MIDDELBURGSCHE COURANT.
N\ 248
153* Jaargaig.
1910.
Vrijdag
21 October.
Middelburg 20 October.
Het Noodwetje
Kameroverzicht.
Benoemingen en?.
DU Stad en Provincie.
Doze courant verschijnt d a g e 1 g k b, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Frga per kwartaal, zoowol voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp. f S.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
AJd vertentiën bjj abonnememt op voordeelige vooiwaardet.
Prospectussen daarvan tgn aan het bureau te bekomen.
AdvertentiSn voor bet eerstvolgende nummer moeten des middags vóór één uur
aan het bureau bezorgd zjjn.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement veel lager. Geboorte-, dood- e*
alle andore familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50elke regel moet
20 oent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen
Tot do plaatsing van ad verten tién en reolames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffend*
Handel, NJjverheid en Geldwezen, is gereohtig het Algemeen Advertentie-Bureau A. DB LA
MAR Az., N.Z. Voorburgwal 206, Amsterdam.
Wij bedoelen het door den Minister van
Justitie ingediende wetsontwerp tot oplos
sing van het ecdsvraagstuken wel naar aan
leiding van het arrest van 23 Mei 1.1. van
den Hoogen Raad, waarbij dit college terug is
gekomen op zijn sedert jaren gehuldigde
leer en beslist heeft dat wie niet tot een
kerkgenootschap behoort niet verplicht kan
worden als getuige in straf- of burgerlijk
proces den eed af te leggen, wijl voor hem
geen wijze van eedsaflegging is voorgeschre
ven.
i De kwestie is door ons meermalen be
sproken.
Nu heeft de Minister, om voorloopig de
moeilijkheid pp te lossen, een noodwetje
ingediend, waarbij hij in de eerste plaats
als eedsformulier vaststelt de woorden „Zoo
waarlijk helpe mij God Almachtig," zulks
omdat thans de wet wel voorschrijft dat
ieder te zweren heeft overeenkomstig zgn
godsdienstige gezindheid en dat „gezind
heid" wordt in 't licht der historie, algemeen
als „kerkgenootschap" uitgelegd maar de
in Nederland bestaande kerkgenootschappen
kennen geen bepaalde manier van eedsaf
legging en look die leemte der wet moest
worden aangevuld. Voorts wil de Minister
door ^artikel 2 van zijn ontwerp doen be
sluiten, dat zjj, die behooren tot een kerk
of kerkgenootschap dat het afleggen van den
eed verbiedt of zij die niet behooren tot
een kerk of kerkgenootschap en redelijke
gronden opgeven waarom zij tegen het af
leggen van een eed bezwaar hebben, als ge
tuigen in burgerlijke en strafgedingen in de
plaats van den eed een belofte mogen afleg
gen door het uitspreken der woorden „dat
beloof ik".
Dit voorstel wordt druk besproken.
Rechts vindt het natuurlbijk alles behalve
sympathie.
Do Standaard vreest dat het, eenmaal van
kracht geworden, een niet geringen invloed
zal uitoefenen op een latere definitieve rege
ling.
In De T'ifd bestrijdt prof. Struycken het
voorstel van zijn geloofsgenoot. Minister Re-
gout. Hg acht de voorgestelde oplossing niet
de juiste. Ju de Memorie van Toelichting
mist hij noode een verklaring van leedwezen
bij den Minister, dat de desorganisatie van
het corporatieve religieuze leven in ons land
zoozeer is toegenomen, dat zelfs een Katho
liek Minister genoopt is, de regeling van het
eedsvraagstuk pp de individualistisch-reli-
gienze levensbeschouwing op te trekken.
„Waarom vraagt prof. Struycken „wil
men bg hen, die buiten een kerkgenootschap
staan, wèl de redelijkheid onderzoeken van
de bezwaren, die zij tegen den eed hebben,
en van den uitslag van dat onderzoek laten
afhangen, of die bezwaren zullen gelden dan
wel niet? Wie bovendien zal dat onderzoek
doen? De rechter? De theologie wordt dus
in de rechtzaal gebracht. Naar welken maat
staf zal deze de redelijkheid der gronden
beoordeelen? Iemand bijv. verklaart, dat hg
niet aan God gelooft. Is dit een redelijke
grond om bezwaar tegen den eed te hebben?
