MIDDELBURGSCHE COURANT. Vrijdag 24 December. BtódeMrg 23 December. Sprokkelingen. FEUILLETON. DE ZINGENDE MÜIS. Kameroverzicht. m S\ 303 132- Jaargang. 1909 Deze courant vorsohijnt dagelijks, met uitsondering vin Zou- en Feestdagen. 3Pr$» per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Noderland franco pp. i f. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. A'dvertontiën bjj abonnement op voordeeltge voorwaarden. Pro8peotoBsen daarvan zjjn aan bet bureau te bekomen. Advertentiën voor bet eerstvolgende nummer moeten des middags vóór óén t aan het bureau besorgd zjjn. AdvertentiënSO oent per regel. Bij abonnement veel lagor. Geboorte-, dood- en alja andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels i 1.50elke regel moer 10 C8at, Reclames 10 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die sij innemen. Tot do plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffend* Handel, NJjvorheid en Geldwezen, ia gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau DBulA MAE Ax., N.l. Voorburgwal 866, Amsterdam. Zaterdag a., Kersten Kerstdag, ver- 'ickljat ons blad niet. »5, die met 1 Januari zich op ons blad abonneeren, ontvangen de deze maand ver schijnende nommers koBteloos. DE ADMINISTRATIE. De bekende doopsgezinde prodikant K. Vos besprak dezer dagen in hot Handelsblad de kwestie derpreeken bjj de Marine. Hg herinnerde aan den veelbesprokenfpreekon- bundel ran dr. Johan Dyeerinok, ten tjjde dat deze Doopsgezind leeraar te Den Helder was, door hem in opdracht van den Minister van Marine samengesteld, en vervolgt dan De 'bundel bleek zoo in den smaak te vallen, dat in de Tweede Kamer zonder eenige tegen spraak deze preeken ten hoogste geroemd werden, waarop de Minister dank zegde, d&arbjj opmerkende, dat deze bundel zoodanig was, dat geen enkele gezindte eenigen aan stoot daaraan nemen kon. Dit laatste ii terecht opgemerkt. Immers, dr. Dyserinck lxeefi in deze preeken alle dogmatisoh geschil geheel en al vermeden en heeft over tal van onderwerpen (ook voor feestdagen) in den goeden zin des woord stiohteljjke preeken neergeschreven, alle kort van vorm, maarijjk aan inbond, in zjju bekenden degeljjken stjjl. In de Tweede Kamer werd door een spreker van rechts gevraagd om >Bjjbelache" preeken. Weina, dit is weer een bewjjs, hoe over deze «aak gesproken wordt zonder kennis van zaken. Die spreker - nogal liefst een oud-predi kant' heelt bljjkbaar geen enkele dezer pree ken gelezen. Immers zjj zjjn juist zeer Bjj- helsch. 't ls een onometooteljjk feit dat dr Dyserinck jaren lang zoowel in zjjn uitge sproken als in zjjn geschreven leerredenen niet alleen een zeer gematigd vrjjzinnig prediker was, een beslist geloovig man. maar ook in die overdenkingen steeds een ruim gebruik èn van Bjjbelsche verhalen èu van toepasselijke Schriftwoorden heeft gemaakt. D» Vos zet dan verder ui teen, dat die pree ken juist uitnemend voor ons zeevolk geschikt zjjn, omdat meer dan ééne zeemanszonde er krachtig in bestraden wordt. De vorm is daarbjj zoo verdraagzaam, dat andersdonkenden nim mer met reden gekwetst kannen worden. Zoowel Roomsche als Israëliet zal bjj deze vermaningen wat voor hart en leven kunnen meedragen. En waar de inhoud vooral van ethischen aard is, en alléén zulk een prediking is voor een gemengd gehoor wenecheljjk, kan ook geen Calvinist met reden tegen dit boek Naar het Duitseh. In het landelijk gelegen tehuis voor kin neren Birkenjelde waren twee nieuwe