MIDDELBURGSCHE (MEM IT.
iiir
I54e Jaargang.
W oeiisdag
16 Augustus.
Middelburg 15 Augustus.
SPROKKELINGEN.
FEUILLETON.
Hubert Pfeiffert
Bit Stad en Provincie.
Onderwijs.
Letteren en Knnst.
9." 192.
1911.
Deze courant verschijnt d a g e 1 y k b, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp. f2.
Afzonderlijke nummerB koBten 5 cent.
Advertentiön bij abonnement op voordeelige voorwaarden.
Prospectussen daarvan zijn aan het bureau te bekomen.
Advertentiön voor het eerstvolgende nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zijn.
w
Advertentiön 20 cent per regel. Bij abonnement veel lager. Geboorte-, dood- en
alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50elke regel meer
20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiön en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is gerechtigd het Algemeen Advertentie-ftarean
A. DE LA MAK Az., N.Z. Voorburgwal 966, Amsterdam.
Voor de stemming op Y r ij d a g 18
A u g., in het tweede district te V1 i s-
a i n g e n, wordt door ons als lid van den
raad, op de vroeger aangegeven
ernstig aanbevolen de heer
J. K r ij g e r.
Ben gevoelvol en hartelijk
-stukje, in het belang van den eenvou-
digen dessa-man, bevatte onlangs de
„Javabode".
Onder zijne medewerkers had dit blad
iemand die zich „Walewein" teekende en
bij zyn terugkeer naar het moederland onder
eigen naamH. H. Moren, een hartelijk
afscheidswoord richt tot de lezers, 't welk
de redactie waardeerend beantwoordde.
In dit laatste „Zigzag" wordt door hem
nog eens een goed woord gesproken van den
Javaan, den eenvoudigen dessaman, die dik
wijls het slachtoffer is van de een of andere
onbegrijpelijke ordonnantie, terwijl er té
weinig Europeanen zijn, die 't hem duidelijk
maken. Wij laten het hier volgen
„Amat, mijn kebon, is een goede kebon,
die een ongewoon verschijnsel bij een
inlander iets voelt voor zijn werk. De
petrolenmblikken, waarin hij het drinkwater
haalt, heeft hij rood, wit en blauw geschil
derd en in het wit staat in het Javaansch
„Amat". Zulk een man moet men in eere
houden en ik gaf hem onlangs nog een
hoop afgedragen kleeren, waarmede hij, na
wijziging van snit en grootte, zich bij feeste
lijke gelegenheden tooit en die hij gedeeltelijk
hij een „tjina-balang" van de hand zette.
De man gaf me echter dezer dagen te
kennen, dat hij contract-koelie wilde worden
en de wijde wereld ingaan. Semarang was
hem wel lief, maar zijn huiselijk leven liet
alles te wenschen over, aangezien zijn vrouw
een onverdragelijk, jaloersch, leelijk oud
wijf was, die hem het leven tot een hel
maakte.
Nu heb ik altijd gemeend, dat niets ter
■wereld voor een Javaan gemakkelijker is dan
de heilige banden van den echt te verbreken,
doch dit is niet zoo.
De Javanen noemen een vrouw verstooten
„talaq" en de verstootene weer tot zich
nemen „roedjoe". Dit laatste is in het geval
van Amat ondenkbaar, maar zoowel het een
als het ander kost bij den panghoeloe en
den naïb zooveel geld, dat het buiten de
draagkracht van een kebon valt. De vrome
hadji's hebben in Arabiö de scheermethode
zoo uitmuntend geleerd ep op zichzelf toe
gepast gezien, dat ze onmogelijk deverzoe-
UIT HET MILITAIRE LEVEN.
Naar het Duitseh.
„Ja, Donnerwetter, luitenant, ik zeg u,
de kerel, die Pfeiffert, moet en zal schieten
leerenl Onvoorwaardelijk! De vent marcheert
prachtig, exerceert met het geweer, dat je
zoudt denken dat hij de kolf stukslaat, en turnt
als een slingeraap en nu komt u mij vertellen,
dat hij in zwijm valt als het schol afgaat V
Ach, kom, hoe hij schieten leert is mij on
verschillig, maar.... leeren zal hij het! Ver
staat u mij?"
