litollipfc Coral
BIJVOEGSEL
Middelburg 8 Sept.
Kerknieuws.
FEUILLETON.
Nonte van üe Sampetter.(I)
BEKENDMAKINGEN.
BUITENLAND.
-nv n*
TAB
Zaterdag 9 Sept. 1911, go. 213,
Bjj kon. besluit:
ie benoemd tot commies bij bet Algemeen
Rijksarchief te 's-Gravenhage J. Bruggeman,
thans (adj.-commies bij dat archief.
P. J. F. van Buuren is gesteld ter beschik
king van den Gouv.-Gen. van Ned.-Indië, om
te worden benoemd tot adspiranl-ingenieur bij
den waterstaat en 's lands burgerlijke open
bare werken daar te lande, en W F. J. Krols
is ter beschikking gesteld van dien Gouv.-
Gen., ten einde daar te lande te worden ge
plaatst ;als tijdelijk onderopzichter bij den
dienst der Staatsspoorwegen.
De „St. Crt." no 210 bevat een besluit
van den 14den Augustus 1911, houdende vast
stelling van de instructie voor de comman
danten van onderdeden en van forten m de
liniën en stellingen voor tijden van oorlog
of van oorlogsgevaar.
KORTE MEDEDEEUNGEN
VERGADERINGEN.
Op de te Utrecht door den „Bond van Anti-
Revolutionnaire Gemeenteraadsleden in Neder
land" gehouden jaarvergadering bleek uit het
jaarverslag dat het ledental gestegen was van
329 op 350, van wie 262 gewone leden.
Besloten werd als lid toe te treden tot het
13de Internationaal congres tegen het Alco
holisme.
De vergadering betuigde hare instemming
met de woningwet
Uit C1 i n g e schrijft men ons
In den nabijgelegen Hedwig-polder, eene
bezitting van den Prins van Arenberg, is
een geheel nieuw dorp gebouwd met kerk.
Nadat de kerk Maandag jl. door den
bisschop van Gent was gewijd, werden
Dinsdag id het dorp algemeene feesten ge
houden, waar honderden uit den omtrek
waren heengestroomd.
Tot die feesten behoorde ook een optocht
opgeluisterd door muziek.
De zeer lange stoet bevatte o. a. 50 gardes
d'honneurs en telde verschillende mooie
groepen, waarop voorstellingen werden ge
geven van een of ander werk uit bet land
bouwbedrijf.
Op den óóu zag men dorsehen, op een
ander karnen, op een derde met een ont-
roomer werken enz.
Er waren 56 paarden noodig om deze
wagens te trekken.
In de prachtig versierde kerk trok bij
zonder de aandacht de groote bronzen klok,
die in den toren moet hangen, maar nu in
het priesterkoor te zien was.
Zij weegt 730 KG. en draagt het volgende
opschrift
»Mijn stem looft den Heer, roept het volk
en deelt mede lief en leed.»
PeterZ. D. H. Monseigneur Engelbert,
Hertog van Arenberg, gever, vertegenwoor
digd door den Heer A. Legart, algemeen
beheerder der goederen van genoemde Hoog
heid en Hoogleeraar bij de Hoogescbool van
Leuven.
MeterH. D. H. Mevrouw Hedwige, Her
togin van Arenberg, Prinses de Ligne, ver
tegenwoordigd door Mevrouw J. Rottier.
Eerw. Heer J. v. Aalst, Pastoor.
J. M. Rottier, Voorzitter van het Kerk
fabriek.
Mijn naam is Prosper Engelbert Hedwige
Karei Josef.
Gegoten te Leuven door O. Mighaux.
door J. K. Pï-n.
Zó eette ie wè nie, mè zó noemde ze'm
op Wasschappel aollemaele, omdd z'n vaoder
vroeger jaeren veldwachter ewist was op
"t durp.
As 'ter den een of aoren vreemdeliong
vroog wi „Aamoud Jante" weundo, dan kon
gin een den man op de pad èllepe, mè vroog
die ni „Noute van de Sampetter", dan kondo
de kleine guus 'm wè terecht èllepe, wan
iederendeen wist toch ommers et uusje van
„Noute van de Sampetter" in de Smouze-
gang?
