Nederlandscb Tooneelverliond. BIJVOEGSEL *£andbcuu)kron teh HET TOONEEL. VAK »E VAK Maandag 29 Mei 1911, no. 125. Middelburg 27 Mei. TAM OMZKH VA8TEH MEDEWERKER. Het Paard. IV. Wij zijn thans na onze korte mededeclingen over enkele paardenrassen in de verschillende landen van Europa gekomen tol het paard in Nederland. In zijn „Handboek voor 'den Nederlandschen Landbouw en de Veeteelt" zegt de heer G. Rein- ders, dat men i n Nederland vroeger drie typen of slagen van paarden schijnt gehad te heb ben, nl. het Friesclie, liet Geldersche en liet Zeeuivschc. Volgens sommigen hadden ook Holland en Utrecht hun eigen slag. Staring beschrijft bet oorspronkelijk Hollandsche type als zwart van kleur, middelmatig groot, met ingevallen rug, laag ingeplanton staart, zwaar hoofd en ecnigszins ingevallen neus. Het Utrechtsche paard had veel van het Geldersche, maar was kleiner en bezat minder goede schoft, beenen en hoeven. Van het Friesche paard, dat vroeger een groolen naam had en naar alle stroken van Europa werd uitgevoerd, vooral naar Rome en Madrid, .waar het om zijn- verheven gang als 9taatsiepaard gebruikt werd, dat bovendien in de (provinciën, waar liet hoofdzakelijk werd aangefokt, n.l. Friesland, Groningen, Drenthe en een deel van Overijsel, den naam bad van een -uitmuntend harddraver te zijn, zal thans, ofschoon men zich in den laatsten tijd weder «enigszins meer heeft toegelegd om dat type zuiverder te houden, wol geen exemplaar meer gevonden worden, dat geen vreemd bloed in de aderen heeft. Volgens den hooger genoemden schrijver zijn de kenmerken van het Friesche paard: een vier kante'houw, lange hals (niet zelden een zwa nenhals), lang maar fijn hoofd mot eenigszins gebogen neus en kleine ooren, een rond, ge spleten kruis met diep en soms laag ingeplanton staart, kort en min of meer afhangend kruis, weinig uitkomende heupen met dikke spieren, <lie de beenen bedekken als een gewelf, vrij hoog lange top- en maanharen, sterke beharing aan de beenen; hoogte 1.55 tot 1.60 M. Het oorspronkelijk Geldersche paard, waar van misschien nog enkele meer-of minder ge kruiste p-fstanunclmg in de Betuwe is over gebleven, was kleiner dan hot Friesche, had eveneens een afgerond kruis mot ronde heu pen, maar de staart was hooger ingeplanthet was minder hoog op do beenen, had fijnere Ipgpbeenderen, minder broede maar hardere hoeven. Het was meer rijpaard dan hel Friesche en gezocht als cavalcriepaard. Dat die goede eigenschappen als rijpaard hoofd zakelijk toegeschreven werden aan eens aiui- sing met Andalusische hengsten ten tijde van het bewind der Spanjaarden hebben wij reeds vroeger vermeld. Later schijnt dc stoeterij te Borculo, die in den Franschen tijd van Rijks wege was opgericht, docli na de omwente ling van 1813 werd opgeheven, maar in 1822 weder in 't leven geroepen en tot 18-12 als Rijkssfoelerij, daarna tot 1851 als eene bijzon dere instelling van Koning Willem II gehand haafd, een ongunstige» invloed op het Gelder sche paard uitgeoefend te hebben. De En- gelsche jyolblocdhengsten, die hier als dek hengsten werden gestationneerd, verschilden te veel van het oorspronkelijke paard om door kruising tot een goed resultaat le komen; de voeding en behandeling der veulens, uit die kruising geboren, lieten veel te wenschenover; met de plaatsing der hengsten op de verschil lende dekatations werd niet oordeelkundig te werk gegaan, kortom, het eindresultaat van die We hebben Vrijdag een oude bekende om geving zien herleven, toen het N ederlandsch Tooneei hier 'kwam met een voorstelling van Sara Burgerhart. We hebben weer aller lei door en door bekende menschen ontmoet, alsof \W« een bezoek brachten aan een stad waar we in jaren niet geweest waren, en