MIDDELRIIRGSCHE COURANT. N\ 296. 1909 Donderdag 16 December. Middelburg 15 December. Kameroverzicht. Benoemingen enz. 132* Jaargang. Dew oourant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijz per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaataen in Nederland tranoo pp. f f. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. A{dv e r tentiên bjj abonnement op voordeelige voorwaarden. Prospectussen daarvan zgn aan bet bureau te bekomen. Advertentiën voor het eerstvolgende nummer moeten deB middags vóór één uur aan hst bureau bezorgd zgn. Advertentiën!0 oent per regel. Bij abonnement veel lager. Geboorte-, dood- «n »11« andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regel» f 1.50elke regel me 10 cent Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die kIJ innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffend' Handel, Ngverheid on Geldwezen, is gereohtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DR Li MAB An., NI. Voorburgwal 366, Amsterdam. Nieuwen abonnès tegen 1 Jannaris, zen den wij de deze maand nog verschijnende nommers kosteloos. De Administratie. De Volkstelling. Burgemeester en wethouders van verschil lende gemeenten, en ook die van Middel burg, hebben dezer dagen herinnerd aan het feit, dat aan het eind van dit jaar een volks telling zal worden gehouden. Wg zgn daarbjj allen betrokken, wjj moeten allen onze mede werking verleenen, doch niet ieder is bekend met inriohting en doel van deze instelling, zoodat een korte uiteenzetting haar nut kan hebben. In onB land werd voor het eerst een volks telling gehouden in 1819 en Bedert om de tien jaar. Zjj geschiedt thans overeenkomstig de wet van 22 April 1879, geljjk men in de offi- eieele aankondiging heeit kunnen lezen. Die wet ie een wetteke, waarvoor het duodecimo nog veel te groot is, omdat zjj met gemak op een kwart velletje postpapier kan worden neergeschreven. De heele wet bestaat nameljjk uit 2 artikelenart. 1. In het jaar 1879 en vervolgens telkenB na tien jaren wordt in het Rjjk een algemeene volkstelling gehouden en art. 2. De voorschriften betreffende de tienjarige algemeene volkstellingen worden door Ons bjj algemeenen maatregel van in wendig bestuur vastgesteld. Er ie dus bepaald, dat er na tien jaren eene algemeene volkstelling wordt gehouden. In de meeste landen is een dergelijke termijn vast gesteld; in Duitsohland, Frankrjjk en Zweden daarentegen is hjj bepaald op 5 jaar. Bjj de wet is niet do datum voorgeschreven. Evenals bg de vorige volkstelling is ook nu weder de 31e December gekozen als de meest geschikte dag. >Men meent dat de bevolking op dien dag, meer dan op eenigen anderen dag, in hare werkelijke woonplaats aanwezig is," zegt Minister Heemskerk in zgn Voor schriften tot regeling van de werkzaamheden der gemeentebesturen ten opzichte der nogende algemeene tienjaarlgksche volkstelling" welke bjj beschikking van 22 Mei j.l. zgn vastgesteld. Daar is inderdaad veel voor te zeggen, al kan niet ontkend worden, dat tal van personen dien datum juist niet in hunne woonplaatB vertoeven. 31 December heeft echter nog een ander voordeelop dien dag wordt de stand der bevolking opgemaakt. Verscheiden landen kozen dan ook dezen datum, in Luxemburg, Zwitserland en Dnitsohland echter heeft de volkstelling den eersten December plaats, in Frankrgk den twaalfden April, in Engeland den vjjfden April, in de Vereenigde Staten den len Juni, t Vóór den Sisten December moet er, bljjkena de zoo even aangehaalde voorschriften, heel wat werk in de gemeenten van ons land ver richt worden. De gemeentebesturen dienden «iteiljjk in de maand Juni de voorbereidende werkzaamheden tot een volledige huisnum- móring, eene zoo nauwkeurig mogeljjke bij werking der bevolkingsregisters