MIDDELBURGSCHE COURANT. N\ 248 153* Jaargaig. 1910. Vrijdag 21 October. Middelburg 20 October. Het Noodwetje Kameroverzicht. Benoemingen en?. DU Stad en Provincie. Doze courant verschijnt d a g e 1 g k b, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Frga per kwartaal, zoowol voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp. f S. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. AJd vertentiën bjj abonnememt op voordeelige vooiwaardet. Prospectussen daarvan tgn aan het bureau te bekomen. AdvertentiSn voor bet eerstvolgende nummer moeten des middags vóór één uur aan het bureau bezorgd zjjn. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement veel lager. Geboorte-, dood- e* alle andore familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50elke regel moet 20 oent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen Tot do plaatsing van ad verten tién en reolames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffend* Handel, NJjverheid en Geldwezen, is gereohtig het Algemeen Advertentie-Bureau A. DB LA MAR Az., N.Z. Voorburgwal 206, Amsterdam. Wij bedoelen het door den Minister van Justitie ingediende wetsontwerp tot oplos sing van het ecdsvraagstuken wel naar aan leiding van het arrest van 23 Mei 1.1. van den Hoogen Raad, waarbij dit college terug is gekomen op zijn sedert jaren gehuldigde leer en beslist heeft dat wie niet tot een kerkgenootschap behoort niet verplicht kan worden als getuige in straf- of burgerlijk proces den eed af te leggen, wijl voor hem geen wijze van eedsaflegging is voorgeschre ven. i De kwestie is door ons meermalen be sproken. Nu heeft de Minister, om voorloopig de moeilijkheid pp te lossen, een noodwetje ingediend, waarbij hij in de eerste plaats als eedsformulier vaststelt de woorden „Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig," zulks omdat thans de wet wel voorschrijft dat ieder te zweren heeft overeenkomstig zgn godsdienstige gezindheid en dat „gezind heid" wordt in 't licht der historie, algemeen als „kerkgenootschap" uitgelegd maar de in Nederland bestaande kerkgenootschappen kennen geen bepaalde manier van eedsaf legging en look die leemte der wet moest worden aangevuld. Voorts wil de Minister door ^artikel 2 van zijn ontwerp doen be sluiten, dat zjj, die behooren tot een kerk of kerkgenootschap dat het afleggen van den eed verbiedt of zij die niet behooren tot een kerk of kerkgenootschap en redelijke gronden opgeven waarom zij tegen het af leggen van een eed bezwaar hebben, als ge tuigen in burgerlijke en strafgedingen in de plaats van den eed een belofte mogen afleg gen door het uitspreken der woorden „dat beloof ik". Dit voorstel wordt druk besproken. Rechts vindt het natuurlbijk alles behalve sympathie. Do Standaard vreest dat het, eenmaal van kracht geworden, een niet geringen invloed zal uitoefenen op een latere definitieve rege ling. In De T'ifd bestrijdt prof. Struycken het voorstel van zijn geloofsgenoot. Minister Re- gout. Hg acht de voorgestelde oplossing niet de juiste. Ju de Memorie van Toelichting mist hij noode een verklaring van leedwezen bij den Minister, dat de desorganisatie van het corporatieve religieuze leven in ons land zoozeer is toegenomen, dat zelfs een Katho liek Minister genoopt is, de regeling van het eedsvraagstuk pp de individualistisch-reli- gienze levensbeschouwing op te trekken. „Waarom vraagt prof. Struycken „wil men bg hen, die buiten een kerkgenootschap staan, wèl de redelijkheid onderzoeken van de bezwaren, die zij tegen den eed hebben, en van den uitslag van dat onderzoek laten afhangen, of die bezwaren zullen gelden dan wel