ftlIDDELBURGSCHi; COURANT. TWEEDE BLAD VAN DE Woensdag 22 September. Middelburg 21 September. Een afscheid eene installatie. No 223 132* Jaargang. 1909. en Heden middag had eene plechtige open bare zitting plaats van de arrondissements rechtbank alhier. Tegen twee nar vereenigden zich in de groote audiëntiezaal tal van rechtelijke, bur gerlijke en militaire autoriteiten met hunne dames, om tegenwoordig te zjjn bjj de plech tigheden van dezen middag. Al de loden der rechtbank waren tegen woordig, eveneens de leden van het parket en van de griffie, en de leden der balie. Wg merkten vorder op verschillende kan tonrechters, ambtenaren van het openbaar ministerie bjj en griffiers van kantongerechten, den griffier en leden der Staten van Zeeland, den burgemeester van Middelburg en leden van den raad aldaar. Ook de le luit. der marechaussee Piekema, districts commandant te Vliasingen, de commissarissen van politie te Middelburg en Vlissingen. Voorts waren ook aanwezig alle deurwaar ders bjj de rechtbank, de klerken van griffie en parket, de bode bjj de rechtbank en de concierge van het gebouw. Een afscheid. Na de zitting geopend te hebben nam de president, jhr mr A. van Reigersberg Verslujjs het woord en sprak de volgende rede uit: •Edel achtbare Heeren, waarde ambtgenoo- ten, weledel gestrenge heeren, hooggeachte leden der balie en gjj allen, die deze bjjeon komst met uwe tegenwoordigheid vereert Er is geen wetteljjke bepaling, die voor schrift dat oen altredend voorzitter van een rechtscollege in het openbaar afscheid neemt, maar het ia door het gebruik eenigszins ge wettigd. en ik onderworp mjj aan dat gebruik, vooral om niet door andera te handelen dan gebruikelijk is, onjuiste gevolgtrekkingen mogeljjk te maken. Maar dat dit afscheid mjj moeiljjk valt, zult gjj allen wel willen gelooven. Ik ben vervuld met dankbaarheid voor het groote voorreoht, dat uijj is te beurt gevallen, zóó lang werkzaam te hebben mogen zjjn in een werkkring, die mjj liet was, maar het is mjj een groot verdriet dat het einde er van daar is. Ik heb echter gemeend dat einde niet langer te mogen verschuiven de vroes heeft injj zelfs wel bekropen, of ik niet onbescheiden ben geweest door zóó lang op de plaats te bljjven, die mjj vergund was in te nemen en die een ander allicht beter had ingenomen. Is dat het geval, dan moge tot mjjn ver schooning strokkon, dat ik door de omstan digheden en door de personen, met wie ik werkte, verwend ben geworden. Ik heb geluk gehad, wat mjjn ambtoljjk leven betreft. Het zal morgen 52 jaar geleden zjjn dat ik bjj de voormalige arrondissements-rechtbank te Middelburg werd benoemd tot substituut griffier, waarop na 4 jaar mjjn benoeming tot rechter volgde. Ik heb hot voorrecht gehad in dat college mannen te ontmoeten ik noem slechts Adriaan Pieter van Deinse, Meinard Frederik LantBheer, Johannes Hermanns de Stoppelaar die bg hun tjjdgenooten zeer hoog stonden aan geschreven wegens hun buitengewone kennis, bun groote toowjjding, hun humaniteit. Ik heb in dat kleine college vertrouwelgk met hen mogen omgaan en veel van hen geleerd, wat mjj in mgn volgend leven zoo uitnemend te pas is gekomen. Na in Januari 1875 als president van dat college te zjjn opgetreden, werd ik bjj de rechterlgke organisatie van Mei 1877 tot presi dent benoemd bjj dit groote college, dat samen gesteld werd uit mannen van rjjke ervaring, beproefde eerljjkheid en nauwgezetheid, Het is mjj een hoogst weemoedige gedaohte dat van al degeen, die toen met mg doel uitmaakten van dat college, slechts enkelen meer in leven zjjn. Van hen bekleedt mjjn hoog begaafde vriend Van Tejjlingen een hem waardige plaats in ons hoogste rechtscollege en zgn alleen mgn geachte collega Callenfels en de griffier nog m dit college werkzaam, nu onze vice-presi dent Schorer ons onlangs is ontvallen. Aan zjjne nagedachtenis is van deze plaats reeds een rechtvaardige en