waar we toch alles precies als vroeger terug vonden. En we hebben er weer gelachen als vroeger, we hebben er genoten van den humor en geest, jwe hebben weer gespot om de belachelijk© huichelarij van de „fijnen" Van het sport von Breeder Benjamin. We hebben Saartje Weer bezig gezien, in haar bengel achtige vroolijklieidWe hebben ons inwen dig verknepen van blijheid ©ver het hooze gemopper van den „niets beduidenden ouden vrijer" Abrahmi BlamJcaart, die geducht kan striemen als hij aan iemand een hartig woordje (te (zeggen heeft, maar dien anders de jgoedighcid door al zijn krachtwoorden komt heenkijken. We hebben de WedtiWe Buigzaam weer Ojntmioet, (die Jieve, verstandige vrouw, met haar damespensionnaires, de mooie vroolijke Letje Bruinier, de geleerde malloot Hartogh, en het goedige, domme Lotje. O, er (waren er nog meer, die we ons nog zoo goed -herinnerden. Natuurlijk ook Hendrik Edéting, (de |wel wat erg edele maar toch brave jonge man. En daar naast de zwierige, innemende (maar (allesbehalve edele Raten- proefneming om verbetering to brengen was beslist ontmoedigend. Het oorspronkelijke Zeeüwsche paard, 'waar van door de jarenlange kruising met ingevoerde hengsten ook wel geen zuiver exemplaar meer zal aan le wijzen zijn, had een zwaar en vlcezig hoofd mot kleine oogen, ver uiteen- en weinig opstaande ooren, een korten, breedeii enz wa ren hals, breede borst, lage schoft, inge bogen rug, rond en gespleten kruis en een diep ingoplanlcn staart. De topmanen, manen, en staart dragen dikke lange haren en de zware beenen bezitten veel behang. Dit paard muntte door zijne sterkte uit als werkpaard, maar word weinig gezocht als koetspaard, of schoon het grootste type van dit paard, het zoogenaamde C a d z a n d s c h e, goede dravers heeft opgeleverd. Reeds in de vroegste tijden werden in de verschillende gewesten van Nederland, die, zoo als men weet, ieder hun eigen besluur hadden, zoodat er van een algcmcenen maatregel vóór' het jaar L795 geono sprake kan zijn, regie-1 meuten, ordonajities, en plakkaten uitgevaar digd om dc paardenfokkerij, naar men meende, te bevorderen; van tijd tot tijd werden „de vorige placaeton gerenoveerd en gepubliceerd", zelfs werd hier en daar eene verplichte heng- slenkeuring ingevoerd, maar doorgaans werd aan de gemaakte bepalingen de hand niet "ge houden, of er werden afwijkingen toegestaan. Zoo werd o. a aan Hendrik Woltcrs, een lid van de vroedschap te Leeuwarden, in 1668 toegestaan zoowél Ëngelsche, Spaansclie als Turkscho (waarschijnlijk Arabische) bengalen te houden; zeker geen maatregel om de ras zuiverheid van het Friesche paard te be vorderen. In Utrecht fokle inon, miuir men fokte voor 't vaderland weg/Daar toch werd in 1635 aan ieder dorp dc verplichting opgelegd bm naar gelang dc grootte een, twee of drie (dekheng sten to koopen en te. onderhouden en deze ver plichting werd later herhaaldelijk „gereno veerd", zonder daarbij veel acht te slaan op de qualilcit der fokpaarden. Na de Fransche overheerscbing werden we der nieuwe provinciale reglementen op de paar denfokkerij in 't leven geroepen, maar deze reglemenleering viel 'weinig in den smaak en op hel tweede landhuishoudkundig congres, dat in 1847 te Arnhem gebonden word, werd dan ook eene commissie benoemd, aan welke word opgedragen: „de bestaande reglementen op de hengstenkcuringen in de verschillende provin ciën te herzien, die onderling in overeen stemming te brengen en op een volgend con gres do noodige veranderingen voor te dragen." Ofschoon de pogingen van deze commissie niet met een volkomen goeden uitslag bekroond werden, zijn zij (och niet onvruchtbaar gebleven, want zij gaven aanleiding tot de oprichting van het Friesche