niet? Wie bovendien zal dat onderzoek doen? De rechter? De theologie wordt dus in de rechtzaal gebracht. Naar welken maat staf zal deze de redelijkheid der gronden beoordeelen? Iemand bijv. verklaart, dat hg niet aan God gelooft. Is dit een redelijke grond om bezwaar tegen den eed te hebben? De een zal zeggenja, want voor zoo iemand heeft de eed geen waardede ander zal zeg gen neen, want voor zoo iemand is de door de wet geëischte eed niets dan een formule, die jhij izonder bezwaar kan uitspreken. En nu denke men aan meer ingewikkelde theo logische bezwarenstichtende altorcaties tus- schen een ongeduldigen president en een min der ontwikkelden getuige staan ons te wach ten. Er zullen over die redelijkheid even veel oordeelvellingen zijn als rechters." Nog van andere zijde, door een onbekende, wordt in hetzelfde katholieke blad opge merkt dat het ontwerp voor een noodwet te veel wil, daar het verder gaat dan een sanc- tionneeren der jongste jurisprudentie in zake den eed, en het ontwerp het terrein van het eedsvraagstuk in zijn algemeene beteekenis betreden gaat, wat meer gezette overweging vraagt. Wat noodzakelijk geregeld moet wor den is volgens den schrijver op gelukkige wgze gedaanverder dan dit noodzakelijk moet men echter bij deze noodwet niet gaan. Links is men ook niet onverdeeld ingeno men met het voorstel. De N. Rott. Ort. schreef o. a. „Zooals nu de tekst van artikel 2 luidt, zullen niet slechts wèl zweren al of niet tot een kerkgenootschap behoorende atheïsten, die de sac ramen teele woorden „Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig" als een bloote for mule beschouwen, waartegen geen bezwaar behoeft te worden gemaaktdoch zullen óók den eed moeten afleggen zij die, schoon zij „redeljjke gronden" tegen het zweien kunnen aanvoeren, wèl tot een kerkgenootschap be hooren. Aan den oenen kant blg'ft dus profa natie bestaan, aan den anderen kant worden sommige gemoedsbezwaren door het ontwerp niet ontzien. Dit laatste spreekt te sterker, daar toch het nieuwe recht, dat, "hui ten het arrest van den Hoogen Raad om, zal inge voerd worden, nergens anders zijn oorsprong kan vinden, dan in een verlangen der regee ring, om aan gemoedsbezwaarden tegemoet te komen. De „noodwet" is daarom allesbehalve fraai, en de vraag rijst, of de regeering niet eeu stap verder had kunnen gaan, en van den eed Vrijstellen, zonder verderen omhaal, al wie óf men tot een kerk of kerkgenoot schap behoort, kon in het midden blg'ven .redelijke gronden" opgeeft, waarom hg tegen het afleggen van den eed bezwaar heeft waaronder dan toch ook wel zal gerekend mo gen worden het behooren tot een kerkgenoot schap, dat het zweren verbiedt. De dwaasheid, dat de „redelgkc gronden" van wie wèl tot een kerkgenootschap behoort, voor niets ge teld zullen worden, maar de „redelijke gron den" van wie niet tot een kerkgenootschap behoort, zullen worden ontzien, ware dan althans de wereld uit. Dit klemt te meer, omdat te voorspellen valt, dat de aandrang, om lot definitieve op lossing van bet eedsvraagstuk te komen, na aanneming van deze noodwet niet weinig verminderen zal." Nu maakt de Haagsche correspondent der Ziitph. Crt. een, onzes inziens zeer juiste opmerking. Volgens hem is de Minister iets te spoedig met .zijn noodwet in zee gegaan. Op dit oogen- blik toch is bij den Hoogen Raad nog een tweede eedskwestie aanhangig waarin den 6den September j.l. door mr J. A. Levy, die zich op dit gebied zoo verdienstelijk heeft gemaakt door den stoot te geven tot de nieuwe jurisprudentie, werd gepleit doch de beslis sing nog niet gevallen is. Die zaak betreft do eedsweigering door