en het op maken der plaacseljjke indeeling in hunne gemeente ter hand te nemen. Zjj hadden in gjjds te zorgen, dat zjj over het noodige per soneel Kunnen beschikken, om het werk der volkstelling en de oontróle en verificatie der ontvangen opgaven met spoed en met ver- eisehte nauwkeurigheid ten einde te brengen. Vóór 1 December moesten zjj aan den com missaris der Koningin een opgave van het personeel, dat zjj met de uitvoering der tel ling hebben belast of nog denken te belasten zenden met mededeeling van hun werkkring en van hetgeen er gedaan is of nog zal wor den gedaan, om een goede volbrenging van ds taak der tellers ta verzekeren. Van het grootBte gewicht wordt nameljjk een goede kenze van tellers geacht, aan wie is opge dragen het bezorgen en terughalen der tel- kaarten, het bjjstaan van hen, die voor de invulling der kaarten hulp of voorlichting noodig hebben en het inwinnen der vereischte inliehtingen tot herstel van abuizen. Liefst moet het getal zóó bepaald worden, dat geen hunner meer dan twee dogen aan het ophalen der kaarten behoeft te besteden, en zjjn onder zoek zich in den regel over niet meer dan ten hoogste duizend personen uitstrekt. Voor deelen der gemeente, zeide de Minister, waar men vermoedt op beswaren bjj het invullen der kaarten te stuiten, cal men wèi doen ver heneden dat ejjfer te bljjven. In bot begin van December wordtde volks telling aangekondigd. Inmiddels hebben de gemeentebesturen van den Directeur van het Centraal Bureau voor de statistiek het mate rieel, de formulieren ontvangen 15 ver schillende soorten, van elke soort het noodige aantal. Zjj moeten deze reeds zooveel mogeljjk bewerken. Zoo zenden zjj bjjv. de biljetten voor opgave van het aantal personen in ge bouwen, gestichten ol schepen vóór 10 Decem ber aan de besturen daarvan, met verzoek ze ingevuld vóór 15 December terug te zenden. Met behulp der bevolkingzregisters worden andere formulieren ingevuld en werden de registers voor de tellers in orde gemaakt. Deze en andere werkzaamhedeu moeten vóór 25 December zjjn afgeloopen. Tassohen 26 December en 1 Januari moeten de telkaarten en do verzamelkaarten worden bezorgd. De eersten zgn geel, wit, blauw, grjjs, oranje en rose men vindt hieromtrent nadere ge gevens in de oificieele aankondigingen. Slechts zjj opgemerkt dat er ditmaal meer kleuren zgn don in 1899, toen niet het onderaoheid werd gemaakt tusschen het al of niet aan wezig zgn van verpleegden in gestichten of instellingen. De nieuwe kaarten zgn grjjs en geel, maar het is wel merkwaardig, dat deze kleuren niet kloppen met de nieuwe rubrieken. De blauwe kaart, vroeger bestemd voor een man of een jongen, moet thans ingevuld wor den voor een man of jongen in een gesticht ol een instelling, terwjjl de nieuwe gele kaart beateuid is voor een man of jongen niet in een gesticht of instelling. Was vroeger de kaart voor een vrouw of een meisje wit, zjj is dat gebleven en de nieuwe grjjze kaart is voor een vrouw of meisje in een gesticht of een instolling. De tellers brengen deze formulieren zelf rond, na zich te voren overtuigd te hebbon hoeveel gele, witte, blauwe, grjjzo, oranje en rose kaarten er noodig zjja en dat zjj allen hetzelfde nummer dragen als de verzamelkaart, waarbjj zjj behoorcu, die als omslag dienst doet. Op de verzamelkaart staat hoeveel ge kleurde kaarten er bg behooren en men vindt daarop tevens voorschriften en inlichtingen omtrent de invulling der kaarten. De invul ling moet geschieden overeenkomstig den toe stand tusschen 81 December 1909 en 1 Januari 1910. Om te voorkomen dat bet kaartenstel ver loren gaat wordt er naar gestreefd de kaarten zoo kort mogeljjk vóór 1 Januari te doen rondbrengen en ze zoo spoedig mogeljjk na dien datum te doen terughalen. In