diep gevoelde hulde gebracht. Er is gewezen op het groote verlies dat het college heeft geleden, nu het den man mist die steedB met niet overtroffen jjver en nauwge zetheid werkte, die zonder aanziens des per- soons besliste n^ rjjpe overweging, die eenvoud aan degelijkheid paarde, die deed wat. hg meende dat zgn plicht was, zonder zich om het oordeel van anderen te bekommeren, wien sommigen daardoor wel eenB wat al te vast houdend beschouwden, maar van wien kan getuigd worden, dat nooit iemand hem heeft kunnen verdenken dat bjjoogmerken zgn handelingen hadden beheorscht. De nagedachtenis van dien braven man blgft in hooge eere bjj ons allen I En nu, mgn waarde ambtgenootenmoet ik voortaan u allen missen, die langoren of kor toren tjjd met mjj hebt gewerkt. Al bljjf ik met u in dezelfde stad wonen, de dngeiyksche collegiale omgang is geëindigd. Het zal mg moeilgk vallen daar aan te ge wennen, maar, als men oud wordt, moot men zich trachten te gewennen om afstand te doen van zooveel dat ons Tief is. Gg hebt mg het heengaan echter moeilgk gemaakt, daar gg allen mg hebt verwend door de vriendelijke wjjze, waarop ge mg steeds zgt tegemoet getreden, door den grooten steun, dien ge mg in mjjn werk hebt verschaft en zonder welken ik zeker niet die vleiende be oordeeling zou hebben ondervonden, die mg nu is te beurt gevallen, niet die hooge ouder scheiding, mg door H. M. do Koningin op voordracht van Z. Exc. den Minister van Justitio verleend, waarvoor ik niet mag nalaten hier openlgk mgn dank te betuigen. In al onze vele beraadslagingen is hoe zeer er ook verschil van meening was de vriendschappelgke toon steeds de uitsluitend klinkende geweest. Onze omgatg is altjjd vertrouwd en wederkeerig aohtend geweest. Ik zeg u allen daarvoor hartelgk dank! Nog een afzonderlijk woord van dank aan u, mgn waarde vriend Callenfels. Oaze eerste kennismaking dateert van vóór 65 jaren op het Middelburgsche gymnasium, ons samenwerken in dit college van het jaar 1877. Ontvangt mjjnen hartelgken dank voor de degelgke hulp en steun, die ik steeds van u mocht ondervinden in de laatst verloopen weken hebt ge nog getoond hoezeer uw kunde, uw jjver en uw dienstvaardigheid onveranderd zjjn en niet het minst voor uw welwillen- den vriendschappelgken omgang. Eerstdaags zal ook uw ambteljjk leven ingevolge uw verlangen geëindigd zgn. Ge kunt terugzien op een eervolle rochter- lgke loopb an van 50 jaren, waarvoor u door H.M. welverdiende dank is betuigd, ge zult bevrediging kunnen vinden in het bewustzjjn, dat ge een leven van getrouwe plichtsbetrach ting achter u hebt. Moogt ge «lang, even gezond als ge thans zgt,van uw welverdiende rust genieten. Waarde collegae, wilt allen mgner geden ken en mg uw vriendschap big ven schenken in mgn ambteloos leven. Ik verzeker u, dat ik er. den hoogsten prgs op stel. Ook van u, afscheid te n°men, mgne heeren officier en substituut officier van justitie, doet mg leed, want hoewel ge beiden nog slechts korten tgd bg dit college werkzaam zgt, heeft onze verhouding niets te wenschen overgelaten en ik waardeer ten zeerste uw beider degelgke kennis en grooten gver. Ik geef u de ver zekering, dat ik mg zeer verheug, dat ik het Middelburgsche parket in zoo uitmuntende handen achterlaat. Wilt beiden mgn oprechten dank aanvaarden voor uwe welwillendheid jegens mg en mjj in vriondeljjk aandenken houden. Waarde heer griffier, met u heb ik 32 jaar gewerkt en ik heb er mg steeds in verheugd, dat ge, eerst alB substituut-griffier en later als hoofd der griffie, zoowel tegenover het college als tegenover de balie en tegenover het publiek, den goeden naam dezer griffie hebt gehandhaafd. We hebben altjjd vertrouwelgk omgegaan en do.