ftlIDDELBURGSCHi; COURANT.
TWEEDE BLAD VAN DE
Woensdag 22 September.
Middelburg 21 September.
Een afscheid
eene installatie.
No 223
132* Jaargang.
1909.
en
Heden middag had eene plechtige open
bare zitting plaats van de arrondissements
rechtbank alhier.
Tegen twee nar vereenigden zich in de
groote audiëntiezaal tal van rechtelijke, bur
gerlijke en militaire autoriteiten met hunne
dames, om tegenwoordig te zjjn bjj de plech
tigheden van dezen middag.
Al de loden der rechtbank waren tegen
woordig, eveneens de leden van het parket en
van de griffie, en de leden der balie.
Wg merkten vorder op verschillende kan
tonrechters, ambtenaren van het openbaar
ministerie bjj en griffiers van kantongerechten,
den griffier en leden der Staten van Zeeland,
den burgemeester van Middelburg en leden
van den raad aldaar. Ook de le luit. der
marechaussee Piekema, districts commandant
te Vliasingen, de commissarissen van politie te
Middelburg en Vlissingen.
Voorts waren ook aanwezig alle deurwaar
ders bjj de rechtbank, de klerken van griffie
en parket, de bode bjj de rechtbank en de
concierge van het gebouw.
Een afscheid.
Na de zitting geopend te hebben nam de
president, jhr mr A. van Reigersberg Verslujjs
het woord en sprak de volgende rede uit:
•Edel achtbare Heeren, waarde ambtgenoo-
ten, weledel gestrenge heeren, hooggeachte
leden der balie en gjj allen, die deze bjjeon
komst met uwe tegenwoordigheid vereert
Er is geen wetteljjke bepaling, die voor
schrift dat oen altredend voorzitter van een
rechtscollege in het openbaar afscheid neemt,
maar het ia door het gebruik eenigszins ge
wettigd. en ik onderworp mjj aan dat gebruik,
vooral om niet door andera te handelen dan
gebruikelijk is, onjuiste gevolgtrekkingen
mogeljjk te maken.
Maar dat dit afscheid mjj moeiljjk valt, zult
gjj allen wel willen gelooven.
Ik ben vervuld met dankbaarheid voor het
groote voorreoht, dat uijj is te beurt gevallen,
zóó lang werkzaam te hebben mogen zjjn in een
werkkring, die mjj liet was, maar het is
mjj een groot verdriet dat het einde er van
daar is.
Ik heb echter gemeend dat einde niet
langer te mogen verschuiven de vroes heeft
injj zelfs wel bekropen, of ik niet onbescheiden
ben geweest door zóó lang op de plaats te
bljjven, die mjj vergund was in te nemen en
die een ander allicht beter had ingenomen.
Is dat het geval, dan moge tot mjjn ver
schooning strokkon, dat ik door de omstan
digheden en door de personen, met wie ik
werkte, verwend ben geworden.
Ik heb geluk gehad, wat mjjn ambtoljjk
leven betreft.
Het zal morgen 52 jaar geleden zjjn dat ik
bjj de voormalige arrondissements-rechtbank te
Middelburg werd benoemd tot substituut
griffier, waarop na 4 jaar mjjn benoeming tot
rechter volgde.
Ik heb hot voorrecht gehad in dat college
mannen te ontmoeten ik noem slechts
Adriaan Pieter van Deinse, Meinard Frederik
LantBheer, Johannes Hermanns de Stoppelaar
die bg hun tjjdgenooten zeer hoog stonden aan
geschreven wegens hun buitengewone kennis,
bun groote toowjjding, hun humaniteit. Ik heb
in dat kleine college vertrouwelgk met hen
mogen omgaan en veel van hen geleerd, wat
mjj in mgn volgend leven zoo uitnemend te
pas is gekomen.
Na in Januari 1875 als president van dat
college te zjjn opgetreden, werd ik bjj de
rechterlgke organisatie van Mei 1877 tot presi
dent benoemd bjj dit groote college, dat samen
gesteld werd uit mannen van rjjke ervaring,
beproefde eerljjkheid en nauwgezetheid,
Het is mjj een hoogst weemoedige gedaohte
dat van al degeen, die toen met mg doel
uitmaakten van dat college, slechts enkelen
meer in leven zjjn.
Van hen bekleedt mjjn hoog begaafde vriend
Van Tejjlingen een hem waardige plaats in
ons hoogste rechtscollege en zgn alleen mgn
geachte collega Callenfels en de griffier nog
m dit college werkzaam, nu onze vice-presi
dent Schorer ons onlangs is ontvallen.