pupillen aangekomen. Zjj heetten Frits en Hans Herken an waren tweelingbroers van ongeveer acht jaar. Dat tg tweelingen waren wekte al-op zich zelf de belangstelling der overige 'win tig papil len. Doch bovendien was het ook uitermate belangwekkend, dat de twee broertjes op elkaar geleken als twee "druppels water. Het haar van Frits was alleen iets donkerder dan dat van Hansje, die goudblond was, en wellicht had men juist om die goudblonde kleur het haar van Hansje wat langer laten groe zoodat het hem tot over de ooren hing. De tweelingen waren weezen. Hun oudera waren een typhus-epidemie ten offer gevallen, die toen ter tjjd in de Oostzee-provinciea heersohte. Kort daarna hud de voogd, die het vermogen der kinderen beheerde, het goede denkbeeld gekregen de jongens naar deze inrichting te sturen, waar boach- en weide- lacht, waar berg en dal voor de gezondheid bezwaar hebben. Immers, nooit mag men de aanmerking maken, dat zekere dogmatisohe gevoelens geheel ontbreken. Een bundel waarin gesproken zou worden bv. overerfzonde, uit verkiezing, borgtochteljjk werk van Christus, de beteekenis van 't avondmaal, verzoening, drieëenheid, enz., zou te eenonmale onbruik baar zjjn. Want dezo zou het overgroote meerendeel der toehoorders kwetsen. Het over- grooto^deel, want dit is wel zekerhet aantal Calvinisten op onze vloot ia zeer klein. Mocht het dan ook ooit komen tot vervan ging van dozen bundel, iets, waarop in de Tweede Kamer is aangedrongen, dan zou dat slechts in den geeBt van het bestaande boek kunnen zjjn, zegt ds Vos. Van vrjjzinnige zjjde zou olke poging, deze marinepreeken te verorthodoxen, ten krach tigste moeten worden bestreden. En gelukkig bleek reeds, hoe daarbg van katholieke zjjde eveneens verzet aangeteekend worden zon. Sprekende over de aanvallen, die dr Kuyper in den laatsten tjjd op dezen preokonbundel heeft gericht, stelt de schrjjver de zeer juiste vraag: waarom dan de afschaffing iet tot stand gekomen is tjjdene jj n ministerschap. Den heer Vos komt het ook voor dat het voor don hoogbejaarden, maar nog steeds ijverig werksamen Dyserinck grievend tgn moet in den laten avond zjjns levens zoo te worden aangevallen over zjjn vroomheid en christenzin, terwjjl dr Kuyper veertig jaren, •jjna een halve eeuwzonder protest liet voorbjjgaan. Haast komt men er toe te vragen waar zoo langen tjjd werd gezwegen, is hier ernst of kortswjjl in het spel Wjj zouden liefst zeggenneen, maar wel De Gelderlander vermaant aan het eind van het jaar zijne lezers, door hun toe te roepen Mensch, betaal je schulden. Een zoet winstje zou menig middenstander jaarljjks maken, wanneer al zjjn schuldvorde ringen binnenkwamen, minder hoofdbrekens zou het hem kosten, wanneer hjj er vast op aan kon, dat iedere rekening haar goeden weg naar den crediteur zon vinden. Ongelukkigerwijs is dit maar al te dikwjjls niet het geval. Graag vorkooper zjjnde, zet de winkelier zooveel goederen van de hand, als slechts gelegen komt. Gevraagd wordt altjjd nietis die kooper of deze koopster so- lied Neen de waar gaat de deur uit en de rekening komt later, ja later WaarBcbjjnljjk zon iedere quitantie nog baar goede geld binnen brengen, ware bet niet, dat de inkoop vaak de financieele draagkracht van den kooper te boven ging. En is dat het ge val schuld betalen gaat dan onmogeljjk worden Bjj zulke menBohen op betalen aan dringen iB maar al te zeorden moriaan wasschen. Evenwel zullen alle koopers niet zoo dwaas der kinderen