Maandag i5 Januari. N°. 12. iss- j srgang. 1912 Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k e, met uitzondering van Zon- en Peeitdagen. per kwartaal, zoowel voor Middelburg al» voor alle plaatsen in Nederland franco pp. f2 Afzonderlijke nummer» kosten 5 cent. Advertentiën by abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zijn aan het bureau te bekomen. Advertentiën voor het eerstvolgende nummer moeten des middago vóór één uur aan het bureau bezorgd zijn. Advertentiën h 20 cent per regel. Bij abonnement veel lager. Geboorte-, dood- ec alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50elke regel mee 20 cent. Reclames 40 cent por regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig mt Zeeland, betreffend» Handel, Nijverheid en Geldwezen, is gerechtigd het Algeneen Advertentle-Borens: A. DE LA HAK As., N.Z. Voorburgwal Amsterdam. Dit nommer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. otter- „Zjjl- cester Azard rdan». van Bios- rkt 3, bond. ■zond- dhnis, Nod- erkge- Vef- Go- derinf ithpol- traal", Middelburg 13 Januari. Een overladen Kamer. Toen den 22 December tegen midder nacht in de Tweede Kamer onzer Staten Generaal de marine-begrooting af-geraffeld was, en de leden op het pnut Btonden naar huis te gaan, nam de voorzitter het woord om in een rede, veel langer dan men van een Kamer-voorzitter gewend ia, een opsomming te geven van de werk zaamheden die de Kamer te wachten staan, wanneer zij iu Februari weer bijeenkomt. Het lijstje begon met dertien wetsont werpen die in de afdeelingen znllen worden onderzocht. Behalve eeu enkel belangrijk ontwerp zooals dat tot heffing van een inkomstenbelasting, betreffen de meesten daarvan wijzigingen van wetten. Maar daarna kwam het lijstje van de wetten die gereed zyn voor openbare beraadslaging en dat ziet er anders nit. JNaar het oordeel van den voorzitter val len daaronder allereerst de navolgende onderwerpen Regeling van het armbestuur beperking van Zondagsarbeid en nacht arbeid in broodbakkerijen en van den arbeidsduur voor bftlrhorogoaol Ion aanvulling van het Xde hoofdstuk der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1909, (Dekking tekort Rijksverzekeringsbank); wijziging der wet tot regeling van het lager onderwijs bepalingen omtrent de vergelding met pensioen van in dienst van ambtenaren een college of een instelling of van met deze gelijk gestelde coramissiëu of parti- cnlieren den Staat bewezen diensten nadere regeling van bet Nederlandscb- Indische muntwezen wijziging en aanvulling van de wet tot regeling van het middelbaar onderwijs; bepaling tot bescherming van in bet wild levende vogels nadere wijziging en aanvulling der Indische Comptabiliteitswet. »Ik spreek nu niet, liet de voorzitter er op volgen, van de behandeling van moties, enz.de wetsontwerpen gaan voor, doch in de eerste plaats zullen in aanmerking komen de interpellatie van den heer Trenb over de spoorwegen, en de moties over de onderwijstraktemententerwijl op de bepaling van bet tijdstip van behan deling der motie van den heer Troelstra over de ouderdomspensioenen wellicht van invloed zal zijn het stadium, waarin de verzekeringsontwerpen znllen ver- ontwerpen, maar niemand denkt er nn aan ze voor den dag te halen. Hek kan niet. De Kamer werkt en werkt, inderdaad hard, maarte komt er niet. Of eigenlijk, wat nog erger is: het is of ieder jaar haar prodnktivifceit vermindert. In het vorige zittingsjaar 1910/11 hebben de „Handelingen" (d. i. het ver slag alleen van het gesprokene inde Kamer) de nog nooit gekende dikte be reikt van 2497 bladzijden Weet n hoe veel dat is We hebben het eens uitge rekend naar bet formaat van ons blad. Als we 1 Januari begonnen waren iederen dag een volledig blad van vier izijden, dus twintig kolom „plat"' zetsel, zonder „kop", zonder advertentiën te vullen met „Handelingen," dan zouden 3 tot ver in Augustus daar nog mee zig zijn. En daarnaast heeft men dan nog den papieren dam tnsschen Kamer en Volk", de stapels Bijlagen", anders ge zegd wetsvoorstellen, memories van toelichting, voorloopige verslagen, memo ries van antwoord, nota's, rapporten, dagen, enz. enz. Wie die hoeveelheid papier nog nooit gezien heeft, kan zich er moeilijk een te groote voorstelling van maken. En als men nn naast de: Handelingen en Bijlagen eens het pakje Staatsbladen met de in een der laatste jaren