paardenstamboek in 1880 en van het Ncderlandsclto in 1886, ofschoon aan de oprichting van liet tweede de stoot wel voornamelijk werd gegeven door de inter nationale tentoonstelling in 1884 te Amster dam gehouden, welke duidelijk liet zien, dal ook de paardenfokkerij in Nederland veel tc I wenschen overliet. Do Regeering benoemde 18 September 1886 een vLandbouwcommissie, die o. m. ook de paardenfokkerij behandelde en daaromtrent in do (Staatscourant van 18 en 19 November 1888 het volgend advies uitbracht; I. liet particulier initiatief worde gesteund: a. door bijdragen in het onderhoud van voor den publieken dienst bestemde dek hengsten b. door het uitloven van premiën voor goede inerriën met veulens en voor één- en tweejarige hengsten. II. De Staat trede zelf op: a. door het oprichten van liengsteudcpfits of liet stationneeren van Rijkshengslen bij par ticulieren b. door het slationneeren van Rijkshengslen in de garnizoensplaatsen van bereden wapens; terwijl ten slotte reglemenfeering van de paardenfokkerij door do Rijksregecrmg niet alleen (Overbodig maar zelfs nadeelig werd geacht. In 1893 werd door den Minister van Water staat, Handel en Nijverheid, waaronder ook Landbouw ressorteerde, en den Minister van Oorlog een Rijkssubsidie verleend aan de maatschappijen en vereenigingen, die zich meer speciaal met de verbetering der paar denfokkerij bezig hielden; de voorwaarden van die uitkcering, werden later opnieuw geregeld bij een „Reglement aangaande de ondersteuning van Rijkswege van de Paardenfokkerij, vasl- horst. (En dan eindelijk nog Kootje, de op gedirkte ootje, jdo petit-maïtre, Waar geen verkeerd Jiaax in zit, behalve dat hij zoo vreeslijk) dom1 js in zijn kleeren-ijdelhcid. Ze waren nog allemaal zooals we ze ge kend hadden. En ze praatten ©ok allemaal n,og zooals' vroeger, sommigen mal, met Fran sche aanstellerij, en de besten van lien nog in hetzelfde kerngezonde, ou-bollige Ilollandsch, niet altijd fijn, maar leuk, pittig, en waar. Maar in één opzicht is het veel boter ge weest dan vroeger: We hadden wel een voor stelling in ©ns 'hoofd, hoe die menschen er allen uitzagen, maar die was toch vaag. We hadden ze meer van binnen gezien dan van buiten. En dat was nu heel anders. We heb ben ze pu voor ons gehad, ieder met een eigen gezicht, en ieder in een eigen pakje, dat We als het ware hebben kunnen bestu- deeren, in dc hand kunnen nemen om het goed te Voelen. Vraag maar eens iaan do dames die er geweest zijn, wat voor stof er gedragen Werd. En die kostuums waren veel mooier dan ©nze verbeelding |ons ooit bij het lezen had voorgetoiOiVCTd. ;Wat een zwier, wat een ele gance, wat een smaak in de modes van die veel (gesmade pruiken-eeuw 1 Het was een ©ojgeïigcpot, dat dc hernieuwde ©ntmocting met nl die ©ude vrienden nog heerlijker maakte. Juist (Olndat hot zoo heerlijk' was, kullen We niet gaan uitpluizen, ©f Sara Burgerhart- nu (eigenlijk Wel geschikt is v.oor tooneelstuk. De actie is zeker niet groot. Maar,'we merken gesteld hij beschikking van den Minister van Oorlog en dien van Binnenlandscho Zaken," waarbij mtusschen de paardenfokkerij was ondergebracht; hierop volgde 1 October 1899 hot „Reglement op de keuring van dekhengsten in do provincie Zeeland," waarbij het dekken door niet goedgekeurde hengsten werd verbo den en in 1901 eindelijk de Rijks wel op de paardenfokkerij, waaronder Wij thans leven. De verplichte hengslenkcuring, vooral het niet mogen gebruiken van afgekeurde heng sten, wekte bij velen in den aanvang groote ontevredenheid. Dat men alle dekhengsten aan een keuring onderwierp, kon er nog door; dat men de gebroken, waarom hengsten niet werilcn goed gekeurd, (publiek maakte, kon men ook nog inschikken; men