MIDDELBURGSCHE COURANT. TWEEDE BEAD VAN DE Dinsdag 29 November. FEUILLETON. De Hand van den Doode. f(. 281. 103" Jaarsjaiui. <91 o. DHdaelburg 28 November. Vrijzinnig-Democratische Bond. D* 'buitengewone algemeene vergadering van dien Bond, in samenwerking met het „Alge meen Nederlandsch Werklieden Verbond," die 'Zondagvoormiddag in het „Gebouw voor Kun sten en Wetenschappen" te Utrecht gehouden ■werd, is goed geslaagd. Het was een opgewekte, druk bezochte bjj- eenkomst. De heer Herm. Snijders, voorzitter van don „Vrijzinnig - Democratisch en Bond," opende baar. Hij heette de aanwezigen welkom en v op de belangrijkheid dezer eerste vergadering in samenwerking met het „Alg. Ned. Werklie denverbond." Daarna werd met de behandeling van de agenda aangevangen. Het eerste onderwerp was: „het grondge bruik door landarbeiders, als middel tot ver betering van hun economischen toestand." De eerste spreker daarover was de heer Ja©. Welleman, uit K ra bben d ijko. Hij herinnerde aan het rapport der Staats commissie, welke was ingesteld onder het Ka binet-Do Meester, aan welke commissie 8] kor Jiulde bracht voor de wijze, waarop zij haar taak heeft opgevat. De woorden tot die commissie bij bare in stallatie jdoor den toenmaligen Minister van Landbouw mr. Veegens gesproken, n.l „De Tegeoringsbemoeiing pp landbouwgebied (mag niet alleen op do bevordering van de grootst mogelijke ontwikkeling der cultuur, maar moet evenzeer op een billijke verdeeling der vruch ten daarvan onder de landbouwende bevolking gericht Izjjn", noemde spreker de grondwet voor alle toekomstige agrarische p£ landbouw politiek. Spreker /onderschat geenszins den invloed van de verbeterde techniek /ook in het land bouwbedrijf maar van de vruchten daarvan hebben de landarbeiders het (minst geprofi iteerd. Al is er wel in hun positie de laatste «jaren eenige verbetering gekomen, die positie Sb nog altijd onzeker en niet bestand tegen werkloosheid, ziekte pf ongeval /en invalidi teit. Om hierin verbetering «te krijgen Wenscht spreker pa. wettelijk geregelde landbouw-on gevallen verzekering, invaliditeits- en 'ouder- öpms verzekering. Een actie voor hoogcr loon is door do land arbeiders (moeilijk te voeren, juist door het eigenaardige karakter van het bedrijf, gelijk tepreker nader uiteenzette. Vandaar dat de landarbeider langs anderen weg er naar streeft pm zijn inkomen te vermeerderen, n.l. door fn bezit te komen van een stukje grond. Dat (zij hieraan groot© waarde hechten, blijkt uit 0e pachtsommen, waarvoor zij bij publieke verpachtingen inschrijven, die zelfs gaan lot 200 per H. A. In het bovenbedoelde rapport der Staats commissie wordt trouwens algemeen erkend, dat het in gebruik krijgen van een stukje grond ©en uitnemend middel is ter versterking van den economischen toestand der land arbeiders. Tot die buitengewoon hooge pacht sommen komen do arbeiders door de concur rentie. Gewenscbt is het daarom, dat er paar gestreefd wordt bij het in gebruik geven van grond aan landarbeiders (andere regels te doen gelden. Naur het Engel tah L. van RADCLIFFE MARTIN. Sa mijn positie als curator van de ma- ■uscript-afdceling van het Nationaal Museum eal ik veel merkwaardige menschen. Som migen zjjn welkomo bezoekers, anderen het tegendeel. Eén persoon was er, dien ik soms gaarne zag, n.l. Armistead, den beroemden oudheidkundige. Hij was een asthmatiscb, ru ziezoekend mannetje, die zonder werkelijk mis- Tormd te zijn, den indruk van misvormdheid ■naakte. Zjjn kennis van oude manuscripten (was ongeëvenaard. Wanneer hij over zjjn lie velingsstudie sprak, was hjj een aangenaam Imetgezel; maar zoodra hij yan zjjn oude manuscripten verwjjderd werd, was hjj een fehoel ander persoon achterdochtig, hu meurig, korzelig en vol klachten. Ik