MIDDELRIIRGSCHE COURANT.
N\ 296.
1909
Donderdag
16 December.
Middelburg 15 December.
Kameroverzicht.
Benoemingen enz.
132* Jaargang.
Dew oourant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijz per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaataen in Nederland tranoo pp. f f.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
A{dv e r tentiên bjj abonnement op voordeelige voorwaarden.
Prospectussen daarvan zgn aan bet bureau te bekomen.
Advertentiën voor het eerstvolgende nummer moeten deB middags vóór één uur
aan hst bureau bezorgd zgn.
Advertentiën!0 oent per regel. Bij abonnement veel lager. Geboorte-, dood- «n
»11« andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regel» f 1.50elke regel me
10 cent Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die kIJ innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffend'
Handel, Ngverheid on Geldwezen, is gereohtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DR Li
MAB An., NI. Voorburgwal 366, Amsterdam.
Nieuwen abonnès tegen 1 Jannaris, zen
den wij de deze maand nog verschijnende
nommers kosteloos.
De Administratie.
De Volkstelling.
Burgemeester en wethouders van verschil
lende gemeenten, en ook die van Middel
burg, hebben dezer dagen herinnerd aan het
feit, dat aan het eind van dit jaar een volks
telling zal worden gehouden. Wg zgn daarbjj
allen betrokken, wjj moeten allen onze mede
werking verleenen, doch niet ieder is bekend
met inriohting en doel van deze instelling,
zoodat een korte uiteenzetting haar nut kan
hebben.
In onB land werd voor het eerst een volks
telling gehouden in 1819 en Bedert om de tien
jaar. Zjj geschiedt thans overeenkomstig de
wet van 22 April 1879, geljjk men in de offi-
eieele aankondiging heeit kunnen lezen. Die
wet ie een wetteke, waarvoor het duodecimo
nog veel te groot is, omdat zjj met gemak op
een kwart velletje postpapier kan worden
neergeschreven. De heele wet bestaat nameljjk
uit 2 artikelenart. 1. In het jaar 1879 en
vervolgens telkenB na tien jaren wordt in het
Rjjk een algemeene volkstelling gehouden
en art. 2. De voorschriften betreffende de
tienjarige algemeene volkstellingen worden
door Ons bjj algemeenen maatregel van in
wendig bestuur vastgesteld.
Er ie dus bepaald, dat er na tien jaren eene
algemeene volkstelling wordt gehouden. In de
meeste landen is een dergelijke termijn vast
gesteld; in Duitsohland, Frankrjjk en Zweden
daarentegen is hjj bepaald op 5 jaar.
Bjj de wet is niet do datum voorgeschreven.
Evenals bg de vorige volkstelling is ook nu
weder de 31e December gekozen als de meest
geschikte dag. >Men meent dat de bevolking
op dien dag, meer dan op eenigen anderen
dag, in hare werkelijke woonplaats aanwezig
is," zegt Minister Heemskerk in zgn Voor
schriften tot regeling van de werkzaamheden
der gemeentebesturen ten opzichte der nogende
algemeene tienjaarlgksche volkstelling" welke
bjj beschikking van 22 Mei j.l. zgn vastgesteld.
Daar is inderdaad veel voor te zeggen, al kan
niet ontkend worden, dat tal van personen
dien datum juist niet in hunne woonplaatB
vertoeven. 31 December heeft echter nog een
ander voordeelop dien dag wordt de stand
der bevolking opgemaakt. Verscheiden landen
kozen dan ook dezen datum, in Luxemburg,
Zwitserland en Dnitsohland echter heeft de
volkstelling den eersten December plaats, in
Frankrgk den twaalfden April, in Engeland
den vjjfden April, in de Vereenigde Staten
den len Juni,
t
Vóór den Sisten December moet er, bljjkena
de zoo even aangehaalde voorschriften, heel
wat werk in de gemeenten van ons land ver
richt worden. De gemeentebesturen dienden
«iteiljjk in de maand Juni de voorbereidende
werkzaamheden tot een volledige huisnum-
móring, eene zoo nauwkeurig mogeljjke bij
werking der bevolkingsregisters en het op
maken der plaacseljjke indeeling in hunne
gemeente ter hand te nemen. Zjj hadden in
gjjds te zorgen, dat zjj over het noodige per
soneel Kunnen beschikken, om het werk der
volkstelling en de oontróle en verificatie der
ontvangen opgaven met spoed en met ver-
eisehte nauwkeurigheid ten einde te brengen.