zorgden, en waar bovendien een zoo voortreffelijke, lieftallige dame als mevrouw Jensen den scepter voerde. Van den eersten dag af hechtten de beide jongens zich aan de steeds even opgewekte «taute Jensen". Zjj wist uitstekend met de kin deren om te gaan, zorgde voorbeeldig voor hun lichameljjk welzjjn en was eenvoudig onbetaalbaar als ziekenverpleegster. Zoo lang het mooi weer was, groeiden kleine kereltjes met den dag. Zjj waren niet al te sterk, want met uitzondering van den zomer hadden hun ouders bjjna het geheele jaar steeds in warmer klimaat doorgebracht. Toen het kouder werd en de natuur ruwer, von Frits en Hans het niet meer zoo aanlokkelijk ieder vrjj uurtje in den tuin of in 't bc door te brengen en hadden zjj meer dan gen aan de voorgeschreven dageljjksche wandeling. Doch op zekeren morgen in den winter viel m dikke vlokken een heerljjke zachte sneeuw uit de lucht. Dien dag waren Frits en HanB onder de les al even onoplettend als de overige jongenBhet was te heerljjk, om naar buiten te zien, naar het gedwarrel in de lucht, dat eerst donker leek, maar zoodra 't op don grond neerkwam, als bjj tooverslag in een wit Bneeuw- dek veranderde. Emdeljjk klonk de bel, de les was uit en de heele bende stormde naar buiten om in een oogwenk een verwoed sneeuwballen- geveoht te beginnen. Aan jassen en halsdoeken werd natuurljjk geen oogenblik gedacht. zjjn, bun geldbeurs verder te openen dan hunne huancieele omstandigheden toelaten. Maar toch, al kunnen ze hun leverancier be talen, houden ze de rekeningen ongeteekend, a. w. kan de winkelier keer op keer om geld vr«gen, zonder voel meer dan «een vol gende maal zullen we betalen" als antwoord op zjjn manen te krjjgen. Voordeelig werkt zoo'n aanhoudend weigeren niet op den handel vau den neringdoende, die op zjjn beurt toch aan zjjn fabrikant of han delsman schulden te voldoen en zjjne zware lasten te dragon en na te komen heeft. En wat geschiedt soms? Och, kom, zegt een op te weelderigen voet levende huismoeder, dat nieuwigkeidje is wel aardig, wjj zullen het maar koopen. En do daad bjj het woord voegend, wordt het weelde- artikeltje aangeschaften men vergeet tevens, dat er nog zooveel en nog meer aan winkelier, aannemer of naaister moet betaald worden. Geld voor noviteitjes, ondingetjes, mode- knutBeltjes en overdaad in apjjs en drank hoeft i, maar geld voor oude schulden, och neen, daar denkt men niet aan. Laat dien winkelier maar wachten, is de gedachte en tevens ver geet men het renteverlia*, de slaaproovende zorgen, de vrees voor faillissement, die een neringdoende op de hielen zitten en bena- telen." Het blad besluit: «Derhalve: betaalt uwe rekeningen, laat uwen leverancier niet op uw geld wachten, smjjt uw geld niet weg aan luxe-artikeltjes, zoo ge weet, dat nog iemand iets van n te vor deren heeft. Wat gjj niet wilt. dat u geschiedt, doe dat dan ook een ander niet." Zitting van Woensdag Over het restant begrooting van Binnen- landsche Zaken, waarmede de Kamer heden tegen vier uur gereed kwam, thans slechts enkele {zakeljjke mededeelingen Breede debatten werden gevoerd over twee amendementen, die per slot van rekening ingetrokken werden. Het eerste amendement betrof een toelage van f 1000 aan kweekschool-onderwijzers, die een cursus in spreekonderwgs zullen volgen. De voorsteller, de heer Van Veen, wilde die f 1000 schrappen, maar gaf dit voornemen op, nadat Z. Ex. verklaard had, dat de bedoeling slechts was schadevergoeding