wist niets van hem, behalve dat hij een groot oudheidkundige en een buitengewoon rijk man was, Hjj had echter nooit de ge dachte in mjj opgewekt dat hij getrouwd zou Of daarvoor de productiviteit van den bodem verhoogd zal worden is iets, waarop niet in de eerste plaats moot worden gelet. Al, zou deze gelijk blijven, ja zelfs verminderen, dan zou dit voor spreker geen bezwaar op leveren, waar het geldt do opheffing van een ganscho volksklasse, die der landarbeiders. Uitvoerig ging spreker vervolgens na welke voordeelen het bewerken van een sTïïkje grond den landarbeider oplevert en hjj deed zulks met een voorbeeld aan do practyk ontleend. In do plaats zijner inwoning worden n.l. door de diaconie der Ilerv. kerk aan arbeiders stukjes grond in gebruik gegeven van pl.m 100 roeden (0.16 H.A.) tegen een pacht van f 75 per H.A. Naast winterprovisie (aardappelen) voor eigen gebruik en voor voeder voor varken of geit, kevert «zoo'n stukje grond ook nog geldeljjk voordeel pp, Maar daarnaast staan nog andere, indirecte, moreele voordeelen. De landarbeider zal zich onafhankelijk gaan voelende positie der vrouw wordt verbe terd,. jomdal zij niet geregeld in loondienst zal behoeven werkzaam te zijn, wat aan het gezin ten goede Scomen zal. De arbeider zal behoefte gaan voelen aan coöperatie b.v. voor het aankoopen van kunstmest. Zjjnver- «eenigingszin zal daardoor worden aangewak kerd, hjj zal vergaderingen gaan bezoeken, waardoor zijn blik wordt verruimd en hij zal gaan meeleven met anderen gemeenschaps zin wordt pp die manier aangekweekt, ken nis kan worden vermeerderdvoorwaar dus een groot economisch voordeel van het in gebruik hebben van een lapje grond. Door sommigen worden tegen dat stel sel nadeelen aangevoerd, doen het onder zoek, ingesteld door het A. N. W. V. heeft geleerd dat do Ibezwaren geenszins (mover- komelijk en te ondervangen zijn. Vervolgens ging spreker na wat ten aanzien van «deze kwestie door verschillende poli tieke partjjen en (economische vereenigingen wordt gevraagd. Uit de eenstemmigheid die ten (aanzien hiervan [bestaat zou men licht geneigd zijn te concludeeren, dat de hoogst gewenschto hervorming spoedig tot stand zal komen. Doch men vleie zich daar niet te spoedig meeHoe lang wacht men niet reeds pp de landbouw-ongevallenwet, welke ook ieder wil? Vandaar dat het plicht is van pile voorstanders pm, nu de wind uit een gunstigen boek waait, krachtige propa ganda voor deze zaak te voeren. Bij de oplossing zal ook op andere fac toren gelet moeten wordengeschiktheid van den bodem, grootte der uit te geven per- ceelen, de vorm van uitgifte (eigendom of pacht), credictvorleening enz. Of daarvoor een herziening van de onteigeningswet noodig zal zijn, liet spreker buiten beschouwing. Hjj eindigde met de hoop uit te spreken dat allen zullen doen wat hun hand vindt te doen, ten einde deze hoogst belangrijke zaak spoedig mot vereende krachten tot op lossing te brengen. (Applaus.). Over het zelfde onderwerp sprak verder de heer A. Rauwerda, voorzifter van hel „Alg. Ned. Werkliedenverbond" te Leeuwarden. Hjj begon zjjn betoog met in het licht te stellen, dat steun van regeeringswege aan veldarbeiders, ter bevordering van het grond gebruik, geheel in overeenstemming is met punt II dor beginselverklaring van den V. D. B-, waarin geëischt wordt om door middel van een krachtige sociale wetgeving aan te sturen op het wegnemen van de maatschap pelijke oorzaken, welke tusschen de leden van het volk ongelijkheid scheppen of versterken ten aanzien van hun ontwikkelingsvoorwaar- den. Immers, waar de veldarbeiders door grondgebruik hun positie trachten te ver beteren, daar stuiten zjj steeds op liet maat- zjjn. Men stelle zich dan ook mjjn verbazing voor, toen hjj eens bij mjj was om