„Jawel, kapitein, maar
„Geen maren als 't u blieft, zie maar dat
ge het gedaan krijgt. Morgen, luitenant!"
Dit gesprek werd gevoerd tusschon den ka
pitein en don luitenant der compagnie over
w*i recrunt, die met bewonderenswaardige
vlugheid het exeroeeren had geleerd, doch een
bovenmatige vrees'had voot een geweer en
patronen.
Met trots blikt© zijn sectie-commandant op
hem, Hubert Pfoïffcrt, en steldo hem aan de
ander© reenden voor rJs een magazijn van
militaire deug Jon, maar o wee toen Huberlje
king kunnen weerstaan om die methode ook
op hunne landgenooten toe te passen.
En dit is geenszins de bedoeling der
Om in deze aan veiatie zooveel mogelijk
een eind te maken, wees de Regeering reeds
bij ord. 8 September 1895 de personen aan,
bevoegd tot het verrichten van ritueele han
delingen. Hiermede was het kwaad niet
gekeerd, want ook de wettig aangewezen
functionnarissen hielden er phantastische.
prijzen op ma. Later verscheen een ordon
nantie, waarin de voorschriften zijn vast
gesteld omtrent de betaling. Ter contróle
mogen de belanghebbenden kwijtingsbewij-
zen vorderen, die kosteloos en vrij van zegel
moeten worden verstrekt. Tegen overtredin
gen in deze zijn boeten bedreigd van f 5
tot f 100, dan wel krakal van 5 tot 90 dagen.
De panghoeloe en de naïb weten dit heel
goed, doch de betrokken inlander, die lezen
noch schrijven kan, weet dit alles niet
wordt steeds het kind van de rekening.
Het geeft me ergernis. Wat baten alle
wetten en bepalingen ter bescherming van
den armen Javaan, als ze slechts voorkomen
in de staatsbladen en volkomen onbekend
zijn bij de personen, die er onmiddellijk be
lang bij hebben
f Me dunkt, het behoort tot de taak van
de europeesche en inlandsche ambtenaren
den eenvoudigen desa-man met zijn rechten
bekend te maken. Op zijn verplichtingen,
vooral in den vorm van belastingen, wordt
hem wel degelijk gewezen."
»Walewein" eindigt zijn bijdrage met deze
woorden
„Er begint in Indiö, zoowel als in Neder
land, gelukkig een andere wind te waaien
Javanen studeeren in Holland, Javanen be
halen academische graden, Javanen richten
vereenigingeD op.
Het was vroeger erg voordeelig en eervol
soms om in Nederland flink op Indiö af te
geven. Indische „luxe", intriges, rykgewor-
deu planters, zich zat stelendeu ambtenaren,
Javanen-uitzuiging door Europeanen, Indi
sche onzedelijkheid, regeerings-indolentie,
inzinking en degeneratie."
Zij^'die op dit stramien met eenige vaar
digheid konden borduren, hadden kans op
luisterende ooren.
Maar de tijden zijn veranderd.
Ik beleef 'tniet meer, doch ik zie een
Nieuw-Java aan den horizont opdoemen en
't zou voor Indiör en Hollander 't beste zijn,
als alles bleef onder de Hollandsche drie
kleur.
In vergelijking met andere koloniale mo
gendheden was 't Nederlandsche bestuur
ondanks vele tekortkomingen over Indiö
nog zoo slecht niet. Wij missen de arro
gantie van den Engelschman, de hardheid
van den Duitscher, de frivoliteit van den
Franschman.
Doch we zijn wat lui, we hebben weinig
voor het eerst moest schieten. De vlugge,
vroolijke Pfeiffert stond op de baan met een
gelaat, dat door angst vertrokken en bleek als
een doek was. De eerste schietoefeningen be
staan gewoonlijk in het vuren met losse pa
tronen om, zooals het reglement luidt, „den
recruut met den knal gemeenzaam te maken."
