litollipfc Coral BIJVOEGSEL Middelburg 8 Sept. Kerknieuws. FEUILLETON. Nonte van üe Sampetter.(I) BEKENDMAKINGEN. BUITENLAND. -nv n* TAB Zaterdag 9 Sept. 1911, go. 213, Bjj kon. besluit: ie benoemd tot commies bij bet Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage J. Bruggeman, thans (adj.-commies bij dat archief. P. J. F. van Buuren is gesteld ter beschik king van den Gouv.-Gen. van Ned.-Indië, om te worden benoemd tot adspiranl-ingenieur bij den waterstaat en 's lands burgerlijke open bare werken daar te lande, en W F. J. Krols is ter beschikking gesteld van dien Gouv.- Gen., ten einde daar te lande te worden ge plaatst ;als tijdelijk onderopzichter bij den dienst der Staatsspoorwegen. De „St. Crt." no 210 bevat een besluit van den 14den Augustus 1911, houdende vast stelling van de instructie voor de comman danten van onderdeden en van forten m de liniën en stellingen voor tijden van oorlog of van oorlogsgevaar. KORTE MEDEDEEUNGEN VERGADERINGEN. Op de te Utrecht door den „Bond van Anti- Revolutionnaire Gemeenteraadsleden in Neder land" gehouden jaarvergadering bleek uit het jaarverslag dat het ledental gestegen was van 329 op 350, van wie 262 gewone leden. Besloten werd als lid toe te treden tot het 13de Internationaal congres tegen het Alco holisme. De vergadering betuigde hare instemming met de woningwet Uit C1 i n g e schrijft men ons In den nabijgelegen Hedwig-polder, eene bezitting van den Prins van Arenberg, is een geheel nieuw dorp gebouwd met kerk. Nadat de kerk Maandag jl. door den bisschop van Gent was gewijd, werden Dinsdag id het dorp algemeene feesten ge houden, waar honderden uit den omtrek waren heengestroomd. Tot die feesten behoorde ook een optocht opgeluisterd door muziek. De zeer lange stoet bevatte o. a. 50 gardes d'honneurs en telde verschillende mooie groepen, waarop voorstellingen werden ge geven van een of ander werk uit bet land bouwbedrijf. Op den óóu zag men dorsehen, op een ander karnen, op een derde met een ont- roomer werken enz. Er waren 56 paarden noodig om deze wagens te trekken. In de prachtig versierde kerk trok bij zonder de aandacht de groote bronzen klok, die in den toren moet hangen, maar nu in het priesterkoor te zien was. Zij weegt 730 KG. en draagt het volgende opschrift »Mijn stem looft den Heer, roept het volk en deelt mede lief en leed.» PeterZ. D. H. Monseigneur Engelbert, Hertog van Arenberg, gever, vertegenwoor digd door den Heer A. Legart, algemeen beheerder der goederen van genoemde Hoog heid en Hoogleeraar bij de Hoogescbool van Leuven. MeterH. D. H. Mevrouw Hedwige, Her togin van Arenberg, Prinses de Ligne, ver tegenwoordigd door Mevrouw J. Rottier. Eerw. Heer J. v. Aalst, Pastoor. J. M. Rottier, Voorzitter van het Kerk fabriek. Mijn naam is Prosper Engelbert Hedwige Karei Josef. Gegoten te Leuven door O. Mighaux. door J. K. Pï-n. Zó eette ie wè nie, mè zó noemde ze'm op Wasschappel aollemaele, omdd z'n vaoder vroeger jaeren veldwachter ewist was op "t durp. As 'ter den een of aoren vreemdeliong vroog wi „Aamoud Jante" weundo, dan kon gin een den man op de pad èllepe, mè vroog die ni „Noute van de Sampetter", dan kondo de kleine guus 'm wè terecht èllepe, wan iederendeen wist toch ommers et uusje van „Noute van de Sampetter" in de Smouze- gang? Zó gaet et noe eenmael op Wasschappel, lederendeen kriegt er een biesmak (2), dus wlrom zou Noute der ók gin ©kregen (1) van gaxde champètre veldwachter. (2) 'tls op 'tdorp Westkapelle een alge meene gewoonte den mannelijken bewoners bij namen te schenken, waarmee ze gewoonlijk aangesproken worden en wat door iedereen heel gewoon gevonden wordt. 