MIDDELBURGSCHE COURANT.
TWEEDE BEAD VAN DE
Dinsdag 29 November.
FEUILLETON.
De Hand van den Doode.
f(. 281. 103" Jaarsjaiui.
<91
o.
DHdaelburg 28 November.
Vrijzinnig-Democratische
Bond.
D* 'buitengewone algemeene vergadering van
dien Bond, in samenwerking met het „Alge
meen Nederlandsch Werklieden Verbond," die
'Zondagvoormiddag in het „Gebouw voor Kun
sten en Wetenschappen" te Utrecht gehouden
■werd, is goed geslaagd.
Het was een opgewekte, druk bezochte bjj-
eenkomst.
De heer Herm. Snijders, voorzitter van don
„Vrijzinnig - Democratisch en Bond," opende
baar.
Hij heette de aanwezigen welkom en v
op de belangrijkheid dezer eerste vergadering
in samenwerking met het „Alg. Ned. Werklie
denverbond."
Daarna werd met de behandeling van de
agenda aangevangen.
Het eerste onderwerp was: „het grondge
bruik door landarbeiders, als middel tot ver
betering van hun economischen toestand."
De eerste spreker daarover was de heer
Ja©. Welleman, uit K ra bben d ijko.
Hij herinnerde aan het rapport der Staats
commissie, welke was ingesteld onder het Ka
binet-Do Meester, aan welke commissie 8]
kor Jiulde bracht voor de wijze, waarop zij
haar taak heeft opgevat.
De woorden tot die commissie bij bare in
stallatie jdoor den toenmaligen Minister van
Landbouw mr. Veegens gesproken, n.l „De
Tegeoringsbemoeiing pp landbouwgebied (mag
niet alleen op do bevordering van de grootst
mogelijke ontwikkeling der cultuur, maar moet
evenzeer op een billijke verdeeling der vruch
ten daarvan onder de landbouwende bevolking
gericht Izjjn", noemde spreker de grondwet
voor alle toekomstige agrarische p£ landbouw
politiek.
Spreker /onderschat geenszins den invloed
van de verbeterde techniek /ook in het land
bouwbedrijf maar van de vruchten daarvan
hebben de landarbeiders het (minst geprofi
iteerd. Al is er wel in hun positie de laatste
«jaren eenige verbetering gekomen, die positie
Sb nog altijd onzeker en niet bestand tegen
werkloosheid, ziekte pf ongeval /en invalidi
teit.
Om hierin verbetering «te krijgen Wenscht
spreker pa. wettelijk geregelde landbouw-on
gevallen verzekering, invaliditeits- en 'ouder-
öpms verzekering.
Een actie voor hoogcr loon is door do land
arbeiders (moeilijk te voeren, juist door het
eigenaardige karakter van het bedrijf, gelijk
tepreker nader uiteenzette. Vandaar dat de
landarbeider langs anderen weg er naar streeft
pm zijn inkomen te vermeerderen, n.l. door
fn bezit te komen van een stukje grond. Dat
(zij hieraan groot© waarde hechten, blijkt uit
0e pachtsommen, waarvoor zij bij publieke
verpachtingen inschrijven, die zelfs gaan lot
200 per H. A.
In het bovenbedoelde rapport der Staats
commissie wordt trouwens algemeen erkend,
dat het in gebruik krijgen van een stukje
grond ©en uitnemend middel is ter versterking
van den economischen toestand der land
arbeiders. Tot die buitengewoon hooge pacht
sommen komen do arbeiders door de concur
rentie. Gewenscbt is het daarom, dat er
paar gestreefd wordt bij het in gebruik geven
van grond aan landarbeiders (andere regels
te doen gelden.
Naur het Engel tah
L. van
RADCLIFFE MARTIN.
Sa mijn positie als curator van de ma-
■uscript-afdceling van het Nationaal Museum
eal ik veel merkwaardige menschen. Som
migen zjjn welkomo bezoekers, anderen het
tegendeel. Eén persoon was er, dien ik soms
gaarne zag, n.l. Armistead, den beroemden
oudheidkundige. Hij was een asthmatiscb, ru
ziezoekend mannetje, die zonder werkelijk mis-
Tormd te zijn, den indruk van misvormdheid
■naakte. Zjjn kennis van oude manuscripten
(was ongeëvenaard. Wanneer hij over zjjn lie
velingsstudie sprak, was hjj een aangenaam
Imetgezel; maar zoodra hij yan zjjn oude
manuscripten verwjjderd werd, was hjj een
fehoel ander persoon achterdochtig, hu
meurig, korzelig en vol klachten.