Vóór 1 December moesten zjj aan den com
missaris der Koningin een opgave van het
personeel, dat zjj met de uitvoering der tel
ling hebben belast of nog denken te belasten
zenden met mededeeling van hun werkkring
en van hetgeen er gedaan is of nog zal wor
den gedaan, om een goede volbrenging van
ds taak der tellers ta verzekeren. Van het
grootBte gewicht wordt nameljjk een goede
kenze van tellers geacht, aan wie is opge
dragen het bezorgen en terughalen der tel-
kaarten, het bjjstaan van hen, die voor de
invulling der kaarten hulp of voorlichting
noodig hebben en het inwinnen der vereischte
inliehtingen tot herstel van abuizen. Liefst
moet het getal zóó bepaald worden, dat geen
hunner meer dan twee dogen aan het ophalen
der kaarten behoeft te besteden, en zjjn onder
zoek zich in den regel over niet meer dan ten
hoogste duizend personen uitstrekt. Voor
deelen der gemeente, zeide de Minister, waar
men vermoedt op beswaren bjj het invullen
der kaarten te stuiten, cal men wèi doen ver
heneden dat ejjfer te bljjven.
In bot begin van December wordtde volks
telling aangekondigd. Inmiddels hebben de
gemeentebesturen van den Directeur van het
Centraal Bureau voor de statistiek het mate
rieel, de formulieren ontvangen 15 ver
schillende soorten, van elke soort het noodige
aantal. Zjj moeten deze reeds zooveel mogeljjk
bewerken. Zoo zenden zjj bjjv. de biljetten
voor opgave van het aantal personen in ge
bouwen, gestichten ol schepen vóór 10 Decem
ber aan de besturen daarvan, met verzoek ze
ingevuld vóór 15 December terug te zenden.
Met behulp der bevolkingzregisters worden
andere formulieren ingevuld en werden de
registers voor de tellers in orde gemaakt.
Deze en andere werkzaamhedeu moeten vóór
25 December zjjn afgeloopen. Tassohen 26
December en 1 Januari moeten de telkaarten
en do verzamelkaarten worden bezorgd.
De eersten zgn geel, wit, blauw, grjjs, oranje
en rose men vindt hieromtrent nadere ge
gevens in de oificieele aankondigingen. Slechts
zjj opgemerkt dat er ditmaal meer kleuren
zgn don in 1899, toen niet het onderaoheid
werd gemaakt tusschen het al of niet aan
wezig zgn van verpleegden in gestichten of
instellingen. De nieuwe kaarten zgn grjjs en
geel, maar het is wel merkwaardig, dat deze
kleuren niet kloppen met de nieuwe rubrieken.
De blauwe kaart, vroeger bestemd voor een
man of een jongen, moet thans ingevuld wor
den voor een man of jongen in een gesticht
ol een instelling, terwjjl de nieuwe gele kaart
beateuid is voor een man of jongen niet in
een gesticht of instelling. Was vroeger de
kaart voor een vrouw of een meisje wit, zjj
is dat gebleven en de nieuwe grjjze kaart is
voor een vrouw of meisje in een gesticht of
een instolling.
De tellers brengen deze formulieren zelf
rond, na zich te voren overtuigd te hebbon
hoeveel gele, witte, blauwe, grjjzo, oranje en
rose kaarten er noodig zjja en dat zjj allen
hetzelfde nummer dragen als de verzamelkaart,
waarbjj zjj behoorcu, die als omslag dienst
doet. Op de verzamelkaart staat hoeveel ge
kleurde kaarten er bg behooren en men vindt
daarop tevens voorschriften en inlichtingen
omtrent de invulling der kaarten. De invul
ling moet geschieden overeenkomstig den toe
stand tusschen 81 December 1909 en 1 Januari
1910.
Om te voorkomen dat bet kaartenstel ver
loren gaat wordt er naar gestreefd de kaarten
zoo kort mogeljjk vóór 1 Januari te doen
rondbrengen en ze zoo spoedig mogeljjk na
dien datum te doen terughalen.
In die gevallen, waarin het verloren gaan
ernstig gevreesd wordt, kan zelfs het uitreiken,
doen invullen en terugnemen, der kaarten ge-
ljjktjjdig, onmiddelljjk na 1 Januari 1910,
plaats hebben.