Aan zjjne nagedachtenis is van deze plaats
reeds een rechtvaardige en diep gevoelde hulde
gebracht.
Er is gewezen op het groote verlies dat het
college heeft geleden, nu het den man mist die
steedB met niet overtroffen jjver en nauwge
zetheid werkte, die zonder aanziens des per-
soons besliste n^ rjjpe overweging, die eenvoud
aan degelijkheid paarde, die deed wat. hg
meende dat zgn plicht was, zonder zich om
het oordeel van anderen te bekommeren, wien
sommigen daardoor wel eenB wat al te vast
houdend beschouwden, maar van wien kan
getuigd worden, dat nooit iemand hem heeft
kunnen verdenken dat bjjoogmerken zgn
handelingen hadden beheorscht.
De nagedachtenis van dien braven man
blgft in hooge eere bjj ons allen I
En nu, mgn waarde ambtgenootenmoet ik
voortaan u allen missen, die langoren of kor
toren tjjd met mjj hebt gewerkt. Al bljjf ik
met u in dezelfde stad wonen, de dngeiyksche
collegiale omgang is geëindigd.
Het zal mg moeilgk vallen daar aan te ge
wennen, maar, als men oud wordt, moot men
zich trachten te gewennen om afstand te doen
van zooveel dat ons Tief is.
Gg hebt mg het heengaan echter moeilgk
gemaakt, daar gg allen mg hebt verwend door
de vriendelijke wjjze, waarop ge mg steeds
zgt tegemoet getreden, door den grooten steun,
dien ge mg in mjjn werk hebt verschaft en
zonder welken ik zeker niet die vleiende be
oordeeling zou hebben ondervonden, die mg
nu is te beurt gevallen, niet die hooge ouder
scheiding, mg door H. M. do Koningin op
voordracht van Z. Exc. den Minister van
Justitio verleend, waarvoor ik niet mag nalaten
hier openlgk mgn dank te betuigen.
In al onze vele beraadslagingen is hoe
zeer er ook verschil van meening was de
vriendschappelgke toon steeds de uitsluitend
klinkende geweest. Onze omgatg is altjjd
vertrouwd en wederkeerig aohtend geweest.
Ik zeg u allen daarvoor hartelgk dank!
Nog een afzonderlijk woord van dank aan
u, mgn waarde vriend Callenfels.
Oaze eerste kennismaking dateert van vóór
65 jaren op het Middelburgsche gymnasium,
ons samenwerken in dit college van het jaar
1877. Ontvangt mjjnen hartelgken dank voor
de degelgke hulp en steun, die ik steeds van
u mocht ondervinden in de laatst verloopen
weken hebt ge nog getoond hoezeer uw kunde,
uw jjver en uw dienstvaardigheid onveranderd
zjjn en niet het minst voor uw welwillen-
den vriendschappelgken omgang.
Eerstdaags zal ook uw ambteljjk leven
ingevolge uw verlangen geëindigd zgn.
Ge kunt terugzien op een eervolle rochter-
lgke loopb an van 50 jaren, waarvoor u door
H.M. welverdiende dank is betuigd, ge zult
bevrediging kunnen vinden in het bewustzjjn,
dat ge een leven van getrouwe plichtsbetrach
ting achter u hebt. Moogt ge «lang, even
gezond als ge thans zgt,van uw welverdiende
rust genieten.
Waarde collegae, wilt allen mgner geden
ken en mg uw vriendschap big ven schenken
in mgn ambteloos leven. Ik verzeker u, dat
ik er. den hoogsten prgs op stel.
Ook van u, afscheid te n°men, mgne heeren
officier en substituut officier van justitie, doet
mg leed, want hoewel ge beiden nog slechts
korten tgd bg dit college werkzaam zgt, heeft
onze verhouding niets te wenschen overgelaten
en ik waardeer ten zeerste uw beider degelgke
kennis en grooten gver. Ik geef u de ver
zekering, dat ik mg zeer verheug, dat ik het
Middelburgsche parket in zoo uitmuntende
handen achterlaat. Wilt beiden mgn oprechten
dank aanvaarden voor uwe welwillendheid
jegens mg en mjj in vriondeljjk aandenken
houden.
