BIJVOEGSEL
JMdelburg 9 Sept.
Onderwijs.
FEUILLETON.
DE MENSCHENKENNER.
rksCoSrv°i.er,toU
Letteren en Knnst.
Maandag 11 Sept. 1911, no. 214,
land drie soorten. De groote netel, die wg den tijd, waarin 't gesprok niet vlotten wilde,
reeds noemden en een blijvende plant is, de aan te vollen mot spinnen, tengevolge waar-
kleine netel, die nog al eens in de tuinen van in een groot doel van Noordbrabant eene
lus8chen verschillende groenten voorkomt en vrouwenbgeenkomst den naam van „spinning"*)
eenjarig ia, en eindelijk de zeer zeldzaam droeg, wellicht nog draagt,
voorkomende Dodarts of pildragende
netel („o. Dodartii" of „pilulifera"). j Wo vinden dit woord niet bij Van Dale
In de Natuurlijke Historie van Nederland en 't groote Woordenboek is zoo ver nog niet.
dr C. A». J. A. Oudemans worden de brand'
netels met de hennep, de hop en den olm
(ijp )tot ééne familie gebracht, die der netel
achtigen („urticeae") daaraan kenbaar en
daarin ook overeenkomende, dat de meeldra
den aan de slippen van het bloemdek zgn te
genovergesteld en niet, zooals bg andere plan-
ten-families het geval is, daarmede afwis-
*£andbcuu)firomek
v*» okzbx vair** xnivum.
De Brandnetel. Onkruid
Wat is onkruid?
Die vraag ligt voor de hand, want er zijn
tal van planten, die met dien naam bestem
peld worden, zonder dat men zich daarbij
eenige rekenschap geeft, 'waarom men haar
onder het onkruid rangschikt.
In het Woordenboek der Nederlandsche taal,
waarvan het eerste deel in 1882 werd uit
gegeven, het laatste misschien in deze eeuw
nog niet verschgnt, vinden wij bij onkruid
aangeteekend „nutteloos of zelfs schadelijk
kruid"; Van Dale geeft o.i. een betere ver
klaring, wanneer hij daarvan zegt: „alle plan
ten, welke schade doen aan de granen, peul
vruchten, voedergewassen enz., in één woord
aan alle planten, die opzettelijk verbouwd of
aangekweekt worden"; toch kunnen wij ons
ook met deze bepaling nog niet volkomen
vereenigen, omdat zij, evenals de eerste, te
veel blijft hangen aan. het denkbeeld schade
lijk zijn.
Niemand zal bijvoorbeeld gras brengen tot
de onkruiden, maar toch is gras in een bloem
perkje, in een. bloempot, onkruid, ofschoon
het daar zeer goed kan aanwezig zijn zen-
dar eenige schade te veroorzaken.
De omschrijving „nutteloos" van het Woor
denboek draagt onze goedkeuring evenmin weg.
Er zijn naar onze meening geen nutteloozq
planten; iedere plant kan nuttig zijn, maar
dat nut is ons vaak onbekend en door onze
onkunde zouden wij durven besluiten tot
hare nutteloosheid!
Wel een beetje erg aanmatigend.
Maar wat is dan eigenlijk onkruid?
Wij zouden zoo zeggen: door onkruid ver
staat men in 't algemeen planten, die groeien,
waar de mensch haar liever niet heeft.
Viooltjes in een bed met snijsla is on
kruid en men trekt ze uit; snijsla in een bed
met viooltjes is onkruid en men verwijdert
de slaplantenesschenscheuten, die opkomen in
een laardbeibed, behooren tot hetgeen men
onkruid noemt; aardbeïranken in een bed
porselein behooren ook lot de planten, die
verwijderd moeten worden, enz.
Wg lieten deze kleine beschouwing vooraf
gaan, omdat we even willen stilstaan bij een
plant, die zonder daarover korter of langer
na te denken, tot de onkruiden wordt gerekend
waar Izij ook voorkomt, en toch ook bare
goede eigenschappen heeft, waarom hare cul
tuur in sommige opzichten zelfs aanbeveling
verdient, wij bedoelen de brandnetel en
wel de groote („urtica dioica").