Zó gaet et noe eenmael op Wasschappel,
lederendeen kriegt er een biesmak (2), dus
wlrom zou Noute der ók gin ©kregen
(1) van gaxde champètre veldwachter.
(2) 'tls op 'tdorp Westkapelle een alge
meene gewoonte den mannelijken bewoners bij
namen te schenken, waarmee ze gewoonlijk
aangesproken worden en wat door iedereen
heel gewoon gevonden wordt.
'Benoemd tol lid der commissie van de
centrale diaconie der Gereformeerde kerken
de heer M Quakkelaar van Goes
COMMISSIËN.
Burgemeester en Wethouders van Middelburg
maken, ter voldoening aan het bepaalde in het
teerste lid van artikel 54 der Gemeentewet, be
kend dat door den Gemeenteraad tot 1 Januari
1912 zijn benoemd tot:
lid der Commissie van Fabricage (vacature
J. G. Ermerins) de heer C. BOUDEWIJNSE;
lid der Commissie van Financiën (vacature
jhr- C. J. J. A van Teylingen) de heer Mr.
L. VAN ANDEL.
Verder maken zij bekend dat benoemd zijn:
tot lid der Commissie bedoeld in art. 12 der
Verordening tot heffing van eene belasting naar
het geschatte inkomen (vacature J. G. Erme
rins) de heer dr. J. C. BOLLE
tot lid der Commissie bedoeld bij art 3 der
Verordening op de heffing van het Vergunnings
recht voor den verkoop van sterken drank in
het klein (vacature J. G Ermerins) de heer <Ir.
J. C. BOLLE;
tot lid der Commissie, bedoeld in art. 22
van het Ambtenaren-reglement (vacature J. G.
Ermerins) de heer mr. L. VAN ANDEL
tot lid der Commissie, voor de oude geves
tigde schuld der gemeente (vacature jhr. C.
J. J. A. van Teylingen) de heer Mr L. VAN
ANDEL.
Middelburg, 6 September 1911
Burgemeester' en Wethouders voornoemd,
M. VAN DEN BIUNDELER, Voorzitter.
G. J SPRENGER, Secretaris.
INGEZONDEN STUKKEN.
nagezonden stukken worden In geengeval teruggezonden
OVER DEN ENGELSCHEN BRIEF.
Mijnheer de redacteur,
In uwe courant van 7 dezer staat onder
„Engelsche Brieven" een geschiedenis die
zeker bij zeer weinig lezers uwer courant
belangstelling zal opwekken, maar nog minder
zal het hun interesseeren of de handelende
personen Joden of andersdenkenden zijn.
Daarom vraag ik als Jood waarom u in dat
stuk wel de Geloofsbelijdenis der minder net
optredende personen daaraan toevoegt, terwijl
u ons niet vermeldt of de personen in de
zelfde courant, in meer of minder nette rollen
optredend, tot dien of een anderen godsdienst
behooren.
Hoogachtend,
C- B.
Middelburg, 8 Sept. '11.
We meenen den inzender te moeten opmer
ken dat de kwalificatie van „joden" in den
bedoelden Emgelschen brief niets te maken
heeft met een geloofsbelijdenis, maar eenvoudig
door den schrijver bedoeld is als een kwali
ficatie van het ras dat do bedoelde wijk
bewoont, evenals men van een andere bekende
wijk van London zou spreken van „Italianen"
Dat het ras der bewoners aan die beide wijken
een zeer karakteristiek aanzien geeft, kan niet
ontkend worden. Aan geloof zal daarbij echter
wel niemand denken.
Dat de betrokken zaak geen belangstelling
zou wekken, zijn we zeker niet met den
inzender eens. Integendeel heeft ze zeer veel
aandacht gelrokken in ons land, als zijnde
van diep-ingrijpend belang voor onzen kaas-
en boterhandel. Red.
EEN OPHELDERING.
Mijnbeer de redacteur,
De jongste raadszitting geeft mij tot mijn
leedwezen aanleiding u om eenige plaatsruimte
te verzoeken.
In de |Openbare raadsvergadering van
3 Juni j.l, werd besloten tot bet aanschaffen
van een paard ten behoeve van de gemeente-
reiniging. Aan het slot van deze vergadering
werd dit aahfcoopen het raadslid Arendse in
besloten zitting opgedragen. Geheel te goeder
trouw vermeldde ik dit abusievelijk als ver
slaggever in de „Vlissingscho Courant" er bij.