'Benoemd tol lid der commissie van de centrale diaconie der Gereformeerde kerken de heer M Quakkelaar van Goes COMMISSIËN. Burgemeester en Wethouders van Middelburg maken, ter voldoening aan het bepaalde in het teerste lid van artikel 54 der Gemeentewet, be kend dat door den Gemeenteraad tot 1 Januari 1912 zijn benoemd tot: lid der Commissie van Fabricage (vacature J. G. Ermerins) de heer C. BOUDEWIJNSE; lid der Commissie van Financiën (vacature jhr- C. J. J. A van Teylingen) de heer Mr. L. VAN ANDEL. Verder maken zij bekend dat benoemd zijn: tot lid der Commissie bedoeld in art. 12 der Verordening tot heffing van eene belasting naar het geschatte inkomen (vacature J. G. Erme rins) de heer dr. J. C. BOLLE tot lid der Commissie bedoeld bij art 3 der Verordening op de heffing van het Vergunnings recht voor den verkoop van sterken drank in het klein (vacature J. G Ermerins) de heer <Ir. J. C. BOLLE; tot lid der Commissie, bedoeld in art. 22 van het Ambtenaren-reglement (vacature J. G. Ermerins) de heer mr. L. VAN ANDEL tot lid der Commissie, voor de oude geves tigde schuld der gemeente (vacature jhr. C. J. J. A. van Teylingen) de heer Mr L. VAN ANDEL. Middelburg, 6 September 1911 Burgemeester' en Wethouders voornoemd, M. VAN DEN BIUNDELER, Voorzitter. G. J SPRENGER, Secretaris. INGEZONDEN STUKKEN. nagezonden stukken worden In geengeval teruggezonden OVER DEN ENGELSCHEN BRIEF. Mijnheer de redacteur, In uwe courant van 7 dezer staat onder „Engelsche Brieven" een geschiedenis die zeker bij zeer weinig lezers uwer courant belangstelling zal opwekken, maar nog minder zal het hun interesseeren of de handelende personen Joden of andersdenkenden zijn. Daarom vraag ik als Jood waarom u in dat stuk wel de Geloofsbelijdenis der minder net optredende personen daaraan toevoegt, terwijl u ons niet vermeldt of de personen in de zelfde courant, in meer of minder nette rollen optredend, tot dien of een anderen godsdienst behooren. Hoogachtend, C- B. Middelburg, 8 Sept. '11. We meenen den inzender te moeten opmer ken dat de kwalificatie van „joden" in den bedoelden Emgelschen brief niets te maken heeft met een geloofsbelijdenis, maar eenvoudig door den schrijver bedoeld is als een kwali ficatie van het ras dat do bedoelde wijk bewoont, evenals men van een andere bekende wijk van London zou spreken van „Italianen" Dat het ras der bewoners aan die beide wijken een zeer karakteristiek aanzien geeft, kan niet ontkend worden. Aan geloof zal daarbij echter wel niemand denken. Dat de betrokken zaak geen belangstelling zou wekken, zijn we zeker niet met den inzender eens. Integendeel heeft ze zeer veel aandacht gelrokken in ons land, als zijnde van diep-ingrijpend belang voor onzen kaas- en boterhandel. Red. EEN OPHELDERING. Mijnbeer de redacteur, De jongste raadszitting geeft mij tot mijn leedwezen aanleiding u om eenige plaatsruimte te verzoeken. In de |Openbare raadsvergadering van 3 Juni j.l, werd besloten tot bet aanschaffen van een paard ten behoeve van de gemeente- reiniging. Aan het slot van deze vergadering werd dit aahfcoopen het raadslid Arendse in besloten zitting opgedragen. Geheel te goeder trouw vermeldde ik dit abusievelijk als ver slaggever in de „Vlissingscho Courant" er bij. In