De brandnetels dragen haar naam naar de
brandende pijn, die zij bij de minste aan
raking veroorzaken en die een gevolg is daar
van, dat de stijve haartjes, waarmede alle
organen dier plant bekleed zijn, gemakkelijk
in de huid binnendringen, daar afbreken en
dientengevolge het scherpe vocht, dat die haren
afscheiden, hoofdzakelijk mierenzuur, in het
gemaakte wondje uitstorten. Op de huid ont
staan dan Jkleine witte blaasjes, die intus-
schen na korten tijd met de pijn en de jeukte
weder verdwijnen.
Tusschen de keerkringen vindt men brand
netelsoorten, die bij de minste aanraking een
hevige pijn en een geweldige zwelling veroor
zaken, eene zwelling, die zelfs levensgevaar
lijk kan worden. Zoo vindt men op Timor de
„urtica urentissima" door do inlanders „Da-
oon setan", dat is „satansblad, genoemd, om
dat hare aanraking zulke onuitstaanbare pij
nen veroorzaakt.
Maar keereu wij tot onze aïfemeen bekende
brandnetels terug. Men heeft daarvan in Neder -
Later heeft men die eene familie in drie fa
milies gesplitst:in deolmachtigen(„ulma-
ceae"), netelp 1 anten („urticcse"), waartoe
ook het glaskruid behoort en de h e n-n epach-
„urere" branden,
hop gebracht worden.
Do brandnetel is eene „eenhuizige" plaat,
d. w. z. de eene bloem bevat alleen meeldra-
(Wordt vervolgd).
Maatschappy tot bevordering
van Landbouw en Veeteelt in
Zeeland.
Algemeone vergadering.
(Slot)
In 't kort hebben we in cms vorig nommer
nog melding gemaakt van het gebeurde na de
pauze. We willen hierop thans wat nader
terugkomen.
Alvorens den heer .Schilthuis het woord
wordt verleend, brengt de voorzitter dank
den, de andere bloem alleen een stamper, Co"™™™ 4»' K"™gin ™.r aijn
maar beide bloemen zijn op «éne plant aan- f PtotK, ook voor de vor-
- schillende bewijzen van hartelrjke belangstelling,
Bj 'de hennep daarentegen tomen de meel-1 '»J W »et tornen doorgaan der
draadbloemen nooit voor op dezelfde plant' "S ,5' - A
als de stamperbloemendeze plant is daarom D° h™r verlrouwt op de mede-
„tweehuizig genoemd. Hetzeltde verachijnsel ™r?,n? „de" Comrmssar.s voor het vol
doet zich voor bif zeer vele planten, zoowel f°d Eveneens brengt h, dank «01
lr»nMtl|ahl!iwa oio hnoofon. on lennmnn - nllnn deil iieftr I' riiy tlOT
kruidachtige als heesters en boomen; voor
beelden: de spinazie, de aucuba japonica,
de wilg enz. y
De mannelijke bloemen van de brandnetel
bestaan uit een bloemdek met 4 slippen met
4 daartegenover gestelde meeldraden, die met
bunne helmknoppen naar binnen zijn gekromd,
maar kort nadat het bloemdek geheel is open
gegaan, zich met een ruk naar buiten keeren,
zich openen en het stuifmeel als een fijn
poeder als "t ware wegwerpen, zoodat het zich
verspreiden kan over verscheidene vrouwe
lijke bloemen, die uit een twee-slippig bloem
dek tnet één stamper bestaan. Een gelijke
verstuiving vindt men bij het glaskruid („pa
rietaria"). De vruchten der brandnetels zijn
kleine pootjes, waarin maar één zaadkorrel
aanwezig is. Iedere plant brengt een zeer
groot aantal nootjes voort, terwijl het zaad
buitengewoon kiemkrachtig is. Geen wonder
dus, dat men de groote brandnetel, die soms
een hoogte bereikt van 1 meter, zoo algemeen
verspreid ziet.
De Commissaris dankt met een enkel woord
voor den welkomstgroet en zegt zjjn steun toe
ook voor liet volgend jaar.
De heer Fruylier sluit zich hierbij aan. Ged.
Staten zullen steunen, omdat ze beseffen dat
de landbouw de hoofdfactor van het Zeenwsch
volksbestaan is.
