MIDDGLBURGSCHE COLRAIV'T. W oensdag 9 Maart. BUITENLAND. 57. 1S3* Jaargang. 1910. Doze ooarnut vsreebijnt da» olijks, met uitzondering van Zon- en Foosulagen. tf'jf» per kwartaal, zoowel voor Hiddelbarg ais voor alle plaatsen in Nederland franco pp. I S. Afzonderlijke nummers kosten 5 eent. A dvortentiën bg abonnement op voordcoligo voorwaarden Prospectussen daarvan zjjn san bot bureau te bekomen. Advertentie*, voorstiet eerstvolgende nnrr-mer moeten de» middags vóór n i aan bot btire&n bozorgd zjjn. ad vertonnen*0 cent per regeL Bij abonnement veel iager. Geboorto-, dood- sb -■He andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regele i 1.50elke regel me 20 cent. Keolame» 40 cent par regeL Groote letter» naar de plaats, die tij innemen. Tot do plaatsing van advertontiën en reclames, niet ofkomatig uit Zeeland, betreffend» il and el, Ngvcrheid cn Geldwezen, is gerechtigd het Aigazneeu AdvertoaMe.jBnreBn A. DB LA MAR Ak>, Bi.8. Vo»rborg«ni! 1206, Amsterdam. irjj deze courant behoort een bijvoegsel Middelburg 8 Maart. Staatsrechtelijke nitvlnchten Ki»n over 'lgeheel uit de schriftelijke ver- alagen over het afdeelingsonderzoek van voor ntellen zelden met eeuige zekerheid voorspeld worden hoe in de volle Tweede Kamer de ontvajogst wezen zal, omtrent het enquête- vooretol Troelstra zou, als men 'tniet reeds zoools door de redactie der Midd. Crt. al is opgemerkt bij voorbaat op do vingers had kunnen altellen, na lezing van toet dezer dagen verschenen Voorloopig Ver stag, hieromtrent wel nauwelijks twijfel kun nen rijzen. Trouwens, lettende op de houding dooi de fractiën der rechterzijde tegenover de Iratjes-quaestie ten slotte aangenomen, en op de overwegende stemmenmeerderheid der coa litie, was 't te voorzien dat de behandeling van het enquö to-voorstel wel veel stof op jagen, maar tot aanneming daarvan stellig niet leiden zal. Ook de voorsteller zelf kan zrch hieromtrent wel nooit eenigo illusie heb ben gemaakt,, maar aan de door de bestrij ders tegen de aanneming aangevoerde argu menten den val van het voorstel te willen wijten, daarmede zou voorzeker dezen teveel eer bewezen zijn. Die argumenten toch zijn hoofdzakelijk slechts dilatoire excepties (uitvluchten)ze gaan met direct, tegen het voorstel in. Het komt tc vroeg, is nota, bene', de eerste be denking eerst had beproefd moeten zyn het gewonschte licht te verkrijgen, bv. door «ene interpellatie tot de regeering Alsof geQjk terecht door de verdedigers van het voorstel opgemerkt is met het met kluitjes in 't riet sturen, waarin Minister Heemskerk in de Memorie van Antwoord op Hoofdstuk I der loopende Staatsbegrooting waarlijk niet voor 'teerst zich een meester toonde, niet reeds deze weg afgesneden wareMaar en dit is schering en inslag van het verzet tegen bet enquête-voorstel en vormt ook het onderwerp van een afzonderlijke, hij het Ver slag gevoegde nota van mr. Lohman niet bg art. 95 dor Grondwet (het parlementair recht van enquête), maai hij Art. 77 (de mïhistoriëele verantwoordelijkheid, bjj de wet van 22 April 1855 S. 33 geregeld) had, voor het onderzoek omtrent dr. Kuyper's hande lingen tor zake van de decoratic-quaestié tijdens diens ministerschap, de voorsteller zijn toevlucht moeten zoeken Het is er hem, zoo wordt liem zoowel in het Voorloopig Verslag als in do nota-Lohman toegevoegd, slechts om tc doen een aanklacht wegens een door den oud-minister Kuvpcr gepleegd ambtsmis drijf uit te lokken, dien gewezen minister »n efaat van beschuldiging te doen stellen, maar daartoe heeft hij den verkeerden weg ingeslagen, en dus behoort zjjn enquête- vporstel te worden afgewezen, 't Is meer voorgekomen, dat als men een Zaak niet wil, men zo onmogelijk tracht te maken, niet dóór ze rechtstreeks te