De een zal zeggenja, want voor zoo iemand
heeft de eed geen waardede ander zal zeg
gen neen, want voor zoo iemand is de door
de wet geëischte eed niets dan een formule,
die jhij izonder bezwaar kan uitspreken. En
nu denke men aan meer ingewikkelde theo
logische bezwarenstichtende altorcaties tus-
schen een ongeduldigen president en een min
der ontwikkelden getuige staan ons te wach
ten. Er zullen over die redelijkheid even
veel oordeelvellingen zijn als rechters."
Nog van andere zijde, door een onbekende,
wordt in hetzelfde katholieke blad opge
merkt dat het ontwerp voor een noodwet te
veel wil, daar het verder gaat dan een sanc-
tionneeren der jongste jurisprudentie in zake
den eed, en het ontwerp het terrein van het
eedsvraagstuk in zijn algemeene beteekenis
betreden gaat, wat meer gezette overweging
vraagt. Wat noodzakelijk geregeld moet wor
den is volgens den schrijver op gelukkige
wgze gedaanverder dan dit noodzakelijk
moet men echter bij deze noodwet niet gaan.
Links is men ook niet onverdeeld ingeno
men met het voorstel.
De N. Rott. Ort. schreef o. a.
„Zooals nu de tekst van artikel 2 luidt,
zullen niet slechts wèl zweren al of niet tot
een kerkgenootschap behoorende atheïsten, die
de sac ramen teele woorden „Zoo waarlijk
helpe mij God Almachtig" als een bloote for
mule beschouwen, waartegen geen bezwaar
behoeft te worden gemaaktdoch zullen óók
den eed moeten afleggen zij die, schoon zij
„redeljjke gronden" tegen het zweien kunnen
aanvoeren, wèl tot een kerkgenootschap be
hooren. Aan den oenen kant blg'ft dus profa
natie bestaan, aan den anderen kant worden
sommige gemoedsbezwaren door het ontwerp
niet ontzien. Dit laatste spreekt te sterker,
daar toch het nieuwe recht, dat, "hui ten het
arrest van den Hoogen Raad om, zal inge
voerd worden, nergens anders zijn oorsprong
kan vinden, dan in een verlangen der regee
ring, om aan gemoedsbezwaarden tegemoet te
komen.
De „noodwet" is daarom allesbehalve fraai,
en de vraag rijst, of de regeering niet eeu
stap verder had kunnen gaan, en van den
eed Vrijstellen, zonder verderen omhaal, al
wie óf men tot een kerk of kerkgenoot
schap behoort, kon in het midden blg'ven
.redelijke gronden" opgeeft, waarom hg tegen
het afleggen van den eed bezwaar heeft
waaronder dan toch ook wel zal gerekend mo
gen worden het behooren tot een kerkgenoot
schap, dat het zweren verbiedt. De dwaasheid,
dat de „redelgkc gronden" van wie wèl tot
een kerkgenootschap behoort, voor niets ge
teld zullen worden, maar de „redelijke gron
den" van wie niet tot een kerkgenootschap
behoort, zullen worden ontzien, ware dan
althans de wereld uit.
Dit klemt te meer, omdat te voorspellen
valt, dat de aandrang, om lot definitieve op
lossing van bet eedsvraagstuk te komen, na
aanneming van deze noodwet niet weinig
verminderen zal."
Nu maakt de Haagsche correspondent der
Ziitph. Crt. een, onzes inziens zeer juiste
opmerking.
Volgens hem is de Minister iets te spoedig
met .zijn noodwet in zee gegaan. Op dit oogen-
blik toch is bij den Hoogen Raad nog een
tweede eedskwestie aanhangig waarin den
6den September j.l. door mr J. A. Levy, die
zich op dit gebied zoo verdienstelijk heeft
gemaakt door den stoot te geven tot de nieuwe
jurisprudentie, werd gepleit doch de beslis
sing nog niet gevallen is. Die zaak betreft
do eedsweigering door hem die wel tot een
kerkgenootscliap behoorteedsweigering ge
billijkt door het Hof te Amsterdam op dezen
grond, dat een getuige kan volstaan met het
afleggen eener belofte niettegenstaande liij tot
eenig kerkgenootschap behoort dat de eed
niet verbiedt. Die grond is door mr. Levy in
zijn pleidooi met keur van argumenten ge
staafd ware bet anders in ons recht, zoo
betoogde hij, dan zou de wetgever het kerke
lijk gezag boven het burgerlijke hebben ge
steld. „Men zou zoo sprak hg de kerk
het recht toekennen afvalligen die niet hui
chelen willen, zwaar te straffen met vrij-
heidsberooving. Er zou ten aanzien van
personen verkeerende in volkomen gelijke om
standigheden (ongeloof) inbreuk worden
gemaakt op het voorschrift van artikel 4 der
Grondwet, dat aan allen gelijke aanspraak op
bescherming van persoon en goed toekomt.