Toen nu de- beurt aan Pfeiffert was ge
komen. trad hij met knikkende knieën voor
de schijf. Bevende laadde hij zijn geweer
en tact de doodskleur op de kaken legde
hij aande tromp van hot geweer maakte
daarbij volgens den peleton-commandant de
zelfde beweging ,als de staart van een kater,
die aan eene natuurlijke behoefte voldoet.
Bij hot afgaan van het schot Zeeg Pfeiffert
naar rechts neder „als een padde", terwijl
zijn geweer links van hem lag. Dit was nu
reeds jbij alle schietoefeningen voorgekomen,
Zoodat de |armo luitenant er aan begon te
wanhopen ,ecn bruikbaar soldaat van hem t©
maken. Wie onzen Pfeiffert bij het exerceeren
had gezien of bij het turnen, waar hij de
halsbrekondst© toeren met onbegrijpelijke
juistheid uitvoerde, teoodat men van angst
den adem inhield, zou het niet geloofd heb
ben, dat hij dezelfde soldaat was, die zich
bij het schieten Zoo laf aanstelde Ook bij
het fcwemnien was het niet veel beter dan
met het schietenbij den aanblik der kalm©
bassins in do zwemschool .betrok plotseling
I Pfoiffert'3 lachend gelaat en zijn oogen staar-
i den angstig naar den zwemmeester, die hem
durf't Nederlandsche kapitaal vindt Indiö
nog altijd gewaagd en men verwacht in
Indiö nog altijd te veel van 't gouverne
ment, waar 't particulier initiatief handelend
moest optreden.
Maar men moet al hitter weinig intuïtief
gevoel bezitten om niet te begrijpen, dat de
zoo rijk gezegende Indische archipel een
goede toekomst tegemoet gaat. Veel hangt
af van de mannen, die stasn aan onze spits.
Veel hangt af van onze regeering in dezen
tijd van ovei'gang en vooruitgang.
BENOEMINGEN. ENZ.
Bij Icon. besluit:
is aan J. Heshusius, op verzoek, eervol
ontslag verleend uit zijn betrekking van secre
taris-generaal bij liet Dep. van Financiën, onder
dankbetuiging, en is als zoodanig benoemd
jhr. M. de Jonge, thans hoofdinspecteur der
dir. belastingen enz. bij dat departement;
is met ingang van 1 October bij voormeld
departement bevorderd tot referendaris mr.
dr. J II. R. Sinninghe Damsté, thans com-
Mrs. L. A. de Waal en W C. A. B P
Arriëns zijn gesteld ter beschikking van den
Gouv.-Gen van Ned.-Indië, om te worden ge
plaatst ui rechterlijke betrekkingen daar te
lande.
Dr. I Ganon is ter beschikking van den
Gouv.-Gen. van Ned.-Indië gesteld, ten einde
volgens laanwijzingen van of vanwege dien
Landvoogd daar te lande gedurende ten min
ste één jaar in tijdel ijken dienst werkzaam
te worden gesteld.
Naar ons van zeer bevoegde zijde
wordt verzekerd, i.' het bericht, voorkomende
in ons nummer van Maandagavond, betref
fende het niet betrekken van leidingwater in
Breskens, Oostburg en Schoondijke uit
Middelburg onjuist.
Aan alle gemeenten die daartoe hun ver
langen te kennen gegeven hebben, wordt
water uit de leiding verstrekt, o. a. aan
Zierikzee, St. Laurens, Serooskerke, Oostka-
pe'le, O.- en W.-Souburg Ook aan den
burgemeester van Breskens is medegedeeld
dat deze gemeente desverlangd wel degelijk
drinkwater uit Middelburg kan betrekken.