Ik wist niets van hem, behalve dat hij een
groot oudheidkundige en een buitengewoon
rijk man was, Hjj had echter nooit de ge
dachte in mjj opgewekt dat hij getrouwd zou
Of daarvoor de productiviteit van den
bodem verhoogd zal worden is iets, waarop
niet in de eerste plaats moot worden gelet. Al,
zou deze gelijk blijven, ja zelfs verminderen,
dan zou dit voor spreker geen bezwaar op
leveren, waar het geldt do opheffing van een
ganscho volksklasse, die der landarbeiders.
Uitvoerig ging spreker vervolgens na welke
voordeelen het bewerken van een sTïïkje grond
den landarbeider oplevert en hjj deed zulks
met een voorbeeld aan do practyk ontleend.
In do plaats zijner inwoning worden n.l.
door de diaconie der Ilerv. kerk aan arbeiders
stukjes grond in gebruik gegeven van pl.m
100 roeden (0.16 H.A.) tegen een pacht van
f 75 per H.A.
Naast winterprovisie (aardappelen) voor
eigen gebruik en voor voeder voor varken
of geit, kevert «zoo'n stukje grond ook nog
geldeljjk voordeel pp, Maar daarnaast staan
nog andere, indirecte, moreele voordeelen.
De landarbeider zal zich onafhankelijk gaan
voelende positie der vrouw wordt verbe
terd,. jomdal zij niet geregeld in loondienst
zal behoeven werkzaam te zijn, wat aan het
gezin ten goede Scomen zal. De arbeider
zal behoefte gaan voelen aan coöperatie b.v.
voor het aankoopen van kunstmest. Zjjnver-
«eenigingszin zal daardoor worden aangewak
kerd, hjj zal vergaderingen gaan bezoeken,
waardoor zijn blik wordt verruimd en hij
zal gaan meeleven met anderen gemeenschaps
zin wordt pp die manier aangekweekt, ken
nis kan worden vermeerderdvoorwaar
dus een groot economisch voordeel van het
in gebruik hebben van een lapje grond.
Door sommigen worden tegen dat stel
sel nadeelen aangevoerd, doen het onder
zoek, ingesteld door het A. N. W. V. heeft
geleerd dat do Ibezwaren geenszins (mover-
komelijk en te ondervangen zijn.
Vervolgens ging spreker na wat ten aanzien
van «deze kwestie door verschillende poli
tieke partjjen en (economische vereenigingen
wordt gevraagd. Uit de eenstemmigheid die
ten (aanzien hiervan [bestaat zou men licht
geneigd zijn te concludeeren, dat de hoogst
gewenschto hervorming spoedig tot stand zal
komen. Doch men vleie zich daar niet te
spoedig meeHoe lang wacht men niet
reeds pp de landbouw-ongevallenwet, welke
ook ieder wil? Vandaar dat het plicht is
van pile voorstanders pm, nu de wind uit
een gunstigen boek waait, krachtige propa
ganda voor deze zaak te voeren.
Bij de oplossing zal ook op andere fac
toren gelet moeten wordengeschiktheid
van den bodem, grootte der uit te geven per-
ceelen, de vorm van uitgifte (eigendom of
pacht), credictvorleening enz. Of daarvoor een
herziening van de onteigeningswet noodig zal
zijn, liet spreker buiten beschouwing.
Hjj eindigde met de hoop uit te spreken
dat allen zullen doen wat hun hand vindt
te doen, ten einde deze hoogst belangrijke
zaak spoedig mot vereende krachten tot op
lossing te brengen. (Applaus.).
Over het zelfde onderwerp sprak verder
de heer A. Rauwerda, voorzifter van hel
„Alg. Ned. Werkliedenverbond" te Leeuwarden.
Hjj begon zjjn betoog met in het licht te
stellen, dat steun van regeeringswege aan
veldarbeiders, ter bevordering van het grond
gebruik, geheel in overeenstemming is met
punt II dor beginselverklaring van den V. D.
B-, waarin geëischt wordt om door middel
van een krachtige sociale wetgeving aan te
sturen op het wegnemen van de maatschap
pelijke oorzaken, welke tusschen de leden van
het volk ongelijkheid scheppen of versterken
ten aanzien van hun ontwikkelingsvoorwaar-
den. Immers, waar de veldarbeiders door
grondgebruik hun positie trachten te ver
beteren, daar stuiten zjj steeds op liet maat-
zjjn. Men stelle zich dan ook mjjn verbazing
voor, toen hjj eens bij mjj was om mij advies
te geven over eenige handschriften die ik
wilde aankoopen, en een bediende aan de deur
klopte om te zeggen dat mevrouw Armistead
buiten Wachtte.