die gevallen, waarin het verloren gaan ernstig gevreesd wordt, kan zelfs het uitreiken, doen invullen en terugnemen, der kaarten ge- ljjktjjdig, onmiddelljjk na 1 Januari 1910, plaats hebben. Bg het ophalen der kaarten moeten de tellers zooveel mogeljjk nagaan ol de kaarten goed en volledig zgn ingevuld en leemten en fouten doen aanvullen en verbeteren. Over de moeilijkheden, aan het ophalen verbonden bjjv. bjj sohippers en bjj bewo ners van woonwagens zullen we maar zwjjgen. Laat ons aannemen, dat de kaarten goed en wel >bmnen" zjjn. De tellers moeten dan uit hun registers, voor het deel der ge meente, waarin zjj werkzaam waren, het be volkingscijfer opmaken, gesplitst naar de ge slachten. Zoodra de kaarten zgn teruggehaald, geeft bet gemeentebestuur daarvan kennis aan den commissaris der Koningin, terwjjl uit de registers der tellers het voorloopige bevol kingscijfer, naar de geslachten gesplitst, vast gesteld en vóór 20 Februari aan het Gentraal- Bureau voor de statistiek meegedeeld moet worden. Ook worden de kaarten terstond vergeleken met den inhoud der bevolkings registers. Komen er leemten, abuizen of ver schillen tusschen den inhoud der kaarten en der registers voor den dag, dan wordt onmid delljjk een onderzoek ingesteld. Bjj de in- en afschrijvingen in de bevolkingsregisters, in verband met de verkregen ^opgaven, wordt overeenkomstig de wet op de bevolkings registers aangeteekend, dat zjj hebben plaats gehad bjj gelegenheid der negende volkstelling. De oranje en roBe telkaarten, betreffende tjjdeljjk aanwezigen als wier woonplaats is opgegeven een andere gemeente des rjjks, moeten vóór 1 Februari aan het bestuur van die gemeente worden opgezonden, dat ze onder zoekt, ontdekte abuizen verbetert, ze voor »aocoord" teekent en ze niet later dan 15 Februari terugzendt. Nadat de geheele bewerking ïb afgeloopen en overeenstemming is verkregen tusschen den inhoud der telkaarten, dien der verzamelkaarten en dien van het bevolkingsregister, worden de telkaarten naar het Centraal Bureau voor statistiek te 'sGravenhage gesonden en wel v44r aangegeven data tusschen 20 Februari voor de besturen van gemeenten van 2000 en minder inwoners) en 1 Juli (voor gemeenten boven 100.000 inwoners). Door middel van de provinciale besturen wordt daarna de werkeljjkc bevolking in elke gemeente volgens de uitkomsten der volkstel ling bekend gemaakt. Dat is de oificieele bekendmaking. lntusschen het feit, dat men weet hoe veel inwoners een land heeft, ia niet belang- rjjk genoeg om al het werk en al de kosten te wettigen. In ons land worden deze kosten officieel geraamd op vier en een halve cent per persoon. En nu gaat het hier be trekkelijk nog al gemakkelijk men denke eens aan een volkstelling in een bjjna onme- teljjk rjjk als Rusland, waar zooveel verschil lende volken wonen en zooveel verschillende talen gesproken worden Een volkstelling heeft dan ook een andere beteekenis en de vragen, welke op de kaarten gedaan worden, wjjzen hier reeds op. Het Centraal Bureau voor de statistiek welke de kaarten, geljjk wg boven zagen, ontvangt, gaat de gegevenB, welke zjj bevatten, verza melen, bewerken en publiceeren. De door het bureau opgemaakte statistieken dragen bjj tot nauwkeuriger kenniB van de bevolking van het land, of ze groeit dan wel afneemt, hoe ze zich over de veraohillende gemeenten beweegt, hoe ze gehuisvest is, hoe het staat met de huweljjken, de geboorten, de sterfgevallen enz. enz. Deze statistieken brengen economische en sociale feiten aan het licht en wjjzen wellicht den wetgever den weg aan, dien hg kan be wandelen om de weivaart van het volk en het volksgeluk te doen vermeerderen, hoe hjj kan ingrgpen om een door de cjjters ge openbaard gevaarte stuiten Om slechtB