Waarde heer griffier, met u heb ik 32 jaar
gewerkt en ik heb er mg steeds in verheugd,
dat ge, eerst alB substituut-griffier en later
als hoofd der griffie, zoowel tegenover het
college als tegenover de balie en tegenover
het publiek, den goeden naam dezer griffie
hebt gehandhaafd.
We hebben altjjd vertrouwelgk omgegaan
en do.-r uwe hulpvaardigheid en welwillend
heid en ook door die van u, mjjnheer de
substituut-griffier, is mjj het waarnemen
mjjner betrekking niet weinig vergemakkeljjkt
en veraangenaamd. Aanvaardt beiden daarvoor
mgn oprechten dank.
Hooggeachte leden der balie
Toen in hot begin van Juni 11. door u by
geruchte was vernomen, dat ik voornemens
was weldra mgn ambt neer te leggen, iB mjj,
namens u allen, zoo schriftelijk als mondeling,
de wensch geuit, dat ik aanleiding zou
kunnen vinden mgn voornemen te laten
in. Hoewel ik heb gemeond aan uw ver
langen niet te kannen voldoen, omdat mgn
besluit, na rgp beraad, was genomen, heeft
de door u gedane stap mjj toch diep getroffen.
Ik Bpreek er u mgne groote erkentelgkhoid
voor uit, en al moge de beoordeeling van
mjjn werken en Btrevea in hot mjj overhan
digde adres in veel te vleiende bewoordingen
zgn vervat geworden, zoo waardeer ik ten
hoogste uwe groote welwillendheid jegenB
mg, die er zdo duidelgk uit bljjkt. Ik dank u
allen, dat ge mg in mgn lange loopbaan
eiken wanklank bg ons samenwerken hebt
bespaard.
Het is voor oen voorzitter een onschatbaar
Voorrecht, dat hg de belangen der justicie-
abelen toevertroawd ziet aan mannen, die
als gg, eerlgk en gverig uwe plichten ver
vult, ook bg geheel belangloos werk, dat,
vooral in den lnatsten tjjd, maar al te veel
aan de leden der Balie wordt opgedragen.
Mgne Heeren 1 Houdt de eer van uw nobile
ojficium op, zooals ge het tot nu toe deedt, in
het belang van u zeiven, in het belang der
magistratuur, alzoo in het belang der recht-
joekenden.
Het eg mg vergund u te herinneren aan de
woorden van een beroemd Fransch advocaat:
>Le Barreau vaut ce que vaut la magistrature
el réciproquement. V avocat se négligé quand la
digniti el le savoir du siège diminuent. Le juge
perd raliment m'me de ses decisionsquand le
Barreau est en décadence. Ainsi cliacun d'eux
doit-il veitler jalousement sur Lautre".
Mgne heeren, ik beveel mg in uw aller
vriendschap aan.
En ook tot n, heeren deurwaarders bg deze
rechtbank, klerken van griffie en van het
parket, bode bg dit rechtscollege, concierge van
dit gebouw, een woord tot afscheid. Dwer aller
getrouwe plichtsbetrachting, uw dienstgver en
uw hulpvaardigheid jegens mjj zgn steeds door
mjj ten zeerste gewaardeerd.
Ontvangt allon daarvoor mgn welgemeenden
dank. Moge hetj u allen wol gaan 1 Höudt mg
in goede herinnering 1
lk heb gezegd".
Hierna vroeg de heer mr Ph. J. Callenfels
het woord.
•Geachte President", zeide hg. >Hetzjjmjj
vergund een enkel woord te spreken, ook
namens myne ambtgenooten, oischoon ik niet
weet of de gewoonte of het gebruik of de
vorm modebrengt dat na n nog een ander het
woord voort.
Maar hetzg gebruik of gewoonte of vorm
dit al dan niet toelaat, het is mg onverschillig,
want ik heb het woord niet gevraagd om een
gebruik of gewoonte te bestendigen of een
formaliteit te vervullen noch ook om een en
ander met opzet te veronachtzamen, maar
omdat ik daaraan behoefte gevoelde na uw
gehouden afscheidsrede.