- „Mag ik mijn vrouw vragen even hier
te komen, mjjnhcer Verney?" vroeg Armistead
aan me.
- „Natuurlijk," antwoordde ik.
en pogenblik later kwam een opvallend
mooie jonge vrouw het vertrek binnen.
„De heer Vemey," zei Armistead, mij
voorstellend.
Ze glimlachte mij vriendelijk toe, en zei
tot Armistead
„Ik vermoed dat je nog niet klaar
bent?"
„Ik heb twee uur gezegd, en het is
nauweljjks twaalf," antwoordde hij aarzelend.
„Och, Charlie Manners wou graag dat
ik met hem naar een tentoonstelling in de
Nieuwe Gallerjj ging kjjken. Er hangen daar
twee schilderijen van hem. Ik dacht er over
daar heen te gaan en jou dan te komen
halen met do auto."
„Doe precies wat je zelf het [beste
dunkt," antwoordde Armistead.
„Goed. Ik wilde je echter even laten
weten, waarheen ik ga. Tot twee uur dus.
Goeden dag, mijnheer Verney."
En met oen geruisch van zijde verdween ze.
schappelijk verschijnsel, dat de hoogo pachten
van dcrgeljjken grond hel to bereiken voor
deel geheel of bijna geheel opslokken.
Het geldt hier een sociale hervorming van
bijzonderen aard, geheel afwijkend van den
weg, dien men gewoonlijk op dit gebied
inslaat. De veldarbeider wordt niet beschouwd
als een /onmondige, die onder voogdij van
allerlei wetten komt. Men past integendeel
zijn horvormingsmaatrcgel aan bij een on
der de veldarbeiders algemeen voorkomend
streven. Men noemt de belemmeringen weg,
die do maatschappij hen daarbij in den
weg legt, steunt hen bij do ontplooiing hun
ner krachten op maatschappelijk gebied.
Van allen, die aan de maatschappelijke
productie deelnemen, moeten do veldarbeiders
zich de laagste loonen getroosten. Hun vrou
wen staan jaar op jaar voor het schijnbaar
onoplosbare r aadscl, om mot 300 A 400 gld.
rond te komen. Krijgt een veldarbeider te
gen billijke pacht grond in gebruik, dan stijgt
terstond het inkomen, omdat elke dag, elk
uur op eigen grond gewerkt, hooger wordt be-;
loond dan in loondienst. Daardoor ontstaat
vanzelf het streven, om ook bij den boer
hooger loon te verwerven.
Nog veel grooLer invloed oefenon in deze
richting de kleine zelfstandige bedrijven uit.
Elke klein-grondgebruiker die, op eigen grond
geheel in zijn bestaan voorziet, heeft geen
werkloosheid meer te vreezen en is van de
arbeidsmarkt afgevoerd. En daarbij1 onttrekt
hij belangrijk minder grond aan de grootere
exploitatie dan voor een veldarbeider in loon
dienst benoodigd is. Men kan gerust aan
nemen, dat 3 A 4 arbeiders, voor een zelf
standig bestaan als klein-grondgebruiker, niet
meer grond noodig hebben dan de oppervlakte,
.rvoor in bet grootbedrijf één arbeider1
noodig is. Spreker zijn bedrijfjes bekend,
waarin een zelfstandig kleinbedrijver slechts
over I1/3 a 2 H.A. beschikt en daaronder zijn
er dan «ook nog, die op deze oppervlakte een
loonarbeider in dienst hebben.
Natuurlijk kan slechts een deel der veld
arbeiders in het genot van zulk een zelf-,
standig (bedrijf worden gesteld. Doch dit is
ook voldoende, om een automatisch werkende
factor in beweging te brengen, tot ver
hooging van de loonen der overige veldarbei
ders. En de natuurlijke grens van deze loons-
verhooging voor de loonarbeiders is het
komen, dat iemand als zelfstandig werkend
kleinbedrijver kan verwerven.