één voorbeeld te noemen. Op de kaarten, welke mon binnenkort ontvangt, zal men een vraag vinden omtrent blindheid en doofstom heid, benevens de vraag of de persoon in kwestie het voor blinden ot dooven bestemde onderricht heeft genoten. Gesteld nn, dat de statistiek, welke in verband met die vragen wordt opgemaakt, leert dat het aantal doofstommen en blinden, hetwelk geen onderricht heeft gonoten, bedroevend groot is, zal deze ervaring niet een aansporing kannen, neen moeten zgn voor den wetgever om de leerplichtwet ook uit te strekken tot doof stommen en blinden? Ëjj het versohjjnen der statistieken zal er vermoedelijk wel gelegenheid zgn om nog eens uitvoering het nut van de volkstelling te bespreken. Bet bovenstaande moge, ter aanvulling van oificieele aankondigingen en officieele inlichtingen, voldoende zgn, om eenig denkbeeld van de inrichting der volkstelling te geven, en tevens van de groote belangen, welke er bg een juiste beantwoording der vragen, die binnenkort aan ieder inwoner zullen worden gesteld, op het spel staan. Zitting van Dinsdag. De bespreking der afdecling „Posterijen en Telegrafie" van de Waterstaatbegrooting nam nog een groot deel van den dag in beslag. Niet minder dan 13 sprekers deden zich daar bij hooren. De heer Hubrecht bepleitte de invoering van de commerciëele boekhouding bg do Post en Telegrafie en van een postchèque en giro dienst. Hjj diende daartoe een motie in, die na het aanstaande recès zal behandeld worden. Verder besprak de hoer Tydeman de wen- schelijkheid om strenger op te treden tegen do concessionarissen van particuliere tele foonnetten. De heer Van Nispen (Nijmegen) sloot zich hierbjj aan. De heer Drucker bracht do zeer belang rijke kwestie van het nachtvervoer per spoor ter sprake. Hij meende dat het Noorden in dit opzicht misdeeld is, en dat een nachttrein naar Gro ningen en Leeuwarden zeer goed zou kun nen rendecren. In elk geval ware het z. i. gc- wenscht een nachtposttrein naar het Noor den to doen loopen. Tevens drong spreker aan op de invoering van brieftelegrammen. De heeren Roessingb, Ketelaar, Helsdingen, Van Nispen (Rheden), en Smeenge brachten een uitgezochte bonte collectie „lotsverbe teringen" ter sprake, die bij den Minister niet veel succes hadden. Z. Ex. meende, dat het niet aanging, dat elk détail der post- en telegrafie-organisatie in do Kamer ter sprake werd gebracht. Sommige eischen van het personeel vond do Minister zelfs „onbeschaamd." Zoo b.v. achtte hjj de wij zo, waarop do leden van den bond Da Post „lotsverbeteringen" trachten te verkrijgen, zeker alles behalve aanbevelens waardig. Deze postmannen verspreiden o. a. brochures, met tal van onwaarheden er in, die zy dan nog met „lettors als oliebollen" laten drukken. Over het algemeen achtto de Minister de positie van het personeel bevredigend, al zou hij niet afkoerig bevonden worden om ver betering aan te brengen, daar, waar dit z. i. bepaald noodig is. Maar tegenover „ongemotiveerde eischen" zou hij altijd pal staan. In dit opzicht verschilt deze Minister aan merkelijk van zijn voorganger, den heer Kraus, dio op alles, wat hem in de Kamer aan „grie ven" voorgelegd werd, „overweging" toe zegde. Minister Re gout heelt andere opvattingen. Ten opzichte der verlangens van den heer Drucker kon Z. Ex. weinig hoop geven op een spoedige vervulling. De nachttreinen blij ven altijd duur en kreeg nu het Noorden een nachttrein, dan zou morgen het Zuiden ook daarom vragen. In tegenstelling met den heer Drucker meende de Minister, dat de belangen van het personeel onder de invoering van nachttreinen .zouden lijden. Met dit al blijven de verkeerseischen van den modernen rijd het inleggen van nacht treinen gebiedend noodzakelijk maken. O. i. wordt or op d© post en