Nederlandscb Tooneelverliond.
BIJVOEGSEL
*£andbcuu)kron teh
HET TOONEEL.
VAK »E
VAK
Maandag 29 Mei 1911, no. 125.
Middelburg 27 Mei.
TAM OMZKH VA8TEH MEDEWERKER.
Het Paard.
IV.
Wij zijn thans na onze korte mededeclingen
over enkele paardenrassen in de verschillende
landen van Europa gekomen tol het paard in
Nederland.
In zijn „Handboek voor 'den Nederlandschen
Landbouw en de Veeteelt" zegt de heer G. Rein-
ders, dat men i n Nederland vroeger drie typen
of slagen van paarden schijnt gehad te heb
ben, nl. het Friesclie, liet Geldersche
en liet Zeeuivschc.
Volgens sommigen hadden ook Holland en
Utrecht hun eigen slag. Staring beschrijft bet
oorspronkelijk Hollandsche type als zwart van
kleur, middelmatig groot, met ingevallen rug,
laag ingeplanton staart, zwaar hoofd en
ecnigszins ingevallen neus. Het Utrechtsche
paard had veel van het Geldersche, maar
was kleiner en bezat minder goede schoft,
beenen en hoeven.
Van het Friesche paard, dat vroeger een
groolen naam had en naar alle stroken van
Europa werd uitgevoerd, vooral naar Rome en
Madrid, .waar het om zijn- verheven gang als
9taatsiepaard gebruikt werd, dat bovendien in
de (provinciën, waar liet hoofdzakelijk werd
aangefokt, n.l. Friesland, Groningen, Drenthe
en een deel van Overijsel, den naam bad van
een -uitmuntend harddraver te zijn, zal thans,
ofschoon men zich in den laatsten tijd weder
«enigszins meer heeft toegelegd om dat type
zuiverder te houden, wol geen exemplaar meer
gevonden worden, dat geen vreemd bloed in
de aderen heeft.
Volgens den hooger genoemden schrijver zijn
de kenmerken van het Friesche paard: een vier
kante'houw, lange hals (niet zelden een zwa
nenhals), lang maar fijn hoofd mot eenigszins
gebogen neus en kleine ooren, een rond, ge
spleten kruis met diep en soms laag ingeplanton
staart, kort en min of meer afhangend kruis,
weinig uitkomende heupen met dikke spieren,
<lie de beenen bedekken als een gewelf, vrij
hoog lange top- en maanharen, sterke beharing
aan de beenen; hoogte 1.55 tot 1.60 M.
Het oorspronkelijk Geldersche paard, waar
van misschien nog enkele meer-of minder ge
kruiste p-fstanunclmg in de Betuwe is over
gebleven, was kleiner dan hot Friesche, had
eveneens een afgerond kruis mot ronde heu
pen, maar de staart was hooger ingeplanthet
was minder hoog op do beenen, had fijnere
Ipgpbeenderen, minder broede maar hardere
hoeven. Het was meer rijpaard dan hel
Friesche en gezocht als cavalcriepaard. Dat
die goede eigenschappen als rijpaard hoofd
zakelijk toegeschreven werden aan eens aiui-
sing met Andalusische hengsten ten tijde van
het bewind der Spanjaarden hebben wij reeds
vroeger vermeld. Later schijnt dc stoeterij te
Borculo, die in den Franschen tijd van Rijks
wege was opgericht, docli na de omwente
ling van 1813 werd opgeheven, maar in 1822
weder in 't leven geroepen en tot 18-12 als
Rijkssfoelerij, daarna tot 1851 als eene bijzon
dere instelling van Koning Willem II gehand
haafd, een ongunstige» invloed op het Gelder
sche paard uitgeoefend te hebben. De En-
gelsche jyolblocdhengsten, die hier als dek
hengsten werden gestationneerd, verschilden
te veel van het oorspronkelijke paard om door
kruising tot een goed resultaat le komen; de