In de volgende openbare zitting gaf de
heer Arendse, daarover terecht zijn afkeuring
te kennen en dat gaf mjj toen onmiddellijk
(aanleiding den heer Arendse en den raadsleden
mijn verontschuldiging aan te bioden voor
deze vergissing.
Volgens de notulen van de vorige vergade
ring nam de heer Arendse, zooals het be-
En noe was z'n vrouwe dood en was ze
vandaege begraeve die èTtome ziele en Noute
zat zó mè eellemaele alleene, bie de kachel
in z'n uusje onder an den diek.
Bure Biegèl oa dl net nog een pannetje
verwèrrerade aerepels ebrochl en dl was nog
een Sllof brood in de spinde en een bitje
krupvet (3), dus van daeg© oa den nog ge-
nog te eten.
Mè dan was 't ók op en zou die wè in
*t èrrem'uus moeten, wan werreke, dl kwam
niks mi van.
Mè, da besanl (4) nie, lange zou denouwen
man 't ók wè nie ml maeke.
Ie was al een eele jstuit katiovig (5) en
kommank (6) ewist, mè voroal in den lesten
tied was ie mee de ziekte van z'n vrouwe
en do rimmetiek achteruut evlóge.
En onderwiel© dat ie dl zó bie de kachel
zit be praktezeeron, vergeet ie eellemaele z'n
verwèrremde aerrcpels en dienkt ie nog is
in z'n joenkeid.
Jae, ie oa ók 1 wat mee emaekt in z'n.
loven.
A eel vroeg waore z'n vaoder en moeder
(3) ret van uitgebraden spek.
(4) hindert niet.
(5) gebrekkig.
(6) slecht ter been.
hoorde, ook dadelijk met mijn houding ge
noegen
Daar alles in openbare zitting geschiedde
kon dus ieder in de „Middelburgschc" en
„Vlissingsche Courant" van 27 Juli lezen wal
er gebeurd was.
De heer Arendse kan mij nimmer in dat
opzicht van .onwaarheid beschuldigen, daar
de notulen, die Arendse ook heeft helpen
goedkeuren, duidelijk vermelden, dat de heer
A. over mijn houding tevreden was. Om u
M. d. R. een afdoend bewijs van de waarheid
mijner beweringen te geven, wil ik u desge-
wenscht een uittreksel uit de bewuste notulen
overleggen. Omdat ik dus tegenover den
heer A. en de overige raadsleden geheel vrij
willig, door „amende honorable" jegens hen
to maken, mijn plicht ben nagekomen, dacht ik
niet anders of de zaak was afgedaan
Zondag 3 September, dus hjjnn twee maan
den later, kreeg ik echter over deze questie
(hel sop is waarlijk de kool niet waard) een
schreven van niemand minder dan mr. Diele-
man, advocaat te Middelburg, waarin mjj
kort en bondig werd medegedeeld, dat ik
in de eerstvolgende openbare
raadszitting mjjn verontschuldiging moest
aanbiedendeed ik dat niet, dan zou mr,
Dieleman zich verplicht zien, namens Arendse
een strafvervolging in te stellen tegen mij,
op grond van art. 272 Strafwetboek I n
dezen brief van mr. Dieleman
werd dus duidelijk te kennen ge
geven dat ik geen vervolging be
hoefde te vreezen, als ik den heer
Arendse in een openbare raads
zitting mijn excuses aanbood. Toen
ik bedoeld schrijven liad doorloopen stond
ik natuurlijk te kijken of ik het in Keulen
hoorde donderen. In de laatste vergadering nu
was er namens Arendse ook een schrijven in
gekomen van mr. Dieleman, van gelijken in
houd, als het schrijven dat ik rfelf ontving.
Ik wees er den heer A. op, dat ik aan mijn
verplichting had voldaan en dit bleek ook
voor liem uit de notulen. Toen werd de heer
Arendse met zijn mal figuur een beetje ver
legen en ging praten van de zaak te zullen
onderzoeken. Toch had hij nog het geluk op
aanraden van onzen voorzitter gauw een uit
vlucht je te kunnen vinden. Toen wilde de
lieer Arendse geen verontschuldiging meer in
een openbare raadszitting, maar in een adver
tentie Daarover stond geen woord in het
schrijven van mr. Dieleman en dat is dan ook
nimmer van nip verlangd. ïk weigerde ronduit
weer mjjn verontschuldiging aan te bieden,
omdat ik meende dit geen tweemaal te moe
ten doen voor zulk een nietigheid.