De heer Schilthuis vervolgt hierop zijn rede.
Spreker releveert de uitspraak der Maatschap
pij van Nijverheid tegen de tariefwet. Hij
gemaakt door het Zeeuwsch-Belgisch Stamboek.
Door liet hoofdbestuur zijn minder gelukkige
benoemingen geschied. Het puntenstelsel deugt
niet, dat moet verdwijnen voor een vergelij
kende keuring. Ook de Rijkskeuring deugt niet
en aan het premiestelsel voor oudere hengsten
(ontbreekt veel.
De heer Vorsterman van Oyen antwoordt
dat enkele Wenschen overbodig zijn. Had de
inleider jdo wet op do paardenfokkerij in
gezien dan had hij dit ervaren.
Dezelfde heer behandelt ook prijzenregeling,
die z. i. zoo goed mogelijk is De bezwaren
kunnen niet zijn tegen de iegelingscommissie.
De verdere punten van de agenda, waar
onder de rede van den heer Vorsterman van
Oyen over „De yrouw in het Landbouwbedrijf",
moesten onybehandeld blijven.
De heer Dominicus sloot met dank te bren
gen aan de aanwezigen en ook aan den heer
Hombach voor de schenking van de 11 geiten,
die des avonds zouden worden verloot.
Bij die verloting vielen de dieren achtereen
volgens ten deel aan de P V. geitenfok-
vereenigingen te Geersdijk 'N. Beveland),
Grijpskerie, Biezelinge, Kloelinge, Serooskerke
(Walcheren), Borssele, Renesse, Kerkuerve
(Moriaanshoofd), Driewegen (Z. Beveland), Nis-
so en Ritlhem.
Deze vereenigingen zijn nu verplicht de ge
wonnen geit gratis te verloten onder de boe
renarbeiders, arbeidersweduwen cn gewezen
boerenarbeiders, die lid der vercemging zijn
en nog geen. volbloed Saanengeit hebben. De
gelukkige winner moet de geit minstens een
jaar aanhouden.
kon. besluit:
is benoemd tot voorzitter van de Eerste
_„_„i ,i» is ueuoeiuu Wl voorzitter van ue r.er&«j
motiveert de verklaring dat als regel de prys Tr
der producten zal 46en en mmoreert Kamer der Stato-Gene,aal, BeduKnde de al.
oprichting Tan syndicaten of trnsts, hij voor-|'mS 1?P d« derda» D«a-
tecld het zout-syndicaat en het ntrel-syndicsat. I daS September 1911, J. E. N. baron Schim-
Va. i™ nr „„a melpemmnck van der Oye van Hoevelaken,
lid 'van die Kamer
is benoemd lot lid van het college van
curatoren van het Kon. Nederl Meteorologisch
Instituut de schout-bij-nacht G. F. Tydeman,
directeur en commandant der marine te Am
sterdam;
is met ingang van 14 Sept. as. bevorderd
tot luit. ter zee 2e kl. de adelborst le kl.
J. J. Zomer, met bepaling dat genoemde offi
cier in ranglijst van het korps zeeofficieren
bouwbond is gezegd, dat de tariefwet voor
den landbouw nadeelig is, wat spreker uit
voerig mot voorbeelden toelicht. De kosten
van het levensonderhoud Zullen stijgen en
Ben gevolg zal zijn een trek van arbeiders
paar de centra van de beschermde nijverheid
I en. ontvolking van het platteland. De tarief-
to-aI- ïo lt..ll..!irl nlaV mnnrnn mon «tn nrt-
Nu behoort de brandnetel ongetwijfeld wel w1 be"endjjf' waarop men ge'
tot die soort van planten, die vrij algemeen t T<!rd®r
met den naam van onkruid worden aangewe-1 pre e.r c waarom weerwra 'plaats zal nemen tusschen de luitenants ter
zen en wo geven dan ook gaarne toe, dat zoonbuitengewoon gevaarlgk Zqn De Ne-k] j Q. H H Mackay c Meijer;
partijtje brandnetels in 't midden van eene sc ...l I zijn benoemd: tot ontvanger der registratie
weide, naast en in de duiven, reeüu, tucccheu Ut it— Raait. I. i. Roemt L B«t-
de bebouwde akkers volstrekt niet op hare g f r, b J' - 1 storzwaag C. C. Sterk, en te Lemmer P Itoelf-
plaats zijn en dus den naam van onkruid' r 0 'scu y 1 °°^s. 1 sema, thans alten surnumerair der registratie
daar ter plaatse verdient®, maar aan trie Se e«yaarl,jle kwestie «m hier te hospreken, wjl-^ k
schuld, dat deze planten voorkomen op eene tot d' P0,,lKt venutiden. Hs|
Ttlanls, waar zij niet te h.lin behooren? P»rdeelt dal een adres aan de regeonne met De luit. ter zee Se kl. I Akkerman, uit
Toch zeker wel aan den onbedachtzamen word<® verzonder. AHeen voor sommige West-LndtS per particuliere gelegenheid in No-
,of onverschilligen eigenaar of gebruiker van Pr?d«ten mag ontheffing worden gevraagd. derland teruggekeerd, wordt op non-activiteit
den grond, die de plant niet M tijds heeft De zmvelfabneken achten do belasting or gesteld.