bestrijden, doch door do uitvlucht, dat een andere weg had gekozen moeten Zjjn, terwijl, ware dit geschied, waar- echynlijk ook deze juist als de verkeerde zou Zijn uitgekreten 1 Dat workeljjk een strafrechtelijke vervolging van den oud-minister Kuyper mr. Troelstra's voornaamste doel met zijn enquête-voorstel geweest zou zjjn, blijve in 't midden, al ■chijnt 'tons ook weinig waarschijnlijk. Maar toegegeven Zelfs, betwijfelen wij echter of dit doel eerder bereikbaar zou zjjn door, zoo als 'tin de nota-Loliman gezegd wordt, „ge bruik te maken van het recht, haar (do Ka mer) verleend l>jj art. 164 der Grondwet, het recht a.1. om hoofden der ministeriëele depar tementen ook na him aftreding te vervolgen hregens ambtsmisdrijven. De uitoefening nu van dat recht is geregeld bjj de wet op do iministeriëele verantwoordelijkheid (22 April 1855 S. 33)". In zijn jjver om het parlementaire onder zoek naar zekere ambtshandelingen van dr. Kuyper tot eiken prjjs te voorkomen, raakt mr. Lohman hier kennelijk geheel de kluts kwijt. In art. 164 Gr. is geen 6prake hoege naamd van een aan de Kamer toekomend recht om hooge ambtenaren te doen ver volgen voor den Hoogen Raad, maar uitslui tend van het forwi ■previligiatum aan de genoemde en andere nader door de wet aan t» wijzen ambtenaren toegekendm. a. w. wordt een strafvervolging tegen dezen inge steld, dan staan zij voor den Hoogen Raad terecht, en Blcchts in oen der gevallen van opzettelijke Grondwetschennis, in art. 3 der wet op de ministoriëele verantwoordelijkheid om- buitengewone rechtspraak Toor hppgeigeplaatsten. schreven, kan dooi- de Kamer de vervolging worden aanhangig gemaakt, als wanneer de procureur-generaal bij den Hoogen-Raad ver plicht is aan dien last gevolg te goven (artl. 18 en 20 dier wet). Dat dan ook in het onderhavige geval mr. Troelstra's doel beter bereikbaar geweest zou zijn met de indiening van een aanklacht tegen den oud-minister van binnenlandsche zaken krachtens de wet op de ministeriëele ver antwoordelijkheid, dan door een voorstel tot liet instellen cener enquête, mag ernstig wor den betwijfeld. 'tZou ons ,al zeer verwon derd hebben, indien ze niet oveuzeor als liet enquête-voorstel door de rechter coalitie zou zijn afgewezen, en dan onbetwistbaar steviger gerugsteund door een beroep op de duidelijke letter der wet, dan gezegd zou kunnen worden van het stellig niet onwederlegbaar betoog van mr. Lohman, dat de voorgestelde enquête geen staatkundig doel bereiken kan, derhalve ongeoorloofd moet worden genoemd. De wet tot regeling der ministeriëole ver antwoordelijkheid toch, waarnaar art. 77 der Grondwet verwijst, heeft kennelijk slechts een beperkte strekking en alleen betrekking op de „zorg" der ministers „voor do uitvoering der Grondwet en der andere wetten, voorzoo ver die vait de Kroon afhangt," gelijk in art. 1 dier wet de herhaling van deze woor den der Grondwet doet zien met de bijvoe ging „Zjj zijn wegens het niet na leven van deze vorplichting verantwoor delijk en in rechten vervolgbaar overeenkom stig de volgende bepalingen." Welnu, in die „volgende bepalingen" is uitsluitend sprake van zekere met name genoemde gevallen van Grondwetsschennis met opzet of door schul dig verzuim, welke volgens de wet tot rege ling der ministeriëele verantwoordelijkheid strafbaar zjjn, en daaronder is bjj geen mo gelijkheid te brengen het concussie-niisdrijf, onder welks verdenking dr. Kuyper staat. Had daarom mr. Troelslra een voorstel gedaan tot het instellen eener strafrechtelijke vervolging wegens de lintjes-geschiedenis, men kan er veilig staat op maken dat coalitie-meer derheid dit, als niet in overeenstemming met de wet van 22 April 1855, ook zou hebben afgewezen. Zjj w i 1 nu eenmaal het volle