de volgende openbare zitting gaf de heer Arendse, daarover terecht zijn afkeuring te kennen en dat gaf mjj toen onmiddellijk (aanleiding den heer Arendse en den raadsleden mijn verontschuldiging aan te bioden voor deze vergissing. Volgens de notulen van de vorige vergade ring nam de heer Arendse, zooals het be- En noe was z'n vrouwe dood en was ze vandaege begraeve die èTtome ziele en Noute zat zó mè eellemaele alleene, bie de kachel in z'n uusje onder an den diek. Bure Biegèl oa dl net nog een pannetje verwèrrerade aerepels ebrochl en dl was nog een Sllof brood in de spinde en een bitje krupvet (3), dus van daeg© oa den nog ge- nog te eten. Mè dan was 't ók op en zou die wè in *t èrrem'uus moeten, wan werreke, dl kwam niks mi van. Mè, da besanl (4) nie, lange zou denouwen man 't ók wè nie ml maeke. Ie was al een eele jstuit katiovig (5) en kommank (6) ewist, mè voroal in den lesten tied was ie mee de ziekte van z'n vrouwe en do rimmetiek achteruut evlóge. En onderwiel© dat ie dl zó bie de kachel zit be praktezeeron, vergeet ie eellemaele z'n verwèrremde aerrcpels en dienkt ie nog is in z'n joenkeid. Jae, ie oa ók 1 wat mee emaekt in z'n. loven. A eel vroeg waore z'n vaoder en moeder (3) ret van uitgebraden spek. (4) hindert niet. (5) gebrekkig. (6) slecht ter been. hoorde, ook dadelijk met mijn houding ge noegen Daar alles in openbare zitting geschiedde kon dus ieder in de „Middelburgschc" en „Vlissingsche Courant" van 27 Juli lezen wal er gebeurd was. De heer Arendse kan mij nimmer in dat opzicht van .onwaarheid beschuldigen, daar de notulen, die Arendse ook heeft helpen goedkeuren, duidelijk vermelden, dat de heer A. over mijn houding tevreden was. Om u M. d. R. een afdoend bewijs van de waarheid mijner beweringen te geven, wil ik u desge- wenscht een uittreksel uit de bewuste notulen overleggen. Omdat ik dus tegenover den heer A. en de overige raadsleden geheel vrij willig, door „amende honorable" jegens hen to maken, mijn plicht ben nagekomen, dacht ik niet anders of de zaak was afgedaan Zondag 3 September, dus hjjnn twee maan den later, kreeg ik echter over deze questie (hel sop is waarlijk de kool niet waard) een schreven van niemand minder dan mr. Diele- man, advocaat te Middelburg, waarin mjj kort en bondig werd medegedeeld, dat ik in de eerstvolgende openbare raadszitting mjjn verontschuldiging moest aanbiedendeed ik dat niet, dan zou mr, Dieleman zich verplicht zien, namens Arendse een strafvervolging in te stellen tegen mij, op grond van art. 272 Strafwetboek I n dezen brief van mr. Dieleman werd dus duidelijk te kennen ge geven dat ik geen vervolging be hoefde te vreezen, als ik den heer Arendse in een openbare raads zitting mijn excuses aanbood. Toen ik bedoeld schrijven liad doorloopen stond ik natuurlijk te kijken of ik het in Keulen hoorde donderen. In de laatste vergadering nu was er namens Arendse ook een schrijven in gekomen van mr. Dieleman, van gelijken in houd, als het schrijven dat ik rfelf ontving. Ik wees er den heer A. op, dat ik aan mijn verplichting had voldaan en dit bleek ook voor liem uit de notulen. Toen werd de heer Arendse met zijn mal figuur een beetje ver legen en ging praten van de zaak te zullen onderzoeken. Toch had hij nog het geluk op aanraden van onzen voorzitter gauw een uit vlucht je te kunnen vinden. Toen wilde de lieer Arendse geen verontschuldiging meer in een openbare raadszitting, maar in een adver tentie