FEUILLETON. Beknopte Hededeelingen. Handelsberichten. feil dan Vrijdag. Men slaagde er nog in een beperkt verkeer te handhaven, maar een aan tal stations der voorsteden, vooral in Zuid- London, en tevens in de City moesten geslo ten worden. In Londen wemelden de stralen van wiel rijders, die door het onzekere van het ver voer per „tube" genoopt waren zich wat warm to trappen. Er waren veel oude, lang vergeten beestjes onder die fietsen. Do „tubes" konden hun dienst slechts met moeite handhaven, en het publiek was, door de staking dor hitmannen, gedwongen de hon derden treden van de noodtrappen op en neer te loopen. In do provincie was do staking ook toe genomen, en van alle zijden kwamen berich ten over de gedwongen werkloosheid der ar beiders van groote fabrieken, die hun grond stoffen of steenkool misten. In West Cum berland kregen 12.000 arbeiders der ijzerfabrie ken gedaan. Te Nottingham konden 8000 mijn werkers niets doen door het gebrek aan wa gens. Te Burnow was aan 11.000 arbeiders de dienst opgezegd wegens gebrek aan steen kool. Te Durham waren 8 mijnen gesloten met 10.000 arbeiders; in Northumberland moesten 40.000 mijnwerkers naar huis ge stuurd worden, enz. Zeer treffend en meelijwekkend was de toestand in de zeebadplaats Blackpool, waar de dagjesmeuschen der goedkoope pleziertrei- nen voor liet gesloten station stonden, vol wanhoop, en velen schreiend. Ze hadden geen geld om voedsel te koppen of te overnachten in een hotel, en evenmin om een rijtuig te huren en zoo naar huis te gaan. Eep groot aantal van hen waren arme arbeiders uit Lancashire, die den dag aan zee waren ko men doorbrengen. De markten in Londen waren nog niet ernstig door de staking getroffen, maar het had niet veel langer moeten duren. De risch- handel leed overal erg. Over het algemeen werd de orde niet noe menswaard verstoord. De regeering liet bijna alle stations door troepen bewaken, en dé Londensche politie was versterkt. Alleen bij een overval door stakers op den spoorweg te Llanelly in Wales ontstond een gevecht met de troepen. Deze gaven vuur, waardoor twee nieuwsgierigen werden gedood. De menigte ging daarop op de vlucht. Laat op den avond Zaterdag hernieuwden de onlusten in Llanelly zich. De stakers ver brandden de goederen, dio aan het station la gen opgeslagen. Een ontploffing had plaats, waardoor tien menschen werden gedood en verscheidene gewond. De politie chargeerde met den wapenstok, de soldaten met de ba jonet. Ook hierdoor werden velen gewond. In de Erewash-vallei (bij Nottingham) heb ben stakers de rails opgebroken en daardoor de Jlidland-Scotch Express en twee andere passagierstreinen tot staan gebracht. Troepen uit Derby veegden de lijn schoon en zorg den dat de trein door kon rijden naar Grimsby. Overigens echter gedroegen de stakers zich ■ordelijk. Honderden klerken van de North Western- maatschappij aan Euston station doen vrijwil lig dienst als kruiers. Liverpool had Zaterdag denzelfden trooste- loozen aanblik ais Vrijdag. De kooplieden wa ren jwanhopigde verliezen die de handel geleden heeft zijn onberekenbaar. Het stakings comité trad daar zeer tyranniek op. Hoe de staking eindigde. Tengevolge van den Zondag, die ons de ge wone bladen onthield, kunnen we niet een geleidelijk overzicht geven van het tot stand komen van het vergelijk, dat de staking be ëindigde. De spoorwegdirecties hebben in zoover aan den erkenningseisch der vakvereenigingen toe gegeven, dat zij op aandrang van de regeering twee hunner hebben aangewezen om te zamen met vertegenwoordigers der vakvereenigings- besturen het bemiddelingsvoorstel der regeering tot aanstelling van een commissie van onder zoek te bespreken. Dat is geschied. En aan het slot dier con