beschouwde dal als een voor lichting voor dc inilikundigonmaar den hengst buiten gebruik stellen en hem daar door een aanzienlijke waardevermindering doen ondergaan gaf aanleiding tot klachten over hoperking der vrijheid. Nieuwe óntevredenheid werd gewekt hij het longeeren der hengsten ingevolge de Wet 1901 om ze te onderzoeken op coraage. Na een tienjarige werking der Wel en do verbeteringen, gaandeweg aangcbracbl in do longeerplaatsen, worden die klachten weinig meer vernomen en over 't algemeen zijn thans alle paardenfokkers houders van minwaardige hengsten wellicht uitgezon derd overtuigd dat de Wet 1901, al voldoet zij ook niet geheel aan aller verlangen, zeer heilzaam gewerkt heeft op den vooruitgang der paardenfokkerij in geheel Nederland, maar vooral ook in Zeeland. (Slot volgt.) Heden ochtend werd in oen der zalen van te sociëteit St. Joris alhier de 41e jaar vergadering van genoemden Bond, bg ont- itontoniB van den voorzitter, den heer M. Einants, lie iu het buitenland vertoeft, geopend door den he--r mr. A. Fentener van Vlissingen. Aanwezig waren de ofdeelingön Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht, Utrechte» Middelburg. De ho*r mr A. Fentener sprak in zgn wolkomst- woord zjjn spgt uit over hot Eoodznkelgk afwezig zjju van don heer M. Emanta, terwgl hg den heer De Beaufort van harte welkom heette voor zjjn tegenwoordigheid en dank zegde voor zjjne bereidwilligheid in deze ver gadering eene lezing te houden. De gobruikeljjke openingsrede van don voor zitter werd thans door den algemeenen secre taris, den heer J. H. Mignon, voorgelezen en liep over »B g z a k e n oj> tooneelgebied," hoofdzakelijk Haagsehe Sehouwburgtoe- s'andon betroffmde. Het volgende is er aan ontleend Als men er zich eenB-in wilde verdiepen van hoeveel gewicht bgzake u kunnen zjjn aldus spreker don zouden er ongetwij feld minder bjjzaken bestaan. Voor 't oogen- blik zjjn de bjjzaken op tooneelgebied nog zóó talijj V, dat er niet aan te denken valt ze in een korte inleiding tot deze vergadering alle te behandelen. Daarom dns maar een enkele greep gedaau, waarbjj de bjjzaken in do tooneels o h r jj f- en tooneei speelkunst geheel ter zjjde worde gelaten. Wie het wisse voorrecht bezit in Den Haag te wonen, bezit ook hot twjjlelachtig voorrecht van de ellende van slechte bijzaken in schouw burg-toestanden grondig te kennen. Een on miskenbare misstand is 't al in Den Haag, dat le koninklijke residentie, s'ad van ongeveer tweehonderd zestig duizend inwoners, maar ééa enkele schouwburgzaal bezit. Deze mis stand is echter, zóó groot, dat hier van oen bijzaak niet meer mag worden gesproken, 't Is beslist een verkeerde hoofd zaak, waar door de achouwburg-exploitatio een monopolie wordt, dat iu ons land met zijn regeorings- lichamen, die zich om kunst alleen bekom meren bg feestelijke gelegenheden en wanneer er iets te verbieden valt uit een oogpunt van bekrompen moraal en overdreven godsdienst- vrees, gevaarlijker is dan elders en waardoor de roeidentie maar al to vaak verstoken blgit van uitmuntende en belangwekkende vor- tooningen. het telkens weer: de geleerden mogen zeg gen trat ze willen over actie als het eenige levenselement Voor een toonedstuk, we zien in den laatsten tijd telkens weer stukken op hot tooneei, waarin andere elementen het overwicht hebben, en die liet tóch doen I In ieder geval heeft mcj. J. Pabst allen lof verdiend yoor |de wijze waarop zc uit een roman in brieven, waarin meer beredeneerd en verteld wordt dan geda,an, t©ch nog een tooneelstuk heeft Vreten te maken, zóó onder houdend als dit. En omdat de ontmoeting bovendien zoo ge zellig was, voelen we licel weinig neiging om uit te Zoeken wie van de spelers en speelsters