mij advies te geven over eenige handschriften die ik wilde aankoopen, en een bediende aan de deur klopte om te zeggen dat mevrouw Armistead buiten Wachtte. - „Mag ik mijn vrouw vragen even hier te komen, mjjnhcer Verney?" vroeg Armistead aan me. - „Natuurlijk," antwoordde ik. en pogenblik later kwam een opvallend mooie jonge vrouw het vertrek binnen. „De heer Vemey," zei Armistead, mij voorstellend. Ze glimlachte mij vriendelijk toe, en zei tot Armistead „Ik vermoed dat je nog niet klaar bent?" „Ik heb twee uur gezegd, en het is nauweljjks twaalf," antwoordde hij aarzelend. „Och, Charlie Manners wou graag dat ik met hem naar een tentoonstelling in de Nieuwe Gallerjj ging kjjken. Er hangen daar twee schilderijen van hem. Ik dacht er over daar heen te gaan en jou dan te komen halen met do auto." „Doe precies wat je zelf het [beste dunkt," antwoordde Armistead. „Goed. Ik wilde je echter even laten weten, waarheen ik ga. Tot twee uur dus. Goeden dag, mijnheer Verney." En met oen geruisch van zijde verdween ze. schappelijk verschijnsel, dat de hoogo pachten van dcrgeljjken grond hel to bereiken voor deel geheel of bijna geheel opslokken. Het geldt hier een sociale hervorming van bijzonderen aard, geheel afwijkend van den weg, dien men gewoonlijk op dit gebied inslaat. De veldarbeider wordt niet beschouwd als een /onmondige, die onder voogdij van allerlei wetten komt. Men past integendeel zijn horvormingsmaatrcgel aan bij een on der de veldarbeiders algemeen voorkomend streven. Men noemt de belemmeringen weg, die do maatschappij hen daarbij in den weg legt, steunt hen bij do ontplooiing hun ner krachten op maatschappelijk gebied. Van allen, die aan de maatschappelijke productie deelnemen, moeten do veldarbeiders zich de laagste loonen getroosten. Hun vrou wen staan jaar op jaar voor het schijnbaar onoplosbare r aadscl, om mot 300 A 400 gld. rond te komen. Krijgt een veldarbeider te gen billijke pacht grond in gebruik, dan stijgt terstond het inkomen, omdat elke dag, elk uur op eigen grond gewerkt, hooger wordt be-; loond dan in loondienst. Daardoor ontstaat vanzelf het streven, om ook bij den boer hooger loon te verwerven. Nog veel grooLer invloed oefenon in deze richting de kleine zelfstandige bedrijven uit. Elke klein-grondgebruiker die, op eigen grond geheel in zijn bestaan voorziet, heeft geen werkloosheid meer te vreezen en is van de arbeidsmarkt afgevoerd. En daarbij1 onttrekt hij belangrijk minder grond aan de grootere exploitatie dan voor een veldarbeider in loon dienst benoodigd is. Men kan gerust aan nemen, dat 3 A 4 arbeiders, voor een zelf standig bestaan als klein-grondgebruiker, niet meer grond noodig hebben dan de oppervlakte, .rvoor in bet grootbedrijf één arbeider1 noodig is. Spreker zijn bedrijfjes bekend, waarin een zelfstandig kleinbedrijver slechts over I1/3 a 2 H.A. beschikt en daaronder zijn er dan «ook nog, die op deze oppervlakte een loonarbeider in dienst hebben. Natuurlijk kan slechts een deel der veld arbeiders in het genot van zulk een zelf-, standig (bedrijf worden gesteld. Doch dit is ook voldoende, om een automatisch werkende factor in beweging te brengen, tot ver hooging van de loonen der overige veldarbei ders. En de natuurlijke grens van deze loons- verhooging voor de loonarbeiders is het komen, dat iemand als zelfstandig werkend kleinbedrijver kan verwerven. Ook op den toestand der stedelijke ar beiders zal deze sociale hervorming een gun stigen invloed uitoefenen. Als de landar beiders, hetzij in loondienst, hetzij als zelf standige kleinbedrijvcrs, een behoorlijk bestaan kunnen vinden, vervalt de trek naar de ste den, het leger der werkloozen en der onder kruipers wordt ontbonden en de vale vereeni gingen zullen beter in staat zijn behoorlijke