Maandagavond sprak in het „Schut
tershof" alhier de heer mr. G. W. Sannes
over de politieke partijen in en buiten den
Middelburgschen Raad. De kleine zaal was
rel gevuld met een aandachtig publiek,
heer Sannes besprak verschillende z. i.
ongewenschte toestanden en stelde in het licht,
hoe hij en zijn partijgenooten daartegen met
alle krachten strijden. Met warmte beval hij
ten slotte den candidaat der S. D. A. P.,
den heer L. Onderdijk bij de aanwezige
kiezers aan.
Van de tegencandidaten, die allen tot
debat waren uitgenoodigd, was alleen de
heer mr. J. Adriaanse tegenwoordig. In
debat komende, bestreed hij den heer Sannes
op verschillende punten en wekte de aan
wezigen op vertrouwen in hem te hebben
en te gelooven dat ook hij de belangen der
kleine luiden ten allen tijde naar zijn beste
krachten zou behartigen.
Na re- en dupliek werd de vergadering
op onbeschrijfelijk liefderijken loon uitnoodigde
tot het nemen van een bad. Als hij dan einde
lijk na alle vergeefscho toespraak van dezen,
aan den haak werd geslagen en in het water
geworpen, dan spartelde hij zoo wanhopig aan
hot lijntje, dan schreeuwde en bad hij zoo
hartverscheurend, dat Jnen hem, na eenige
vorgeefsche onderdompelingen, weer op het
droge haalde. Zoo stonden de zaken tijdens
het vermelde gesprek tusschen kapitein K. en
den dikken luitenant JA. Dientengevolge be
proefd© de luitenant nogmaals alles, wat zijn
veeljarige ondervinding hem had geleerd op
het gebied van het overwinnen van schiet
en zwemvrees, doch hot bloef zonder de ge-
wenschte (resultaten.
Acht dagen later.
„Kapitein, ik heb mij met Pfeiffert de
grootste moeite getroost, maar de kerel kan
niet schieten Zonder te vallen."
De aderen op het voorhoofd van den kapi
tein Zwollen bedenkelijk.
„De duivel halo den keret centimeters-
gewijzo, als hij hoor eens, luitenant, ik
zeg jo, do vent leert het, hi) moot en zal het
leeren, verstaat ge?.... En andera zal ik hem
Zelf aan het verstand brengen, ik zelf, zgn
eigen kapitein I Wanneer en op welke baan
wordt er weer geschoten?"
„Morgenochtend, baan Zes, acht uur bot
eersto pchot, kapitein."
„Dank u, adieu 1"
Daarna ging de overigens goedhartige com-
Maandag was het veertig jaar geleden,
dat F. Flink in dienst trad in de ijzergie
terij van de firma Boddaert &Co. alhier.
Van den patroon ontving de jubilaris een
enveloppe met inhoud en ook het personeel
gaf hem een blijk van hulde op dezen dag.
Om vijf uur werd de fabriek stop gezet
en onder het genot van eenige verfrisschingen
bleef het personeel nog eenigen tijd bijeen.
De langdurige, groote hitte is geluk
kig in onze omgeving geëindigd 1
Het is thans heerlijk, luchtig weer.
Jammer is die afkoeling geen gevolg van
flinke regenbuiën, waaraan zulk een groote
behoefte is.
Of zij lang zal duren
Het begon heden op den dag weör warm
te worden.
Heden is bij bevelschrift der rechtbank
alhier E. J. de J., 18 jaar, opperman,
geboren en wonende te Vlissingen, in ver
zekerde bewariDg onder verdenking van
zware mishandeling, weder op vrije voeten
Uit Vlissingen.
Donderdagmiddag te twee uur houdt de
gemeenteraad een vergadering. Daarin zul
len verschillende benoemingen plaats hebben
en komen onderscheidene voorstellen aan
de orde, o.a. betreffende de verzekering tegen
werkloosheid, het oud archief en de ver
pleging in het gasthuis.
Zondag zijn drie Vlissingsche heeren, J.