ferentie werd een regeling onderteekend door beide partijen. Daarbij verbonden de leiders der stakers zich hun uiterste best te zullen doen om de werklieden over te halen, dadelijk het werk te hervatten. Anderzijds zullen, alle werklie den, in het conflict betrokken, door de maat schappijen weer worden aangesteld, zonder op eenige iwijze gestraft te worden. Het bemiddelingsvoorstel der regeering komt op het volgende neer: De commissie van onderzoek, die zal wor den aangewezen om de geschilpunten te be- 2 Naar het Duitsck. Juffrouw Miiller boog zich over den geval lene en onderzocht hem nauwkeurig. Hij had een kleine, onbeduidende wond aan zijn hoofd, maar de algemeene slapte gaf aanleiding tot ernstige bezorgdheid. Zij ging naar binnen om water te halen en intusschen sleepten de beide vrienden den ongelukkige binnen de deur. „Ik ben bang dat liij dood gaat", zeide de heer Stelljes tot juffrouw Müller „Ga u naar den dokter, vlug." „We 'willen hem niet 'gaarne alleen laten," zeide de heer Stelljes. „Zou het te veel ge vraagd zijn wanneer we u verzochten even te gaan." Juffrouw Müller ging. „Waarom hebt jullie dat gedaan vroeg Garbers. „Ik wil geen dokter hebben, die zal alles bederven. Waarom ben jullie niet weg gegaan en hebt mij alleen met haar gelaten?" „Ik heb haar naar den dokter gestuurd om jou naar bed te kunnen brengen." „Naar bed?" handelen, zal bestaan uit twee vertegenwoor digers van de werkgevers en twee vertegen woordigers van de werklieden, met een onpar- tijdigen voorzitter. De commissie zal zoo voortvarend mogelijk te werk gaan. Door beide partijen is do verzekering gegeven, dat zij de oplossing van de commissie accepteeren zullen, ook wat do erkenning der vakvereenigingen betreft. Bovendien beeft de regeering aan de spoorwegmaatschappijen de verzekering gege ven, dat zjj in do volgende zitting aan de wetgevende macht voorstellen zaJ, de toename der lasten te verlichten, voor het geval de exploitatiekosten toenemen mochten tenge volge van de duurdere arbeidskracht. Zondagavond te half twaalf werd door het slakingscomité naar alle kanten een telegram gezonden: „Het comité heeft de staking ge regeld. Overwinning voor de vakvereenigingen. Alle mannen moeten dadelijk het werk her vatten." Men zal nu moeten afwachten of ditmaal de mannen het advies der leiders zullen vol gen. In ieder geval zal het nog eenigen tijd duren (vóór de toestand weer geregeld is. Zondag was hij nog abnormaal, vooral door dat in de provincie de mannen eerst de voorwaarden wilden weten, vóór zij het werk hervatton. Te Londen werd door de spoorwegbeamb ten Zondag in het Hydepark een vergadering gehouden, bijgewoond door 40 h 50.000 per sonen. "Daar werd besloten de staking te be ëindigen. duitschland en rusland in west-azië. Eindelijk is het zooveel besproken Pots dammer-verdrag, dat, tot ergernis van vele Engelschen, een regeling trof inzake de spoor weg-aspiraties van Duitschland en Rusland in West-Aziö en Perzië, dan toch onderteo- kend. Het zal misschien sommige lezers ver wonderen te hooren, dat het nog altijd onge- teekend was, maar het was toch zoo. Zaterdag zijn te Petersburg de handteekeningen gezet. En, nu is ook de tekst bekend geworden van een regeling waarvan de hoofdlijnen reeds lang hekend waren. Het verdrag bepaalt De Duitsche regeering beoogt niet noorde lijk van. de van. Kasrichirin over Kahk naar de Afghaaascho grens voerende lijn le stre ven naar concessies voor wegenaanleg, scheep vaart en telegraaflijnen. De Russische regeering verplicht zich te streven naar de verkrijging van de concessie voor den aanleg van een spoorweg Teheran- Kanekin, en twee jaar na het gereedkomen van het baanvak Sadidtse-Ranekin zelf te beginnen of den