hoog vetge halte bevat. De boter van do aangeslotenen mag n.l. niet meer dan 16 °/o vocht bevatten. De boteïcontrölo werd erkend door het Rijk en de Regeering laat toezicht uitoefenen op do werking van de stations- Op alle boter, die de aangeslotenen afleveren, moet aange bracht worden een Rijksbotermerk, bestaande uit een zeer dun geperforeerd papiertje met letters en cijfers en voorts het Ncderlandsche wapen, waaromheen de woorden: „Nederland - scho Bolercontröle onder Rjjkstoezichl Dit merk geeft dan aangeslotenen zekerheid dat zij ontvangen contrölcboter, terwijl de amb (anaren van de stations daardoor steeds de herkomst kunnen nagaan. Enkele botorberei dors, dio liefst niet onder strenge controle staan, of die niet als lid van do Botercontröle stations worden aangenomen, hebben getracht het pubhek in den waan te brengen, dat ook zij deugdelijk gecontroleerde boter verkochten Zij legden nl. op liunno boter perkamentpa piertjes met verschillende opschriften, waarin zij mededeelden onder contröle van een of ander particulier scheikundige te staan. Ge lukkig gaat het publiek meer cn meer het verschil tusschen deze zgn. contröle en zeer ernstige en strenge van de contrfllesta tions, die door hel Rijk gesanctioneerd werd, inzien. Kleine veehouders, als in Zeeland meestal voorkomen, kunnen zich moeilijk onder con tröle van de botercontrölestalkms stellen, om dat zo hier te kostbaar zou worden. Gelukkig mag echter geconstateerd worden, dat knoeie nj met boerenboter, door de boeren zelf, in Zeeland zeker tot de groote zeldzaam heden behoort. De gebreken ,die de huis- tnoedeé daaraan dikwgls constateert, zip kwa- Hteitsgebreken en niet het gevolg van knoew- rjj, maar van verkeerde bereiding. Wanneer men de kwaliteit van do Zeeuw- öche boerenboter vergelijkt met die van goed gedreven zuivelfabrieken, of wel mot die van de boerderijen jam Leiden en Delft bijv., dan blijkt dat die kwaliteit hier gemiddeld veel te wenschen overlaat. Landbouwers, boterhando- laars en consumenten endervinden daar alle de padoelen van. Een groote belemmering voor de kwaliteitsverbetering is de omstandigheid', dat er geen gezonde bandel in boerenboter be staat, ^ls gevolg waarvan het prijsverschil tusschen betere en slechtere kwaliteit gering of van geen beteekenis is. Een en ander is oorzaak, dat de prikkel om de boter zoo goed mogelijk te maken, bij anze boerinnen be slist niet sterk genoeg werkt. Wanneer de boerinnen zelf hunne boter beoordeelen, doen zij dit op grond van wat een winkelier daar van zegt. Vele winkeliers betalen alle boter met ongeveer of geheel gelijke prrjzen en houden bij die prijsbepaling en ook bij het uitspreken van een oordeel over de boter, in sterke mate rekening met de hoeveelheid boodschappen die worden meegenomen. Ook wel gaat de noerin af op het oordeel van eventueel» particuliere klanten. Deze zijn aan de smaak en de eigenschappen barer boter gewoon geraakt en zijn daardoor de ge breken dikwijls als goede eigenschappen gaan beschouwen Weinige boerinnen zijn er, die geen boter leveren aan één of meer „mevrou wen in de stad", die hunne boter boven alle |andere verkiezen. En in de oogen van deze boerinnetjes weet zoo'n mevrouw er meer van dan een deskundige. Wanneer men pile particuliere boterafne- mers op eenmaal kon maken tot goede beoor deelaars van Öe kwaliteit van boter en daaren boven alle handelaars en winkeliers kondoen besluiten bij prijsbepaling alleen met de kwa liteit te rekenen ,zou de gemiddelde kwali teit Van de boerenboter spoedig veel ver boteren. Wanneer men bespreekt den. afzet van de Zeeuwschc boerenboter poet men met de volgende [omstandigheden rekening houden a. de kwaliteit van de boter op verschil lende boerderijen loopt dikwijls zeer uiteen b. de hoeveelheden van elke boerderij zijn maar betrekkelijk