Wie niet tot een kerkgenootschap behoort
gaat vrij uit, wie wel wordt gestraft. Men
zoude daardoor wederom het beginsel der
gewetensvrijheid, in .artikel 167 der Grond
wet jbelichaamd, verzaken."
Het valt niet te voorspellen hoe den 7den
November e.k. de Ilooge Raad in deze zal
beslissen. Wel concludeerde de Procureur-
Generaal den 26sten September tot vernieti
ging van 's Hofs arrest, maar daaruit valt
nog niets te voorspellen.
Gaat de Hooge Raad mede met 's Hofs en
r. Levy's betoog, dan zal de Minister ander
maal een noodwet moeten indienen voor hen
die wel tot een kerkgenootschap, dat de eed
niet verbiedt, behooren en toch niet zweren
willen op grond van gemoedsbezwaren.
In elk geval zou het nu aanhangige nood
wetje dan niet voldoende zijn.
Wat zal de Minister doen als de Hooge
Raad in den geest van het Hof beslist?
Zijn voorstel terug nemen om het aan te
vullen
Verstandig zou dit zeker zijn.
En de kans zou dan bestaan dat de eeds-
dwang in geheel vrijzinnigen geest werd
opgelost.
Al waardeeren wjj de poging van den
Minister, vooral met het oog op zgn positie
in het huidige Kabinet om de eedskwestie
ooiloopig op te lossen, wij meenen het beter
een definitieve oplossing tot stand te bren
gen die alle moeilijkheden voorkomt.
En vooral nu er zoovele bedenkingen wor
den gemaakt tegen dit halve werk, en "s Mi
nisters eigen païtggenooten die opperen, is
de kans van slagen voor de poging tot tijde
lijke voorziening niet groot.
Beter dan maar gewaagd met een poging
tot oplossing der eedskwestie in haar ge
heel, in denzelfden geest als de Minister
nu voorstelt.
De storm er tegen zal wel niet grooler zijn,
dan nu tegen het noodwetje.
Mocht echter de Minister van Justitie het
ingediende voorstel niet willen terugnemen
met het doel het om te werken, maar het blij
ven handhaven, dan hopen wij dat het door
veler medewerking in veilige haven worde
gebracht.
Dan zijn wij alvast een stap" verder in goede
richting.
Zitting van Woensdag.
De positie van den Minister van Oorlog is
er heden niet op vooruitgegaan.
Uit de van daag gehouden stemmingen bleek
maar al te duidelijk, dat er bij de meerder
heid der Kamer een meerderheid verdeeld
over linker- en rechterzijde een groote
ontstemming heerscht jover het beleid van
generaal Cool.
Immers, na het Dinsdag reeds door hem
geleden échec moeten wij er voor den dag
van heden nog twee nieuwe bijtellen.
Ten eerste weigerde de Kamer met 41
tegen 32 stemmen de door Z. Ex. warm ver
dedigde instelling van een hoofd-administra-
tie voor het korps der inaréchaussóe. Een
zelfde lot trof zijn voorstel om den com
mandant der stelling van Amsterdam den
rang van luitenant-generaal te verleenen
Ondanks do felle verdediging van den
Minister werd het artikel met 30 tegen 28
stemmen verworpen.
Beide, voor het moreel prestige van dezen
bewindsman minder aangename stemmingen,
werden met medewerking van 's Ministers
politieke vrienden verkregen.
Het had weinig gescheeld, of Z. Ex. had nog
een derde nederlaag geleden bij de voorge
stelde oplossing van afdeeling III (personeel
van Oorlog).