Bg het ophalen der kaarten moeten de
tellers zooveel mogeljjk nagaan ol de kaarten
goed en volledig zgn ingevuld en leemten en
fouten doen aanvullen en verbeteren.
Over de moeilijkheden, aan het ophalen
verbonden bjjv. bjj sohippers en bjj bewo
ners van woonwagens zullen we maar
zwjjgen. Laat ons aannemen, dat de kaarten
goed en wel >bmnen" zjjn. De tellers moeten
dan uit hun registers, voor het deel der ge
meente, waarin zjj werkzaam waren, het be
volkingscijfer opmaken, gesplitst naar de ge
slachten.
Zoodra de kaarten zgn teruggehaald, geeft
bet gemeentebestuur daarvan kennis aan den
commissaris der Koningin, terwjjl uit de
registers der tellers het voorloopige bevol
kingscijfer, naar de geslachten gesplitst, vast
gesteld en vóór 20 Februari aan het Gentraal-
Bureau voor de statistiek meegedeeld moet
worden. Ook worden de kaarten terstond
vergeleken met den inhoud der bevolkings
registers. Komen er leemten, abuizen of ver
schillen tusschen den inhoud der kaarten en
der registers voor den dag, dan wordt onmid
delljjk een onderzoek ingesteld. Bjj de in- en
afschrijvingen in de bevolkingsregisters, in
verband met de verkregen ^opgaven, wordt
overeenkomstig de wet op de bevolkings
registers aangeteekend, dat zjj hebben plaats
gehad bjj gelegenheid der negende volkstelling.
De oranje en roBe telkaarten, betreffende
tjjdeljjk aanwezigen als wier woonplaats is
opgegeven een andere gemeente des rjjks,
moeten vóór 1 Februari aan het bestuur van
die gemeente worden opgezonden, dat ze onder
zoekt, ontdekte abuizen verbetert, ze voor
»aocoord" teekent en ze niet later dan 15
Februari terugzendt.
Nadat de geheele bewerking ïb afgeloopen
en overeenstemming is verkregen tusschen den
inhoud der telkaarten, dien der verzamelkaarten
en dien van het bevolkingsregister, worden de
telkaarten naar het Centraal Bureau voor
statistiek te 'sGravenhage gesonden en wel
v44r aangegeven data tusschen 20 Februari
voor de besturen van gemeenten van 2000
en minder inwoners) en 1 Juli (voor gemeenten
boven 100.000 inwoners).
Door middel van de provinciale besturen
wordt daarna de werkeljjkc bevolking in elke
gemeente volgens de uitkomsten der volkstel
ling bekend gemaakt.
Dat is de oificieele bekendmaking.
lntusschen het feit, dat men weet hoe
veel inwoners een land heeft, ia niet belang-
rjjk genoeg om al het werk en al de
kosten te wettigen. In ons land worden deze
kosten officieel geraamd op vier en een halve
cent per persoon. En nu gaat het hier be
trekkelijk nog al gemakkelijk men denke
eens aan een volkstelling in een bjjna onme-
teljjk rjjk als Rusland, waar zooveel verschil
lende volken wonen en zooveel verschillende
talen gesproken worden
Een volkstelling heeft dan ook een andere
beteekenis en de vragen, welke op de kaarten
gedaan worden, wjjzen hier reeds op. Het
Centraal Bureau voor de statistiek welke de
kaarten, geljjk wg boven zagen, ontvangt,
gaat de gegevenB, welke zjj bevatten, verza
melen, bewerken en publiceeren. De door het
bureau opgemaakte statistieken dragen bjj tot
nauwkeuriger kenniB van de bevolking van het
land, of ze groeit dan wel afneemt, hoe ze
zich over de veraohillende gemeenten beweegt,
hoe ze gehuisvest is, hoe het staat met de
huweljjken, de geboorten, de sterfgevallen enz.
enz. Deze statistieken brengen economische en
sociale feiten aan het licht en wjjzen wellicht
den wetgever den weg aan, dien hg kan be
wandelen om de weivaart van het volk en
het volksgeluk te doen vermeerderen, hoe
hjj kan ingrgpen om een door de cjjters ge
openbaard gevaarte stuiten
Om slechtB één voorbeeld te noemen. Op
de kaarten, welke mon binnenkort ontvangt,
zal men een vraag vinden omtrent blindheid
en doofstom heid, benevens de vraag of de
persoon in kwestie het voor blinden ot dooven
bestemde onderricht heeft genoten. Gesteld
nn, dat de statistiek, welke in verband met
die vragen wordt opgemaakt, leert dat het
aantal doofstommen en blinden, hetwelk geen
onderricht heeft gonoten, bedroevend groot is,
zal deze ervaring niet een aansporing kannen,
neen moeten zgn voor den wetgever om de
leerplichtwet ook uit te strekken tot doof
stommen en blinden?