klein; c. de productie verloopt onregelmatig. Een en ander is oorzaak, dat onze Zeeuw scbe boerenboter niet voor den groothandel in aanmerking komt cn dat we voor den afzet pangewezen zijn op plaatselijk gebruik en dat in de naaste omgeving. Overal waar dit het geval was zag men in den boterhandel verkeerde toestanden komen. De meeste boerenboter in Zeeland wordt door handelaars en winkeliers aan huis bij de boeren (opgekocht of wel in winkels in stad of dorp geleverd. Een gedeelte wordt bij do klanten aan huis bezorgd tegen de marktnoteering of iets daarboven. Ten slotte wordt do rest op de markt in vrjje concur rentie of soms tegen de komende notecring verkocht. Als alcchto gevolgen, welke verbonden zijn aan dezeh handel kan men noemen 1. productie en behoefte dekken elkaar lang niet altijd voldoende, daardoor krijgt men groote prijsverschillen 2. de boerinnen 2gn niet geheeJ vrij ten opzichte van den aankoop van winkelwaren 3. bij de prijsbepaling wordt te weinig rekening gehouden pet de kwaliteit 4. de noteering £©mt dikwijls op geheel verkeerde manier tot stand. Dikwijls hebben winkeliers en handelaars het, door den geringen aanvoer op de markten in hun Pacht de notecring geheel naar hun hand te zetten. Wanneer alle boteï op de markt in vrije concurrentie werd verkocht, of men met vol doende deelneming kon overgaan tot het op richten van gemeenschappelijke boterverkoop vereenigingen, die uitbetaald© naar kwaliteit, zou in dozen toestand waarschijnlijk betering komen. Het allerbeste middel is ech ter dat, waardoor men komt tot de productie van een groote hoeveelheid boter van gelijk matig" kwaliteit, geschikt voor den groot handel. Daartoe zou het noodig zijn over te gaan tot het oprichten van coöperatieve zui velfabrieken, die ook in verschillende deeleu van Zeeland bij voldoende deelneming zouden kunnen bloeien C. ZWAGERMAN De avond viel. Op Glomhof was het vol van bruiloftsgasten uit het elvedal, die veel mijlen ver het bergpad naar boven waren gekomen. Bjj de aanlegplaats lag de Glomhof-boot en aan den overkant de Braaten-boot, de beide, eenige vaartuigen in den omtrek van vele mijlen. De Braaten-boot zou den volgenden ochtend Th/ore, den bruidegom en zijn ouders (over den stroom! naar den Oostelijken oever overzetten. Daar zou de knecht van Glomhof met den brum hen opwachten, voor de bruidstoet naderde. Het was een donkere Augustus-avond. Langs den weg van Tegnstaden naar beneden naar de overzetplaats stapte een man met snelle schreden. Hij droeg een bijl op den schouder en een knapzak op den rug. Hel lede wel, of hij .onderweg was naar de bergwerken. Op Tegnstaden fwas hij niet binnengegaan, Paar hij was een bochtig vee-pad door het Woud ingeslagen. Nu schreed hij vlug door het flonker Vooruit. Bij de aanlegplaats aangekomen, daar, waar de weg naar den stroom buigt, bleef lig staan. Hij nam de bijl van den schouder en liep .langzaam op do boot toe. Er waasdo een echemcr van neveligen maanschijn over het Water, do maan stond achter wolken, zooÜat Pen haar bleeke schijf enkel kon raden. Nu Was hij bjj d© boot. In het duister koek hjj. om. Ijoen nam hjj de bjjl en hakte VARIA. Vro«wel^k« criminaliteit. Het is een reeds meermalen geconstateerd verschijnsel dat bet aantal vrouwen onder de misdadigers veel geringer is dan dat der mannen. De statistieken der veroordeelingen wijzen dat ook onmiskenbaar uit. Zoo werden onlangs door den heer M. Yvernes in een opstel over dat onderwerp nog een aantal cijfers gegeven, waaruit bijv. bleek dat in Frankrijk het aantal vrouwen per 100 beklaagden inzake misdaden tegen de perBoon in de laatste vijf jaar gemid deld 17 bedroeg, en voor misdaden tegen de eigendom slechts 11. We zullen onB nu niet verdiepen in vraag of het billijk is deze verhouding te verklaren, door de theorie, dat men