arbeidsvoorwaarden te bedingen. Daarnaast zal, doordien de grootere inkomsten der veld arbeiders en kleinbedrijvers voor verreweg hot jneerendeel terstond worden verbruikt, een grooter verbruik van allerlei zaken en daardoor meer vraag naar arbeid in tal van nijverheidstakken ontstaan. Een goed geleide regeeringszorg tot be vordering van het zelfstandige klein land bouwbedrijf kan dus een verbazenden invloed tot verbetering der sociale verhoudingen uit oefenen, waardoor verschillende andere wette lijke (maatregelen overbodig worden. Als eisch voor een goede regeeringszorg >or deze hervorming moet in de eerste plaats gesteld worden, dat men de kleine bedrijven niet in eigendom uitgeeft. Het voordeel der uitgifte in eigendom, dat het uitlokt tot verbetering van den bodem, kan men even goed vorkrijgen door pacht met een duurzaam We keerden weer terug tot ons onderzoek van de oude handschriften. Plotseling keek Armistead naar me pp met zijn kleine, sluwe oogjes. „Neen Verney, ik zie er niet uit als do «echtgenoot van een jonge, mooie vrouw," <i (hjj. Een ©ogenblik was ik stom van verbazing. Hjj had precies do gedachte getroffen, die door jnijn geest ging. - „U hebt geen recht te meenen, dat ik voortdurend aan u en aan uw zaken denk," zei ik, ietwat boos. „Geen recht om uw gedachten precies te raden," antwoordde Armistead koel. „Maar toch, wanneer u zich afvraagt, waarom ze mij getrouwd heeft, kan ik u zeggen dat ik zoo gelukkig ol zoo ongelukkig ben een heel rijk man te zijn. Dit handschrift is heelemaal niet van de twaalfde eeuw. Ik stel er mijn reputatie borg voor, dat een zegel van dat type niet gevonden wordt, vóór het eerste kwart van de dertiende eeuw." Het speet me niet het onaangename onder werp van zijn particuliere leven te kunnen laten rusten, en bijgevolg ging ik vol ijver in op de bespreking van den datum vau het handschrift. Toen wij mot het onderzoek klaar wa zei hij terloops tot me- „Kunt u het ook schikken, om Zaterdag in mijn woning in Hampstead te komen Ion gebruiksrecht. Daar tegenover stelt uitgifte in eigendom den begiftigde bloot aan het zeer ernstige risico van daling der grondprijzen, waarop in onzen tijd allo kans is. Verder zal hij uitgifte in eigendom met behulp van staatscrediet, de arbeider altijd eenig deel van do koopsom moeten storten. Daardoor bewerkt men, dat het bedrijf wordt begonnen met te weinig bedrijfskapitaal, waardoor ern stig gevaar voor mislukking dreigt. Boven dien lokt eigendom uit tot ontijdig aflossen, terwijl het daarvoor (bespaarde geld bijna altijd voordeeliger kan worden gebruikt, tot verhooging der productiviteit van den bodem. En eindelijk kan men de bedrijfjes toch niet in vrijen eigendom geven, gelijk het voorbeeld van Denemarken bewijst, waar allerlei beperkende bepalingen omtrent ver koop, ruiling, splitsing en bijkoop bestaan. (Applaus). Als derde spreker sprak nog de heer mr J. Wolterbeek Muller, advocaat te 's Graven- hage, die de kwestie van den juridisch staats rechterlijken kant beschouwde. Daarop werd nog oonig debat gevoerd. Daarna werd de volgende motie bjj accla matie aangenomen: De gemeenschappelijke algemeene vergadring van den „Vrijzinnig-Democratischen Bond" en van het „Algemeen Nederlandsch Werklieden- Verbond", gehouden op 27 Nov. 1910 to Utrecht; overwegende dat grondgebruik door arbeiders ten plat- tenlande een krachtig middel is tot vcr- betring van hnn economischen toestand en om die reden door hen dan ook in het algemeen zeer wordt begeerd; dat dit grondgebruik evenwel uitermate wordt bemoeilijkt, omdat de grond óf niet in voldoende mate voor dat doel beschikbaar is, óf alleen tegen zeer hooge huur te ver krijgen is overtuigd: dat genoemde arbeiders, bij hnn streven tot verbetering van hun sociale positie, krach tig gesteund dienen te worden, zoowel door het particulier initiatief als door de overheid; lettende op vroegere besluiten van de algemeene ver gadering van het „Alg, Ned. Werkl.