licht met doen schijnen over het regeerings- beleid van baren oud-premier, en dit is inderdaad alleszins verklaarbaar, nadat gebleken is dat er daaraan nog al wat ha pert I en langs welken weg ook beproefd worde door politieke, tegenstanders het te ontsteken, zij zal voorzeker niet verzuimen dit tegen te houden. Men doet daarom verstandig 't met do ar gumenten ter bestrijding van het enquête- voorstel in het verslag van het afdeelings onderzoek niet to ernstig te nemen, want feitelijk zal het voorstel weinig anders dan worden doodgedrukt. Trouwens, onder de eigen vrienden van het christelijk bewind der jaren 19011905 zijn er die, do open baring van nieuwe schandalen vreozende, de geheele zaak maar liever laten rustenzij kunnen niet inzien, zoo legt het Voorloopig Verslag hun in den mond, dat 's lands belang bevorderd en 's lands eer verhoogd zou wor den door het verspreiden van meer licht om trent deze zaken, nadat zij als vaststaan- d o hebben erkend dat dr. Kuyper's beleid allerminst boven verdenking verbeven is, en de mogelijkheid toegeven „dat misschien nog andere feiten van gelyksoortigen aard" door een enquête „ter algemecno kennis (zouden) kunnen gebracht." Dit alleen reeds sluit voor den oud-p remior inderdaad ©en smade lijke uitspraak in zich, en ook voor het be antwoorden der vraag, door verdedigers van het voorstel in de afdeelingen als doel ge steld, „of dr. Kuyper nog kan deelnemen aan het politieke leven," zou een enquête wei nig baten, nadat gebleken Ï9 hoe, ondanks al hetgeen reeds aan 't licht gekomen is, door hem zelf en zijn naaste vrienden daarover gedacht wordt. Zelfs al ware hot doel van het enquête-voorstel geen ander dan het uit lokken eener strafvervolging, dr. Kuyper zou daardoor toch niot uit het politiek leven ge bannen zjjn, als zjjn partijgenooten gelijk nu vast besloten bljjven hem er in te houden. Een onmiddolljjk en onafscheide- 1 jj k verband tusschen de voordracht tot de coreering en do storting iu de antirevolution- naire krijgskas, is toch niet bewijsbaar, en dit zou een parlementaire enquête dan ook vermoedelijk niet kunnen aantoonen een wer kelijke overeenkomst van do ui des, een contract met wederzijdschc verplichtingen, waarbij het 6tortcn van giften voor de partij kas als voorwaarde gesteld werd voor een ridderkruis, bestaat natuurlijk niet. En wat er overig laakbaars iu de handelingen van dr Kuyper als hoofd van het Kabinet van 1901 aan 't licht mocht komon, dat zijne politieke aanhangers hem zouden laten vallen en uit het politieke loven bannen, gelooft na de vertooning bjj de algemeene beraad slagingen over de begrooting in de Tweede Kamer opgevoerd, wel nauweljjke iemand. y. D. Dit Stad en Provincie. Wij vestigen nog eens de aandacht onzer lezers op de in dit nommer voorkomendo advertentie van de Gèbrs. E. on M Cohen te Amsterdam, betreffende de balansoprui ming van boeken Daarbij worden voor onge kende lagte prijzen werken van zeer be kende auteurs, zoowel oorspronkelijke als vreemde, aangeboden. Waar in de'n regel zulke aanbiedingen niet lang duren, Iiaaste men zich van de gelegenheid te profiteeren. Evenzoo zij de attentie gevraagd voor de aanbieding van de Rotterdamsche firnia D. Bolle. Ook daarin komen prachtige werken op verschillend gebied voor, die men nu voor een schuifje zyn eigendom noemen kan. In een Maandagavond alhier gehouden vergadering van de slageiBpatruonavereeniging Luctor tl Emergo is besloten tot oprichting eener onderlinge Blaohtverzekering, waarby ook de verkooper in de gelegenheid gestold wordt zyn vee te verzekeren tegen eventueele atkeuring tengevolge van inwendige gebreken. Do premies bedragen voor ossen, vaarzen en stieren f 1, voor koeien f 2, voor vette kal veren en schapen 25 