hem die wel tot een kerkgenootscliap behoorteedsweigering ge billijkt door het Hof te Amsterdam op dezen grond, dat een getuige kan volstaan met het afleggen eener belofte niettegenstaande liij tot eenig kerkgenootschap behoort dat de eed niet verbiedt. Die grond is door mr. Levy in zijn pleidooi met keur van argumenten ge staafd ware bet anders in ons recht, zoo betoogde hij, dan zou de wetgever het kerke lijk gezag boven het burgerlijke hebben ge steld. „Men zou zoo sprak hg de kerk het recht toekennen afvalligen die niet hui chelen willen, zwaar te straffen met vrij- heidsberooving. Er zou ten aanzien van personen verkeerende in volkomen gelijke om standigheden (ongeloof) inbreuk worden gemaakt op het voorschrift van artikel 4 der Grondwet, dat aan allen gelijke aanspraak op bescherming van persoon en goed toekomt. Wie niet tot een kerkgenootschap behoort gaat vrij uit, wie wel wordt gestraft. Men zoude daardoor wederom het beginsel der gewetensvrijheid, in .artikel 167 der Grond wet jbelichaamd, verzaken." Het valt niet te voorspellen hoe den 7den November e.k. de Ilooge Raad in deze zal beslissen. Wel concludeerde de Procureur- Generaal den 26sten September tot vernieti ging van 's Hofs arrest, maar daaruit valt nog niets te voorspellen. Gaat de Hooge Raad mede met 's Hofs en r. Levy's betoog, dan zal de Minister ander maal een noodwet moeten indienen voor hen die wel tot een kerkgenootschap, dat de eed niet verbiedt, behooren en toch niet zweren willen op grond van gemoedsbezwaren. In elk geval zou het nu aanhangige nood wetje dan niet voldoende zijn. Wat zal de Minister doen als de Hooge Raad in den geest van het Hof beslist? Zijn voorstel terug nemen om het aan te vullen Verstandig zou dit zeker zijn. En de kans zou dan bestaan dat de eeds- dwang in geheel vrijzinnigen geest werd opgelost. Al waardeeren wjj de poging van den Minister, vooral met het oog op zgn positie in het huidige Kabinet om de eedskwestie ooiloopig op te lossen, wij meenen het beter een definitieve oplossing tot stand te bren gen die alle moeilijkheden voorkomt. En vooral nu er zoovele bedenkingen wor den gemaakt tegen dit halve werk, en "s Mi nisters eigen païtggenooten die opperen, is de kans van slagen voor de poging tot tijde lijke voorziening niet groot. Beter dan maar gewaagd met een poging tot oplossing der eedskwestie in haar ge heel, in denzelfden geest als de Minister nu voorstelt. De storm er tegen zal wel niet grooler zijn, dan nu tegen het noodwetje. Mocht echter de Minister van Justitie het ingediende voorstel niet willen terugnemen met het doel het om te werken, maar het blij ven handhaven, dan hopen wij dat het door veler medewerking in veilige haven worde gebracht. Dan zijn wij alvast een stap" verder in goede richting. Zitting van Woensdag. De positie van den Minister van Oorlog is er heden niet op vooruitgegaan. Uit de van daag gehouden stemmingen bleek maar al te duidelijk, dat er bij de meerder heid der Kamer een meerderheid verdeeld over linker- en rechterzijde een groote ontstemming heerscht jover het beleid van generaal Cool. Immers, na het Dinsdag reeds door hem geleden échec moeten wij er voor den dag van heden nog twee nieuwe bijtellen. Ten eerste weigerde de Kamer met 41 tegen 32 stemmen de door Z. Ex. warm ver dedigde instelling van een hoofd-administra- tie voor het korps der inaréchaussóe. Een zelfde lot trof zijn voorstel om den com mandant der stelling van Amsterdam den rang van luitenant-generaal te verleenen Ondanks do felle verdediging van den Minister werd het artikel met 30 tegen 28 stemmen verworpen. Beide, voor het moreel prestige