voeding en behandeling der veulens, uit die
kruising geboren, lieten veel te wenschenover;
met de plaatsing der hengsten op de verschil
lende dekatations werd niet oordeelkundig te
werk gegaan, kortom, het eindresultaat van die
We hebben Vrijdag een oude bekende om
geving zien herleven, toen het N ederlandsch
Tooneei hier 'kwam met een voorstelling
van Sara Burgerhart. We hebben weer aller
lei door en door bekende menschen ontmoet,
alsof \W« een bezoek brachten aan een stad
waar we in jaren niet geweest waren, en
waar we toch alles precies als vroeger terug
vonden. En we hebben er weer gelachen als
vroeger, we hebben er genoten van den humor
en geest, jwe hebben weer gespot om de
belachelijk© huichelarij van de „fijnen" Van
het sport von Breeder Benjamin. We hebben
Saartje Weer bezig gezien, in haar bengel
achtige vroolijklieidWe hebben ons inwen
dig verknepen van blijheid ©ver het hooze
gemopper van den „niets beduidenden ouden
vrijer" Abrahmi BlamJcaart, die geducht kan
striemen als hij aan iemand een hartig
woordje (te (zeggen heeft, maar dien anders
de jgoedighcid door al zijn krachtwoorden komt
heenkijken.
We hebben de WedtiWe Buigzaam weer
Ojntmioet, (die Jieve, verstandige vrouw, met
haar damespensionnaires, de mooie vroolijke
Letje Bruinier, de geleerde malloot Hartogh,
en het goedige, domme Lotje.
O, er (waren er nog meer, die we ons nog
zoo goed -herinnerden. Natuurlijk ook Hendrik
Edéting, (de |wel wat erg edele maar toch
brave jonge man. En daar naast de zwierige,
innemende (maar (allesbehalve edele Raten-
proefneming om verbetering to brengen was
beslist ontmoedigend.
Het oorspronkelijke Zeeüwsche paard, 'waar
van door de jarenlange kruising met ingevoerde
hengsten ook wel geen zuiver exemplaar meer
zal aan le wijzen zijn, had een zwaar en vlcezig
hoofd mot kleine oogen, ver uiteen- en weinig
opstaande ooren, een korten, breedeii enz wa
ren hals, breede borst, lage schoft, inge
bogen rug, rond en gespleten kruis en een
diep ingoplanlcn staart. De topmanen, manen,
en staart dragen dikke lange haren en de
zware beenen bezitten veel behang. Dit paard
muntte door zijne sterkte uit als werkpaard,
maar word weinig gezocht als koetspaard, of
schoon het grootste type van dit paard, het
zoogenaamde C a d z a n d s c h e, goede dravers
heeft opgeleverd.
Reeds in de vroegste tijden werden in de
verschillende gewesten van Nederland, die, zoo
als men weet, ieder hun eigen besluur hadden,
zoodat er van een algcmcenen maatregel vóór'
het jaar L795 geono sprake kan zijn, regie-1
meuten, ordonajities, en plakkaten uitgevaar
digd om dc paardenfokkerij, naar men meende,
te bevorderen; van tijd tot tijd werden „de
vorige placaeton gerenoveerd en gepubliceerd",
zelfs werd hier en daar eene verplichte heng-
slenkeuring ingevoerd, maar doorgaans werd
aan de gemaakte bepalingen de hand niet "ge
houden, of er werden afwijkingen toegestaan.
Zoo werd o. a aan Hendrik Woltcrs, een lid
van de vroedschap te Leeuwarden, in 1668
toegestaan zoowél Ëngelsche, Spaansclie als
Turkscho (waarschijnlijk Arabische) bengalen
te houden; zeker geen maatregel om de ras
zuiverheid van het Friesche paard te be
vorderen.