te verleenen. Het tweede amendement beoogde f 2200 te schrappen, welke uitgetrokken waren voor de verzending van boeken uit arrondissements bibliotheken. Tot dusverre behoefde daarvoor geen port betaald te worden en de heer Van der Molen meende, dat die toestand wel be stendigd kon blijven Do Minister verklaarde echter, dat de heer Van der Moleu bij hem aan het verkeerde adres washij moest daarvoor bij „Water staat" zjjn. Nadat de heeren Bos, Tydeman en Ketelaar hierover nog eenige opmerkingen hadden ge- Toen eindeljjk de onderwjizera een gebie dend halt lieten hooren, merkten HanB en Frits eerst hoe stjjf en koud hun ledematen waren en het duurde tameljjk lang, voor zjj ze in de kamer weer verwarmd hadden. Hansje echter begon te hoesten. Den volgenden dag was de hoest erger en had hjj vuurroode wangen en schitterende oogen. Toen kwam tante JenBen, bracht Hansje zonder verder iets te zeggen naar de zieken kamer. Frits volgde met angstige oogen en loopende op zjjn teenen. De beide broers waren tot nu toe zelfs nog geen uur van elkaar ge weest en het kwam Frits als de meest natuur lijke zaak ter wereld voor, dat hjj thans ook in de kamer bleef, waar Hansje zoo stil in het bedje lag. Toen de doktor kwam, zag hjj do kleine gestalte niet, die in een hoekje bjj 't venster zat weggedoken en in een prenten boek keek. Met zachte, maar daideljjke stem zei hjj tegen tante Jensen: »Een heel loeljjk geval, mevrouw Jensen Als de jongen niet zoo teer was, zou de long aandoening niet veel te beteekenen hebben. Maar nu Frits zag hoe de dokter do schouders ophaalde en zjjn hartje bleef een oogenblik stilstaan van schrik. Hg begreep heel goed dat er gevaar dreig de. Bjj alle voorkomende, ook minder gewich tige gevallen had hjj zich steeds tot den lieven God gewend. Doch dit scheen hem een maakt, werd het amendement ingetrokken Door de heeren Van der Molen, De Visser, Ketelaar, Ter Laan en Van Vuuren werd voor do normaal- cn kweekscholen gesproken. Do rcchtsche sprekers wenschten lioogore Regeerings-subsidie voor de bijzondere kweek scholen. Aan dezen aandrang beloofde de Minister te zullen voldoen Ook naar zijn mecniug is de subsidie, welke deze kweekscholen thans genieten, te gering Bij de afdcoling „Kunst en Wetenschappen" bepleitte de heer Blum regoeringssteuH voor de restauratie der St. Jacobskerk te Vlissingen en de heer Van der Molen dito dito voor de kerk te Langerak. Een amendement Van Asch van Wrjck om de f 2000, uitgetrokken ten behoeve van het museum Huis Lambert van Heeirteii te Delft, te schrappen, werd met 30 tegen 22 stemmen verworpen Eenzelfde Lot wedervoer een amendement Schaper om f 3050 op de begrooting te plaat sen als tijdelijke subsidie voor openbare Lees zalen in Nederland. De Minister achtte dit „ontijdig" en werd in deze zjjn meening gesteund door de heeren Limburg, De Visser, en Van Vuuren, die even als Z. Ex. eerst het onderzoek wildon af wachten, dat naar deze zaak wordt ingesteld door de Centrale Commissie voor de Statis tiek De heer Van Vuuren keurde het zelfs af, dat de Minister reeds een subsidie ad f 500 aan de Vereeniging voor Openbare Leeszalen, in Nederland geeft. Het amendement werd verworpen met G3 tegen 7 stemmen (de socialisten en de heer Teenstra). Na een langdurige discussie tusschen de heer Van Veen cn de Ministers Heemskerk en Kolkman over het wachtgeld van een on derwijzer aan de Rijksnormaal school werd de begrooting van Binnenlandsche Zaken zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Van alle kanten werd Minister Heemskerk golukgewenschl. Dit was dan ook wel ver diend Zóó dikwijls als deze Excellentie voor zijn begrooting heeft moeten praten, heeft niet één der andere Ministers behoeven te doen. De rest der namiddag-zitting werd besteed aan f,Oorlog". Hierbij deden zich twee sprekers hooren De heer Van Karnebeck om zijne tevreden heid te betuigen over het door dezen Minis ter gevoerde beleid, de heer Marchant om juist het tegenovergestelde hiervan te bc- toogen. Het eenige, dal de heer Van Karnebeek minder wcnschelijk achtte, was de regeling der positie van Commandant van het Veld leger. In vredestjjd is zulk een „oppergene raal" z. i.. niet noodig, cn in oorlogstijd oyerbodig. De heer Marchant hield een hartstochte lijke rede overvloeiende van critiek op deze begrooting. Wel kan hrj zich vereenigen met de voorgestelde verscherpte keuring, met de vrijstelling van kostwinners, en met de af schaffing der herhalingsoefeningen, maar daartegenover stond het groote euvel, dat de rechtspositie in het leger diep treurig bleef Ook vond hij de verhooging van het contin gent volstrekt niet gerechtvaardigd en meende hij, dat van dezen Minister voor het „volks- geval toe, waar een speciaal gebed aan te pas moest komen. Nog vóór hjj het vertrek ver liet, hoorde hjj den dokter zeggen «Het ongunstigste teeken is dat het ventje, ander» zoo opgewekt en levendig, nu soo lusteloos is. Zoolang hjj spreekt en vraagt en belangstelling toont, is er geen gevaar te duchten." Zachtjes sloop Frits naar zjjn slaapkamer. Daar ging hjj in den donkersten hoek staan, vouwde de handen en bad «Lieve GodHet spjjt mg zoo, dat ik er niet aan gedaoht heb, onze jassen en hals doeken mee te nemen. Ik ben toch een half nar ouder. Hafisje is nog zoo klein, die kan er heusoh niets aan doen. Wees zoo goed, lieve God en maak hem gauw weer gezond." Iets verlicht keerde Frits weer naar de ziekenkamer terug. De eerstvolgende dagen kropen tergend langzaam voorbg. Hansje wilde heelemaal niet meer eten en gaf zelfs geen antwoord meer, alB hem iets gevraagd werd. Do dokter was zeer ontevreden. «la er dan niets te bedenken, waarmee we den jongen wat kunnen opwekken vroeg hg. «De longaandoening is nauwelgk de moeite waard, het is alleen die gevaarlgko matheid, die we moeten overwinnen." «Hg stelt in niets meer belang," klaugde tante Jensen. «Zelfs van onse groote witte poes, die altgd sgm lieveling was, wil hg niets leger" niet veel te verwachten viel. Met groote felheid bestreed hij den heer Duymaor van Twist in zake diens mededee lingen over Otw Belang, de organisatie van onderofficieren, die het bjj dezen afgevaar digde voor Steenwijk verkorven heeft. Vermakelijk was des heeren Murchants gc- lukwensch, tot den Minister van» Binnenland sche Zaken gericht, naar aanleiding van dc „bekeering" van den Minister van Oorlog. Met een diope buiging bedankte mr Theo. In de avoudzilting werden allereerst, zonder hoofdelijke stemming,- de wetsontwerpen tot regeling van liet 'Nederlandsch onderdaanschap voor hen, die herkomstig zijn uit Ned.