van dezen bewindsman minder aangename stemmingen, werden met medewerking van 's Ministers politieke vrienden verkregen. Het had weinig gescheeld, of Z. Ex. had nog een derde nederlaag geleden bij de voorge stelde oplossing van afdeeling III (personeel van Oorlog). Na een levendige discussie werd deze „reorganisatie" een majoor krijgt nu een „zelfstandig bureau^ met de daaraan ver bonden legertros van commiezen en klerken dit laatste is natuurlijk slechts een kwestie van tijd met 46 tegen 18 stemmen goed gekeurd. Deze uitslag was alleen bet gevolg van 's Ministers verklaring, dat een amen dement op dit artikel voor hem onaanneme lijk zou zijn met andere woorden dat hg dan voor de eer bedanken zou. Dit scheen der anti-revolutionaire garde van den heer Duymaer van Twist, die ook heden weer als leider bij den aanval op het oorlogskasteel optrad, toch wat al te kras met het gevolg dat dan ook slechts twee ge trouwen, de heeren Brummelkamp en Ooster- baan, den zich niet weinig gewichtig voelen den heer Duymaer van Twist tot op de stemmingsbres volgden. De andere anti revolutionairen, die bij vorige aanvallen dap per tegen gestemd hadden, waren nu door het woordje „onaannemelijk" van den Minis ter opeens getemd en stemden vóór. Het was waarlijk geen grootsche politiek geweest, generaal Cool op een kwestie van personeel te laten vallen, ook al is dit juist dc wondeplek van het geheele „stelsel," dat bij de Kamer de grootste ontevredenheid heeft opgewekt. Door verschillende sprekers werd er op gewezen, hoe de ambtenaren bij „Oorlog", wier spreekbuis de Minister eigenljjk is, met het geld smijten, zonder zich in het minst te bekommeren over den slechten toestand van 's lands financiën. Een paar sprekende voorbeelden Bij het wapen der maréchausséo wenschte de Minister een centraliseerende boofd-admi- nistratie te scheppende thans bestaande vijf divisie-administraties werken z. i. niet goed, zijn veel te omslachtig. Hoewel de heeren Days, Duymaer, Thomson en Marchant aantoonden dat de divisie-admi nistraties zeer goed voldoen, en een centrale administratie onvermijdelijk grootere kosteD zou veroorzaken, hield Z. Ex. vol, dat dit niet 'zoo was. Het centrale lichaam zou zelfs goedkooper zijn. Wat men bij Oorlog en ook bij Justitie, waaronder het wapen der maréchaussée ook gedeeltelijk ressorteert, „goedkoop" noemt, blijkt o. a. uit de begrooting van den aanbouw van 21 kanonnen voor de civiele som van f980.0001 Alleen de kazerne te Apeldoorn voor 90 paarden en 86 man kost maar eventjes f251.000! Om één bereden maréchaussée te Apeldoorn te huisvesten, tot bewaking van HetLoo zijn die dapperen daar absoluut noodzakelijk moet dus circa f3000 opgedokt worden. Men zou er een generaal, zelfs een minister, gedurende een jaar, een fatsoenlijk burger mans logies voor kunnen bezorgen Toch noemt de Minister van Oorlog dit zeer „goedkoop" en eveneens zijn collega van Justitie, die vrij vinnig van leer trok, toen dc heer Thomson de puntjes op de i's zette. Mag men gelooven wat beweerd wordt, dan zouden aan dien luxe-bouw hooge invloeden niet vreemd zijn, en het voorstel der „goed- koope" centrale administratie een nitdenksel zijd van de heeren van Oorlog om oen „ni bureau" te vestigen. De luxe-bouw werd aangenomen met 65 tegen 7 stemmen; de nieuwe post bij Oorlog werd afgestemd. Blijkbaar wilde de Kamer den Minister tegen diens inferieuren in bescherming nemen. Een ander voorbeeld van overdadige weelde was het voorstel om den commandant dor stelling van Amsterdam luitenant-generaal te maken. De heeren Marchant en Thomson noemden dit totaal overbodig. Z. Ex. was op