g.n hmr rio noion<.t>».o,M mol u„f,fi kaasslremsel en zout met voldoende om aan de
ontnomen haar overvloed van zaad overal te regeering te adreaseeren Dit is dus geen punt Bij resolutie van den Minister van Kolomen
ontnomen haar overvloed van zaad overal te f belang Wel js hel eewenscht dat ge- m ui. J. Dikkers te Arnhem gesteld ter be.
verspreiden, nog daargelaten dal hare wortels J schikking van den Gouverno,u-Generaal van
z,ch ,aa, op laim verder ontwrkkelen en ™?g op zakken Ned.-IndtS om te worden geplaatst in rcch.
SMI6 Va° veranderen m een, teto!tkinse» daar te lande.
In ©en weide behooren grassoorten
Vrjjdag werd te Bergen pp 2qo*a m
„Th&lia.", de aigemceno vergadering gehou
den van onderwijzers (zeressenin 't bit.
T h o I n. Ruim 90 dames en boeren van do
eilanden Tholen, Zuid- en Noord-Bevolacd
waren, opgekomen.
De heer Wagtho, arr. schoolopziener, preei-
deerde de vergadenng, terwijl ook aanwezig
was de districtschoolopziener, de hec>r mr.
C- de Wilt Hamer.
Na opening met. een woord van wolkom door
den voorzitter en lezing der notulen van de
vorige vergadering lneld de heer J. Vreeken,
hoofd eener school te Middelburg, een lezing,
die tot onderwerp had„Handenarbeid". Aan
de hand van citaten uit geschriften van be
kende paedagogen schetste de inleider de
groote waarde van handenarbeid in betrek
king tot de opvoeding van den mensch. Hg
ging daarbij uit van het feit, dat wg niet al
leen de ziel hebben op te voeden, ook niet
[alleen bet lichaam, doch den goheelen mensch
ziel en lichaam.
Wel beoogt de gymnastiek ook de lichame
lijke (opvoeding, doch zg doet dat niet op
wijze als de handenarbeid. Spreker gaf ook
in den breede aan wal wij onder handen
arbeid pis bedoeld wordt voor de scholen,
hebben te verstaan, en vond gelegenheid daar
bij op te merken, hoe handenarbeid als hg
door iederen stand in de jeugd beoefend
werd, zou leiden tot groote waardeering van
dat gros menschen, die zich steedB met han
denarbeid, al is dat dan ook in anderen zin,
hebben bezig te houden. Zij, die bevreesd
zijn dat het invoeren van nog al een nieuw
leervak bij de reeds bestaande de overla
ding voor de jeugd nog grooter zou doen wor
den, kon hij gerust stellen met de verklaring,
dat de voorstanders van invoering van han
denarbeid op de scholen zouden wenschen,
dat er van de leerstof der andere vakkon.
wat afgenomen werd en die beschikbare tijd
dan aangewend zou worden tot beoefening
van slöyd. De harmonie in de opvoeding zou
dan veel beter zgn.
't Geheel was een keurige rede en proeven
van vervaardigd werk konden de vergadering
overtuigen van wat er bg goeden wil opdat
gebied te bereiken was.