cent, voor varkenB 40 cent en voor lammeren 10 cont. De verzekering treedt in werking den 1 April. Van het benoodigde kapitaal is men verzekerd. Als bestuursleden zyn gekozen de heeren J. Botiing, P. de Ruiter, H. F. Mink en P. de Pagfcer. Tot de Vereenigingzelve traden viernieuwe leden toe. Maandagavond werd in de bovenzaal van De Vooruit alhier voor den Middelburg schen Destuwdersbond een voordracht gehouden over Multatnli's I orstenscbool door den heer A. W. Kloos, leeraar aan de R. H. B. S. to Gobb. De spreker moest zioh, wegens de uitge breidheid der stof bepalen tot het doen van eenigo grepen nit het bekende tooneelwerk. De zaal was tamelyk bezet. De commies der posterijen en telegraphie 4e kl. J. C. L. Stallaert ie van Rotterdam naar Middelburg overgeplaatst en de klerk le kl. C. J. Beenhakker van Breda naar Zie- r i k z ee. Uit Vlissingen Maandag avond vergaderde in De Oude Vriendschap de Oranjebond. Deze telt thana 494 leden, 't Kassaldo be draagt f 365.58*. Een groot doel der leden woonde de verga dering by. De bestuursfuncties zjjn als volgt verdeeld jhr mr A. A. van Doorn van Kondekerko, burgemeester, eere-voorz., J. G. van Niftrik, voorzitter, F. van der Meer, vice-voorzitter, C. Dommisse T.Czn., le secretaris, F. G. Lem mers, 2e secretaris en H. Mozes. Op voorstel van het bestuur zullen nog aan gezocht worden zitting in het bestuur te nemen de heeren J. C. Paap, H. J M. van Raalte, A. van de Sonde, M. J. Yorhorst en T. E. Bretschneïder. Het Julianafeest is thans vastgesteld als volgt 'b Morgens zal een reveille geblazen worden en 't carillon worden bespeeld. Daarna zal door leerlingen van de twee hoogste klassen van alle scholen, onder lei ding van den heer P. Landsman, een zanguit voering gegeven worden in het Bellamypark waarna een Julianaboom ter zelfde plaatse zal worden geplant. Een oorkonde zal er by begraven worden. Behalve het reeds in ons nnmmer van 4 Maart 11. gemelde, zullen 's middags lucht bui lonen worden opgelaten en zal het ge meentebestuur gevraagd worden wederom gratis jjzerdraad te doen aan brengen in die bnurten waar men 's avonds verlichting wil maken. Op voorstel van een der aanwezigen zal het bestuur zich tot Burg. en Weth. riohten met de vraag of er aanleiding zou kunnen bestaan den raad te vragen een zeker bedrag voor traotatie der schoolkinderen beschikbaar te stellen. 't Feest zal gevierd worden in bet Bellamy- park. Vorige week Yrjjdag ontving de familie v. d. W., wonende Trompstraat aldaar, door be middeling van den commissaris van politie het benoht, dat haar 21jarige zoon, varende op het Engolaehe stoomschip Ottian, was ver ongelukt. Volgens nader ingewonnen informaties bjj den NederlandBchen consul to Londen ïb hy te BIyth by het aan boord gaan te water ge vallen en verdronken. Maandagavond hield te Westknpelle, de afdeeting van Het Groent Kruit haar voor jaarsvergadering. Uit bot jaarverslag over 1909 bleek dat het ledental op 1 Jan. 1910 bedroeg 129. Betreurd werd het dat nog roovelen buiten de Vereeniging Btaan, die haar zouden kunnen steunen. Van do gelegenhoid om zich van ver- plegingeartikelen te voorzien, was in het afgeloopen jaar een druk gebruik gemaakt. Bovendien werden aan onvermogende zieken aan versterkende middelen verstrekt 635 L. melk en 176 eiers. De wensohelykheid werd uitgesproken een lokaal te buren, teneinde daar het verplegings- materiaal te kunnen bergen. Het bestuur werd gemachtigd, daarin te voorzien. Tot afgevaardigde naar de Algemeene Verga dering werd aangewezen de heer dr Csmpert en tot plaatsvervanger de heer W. Minderhoud Pz, In het afgeloopen jaar was ontvangen f 174 60 en uitgegeven f 136 27*. Alzoo een saldo van f 38.82*. Uit St. Maartensdijk sohrytt men ons In de Maandag gehouden