Over deze weigering nu gevoelde de heer
A. zich blijkbaar lichtelijk gebelgd, te meer
daar ook het lid Cijsouw den heer Arendse
duidelijk uiteen zette, dat hij het recht niet
aan zijn kant had. De heer Arendse trachtte
nu zijn houding nog wat goed te praten, doch
hem werd de gelegenheid daartoe ontnomen
door den heer Daniëlse, die er „ad-rem" zijn
spijt over uitsprak dat in de eerste zitting,
die hij hier bjjwoon.ie, zulk een onbeduidend
punt, door den heer Arendse als twistappel
gebruikt werd. De heer Daniëlse verzocht den
voorzitter onmiddellijk de gedachten wisseling
over zulke nietigheden te sluiten. Aan dit
verzoek voldeed deze. De heer Arendse heeft
weinig eer van zijn opgedolven oude koe.
Men ziet het echter meer Het zwaard dat
men scherpt tegen zijn naaste, daalt vaak op
eigen schedel neer
Tot mijn spijt moet ik thans wel tot de
conclusie komen, dat de heer Arendse alleen
di© tweede genoegdoening van mij vergt om
mrj onaangenaam te zijn. Anderen zijn dat
met mij eens en zelfs do wethouder Joziasso
verklaarde mij dat de heer Arendse in zijn
©ogen een jammerlijk figuur maakte.
Ik zou echter den heer Arendse willen aan
raden, als hij weer eens een stok zoekt om
mee te slaan, dat hij er dan geen kiest die
reeds bij den eersten slag breekt.
't Is dan ook, wat men noemtSpjjkers op
laag wator zoeken.
Het spijt mij intussclien zeer dat ik nu den
heer Arendse ©naangenaam moet zijn, doch
hij heeft dal zelf uitgelokt.
Waf ffff niet wilt, dal u geschiedt.
Doei dat dan oolc een ander niet.
Wal betreft de motie van. afkeuring tegen
den wethouder De Pagter en mij, ingediend
door den heer Wisseling, omdat wij ons tegen
een aanval van de lieeren Meijer c.s. in „De
Toekomst" verdedigd hebben, meen ik den
heer Wisseling er op te moeten wijzen, dat
deze tootie niet in den Raad thuis behoorde.
Waaneer men Zijn afkeuring wil uitspreken
over handelingen van raadsleden, die geheel
buiten de raadsvergaderingen om hebben
plaats gehad, daa is er wel een andere plaats
in de rottekoosse (7) estorre en ie was in
't weesuus ekomme en zó gauw as ie mè
werreke kon, moest ie mee nè den diek.
En toen der is weinig werrek was in den
diek, was ie an-enome as vasten érrebèjjer bie
Arjoan Wisse an de Zanweg dichte bieAegte-
kerke.
Nou, toen was ie 't veintjejederen dag,
winter en zeumcr, vast werrek, dat wil op
Wasschappel wat. zèjje. Di binne der mè zat-
ters (8), die eel de winter niks te doen ©n
al is 't dan gin winter, nou wat is er dan
vó werrek
Alleen ui den uutgang (9) een bitje om
oalles in de grond te kriegen en dan lóppe
zo wé leeg toet den oest.
Nou, dan is 't er wé zo wat een weke of
viere werrek, mè dan is de grootste drukte
wi klaer. En dan m de baemesse (10), jac
as je dan je eige aerropels tuus eit, kó je
nog is een paer weken vó een ander aer-
repels uut gaen doeë en verdien je nog is
wat.
Mè den elt van den tied is 't mè een
smalle pol eten ©p Wasschappel. Dan moe
(7) naam voor de typhus.
(8) veel.
(9) voorjaar.
(10) herfst; vergelijk St. Bavomis.
vooi dan in de raadsvergadering. Ik heb
daar dan ook niet eens de moeite genomen
de motie te bestrijden Waar zou het toch
he<-n moeten, als het eene raadslid het andere
met <-en motie te lijf kon gaan voor feiten,
die niets met den Raad hebben uit te staan.