Vooreerst onzen dank voor de aangename,
vriendschappelgke en welwillende woorden, tot
ons gericht. Mochten wg, iu eenig opzicht,
uw werk hebben verlicht, wees verzekerd dat
wjj dit hebben gedaan volgaarne. Maar mis
schien hebben wg dit niet voldoende gedaan
en daarvoor niet genoegzaam het initiatief
genomen. Mocht zulks het geval zgn geweest,
dan is de oorzaak daarvan dat wjj, kennende
uw groote werkkracht, meenden dat gjj de
zaak liever aan u zelf hieldt om die, op de ons
bekende voortreffelgke wgze af te doen of te
beëindigen, of ook wel misschien omdat ieder
onzer voor zich zelf dacht, dat de taak beter
aan een zgner ambtgenooten dan aan hem
zelven was toevertrouwd. Nooit hebben we dit
nagelaten uit gemakzucht, veel minder nog
omdat wjj het niet gaarne zouden willen doen.
In de tweede plaats onzen dank voor de wjjze
waarop gg steeds de waardigheid van de
rechtbank hebt bewaard.
Ook voor die, waarop ge steeds de eensge
zindheid in ons college hebt behouden en zelfs
bevorderd, en niet het minst door uw vriend
schappelgken en aangenamen omgang in en
buiten ons college, en ook daarvoor dot ge
immer onze belangen hebt bevorderd en onze
verzoeken hebt ingewilligd, voor zooverre die
konden worden toegestaan zonder schade te
doon aan de behandeling der zaken, waardoor
ge onze werkzaamheden hebt veraangenaamd
ook ons leven. Ge staat gereed ambteljjk
ons te scheiden, doch we hopen en vragen
aan u dat dezelfde verhouding, die er tusschen
u en ons bestond tgdens we in hetzelfde college
werkzaam waren, zal blgven bestaan, nu gg
daarvan geen deel moer uitmaakt.
H. M. de Koningin heeft u, op de meest
eervo'le wgze, ontslag verleend, en daaren
boven nog een onderBcheidingsteeken in hoo
gere orde toegekend.
Moge gg het daardoor ontstane otium, zoo
zeer summa cum dignitate verkregen, doorleven
in gezondheid en voorspoed in uwe bgzondere
aangelegenheden en mogen deze beide zoozeer
te waardeeren factoren in het leven, u dat
otium minder doen gevoelen en veraangenamen.
Onze boBte wenschen vergezellen u op uw
verderen levensweg, en mogen deze worden
vervuld.
Ten slotte nog mgn bgzonderen dank voor
do door u mg persoonlgk toegesproken woor
den. Ware het niet dat ik daardoor uwo op
rechtheid te kort deed, zou ik zoggen ze
waren voor mg te veel, te veel omvattend, te
vleiend."
Hierna verkreeg de officier van justitie, de
heer mr. J. J. Garaten, het woord.
Hg herinnerde eraan dat aan jhr. mr. A
van Reigersberg Versluys bjj koninklgk besluit
van 18 Aug. jl. eervol ontslag werd verleend,
onder dankbetuiging voor de langdurige en
gewichtige diensten.
Wanneer die dank ooit verdiend is, dan is
dat zeker thans het geval.
Ofschoon Bpreker den president slechts kort
heeft leeren kennen, heeft hg genoegzaam
ervaren dat deze een hooge opvatting had van
het presidentschap en die betrekking op voor
treffelgke wgze heeft bekleod.
Waar de heer Van Reigersberg Verslugs
het denkbeeld uitsprak of bg niet te lang was
gebleven, zeide spreker dat men hem nog
gaarne eenigen tgd had zien aanblgven.
Verder herinnerde hg eraan dat de heer
Verslugs steeds getoond heeft de rechte man
op de rechte plaats te zgn, die zgn taak steeds
verrichtte, genietend van een uitstekende
gezondheid, steeds opgewekt en niet de minste
verzwakking latende bemerken.
Spreker bracht den schoidenden presidont
dank voor de steeds ondorvondon medewerking
en welwillendheid.
De heer Van Reigersberg Verslage zal wor
den gemist ën om zgn ving afdoen van zaken
èn om zgn vriendelgke verschijning.
Spreker zeide den president dank voor de
vnendeljjko woorden, tot het parket gericht
en sloot zich verder aan bg hetgeen door den
heer Callenfels was gezegd.
De president kan terugzien op een welbe
steed leven en spreker hoopte, ook namens
den substituur officier, dat de jeugdige ouder
dom, door hem zoo lang getoond, hem ook
als ambteloos burger moge vergezellen en dat
hot hem in zgn ambteloos leven wel moge gaan.
Hierna werd het woord gevraagd door den
grif fier, jhr. mr. W. H. Snouck Hurgronje.
Edelachtbare heer President", zeide bg.