het lies te Vres, en ze dan in v.olgorde van verdienste pp te noemen. De opvoering kan trouwens gerust als ge heel besproken worden, want hllcn waren goed, en er was zoo'n prettig samenspel, dat het soms een gezellig familie-feest werd. Maar de regie had ditmaal nog iels meer le doen gehad dan op samenspel le letten. Het stuk "was historisch „aangekleed". Niet al leen (de kostuums maar ©ok de decors, de meubels, de kleine gebruiks-voorwerpen, alles )was uit de» tijd van de tweede helft der 18de eeuw. Ook die dingen maakten de voorstelling Lot een interessant kijkspel. De meegebrachte decors waren zeer goed. Dat in het eerste bedrjjf, de woonkamer van juffrouw Hofland, met het uitzicht door de kleine ruitjes pp de straat, was wel een van de beste; maar ©ok de kamer bjj de Weduwe Buigzaani en het vertrek lachler den Fran- Na de jammerljjke wjjze van plaatsbespre. king in dan Hragschen Schouwburg besproken te hebben on aanbevolen te hebben de Duit- sche manier van handelen, behandelt de heer Emant9 de pauzen on wat hg daarvan zegt is enk buiten Dan Haag van toepassing to noeman Haast elke voorstelling in do residentie bo- staat uit ellenlange pauzen afgewisseld door kleine brokjes voorstelling. Naar do inlich tingen die hg ontving, worden die lange pauzen veroorzaakt door do onvoldoende onderwetsche inrichting van het tooneei, door de inmenging van de brandweer, die het schermen opzetten on de meubels opbrengen of reqiisiton plaatsen niet terzelfder tjjd ge doogt, en tevens door de gehechtheid van de artisten ook als zy zich niet behoeven te verkleeden aan zu'.ke lange rusttijden tus- schen de bedrgven. Het gevolg is evenwel, dat de wsrking op het publiek van de beste, de boeiendste stukken door die ontzenuwende pauzen ernstig wordt geschaad. Toen de steller van de rede eens terug was gekeerd van een reis door Dnitschland, waarop hg tal van voorstellingen van stukken in drie of vier bedrgven had bggewoond, die alle binnen twee it twee-en-eon-half uur waren afgeloopen, wa9 't eorato wat bem in Den Haag trof; het vervaarlijk gegeeuw van het publiek in de eindelooze pauzen. Brengt onze nïouwste zodelgkboid misschien mee. dat men zich in een zondigen schouwburg vervelen moet? Na nog wenken gegeven te hebben voor de inrichting van programma's, over het Bcberm, over de wenschelgkheid van oen middenpad in een schouwburg voor gevallen van paniek, bepleit do heer Eaiants dat er ruime bewaar plaatsen moeten zjja voor jassen hoeden en regenschermen en dat het verderfelijke fooien stelsel zoowel voor het bewaren van kleeding- Btukken als voor andere zaken, vervangen moot wordjn door een streng verbod om iets anders aan te nemen dan de vastgestelde prjjzen. De rede eindigdo aldus: »Mg dunkt, dat ik na al deze bijzaken liever nog even moot spreken over een hoofdzaak en wel over een hoofdzaak niet zoozeer voor onze achouwburgto3standen als moer bepaalde lijk voor ons Tooneelvorbond. Wat is het, waaraan ons Tooneelverbond de grootste behoefte heeft; wat moet het dus op den hoogsten prjjs etellen? ik durf zeggen: dit is het bezit van ernstig6, bekwame mannen, die in hun vrjjon tjjd zich met hart en ziel aan do belangen van het Verbond willen wgden, Wjj hebben zulke mannen; maar we hebben er zeker niet genoeg. En nn gaat een vanher, ik zon haast zeggen, de beate van hen ons verlaten, Zjjn besluit stant vast; er valt niet aan te tornen; dat weet ik. Wg dienen het hoofd te buigen en ons te beperken tot een be'uiging van groot loodwczon. Toch is dat niet genoeg. Mgnebooren, als wg een man als de heer Fentener van Vlissingen, onder-voor zitter en penningmeester van het vecbond, een man die tal van jaren zich werkeljjk met hart en ziel aaa de belangen