aanleg aan een buitenland- sche financieele groep over te dragen. Zoo dit niet geschiedt, staat het de Duit sche regeering vrij te trachten die concessie te verkrijgen. De Russische regeering legt aan den aan leg van den Bagdadspoorweg geen hinder palen in den weg. Te Plymouth is een luitenant van het 19de Duitsche regiment huzaren aange houden wegens spionnage. Na te Plymouth voor den magistraat te zijn gebracht, is de zaak tot 28 dezer ver daagd. De magistraat weigerde den be schuldigde tot zoolang onder borgtocht vrij te laten. Onder de door de politie in beslag ge nomen papieren behoort ook een brief uit Duitschland met banknoten ten bedrage van 110 p. s. Keizer Wilhelm heeft Zaterdag te Wil- helmshöhe bij de overreiking van een vaandel aan een gymnasiasten-vereeniging van Kassei een toespraak gehouden, waarin hij in het bijzonder in het licht stelde het nadeel van liet alcohol verbruik, niet het minst onder de academische jeugd. De overleverde drinkge woonten noemde hij onpassend voor een tijd, waarin het <er om gaat aan Duitschland zijn plaats in de wereld te doen behouden. Htf drong cr pp aanj, met verwijzing naar het voorbeeld der Amerikaansche studenten, om hot lichaam door sport, schermen en roeien te stalen, inplaats er naar te streven een record te slaan in het gebruik van alcoholische! dranken. De spoorweg-directie te Essen heeft, ter bestrijding van de pogingen der socialisten om het spoorwegpersoneel te winnen, bekend ge maakt dat het invoeren van socialistisch© bladen en het manifesteeren ten gunste van socialistische ideeën pp plaatsen waar het personeel in dienst is, gestraft zal worden „Vooruit wij zullen wel zeggen, dat we er je heen hebben gebracht." Door zijn vrienden voortgeduwd, maar bij iederen stap stilstaande om op te spelen, werd hij naar de slaapkamer van den heer Dopp- mann gebracht. „Uitkleoden," commandeerde Stelljes. „Wat heeft Karei toch?" „Let maar niet op mij," zeide deze, zijn oogen afvegende. „Ik daclit aan het gezicht dat de heer Doppmann zal zetten". Vóór Garbers zelfs wat doen kon, waren hem zijn jas en vest uitgetrokken en de heer Wilms begon aan zijn schoenen. Binnen vijf minuten wgs hij in het bed van meneer Doppmann ge stopt, zijn kleeron lagen netjes op een stoel cd de heide vrienden voerden een soort Indianen- dans (uit voor zijn bed „Je komt voorloopig niet tot bewustzijn en als bet eenmaal zoover is, dan vertel je den dokter dat je geen lid verroeren kuilt," zeide iStelljes. „En als ze probeeren je uit. bed te halen, dan schreeuw je alsof je vermoord wordt," zeide meneer Wilms. Beneden klonken stemmen. Juffrouw Müller en de dokter hadden den heer Doppmann voor de deur getroffen en deze laatste was al blij toen hrj de indringers niet meer zag Maar begon weer te brommen, toen hij het hoofd van den heer Stelljes boven de trap zag en met wegzending- Alle ambtenaren, werklieden enZ. der maatschappij zullen dat stuk moeten teekenen als bewijs dat zij den inhoud kennen Do paus is, naar men uit Rome meldt, geheel hersteld Hij heeft de mis bijgewoond, en loopt zonder pijn te gevoelen Er heerscht weer groote vleesclmood te Wöcncn, en dat op een tijd, dat duizenden nog pp het land zijn, zoo schrijft do corres pondent der „N. R. CrtWel ligt er een schip met overzeesch vleesch in Triest, maar het mag zijn lading niet lossen, zoolang Hon garije or geen toestemming toe geeft, omdat de Oostenrijksche regeering 3 jaar geleden om de agrariërs van dienst te zijn met de Hongaarsche regeering is overeengekomen, in zake vee en vleesch zich van elke eenzijdige daad te onthouden en slechts met gemeen overleg te handelen. Men verlangt nu in Boeda-Pest in ruil voor die toestemming een directe aansluiting van