-r uwe hulpvaardigheid en welwillend heid en ook door die van u, mjjnheer de substituut-griffier, is mjj het waarnemen mjjner betrekking niet weinig vergemakkeljjkt en veraangenaamd. Aanvaardt beiden daarvoor mgn oprechten dank. Hooggeachte leden der balie Toen in hot begin van Juni 11. door u by geruchte was vernomen, dat ik voornemens was weldra mgn ambt neer te leggen, iB mjj, namens u allen, zoo schriftelijk als mondeling, de wensch geuit, dat ik aanleiding zou kunnen vinden mgn voornemen te laten in. Hoewel ik heb gemeond aan uw ver langen niet te kannen voldoen, omdat mgn besluit, na rgp beraad, was genomen, heeft de door u gedane stap mjj toch diep getroffen. Ik Bpreek er u mgne groote erkentelgkhoid voor uit, en al moge de beoordeeling van mjjn werken en Btrevea in hot mjj overhan digde adres in veel te vleiende bewoordingen zgn vervat geworden, zoo waardeer ik ten hoogste uwe groote welwillendheid jegenB mg, die er zdo duidelgk uit bljjkt. Ik dank u allen, dat ge mg in mgn lange loopbaan eiken wanklank bg ons samenwerken hebt bespaard. Het is voor oen voorzitter een onschatbaar Voorrecht, dat hg de belangen der justicie- abelen toevertroawd ziet aan mannen, die als gg, eerlgk en gverig uwe plichten ver vult, ook bg geheel belangloos werk, dat, vooral in den lnatsten tjjd, maar al te veel aan de leden der Balie wordt opgedragen. Mgne Heeren 1 Houdt de eer van uw nobile ojficium op, zooals ge het tot nu toe deedt, in het belang van u zeiven, in het belang der magistratuur, alzoo in het belang der recht- joekenden. Het eg mg vergund u te herinneren aan de woorden van een beroemd Fransch advocaat: >Le Barreau vaut ce que vaut la magistrature el réciproquement. V avocat se négligé quand la digniti el le savoir du siège diminuent. Le juge perd raliment m'me de ses decisionsquand le Barreau est en décadence. Ainsi cliacun d'eux doit-il veitler jalousement sur Lautre". Mgne heeren, ik beveel mg in uw aller vriendschap aan. En ook tot n, heeren deurwaarders bg deze rechtbank, klerken van griffie en van het parket, bode bg dit rechtscollege, concierge van dit gebouw, een woord tot afscheid. Dwer aller getrouwe plichtsbetrachting, uw dienstgver en uw hulpvaardigheid jegens mjj zgn steeds door mjj ten zeerste gewaardeerd. Ontvangt allon daarvoor mgn welgemeenden dank. Moge hetj u allen wol gaan 1 Höudt mg in goede herinnering 1 lk heb gezegd". Hierna vroeg de heer mr Ph. J. Callenfels het woord. •Geachte President", zeide hg. >Hetzjjmjj vergund een enkel woord te spreken, ook namens myne ambtgenooten, oischoon ik niet weet of de gewoonte of het gebruik of de vorm modebrengt dat na n nog een ander het woord voort. Maar hetzg gebruik of gewoonte of vorm dit al dan niet toelaat, het is mg onverschillig, want ik heb het woord niet gevraagd om een gebruik of gewoonte te bestendigen of een formaliteit te vervullen noch ook om een en ander met opzet te veronachtzamen, maar omdat ik daaraan behoefte gevoelde na uw gehouden afscheidsrede. Vooreerst onzen dank voor de aangename, vriendschappelgke en welwillende woorden, tot ons gericht. Mochten wg, iu eenig opzicht, uw werk hebben verlicht, wees verzekerd dat wjj dit hebben gedaan volgaarne. Maar mis schien hebben wg dit niet voldoende gedaan en daarvoor niet genoegzaam het initiatief genomen. Mocht zulks het geval zgn geweest, dan is de oorzaak daarvan dat wjj, kennende uw groote werkkracht, meenden dat gjj de zaak liever aan u zelf hieldt om die, op de ons bekende voortreffelgke wgze af te doen of te beëindigen, of ook wel misschien omdat ieder onzer voor zich zelf dacht, dat de taak beter aan een zgner ambtgenooten dan aan hem zelven was toevertrouwd. Nooit hebben we dit nagelaten uit gemakzucht, veel minder nog omdat wjj het niet gaarne zouden willen doen. In de tweede plaats onzen dank voor de wjjze waarop gg steeds de waardigheid van de rechtbank hebt bewaard. Ook voor die, waarop ge steeds de eensge zindheid in ons college hebt behouden en zelfs bevorderd, en niet het minst door uw vriend schappelgken en aangenamen omgang in en buiten ons college, en ook daarvoor