eigen lijk bij de misdadige vrouwen ook nog de prostituees moet tellen omdat de neiging tot misdaad zich bij haar in dien vorm uit. We willen alleen zeggen dat het o. i. niet aangaat een moord gelijk te stellen met prostitutie. Wat de vormen der vrouwelijke criminali teit betreft, haleD _we uit genoemd opstel van Yvernes een overzicht aan van het totaal der in de jaren 18261910 terzake van enkele zwaardere misdrijlvormen be klaagde personen met splitsing naar het geslacht. m vr VtPer m- Tr" 100 bekl. verduist. van kind 97 782 88.9 kinderdooding 805 13617 87.4 abortus prov. 938 3643 79.5 vergiftiging 1023 1158 53.0 huiselijke diefstal 30626 16035 34.3 brandstichting 12446 3842 25.3 dooding v. ouder 1095 342 23.5 valsche munt 7228 1177 14.0 doodslag 18982 2926 13.3 diefst. z. geweld 129955 17450 11.8 valschb. in geschr. 26036 2876 9.0 ernstige mishand. 22488 2168 8.7 diefstal m. geweld. 10144 657 6.0 moord 16951 1031 5.7 De vrouw blijkt zich dus overwegend schuldig te maken aan die misdrijven, die met hare sekse, levenswijze en physieke ge steldheid samenhangen. De onderscheiding naar den leeftijd toont, dat de leeftijdsgroep van 21—24 jaar bij de vrouwen het grootste relatief aantal misdadigsters levert. De gehuwde vrouwen hebben een criminaliteit van minder dan de helft van die der ongehuwdeook die der weduwen, ofschoon een weinig hooger dan die der gehuwden, staat bg de criminaliteit der ongehuwden belangrijk achter. Ten slotte teekenen wij aan, dat van 18351909 in Frankrijk 345.889 mannen en 98.765 vrouwen aanwijsbaar zelfmoord pleegden, dus resp. 77.8 en 22.2 percent van het totaal. Terwijl in eerstgenoemd jaar de cijfers resp. 1784 en 521 bedroegen, waren zij in 1909 tot resp. 7375 en 2243 gestegen, bij beide geslachten dus een toe neming van ongeveer 300 percent. Dnikers. Zooals we bericht hebben, had het s. Oceana'1, dat onlangs in het Kanaal verging een schat goud aan boord. Dit ligt nu op den bodem der zee. Duikers zullen dus dienen te beproeven, dit naar boven te halen. In verband hiermede denkt men terug andere schepen, die met schatten beladen gezonken zijn en waarnaar toen menigvuldig gedoken i9. Het bekendste voorbeeld is het zinken van de Spaansche vloot in de baai van Yigo, naar wier goud- en zilvervoorraad bonderden gezocht hebben. Wel is in de laatste tijden de techniek van het duiken verbeterd en is dus de kans dergelijke schatten opnieuw maehtig te wor den, gestegen, maar beneden een bepaalde diepte kan men toch niet gaan. De grootste diepte, die duikers bereikt hebben, is, neemt men aan, beba&ld, toen bet Spaansche schip Alfonso XII" in 1885 bij de Canari3che eilanden was vergaan. Daarna haalden twee duikers op een diepte van 50 M. Spaansche munten tot een bedrag van f 1,200.000 op, waarvoor ze een pensioen van f480 in de maand en bovendien 5 7o ^et geredde geld kregen. Een ander geval was het met een schip dat bij kaap Finisterre verging. Daar moest nog dieper, tot 56 M., gedoken worden en zilverstaven ter waarde van f120.000, moes ten aan het licht worden gebracht. Weer was het een Spaansch duiker, die het waag stuk volbracht. Natuurlijk ontving hij een gedeelte van den buit. Het voornaamste gevaar, naast verschil lende andere, bestaat, naar bekend is, voor den duiker in den geweldigen druk, dien een dergelijke watermas&B uitoefent. Deze be droeg in het eerst verhaalde geval, met de „Alfonso XII", reeds 69 pond op iederen vierkanten duim van het lichaamsoppervlak. De waarde die de onlangs verongelukte „Oceaua" aan boord had, was voor Indische Banken bestemd. Een maatschappij te Liver pool is met de berging belast en een groep beproefde duikers heeft bereids die stad verlaten, om bun moeilijken arbeid aan te vangen. De moeilijkheid zal zijn, tot een gelukkige uitkomst te zijn gokomen, vóór wind en golven het