-Verbond" en op het werkprogram (landbouwparagraaf) van den „Vrij.-Dem. Bond", waarbij de wensch is uitgesproken, dat de wetgever, düor uit breiding en vereenvouding van het ontcige- ningsrecht voor staat en gemeente, de gele genheid zal openen om gronden in pacht te doen geven, hetzij aan kleine landgebruikers of tuinbouwers voor zelfstandig bedrijf, hetzij als tuingrond aan veld- of fabrieksarbeiders; terwijl in weidestreken ook op de behoefte aan weide en hooi, voor vee van arbeiders, zal moeten worden gelet; besluit: zoo mogelijk in samenwerking ook met an dere organisaties, die in dezelfde richting werkzaam willen zijn een krachtige actie te voeren om te bevorderen, dat de regeering spoedig wettelijke maatregelen zal voordragen aangaande dit onderwerp en wekt de afdeelingen en leden van beide Bonden op, in hun kring de toepassing van het denkbeeld ter hand te nemen of te helpen bevorderen. Daarna werd behandeld het voorstel van het hoofdbestuur van den „Vrijzinnig Demo- cratischen Bond" tot hot in het leven roe pen in samenwerking met het „Alge meen Nederlandsch Werkliedenverbond" en andere op dit punt gelijkgezinden van een adresbeweging aan de regcering voor algemeen kiesrecht, iwaarbij wordt verzocht: dat het chen? Ik zou u graag mijn eigen verzameling willen laten zien. Misschien dat zij op een of anderen dag toch onder uw toezicht komt." Ik was niet bijzonder verlangend om met Armistead op vriendschappclijken voet te ko men, maar de toepassing dat hjj van plan was zijn collectie aan het Museum te schen ken, was voldoende voor me om de uitnoo- diging aan te nemen. Voor het belang van het museum zon ik overal been gegaan zijn. En zoo was ik den eerstvolgenden Zaterdag tegen liet lunchuur in Hampstead aan zijn mooie woning. Wij zaten met ons vieren aan de lunch mijn gastheer, mijn gastvrouw, ik zelf, en dan een knappe jonge man, die aan mij werd voorgesteld als de heer Manners, een neef van de gastvrouw. Van het eerste oogenblik stond mij de heer Manners aan. Hjj was een vroohjk, welwillend jongmensch, dat zich daar geheel thuis scheen te voelen, en die op bjjzonder goeden voet stond met mevrouw Armistead. Hoewel ik natuurlijk probeerde het gesprek algemcen te maken, wilde mijn gastheer al leen /over oude handschriften met mij spre ken. Mevrouw Armistead en de heer Manners wisten jblijkbaar weinig van dat «onderwerp en gaven er nog minder om Ze waren spoe dig over golf aan het praten. Maar hoewel Armistead ernstig en scherpzinning met mij over zjjn lievelingsonderwerp 6prak, bemerkte beginsel van rcchtstreeksch en enkelvoudig, door geen zoogenaamde correctieven ver zwakt, algeracen kiesrecht voor mannen eu vrouwen in de Grondwet wordt geschreve*. Do heer Herm. Snjjders hield daarbij do volgende rede; Waarde parlijgenooten, Vergunt mij, ter inleiding van de behande ling van punt II van onze agenda, het voor stel tot het in het leven roepon van een adresbeweging voor algemeen kiesrecht, eenige woorden tot u te sproken. Niet, omdat ik het noodig zou achten tal van redenen aan te voeren die voor de aan neming van hot voorstel pleiten; met kracht van argumenten zou meenen u te moeten over halen, uw stem daaraan te geven! Het Hoofdbestuur vertrouwt dat het, door het aan de orde stellen van dit voorstel, heeft gedaan wat het in do gegeven omstan digheden verplicht was te doen. Het twij felt cr niet aan, of ook gij zult van oordeel zijn dat wij, als vrjjzinnig-democraten, niet mogen nalaten thans een duidoljjk sprekend getuigenis af to leggen van onze beginselen. Het verwacht niet