van het verbond gewjjd heeft, oen man, die als geen ander op de hoogte is van al wat het verbond betreft, een man, wiens woord altjjd hot hoogste gezag in ons verbond heeft bezeten, een man, die op onze gezellige bjjoonkomsten steeds een dor gezelligste aanzitters was, als wjj dien man geen eerelid maken, wie zallen wg 't dan wel doen Ik houd mg van uw aller in stemming overtuigd als ik u voorstel hem bjj acclamatie tot eerelid le benoemen en daar in den vorm van oen wensch, do voor waarde aan te verbinden, dat hg voortaan zoo min mogelgk op onze vergaderingen mag ont breken." Onder algemeen applaus betuigde de ver gadering haar ingenomenheid met dit voorst' 1- Da heer Fentener wist niet of het wel goed was, dat op die manier een voorftil werd ge daan dat niet op de agenda stond. Uit het applaus meende bg echter te bemerken dat de vergadering met dit voorstel instemde. Nn het initiatief is nitgegoan van den heer M. Emants heeft dit bjj spreker groote erken telijkheid gewekt, maar ook weemoed, want het Bpeet hem het verbond to moeten verlaten Hg iB er zich van bowust vele tekortko mingen te hebben gehad, maar dit is nooit do oorzaak geweest van gemis aan liefde voor de schon winkel van Monsieur E&ari waren zeer karakteristiek. De toeschouwers hébben die mooie decors moeten betalen met geducht lange pauzes. Ja, dat kennen we nu eenmaal nis een bezwaar van ©ns tooneei. Zoodra hel scherm op ging, was jnen dat leed ook weer spoedig ver geten! Maar lang is hel toch, voor vier be drijven in den schouwburg te moeten zitten van ncht tot lialf twaalf. De afdceling Middelburg van het Ncder- lamdsch Twnaclverbond iiad deze voorstel ling belegd, gedeeltelijk ook als een inleiding aan den vooravond van do heden hier gehou den 41ste al gemeen e vergadering van dal ver bond. Hoofdbestuur en afgevaardigden waren tot bijwoning uitgenoodigd. Een twaalftal hun ner, die reeds Vrijdag in de stad waren gekomen, hadden van deze uitnoodiging ge bruik gemaakt. In de pauze verccnigden zij zich in een der boven-voorzalen, en nadat de eerewijn was rondgediend sprak de voorzitter der af dceling, jlir. mr. W. Snouck Hurgronje, een woord van welkom tol hen. Hij herinnerde er aan dat reeds eenige jaren geleden op de algemeene vergadering do gedachte was ge opperd om in Middelburg bijeen te komen, maar hoe de afdeeling toen gemeend had te moeten bedanken, omdat zij vreesde dat de provincie te weinig zou kunnen aanbieden voor een ontvangst. Toen echter het vorig jaar de vraag weer gesteld werd, meende de afdeeling niet langer te mogen afwijzen. Hij goede zaak. Is bg dus genoodzaakt nu af- Boheid te nemen, dan kan de vergadering zgne overtuiging aannemenjvan voortdurende liefde voor het verbond en de tooneelschool, De steun, die hot tooneelverbond nu geniet van regeerirgslichamen legt groote verpliohtingon op. Wanneer spreker straks de vergadering zal hebben verlaten, zal hg steeds bereid worden bevonden bg iedere voorkomende gelegenheid zjjn beate krachten steeds aan het verbond en de tooueolsehool te zullen wgden. Nimmer zal een beroep op hem te vergeefs worden gedaan, en met die verzekering wensebte spreker het eerelidmaatscbap te aanvuurden. Onder hernieuwd applaus stemde de verga dering mot deze woorden in. Ia de eerste plaats waren aan de orde do begrootingen voor 1911/12. De algemeene begrootmg, in ontvangst en uitgaaf 1 4170 bedragende, met een post voor onvoorzien van f 45, werd goedgekeurd. Daarbg werden door verschillende afgevaar digden eenige inlichtingen gevravgd en door don voorzitter gegeven. Door don afgevaardigde van Rotterdam wer den bg do bcgrooting van het verbond eenige klachten geuit betreffende de uitgave van bet orgaan van den Bond, terwgl