-luditi, aangenomenechter niet zonder een zeer breedvoerige discussie, waarmede twee kos telijke uren verloren gingen. De heer Van Idsinga had n I. per amende ment bijkans een geheel nieuw ontwerp „ge formuleerd", en hoewel al die amendementen ten plotte ingetrokken werden, leverden zij stof genoeg op om alle grootmeesters voor het Staatsrecht in de Kamer naar het spreekge stoelte te lokken. De heeren Van Idsinga, Lohman en Van Hamel waren 'ter allen over eens, dat tech nisch het woord „Nederlandsch onderdaan" in deze wetsontwerpen niet deugt en aanlei ding kan geven tot groote verwarring Onze Grondwet kent alleen „Nederlanders" en „Vreemdelingen". De Minister van Koloniën meende echter, dat het met die „verwarring" wel zoo'n vaart niet zal loopon, waarop do heeren Lohman en Van Hamel verklaarden, dat zij er zich maar bij neer zouden leggen De heer Lohman sprak van een „politieke noodzakelijkheid Sloeg dit misschien op de regeling der rechtspositie van de Chineezen in Ned-Indië? De heeren Colijn en Bogaardt meenden ook als „mannen van de praktijk'1 waar die hoeren den durf van daan halen om zich over zulke ingewikkelde staatsrechterlijke kwesties met mannen als professor Van Ha mel en mr Lohman in debat te begeven, is een raadsel een duit in het zakje te moe ten werpen. Zij konden zich met de regee- ringsvoordraclit vereenigen 1 De heer Van Idsinga kon niet nalaten over het gebrekkige Ilollandsch van den heer Bo gaardt smakelijk te lachen, en toen laatstge noemde verklaarde tegen de amendementen- Van Idsinga te zullen stemmen, ging er een Homerisch gelach rondom het sprekers - bankje op Het was dan ook wel buitengewoon grappig I Dit was het eenige vroohjkc oogenblik van den geheelen avond, die verder gevuld werd met monotone dialogen tusschen den Minister van Koloniën en de „West-Indische speciali teiten." De jbegrootingen voor Suriname on Curasao waren n I. aan de orde. Over deze debatten zullen wij hier maar niets zeggen Het was werkelijk belachelijk, zooals er vergaderd werd In de zaal waren slechts 4 of 5 afgevaardigdende sprekers Colijn, Hugenhollz en Van Vuuren stonden dus letterlijk voor stoelen en banken te oreeren. En dit is zeer begrijpelijkNieuws ver telden deze heeren in het geheel niet. De heer Ilugenholtz diende zich aan als plaatsvervanger van den heer Van Kol. De heer Van Vuuren stond te babbelen hoe hy meende dat een plantage op Curasao moet meer weten." De dokter mompelde nog iets, wat Frits niet verstond en verliet het vertrek, waar Hansje zoo lusteloos in de kussens lag. Een kwartier later werd een nog dringender bede door Frits naar den hemel opgezonden. »U hebt 'tnu gehoord, lieve God," aldus bad hjj, «dat Hansje opgewekt moet worden. Wees zoo goed en stuur iets, dat hjj aardig vindt. Ik zal verschrikkelijk gehoorzaam zjjn, als Hansje gezond wordt." Het gebed sloot met een diepe zuoht en Frits sloop terug naar de halfduistere kamer, die slechtB verlicht werd door de vlammen van bet vuur, dat even te voren in don haard ontstoken was. Hansje lag met halfgesloten oogen en sondor zich te bewegen. Frits ging op een voeten bankje zitten dioht bjj de kachel en staarde, diep in gedachten verzonken in den gloed, terwjjl hg zjjn hersentjes aftobde om iets te bedenken, wat zjjn broertje zou amuseereu. Hg had al alles beproefd, maar te vergeefs I Hansje luisterde zelfs niet meer, wanneer hjj hem wat nieuws voorstelde. Plotseling klonk er in de stilto van het vertrek een wonderbaar geluid. Het leek een sacht gefluit of geBilp en het scheen te komen uit 'den hoek achter do waschtafel. Wat kon het zjju? Telkens klonk het op nieuw en langzaam naderde het de kachel. «Frits," riep plotseling een zwak stem metje, «heb je 't gehoord. Wat zingt daar

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1909 | | pagina 1