Daarover stond geen woord in het schrijven van mr. Dieleman en dat is dan ook nimmer van nip verlangd. ïk weigerde ronduit weer mjjn verontschuldiging aan te bieden, omdat ik meende dit geen tweemaal te moe ten doen voor zulk een nietigheid. Over deze weigering nu gevoelde de heer A. zich blijkbaar lichtelijk gebelgd, te meer daar ook het lid Cijsouw den heer Arendse duidelijk uiteen zette, dat hij het recht niet aan zijn kant had. De heer Arendse trachtte nu zijn houding nog wat goed te praten, doch hem werd de gelegenheid daartoe ontnomen door den heer Daniëlse, die er „ad-rem" zijn spijt over uitsprak dat in de eerste zitting, die hij hier bjjwoon.ie, zulk een onbeduidend punt, door den heer Arendse als twistappel gebruikt werd. De heer Daniëlse verzocht den voorzitter onmiddellijk de gedachten wisseling over zulke nietigheden te sluiten. Aan dit verzoek voldeed deze. De heer Arendse heeft weinig eer van zijn opgedolven oude koe. Men ziet het echter meer Het zwaard dat men scherpt tegen zijn naaste, daalt vaak op eigen schedel neer Tot mijn spijt moet ik thans wel tot de conclusie komen, dat de heer Arendse alleen di© tweede genoegdoening van mij vergt om mrj onaangenaam te zijn. Anderen zijn dat met mij eens en zelfs do wethouder Joziasso verklaarde mij dat de heer Arendse in zijn ©ogen een jammerlijk figuur maakte. Ik zou echter den heer Arendse willen aan raden, als hij weer eens een stok zoekt om mee te slaan, dat hij er dan geen kiest die reeds bij den eersten slag breekt. 't Is dan ook, wat men noemtSpjjkers op laag wator zoeken. Het spijt mij intussclien zeer dat ik nu den heer Arendse ©naangenaam moet zijn, doch hij heeft dal zelf uitgelokt. Waf ffff niet wilt, dal u geschiedt. Doei dat dan oolc een ander niet. Wal betreft de motie van. afkeuring tegen den wethouder De Pagter en mij, ingediend door den heer Wisseling, omdat wij ons tegen een aanval van de lieeren Meijer c.s. in „De Toekomst" verdedigd hebben, meen ik den heer Wisseling er op te moeten wijzen, dat deze tootie niet in den Raad thuis behoorde. Waaneer men Zijn afkeuring wil uitspreken over handelingen van raadsleden, die geheel buiten de raadsvergaderingen om hebben plaats gehad, daa is er wel een andere plaats in de rottekoosse (7) estorre en ie was in 't weesuus ekomme en zó gauw as ie mè werreke kon, moest ie mee nè den diek. En toen der is weinig werrek was in den diek, was ie an-enome as vasten érrebèjjer bie Arjoan Wisse an de Zanweg dichte bieAegte- kerke. Nou, toen was ie 't veintjejederen dag, winter en zeumcr, vast werrek, dat wil op Wasschappel wat. zèjje. Di binne der mè zat- ters (8), die eel de winter niks te doen ©n al is 't dan gin winter, nou wat is er dan vó werrek Alleen ui den uutgang (9) een bitje om oalles in de grond te kriegen en dan lóppe zo wé leeg toet den oest. Nou, dan is 't er wé zo wat een weke of viere werrek, mè dan is de grootste drukte wi klaer. En dan m de baemesse (10), jac as je dan je eige aerropels tuus eit, kó je nog is een paer weken vó een ander aer- repels uut gaen doeë en verdien je nog is wat. Mè den elt van den tied is 't mè een smalle pol eten ©p Wasschappel. Dan moe (7) naam voor de typhus. (8) veel. (9) voorjaar. (10) herfst; vergelijk St. Bavomis. vooi dan in de raadsvergadering. Ik heb daar dan ook niet eens de moeite genomen de motie te bestrijden Waar zou het toch he<-n moeten, als het eene raadslid het andere met <-en motie te lijf