Na een levendige discussie werd deze
„reorganisatie" een majoor krijgt nu een
„zelfstandig bureau^ met de daaraan ver
bonden legertros van commiezen en klerken
dit laatste is natuurlijk slechts een kwestie
van tijd met 46 tegen 18 stemmen goed
gekeurd. Deze uitslag was alleen bet gevolg
van 's Ministers verklaring, dat een amen
dement op dit artikel voor hem onaanneme
lijk zou zijn met andere woorden dat hg dan
voor de eer bedanken zou.
Dit scheen der anti-revolutionaire garde
van den heer Duymaer van Twist, die ook
heden weer als leider bij den aanval op het
oorlogskasteel optrad, toch wat al te kras
met het gevolg dat dan ook slechts twee ge
trouwen, de heeren Brummelkamp en Ooster-
baan, den zich niet weinig gewichtig voelen
den heer Duymaer van Twist tot op de
stemmingsbres volgden. De andere anti
revolutionairen, die bij vorige aanvallen dap
per tegen gestemd hadden, waren nu door
het woordje „onaannemelijk" van den Minis
ter opeens getemd en stemden vóór.
Het was waarlijk geen grootsche politiek
geweest, generaal Cool op een kwestie van
personeel te laten vallen, ook al is dit juist
dc wondeplek van het geheele „stelsel," dat
bij de Kamer de grootste ontevredenheid heeft
opgewekt.
Door verschillende sprekers werd er op
gewezen, hoe de ambtenaren bij „Oorlog",
wier spreekbuis de Minister eigenljjk is, met
het geld smijten, zonder zich in het minst
te bekommeren over den slechten toestand
van 's lands financiën.
Een paar sprekende voorbeelden
Bij het wapen der maréchausséo wenschte
de Minister een centraliseerende boofd-admi-
nistratie te scheppende thans bestaande
vijf divisie-administraties werken z. i. niet
goed, zijn veel te omslachtig.
Hoewel de heeren Days, Duymaer, Thomson
en Marchant aantoonden dat de divisie-admi
nistraties zeer goed voldoen, en een centrale
administratie onvermijdelijk grootere kosteD
zou veroorzaken, hield Z. Ex. vol, dat dit
niet 'zoo was.
Het centrale lichaam zou zelfs goedkooper
zijn.
Wat men bij Oorlog en ook bij Justitie,
waaronder het wapen der maréchaussée ook
gedeeltelijk ressorteert, „goedkoop" noemt,
blijkt o. a. uit de begrooting van den aanbouw
van 21 kanonnen voor de civiele som van
f980.0001
Alleen de kazerne te Apeldoorn voor 90
paarden en 86 man kost maar eventjes
f251.000!
Om één bereden maréchaussée te Apeldoorn
te huisvesten, tot bewaking van HetLoo
zijn die dapperen daar absoluut noodzakelijk
moet dus circa f3000 opgedokt worden.
Men zou er een generaal, zelfs een minister,
gedurende een jaar, een fatsoenlijk burger
mans logies voor kunnen bezorgen
Toch noemt de Minister van Oorlog dit
zeer „goedkoop" en eveneens zijn collega
van Justitie, die vrij vinnig van leer trok,
toen dc heer Thomson de puntjes op de i's
zette.
Mag men gelooven wat beweerd wordt, dan
zouden aan dien luxe-bouw hooge invloeden
niet vreemd zijn, en het voorstel der „goed-
koope" centrale administratie een nitdenksel
zijd van de heeren van Oorlog om oen „ni
bureau" te vestigen.
De luxe-bouw werd aangenomen met 65
tegen 7 stemmen; de nieuwe post bij Oorlog
werd afgestemd.
Blijkbaar wilde de Kamer den Minister
tegen diens inferieuren in bescherming nemen.
Een ander voorbeeld van overdadige weelde
was het voorstel om den commandant dor
stelling van Amsterdam luitenant-generaal te
maken.
De heeren Marchant en Thomson noemden
dit totaal overbodig. Z. Ex. was op hot denk
beeld van deze promotie gekomen, om den
tegenwoordigen stelling-commandant, die ge
neraal-majoor is, voor hot leger te behouden.
Is het te verwonderen dat de meerder
heid in de Kamer niet met dit zonderlinge
beheer bij Oorlog verder mee wil gaan?