ook de redAClie aan critiek werd onderworpen. De plaatielgko bladen staan, wat de tooneol- critieken betreft, dikwgls Ignrccht tegenover die m het orgaan voorkomende. De vraag rgst dan van zelfis de critiek van hot orgaan wel degelgk en betrouwbaar en wordon de belangen van den Bond daar door bevorderd Ook andere punten werden ter sprake ge bracht, waaruit bleek dat het orgaan niet steeds aan al de te stellen eiscben voldoet. De hoop werd don ook uitgesproken dat verbetering in deze toestand en niet lang achterwege zon blgven. De afdeeling Den Haag sloot zich hiorbg aan. De voorzitter antwoordde daarop dat bg er aan twgfolde of er wel ooit een nlgemeono vergadering zou wordon gehouden waarop bet orgaan niot aan critiek werd onderworpen. Sp.edig zal de wgze van uitgave opnieuw moeten wordon overwogen, en verbetering zal allicht dan vorkregen kunnen worden. Dit wat de uitgave betreft. Wat de redac tie aangaat, hier moet zooveel moge'gden redacteur vrgbeid van schrgven worde go- laten, en hg in staat gesteld worden zgn eigen meonrog ie kunnen weergeven. Tooh zjin van rodactioneele zgde verschil lende grieven erkend, en ia verbetering toege zegd. Wellicht zal bg de nieuwe regeling mat den uitgever ook in de afdeeling redactie verbetering kunnen worden gebracht. De beer jbr A. W. G. v. Riemsdgk vorde- digde nog den heor Vaillant ala redacteur vtrn het orgaan, daarbg ook vooropstellende dat deze als specialiteit voornamelgk op het ge bied der Fransche dramaturgie zgn vrgo meerling steeds moet kunnen uiten zonder, zich diarbg aan de critiek van andere bladen te hebben te storen. Ook werd goedgekeurd de begrooting voo* de tooneelschool, in ontvang en nitgaaf ge raamd op f 9990, raat een post voor onvoor zien van f 99. Ook bg da begrooting van de tooneelschool had, naar aanleiding van eenige opmerkingen van den Haojsohen afgevaardigde, eenige ged3chtcnwi88eling plaats. Het verslag der afdeeling Middelburg bsvi t alleen een opgaaf van de gegeven tooneel- vocretiUingen. Daarna word overgegaan tot d s vorkieii i v.in drie loden van het hoofdbestuur in o vacatures ontstaan door de periodieke af ding van de hoeren mr. A Fentener van Vlissingen, J. Milders en jbr. A W. G. van Riemsdgk. Ia de plaats van den beer Fentener van Vlissingen, die zich niet meer besohikbaar stelt, werd gekozen de heer H. van Kempen. Do heoren Mildere en Van Riemsdgk werden herkozen. Da beide laatste heeren namen hunne be noeming aan. Aan de andero heeren zal van hunne benoe ming worden kennis gegeven. verzocht de hier heen gekonïenen om het een voudige voor lief te nemen. Aan hartelijk heid zou het niet ontbreken De spreker be sloot met den wensch voor -een goed resul taat van dc werkzaamheden, en voor een aangenaam verblijf hier ter stede Do ondervoorzitter van liet hoofdbestuur, de heer Fentener van Vlissingen, verzekerde dat de uitnoodiging van Middelburg mot groote ingenomenheid is begroet. Wanneer niet al len aanwezig waren, die men hier zou wen schen, dan is dal niet uit minder ingenomen heid, maar omdat zij verhinderd Mjn Hij herinnerde ©r aan dat eenige jaren geleden een officieus besluit genomen werd om geen looneelvoorstellingen aan de algemeene ver gadering te verbinden. Toch heeft de afdceling Middelburg gemeend een voorstelling te moe ten aanbieden, en daardoor de aanwezigen de gelegenheid gestold ©m kennis te maken, of de kennismaking te vernieuwen met een too- neelwerk van eigenaardige verdienste. En voor de woorden van verwelkoming, èn voor de aanbieding dezer voorstelling (betuigde dc spreker aan dc afdceling dank. Met bewijzen van instemming werden bei de redevoeringen begroet.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1911 | | pagina 5