kon gaan voor feiten, die niets met den Raad hebben uit te staan. In elke vergadering zou er dan wel een motie van afkeuring ingediend kunnen worden. De raadsleden zouden dan telkens in angstige spanning vol motievrees ter verga dering moeten opkomen. Intusschen ben ik hot met den heer Wisse ling eens dat hel geschrijf in „De Toekomst" werkelijk niet heel hoog staat. Do heer Wis seling weet echter zeer goed dat de wethouder De Pagter en ik daarmede niet begonnen Zijn. Zou de heer Wisseling ons soms hot recht willen ontzeggen ons zetven tegenaan vallen te verdedigen? Dat toch kan m. i nimmer kloppen met de vrijzinnige opvattin gen van het geachte raadslid Wisseling. Dankend voor de plaatsruimte. Uw dn. W. N JOBSE, Raadslid. Oost- en West-Souburg, 8 Sept. 1911. AGpiCULTUUR-PHOSPHAAT. Geachte redactie, In uw Courant no. 202 van 28 Aug 1911 komt onder de rubriek „Landbouwkroniek" een stukje voor van uwen vasten medewerker over „Agricultuu r-P h o s p h a a t" Vergunt ons aan dit stukje ©enige toelichtin gen t© geven, met verzoek deze ook wel in uw blad te willen opnemen. We vermeenen dat dit èn voor uw medewerker èn voor uw lezers - landbouwers wel zijn nuttige zpde kan hebben. Laat ons beginnen mot een kleine onjuist heid te horstellen, die waarschijnlijk een gevolg is van de mindere bekendheid van uwen mede werker met „ruwe phosphaten". Niet het Belgische Krijt-phosphaat, doch uit sluitend het Fransche Somme-phosphaat draagt den naam van Agricultuur-phosphaat. Voor de goede beoordeeling diene men dit wel in 't oog te houden daar uit België verschillende ruwe-phosphaten geleverd worden van zeeruit- éénloopende samenstelling en welke voor directe bemesting minder of niet bruikbaar zijn. Alléén het Fransche Somme-phosphaat, dat een samenstelling is van koolzure kalk met phospliorzure kalk en zure amorph, bezit in hooge mate een gemakkelijke oplosbaarheid. De p roe ren die uw geachte medewerker aan haalt van prof. Bottelier ©n prof. HazelhofF zijn, alhoewel de uitkomsten niet slecht zijn, daarvoor reeds niet als maatstaf aan te halen, wijl de proefnemers niet speciaal met Somme- phosphaat de proef hebben genomen. We zouden liever en daar hebben de land bouwers meer aan, willen verwijzen naar de i Rijksproefvelden te Gilze N Bhooge zand grond (dus geen zure grond), alwaar door den Rijk si an dbouw leer aaT 51 F,. Huizinga in do jaren 1905, 1906 en 1907 vergelijkende proe ven zijn genomen met het Agri-pbosphaat te gen Thomasmeol en wel ter conslateering van de werking zoowel als van de nawerking. De conclusie was dat de betnes tings waarde van beide meststoffen procent tegen procent ge rekend geheel gelijk was. Ook zijn op Walcheren, en wel te Seroos- kerke, door den landbouwleeraar P. van Hekken een paar jaar achtereen nauwgezolte proeven genomen, die dezelfde resultaten hadden. Ondanks de vier en drie-calcium theorie en ondanks de citraat oplosbaarheids-beschou wingen wordt in de practijk bewezen dat nog andere opvattingen recht van bestaan hebben Op geen enkel laboratorium, hoe volmaakt ook, kan men nabijkomen de ingewikkelde werking die in den grond geschiedt en die wordt te ruggebracht door bacteriën, door wortelzuren, door scheikundige wericingen, waartegenover o hulpmiddelen onzer proefstations nog zoo de- mantair en gebrekkig zijn. Naast de voorlichting van de Proefstations heeft voor den landbouwer de praktijk de grootste waarde. Hoe verklaart u het