schip geheel hebben verwoest. In dit geval zal dit des te eer gebeuren, omdat de Oceana" al vier en twintig jaar oud was. Het schip is op een rand van een rots gezonken, die bij ebbe slechts 25 M. onder de oppervlakte van het water ligt. Evenwel kan het ieder oogen- blik in een diepte raken, waar bet peillood eerst bij 120 M. den bodem haalt. In dat geval bestaat er bijna geen boop, nog iets van den inhoud te redden. Toch zijn de vooruitzichten in deze omstandigheden beter dan al6 het schip op een zandige kust as gestrand. Dit was b. v. het geval bij de beroemde schipbreuk van het oorlogschip „La Lutine" dat in 1799 bij Vlieland verloren ging en dat voor een bedrag van ongeveer 9 millioen gulden aan Engelscb goud naar Hamburg moest brengen. Zooals men weet, zijn nog onlangs pogingen aangewend, om die 6chat te lichteD, maar wat naar boven kwam was niet veel zaakB. met zachte slagen de paal om, boot lag gemeerd. Daarop schoof hij de boot te rivier, nam de riemen en roeide naar dm anderen oever Hel ging moeilqk en lang- ii in bet donker, rondom breidde zioh de eenzaamheid van het boscb. Het ruischen van het water hoorde men gelijkmatig en slerk in de stilte. Toen legde hij aan in de kleine bocht waar de Braatein-boot lag, en trok het vaartuig, dat aan den Glomhof behoorde, op het land. Daar op zag hij opnieuw om, liep op de Braaten-boot toe en hakte haar ketting in stukken. Daarop schoof hij het scheepje het water in met den achtersteven naar voren, gaf het met de 9tok geweldigen stoot en staarde toen in de duisternis over het water heen. De Braaten-boot was in de strooming ge raakt Een paar maal tolde ze rond en dreef toen wiegend en schommelend midden in den vloed stroomafwaarts weg. De man zag hel vaartuigje na, tot het in het duister van den nacht verdwenen was. „Verdoemde kerel", zei ij zacht, als tot zich zelf. Toen liep hij met de staak in de hand terug langs den oever naar de Glomhof-boot, Btiet van land af en roeide voorzichtig over den vloed terug naar aanlegplaats aan den Oosteljjken oever Daar aan wal gestapt, dreef hij de boot uit alle macht met do stok weer terug, mid- in de strooming. Ze nam denzelfden weg als «te Braaten-boot, isneed dwars door het water naar de diepe zuiging en danste schom- Spaansehe Stierengevechten. Eenige cijfers, om aan te toonen, hoe diep die nationalo ziekte in het Spaansche volksleven ingekankerd is. Jaarlijks wonen 7 millioen personen in de 392 arena's van Spanje die wrsede schouwspelen bij. Het vorig jaar hebben daar 873 gevechten plaats gevonden, waarbij ongeveer 8000 toeschou wers door elkaar tegenwoordig waren, daar de groote arena's tot 14.000 personen plaats bieden. Bekent men den toegangsprg'9 op 3 pese ta's (f 1.50) voor de plaats, wat waarschijn lijk als gemiddelde te laag is, dan komt men tot een som van 21.000.000, terwijl het lager-onderwijs, de leermiddelen inbe grepen, het Spaansche volk niet meer dan 81 I millioen peseta's kost. metend met den stroom mee m razende vaart do rivier af. Bg Enggjard, een paar duizend ellen stroomafwaarts, was een waterval. Daar zouden |d© booten in duizend brokjes ver splinteren. Dat gebeurde ook met houtvlotten naar hjj wist. Toen slingerde hg de staak ook weg, lachte en draaide zich om. Hij wierp de bijl op den schouder als tevpren en ging heen Naar boven bij Tegnstaden gekomen, sloeg hij het boschpad in, kwam weer aan den anderen kant van Tegnstaden op den rijweg uit en liep nu het bergpad verder. En het Glomme-dal sliep onder den mis- tigen tnaneschijn, zwart door de pgnboomen langs de bergpaden tot in de verte over de mijlenverre hoogvlakte. Een ongeluks-ekster kraste in de stilte van uil liet kiv-dal, de Waakhond op «Jen Glomhof zwoeg, den kop tusschen de naar voren gestrekte, geelbruine p00ten geborgen en met dichte oogen. Men hoorde