telegrafie door den Staat genoeg verdiend, om hieraan zelfs eenige tonnen gouds te besteden. Het invoeren van een automobielen-nacht dienst zou, volgens den Minister, weinig ba ten en oók op hooge kosten jagen. Wg zullen dus met deze nachttreinen nog wat geduld moeten oefenen, tenzij Zeppelin ons uit de moeilijkheden komt redden. Wie weet? I Het invoeren der commerciëele boekhou ding, gelijk de heer Hubrecht bepleitte, is „in studie." Do reorganisatie der telefoonconcessics is nog niet gereed gekomen. Ilard aanpakken van onwillige concessionnarissen lijkt den Mi nister echter het laatst© redmiddel. De begrooting van Waterstaat werd daarna zonder stemming aangenomen. En toen kwam Hoofdstuk Vila (Nationale Schuld) aan de orde. Bij deze bespreking kre gen wij gelegenheid ons op de hoogte te stel len vanhet zalmvisschenjbedrijf op de Oude en Nieuwe Maas. De heeren Limburg en Schaper hieven daarbij (klaagliederen aan over de treurige toestanden onder de visschersbevolking, die. zooals do hger Schaper het uitdrukte, bloot gesteld is aan eon „systeem van brutale kne velarij" van do zijd© der pachters, die op alle mogelijk© manieren de arme visschers uit buiten. In dit bedrijf bestaat o. a. „gedwon gen winkelnering" en is geen controle voor de visschers mogelijk op den prijs, welken hun visch op de markt te Kralingcn maakt. Verder werd door den heer Roodhuizen de Staatsloterij t© berde gebracht. Als de Staat zijn loterijen niet spoedig uitbreidt, voorziet deze afgevaardigde dat wij het tegen maatschappijen als Lotisico zullen afleggen Minister Kolkman was grappig in zijn ant woord. Wat de zalmvisschcrij betreft, kon hij zich niet anders dan aan de bestaande toestanden houden. Do heer Limburg had hem wel aan geraden het vischwater aan „coöperatieve visschersvereenigingcn" te verpachten, maar daar èn de heer Schaper, èn de heer Lim burg hem verzekerd hadden dat die mensclien „geen sotó bezitten," kon hij, als Minister van Financiën, moeilijk met zulke Vereenigin- gen pachtcontracten gaan sluiten. Iets an ders was, om bij afloop der bestaande con tracten daarin wijzigingen aan te brengen. Hiervoor had Z. Ex. wel ooren. Ook zou hy het geval van een visscher uit Zeeland, die zich door de visscherijcommis- sio verongelijkt achtte, onderzoeken. Uit het antwoord van den Minister aan den heer Roodhuijzen zij nog aangestipt dat Z. Ex. do Staatsloterij een instelling vindt, waardoor men op „eon fatsoenlijke manier" kan voldoen aan een „soort van vermaak," waarin Z. Ex. volstrekt geen kwaad kan zien Het gezicht dat de heer De Visser hierbij zette 1 Van do „zondige speelzucht" scheen Z. Ex. nooit gehoord te hebben. Ten slotte vermelden wij, dat de tariefver- hooging met 30pCt. heden officieel werd in getrokken, en dat de heer Parijn den Minister hiermede geluk wenschte, waarop Z. Ex. con stateerde, dat hij met „voldoening" dit wets ontwerp had ingetrokken en nogmaals de gronden verdedigde, waarop lijj het vroeger had ingediend. Vooraf had de afgevaardigde van Zie- rikzee gepleit voor een krachtige duinbe planting in het westen van Schouwen, waar een uitgestrekte woestenjj ligt die aan den Staat toebehoort, terwijl de duinen zuidelijk daarvan, dio aan particulieren toebehooren, uitnemend beplant zgn. Morgen voortzetting Bjj kon. besluit is aan C. J. baron van Hamert tot Dings'oof, te Njjinegen, op verzoek, eervol ontslag ver leend ale landmeter van het kndaster ia benoemd bg het wapen der infanterie, bjj het 1ste regiment, tot kapitein de eersfce- luitenant H. C. Wine, van hot 11de regiment De St Crt no. 293 bevat een koninkljjk be sluit van den 26aten November 1909, houden de vrjjdom van accjjne voor wjjo, die wordt ingeslogen in distilleerderijen der eerste klasse, als bedoeld bg art. 