In elke vergadering zou er dan wel een motie
van afkeuring ingediend kunnen worden.
De raadsleden zouden dan telkens in
angstige spanning vol motievrees ter verga
dering moeten opkomen.
Intusschen ben ik hot met den heer Wisse
ling eens dat hel geschrijf in „De Toekomst"
werkelijk niet heel hoog staat. Do heer Wis
seling weet echter zeer goed dat de wethouder
De Pagter en ik daarmede niet begonnen
Zijn. Zou de heer Wisseling ons soms hot
recht willen ontzeggen ons zetven tegenaan
vallen te verdedigen? Dat toch kan m. i
nimmer kloppen met de vrijzinnige opvattin
gen van het geachte raadslid Wisseling.
Dankend voor de plaatsruimte.
Uw dn.
W. N JOBSE,
Raadslid.
Oost- en West-Souburg,
8 Sept. 1911.
AGpiCULTUUR-PHOSPHAAT.
Geachte redactie,
In uw Courant no. 202 van 28 Aug 1911
komt onder de rubriek „Landbouwkroniek" een
stukje voor van uwen vasten medewerker over
„Agricultuu r-P h o s p h a a t"
Vergunt ons aan dit stukje ©enige toelichtin
gen t© geven, met verzoek deze ook wel in
uw blad te willen opnemen. We vermeenen dat
dit èn voor uw medewerker èn voor uw lezers -
landbouwers wel zijn nuttige zpde kan hebben.
Laat ons beginnen mot een kleine onjuist
heid te horstellen, die waarschijnlijk een gevolg
is van de mindere bekendheid van uwen mede
werker met „ruwe phosphaten".
Niet het Belgische Krijt-phosphaat, doch uit
sluitend het Fransche Somme-phosphaat draagt
den naam van Agricultuur-phosphaat. Voor de
goede beoordeeling diene men dit wel in 't
oog te houden daar uit België verschillende
ruwe-phosphaten geleverd worden van zeeruit-
éénloopende samenstelling en welke voor
directe bemesting minder of niet bruikbaar zijn.
Alléén het Fransche Somme-phosphaat, dat
een samenstelling is van koolzure kalk met
phospliorzure kalk en zure amorph, bezit in
hooge mate een gemakkelijke oplosbaarheid.
De p roe ren die uw geachte medewerker aan
haalt van prof. Bottelier ©n prof. HazelhofF
zijn, alhoewel de uitkomsten niet slecht zijn,
daarvoor reeds niet als maatstaf aan te halen,
wijl de proefnemers niet speciaal met Somme-
phosphaat de proef hebben genomen.
We zouden liever en daar hebben de land
bouwers meer aan, willen verwijzen naar de
i Rijksproefvelden te Gilze N Bhooge zand
grond (dus geen zure grond), alwaar door den
Rijk si an dbouw leer aaT 51 F,. Huizinga in do
jaren 1905, 1906 en 1907 vergelijkende proe
ven zijn genomen met het Agri-pbosphaat te
gen Thomasmeol en wel ter conslateering van
de werking zoowel als van de nawerking. De
conclusie was dat de betnes tings waarde van
beide meststoffen procent tegen procent ge
rekend geheel gelijk was.
Ook zijn op Walcheren, en wel te Seroos-
kerke, door den landbouwleeraar P. van Hekken
een paar jaar achtereen nauwgezolte proeven
genomen, die dezelfde resultaten hadden.
Ondanks de vier en drie-calcium theorie
en ondanks de citraat oplosbaarheids-beschou
wingen wordt in de practijk bewezen dat nog
andere opvattingen recht van bestaan hebben
Op geen enkel laboratorium, hoe volmaakt ook,
kan men nabijkomen de ingewikkelde werking
die in den grond geschiedt en die wordt te
ruggebracht door bacteriën, door wortelzuren,
door scheikundige wericingen, waartegenover o
hulpmiddelen onzer proefstations nog zoo de-
mantair en gebrekkig zijn.