G. van Niftrik J.Gz., C. H. Gillissen en
J. J. Meijer, van Vlissingen naar Breskens
gezwommen. Om tien uur vertrokken zij uit
Vlissingen en kwamen kwart voor éen in
Breskens aan wal. De Schelde is tusschen
Vlissingen en Breskens 4500 M. breed.
Tengevolge van stroom en golfslag werd
die afstand evenwel grooter. De zwemmers
hebben ongeveer zeven kilometer afgelegd.
De heer Van Niftrik kwam als eerste aan.
Een boot was steeds in de nabijheid der
zwemmers gebleven.
Hedenmiddag brak brand uit in de
duinen bij Dishoek onder Koudekerk e.
Door de daar voor oefening aanwezige
militairen werd de brand met zand gebluscht.
Bij den timmerman C. Engelbert te
'sHeerenhoek ontstond Zaterdagmorgen
brand doordat een vat carbolineum ontvlamde.
Daar water bijna niet te krijgen was, moest
men zich, wat liet bluschwater betreft, bepalen
tot een modderslootje. Door het krachtig
optreden der brandweer was men de vlam
men spoedig meester.
De „St. Crt" No 190 bevat de statu
ten van de naamlooze vennootschap Zeemo
torschip „Angelina" 'gevestigd te N e u z e n.
De vennootschap heeft ten doel het ex-
ploiteeren van zeemotorschepen en het te
dien einde aanschaffen en in de vaart bren
gen, huren en verhuren, bevrachten en ver
vrachten, koopen en verkoopen van zeemo-
pagnies-commandanl heen en de luitenant liet
Pfeiffert op het bureau roepen.
„Luister eens, Pfeiffert, de hoofdpijn,
die jo mij bezorgd hebt, is meer waard, dan
honderd zulke ezels als jij bent. Morgen vroeg
komt de kapitein zelf naar de schietbaan om
jo schieten te leeren. Man, kind, kerel houd
jo in Godsnaam goed en schiet voor mijn
part zoo'n gat hierbij een handbeweging
in den hemel, houd je zinnen by elkander,
dat je niet neervalt als eene jongejuffrouw
op het zien van een rati Begrepen?"
„Jawel luit'n't," antwoordde Pfeiffert in
de onberispelijkst© militaire houding, maakte
daarna prachtig „rechtsomkeert" en ging naar
de compagnie, om zich voor den volgenden
dag behoorlijk voor te bereiden.
Toen den volgenden morgen de afdeeling,
waartoe Pfeiffert behoorde, op de baan kwam,
liep de kapitein daar reeds sedert geruimen
tijd met groote schreden op en neer, en peins
de, volgens welke nieuwe methode hij Pfeif
fert zou leeren schieten „Hm," mompelde
hij, „misschien is hij door het schelden en
razen der onderofficieren zóó bang geworden,
dat hij zijne kalmte verloren heeft, en kalmte
jls do eerste plicht van den soldaat, ja zoo
fca! het wel zijn, nu, we zullen eens zien,
of het mij niet gelukken wil. Nadat alles voor
het schieten en het aanwijzen der punten in
gereedheid was gebracht, trad Pfeiffert op
commando van den kapitein het eerst voor
do schijf.
torschepen, het verrichten van alle verder»
tot de exploitatie van zoodanige schepen
behoorende werkzaamheden en het verkrij
gen en vervreemden van alle zaken welke
inet zoodanige exploitatie in verband staan,
met dien verstande echter, dat de vennoot
schap nimmer meer dan één schip te gelijk
in eigendom zal hebben.
Tot directrice van bet Burger-gasthuis
te Aardenburg is benoemd mejuffrouw
A. M. van Donk te Rotterdam.
Geslaagd is voor boekhouden (middelbaar
schoolakte) de heer A. C. Caljouw te Vlis
singen, voor bet examen Fransch, M. A.,
mejuffrouw N. Kruijsvoorberge te Krni-
ningen eu voor Duitseh, M. A., mejuf
frouw B. Jansen van Middelburg.