Ook op den toestand der stedelijke ar
beiders zal deze sociale hervorming een gun
stigen invloed uitoefenen. Als de landar
beiders, hetzij in loondienst, hetzij als zelf
standige kleinbedrijvcrs, een behoorlijk bestaan
kunnen vinden, vervalt de trek naar de ste
den, het leger der werkloozen en der onder
kruipers wordt ontbonden en de vale vereeni
gingen zullen beter in staat zijn behoorlijke
arbeidsvoorwaarden te bedingen. Daarnaast
zal, doordien de grootere inkomsten der veld
arbeiders en kleinbedrijvers voor verreweg
hot jneerendeel terstond worden verbruikt,
een grooter verbruik van allerlei zaken en
daardoor meer vraag naar arbeid in tal van
nijverheidstakken ontstaan.
Een goed geleide regeeringszorg tot be
vordering van het zelfstandige klein land
bouwbedrijf kan dus een verbazenden invloed
tot verbetering der sociale verhoudingen uit
oefenen, waardoor verschillende andere wette
lijke (maatregelen overbodig worden.
Als eisch voor een goede regeeringszorg
>or deze hervorming moet in de eerste
plaats gesteld worden, dat men de kleine
bedrijven niet in eigendom uitgeeft. Het voordeel
der uitgifte in eigendom, dat het uitlokt tot
verbetering van den bodem, kan men even
goed vorkrijgen door pacht met een duurzaam
We keerden weer terug tot ons onderzoek
van de oude handschriften. Plotseling keek
Armistead naar me pp met zijn kleine, sluwe
oogjes.
„Neen Verney, ik zie er niet uit als
do «echtgenoot van een jonge, mooie vrouw,"
<i (hjj.
Een ©ogenblik was ik stom van verbazing.
Hjj had precies do gedachte getroffen, die
door jnijn geest ging.
- „U hebt geen recht te meenen, dat
ik voortdurend aan u en aan uw zaken
denk," zei ik, ietwat boos.
„Geen recht om uw gedachten precies
te raden," antwoordde Armistead koel. „Maar
toch, wanneer u zich afvraagt, waarom ze mij
getrouwd heeft, kan ik u zeggen dat ik zoo
gelukkig ol zoo ongelukkig ben een heel rijk
man te zijn. Dit handschrift is heelemaal
niet van de twaalfde eeuw. Ik stel er mijn
reputatie borg voor, dat een zegel van dat
type niet gevonden wordt, vóór het eerste
kwart van de dertiende eeuw."
Het speet me niet het onaangename onder
werp van zijn particuliere leven te kunnen
laten rusten, en bijgevolg ging ik vol ijver in
op de bespreking van den datum vau het
handschrift.
Toen wij mot het onderzoek klaar wa
zei hij terloops tot me-
„Kunt u het ook schikken, om Zaterdag
in mijn woning in Hampstead te komen Ion
gebruiksrecht. Daar tegenover stelt uitgifte
in eigendom den begiftigde bloot aan het zeer
ernstige risico van daling der grondprijzen,
waarop in onzen tijd allo kans is. Verder zal
hij uitgifte in eigendom met behulp van
staatscrediet, de arbeider altijd eenig deel
van do koopsom moeten storten. Daardoor
bewerkt men, dat het bedrijf wordt begonnen
met te weinig bedrijfskapitaal, waardoor ern
stig gevaar voor mislukking dreigt. Boven
dien lokt eigendom uit tot ontijdig aflossen,
terwijl het daarvoor (bespaarde geld bijna
altijd voordeeliger kan worden gebruikt,
tot verhooging der productiviteit van den
bodem. En eindelijk kan men de bedrijfjes
toch niet in vrijen eigendom geven, gelijk
het voorbeeld van Denemarken bewijst, waar
allerlei beperkende bepalingen omtrent ver
koop, ruiling, splitsing en bijkoop bestaan.
(Applaus).
Als derde spreker sprak nog de heer mr
J. Wolterbeek Muller, advocaat te 's Graven-
hage, die de kwestie van den juridisch staats
rechterlijken kant beschouwde.
Daarop werd nog oonig debat gevoerd.