gereedgekomen wetten legt, dan is de verhouding daartnsschen ongeveer die van een statenhnbel en oen naar velletjes Eindelijk nog merkte hij op, dat er ver andering kan komen in zijn voornemen door het indienen van de Memories van Antwoord betreffende verschillende belangrijke wetsontwerpen. De Kamer wacht die antwoorden o. a. nopens de positie van Rijksambtenaren en on derwijzeressen die in het huwelijk treden, de Gezondheidswet, de Kustverdediging, de Stuwadoorswet, enz, Laten we hier bijvoegen dat de voor zitter in het geheel niet gesproken heeft van de in Februari te verwachten behan deling van het met ondergang bedreigde pantserscbip van minister Wentholten lest. bestdat thans nog in banden der commissie zyn de ziektewet., de invali diteitswet, en de te onzaliger ure daar aan vastgekoppelde tariefwet. Daarmee is men er nog nieter sohnilen in de Bijlagen nog meer vrets- Dat is niet een verschijnsel van alle tijden, zoolang het parlement bestaat. Vroeger was de verhouding tusschen de hoeveelheid arbeid der Kamer en haar wetgevende productiviteit beslist gun stiger. Natuurlijk gaat het niet aan bet aantal van de verkregen wets voorstellen te deelen op dat van de bladzijden der Handelingen. Maardetoe- nemiug van dut laatste getal is veel zeggend. We hebben op goed geluk een ouden jaargang der Handelingen" voor den dag gehaald. Het was die van 1854/55. We vonden daarin 1471 bladzijden. (Dit jaar zijn we by het Kerstreces reeds gekomen tot 1654 bladzijden). Toch was bet toen geen onbeduidend zittingjaar. In 1875/76 haalden de »Bandelingen' 1793 bladzijden, en zelfs in het bewo gen zittingsjaar 1886/87 met de grond wetsherziening kwam men niet booger dan 2116 bladzijden. En als soms iemand mocht denken, dat de Kamer vroeger degelijker werkte dan nu, dan behoeven we slechts de jongste gejaagde begrotingsbehandeling in herinnering te brengen, om hem van het tegendeel te overtuigen. De waarheid is dat eenerzyds de wet gevende arbeid van de Kamer vermeer dert (men deuke Blechts aan de boek- deelen met de, vroeger geheel onbekende, sociale wetten), maar dat anderzijds de bemoeienis der Kamer met zaken buiten bet directe wetten-maken zich aanzienlijk beeft uitgebreid. Het werd door den heer De Savornin Lohman bij de Algemeene begrootiugs- beschouwiugen dit jaar iu een iuteressaute rede nog eens in herinnering gebracht dat de scheiding van uitvoerende eu wetgevende macht vroeger strenger werd doorgevoerd dan tegenwoordig, zoodat de Kamer, zich niet zoozeer als thans met de bestuurszaken bemoeide, doch die alleen beoordeelde nadat zy gepleegd waren niet vóórdat zij gepleegd zonden worden. Het Kabinet had in dien tijd weinig directe bemoeienis met sociale kwestieshet had een klein program en de kiezers hadden er in bet geheel geen. Vandaar dat elk Kabinet met een paar wetsontwerpen te voorschijn kon komen, die al dan niet werden tot stand gebracht. De debatten iu de Kamer hadden boven dien altijd plaats met bet Kabiuet en niet tusschen de partijen onderling. Thans moeten de Kabinets-programma's zooveel mogelijk omvatten de kiezers programma's, en moet ieder minister om zijn ijver te toonen. zooveel hij kan pro- dnceeren, om zich te verweren tegen den voortdurenden aandrang van de partijen en de verschillende Kamerleden. Eu wat de heer De Savorniu Lohrnan nog erger vond, is dat een Kabinet stnkken over neemt van zyn voorgangers. Gaat mei aan het werk met dien stapel van niet- ingetrokken wetsontwerpen dan zijn de nieuwe leden niet op de hoogte, en degenen, die op de hoogte waren, zoo goed als alles vergeten. En die stukken vormen boekdeelen! Dat eindelijk de party-debatten thans een aanzienlijk deel van den tijd beslaan, behoeve we niet aan te toonen. Bovendien zijn er twee ministerieele departementen meer dan vroeger, wat voor de Kamer beteekeut: twee werk gevers meer. Toen de beer Troelstra uit deze rede voering de conclusie trok dat de heer De Savornin Lohman die goeien ouden tijd terngwenschte, heeft het Jid voor Goes neer we lezen van dagen-lange debatten over party- beginselen, dan denken we aau het voorbeeld van de Engelsche partijleiders, die voor dat tegenover- elkaar-stellen der beginselen, veel meer dan hier gebeurt, de kiezersvergaderingen gebruiken. Eu we geloovjn niet dat onze Kamer met soms urenlange interpellatie debatten over betrekkelijke nietigheden iets