Het is slechts bg buitengewone omstandig
heden dat van dezs plaats in het openbaar
het woord wordt gevoerd, maar zulk een
buitengewone omstandigheid doet zich heden
nu u, hooggeachte presidentafscheid
neemt van het college, waaraan u gedurende
een geheele rechterlgke loopbaan, gedurende
52 jaar, van den laagsten tot den hoogsten
rang, verbonden zgt geweest, en het is mg
dan ook een groot voorrecht namens de griffie
een enkel woord tot u te mogen richten.
De griffie wenscht u te bedanken voor de
harteljjke woorden, zooeven door u tot haar
gesproken, waarbg u ook zulke waardeerende
woorden tot het ambtenaarspersoneel hebt ge
richt uit hun naam zeg ik u hiervoor dank.
- j heeft u echter ook nog voor iets anders
te bedanken.
Zjj heeft u te bedanken voor de aangename,
minzame en vriendschappelgke wgze waarop
u steeds met haar hebt omgegaan.
Waar u nu en dan roeendet haar op haar
verplichtingen te moeten wjj zen, hebt u steeds
haar rechten hoog gehouden daar vooral is zg
u dankbaar voor.
PerBOonljjk dank ik u voor de tot mg ge
richte woorden
Dat u er prgs op hebt gesteld, dat onze
verhouding steeds een aangename zoude zgn,
heb ik gedurende ruim 32 jaren, immers van
Mei 1877 af, van u ondervonden en niet het
minst gedurende de laatste jaren, dat ik als
hoofd der griffie bjjna dageljjks met u in
aanraking kwam. Ik kan het met genoegen
zeggen, dat geen enkel oogenblik gedurende
die vele jaren die aangename verhouding
verstoord is geworden.
En daartoe hebt u steeds willen medewer-
m. lk vergeet bet niet, dat ik het voor
een groot deel aan u te danken heb, dat ik
in 1892 den griffierszetel heb mogen innemen
voor dit alles is het mg een behoefte u, nu
u ons als president gaat verlaten, nogmaals
in het openbaar mgn welgemeenden dank te
zeggen.
De griffie wenscht u een lange reeks ge
lukkige jaren van rust toe, een ruBt,
dio naar haar weusch veel te vroeg komt,
maar die zg u allerminst misgunt, als zgnde
ten volle verdiend.
Wees er van overtuigd, dat uw naam als
president bjj haar steeds in dankbare herin
nering zal bljjven voortleven".
De deken der orde van advocaten, de heer
mr M. Jacq de Witt Hamer, die na het woord
verkreeg, zeide het volgende
•Mjjnheer de Presidont. Namens de orde
der advohaten zeg ik u hartelgk dank voor
de vriendelgke woorden, bg uw afscheid tot
hen gericht, en spreek de hoop uit, dat zjj
voor ons allen een spoorslag mogen zyn om
meer dan ooit te heseffen, dat onze betrekking
een eerebetrekking is, die wg hoog moeten
houden. Ook ons heeft het verlies, dat de
rechtbank leed door het plotseling overigden
van jhr mr E. P. Schorer, den bekwamen rechts
geleerde die nog op zgn sterfbed werkzaam
was voor de strafzitting, zeer getroffen.
Bjj, de zelfstandige man, zou niet geweken
zgn voor de achterstands wetten.
Yan hem kunnen wg zeggen dat hg be
hoorde tot do garde, qui meurt mais ne se rend
pas.
Mogen wetten in het algemeen geene
terugwerkende kracht hebben, het achterstands-
wetsontwerp heeft met nieuwe wetten op in-
en uitvoerrechten dit gemeen dat het een
vooruitwerkende kracht heeft, zoodat hot zelfs
met zachten dwang noopt tot heengaan hen
die niettegenstaande hoogen leeftgd gezond
en krachtig van geeBt zgn, zoodat vele jon
geren hen mogen bengden. Indien do Minister
van Justitie hier heden tegenwoordig was, dan
zou bjj kunnen ervaren hoe averechts verkeerd
zgn wetsontwerp werkt, althans in Middelburg.
Noode zal de balie u jhr mr Van Reigors-
berg Verslugs, u mr Callenfels missen, en dat
voor u zelven dat beengaan, al is het uw
eigen keus, smartelgk is, gelo ven wg gaarne,
omdat gg een der schoonste, zooal niet den
schoonsten maatschappelgken werkkring vaar
wel zegt, die er op aarde bestaat.