7, lott. a, der wet van 20' Juni 186'2, teneinde daarin te worden gebe zigd tot het vervaardigen van gedistilleerde dranken, welke naar het buitenland worden uitgevoerd. EERSTE KAMER. Do in ons vorig nommer onder Laatste be* richten gemelde verkiezing van den heer mr. H. Barge tot lid der Eerste Kamer door de Staten van Overijssel geschiedde met 25 stem men. Jhr. J. Röell, oud-voorzitter der Tweede Kamer, verkreeg 19 stemmen, en de heer H. H. van Kol 2 stemmen. De heer Barge is R. K. en, zooals gemeld, oud-gouverneur van Curasao Tweede Kamer. Begrooting van Oorlog. In zijn antwoord op het Voorloopig Verslag der Kamer over zijne begrooting merkt de Minister op dat instemming met bet beleid van izijn ambtsvoorganger, Minister Sabron, niet in zich sluit algeheel© overeenstemming op alle punten. In hoofdzaak kan de Minister zich echter geheel met, diens plannen vereenigen. Geheel sluit hij zich aan bij diens denkbeeld tot een niet onaanzienlijke uitbreiding van het togenwoo*rdig contingent, dat ge steld dient op 23.000 man, met 6 jaar dienst tijd met twee herhalingsoefeningen bij de militie, 5 landweer jaren, waarin éen herha lingsoefening, kan worden volstaan. De Minis ter zal zich beijveren oen op die beginselen berustend wetsontwerp in gereedheid te bren gen. Evenwel hoopt hij voor het blijvend ge deelte bij de onbereden korpsen, dat volgens do plannen van zijn ambtsvoorganger op den bestaanden voet behouden zou blijven, in andero richting oen bevredigende oplossing to vinden. De vermeerdering van kosten, die de ver wezenlijking van deze plannen zal mede brengen, is betrekkelijk niet groot Tot een verlaging van het budget van Oorlog zal niet zijn te komen, maar de meest mogelijke zuinigheid zal worden be tracht. Do tegenwoordige viermaanders moe ten hoe eer hoe liever uit onze organisatie verdwijnen. Van de opkomst in twee ploegen is de minister nog een beslist voorstander. Maar vrij algemeen wordt bezwaar gezien in het betrekkelijk gering aantal manschappen bij elke lichtingshelft In contingentsuitbrei ding en afschaffing der viermaanders ligt hier hol middel tot afdoende verbetering. Voorts ligt het in do bedoeling om te ko men tot vrijstelling van kostwin- winners en tot verplichte keuring voor de loting, beide zaken ook reede door Minister Sabron voorgestaan. De vrijstelling zal ten goede komen aan allo lotelingen voor wier verblijf onder de wapenen vergoeding zou moeten worden toegekend bo ven een zeker, niet te hoog bedrag. Het onder zoek naar dc lichamelijke geschiktheid der ia- geschrevenen zal worden opgedragen aan keu ringsraden, die zitting zullen houden in alle voorname binnen de te vormen keuringsdis tricten gelegen gemeenten. Kaderplicht bij de militie acht de Minister, evenals Minister Sabron, nood zakelijk. Bjj de bereden korpsen dient die toe stand niet belangrjjk gewjjzigd. Alleen dient een proef genomen met be korting van het eerste verblijf onder de wape nen bjj de bereden artillerie- Naar de Minister nog mededeelt, zullen btf afzonderlijk wetsontwerp voorstellen worden gedaan ten aanzien van de positie, do huis vesting en do opleiding c. a. van het per soneel der koninkljjke roarochaua- s oe. Omtrent de bekende d u e I z a a k deelt de Minister als zijn gevoelen het volgende mee Het valt niet to ontkennen, dat hier be doelde actiefdienendo hoofdofficier door het aannemen van een duel de strafwet heeft overtreden en dus niet gehandeld heeft over eenkomstig de eischen der krijgstucht. Dat het gehouden tweegevecht en de daarop gevolgde straf het prestige van den kolonel bjj het korps, waarover hjj het commando voert, pp gevoelige wjjze heeft geschaad, ia lot heden niet gebleken.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1909 | | pagina 1