verder komt dan het Engelsche La gerhuis met zijn spitsvondig en snel werkend vragen- en antwoordenspel. De mogelijkheid tot dit laatste bestaat bij ons, maar er wordt er weinig gebruik vau gemaakt. En dan zijn alle Kamerleden het er over eens, dat de werkwijze onzer Kamer een grondige herziening behoeft. Maar hoe De heer De Savornin Lohman wil het reglement van orde herzien. En niemand zal ontkennen dat een verandering en aanvulling daarvan zeer gewenscbt is. Het dateert uit de oude dagende mo ties van orde bijvoorbeeld, een schepping van later datum, worden er niet eens in genoemd. Het bepaalt zich hoofdzakelijk tot bet Tegelen van het spreken, en het is juist het voorbereidingswerk, dat bij ons zoo vee! vertraging geeft. Boven dien heeft de President niet feitelijk de leiding, want hij staat boven de par tijen, kan zich dns niet met partij- inzichten inlaten, en staat dus ook weer krachtig tegen die aantijging geprotes- j 'os van de verlangens van de partijen, têgënsteHing'had aangetoond, om daaruit1 ia""'cfat 1somr!re',pafti"-¥eKf?"e|'J,<!f>!'§re!! tot hervormingsvoorstellen „in zeer voor uitstrevende richting", waarover straks meer. Eerst echter nog een enkel woord over het verschijnsel zelf, dat door den heer De Savornin Lohman in zoo'n helder licht werd gesteld, een verschijnsel dat in alle parlementair geregeerde landen merk baar is, en dat wijst op een toenemend verdemocratiseeren van de volksver tegenwoordiging. Men moet het loven, dat de Tweede Kamer zich niet bepaald heeft tot de rol die de liberalen van 1848 haar had den toegedacht. Men kan er zich slechts over verbeugen dat ouder de kiezers bet staatkundig leven zoo krachtig is ge worden, dat zij het zijn die door bnn program ma's bepalen welke hervormingen aan de Kamer zullen worden voorgelegd, en dat niet slechts de ministers daarover beslissen. En het getuigt ook van een ontwikkeling naar een krachtiger zelf bestuur, dat de Tweede Kamer steeds sterker controle uitoefent over bet uit voerend gezag. Men kan dat alle8 loven, ook zonder blind te zijn voor de nadeelige gevolgen, die een te groot overwicht van den verkie zingsuitslag kan hebben voor de positie van het parlement. Daarvoor is de les te duidelijk die Engeland ons leert, waar de Lagerhuisledeu der meerderheid zich erover beklagen, dat ze tot stemmachines worden verlaagd, die slechts dienen om de regeeringsvoorstelleD, d. w. z. het verkiezingsprogramma, door te drijven, terwijl de minderheid tot volslagen machteloosheid wordt gedoemd door het stemmeuoverwicbt der meerderheid, Maar dat is weer een kwestie op zichzelf. Het vraagstuk waar wij ons mee bezig houden, is de overlading van de Kamer. We hebben met opzet de bovenstaande algemeene opmerkiugen voorop om toch maar goed in bet licht te stel len, dat het niet louter de schuld vau de Kamer zelf is, dat zij zoo slecht op schiet met haar taak. Maar daarmee is nog niet gezegd, dat de Kamer zelf zonder schuld is. Wan komen met de leiding van den voorzitter. Daarom wil de heer De Savornin Lohman meer directeu invloed van de regeering op de regeling der werkzaamheden. Maarer liggen voetangels eu klemmen op dat hervormingsgebied. De heer Roodhuyzen maande heel ter snede tot voorzichtigheid aan zij 't ook met een al te koene beeldspraak door de opmerking>Als ik zie hoe onze geachte senior en oud-parlementariër in deze Kamer zich telkens de vingers brandt als hij op het Reglement van Orde te paard gaat zitten, dan vraag ik of dat niet tot voorzichtigheid maantheeft het hem ooit veel geholpen, als hij met de beste bedoelingen ter wereld, met het Reglement van Orde in de band, de zaken wilde bespoedigen En tegenover de aanbeveling, om aan de regeering meer medezeggingscbap aan wijze van werken te geven, wees de heer Troelstra terecht op het bezwaar, dat de opvatting die zich hier te lande eenmaal heeft ingeburgerd omtrent de verhouding tusschen de regeering en het Parlement, en omtrent de rechten die men als lid van het Parlement kan loten gelden, zoo maar niet in eens kan wor den gewijzigd met een verandering in het Reglement van Orde, ten gevolge van een meerderheidsstemming in de Kamer. Men ziet het, de kwestie wortelt diep, en in het licht dezer opmerking krijgt bet aan mr Van Houten toegeschreven woord, dat na de Grondwet het Regle ment van Orde de belangrijkste staats wet is, al is het ook geen