In Utrecht fokle inon, miuir men fokte voor
't vaderland weg/Daar toch werd in 1635 aan
ieder dorp dc verplichting opgelegd bm naar
gelang dc grootte een, twee of drie (dekheng
sten to koopen en te. onderhouden en deze ver
plichting werd later herhaaldelijk „gereno
veerd", zonder daarbij veel acht te slaan
op de qualilcit der fokpaarden.
Na de Fransche overheerscbing werden we
der nieuwe provinciale reglementen op de paar
denfokkerij in 't leven geroepen, maar deze
reglemenleering viel 'weinig in den smaak en
op hel tweede landhuishoudkundig congres, dat
in 1847 te Arnhem gebonden word, werd dan
ook eene commissie benoemd, aan welke word
opgedragen: „de bestaande reglementen op de
hengstenkcuringen in de verschillende provin
ciën te herzien, die onderling in overeen
stemming te brengen en op een volgend con
gres do noodige veranderingen voor te dragen."
Ofschoon de pogingen van deze commissie
niet met een volkomen goeden uitslag bekroond
werden, zijn zij (och niet onvruchtbaar gebleven,
want zij gaven aanleiding tot de oprichting
van het Friesche paardenstamboek in 1880
en van het Ncderlandsclto in 1886, ofschoon
aan de oprichting van liet tweede de stoot
wel voornamelijk werd gegeven door de inter
nationale tentoonstelling in 1884 te Amster
dam gehouden, welke duidelijk liet zien, dal
ook de paardenfokkerij in Nederland veel tc
I wenschen overliet.
Do Regeering benoemde 18 September 1886
een vLandbouwcommissie, die o. m. ook de
paardenfokkerij behandelde en daaromtrent in
do (Staatscourant van 18 en 19 November
1888 het volgend advies uitbracht;
I. liet particulier initiatief worde gesteund:
a. door bijdragen in het onderhoud van
voor den publieken dienst bestemde dek
hengsten
b. door het uitloven van premiën voor
goede inerriën met veulens en voor één- en
tweejarige hengsten.
II. De Staat trede zelf op:
a. door het oprichten van liengsteudcpfits
of liet stationneeren van Rijkshengslen bij par
ticulieren
b. door het slationneeren van Rijkshengslen
in de garnizoensplaatsen van bereden wapens;
terwijl ten slotte reglemenfeering van de
paardenfokkerij door do Rijksregecrmg niet
alleen (Overbodig maar zelfs nadeelig werd
geacht.
In 1893 werd door den Minister van Water
staat, Handel en Nijverheid, waaronder ook
Landbouw ressorteerde, en den Minister van
Oorlog een Rijkssubsidie verleend aan de
maatschappijen en vereenigingen, die zich
meer speciaal met de verbetering der paar
denfokkerij bezig hielden; de voorwaarden van
die uitkcering, werden later opnieuw geregeld
bij een „Reglement aangaande de ondersteuning
van Rijkswege van de Paardenfokkerij, vasl-
horst. (En dan eindelijk nog Kootje, de op
gedirkte ootje, jdo petit-maïtre, Waar geen
verkeerd Jiaax in zit, behalve dat hij zoo
vreeslijk) dom1 js in zijn kleeren-ijdelhcid.
Ze waren nog allemaal zooals we ze ge
kend hadden. En ze praatten ©ok allemaal
n,og zooals' vroeger, sommigen mal, met Fran
sche aanstellerij, en de besten van lien nog in
hetzelfde kerngezonde, ou-bollige Ilollandsch,
niet altijd fijn, maar leuk, pittig, en waar.
Maar in één opzicht is het veel boter ge
weest dan vroeger: We hadden wel een voor
stelling in ©ns 'hoofd, hoe die menschen er
allen uitzagen, maar die was toch vaag. We
hadden ze meer van binnen gezien dan van
buiten. En dat was nu heel anders. We heb
ben ze pu voor ons gehad, ieder met een
eigen gezicht, en ieder in een eigen pakje,
dat We als het ware hebben kunnen bestu-
deeren, in dc hand kunnen nemen om het
goed te Voelen. Vraag maar eens iaan do
dames die er geweest zijn, wat voor stof er
gedragen Werd.