Het gemeentebestuur van Hulst
heeft aan de regeering zich bereid verklaard
om het gebouw, waarin thans de openbare
lagere school gevestigd is, af te staan voor
eene eventueel te stichten Rijks Hoogere
Burgerschool.
Het aantal leerlingen van de openbare
school is den laatsten tijd zoo afgenomen,
dat met een veel kleiner gebouw zou kun
nen worden volstaan. („N. R. Crt")
Aan C. A. J. M. de Gier is eervol
ontslag verleend als leeraar aan de Rijks-
landbouw winter school te Schagen en is hij
benoemd tot leeraar aan de Rijkslandbouw-
winterschool te Sittard.
Benoemd is tot buitengewoon leeraar aan
de Rijksveeartsenijsohool te Utrecht J. H.
Hartog te Culemborg.
W. NanDinga, benoemd tot ontvanger der
registratie b. a. en successierechten te
's Hertogenbosch, is eervol ontheven van het
geven van onderwijs aan de Rijks- hoogere
land-, tuin- en boschbouwschool te Wage-
ningen.
IJIngef rokken is het kon. besluit van 8
Juli 1911, waarbij A. W. Hoos Jr., voor
het tijdvak van 1 September 1911 tot en
met 31 Augustus 1912, is benoemd tot
leeraar aan de R. H. B. S. te G o e s.
Aan L. H. Grondijs is op verzoek eervol
ontslag verleend als leeraar aan de R. H.
B. S. te Tilburg.
In de bladen van alle landen worden,
naar aanleiding van Israel's dood min of
meer lange artikelen aan bem gewijd, allen
getuigend van zeer groote waardeering.
Bij de opening van het Zondag te Bazel
bijeengekomen tiende zionistencongres heeft
de voorzitter dr. Max Nordan, in den over
ledene geprezen het Joodsch kunstenaars
temperament.
„In zijn schilderijen, zei Nordan, treffen
wij aan deze innigheid van gevoel, deze
energie van uitdrukkingsvermogen, deze
koog-zedelijke wijding als element aan zijn
fijn voelend gemoedsleven ontleend die
wij als speciale eigenschappen meenen te
mogen toekennen aan de hoogerstaande ver
tegenwoordigers van ons ras. Jozef Israöls
was een glansrijke personifieering van datgene,
dat wij op dit gebied onder de gunstigste
omstandigheden niet alleen ons zelf maar
ook de mensckkeid bieden kunnen
„Ja, kind," begon de kapitein, „kind
waarom zie jo er zoo bleek uit? Hemel je
behoeft toch geen nienscb te vermoorden, niet
waar? Kijk eens hier," en bij klopte den re
cruut vertrouwelijk op den schouder, „er ge
beurt niets, do kogel gaat er van voren uit
en bovendien sta ik, je eigen kapitein, naast
je, dus er kan je volstrekt niets overkomen I
Doe mij nu eens het genoegen en sta zoo
niet te heven; geef mij nu als 't u blieft
uw1 'geweer eens en geef u mij dan een patroon
Zoo ziet u, nu doet u juist zoo als ik,
open den grendel, heel kalm, na de patroon
in de kamer, heel rustig nietwaar zoo
-nu den grendel sluiten zoo ziet u
wel, nu is het geladen, niet waar?"
Pfeiffert knikte bij iedere vraag met hot
jammerlijks te gezicht van de wereld „en
nu neemt u het geweer in den aanslag, daar,
zoo, nu legt u rustig aan Pfeiffertje, rustig,
rustig, zoo, nu gemikt, langzaam, heel lang
zaam doordrukken, heel kalm, maar niot zoo
met jo geweer staan te hengelen, wees toch
bedaard enpang! daar knalde het
schot -daar lag Pfeiffert rechts met alle
vior in de lucht en met wijd opengesperd
glazige oogen. Eerst stond de kapitein
oogenblik als versteend te kijken naar 1
op den grond liggenden soldaat, daarn
tof barstte do bom los.
(Slot volffi/