hot denk beeld van deze promotie gekomen, om den tegenwoordigen stelling-commandant, die ge neraal-majoor is, voor hot leger te behouden. Is het te verwonderen dat de meerder heid in de Kamer niet met dit zonderlinge beheer bij Oorlog verder mee wil gaan? Over hetgeen heden verder ter tafel werd gebracht kunnen we kort zijn. De heer Ter Laan klaagde, dat er nog steeds te veel milicions belast worden met corvee-diensten. Z. Ex. zal, nu er burger-corveeërs zullen aangesteld worden, naar verbetering streven. De heer Verheij gaf enkele wenken omtrent subsidic-verleening aan weerbaarheidsvereeni- gingen. Mr. Smeenge bepleitte „lotsverbetering" dor verschillende categorieën maréchaussée. Generaal Cool zeide overweging toe. Met 35 tegen 34 stemmen besloot de Kamer morgen, ter bespoediging van de behandeling der Bakkerswet, geen avond zitting te houden. Bij kon. besluit: is benoemd tot ambtenaar van het O. M. bg de kantongerechten in het arrond. Rotter dam, voor de kantons Rotterdam 1, 2 en 3, Gouda en Schoonhoven, mr. J. C. Koderitsch, advocaat en procureur te Rotterdam is jhr. mr. E. A. van Beresteyn benoemd tot burgemeester der gemeente Veendamen is aan C. M. van der Burgh, op verzoek, eervol ontslag verleend uit zijn betrekking van commies bij het Dep. van Financiën. De St. Crt. no. 245 bevat eenige bijzonder heden betreffende het examen van hen die wenschen te worden toegelaten tot een ver bintenis als vrijwillige voor het reservekader rj de bereden korpsen. Door de atdeeliog Vlissingen van Onze Vloot is, zooolfl gemeld, tot het bestuur dier ge meente het verzoek gericht het daarheen te willen leiden dat Vlissingen een zwemschool bekomt. Uit het verhandelde op de jongste verga dering der afdeeling bleek dat de bedoeling is een gedeelte van de kleine kom van den Spuiboezem daarvoor in te richten. Waar wjj wisten dat die boezem behoort aan den polder Walcheren, hebben wjj aan het beBtuur daarvan gevraagd of dit geen bezwaar tegen het plan had. Ons werd geantwoord dat in geen geval toestemming zal worden verleend tot het in richten van een deel dier kom tot zwemplaats. Indertfid besteedde het polderbestuur eene aanzienlijke som voor het vergreoten van den Spuiboezem en het is, in verband met een goede suatie, niet mogelijk met een kleiner boezem dan de tegenwoordige te volstaan. Wg meenden goed te doen, met het oog op de verdere uitwerking der plannen van de afdeeling Vlisaingen van Onze Vlootdit be kend te maken. De begrafenis van den beer dr L H. Wa genaar zal Zaterdagmiddag om één nar al hier plaats hebben. Bljjkens de officieels IjjBt van bekroningen, toegekend aan inzenders op de Brusselscbe tentoonstelling, zgn uit de provincie Zeeland bekroond ln afdeeling IX, Boschbouw, jacht, visch- vangst. Inzamelingen van vrachten. Benoo- digdheden en werkwijzen in de boschontginning en bosohbonw. Voortbrengselen van deze met een gouden medaille Houthandel voorhun Q Albertz Lzn en Co te Middelburg. Voor toestellen, werktuigen en voortbreng selen van do visscherjj, met een eerediploma Visscherjjen von de Schelde en Zeeuwsche «troomen, te Zianktee, met een zilveren medaille: Th. Thonnis te Zierikzee en met een bronzen medaille 11. J. P. Mansbergen te Neuzen, J. G. Sipsma te Yerseke en W. van Westen te Zierikzee. In hoofdzaak z|jn deze bekroningen reeds vroeger medegedeeld. De eerste-lnitonant-adjudant E. A. van Poel voorde van het 4e bat. 3e reg. inf. wordt met ingang van 15 November a. s. gedetacheerd de Metrailleurs afdeeling te 's Gravenhage. Bg beschikking der rechtbank alhier is heden C. de K. te K o u d e k e r k e onlangs in_arrest genomen, verdaoht