Naast de voorlichting van de Proefstations
heeft voor den landbouwer de praktijk de
grootste waarde. Hoe verklaart u het dat,
niettegenstaande uwe theoriën van slechte op
losbaarheid, groote grondbezitters het Agricul
tuur phosphaat met voorliefde gebruiken en
dan doelen wij op hen, die in landbouwkennis
hoog genoeg staan, om zich rekenschap te
geven van hun doen en laten.
Een voorbeeld' de heer G van Leusen, vroe
ger hoofdopzichter bij de Ned. Heide Mij.,
thans directeur van de Mij. van Weldadigheid
te Frederiksoord, die op zijn schrale zand
gronden het artikel in groote hoeveelheden
jaar op jaar gebruikt. De heer G. C. Spengler,
Huize Wildrich, te Tilburg, die op zijn nieuwe
ontginningen aan het Agrio-ph. de voorkeur
geeft boven Slakkenmeel en dit bij groote hoe
veelheden gebruikt. De Landb Ver. te Wouw,
je mè is kiek© wat. een kooie (11) vollek dat
er soms op Riesjes oekje, op traoljewerrek
en op den diekmeulen staat.
En wat verdient noe een dicker (12)? Soms
nog nie is de booscbapccnten.
Nee, dan oa die 't nog goed etroffe, aol-
tiod vast werrek, gelukkig eel anders dan z'n
bToer Fiem, die noe mee z'n vrouwe h drie
jaer in 't èrrem'uus was.
En weetje wat 't bes e van ao'lemaele was?
Op 't 'of van Arjaon Wisse ao die Jaono
leer© kennc. I© ao ut i gauw ezieë, di ze
goed vó der werrek en kèllefjes (12a) op
aolles was. En dè. ze wè een bitje van 'm
ieuw, dat mèrrekte ie ók i eel gauw. Wan as
ie om twaollef uren, as 't schoflied was, in
de schure of in 't waegenuus z'n stuten
zat (op te eten, dan kwam Jaone dikkela
genog mee wat aerrepels, die over waere,
onder der schorte ni z'n toe. „Bè je gek
joen" zei ze dan „ier oor, anders oorc ze
toch mè bie d'oenders of bie de rèrrekens
©gooid."
Nou, toen 't dan ok Wasschappelsche kèr-
remèsse wier, ao die an Jaone evroge of ze
©k nie kwam en eest de© bo net of ze der
(11) groot© troep.
(12) dijkwerker.
(12a) zindelijk.
die jaar op jaar het artikel aankoopt, en&
enz. Ook zijn op het eiland Walcheren meer
dere landbouwers die met succes hot artikel
aanwenden en over de werking zeer tevreden
zjjn.
Hot voornaamste bezwaar èn van Proefsta
tions èn van landbouw-autoritciten togen het
gebruik van ruwe pliosphatcn is, dat indien de
handel dmirvan misbruik wild© maken, het aan
een Ier onderzoeking ingezonden monster zoo
moeilijk na te gaan is van welke herkomst
het phosphaat is, en juist dit heeft voor den
landbouwer de grootste waarde.
Hieraan wordt nu met het Agric. phosphaat
geheel tegemoet gekomen. Alle leveringen per
spoor geschieden direct van de plaats van
horkomst naar de plaats van bestemming, waar
door alle fraude buitengesloten is. Ieder ont
vanger kan zich hierdoor overtuigen dat ge
leverd wordt het phosphaat, afkomstig uit het
Somme-departeinent.
Verder is iedere zak verzegeld en voorzien
van het gedeponeerd merk „CeTes" Laat dus
iedere verbruiker zich vergewissen van do her
komst van hot phosphaat en ook dat de ver
pakking en merken ongeschonden zijn. In dat
geval kan hij hel met alle gerustheid gebruiken-
Onder beleefde dankzegging voor de ver
leende plaatsruimte, hoogachtend,
GEBR FLEUMER.
Oldenzaal 4 September 1911.