Over hetgeen heden verder ter tafel werd
gebracht kunnen we kort zijn.
De heer Ter Laan klaagde, dat er nog
steeds te veel milicions belast worden met
corvee-diensten.
Z. Ex. zal, nu er burger-corveeërs zullen
aangesteld worden, naar verbetering streven.
De heer Verheij gaf enkele wenken omtrent
subsidic-verleening aan weerbaarheidsvereeni-
gingen.
Mr. Smeenge bepleitte „lotsverbetering" dor
verschillende categorieën maréchaussée.
Generaal Cool zeide overweging toe.
Met 35 tegen 34 stemmen besloot de
Kamer morgen, ter bespoediging van de
behandeling der Bakkerswet, geen avond
zitting te houden.
Bij kon. besluit:
is benoemd tot ambtenaar van het O. M.
bg de kantongerechten in het arrond. Rotter
dam, voor de kantons Rotterdam 1, 2 en 3,
Gouda en Schoonhoven, mr. J. C. Koderitsch,
advocaat en procureur te Rotterdam
is jhr. mr. E. A. van Beresteyn benoemd
tot burgemeester der gemeente Veendamen
is aan C. M. van der Burgh, op verzoek,
eervol ontslag verleend uit zijn betrekking
van commies bij het Dep. van Financiën.
De St. Crt. no. 245 bevat eenige bijzonder
heden betreffende het examen van hen die
wenschen te worden toegelaten tot een ver
bintenis als vrijwillige voor het reservekader
rj de bereden korpsen.
Door de atdeeliog Vlissingen van Onze Vloot
is, zooolfl gemeld, tot het bestuur dier ge
meente het verzoek gericht het daarheen te
willen leiden dat Vlissingen een zwemschool
bekomt.
Uit het verhandelde op de jongste verga
dering der afdeeling bleek dat de bedoeling
is een gedeelte van de kleine kom van den
Spuiboezem daarvoor in te richten.
Waar wjj wisten dat die boezem behoort
aan den polder Walcheren, hebben wjj aan het
beBtuur daarvan gevraagd of dit geen bezwaar
tegen het plan had.
Ons werd geantwoord dat in geen geval
toestemming zal worden verleend tot het in
richten van een deel dier kom tot zwemplaats.
Indertfid besteedde het polderbestuur eene
aanzienlijke som voor het vergreoten van den
Spuiboezem en het is, in verband met een
goede suatie, niet mogelijk met een kleiner
boezem dan de tegenwoordige te volstaan.
Wg meenden goed te doen, met het oog
op de verdere uitwerking der plannen van de
afdeeling Vlisaingen van Onze Vlootdit be
kend te maken.
De begrafenis van den beer dr L H. Wa
genaar zal Zaterdagmiddag om één nar al
hier plaats hebben.
Bljjkens de officieels IjjBt van bekroningen,
toegekend aan inzenders op de Brusselscbe
tentoonstelling, zgn uit de provincie Zeeland
bekroond
ln afdeeling IX, Boschbouw, jacht, visch-
vangst. Inzamelingen van vrachten. Benoo-
digdheden en werkwijzen in de boschontginning
en bosohbonw. Voortbrengselen van deze met
een gouden medaille Houthandel voorhun Q
Albertz Lzn en Co te Middelburg.
Voor toestellen, werktuigen en voortbreng
selen van do visscherjj, met een eerediploma
Visscherjjen von de Schelde en Zeeuwsche
«troomen, te Zianktee, met een zilveren
medaille: Th. Thonnis te Zierikzee en met
een bronzen medaille 11. J. P. Mansbergen te
Neuzen, J. G. Sipsma te Yerseke en W. van
Westen te Zierikzee.
In hoofdzaak z|jn deze bekroningen reeds
vroeger medegedeeld.
De eerste-lnitonant-adjudant E. A. van Poel
voorde van het 4e bat. 3e reg. inf. wordt met
ingang van 15 November a. s. gedetacheerd
de Metrailleurs afdeeling te 's Gravenhage.
Bg beschikking der rechtbank alhier is
heden C. de K. te K o u d e k e r k e onlangs
in_arrest genomen, verdaoht van onzedelijke
handelingen, wederom op vrije voeten gesteld.