eigenlijke »wet", een duidelijker beteekeuis. We zouden deze uiteenzetting onvol ledig laten, wanneer we niet ook een oogeublilc stilstonden by een oorzaak, die uit den huidigen toestand voortkomt. Verschdlende sprekers, maar vooral de heer Drucker, wezen er op dat zoo wel het ministerie Vau Houten-Röell als bet daaropvolgende ministerie Pierson alle groote maatregelen, die ze zich had den voorgesteld, wisten tot stand te brengen. De heet Drucker schreef dat hieraan toe, dat zij zich den gang van zaken, huu volgorde, hun methoden goed, en gelijk later bleek, proefhoudend had den afgebakend. En dnnraan is juist thans groot gemis. Herhaaldelijk komt het verzet tegen de regeling der werkzaamhe den van de zijde der regeeringspartijen. De huidige regeering geeft geen voldoende leiding in dat opzicht. Zoo staat men dus voor een verschijn sel, dat zeer moeilijk te verhelpen zal zijn, ómdat bet zoo veeltakkig is iu zijn wortelstel. Het is onze bedoeling geweest dot veel zijdige van de oorzaak der kwaal aan te toonen, meer dnn een pleidooi te leveren voor een of ander gemeesraiddel. Wanneer men ziet hoe de Kamerleden de personen die het sterkste de na doelen dier overlading gevoelen en den toestand het best kennen, van oordeel verschillen bij liet aangeven vau den weg ter beterschap, dan spreekt het van zelf dat een buitenstaander aarzelt om die taak aan te durven. Maar dit mogeu wij na het bovenstaande wel zeggen Alleen door al de oorzaken in het oog te houden, kan men voorkomen, dat eeu hervorming tengevolge zon hebben het bekorten van de reebteu der Kamer. Uit de Pers. Kuyper en Lohman hot blad van den heer De Savornin Lohman op dr. Kuyper naar aanleiding van de Dol kumer-motie geeft aan de anti-rev. „N.Prov Gron Crt." aanleiding tot een aanval op dat blad. „Het is, zoo schrijft het Gron orgaan, at den laatsten tijd de „Nederlander", die de rol speelt van arbiter m ons politieke leven. Anti revolutionairen, die den leider volgen, wor den met smaad overladen. Zij zijn niet zelf standig. Zij laten dr Kuyper voor zich den ken Zij zijn marionetten. Een citaat uit een boek over Bismarck moet dienst doen om dit te bewijzen. Men verandert dan eenvoudig den. naam Bismarck in den naam Kuyper en is precies klaar. Dit dient om aan te toonen, hoe groot het bewijsmateriaal overigens is Maar als een anti revolutionair orgaan ol persoon het met dr. Kuyper oneens is, dan komt er aan den lof geen eind En de „Neder- er" komt „dank betuigen voor de afwe kende mcening", een uitdrukking die ons zegt welke plaats men open heeft voor de anti- v. partij. Het blad komt dan op de verhouding tot het huidige Kabinet. 'tls een feit dat reeds lang voor dr. Kuy per's rede in do Tweede Kamer in zendings kringen dezelfde vrees omtrent liet onderwijs werd uitgesproken. Ook is het een feit, dat een man als dr. Scheurcr, die Indië kent, aan dr. Kuyper's zijde staat. Er dreigt het gevaar dat men ons den weg wil opdrijven: te laten de actie in Mohammedaan sche streken, waar do „cultuur" den arbeid wol afkan, om ons slechts over te laten dat deel van Indië, waar de wilde volkeren wonen Mag men de re geer in g, mag men den minister voor dit gevaar niet waarschuwen? Het is uit niets af te leiden, dat dr Kuyper sn aanval bedoelde op den Minister van Koloniën of het Kabinet Of zit het kwaad slechts daarin, dat dr. Kjiyper waarschuwde? Hier wordt, zoo toont het blad aan, met twee maten gemeten. Anti-revolutionaire ministers hebben sociale verzekeringswetten voorgesteld, die door de „Nederlander" en door prof. Fabius fel worden bestreden Men noemt die wetten eenantirev. minister onwaardig. Zij kunnen immers even goed van een vrijzinnig minister komen. Dat alles moeten do anti-revolutionaire man nen in dit kabinet aanvaarden als een vrien dendienst. Men duldt het niet eens, dat dr. Kuyper fai dezen, het kabinet steunt. Als hij zegt; ge moet in dit geval mot slechts op de wet zien, maar ook met het motief rekenen en dan wij ken de ministers niet van de anti-rovolutio-. nairo lijn af, omdat zij met een nood stand rekenen dan klinkt het „ondeugend": die noodstand bestaat misschien moor voor uzelf, zoodat gij tegen beter weten in aan zulk feen wetgeving moet vasthouden En prof. Fabius vindt zulk zeggen prachtig. Dus dr. Kuyper mag niet betoogen, dat een

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1912 | | pagina 1