Daarna werd de volgende motie bjj accla
matie aangenomen:
De gemeenschappelijke algemeene vergadring
van den „Vrijzinnig-Democratischen Bond" en
van het „Algemeen Nederlandsch Werklieden-
Verbond", gehouden op 27 Nov. 1910 to
Utrecht;
overwegende
dat grondgebruik door arbeiders ten plat-
tenlande een krachtig middel is tot vcr-
betring van hnn economischen toestand en om
die reden door hen dan ook in het algemeen
zeer wordt begeerd;
dat dit grondgebruik evenwel uitermate
wordt bemoeilijkt, omdat de grond óf niet
in voldoende mate voor dat doel beschikbaar
is, óf alleen tegen zeer hooge huur te ver
krijgen is
overtuigd:
dat genoemde arbeiders, bij hnn streven
tot verbetering van hun sociale positie, krach
tig gesteund dienen te worden, zoowel door
het particulier initiatief als door de overheid;
lettende
op vroegere besluiten van de algemeene ver
gadering van het „Alg, Ned. Werkl.-Verbond"
en op het werkprogram (landbouwparagraaf)
van den „Vrij.-Dem. Bond", waarbij de wensch
is uitgesproken, dat de wetgever, düor uit
breiding en vereenvouding van het ontcige-
ningsrecht voor staat en gemeente, de gele
genheid zal openen om gronden in pacht te
doen geven, hetzij aan kleine landgebruikers
of tuinbouwers voor zelfstandig bedrijf, hetzij
als tuingrond aan veld- of fabrieksarbeiders;
terwijl in weidestreken ook op de behoefte
aan weide en hooi, voor vee van arbeiders,
zal moeten worden gelet;
besluit:
zoo mogelijk in samenwerking ook met an
dere organisaties, die in dezelfde richting
werkzaam willen zijn een krachtige actie
te voeren om te bevorderen, dat de regeering
spoedig wettelijke maatregelen zal voordragen
aangaande dit onderwerp en
wekt de afdeelingen en leden van beide
Bonden op, in hun kring de toepassing van
het denkbeeld ter hand te nemen of te
helpen bevorderen.
Daarna werd behandeld het voorstel van
het hoofdbestuur van den „Vrijzinnig Demo-
cratischen Bond" tot hot in het leven roe
pen in samenwerking met het „Alge
meen Nederlandsch Werkliedenverbond" en
andere op dit punt gelijkgezinden van een
adresbeweging aan de regcering voor algemeen
kiesrecht, iwaarbij wordt verzocht: dat het
chen? Ik zou u graag mijn eigen verzameling
willen laten zien. Misschien dat zij op een
of anderen dag toch onder uw toezicht komt."
Ik was niet bijzonder verlangend om met
Armistead op vriendschappclijken voet te ko
men, maar de toepassing dat hjj van plan
was zijn collectie aan het Museum te schen
ken, was voldoende voor me om de uitnoo-
diging aan te nemen. Voor het belang van
het museum zon ik overal been gegaan zijn.
En zoo was ik den eerstvolgenden Zaterdag
tegen liet lunchuur in Hampstead aan zijn
mooie woning.
Wij zaten met ons vieren aan de lunch
mijn gastheer, mijn gastvrouw, ik zelf, en
dan een knappe jonge man, die aan mij werd
voorgesteld als de heer Manners, een neef
van de gastvrouw.
Van het eerste oogenblik stond mij de heer
Manners aan. Hjj was een vroohjk, welwillend
jongmensch, dat zich daar geheel thuis scheen
te voelen, en die op bjjzonder goeden voet
stond met mevrouw Armistead.
Hoewel ik natuurlijk probeerde het gesprek
algemcen te maken, wilde mijn gastheer al
leen /over oude handschriften met mij spre
ken. Mevrouw Armistead en de heer Manners
wisten jblijkbaar weinig van dat «onderwerp
en gaven er nog minder om Ze waren spoe
dig over golf aan het praten. Maar hoewel
Armistead ernstig en scherpzinning met mij
over zjjn lievelingsonderwerp 6prak, bemerkte
beginsel van rcchtstreeksch en enkelvoudig,
door geen zoogenaamde correctieven ver
zwakt, algeracen kiesrecht voor mannen eu
vrouwen in de Grondwet wordt geschreve*.
Do heer Herm. Snjjders hield daarbij do
volgende rede;
Waarde parlijgenooten,
Vergunt mij, ter inleiding van de behande
ling van punt II van onze agenda, het voor
stel tot het in het leven roepon van een
adresbeweging voor algemeen kiesrecht, eenige
woorden tot u te sproken.
Niet, omdat ik het noodig zou achten tal
van redenen aan te voeren die voor de aan
neming van hot voorstel pleiten; met kracht
van argumenten zou meenen u te moeten over
halen, uw stem daaraan te geven!
Het Hoofdbestuur vertrouwt dat het, door
het aan de orde stellen van dit voorstel,
heeft gedaan wat het in do gegeven omstan
digheden verplicht was te doen. Het twij
felt cr niet aan, of ook gij zult van oordeel
zijn dat wij, als vrjjzinnig-democraten, niet
mogen nalaten thans een duidoljjk sprekend
getuigenis af to leggen van onze beginselen.