En die kostuums waren veel mooier dan
©nze verbeelding |ons ooit bij het lezen had
voorgetoiOiVCTd. ;Wat een zwier, wat een ele
gance, wat een smaak in de modes van die
veel (gesmade pruiken-eeuw 1 Het was een
©ojgeïigcpot, dat dc hernieuwde ©ntmocting
met nl die ©ude vrienden nog heerlijker
maakte.
Juist (Olndat hot zoo heerlijk' was, kullen
We niet gaan uitpluizen, ©f Sara Burgerhart-
nu (eigenlijk Wel geschikt is v.oor tooneelstuk.
De actie is zeker niet groot. Maar,'we merken
gesteld hij beschikking van den Minister van
Oorlog en dien van Binnenlandscho Zaken,"
waarbij mtusschen de paardenfokkerij was
ondergebracht; hierop volgde 1 October 1899
hot „Reglement op de keuring van dekhengsten
in do provincie Zeeland," waarbij het dekken
door niet goedgekeurde hengsten werd verbo
den en in 1901 eindelijk de Rijks wel op de
paardenfokkerij, waaronder Wij thans leven.
De verplichte hengslenkcuring, vooral het
niet mogen gebruiken van afgekeurde heng
sten, wekte bij velen in den aanvang groote
ontevredenheid.
Dat men alle dekhengsten aan een keuring
onderwierp, kon er nog door; dat men de
gebroken, waarom hengsten niet werilcn goed
gekeurd, (publiek maakte, kon men ook nog
inschikken; men beschouwde dal als een voor
lichting voor dc inilikundigonmaar den
hengst buiten gebruik stellen en hem daar
door een aanzienlijke waardevermindering doen
ondergaan gaf aanleiding tot klachten over
hoperking der vrijheid. Nieuwe óntevredenheid
werd gewekt hij het longeeren der hengsten
ingevolge de Wet 1901 om ze te onderzoeken
op coraage. Na een tienjarige werking der Wel
en do verbeteringen, gaandeweg aangcbracbl
in do longeerplaatsen, worden die klachten
weinig meer vernomen en over 't algemeen
zijn thans alle paardenfokkers houders
van minwaardige hengsten wellicht uitgezon
derd overtuigd dat de Wet 1901, al voldoet
zij ook niet geheel aan aller verlangen, zeer
heilzaam gewerkt heeft op den vooruitgang
der paardenfokkerij in geheel Nederland, maar
vooral ook in Zeeland.
(Slot volgt.)
Heden ochtend werd in oen der zalen van
te sociëteit St. Joris alhier de 41e jaar
vergadering van genoemden Bond, bg ont-
itontoniB van den voorzitter, den heer M. Einants,
lie iu het buitenland vertoeft, geopend door
den he--r mr. A. Fentener van Vlissingen.
Aanwezig waren de ofdeelingön Den Haag,
Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht, Utrechte»
Middelburg.
De ho*r mr A. Fentener sprak in zgn wolkomst-
woord zjjn spgt uit over hot Eoodznkelgk
afwezig zjju van don heer M. Emanta, terwgl
hg den heer De Beaufort van harte welkom
heette voor zjjn tegenwoordigheid en dank
zegde voor zjjne bereidwilligheid in deze ver
gadering eene lezing te houden.
De gobruikeljjke openingsrede van don voor
zitter werd thans door den algemeenen secre
taris, den heer J. H. Mignon, voorgelezen en liep
over »B g z a k e n oj> tooneelgebied,"
hoofdzakelijk Haagsehe Sehouwburgtoe-
s'andon betroffmde.