Ëjj het versohjjnen der statistieken zal er
vermoedelijk wel gelegenheid zgn om nog
eens uitvoering het nut van de volkstelling
te bespreken. Bet bovenstaande moge, ter
aanvulling van oificieele aankondigingen en
officieele inlichtingen, voldoende zgn, om eenig
denkbeeld van de inrichting der volkstelling
te geven, en tevens van de groote belangen,
welke er bg een juiste beantwoording der
vragen, die binnenkort aan ieder inwoner zullen
worden gesteld, op het spel staan.
Zitting van Dinsdag.
De bespreking der afdecling „Posterijen en
Telegrafie" van de Waterstaatbegrooting nam
nog een groot deel van den dag in beslag.
Niet minder dan 13 sprekers deden zich daar
bij hooren.
De heer Hubrecht bepleitte de invoering
van de commerciëele boekhouding bg do Post
en Telegrafie en van een postchèque en giro
dienst.
Hjj diende daartoe een motie in, die na
het aanstaande recès zal behandeld worden.
Verder besprak de hoer Tydeman de wen-
schelijkheid om strenger op te treden tegen
do concessionarissen van particuliere tele
foonnetten.
De heer Van Nispen (Nijmegen) sloot zich
hierbjj aan.
De heer Drucker bracht do zeer belang
rijke kwestie van het nachtvervoer per spoor
ter sprake.
Hij meende dat het Noorden in dit opzicht
misdeeld is, en dat een nachttrein naar Gro
ningen en Leeuwarden zeer goed zou kun
nen rendecren. In elk geval ware het z. i. gc-
wenscht een nachtposttrein naar het Noor
den to doen loopen. Tevens drong spreker
aan op de invoering van brieftelegrammen.
De heeren Roessingb, Ketelaar, Helsdingen,
Van Nispen (Rheden), en Smeenge brachten
een uitgezochte bonte collectie „lotsverbe
teringen" ter sprake, die bij den Minister
niet veel succes hadden.
Z. Ex. meende, dat het niet aanging, dat
elk détail der post- en telegrafie-organisatie
in do Kamer ter sprake werd gebracht.
Sommige eischen van het personeel vond
do Minister zelfs „onbeschaamd." Zoo b.v.
achtte hjj de wij zo, waarop do leden van den
bond Da Post „lotsverbeteringen" trachten te
verkrijgen, zeker alles behalve aanbevelens
waardig. Deze postmannen verspreiden o. a.
brochures, met tal van onwaarheden er in, die
zy dan nog met „lettors als oliebollen" laten
drukken.
Over het algemeen achtto de Minister de
positie van het personeel bevredigend, al zou
hij niet afkoerig bevonden worden om ver
betering aan te brengen, daar, waar dit z. i.
bepaald noodig is.
Maar tegenover „ongemotiveerde eischen"
zou hij altijd pal staan.
In dit opzicht verschilt deze Minister aan
merkelijk van zijn voorganger, den heer Kraus,
dio op alles, wat hem in de Kamer aan „grie
ven" voorgelegd werd, „overweging" toe
zegde.
Minister Re gout heelt andere opvattingen.
Ten opzichte der verlangens van den heer
Drucker kon Z. Ex. weinig hoop geven op
een spoedige vervulling. De nachttreinen blij
ven altijd duur en kreeg nu het Noorden een
nachttrein, dan zou morgen het Zuiden ook
daarom vragen. In tegenstelling met den heer
Drucker meende de Minister, dat de belangen
van het personeel onder de invoering van
nachttreinen .zouden lijden.
Met dit al blijven de verkeerseischen van
den modernen rijd het inleggen van nacht
treinen gebiedend noodzakelijk maken.
O. i. wordt or op d© post en telegrafie
door den Staat genoeg verdiend, om hieraan
zelfs eenige tonnen gouds te besteden.