Hetzg men toch het recht als reohter uit
spreekt, als ambtenair van het openbaar mi
nisterie vordert, of als advokaat verdedigt,
spant men zich in om te bereiken wat op
aarde het hoogste is, namelgk bevordering
en toepassing der gerechtigheid.
Inzonderheid uw heengaan, mgnheer de pre
sident, met wien de balie uit den aard
der zaak het meest in aanraking kwam, doit
iB oprecht leed.
Ik zal hier niet herhalen wat ik het voor
recht had u namens de orde te zeggen toen
zg nog hoopte dat u tot blgven bereid zoudt
zgn. Met u gaat een figuur weg die nooit ver
vangen kan worden -, ziedaar alles gezegd.
Wanneer u straks dit gebouw zult verlaten
hebben en in uw eigen woning zult zyn terug
gekeerd, zult u daar een klein stoffelgk blgk
van sympathie aantreffen in een afgietsel van
Aristides den rechtvaardige", naar het origi
neel dat te vinden is in het Bourbonsch Mu
seum te Napels. Wy verzoeken u dit beeld, u
geschonken door de gezamenlgke leden der
orde, aan te nemen als een blgk van hunne
warme sympathie.
En indien u later nu en dan dat beeld aan
schouwt, moge het u in herinnering brengen
hoezeer gg in de 32 nu afgeloopen jaren de
leden der orde verplicht hebt door hen in zoo
aangenamen vorm (volgens uwen stelregella
jorme emporte le Jond) hunnen taak te verge-
makkelgken.
Tevens hopen wg dat, al legt u thans uw
ambt neer, u in voorkomende gevallen waarin
wg uwen raad zouden kunnen behoeven, ons
die met uwe rgke ervaring niet zult onthouden
Zoodoende mogen wg, u vaarwel zeggende,
toch geen afscheid nemen.
De president dankte den deken zeer voor
I door hem gesproken woorden en de toe
zegging daarbjj gedaan, waarvoor hg later
dank hoopt te betuigen.
Hg dankte do andere heeren ook voor het
gesprokene en verklaarde dit alles te aan
vaarden als een bewjjs van groote vriendschap
en welwillendheid.
Eene installatie.
Daarna ging de heer Van Reigersberg Ver-
Slugs als volgt voort
En nu rust nog, alvorens mgn betrekking
ir te leggen, een laatste, aangename
plicht op mg, namelgk om u, waarde colleges
Kronenberg en Van Bel, te installeeron in uwe
betrekking, respectievelgk van president en
vice-president bg dit college, waartoe het
H.M. onze geëerbiedigde Koningin heeft be
haagd a met ingang van den dag van morgen
te benoemen. Ik geef het woord aan den heer
officier van justitie om hot vereischte requisitoir
te nemen."
De officier van justitie begon met eraan te
herinneren dat de heer mr. Kronenberg tot
president der rechtbank benoemd is ten gevolge
van het eervol ontslag van jhr. mr. Van
Reigersberg Verslugs en de hoer mr. Van Bel
tot vice-president tengevolge van het over
igden van jhr. mr. E. P. Schorer.
De laatste, gedurende vele jaren rechter en
vice-president, iB plotseling uit zgn werkkring
gerukt en heeft tot het laatste oogenblik
getoond de rechte man te zgn op de rechte
plaats.
Hg was een man van buitengewone plichts
betrachting, van groote kennis en uiterste
nauwgezetheid, die geen vonnis velde zonder
alle omstandigheden welke op het feit betrek-
bing hadden, te hebben nagegaan.
Om zgne hooge qualiteiten zal hg bg het
parket in dierbare herinnering blgven voortleven
Do omstandigheid dat mr. Kronenborg is
benoemd tot president en de heer Van Bel tot
vice-president hooft het parket met groot
genoegen vernomen, en dat genoegen was
onvermengd wgl de oudere reohters, de heeren
Callenfels en Gratama, niet in aanmerking
wenschten te komen.
Beide hoeren hebben het ambt van reohter
op uitnemende wgze vervuld en het langer
verbljjf in deze provincie hoeft hen, al zgn
zg geen geboren Zeeuwen, genoeg van land
en volk doen kennen om de hooge taak, hun
op de schouders gelegd, naar behooren te ver
vullen.
Spreker wenschte beiden, ook namens zgn
ambtgenoot, hartelgk geluk met hun benoe
ming en hoopte dat zg langon tgd hun ambt
zullen vervullen tot voldoening van hen zelven.
Hg hoopte verder dat de aangename
verstandhouding, die tot dusver bestond, ook