Het volgende is er aan ontleend
Als men er zich eenB-in wilde verdiepen
van hoeveel gewicht bgzake u kunnen zjjn
aldus spreker don zouden er ongetwij
feld minder bjjzaken bestaan. Voor 't oogen-
blik zjjn de bjjzaken op tooneelgebied nog
zóó talijj V, dat er niet aan te denken valt
ze in een korte inleiding tot deze vergadering
alle te behandelen. Daarom dns maar een
enkele greep gedaau, waarbjj de bjjzaken in
do tooneels o h r jj f- en tooneei speelkunst
geheel ter zjjde worde gelaten.
Wie het wisse voorrecht bezit in Den Haag
te wonen, bezit ook hot twjjlelachtig voorrecht
van de ellende van slechte bijzaken in schouw
burg-toestanden grondig te kennen. Een on
miskenbare misstand is 't al in Den Haag, dat
le koninklijke residentie, s'ad van ongeveer
tweehonderd zestig duizend inwoners, maar
ééa enkele schouwburgzaal bezit. Deze mis
stand is echter, zóó groot, dat hier van oen
bijzaak niet meer mag worden gesproken, 't
Is beslist een verkeerde hoofd zaak, waar
door de achouwburg-exploitatio een monopolie
wordt, dat iu ons land met zijn regeorings-
lichamen, die zich om kunst alleen bekom
meren bg feestelijke gelegenheden en wanneer
er iets te verbieden valt uit een oogpunt van
bekrompen moraal en overdreven godsdienst-
vrees, gevaarlijker is dan elders en waardoor
de roeidentie maar al to vaak verstoken blgit
van uitmuntende en belangwekkende vor-
tooningen.
het telkens weer: de geleerden mogen zeg
gen trat ze willen over actie als het eenige
levenselement Voor een toonedstuk, we
zien in den laatsten tijd telkens weer stukken
op hot tooneei, waarin andere elementen het
overwicht hebben, en die liet tóch doen I
In ieder geval heeft mcj. J. Pabst allen lof
verdiend yoor |de wijze waarop zc uit een
roman in brieven, waarin meer beredeneerd
en verteld wordt dan geda,an, t©ch nog een
tooneelstuk heeft Vreten te maken, zóó onder
houdend als dit.
En omdat de ontmoeting bovendien zoo ge
zellig was, voelen we licel weinig neiging om uit
te Zoeken wie van de spelers en speelsters
het lies te Vres, en ze dan in v.olgorde van
verdienste pp te noemen.
De opvoering kan trouwens gerust als ge
heel besproken worden, want hllcn waren
goed, en er was zoo'n prettig samenspel, dat
het soms een gezellig familie-feest werd.
Maar de regie had ditmaal nog iels meer
le doen gehad dan op samenspel le letten. Het
stuk "was historisch „aangekleed". Niet al
leen (de kostuums maar ©ok de decors, de
meubels, de kleine gebruiks-voorwerpen,
alles )was uit de» tijd van de tweede helft
der 18de eeuw. Ook die dingen maakten de
voorstelling Lot een interessant kijkspel.
De meegebrachte decors waren zeer goed.
Dat in het eerste bedrjjf, de woonkamer van
juffrouw Hofland, met het uitzicht door de
kleine ruitjes pp de straat, was wel een van
de beste; maar ©ok de kamer bjj de Weduwe
Buigzaani en het vertrek lachler den Fran-
Na de jammerljjke wjjze van plaatsbespre.
king in dan Hragschen Schouwburg besproken
te hebben on aanbevolen te hebben de Duit-
sche manier van handelen, behandelt de heer
Emant9 de pauzen on wat hg daarvan zegt is
enk buiten Dan Haag van toepassing to noeman
Haast elke voorstelling in do residentie bo-
staat uit ellenlange pauzen afgewisseld door
kleine brokjes voorstelling. Naar do inlich
tingen die hg ontving, worden die lange
pauzen veroorzaakt door do onvoldoende
onderwetsche inrichting van het tooneei, door
de inmenging van de brandweer, die het
schermen opzetten on de meubels opbrengen
of reqiisiton plaatsen niet terzelfder tjjd ge
doogt, en tevens door de gehechtheid van de
artisten ook als zy zich niet behoeven te
verkleeden aan zu'.ke lange rusttijden tus-
schen de bedrgven. Het gevolg is evenwel, dat
de wsrking op het publiek van de beste, de
boeiendste stukken door die ontzenuwende
pauzen ernstig wordt geschaad.