Het invoeren van een automobielen-nacht
dienst zou, volgens den Minister, weinig ba
ten en oók op hooge kosten jagen.
Wg zullen dus met deze nachttreinen nog
wat geduld moeten oefenen, tenzij Zeppelin
ons uit de moeilijkheden komt redden. Wie
weet? I
Het invoeren der commerciëele boekhou
ding, gelijk de heer Hubrecht bepleitte, is
„in studie."
Do reorganisatie der telefoonconcessics is
nog niet gereed gekomen. Ilard aanpakken
van onwillige concessionnarissen lijkt den Mi
nister echter het laatst© redmiddel.
De begrooting van Waterstaat werd daarna
zonder stemming aangenomen.
En toen kwam Hoofdstuk Vila (Nationale
Schuld) aan de orde. Bij deze bespreking kre
gen wij gelegenheid ons op de hoogte te stel
len vanhet zalmvisschenjbedrijf op de
Oude en Nieuwe Maas.
De heeren Limburg en Schaper hieven
daarbij (klaagliederen aan over de treurige
toestanden onder de visschersbevolking, die.
zooals do hger Schaper het uitdrukte, bloot
gesteld is aan eon „systeem van brutale kne
velarij" van do zijd© der pachters, die op
alle mogelijk© manieren de arme visschers uit
buiten. In dit bedrijf bestaat o. a. „gedwon
gen winkelnering" en is geen controle voor
de visschers mogelijk op den prijs, welken
hun visch op de markt te Kralingcn maakt.
Verder werd door den heer Roodhuizen
de Staatsloterij t© berde gebracht. Als de
Staat zijn loterijen niet spoedig uitbreidt,
voorziet deze afgevaardigde dat wij het tegen
maatschappijen als Lotisico zullen afleggen
Minister Kolkman was grappig in zijn ant
woord.
Wat de zalmvisschcrij betreft, kon hij zich
niet anders dan aan de bestaande toestanden
houden. Do heer Limburg had hem wel aan
geraden het vischwater aan „coöperatieve
visschersvereenigingcn" te verpachten, maar
daar èn de heer Schaper, èn de heer Lim
burg hem verzekerd hadden dat die mensclien
„geen sotó bezitten," kon hij, als Minister
van Financiën, moeilijk met zulke Vereenigin-
gen pachtcontracten gaan sluiten. Iets an
ders was, om bij afloop der bestaande con
tracten daarin wijzigingen aan te brengen.
Hiervoor had Z. Ex. wel ooren.
Ook zou hy het geval van een visscher uit
Zeeland, die zich door de visscherijcommis-
sio verongelijkt achtte, onderzoeken.
Uit het antwoord van den Minister aan
den heer Roodhuijzen zij nog aangestipt dat
Z. Ex. do Staatsloterij een instelling vindt,
waardoor men op „eon fatsoenlijke manier"
kan voldoen aan een „soort van vermaak,"
waarin Z. Ex. volstrekt geen kwaad kan zien
Het gezicht dat de heer De Visser hierbij
zette 1
Van do „zondige speelzucht" scheen Z. Ex.
nooit gehoord te hebben.
Ten slotte vermelden wij, dat de tariefver-
hooging met 30pCt. heden officieel werd in
getrokken, en dat de heer Parijn den Minister
hiermede geluk wenschte, waarop Z. Ex. con
stateerde, dat hij met „voldoening" dit wets
ontwerp had ingetrokken en nogmaals de
gronden verdedigde, waarop lijj het vroeger
had ingediend.
Vooraf had de afgevaardigde van Zie-
rikzee gepleit voor een krachtige duinbe
planting in het westen van Schouwen, waar
een uitgestrekte woestenjj ligt die aan den
Staat toebehoort, terwijl de duinen zuidelijk
daarvan, dio aan particulieren toebehooren,
uitnemend beplant zgn.
Morgen voortzetting
Bjj kon. besluit
is aan C. J. baron van Hamert tot Dings'oof,
te Njjinegen, op verzoek, eervol ontslag ver
leend ale landmeter van het kndaster
ia benoemd bg het wapen der infanterie, bjj
het 1ste regiment, tot kapitein de eersfce-
luitenant H. C. Wine, van hot 11de regiment
De St Crt no. 293 bevat een koninkljjk be
sluit van den 26aten November 1909, houden
de vrjjdom van accjjne voor wjjo, die wordt
ingeslogen in distilleerderijen der eerste klasse,
als bedoeld bg art. 7, lott. a, der wet van 20'
Juni 186'2, teneinde daarin te worden gebe
zigd tot het vervaardigen van gedistilleerde
dranken, welke naar het buitenland worden
uitgevoerd.