Als een bijzonderheid meldt men dat in
den tuin van den heer L. Minderhoud te
Westkapelle een poer is geplukt, die 7,7 H.G,
(7 ons on 7 lood) woog.
In de Woensdag te Ellewoutsdgk
gehouden raadsvergadering is op het verzoek
schrift van den heer A. van Daren c. s. om
vergunning voor zooveel ook de gemeente El
lewoutsdgk betreft, tot het tot stand brengen
van eene Waterleiding in Znid-Beveland, be
sloten met het oog op het vergevorderd sta
dium waarin de z. g. n. Waterleiding Zuid-Beve
land verkeert voorloopig goen beslissing te
en, te meer omdat de aanvrage van die
heeren in onderzoek is bjj het comité voor
het tot etand brengen dier Zaid-Bevelandsohe
Waterleiding en het resultaat van dat onder
zoek dient atgewacht te worden.
Gunstig werd beschikt op een verzoek van
de Zuid-Bevelandsohe Vereeniging Het Groene
Kruis om een bjjdrage uit de gemeentekas, in
de kosten van de inrichting van een ont-
Bmettingsdienst voor Zuid-Beveland.
Niet zoo gunstig werd beschikt op een ver
zoek van de Vereeniging Zeeland tot verpleging
van kinderen, om een bjjdrage uit de gemeente
kas. De raad oordeelde dat het verleenen van
ondersteuning aan deze nuttige Vereeniging
tot de welbegrepen verplichting van armbe
sturen behoort.
Vastgesteld werden de verordeningen, rege
lende de wgze van verantwoorden van haven
gelden door den havenmeester en van secretarie-
leges enz. door den gemeente-secretaris, een
ander in verband met de jongste wijzigin
gen van de Gemeentewet.
Verder besloot de raad nog meer uitbreiding
te geven aan de straatverlichting.
Te Driewegen overleed Dinsdag, na
betrekkelijk lange ongesteldheid, op 59-jarigen
leeltgd, de heer J. Bruggeman, sedert vele
jaren dgkgraaf van het wateraohap Ellewouts-
dijk, wethouder en lid van het burgerlijk arm
bestuur.
Tot lid van den gemeenteraad van N i s e
is, met 53 van de 102 geldig uitgebraohte
stemmen, gekozen de heer Mot, candidaatvan
rechts.
De heer J. Bos, candidaat van links, verkreeg
40 stemmen
Het aantal kiezers bedraagt 117, van wie
fn Zeeland kwamen in de week van
12 tot en met 18 October vjjf gevallen van
besmettelijke ziekten voor nml. drie gevallen
van roodvonk, een te Middelburg, een te Tholen
en een te Vlissingen en twee gevalien van
dipbtheritis nml. een te Middelburg en een t*
Westkapelle.
Natuurkundig gezelschap.
Woensdagavond hield in de bovenzaal
van de sociëteit De Vergenoeging alhier de
heer J. P. Thjjsse nit Bloemendaal zgn aange
kondigde lezingenom zes uur die voor de
kinderen.
Zoo groot was de opkomst dat met den
betten wil nietn alle plaats konden vinden en
nog een dertigtal kinderen onverriohter zake
terug moesten gaan.
Op de hem eigen wgze sprak de heer Thjjsse
de kinderen toe en toonde hnn met behnlp
van lantaarnplaatjes het »ele schoone dat te
genieten valt, wanneer men de vogelnesten
wel zoekt maar dan met rast laat.
De spreker besloot met een opwekking den
vrjjen tjjd hieraan te besteden en te trachten
ouders en onderwijzers voor dit doel meer
vrijen tjjd te krggen.
Om acht uur was de zaal opnieuw geheel
gevuld, nu met volwassenen.
De voorzitter, de heer dr D. Schoute, sprak
de aanwezigen toe en zoide, na eerBt met
dank te hebben gememoreerd dat de Middtl-
burgiche courant reeds een technisch verslag
had gegeven omtrent de vernieuwingen in de
vergaderzaal, dat de soheiding van het gebouw
der Doopsgezinde gemeente zwaar was gevallen,
vooral wegens de groote bereidwilligheid van
predikant en kerkeraad, maar dat deze sohei
ding noodzakelijk was geworden door de