Toen de steller van de rede eens terug was
gekeerd van een reis door Dnitschland, waarop
hg tal van voorstellingen van stukken in drie
of vier bedrgven had bggewoond, die alle
binnen twee it twee-en-eon-half uur waren
afgeloopen, wa9 't eorato wat bem in Den
Haag trof; het vervaarlijk gegeeuw van het
publiek in de eindelooze pauzen. Brengt onze
nïouwste zodelgkboid misschien mee. dat men
zich in een zondigen schouwburg vervelen
moet?
Na nog wenken gegeven te hebben voor de
inrichting van programma's, over het Bcberm,
over de wenschelgkheid van oen middenpad
in een schouwburg voor gevallen van paniek,
bepleit do heer Eaiants dat er ruime bewaar
plaatsen moeten zjja voor jassen hoeden en
regenschermen en dat het verderfelijke fooien
stelsel zoowel voor het bewaren van kleeding-
Btukken als voor andere zaken, vervangen
moot wordjn door een streng verbod om iets
anders aan te nemen dan de vastgestelde
prjjzen.
De rede eindigdo aldus:
»Mg dunkt, dat ik na al deze bijzaken liever
nog even moot spreken over een hoofdzaak
en wel over een hoofdzaak niet zoozeer voor
onze achouwburgto3standen als moer bepaalde
lijk voor ons Tooneelvorbond.
Wat is het, waaraan ons Tooneelverbond de
grootste behoefte heeft; wat moet het dus op
den hoogsten prjjs etellen? ik durf zeggen:
dit is het bezit van ernstig6, bekwame mannen,
die in hun vrjjon tjjd zich met hart en ziel
aan do belangen van het Verbond willen wgden,
Wjj hebben zulke mannen; maar we hebben
er zeker niet genoeg. En nn gaat een vanher,
ik zon haast zeggen, de beate van hen ons
verlaten, Zjjn besluit stant vast; er valt niet
aan te tornen; dat weet ik. Wg dienen het
hoofd te buigen en ons te beperken tot een
be'uiging van groot loodwczon. Toch is dat
niet genoeg. Mgnebooren, als wg een man als
de heer Fentener van Vlissingen, onder-voor
zitter en penningmeester van het vecbond, een
man die tal van jaren zich werkeljjk met
hart en ziel aaa de belangen van het verbond
gewjjd heeft, oen man, die als geen ander op
de hoogte is van al wat het verbond betreft,
een man, wiens woord altjjd hot hoogste gezag
in ons verbond heeft bezeten, een man, die op
onze gezellige bjjoonkomsten steeds een dor
gezelligste aanzitters was, als wjj dien man
geen eerelid maken, wie zallen wg 't dan
wel doen Ik houd mg van uw aller in
stemming overtuigd als ik u voorstel
hem bjj acclamatie tot eerelid le benoemen en
daar in den vorm van oen wensch, do voor
waarde aan te verbinden, dat hg voortaan zoo
min mogelgk op onze vergaderingen mag ont
breken."