de lijn Kaschau Oderberg aan bet Pruisische spoorwegnet. De Oostenrijksche regeering wil dit niet, omdat rij een aansluiting der Hongaarsche spoorwe gen aan het net van Pruisen zeer Tiadeelig voor den Oostenrijkschen handel acht. Het gevolg is dat de onderhandelingen zijn afgebro ken, dat het schip mot vleesch waarschijnlijk Jïifet volle lading zal moeten vertrekken en dat een aanzienlijke rijzing der vleeschprijzen voor de deur staat. Hoewel do boeren wegens de hooge prijzen bijkans al liun vee naar de slachtbank brengen en den veestapel decimee- ren, is de aanvoer op de markt te Weenen veel geringer dan anders en neemt voortdu rend af Er is veel te weinig voor de be hoeften. En toch houdt men de grenzen gesloten en laat ze voor den uitvoer open. brieven uit het vreemdelingen legioen. IV. Daar tikte mij iemand op den schouder en toen ik omkeek, zag ik een haveloos ge- kleeden persoon voor mij staan, die mij toe- toelachte en (uitriep„Geen drukte maken Hollander! er is niets meer tegen te doen, je kunt niet terug." Ik, blijde een landsman gevonden te hebben, welke mij ten minste verstaan kon, drukte hem de hand en vroeg of hij" pok naar het Legioen ging? „Ja" meende juj, „maar ik ben geen Hollander, ik ben een Portugees, maar ik heb lange jaren gewerkt in Deventer." „Nou, zeg ik, je spreekt dan wel duidelijk de Hollandse he taal." Ik vroeg zijn naam en hij noemde zich Fernando, geboren te Lissabon. Wij spraken nog wat pver ons land en toen kwam het ter sprake, dat ik zoo beetgenomen was. Ik dacht nog wat handgeld te ontvangen, maar niets, totaal niets. Verder vertelde hij mij ook dat ik niet voor twee, doch voor vijf jaar moest hebben geteckend. Dat was een nieuwe tegenvaller voor mij. Ik vervloekte reeds de heelo Fransche (armee en tevens den Holland - schen consul, die mij zoo netjes geholpen had. Nadat wij eenige malen hot plein hadden pp en nêer geloopen, voegde rich een derde persoon bij pns, ook in lompen gekleed. Zijn schoenen waren geheel afgeloppen, terwijl het bovenleer pp verschillende plaatsen was open gesneden. Z'jn broek was veel te kort en pveral (verscheurd, terwijl een lange jas, welker panden bijna den grond raakten, het overige deel van zijn lichaam dekte. Hij schudde mij do hand en vroeg in het Hollandsch, waar ik van daan kwam, waarop mijn metgezel hem mijn geval vertelde. Ik vroeg pf hij ook uit Portugal kwam.? Ja, hij was ook Portugees en heette Alfonzo del Costa, had ook vele jaren in Nederland ge werkt. Hoewel ik blijde was lieden gevonden te hebben, die mij verstonden, waar ik mede spreken kon, toch speet het mij dat er nog lieden gevonden werden laat staan wat rij uitgevoerd hebben die tegenover een landgenoot hun eigen vaderland willen ver loochenen. Zij zagen dan ook wel dat ik niet zoo lichtgeloovig was, en trokken zich terug naar hun kamers. Des middags werd mij aangezegd, dat ik was ingedeeld bij het 2e Regt. Elranger te Saïda. Nu, dat liet mij totaal onverschillig het liefste had ik maar direct de beenen ge nomen, waarheen was mij hetzelfde. Om drie uur werden wij weer bijeen verzameld en geteld, en daarna ging het buiten de poort niet om te wandelen doch om de stroozakken jbg'een te zoeken, welke daar overal verspreid lagen te rotten in de bran dende zon Ieder zocht er zich een uit naar zijn pordeel en droeg hem binnen het fort. Daar werd een plaatsje opgezocht voor den nacht. Op het plein onder de open lucht moes ten wij dien nacht slapener was anders toen deze hem vroeg boven te komen. De heer Doppmann was m vier stappen boven en hij zag er uit om bang van te wor den. Toen zag hij naar zijn bed en kon geen woord meer uitbrengen. „We hebben het goed bedoeld," zeide de heer Stelljes. De heer Doppmann