raadszitting werd de Hoofdelybe omslag vastgesteld op een be drag van f 3568,54*, het kohier op de honden belasting op t 160. Op een adres van den heer J. Tnzelaar, arts alhier, om zyn jaarwedde als geneesheer van f 600 te brengen op f 1000 werd gunstig be- sohikt. Aangezien het weezenarmbestnur in zyn laatstgehouden vergadering besloot een zoodanige subsidie aan de gemeente te ver lootten wordt de gemeentekas door deze ver hooging niet bezwaard. Door den straatreiniger was een verzoek ingediend om zjjne wedde te willen bepalen op f 7,50 per week, terwjjl dan de gemeente- eiganares zou bljjven van den straatmeBt. De raad ging op dat verzoek niet in, dooh besloot op voorstel van den heer M. Groenewege den straatreiniger een jaarwedde toe te kenntn van f 100 benevens den stroatmest. Aan den gemeente-veldwachter werd eene belooning van f25 toegekend, wegens zjjne bemoeiingen in 't jaar 1909 bjj het op ge meentegrond leggen van Bnikerbieten. Bjj het einde der vergadering werd door den heer W. Kloet meegedeeld, dat hy zioh bezwaard gevoelde langer lid van den ge meenteraad te blyven en derhalve zyn ontslag wenschte te nemen. Zjjne bezwaren komen hierop neor, dot hy meent zioh stoeds meer schuld tegenover zyn God op den hals te halen, hoe langer bjj lid van den Raad bljjit. De heer Kloet is niet te overtuigen, dat hjj in dezen even vrjj uitgaat als zyn collega's en bljjft bjj zyn besluit; hy is zelf nog bereid de kosten, op eene nieuwo verkiezing vallende zelf te dragen, en zal zyn verzoek schrifteljjk indienen. Door ingelanden van het waterschap btavenisse ie gunstig beschikt op de volgende verzoeken: lo. van N. Potappel en C. Dorst om pensioen dat, ingaande Mei a. s., bepaald werd op f 50; 2o. van J. Wesdorp o. s., om verbetering van den onderberm aan den Molen- djjk, wat geschieden zal door quenaat-slag; en 3o. van het gemeentebestuur van Stavenisse tot overdraging van den buitenberm met de steen glooiing langs den nieuwen Molendjjk, over een lengte van 80 M. Dit laatste Btaat in verband met de uitbreiding van het hn venplein- Gedurende eenigen tjjd werd door dr Brand te Sluis een curauB gehouden voor mannen, aan de politie verbonden, in het ver- bandleggen by steekwonden, any wonden, beenbreuk, vergiftigde en brandwonden, en bloedverlies, verder in de behandeling by bevriezen, verdrinken, zonnesteek, eleotrieohen stroom, bewusteloosheid en vergiftiging. Door 24 veldwachters en marechaussees werd daar aan deelgenomen. By de laatste les, die de vorige week ge geven en by gewoond werd door den bnrge- meeBtor van Sluis en den luitenant der m^- rechanesee te Vlissingen, werd den heer Brand door den wachtmeester der marechaussee J. Borgers een hartelgk woord van dank toe gesproken voor zyn belanglooze bemoeiingen en hem namens alle deelnemers aangeboden een sohildory naar een van Rembrandt's meesterstukken en een opdracht, onderteekend door alle deelnemers. Zeker een uitmuntend voorbeeld, dat wel gevolgd mag wordenzegt onze berichtgever. DE HERIJK der moten en gewiohten in 1910 zal voor de hierna vermelde gemeenten plaats hebben op de volgende dagen Vlissingen 9, 11, 12, 13, 14, 15, 16,18 en 19 April. Koudokerke, ook voor fiiggekerke en MeUs- kerke 14 en 15 Maart. WostkapeUe, ook Toor Zoutelande 16 en 17 Maart. Lords en Commons. De f^aro-correspondent te Londen geeft een hoelo beschouwing over do tactiek, die de conservatieve leiders in bet Engelsctae Hooger- huis zouden bobben vastgesteld ter afwering van den aanval, welko door het Lagerhuis op de rechten der Lords zul worden gedaan. Nu is het bjj dergeljjko beriohten altjjd ge raden in godaohto to honden, dat politici niet van te voren hun taktiek van de daken zullen verkondigen. Maar de voorspellingen die deze