Het stukje van de heeren Fleuiner heeft naar
onze meening veel van een behendige reclame
voor zijn Agricultuur-phosphaat. Uw medewer
ker mist kennis van ruwe phosphaten en de
proeven van prof. Böttcher en prof. Hazel-
boff zijn niet genomen met Somme-phospbaten,
Wij wenschen daarop niet verder in te gaan;
alleen houden wij vol, dat veel Belgisch krijt
phosphaat als Agricultuur-phosphaat in den
handel komt. Of 't Somme-phosphaat nu zoo
veel beter is, laten wij geheel buiten beoor
deeling, maar wij herhalen de raadgeving, die
wij in ons stukje van den 2fislen Augustus ge
geven hebben: Bemest gelijke stukkon gelijk
soortigen grond met Thomas-phosphaat, super
phosphaat en Agricultuur-phosphaat, bijv. per
ceeltjes van 8 of 10 aren; breng op die per
ceeltjes een© gelijke bemesting van 9tikstof eti
Kali en op ieder voor evenveel geld van de
drie genoemde phosphorzuurbemestingen. Neem
deze proef met twee of drie vruchten en ge
zult dan zelf kunnen beoordeelen, welke phos-
phorzuurbemesting het boste rendeert.
In de 12de afdeeling van het 2de deel van
Steinbruch's Handbuch der gesamten Landwirt-
schaft bladz 116 leest men: de ruwe phospba
ten oefenen op gronden, die kalkhoudend zijn
en zich in goede cultuur bevinden, een lang
zame en geringe werking, slechts op zure
turf- en moerasgronden heeft men goede resul
taten bekomen.
Wij vermoeden, dat de schrijver van deze
regelen, Dr Franck Oberaspach, zelf een prac-
tisch landbouwer, de Somme-phosphaten ook
niet gekend heeft.
Landbouwmedewerker.
BRIEVEN UIT HET VREEMDELINGEN
LEGIOEN.
VII
Taourirt, 30 Augustus.
De inspectie was afgeloopenwij waren
nu als het ware ingelijfd in het regiment.
Ik was wat blijde dat ik mijzolve kon ontdoen
van de kapot jas en ceintuur, het was gewoon
weg niet om vol te houden bij zoo'n. warmte
Des middags werd ons onze burgerplunje
weder ter hand gesteld, evenwel niet om ze
weer aan to trekken, maar om zo te gaan
verkoopen. Buiten de poort stonden reeds
eenige joden le wachten, welke, zoodra wjj
'■uit de kazerne waren, op ons Los stormden.
Zo rukten zelfs do kleeren uit onze handen
en duwden tegelijk eenige soustukken in uw
hand, want het moest snel gaan. De onder
officier, die ons begeleidde, scheen met
hen mede te handelen want wanneer
iemand niet snel genoeg kon besluiten om af
stand te doen van een kteedingsluk, snauwde
hij hem toe en rukte zelf even hard als
de „sjacheraars". Enfin, ik kreeg met reel
Imoeito 2 franc voor mijn kleeren, men moest
ze immers toch afstaan Hadden de bereis
juet meer willen geven dan twee sou, dan had
ik ook tevreden moeten zijn want mede
terugbrengen in de kazerne is streng ver
boden.
Zelfs de lieden waaronder onze Alfonso
die ongeschikt waren verklaard, moesten
toch hun burgerplunje verkoopen, zoodat ik.
gin zinne in ao.
Mè di was 't ie nie ong'rnst in oor, wan
as Oen vrommès „nee" zeit, dan bedoel!]
ze junst „jae". En toen ie 's Zaeterdags-
nachtemiddugs an 't gaojoschieten was, zag
ie ze den de Zuudstraete komme ooi 1
Joen Joen, wat zag dat meisso der pren
tjes en gaef uut. Z' ao een mooien nieuwen
beuk en een kèrremèsjak (13) an en een
gouwe naetde (14) op der vooroocL
Toen ze bie de baene van de gaojeschie-
ters (15) kwam, ao die ze 'n slokje egee
en toen was zo wi mee der zuster Zoetje
ni de kuresèl egae.
Dien nachtenmiddug schoot ie een price
en toen 't gaojcschielen klaer was, gieng
ie de kèrremèsse op om Jaone te zoeken.
't Duurde nog een stuutje (16) vó dat
ie ze zag, mè eindelienge ten leste di kwam
ze me Zoetje bie Maotjo van „Piet van
Eine" juut de wienkelze was zeker om
zoetgoed pf lodderein (17) ewist.
(13) gebloemd paare jakje.
(14) gouden plaat op 'tvoorhoofd, wordt
thans niet meer gedragen.
(16) het schieten om prijzen op boomstron
ken of scheepjes,
(16) poosje.
(17) ï'eau de rein©; ean de cologne,