liet een vervaarlijk ge brom hooren en wees, toen de dokter binnen kwam, op het bed „Weg met hem, dadelijk weg," schreeuwde hij. De dokter beduidde hom te zwijgende beide vrienden hielden den adem m, toen hij den patiënt pnderzoclit Wel tien minuten lang klopte en luisterde de dokter aandach tig, toen vroeg hij; „Hoe is het gebeurd?" De heer Stelljes vertelde het. Hij voegde er bij dat hij het beste liad geoordeeld hem dade lijk in bed te brengen. „Uitstekend", zeide de dokter „Het is een zeer ernstig geval." „Maar ik kan hem hier niet houden," zeide den heer Doppmann. „Het zal niet lang duren," zeide de dokter. „Ik kan en ik wil hem hier heelemaal niet houden. Laat hem naar rijn eigen bed gaan," zeide de heer Doppmann woedend. „Ilij mag niet vervoerd worden", zeide de dokter zeer beslist. Wanneer hij weer bij komt en uit bed wil, moet u hem overreden erin geen plaats voor ons beschikbaar. Des avonds werd ons ieder 2 sou uitbetaald zeker Als reisgeld en een half brood als ration voor den volgenden dag en daarna konden wij gaan slapen, doch er zaten zooveel bewoners in mijn stroozak dat ik verkoos op den har den grond te slapen. Des morgeus 7 uur vertrok reeds een af- deeüng, welke aangewezen was voor Sidi- bel-Abbes alwaar het le regiment rijn depot heeft. Wij evenwel vertrokken om 8 uur uit do kazerne, ook de twee Portugeezen het stuk brood in den zakdoek geknoopt. Anderen hadden het onder den arm. Begeleid door een detachement soldaten gingen wij op weg naar het station. Ook in deze stad haddon wij dezelfde be langstelling van dè rijde der burgerij als in Marseille. Ik was dan ook mooi blij, dat wij het station (bereikten, waar ons weder een apparte wagon werd aangewezen. Wel is waar was hij zindelijk, doch men kon zien dat hij „dehors service", buiten dienst was. Het was slechts voor het Legioen De plaatsen waren allé bezet, zoodat wij zaten als haringen in een vaatje en dan met zoo'u temperatuur 1 Ik voor mij dacht te ge nieten op deze reis van het heerlijke natuur- scltoon van Afrika, doch toen wij de stad verlaten hadden, was al wat ik zag zand, heuvels en hooge bergen, in de valleien trof men een of meer farmen en zoo noodig een klem station, waar wij eenige minuten halt hielden Allen verlieten den trein om zich wat te verfrisschen aan de pomp, en daarna weder snel hun plaatsen op te zoeken. De eentonigheid van het landschap, benam mij alle lust en ik besloot maar in mijn hoekje een dutje te maken. Ik zag wel dat wij een lange reis voor ons hadden, want de sol daten, die ons begeleiden hadden al hun ledergoed afgelegd Het eentonig geschud van den wagon deed mij spoedig inslapen, en ik droomde van leeuwen, tijgers en verder ongedierte van Afrika, waarop ik jaclit maakte, toen ik eensklaps werd opgeschrikt door het roepen van den eenen Portugees, die mij wekte met de woorden„Hé 1 Hollander, je moet over stappen 1" Allen hadden den wagon reeds verlaten en stonden geschaard op het perron, waar de sergeant weder aan 't tellen was. Ik pakte mijn broodje onder den arm en voegde mij bij de overigen, waardoor de ser geant in den war raakte en weder van voren aan begon un, deus, trois enz. j toen scheen hij er genoeg van te hebben, want hij com mandeerde van voorwaarts en spoedig be reikten wij ons ander vervoermiddel. Het station waar wij overstapten heette Perricaux en is het kruispunt der lijn van uit Algiers naar Oran en verder naar het Zuiden tot Colomb-bezar. Deze laatste lijn namen wij, de wagon welke wij toen moesten bestijgen droeg den wijdschen naam „reservé a legion". Dus expresselijk voor ons was deze wagen ingehaakt? Wat een eer! Het was een van die houten rammelkasten, welke men nog wel aantreft in de antiquiteitenzaal