Onder algemeen applaus betuigde de ver
gadering haar ingenomenheid met dit voorst' 1-
Da heer Fentener wist niet of het wel goed
was, dat op die manier een voorftil werd ge
daan dat niet op de agenda stond. Uit het
applaus meende bg echter te bemerken dat
de vergadering met dit voorstel instemde. Nn
het initiatief is nitgegoan van den heer
M. Emants heeft dit bjj spreker groote erken
telijkheid gewekt, maar ook weemoed, want
het Bpeet hem het verbond to moeten verlaten
Hg iB er zich van bowust vele tekortko
mingen te hebben gehad, maar dit is nooit do
oorzaak geweest van gemis aan liefde voor de
schon winkel van Monsieur E&ari waren
zeer karakteristiek.
De toeschouwers hébben die mooie decors
moeten betalen met geducht lange pauzes. Ja,
dat kennen we nu eenmaal nis een bezwaar
van ©ns tooneei. Zoodra hel scherm op ging,
was jnen dat leed ook weer spoedig ver
geten! Maar lang is hel toch, voor vier be
drijven in den schouwburg te moeten zitten
van ncht tot lialf twaalf.
De afdceling Middelburg van het Ncder-
lamdsch Twnaclverbond iiad deze voorstel
ling belegd, gedeeltelijk ook als een inleiding
aan den vooravond van do heden hier gehou
den 41ste al gemeen e vergadering van dal ver
bond. Hoofdbestuur en afgevaardigden waren
tot bijwoning uitgenoodigd. Een twaalftal hun
ner, die reeds Vrijdag in de stad waren
gekomen, hadden van deze uitnoodiging ge
bruik gemaakt.
In de pauze verccnigden zij zich in een
der boven-voorzalen, en nadat de eerewijn
was rondgediend sprak de voorzitter der af
dceling, jlir. mr. W. Snouck Hurgronje, een
woord van welkom tol hen. Hij herinnerde
er aan dat reeds eenige jaren geleden op de
algemeene vergadering do gedachte was ge
opperd om in Middelburg bijeen te komen,
maar hoe de afdeeling toen gemeend had te
moeten bedanken, omdat zij vreesde dat de
provincie te weinig zou kunnen aanbieden
voor een ontvangst. Toen echter het vorig
jaar de vraag weer gesteld werd, meende de
afdeeling niet langer te mogen afwijzen. Hij
goede zaak. Is bg dus genoodzaakt nu af-
Boheid te nemen, dan kan de vergadering zgne
overtuiging aannemenjvan voortdurende liefde
voor het verbond en de tooneelschool, De
steun, die hot tooneelverbond nu geniet van
regeerirgslichamen legt groote verpliohtingon
op.
Wanneer spreker straks de vergadering zal
hebben verlaten, zal hg steeds bereid worden
bevonden bg iedere voorkomende gelegenheid
zjjn beate krachten steeds aan het verbond en
de tooueolsehool te zullen wgden. Nimmer
zal een beroep op hem te vergeefs worden
gedaan, en met die verzekering wensebte
spreker het eerelidmaatscbap te aanvuurden.
Onder hernieuwd applaus stemde de verga
dering mot deze woorden in.
Ia de eerste plaats waren aan de orde do
begrootingen voor 1911/12.
De algemeene begrootmg, in ontvangst en
uitgaaf 1 4170 bedragende, met een post voor
onvoorzien van f 45, werd goedgekeurd.
Daarbg werden door verschillende afgevaar
digden eenige inlichtingen gevravgd en door
don voorzitter gegeven.
Door don afgevaardigde van Rotterdam wer
den bg do bcgrooting van het verbond eenige
klachten geuit betreffende de uitgave van bet
orgaan van den Bond, terwgl ook de redAClie
aan critiek werd onderworpen.
De plaatielgko bladen staan, wat de tooneol-
critieken betreft, dikwgls Ignrccht tegenover
die m het orgaan voorkomende.
De vraag rgst dan van zelfis de critiek
van hot orgaan wel degelgk en betrouwbaar
en wordon de belangen van den Bond daar
door bevorderd
Ook andere punten werden ter sprake ge
bracht, waaruit bleek dat het orgaan niet
steeds aan al de te stellen eiscben voldoet.