enkel het doffe ruischen van de Glomme, zooals die daarbeneden, breed en blank, jboclit op bocht door de bosschcn en de leenzaajmheid trok, de trotsche wil van het dal, die voor niemand en niefs week j Onder de eigenlijke stierendooders of «matadors" zgn 44 zgn. «oudmeesters". die nooit met de »novilleros" of >jongmeest«re", wier aantal 324 bedraagt, samen optreden. De eerste steken slechts volwassen, onbe rispelijke dieren, terwgl de laatste soort zich met minder kostbaar materiaal tevre den stelt. Beide klassen bebben helpers te voet ea te paard tot een tetaal van 1148 personen. De inkomens van al die menschen tezamen worden op 4.000.000 peseta's gegchat. Een der meest bekende matadors verdiende ia 60 stierengevechten 360,000 peseta's. Ge durende 1911 werden in de verschillende strijdperken in het geheel 4394 stieren ge dood, wier waarde op 5.318.500 peseta's wordt geraamd. Bovendien moesten 5618 paarden met hun leven den bloedlusf der Spanjaarden boeten. Van hun zyde wrokeu zich de stieren, doordat ze 10 mertst'hea dood staken en 166 verwondden. De z 011 komt den 27 dezer op te 5.48 uur en gaat onder te 6.23 uur. I)e m a a n komt heden op te 7.25 vni. en gaat onder te middernacht. Dinsdag eerste kwartier. Fietsrijders en wagenbestuurders bebbeu de volgende week hun lantaarns aan te •leken te 6 uur 55 min. Militie -plichtigen te Middelburg die a broederdienst of kostwinnerschap reeht op vrijstelling meenen te hebben, dienen daarvan vóór Woensdag a. s. opgave te doen ter secretarie dezer gemeente. (Uit de almanak-rijmpjes vbd GuidoGezelle). Menschen, die besnijdt uw wilt uw mesken 't zoo gewennen dat 't uw tongetje, nu en dan, ook een Bneedje geeft, als 't kan Menschen, en vergeet toch niet, dat men al te dikkens ziet, met het avoDturenrad, onder gaan die boven zat. Die wilt zijn huis vercoptn moet zijnen gevel witten. Geen en vaagt- zijn roksken af, of daar vliegt een vloksken af. 's Werelds eere is kwade stof: is 't bleed an, de verwe is of. Ach, of 't altijd, hier en ei, bloeitijd ware en kinderspel. Geen leör en rekt beter dBn buikledi Breedwijd zaaien lastig 1 Bij gebrek van brood kwam de schaamte aan heur' dood. Gebuurmans kinders zgn altijd stout. Men krijgt gemakkelijker eenen anderen vader als eene andeie moeder. Notekrakera moeten jonge tanden hebben- Hoe langer gy de katte streelt- boe hooger zg heuren stert heft. De huwelijksochtend daagde. De menschen op de Braaten waren tijdig uit de veeren de bruidegom in splinternieuwe kleeren was het eerst bij de hand. Toen trokken zo snel haar beneden naar de rivier, Thore vooraan, de beid» pnders daarachter. zo aan de overvaartplaats gekomen waren, bleven do drie verwonderd staan Daar lag geen boot. Ze tuurden naar «le aanlegplaats 1 anderen oever. Hemel wat beten- kent datl, brak Thore uit. De Glomhof-boot was ook verdwenen. En daar stond de knecht van de Glomhof radeloos met den opgezadelden bruine. Thore wenddo zich naar Jacob Braaten. De booten zjjn weg, zei hij. De drie zagen elkander aan. Dat moet Gjernvund gedaan hebben, zed Jacob. Thore stond even in ge- «lachten Daarop trad hij zoo dicht mogelgk aan den oever Kom over, riep hg. Da knecht aan den anderen kant liep ook zoo ver naar fa et water af. D© boot is weg, riep die terug. Weer riep Thore: - Wat moet dat dan beduiden? Ik weet niet, werd van de pverzy terug geschreeuwd. Toen stonden de drie weer, machteloos Nu heb jij je trekken thuis gekregen, zea Jacob woedend Thore zweeg, want aan den anderen oever, op den weg naar de overzet plaats naar omlaag, daar naderde de bruids stoet. Berit vooraan op den ouden appel schimmel, 01a Glomhof en de gasten van het elvedal biet groot gevolg daarachter. Toen maakten ze halt En er werd gesproken jfllot rolgt).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1912 | | pagina 5