van de Hollandsche spoor. De ruiten m de portieren waren kapot, de gordijntjes verscheurd, de bodem zelfs ge broken op enkele plaatsen; van verf geen spoor meer te zien, terwijl de zijwanden prijk ten met allerhande wijze spreuken en reclames voor het legioen, en oneindig vele na men der vroegere reizigers. Enfin, de geheele wagon geleek een vervoerbaar klachtenboek. In den vorigen wagon hadden wij nog immer een plaatsje gevonden voor ons brood, doch hier was niets te vinden, zoodat wij het maar een plaatsje bezorgden onder de bank. Hoe wel ik honger had, was het onmogelijk het droge brood door mijn keel te krijgen en water bad ik niet. Enkel bij een halte, maar dan moest men vlug zijn, wilde men een paar teu gen machtig worden aan de pomp waar allen rond stonden geschaard. Wat was i k blijde toen eindelijk de soldaten hunne zaken weder bijeen begonnen te pak- ken, ten toeken dat wij het einddoel begon nen te naderen. Weldra zagen wij het doel on zer reis voor ons, een klein stadje met lage witte huizen en een of twee moskeeën. Het geheel maakte geen ongunstigen indruk op mg'. Het was juist tegen den wijnoogst en alles rond de stad was groen, waartegen de witte huizen mooi afstaken. Wij stapten uit en werden reeds direct in ontvangst genomen door een aantal soldaten, welke daartoe ons reeds opwachtten op het perron. Nu ging het op weg naar de kazerne, weder veel belangstelling, nu evenwel van eenige vuile joden, welke ons met een kennersoog van het hoofd tot de voelen opnamen. Ik wist niet wat die kerels van ons wilden. Zou den die mis misschien onze militaire kleeren te blijven." Overreden?" vroeg de heer Doppmann „Wat heb ik met hem te maken? Mijn huis is geen hospitaal. Trek hem rijn kleeren aan en laat hem weggaan." „Dat gebeurt niet", zeide de dokter „Het is beter dat zijn kleeren worden wegge nomen, anders (wil hij zich misschien aan- kleeden." De heer Stelljes pakte de kleeren onder zijn arm, de heer Wilms bracht de schoenen in veiligheid. „Wanneer hij weer bp zal komen, kan ik niet zeggen," zeide de dokter. „Hg moet rust liebbén en er mag niemand bij hem." „Hoor eens.begon de heer Dopp mann. „En wat het dieet betreft, water, alleen water," vervolgde de dokter. „Water?" vroeg juffrouw Müller ver baasd. „Water", herhaalde de dokter. „Zooveel hij wil. Laten we eens zien. Vandaag is het Dinsdag, dan kom ik Vrijdag of Zaterdag nog eens terug. Tot dien tijd mag luj niets anders hebben dan water." De heer Stelljes keek verschrikt naar het bed, dat op dit oogenblik verdacht kraakte „Maar wanneer Lij nu eens iels wil eten," vroeg hij den dokter „Dan krijgt hg het niet," zeide deze willen bezorgen? dacht ik. Weldra passeerden wij een schildwacht voor een hooge poort, waar met groote letters op vermeld „Porte de Mascara". Daar binnen lagen de militaire ge bouwen en tevens de woningen en magazijnen van de leveranciers der kazerne. Daarna pas- scorden wij een tweeden schildwacht en wij waren in do kazerne. Vóór ons bg een groot plein, daarom do drie verdieping hooge ge bouwen waaruit het krioelde als uit een bijen korf. Geen wonder: het was juist etenstijd, dat is het drukste en moeilijkste oogenbbk voor een Fransch soldaat. Wij staken liet plein over en betraden bet gebouw, gingen de trap pen op en op do derde verdieping werden wij nog eenmaal geteld, voor do laatste maal als burger. Een voor één betraden wij daarna een zaal, waar allerhande kleeding- stukken en verdere equipementstukken met hoopen lagen opgestapeld. Het verwonderde mij hoe spoedig dio lieden daar binnen met het „kleeden" overweg konden. In minder dan vijf minuten hadden zij van een burger een soldaat gemaakt, die met zijn oude plunje onder den arm buiten moest wachten