correspondent blykbaar als vermoeden» in politieke kringen heeft geboord, hebben de verdienste van mogelyk te zyn. De Lords dan zouden van plan wezen de veto-resoluties van hot Lagerhuis met een heel vriendelyk gezicht te ontvangen, zoodra zo aan hen worden doorgestuurd. Maar daar nooh de regeering noch het Lagerhuis eenigo zeg gingsmacht hoeft over de manier waarop de Lords nun werkzaamheden wenschen te regelen, zal het aan dezen vrystaan zelf den datum te bepalen waarop ze die Lagerhuismoties in behandeling zullon nemen. En zelfs zullon ze die behandeling kunnen uitstellen tot na de beraadslaging van hun eigen hervormingsvoorstellen. Het gevolg zal zyn, dat de rogeoring, die gezegd heeft het van do beslissing van de Lorde te zullen laten afhangen hoe ze verder zal handelen, tot machteloosheid wordt ge dwongen, wie weet hoe lang, en in ieder geval veel langer dan hoar verwachtiug was. Maar do kweBtie biyft nu niet meer beperkt tot die twee partjjen. Wat we in ons vorig nummer opmerkten over do ontstemming der niet-sociaal-democratische Berlyners, vinden we nu bevestigd in de uitingen van een deel der burgerpers, natuurljjk niet van conservatieven of katholieken, maar van alle linker-fracties. Zelfs de nationaal-hberale Kön. Ztg, die men waariyk niet kan verdenken van poging om bet gezag te ondermjjnen, zegt in een artikel dat een onderdrukking van den wil van de massa door politie cn militairen, tooh slechts een soort Pyrrhua-overwinning zou zyn geweest. »Want de geestelyko bewoging, die als zie! schuilt in die massa-betooging, laat zich niet neerschieten. Do verbittering zou nog slechts zyn verhoogd. Ook het rustige en verstandige deel van de staatsburgers zou den afloop niot mot ongemengde blydschap kunnen aanzien. Een krachtige aanwending van de staatsmacht zou di6D burgers voldoening hebben kunnen geven, maar zoo beslist zy geneigd zjjn da overdreven eischon der sooiaal-demooraten af te wyzen, juist de inmenging van die staats macht in do kiesrechtkwestie zou ook hun ontstemming opgewekt hebben, vooral nu de houding der vereenigde reactionnairen in de kiesreohtcommissie door hun uitdagende taal aan het lioht is gekomen." Het blad geeft dan ook aan den Voncdrtt den raad om zyn boosheid niet te richten tot den onsohuldigen politie president die slechts zyn plicht deed, in het bewustzyn van zyn groote verantwoordelijkheid, maar tegen d« oonservatieven en >de volksparty die sieh Centrum noemt". De toon der rechtsohe pers is zeer prik kelend. Tegenover die woorden van de Kfla. Ztg. staat byvoorbeeld de opmerking van 3 agrarische Deutsche '1 ages Ztg. dat - jj van het botoogende volk zeer En ook de oflicieuse Norddeutsche AUgrrn. m.vj is naar aanleiding van hot gebeurde van Zondag nog geheel en al het bureauoratisoh orgaan, dat de zaak niet anders ban aanzien dan als oen poging om zich tegen de bevelen der overheid te verzetten, door een «demon stratie te houden waarvoor geen goedkeuring is verkregen, dus een onwettige demonstratie." >Dat men te doen heeft, argumenteert de N erddeutscke, met een volgen» een vast plan op touw gezette sociaal-democratische agitatie blykt nit de ingekomen berichten. Waar hier dus eigenljjk sprake is van verzet tegen de wet, is het ten eenenmaleonverantwoordelijk, dat bladen van de burgerljjke partyen de be toogingen verheerlijken als een overwinning op de politie." De hier bedoelde burgeriyke organen zyn de Berlynsche bladon, die zich nog heel wat soherper uitlieten dan de Kt nische. Maar als de Norddeutsche precies de regee- ringsmeening weergeeft, dan zouden er nog wel eens bedenkeiyko dingen kunnen gobou- ren, want de spanning in Pmisen is groot. „...A3

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1910 | | pagina 1