EERSTE KAMER.
Do in ons vorig nommer onder Laatste be*
richten gemelde verkiezing van den heer mr.
H. Barge tot lid der Eerste Kamer door de
Staten van Overijssel geschiedde met 25 stem
men.
Jhr. J. Röell, oud-voorzitter der Tweede
Kamer, verkreeg 19 stemmen, en de heer H.
H. van Kol 2 stemmen.
De heer Barge is R. K. en, zooals gemeld,
oud-gouverneur van Curasao
Tweede Kamer.
Begrooting van Oorlog.
In zijn antwoord op het Voorloopig Verslag
der Kamer over zijne begrooting merkt de
Minister op dat instemming met bet beleid
van izijn ambtsvoorganger, Minister Sabron,
niet in zich sluit algeheel© overeenstemming
op alle punten.
In hoofdzaak kan de Minister zich echter
geheel met, diens plannen vereenigen. Geheel
sluit hij zich aan bij diens denkbeeld tot een
niet onaanzienlijke uitbreiding van het
togenwoo*rdig contingent, dat ge
steld dient op 23.000 man, met 6 jaar dienst
tijd met twee herhalingsoefeningen bij de
militie, 5 landweer jaren, waarin éen herha
lingsoefening, kan worden volstaan. De Minis
ter zal zich beijveren oen op die beginselen
berustend wetsontwerp in gereedheid te bren
gen. Evenwel hoopt hij voor het blijvend ge
deelte bij de onbereden korpsen, dat volgens
do plannen van zijn ambtsvoorganger op den
bestaanden voet behouden zou blijven, in
andero richting oen bevredigende oplossing
to vinden.
De vermeerdering van kosten, die de ver
wezenlijking van deze plannen zal mede
brengen, is betrekkelijk niet groot
Tot een verlaging van het budget
van Oorlog zal niet zijn te komen, maar de
meest mogelijke zuinigheid zal worden be
tracht.
Do tegenwoordige viermaanders moe
ten hoe eer hoe liever uit onze organisatie
verdwijnen. Van de opkomst in twee ploegen
is de minister nog een beslist voorstander.
Maar vrij algemeen wordt bezwaar gezien in
het betrekkelijk gering aantal manschappen
bij elke lichtingshelft In contingentsuitbrei
ding en afschaffing der viermaanders ligt hier
hol middel tot afdoende verbetering.
Voorts ligt het in do bedoeling om te ko
men tot vrijstelling van kostwin-
winners en tot verplichte keuring
voor de loting, beide zaken ook reede
door Minister Sabron voorgestaan.
De vrijstelling zal ten goede komen aan allo
lotelingen voor wier verblijf onder de wapenen
vergoeding zou moeten worden toegekend bo
ven een zeker, niet te hoog bedrag. Het onder
zoek naar dc lichamelijke geschiktheid der ia-
geschrevenen zal worden opgedragen aan keu
ringsraden, die zitting zullen houden in alle
voorname binnen de te vormen keuringsdis
tricten gelegen gemeenten.
Kaderplicht bij de militie acht de
Minister, evenals Minister Sabron, nood
zakelijk.
Bjj de bereden korpsen dient die toe
stand niet belangrjjk gewjjzigd.
Alleen dient een proef genomen met be
korting van het eerste verblijf onder de wape
nen bjj de bereden artillerie-
Naar de Minister nog mededeelt, zullen btf
afzonderlijk wetsontwerp voorstellen worden
gedaan ten aanzien van de positie, do huis
vesting en do opleiding c. a. van het per
soneel der koninkljjke roarochaua-
s oe.
Omtrent de bekende d u e I z a a k deelt de
Minister als zijn gevoelen het volgende mee
Het valt niet to ontkennen, dat hier be
doelde actiefdienendo hoofdofficier door het
aannemen van een duel de strafwet heeft
overtreden en dus niet gehandeld heeft over
eenkomstig de eischen der krijgstucht.
Dat het gehouden tweegevecht en de daarop
gevolgde straf het prestige van den kolonel
bjj het korps, waarover hjj het commando
voert, pp gevoelige wjjze heeft geschaad, ia
lot heden niet gebleken.