Een zangkoor onder leiding van den heer
Van Rooijen te St. Maartensdijk verhoogde het
genoegen der vergadering, die na dankbetui
ging door den voorzitter gesloten werd.
Een bezoek aan het Kurhaus en de ten
toonstelling van schilderijen behoorden medd
tot hot genoegen van dezen dag, terwijl een
gemeenschappelijke maaltijd, waaraan ruim 50
personen deelnamen, een aangenaam slot ge
noemd mag worden.
De ganscho vergadering stemde er mee in,
dat er het volgende jaar weder een algemeen©
j vergadering zou gehouden wordende plaats
echter werd nog niet vastgesteld.
Met ingang van 1 Oct. is benoemd
j tot onderwijzer in de Nederlandsche taal
aan de Rijks-normaallessen te Axel de beer
H. O. W. Blijdenstijn, hoofd der school te
Hontenisse,
n kla-
Voor de betrekking als hoofd der
Chr. school te Sluis hebben zich slechts
j t, I I vier sollicitanten aangegeven, die de ver-
r„l,.Üto,U.Cf„™L Bii besctittmg van don Minister van Marino oisebte stnkk.n kondon inzenden.
i alles wat er vorder groeit; madelief-G^aren zijn de weerwraakmaatrcgelen. ]g mel ingang van i October 1911 benoemd
!jes, boterbloemen, brandnetels behooren thuis ,.e v®°rzl n sPre geheel jjchtwachter-matroos aan boord van hel
in de rubriek onkruid en getuigen van onacht- buiten de politiek gebleven is, voor zijn rede. gasjJ.ailSp0r(vaaj{uig en (je gasfabriek voor
izaamheid en zorgeloosheid; de brandnetels ge- Cofbls,esJ wo'den ,op ,<ie algemeen© ver- don die/st
I tuigen daarvan in de eerste plaats, omdat zijder Maatschappij niet genomen. Dc
zoo gemakkelijk uit te roeien zijn.
Maar waar zijn brandnetels dan geen on
kruid?
Er ia een lijd geweest toen men in Europa
nog geene uitgebreide katoennijverheid kende.
Wg herinneren ons nog de jaren, waarin door
de vrouwen uit alle standen gesponnen werd
en aeder üorp zijh© wevers er op nahield
om het gesponnen vlas te verwerken tot lin
nen. Nu en dan kwamen do vrouwen en meis
jes bij elkander op een partijtje en gelijk zij
's Rijks verlichting in de Noor
delijke districten, met standplaats Enkhuizen,
lezing heeft slechts gediend als voorlichting T p.
De heer 1.3. G. Kakebeeko, de Rijkslandbouw- j Voor rechter ui de rechtbank te Utrecht
leeraar, licht in 't kort de kwestie van de er- worden aanbevolen, mrs. A. D. H. Fockema
Andreae, A. S. De Blécourt en C W. Star
Busmann, rechters resp. te Alkmaar, Zutphen
en Almelo.
Van den Nationalen Vrouwenraad van Ne
derland hebben vier leden zich naar de bij
eenkomst van don Internationalen Vrouwen
raad te Stockholm begeven en genoten de
Buitengewoon brandende brandnetel. Van
„wiere" branden.
Vaar het Duitech
Voor het hotel „Zum Anker" te Weenen
'«eld een rijtuig stil, waaruit drie voorname
heeren stapten. De portier ontving hen eer
biedig cn vroeg wat ze verlangden.
»Drie kamers le etage", sprak de een
met een beetje vreemd accent en op bevelen
den toon.
De drie kamers waren spoedig aangewezen
en de kaïnorkelner legde den heeren het
gastenboek voor, waarin zij zich als ingenieurs
nschreven, die {zich in opdracht van hun
regecring tijdens de tentoonstelling ten be-
noeve van hun studie eenige weken in Wee
nen 'zouden ophouden. Men bemoeide zich
verder niet veet met de heeren, maar wel
irof én den hoteleigenaar èn den portier hot
royale leven dat de heeren leidden.
Toen hun rekening zoowat 30 gulden beliep,
vond de eigenaar het gewenscht hun die eens
kenning van zaaigranen toe. Hierbij behandelde
hij het ontwerp-reglement op de zaaigranen en
voor de erkenning van zaaizaden.