van onzedelijke handelingen, wederom op vrije voeten gesteld. Als een bijzonderheid meldt men dat in den tuin van den heer L. Minderhoud te Westkapelle een poer is geplukt, die 7,7 H.G, (7 ons on 7 lood) woog. In de Woensdag te Ellewoutsdgk gehouden raadsvergadering is op het verzoek schrift van den heer A. van Daren c. s. om vergunning voor zooveel ook de gemeente El lewoutsdgk betreft, tot het tot stand brengen van eene Waterleiding in Znid-Beveland, be sloten met het oog op het vergevorderd sta dium waarin de z. g. n. Waterleiding Zuid-Beve land verkeert voorloopig goen beslissing te en, te meer omdat de aanvrage van die heeren in onderzoek is bjj het comité voor het tot etand brengen dier Zaid-Bevelandsohe Waterleiding en het resultaat van dat onder zoek dient atgewacht te worden. Gunstig werd beschikt op een verzoek van de Zuid-Bevelandsohe Vereeniging Het Groene Kruis om een bjjdrage uit de gemeentekas, in de kosten van de inrichting van een ont- Bmettingsdienst voor Zuid-Beveland. Niet zoo gunstig werd beschikt op een ver zoek van de Vereeniging Zeeland tot verpleging van kinderen, om een bjjdrage uit de gemeente kas. De raad oordeelde dat het verleenen van ondersteuning aan deze nuttige Vereeniging tot de welbegrepen verplichting van armbe sturen behoort. Vastgesteld werden de verordeningen, rege lende de wgze van verantwoorden van haven gelden door den havenmeester en van secretarie- leges enz. door den gemeente-secretaris, een ander in verband met de jongste wijzigin gen van de Gemeentewet. Verder besloot de raad nog meer uitbreiding te geven aan de straatverlichting. Te Driewegen overleed Dinsdag, na betrekkelijk lange ongesteldheid, op 59-jarigen leeltgd, de heer J. Bruggeman, sedert vele jaren dgkgraaf van het wateraohap Ellewouts- dijk, wethouder en lid van het burgerlijk arm bestuur. Tot lid van den gemeenteraad van N i s e is, met 53 van de 102 geldig uitgebraohte stemmen, gekozen de heer Mot, candidaatvan rechts. De heer J. Bos, candidaat van links, verkreeg 40 stemmen Het aantal kiezers bedraagt 117, van wie fn Zeeland kwamen in de week van 12 tot en met 18 October vjjf gevallen van besmettelijke ziekten voor nml. drie gevallen van roodvonk, een te Middelburg, een te Tholen en een te Vlissingen en twee gevalien van dipbtheritis nml. een te Middelburg en een t* Westkapelle. Natuurkundig gezelschap. Woensdagavond hield in de bovenzaal van de sociëteit De Vergenoeging alhier de heer J. P. Thjjsse nit Bloemendaal zgn aange kondigde lezingenom zes uur die voor de kinderen. Zoo groot was de opkomst dat met den betten wil nietn alle plaats konden vinden en nog een dertigtal kinderen onverriohter zake terug moesten gaan. Op de hem eigen wgze sprak de heer Thjjsse de kinderen toe en toonde hnn met behnlp van lantaarnplaatjes het »ele schoone dat te genieten valt, wanneer men de vogelnesten wel zoekt maar dan met rast laat. De spreker besloot met een opwekking den vrjjen tjjd hieraan te besteden en te trachten ouders en onderwijzers voor dit doel meer vrijen tjjd te krggen. Om acht uur was de zaal opnieuw geheel gevuld, nu met volwassenen. De voorzitter, de heer dr D. Schoute, sprak de aanwezigen toe en zoide, na eerBt met dank te hebben gememoreerd dat de Middtl- burgiche courant reeds een technisch verslag had gegeven omtrent de vernieuwingen in de vergaderzaal, dat de soheiding van het gebouw der Doopsgezinde gemeente zwaar was gevallen, vooral wegens de groote bereidwilligheid van predikant en kerkeraad, maar dat deze sohei ding noodzakelijk was geworden door de

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1910 | | pagina 1