tot allen gereed waren. Mijn naam werd afgeroepen en ik betrad beschroomd de zaal. Doch wat was dat? Ik werd beet genomen; één pakte mij bij mijn arm en nam maat op mijn rug; do tweede stelde een maatplank onder mijn voet voor de schoenen, een derde drukte mij een kepi over de ooren, kortom, ik wist niet wat aan te vangen, doch tijd om to denken bleef mij niet. Ze hadden gevonden, wat ze gezocht hadden, en nu regende het broeken, hemden, schoenen, kepi, kortom mijn beele uitrusting werd mij toegesmeten, zoodat ik maar snel mijn zaak bgeenpakte en in een hoekje plaats nam om te zien of mij alles eenigszms paste. Zelfs daar smeet men mg nog een oude veldflesch na, welke met een doffe „smak" terecht kwam op mijn nieuwe schoenen. V. d Velden, graanmarkten enz. j Rotterdam, 21 Aug. Ter graan markt van heden was tarwe jarige ge ruimd en nieuwe ruim aangeboden en werd tot onveranderde prijzen geneel. opgeruimd. Rogge en gerst en weinig haver werden tamelijk aangeboden evenals nieuwe tarwe. Men besteedde voor essex f 10 tot f 11, de overige soorten f 9.50 tot f 9.90, rogge f 7.50 tot f 8, gerst (winter) f 8.75 tot f 9.25, zomergerst f 8.50 tot f 9, haver f 7.50 tot f 8, alles per 100 kilo. Gent, 18 Juli. Vlas. Inlandsch zonder zaken, bij gebrek aan aanvoer. De handel in Russisch blijft stil, maar de prijzen zijn vast. Garens van vlas en van snuit onver anderd prijshoudend, maar met weinig za ken. Jutegarens flauw, met geringe vraag. Katoengarens stil op zeer onregelmatige prijzen. In Linnen is de handel opnieuw zeer stil geworden. marktprijzen van tarwe en meel. Maandag 20 Aagastos. Rotterdam Bericht van den Makelaar H. van Randwijk.) Ter graanmarkt van he den waren buitenlandsche granen zeer vast maar stil. Zaterdag 19 AngustaN. Antwerpen. Tarwe prijshoudend. Boeda-Pest. Tarwe prijshoudend ge stemd. Parijs. Tarwe kalm. B e r 1 ij n. De graanmarkt was hier Za terdag iets flauwer, bij kalmen handel. Het vochtige weder gaf aanleiding tot realisa tion, vooral in rogge. De handel in tarwe was zeer lusteloos en de prijzen daarvan ondergingen geen verandering van betee- kenis. De niet onaanzienlijke uitvoer via Danzig maakte weinig indruk, daar zich in het binnenland voorraden vormen. Haver in loco vast, op aflading weinig aangebo den. Op levering aangeboden en flauw. Gerst werd door de eerste hand vast op prijs gehouden, maar was in de tweede hand eerder gemakkelijker koopbaar. N e w-Y o r k. De termijnmarktvoor tarwe opende onregelmatig, e. lager, steeg per September op kooporders, daalde overigens energiek. „En wanneer hij er op aandringt, zeg hem dan," zeide de dokter tot den steeds brommenden Doppmann, „dat hij net gegeten heeft. Hij zal niet beter weten en tevreden zijn met dat antwoord Hij beduidde de anderen de kamer te ver laten, deed de gordijnen dicht en ging ook weg. Een gegons van stemmen, gevolgd door het dichtslaan van de huisdeur volgde en de heer Garbers kwam uit zijn bed en zag zijn beide vrienden lustig de straat afloopen. Hrj sloop naar de deur en beproefde te hooren wat er beneden gesproken werd. Do heer Dopp- mann's stem klonk wel tot in de slaapkamer, maar hij kon niet hooren, wat er gezegd werd Toen meende hij lachen te hooren. Hij wachtte tot pok de (dokter was (weggegaan en kroop toen weer in bed en beproefde zich een duidelijk beeld te maken van wat nu zou gebeuren. Hij lag in donker tot een gerammel van borden en messen hem zeide dat de tijd van het avondeten was aangebroken. Hij hoorde juffrouw Müller haar oom uit den turn roepen en hij luisterde met genoegen naar haar vroo- lijke stem. Van tijd tot tijd lachte do hoor Doppmann ook. (Slot volgt).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1911 | | pagina 3