Uit de vergadering ging een stem op voor
strengere maatregelen inzak© fraude.
Het ontwerp zal in de afdeelingen worden
behandeld en daarna in de vergadering van hel
tgd met een handwerkje bezig hielden, Beten S te hSeten j van den koning en de Koningin op Donder-
zij haar spmnenwicl op do plaats der samen- Hiün. j dag 7 gept. j.l.
komst brengen of brachten 't zelve mede om j
Ten slotte Ienlt de heer A. J Lako, van De zitting der Tweede Kamer van de
Sluis, een onderwerp in over de verbetering Staten-Generaa! wordt Zaterdag as. gesloten
van de Zeeuwsche paardenfokkerij. Het sire-1
ven moet zijn een doelbewuste fokkerij. Zij Be Minister van Oorlog brengt ter kennis
die hieraan niet voldoen staan het goed- dat hot examen van hen, die wenschen to
fokken ijl den weg. worden toegelaten tot de verbintenis alsvrij-
Spreker ontwikkelt Zijn ideeën over een be-williger voor het reservekader bij do genie, dit
tere fokkerij en uit bezwaren tegen de lei- jaar plaats zal hebben op 17 October a.s.
Een volkomen bloem bestaat uit 4
kransen: kelkbladeren, gewoonlijk groen, kroon-
bladeren in verschillende kleuren en scha-
k eer in gen, meeldraden en stamper of stampers.
Wanneer men nu in plaats van een krans
met groene en een krans met gekleurde bla
deren, een of twee kransen van groene of
een of twee kransen van gekleurde bladereu
aantreft, spreekt men van een bloemdek.
„Franz", zeide hij tot zijn ober, „schrijf
jij voor die drie vreemdelingen de rekening
eens uit. We zullen ze eens een kleine domper
opzettenik ben benieuwd of ze betalen
zullen."
Zoo gezegd, zoo gedaan. De rekening werd
aangeboden en met een goede fooi betaald.
Maar mijnheer Schauderl, de eigenaar, ver
trouwde toch de heeren niet volkomen. Hij
stak het gold brj zich, ging daarmee naar
den bankier en informeerde of de bankjes
pcht waren. Hij kreeg een volkomen bevredi
gende boodschap. De drie ingenieurs leidden
intusschon hun vroolgk leventje verder, dron
ken champagne en aten oesters, reden met
de sjieksle njtvigen naar het Prater, kortom
(zij doden als menschen van veel geld, die het
leven weten le genieten
Op een dag hoorde men in een van do drie
kamers een luide woordenwisseling. De ver-
verschillende kamerkellners en kamermeisjes
slopen naderbij en luisterden. Zij hoorden dat
een der heeren in slecht Duilsch zeide„Help
hem toch met die paar gulden I Hij geeft ze
wel terug." Waarop een ander antwoordde
„Ik bezit nog maar een bi'jet van 1000 franc.
Ik kan zelf ook in moeilijkheden komen en
wat dan? Zal dan mij een vreemde, in
Weenen iemand helpen? Gooi niet zoo onzin-
ding hierbij.
De benoeming van leden der keuringscom
missie moet geschieden uit voordrachten, op
en zoo noodig op een of meer volgende dagen.
Verder zie men de „St. Crt." no. 211.
Nog iets over de Giocondo.
Donderdagochtend zag een te Leon in
Spanje wonend archeoloog, die van een wan
deling huiswaarts keerde, een automobiel stil
houden voor de deur van een herberg aan het
begin van do stad.
Twee mannen stapten uit den auto. Onder
do bagage, die uit het rijtuig werd gehaald,
trok een omvangrijk voorwerp bijzonder do
aandacht van den oudheidkundige, die nader
toetrad en door de losse naden varf"de em
ballage been het portret van „foiosQnêa.'*'
meende te herkennen.
Hij gaf aan de autoriteiten kennis van
Zijn bevinden en het parket liet daarop de
beide vreemdelingen arresteeron en legde be
slag pp het verdachte voorwerp, dal wer
kelijk een portret van Monna Lisa bleek te
zjjn.
De gearresteerden moeten, volgens het ge
rucht, verklaard hebben, dat het po#ret een
copio is van de Gioconda uit hot Louvre en
dat het hun eigendom is.