Het verwacht niet anders, dan dat gij met
warmte en toowjjding, gehoor zult geven aam
den oproep, die uw Hoofdbestuur tot u richt,
om te zamen met onze partijgenooten van
het Alg. Ned. Werkliedenverbond alle krach
ten in te spannen, opdat in een algemeen-
democratisch adres een stem opga, die luide
vraagt: om honderdduizenden mannen en
vrouwen, Nederlandsche staatsburgers en -bur
geressen, eindelijk toe te laten tot de uit
oefening van een recht, waarop zij, evengoed
als zoo velen die het reeds lang bezitten, bil
lijke aanspraken kunnen doen gelden.
Maar wel komt het mij gewenscht voor,
n een en ander mee te deelcn omtrent het
geen aan do indiening van dit voorstel is
voorafgegaanuiteen te zetten, waarom het
H. B. heeft gehandeld, zooals het heeft gedaan
en u te wijzen op do beteokenis en de nood
zakelijkheid tevens, van een adresbeweging
onzerzijds, naast het sociaal-democratische
volkspefitionnement.
Allereerst een stukje geschiedenis, ter me-
dedeeling van een paar feiten, die nit den
aard der zaak nog niet aan alle parlijge
nooten hekend zijn Het plan tot het in het
leven roepen van een adresbeweging voor
algemeen kiesrecht is niet eerst in den laat-
sten tijd in onze partij geopperd. In de op
28 Juni 1908 gehouden vergadering van ons
nu opgeheven Propaganda-Comité voor Gro'dd-
wclsherziening en Algemeen Kiesrecht is reeds
het denkbeeld tor sprake gebracht en met
veel instemming ontvangen. Dadelijk werd er
kend de groote beleekenis, die een goed geor
ganiseerd petitionnement voor de bevordering
en versterking van de kiesrochtbeweging zou
hebben; maar evenzeer werd als het alge
meen gevoelen geconstateerd: dat samenwer
king met andere voorstanders van algemeen
kiesrecht zou moeten worden gezocht en dat
een gunstiger tijdstip voor de uitvoering van
het plan zou moeten worden afgewacht dan
het verkiezingsjaar 1909. Opmerking verdient
verder dat ook reeds op 18 Januari 1909 het
Alg. Ned. Werkl. Verbond, in zjjn algemeene
vergadering te Rotterdam, het besluit nam:
aan het Propaganda-comité te verzoeken een
groote adresbeweging in het leven te roepen
voor Grondwetsherziening en Algemeen kies
recht en daarbij samenwerking te zoeken met
do S. D. A. P. en het N. V. V. Toen de
verkiezingen voorbij waren en door het op
treden van een nieuwen partijsecretaris, na
eenige stagnatie, ook het comité weder vol
tallig was, werd aanstonds de uitvoering van
het plan ter sprake gebracht, op 12 Febru
ari van dit jaar. Ook bij het Hoofdbestuur
van den V. I). Bond, door het comité daar-
ik toch dat hij geen woord verloor dat tus
schen de anderen gewisseld werd. De gedachte
kwam onwillekeurig in mjj op dat hij jaloersch
was pp den knappen jongen schilder.
Na afloop van de lunch zei Armistead
tot me
„Wel, mijnheer Verney, ik zal u nu mjjn
verzameling eens laten zien."
„Ik wou wel dat je mij een les in het
golfen gaf," zei mevrouw Armistead tot den
jongen Manners. „Ik kan maar niet den juis-
ten slag ervan krijgen, en ik zou graag een
prijs winnen bij den eerstvolgenden dames-
wedstrijd."
„Met heel veel genoegen," zei Manners.
En zoo gingen de jonge menschen naar den
lain, terwijl wjj ons naar de bibliotheek be
gaven.
Hoewel ik was voorbereid iets buitenge
woons te zullen vinden, moet ik bekennen,
dat ik verbaasd was over den omvang en
de grootte van do verzameling van Armistead.
Ik aanbad bijna ieder handschrift.
„Wonderbaarlijk! Prachtig!" riep ik tel
kens uit.
„Vele jaren van studie, en verscheiden
duizenden ponden sterling zjjn noodig geweest i,
voor het maken van deze verzameling," zei
Armistead. „Ik meen met vertrouwen te kun-
j nen zeggen, dat er geen andere verzameling
is, die haar kan evenaren."
Plotseling ging hjj naar het venster, gn keet