dat, niettegenstaande uwe theoriën van slechte op losbaarheid, groote grondbezitters het Agricul tuur phosphaat met voorliefde gebruiken en dan doelen wij op hen, die in landbouwkennis hoog genoeg staan, om zich rekenschap te geven van hun doen en laten. Een voorbeeld' de heer G van Leusen, vroe ger hoofdopzichter bij de Ned. Heide Mij., thans directeur van de Mij. van Weldadigheid te Frederiksoord, die op zijn schrale zand gronden het artikel in groote hoeveelheden jaar op jaar gebruikt. De heer G. C. Spengler, Huize Wildrich, te Tilburg, die op zijn nieuwe ontginningen aan het Agrio-ph. de voorkeur geeft boven Slakkenmeel en dit bij groote hoe veelheden gebruikt. De Landb Ver. te Wouw, je mè is kiek© wat. een kooie (11) vollek dat er soms op Riesjes oekje, op traoljewerrek en op den diekmeulen staat. En wat verdient noe een dicker (12)? Soms nog nie is de booscbapccnten. Nee, dan oa die 't nog goed etroffe, aol- tiod vast werrek, gelukkig eel anders dan z'n bToer Fiem, die noe mee z'n vrouwe h drie jaer in 't èrrem'uus was. En weetje wat 't bes e van ao'lemaele was? Op 't 'of van Arjaon Wisse ao die Jaono leer© kennc. I© ao ut i gauw ezieë, di ze goed vó der werrek en kèllefjes (12a) op aolles was. En dè. ze wè een bitje van 'm ieuw, dat mèrrekte ie ók i eel gauw. Wan as ie om twaollef uren, as 't schoflied was, in de schure of in 't waegenuus z'n stuten zat (op te eten, dan kwam Jaone dikkela genog mee wat aerrepels, die over waere, onder der schorte ni z'n toe. „Bè je gek joen" zei ze dan „ier oor, anders oorc ze toch mè bie d'oenders of bie de rèrrekens ©gooid." Nou, toen 't dan ok Wasschappelsche kèr- remèsse wier, ao die an Jaone evroge of ze ©k nie kwam en eest de© bo net of ze der (11) groot© troep. (12) dijkwerker. (12a) zindelijk. die jaar op jaar het artikel aankoopt, en& enz. Ook zijn op het eiland Walcheren meer dere landbouwers die met succes hot artikel aanwenden en over de werking zeer tevreden zjjn. Hot voornaamste bezwaar èn van Proefsta tions èn van landbouw-autoritciten togen het gebruik van ruwe pliosphatcn is, dat indien de handel dmirvan misbruik wild© maken, het aan een Ier onderzoeking ingezonden monster zoo moeilijk na te gaan is van welke herkomst het phosphaat is, en juist dit heeft voor den landbouwer de grootste waarde. Hieraan wordt nu met het Agric. phosphaat geheel tegemoet gekomen. Alle leveringen per spoor geschieden direct van de plaats van horkomst naar de plaats van bestemming, waar door alle fraude buitengesloten is. Ieder ont vanger kan zich hierdoor overtuigen dat ge leverd wordt het phosphaat, afkomstig uit het Somme-departeinent. Verder is iedere zak verzegeld en voorzien van het gedeponeerd merk „CeTes" Laat dus iedere verbruiker zich vergewissen van do her komst van hot phosphaat en ook dat de ver pakking en merken ongeschonden zijn. In dat geval kan hij hel met alle gerustheid gebruiken- Onder beleefde dankzegging voor de ver leende plaatsruimte, hoogachtend, GEBR FLEUMER. Oldenzaal 4 September 1911. Het stukje van de heeren Fleuiner heeft naar onze meening veel van een behendige reclame voor zijn Agricultuur-phosphaat. Uw medewer ker mist kennis van ruwe phosphaten en de proeven van prof. Böttcher en prof. Hazel- boff zijn niet genomen met Somme-phospbaten, Wij wenschen daarop niet verder in te gaan; alleen houden wij vol, dat veel Belgisch krijt phosphaat als Agricultuur-phosphaat in den handel komt. Of 't Somme-phosphaat