De Sj a-'insche minister van binncnlandsclie
zaken wist Vrijdag echter nog van niets.
in moeilijkheden."
Het gesprek werd den hotelier precies over
gebracht en hij gaf order dat de kamerkellncr
en de portier van toen af de drie vreemden
nog scherper in het oog zouden houden dan
tot. dusverre. Dat gebeurde.
Den volgenden dag kwam een der drie
vreemden bij den hotelier en vroeg hem om
een biljet van 1000 francs te wisselen.
„Aha", dacht Schauderl, „dan heeft hij
zich toch laten vermurwen." Zgn tweede ge-
dacht© was evenwel, het bankje te laten on
derzoeken of het echt was, want hij vertrouw
de deze drie gasten nu eenmaal niet.
„Er is iets niet in den haak", zeide hij
tegen den ober, „pas maar op, of ik geen
gelijk krijg lk ben een menschenkenner en wij
moeten pp onze hoede wezen."
Geen half uur nadat dit gesprek gevoerd
was, kwam de ober in de kamer van den
hotelier en deelde dezen mede, dat een vrcem-
Öe heer hem wenschte te spreken
De hoer Schauderl ging dadelijk naar den
kleinen, wat somberen ontvangslsalon en vond
daar een zeer corpulent man van ongeveer
veertig jaren met een brilletje op don neus
en naar zijn uiterlijk te oordeelen een Fransch-
man.
„Waarmee kan ik u van dienst zijn?"
,,lk ben", antwoordde de vreemde in ge
broken Duilsch, „do commissaris van politie
De la Roche uit Parijs. Hier is mijn legimita-
tio-bewijs."
Met deze woorden toonde hij den verbaasden
hotelier een groot stuk papier, aan het onder
einde waarvan zich ©en zegel bevond. 1
„En hier", vervolgde hij, „is de bevesti
ging van de Weener politie, dat ik inderdaad
de commissaris De la Roche ben."
„Uitstekend", zei de hotelier. „Ik twijfel
geen oogenblik aan do juistheid van uw be
weringen, maar als ik vragen mag, waarmee
kan ik u van dienst zijn.?"
„Ik ben drie misdadigers op het 6poor,
die ik geloof bier in Weenen gevonden te
hebben en die in uw hotel verblijf houden."
Met die woorden opende hij een portefeuille
en kreeg daaruit drie photographieën, die luj
don holelier liet zien.
„Kent u die gezichten?"
De hotelier had maar één blik op de foto's
te slaan om uit te roepen
„Heb ik het niet gedacht? Ja, mijnheer
de commissaris, die drie spitsboeven wonen
hier en leiden een leven van vroolijkcn Frans.
„Ik heb", vervolgde hij, „mijn oberkellner
eü meermalen gezegd, dat ik die drie hoeren
niet vertrouw Weet u, mijnheer de commissa-
danigia heel Weenen bekend. Als hotelier mag
men dat ook wel wezenhoe zou men zich
anders tegenwoordig met zooveel spitsboeven
kunnen redden? Ik heb het zien aankomen.
Maar vertelt u mij eens zijn die drie kerels
valsche munters?"
„Niet dal ik weet", antwoordde de com
missaris.
„Ik daclit het. Ziot u, voor een half uur
brengt een van die kerels mij een biljet van
1000 francs om te wisselen, wat ik ook ge
daan heb. Excuseer mij een oogenblik, ik
ben dadelijk terug."
Met die woorden ging hg de deur uit, maar
kwam een oogenblik later terug met een bank
biljet in de handen, dat hij de la Rocbe over
handigde met do woorden:
„Wilt u als 't blieft eens onderzoeken of
dit biljet echt is?"
De commissaris bekeek het biljet van allo
kanten, draaide hot iinxs en rechts oin, nam
een loupe uit zgn zak om het watermerk en
het nummer na te kijken en gaf den holelier
het biljet terug met de woorden
„Dit biljet is echt. In dat opzicht behoeft
u niet de minste zorg te hebben. Die kereU
hebben genoeg echt geld. Maar ik zit ze achter
na voor hun oplichterijen en diefstal. Maar om
nu lot do hoofdzaak tekoinon; hoe pakken