anders, dan dat gij met warmte en toowjjding, gehoor zult geven aam den oproep, die uw Hoofdbestuur tot u richt, om te zamen met onze partijgenooten van het Alg. Ned. Werkliedenverbond alle krach ten in te spannen, opdat in een algemeen- democratisch adres een stem opga, die luide vraagt: om honderdduizenden mannen en vrouwen, Nederlandsche staatsburgers en -bur geressen, eindelijk toe te laten tot de uit oefening van een recht, waarop zij, evengoed als zoo velen die het reeds lang bezitten, bil lijke aanspraken kunnen doen gelden. Maar wel komt het mij gewenscht voor, n een en ander mee te deelcn omtrent het geen aan do indiening van dit voorstel is voorafgegaanuiteen te zetten, waarom het H. B. heeft gehandeld, zooals het heeft gedaan en u te wijzen op do beteokenis en de nood zakelijkheid tevens, van een adresbeweging onzerzijds, naast het sociaal-democratische volkspefitionnement. Allereerst een stukje geschiedenis, ter me- dedeeling van een paar feiten, die nit den aard der zaak nog niet aan alle parlijge nooten hekend zijn Het plan tot het in het leven roepen van een adresbeweging voor algemeen kiesrecht is niet eerst in den laat- sten tijd in onze partij geopperd. In de op 28 Juni 1908 gehouden vergadering van ons nu opgeheven Propaganda-Comité voor Gro'dd- wclsherziening en Algemeen Kiesrecht is reeds het denkbeeld tor sprake gebracht en met veel instemming ontvangen. Dadelijk werd er kend de groote beleekenis, die een goed geor ganiseerd petitionnement voor de bevordering en versterking van de kiesrochtbeweging zou hebben; maar evenzeer werd als het alge meen gevoelen geconstateerd: dat samenwer king met andere voorstanders van algemeen kiesrecht zou moeten worden gezocht en dat een gunstiger tijdstip voor de uitvoering van het plan zou moeten worden afgewacht dan het verkiezingsjaar 1909. Opmerking verdient verder dat ook reeds op 18 Januari 1909 het Alg. Ned. Werkl. Verbond, in zjjn algemeene vergadering te Rotterdam, het besluit nam: aan het Propaganda-comité te verzoeken een groote adresbeweging in het leven te roepen voor Grondwetsherziening en Algemeen kies recht en daarbij samenwerking te zoeken met do S. D. A. P. en het N. V. V. Toen de verkiezingen voorbij waren en door het op treden van een nieuwen partijsecretaris, na eenige stagnatie, ook het comité weder vol tallig was, werd aanstonds de uitvoering van het plan ter sprake gebracht, op 12 Febru ari van dit jaar. Ook bij het Hoofdbestuur van den V. I). Bond, door het comité daar- ik toch dat hij geen woord verloor dat tus schen de anderen gewisseld werd. De gedachte kwam onwillekeurig in mjj op dat hij jaloersch was pp den knappen jongen schilder. Na afloop van de lunch zei Armistead tot me „Wel, mijnheer Verney, ik zal u nu mjjn verzameling eens laten zien." „Ik wou wel dat je mij een les in het golfen gaf," zei mevrouw Armistead tot den jongen Manners. „Ik kan maar niet den juis- ten slag ervan krijgen, en ik zou graag een prijs winnen bij den eerstvolgenden dames- wedstrijd." „Met heel veel genoegen," zei Manners. En zoo gingen de jonge menschen naar den lain, terwijl wjj ons naar de bibliotheek be gaven. Hoewel ik was voorbereid iets buitenge woons te zullen vinden, moet ik bekennen, dat ik verbaasd was over den omvang en de grootte van do verzameling van Armistead. Ik aanbad bijna ieder handschrift. „Wonderbaarlijk! Prachtig!" riep ik tel kens uit. „Vele jaren van studie, en verscheiden duizenden ponden sterling zjjn noodig geweest i, voor het maken van deze verzameling," zei Armistead. „Ik meen met vertrouwen te kun- j nen zeggen, dat er geen andere verzameling is, die haar kan evenaren." Plotseling ging hjj naar het venster, gn keet

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1910 | | pagina 5