nu zoo veel beter is, laten wij geheel buiten beoor deeling, maar wij herhalen de raadgeving, die wij in ons stukje van den 2fislen Augustus ge geven hebben: Bemest gelijke stukkon gelijk soortigen grond met Thomas-phosphaat, super phosphaat en Agricultuur-phosphaat, bijv. per ceeltjes van 8 of 10 aren; breng op die per ceeltjes een© gelijke bemesting van 9tikstof eti Kali en op ieder voor evenveel geld van de drie genoemde phosphorzuurbemestingen. Neem deze proef met twee of drie vruchten en ge zult dan zelf kunnen beoordeelen, welke phos- phorzuurbemesting het boste rendeert. In de 12de afdeeling van het 2de deel van Steinbruch's Handbuch der gesamten Landwirt- schaft bladz 116 leest men: de ruwe phospba ten oefenen op gronden, die kalkhoudend zijn en zich in goede cultuur bevinden, een lang zame en geringe werking, slechts op zure turf- en moerasgronden heeft men goede resul taten bekomen. Wij vermoeden, dat de schrijver van deze regelen, Dr Franck Oberaspach, zelf een prac- tisch landbouwer, de Somme-phosphaten ook niet gekend heeft. Landbouwmedewerker. BRIEVEN UIT HET VREEMDELINGEN LEGIOEN. VII Taourirt, 30 Augustus. De inspectie was afgeloopenwij waren nu als het ware ingelijfd in het regiment. Ik was wat blijde dat ik mijzolve kon ontdoen van de kapot jas en ceintuur, het was gewoon weg niet om vol te houden bij zoo'n. warmte Des middags werd ons onze burgerplunje weder ter hand gesteld, evenwel niet om ze weer aan to trekken, maar om zo te gaan verkoopen. Buiten de poort stonden reeds eenige joden le wachten, welke, zoodra wjj '■uit de kazerne waren, op ons Los stormden. Zo rukten zelfs do kleeren uit onze handen en duwden tegelijk eenige soustukken in uw hand, want het moest snel gaan. De onder officier, die ons begeleidde, scheen met hen mede te handelen want wanneer iemand niet snel genoeg kon besluiten om af stand te doen van een kteedingsluk, snauwde hij hem toe en rukte zelf even hard als de „sjacheraars". Enfin, ik kreeg met reel Imoeito 2 franc voor mijn kleeren, men moest ze immers toch afstaan Hadden de bereis juet meer willen geven dan twee sou, dan had ik ook tevreden moeten zijn want mede terugbrengen in de kazerne is streng ver boden. Zelfs de lieden waaronder onze Alfonso die ongeschikt waren verklaard, moesten toch hun burgerplunje verkoopen, zoodat ik. gin zinne in ao. Mè di was 't ie nie ong'rnst in oor, wan as Oen vrommès „nee" zeit, dan bedoel!] ze junst „jae". En toen ie 's Zaeterdags- nachtemiddugs an 't gaojoschieten was, zag ie ze den de Zuudstraete komme ooi 1 Joen Joen, wat zag dat meisso der pren tjes en gaef uut. Z' ao een mooien nieuwen beuk en een kèrremèsjak (13) an en een gouwe naetde (14) op der vooroocL Toen ze bie de baene van de gaojeschie- ters (15) kwam, ao die ze 'n slokje egee en toen was zo wi mee der zuster Zoetje ni de kuresèl egae. Dien nachtenmiddug schoot ie een price en toen 't gaojcschielen klaer was, gieng ie de kèrremèsse op om Jaone te zoeken. 't Duurde nog een stuutje (16) vó dat ie ze zag, mè eindelienge ten leste di kwam ze me Zoetje bie Maotjo van „Piet van Eine" juut de wienkelze was zeker om zoetgoed pf lodderein (17) ewist. (13) gebloemd paare jakje. (14) gouden plaat op 'tvoorhoofd, wordt thans niet meer gedragen. (16) het schieten om prijzen op boomstron ken of scheepjes, (16) poosje. (17) ï'eau de rein©; ean de cologne,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1911 | | pagina 5