De hoop werd don ook uitgesproken dat
verbetering in deze toestand en niet lang
achterwege zon blgven.
De afdeeling Den Haag sloot zich hiorbg
aan. De voorzitter antwoordde daarop dat bg
er aan twgfolde of er wel ooit een nlgemeono
vergadering zou wordon gehouden waarop bet
orgaan niot aan critiek werd onderworpen.
Sp.edig zal de wgze van uitgave opnieuw
moeten wordon overwogen, en verbetering zal
allicht dan vorkregen kunnen worden.
Dit wat de uitgave betreft. Wat de redac
tie aangaat, hier moet zooveel moge'gden
redacteur vrgbeid van schrgven worde go-
laten, en hg in staat gesteld worden zgn
eigen meonrog ie kunnen weergeven.
Tooh zjin van rodactioneele zgde verschil
lende grieven erkend, en ia verbetering toege
zegd. Wellicht zal bg de nieuwe regeling mat
den uitgever ook in de afdeeling redactie
verbetering kunnen worden gebracht.
De beer jbr A. W. G. v. Riemsdgk vorde-
digde nog den heor Vaillant ala redacteur vtrn
het orgaan, daarbg ook vooropstellende dat
deze als specialiteit voornamelgk op het ge
bied der Fransche dramaturgie zgn vrgo
meerling steeds moet kunnen uiten zonder,
zich diarbg aan de critiek van andere bladen
te hebben te storen.
Ook werd goedgekeurd de begrooting voo*
de tooneelschool, in ontvang en nitgaaf ge
raamd op f 9990, raat een post voor onvoor
zien van f 99.
Ook bg da begrooting van de tooneelschool
had, naar aanleiding van eenige opmerkingen
van den Haojsohen afgevaardigde, eenige
ged3chtcnwi88eling plaats.
Het verslag der afdeeling Middelburg bsvi t
alleen een opgaaf van de gegeven tooneel-
vocretiUingen.
Daarna word overgegaan tot d s vorkieii i
v.in drie loden van het hoofdbestuur in o
vacatures ontstaan door de periodieke af
ding van de hoeren mr. A Fentener van
Vlissingen, J. Milders en jbr. A W. G. van
Riemsdgk.
Ia de plaats van den beer Fentener van
Vlissingen, die zich niet meer besohikbaar
stelt, werd gekozen de heer H. van Kempen.
Do heoren Mildere en Van Riemsdgk werden
herkozen.
Da beide laatste heeren namen hunne be
noeming aan.
Aan de andero heeren zal van hunne benoe
ming worden kennis gegeven.
verzocht de hier heen gekonïenen om het een
voudige voor lief te nemen. Aan hartelijk
heid zou het niet ontbreken De spreker be
sloot met den wensch voor -een goed resul
taat van dc werkzaamheden, en voor een
aangenaam verblijf hier ter stede
Do ondervoorzitter van liet hoofdbestuur,
de heer Fentener van Vlissingen, verzekerde
dat de uitnoodiging van Middelburg mot groote
ingenomenheid is begroet. Wanneer niet al
len aanwezig waren, die men hier zou wen
schen, dan is dal niet uit minder ingenomen
heid, maar omdat zij verhinderd Mjn Hij
herinnerde ©r aan dat eenige jaren geleden
een officieus besluit genomen werd om geen
looneelvoorstellingen aan de algemeene ver
gadering te verbinden. Toch heeft de afdceling
Middelburg gemeend een voorstelling te moe
ten aanbieden, en daardoor de aanwezigen
de gelegenheid gestold ©m kennis te maken, of
de kennismaking te vernieuwen met een too-
neelwerk van eigenaardige verdienste. En voor
de woorden van verwelkoming, èn voor de
aanbieding dezer voorstelling (betuigde dc
spreker aan dc afdceling dank.
Met bewijzen van instemming werden bei
de redevoeringen begroet.