dot ge immer onze belangen hebt bevorderd en onze verzoeken hebt ingewilligd, voor zooverre die konden worden toegestaan zonder schade te doon aan de behandeling der zaken, waardoor ge onze werkzaamheden hebt veraangenaamd ook ons leven. Ge staat gereed ambteljjk ons te scheiden, doch we hopen en vragen aan u dat dezelfde verhouding, die er tusschen u en ons bestond tgdens we in hetzelfde college werkzaam waren, zal blgven bestaan, nu gg daarvan geen deel moer uitmaakt. H. M. de Koningin heeft u, op de meest eervo'le wgze, ontslag verleend, en daaren boven nog een onderBcheidingsteeken in hoo gere orde toegekend. Moge gg het daardoor ontstane otium, zoo zeer summa cum dignitate verkregen, doorleven in gezondheid en voorspoed in uwe bgzondere aangelegenheden en mogen deze beide zoozeer te waardeeren factoren in het leven, u dat otium minder doen gevoelen en veraangenamen. Onze boBte wenschen vergezellen u op uw verderen levensweg, en mogen deze worden vervuld. Ten slotte nog mgn bgzonderen dank voor do door u mg persoonlgk toegesproken woor den. Ware het niet dat ik daardoor uwo op rechtheid te kort deed, zou ik zoggen ze waren voor mg te veel, te veel omvattend, te vleiend." Hierna verkreeg de officier van justitie, de heer mr. J. J. Garaten, het woord. Hg herinnerde eraan dat aan jhr. mr. A van Reigersberg Versluys bjj koninklgk besluit van 18 Aug. jl. eervol ontslag werd verleend, onder dankbetuiging voor de langdurige en gewichtige diensten. Wanneer die dank ooit verdiend is, dan is dat zeker thans het geval. Ofschoon Bpreker den president slechts kort heeft leeren kennen, heeft hg genoegzaam ervaren dat deze een hooge opvatting had van het presidentschap en die betrekking op voor treffelgke wgze heeft bekleod. Waar de heer Van Reigersberg Verslugs het denkbeeld uitsprak of bg niet te lang was gebleven, zeide spreker dat men hem nog gaarne eenigen tgd had zien aanblgven. Verder herinnerde hg eraan dat de heer Verslugs steeds getoond heeft de rechte man op de rechte plaats te zgn, die zgn taak steeds verrichtte, genietend van een uitstekende gezondheid, steeds opgewekt en niet de minste verzwakking latende bemerken. Spreker bracht den schoidenden presidont dank voor de steeds ondorvondon medewerking en welwillendheid. De heer Van Reigersberg Verslage zal wor den gemist ën om zgn ving afdoen van zaken èn om zgn vriendelgke verschijning. Spreker zeide den president dank voor de vnendeljjko woorden, tot het parket gericht en sloot zich verder aan bg hetgeen door den heer Callenfels was gezegd. De president kan terugzien op een welbe steed leven en spreker hoopte, ook namens den substituur officier, dat de jeugdige ouder dom, door hem zoo lang getoond, hem ook als ambteloos burger moge vergezellen en dat hot hem in zgn ambteloos leven wel moge gaan. Hierna werd het woord gevraagd door den grif fier, jhr. mr. W. H. Snouck Hurgronje. Edelachtbare heer President", zeide bg. Het is slechts bg buitengewone omstandig heden dat van dezs plaats in het openbaar het woord wordt gevoerd, maar zulk een buitengewone omstandigheid doet zich heden nu u, hooggeachte presidentafscheid neemt van het college, waaraan u gedurende een geheele rechterlgke loopbaan, gedurende 52 jaar, van den laagsten tot den hoogsten rang, verbonden zgt geweest, en het is mg dan ook een groot voorrecht namens de griffie een enkel woord tot u te mogen richten. De griffie wenscht u te bedanken voor de harteljjke woorden, zooeven door u tot haar gesproken, waarbg u ook zulke waardeerende woorden tot het ambtenaarspersoneel hebt ge richt uit hun naam zeg ik u hiervoor dank. - j heeft u echter ook nog voor iets anders te bedanken. Zjj heeft u te bedanken voor de aangename, minzame en vriendschappelgke wgze waarop u steeds met haar hebt omgegaan. Waar u nu en dan roeendet haar op haar verplichtingen te moeten wjj zen, hebt u steeds haar rechten hoog gehouden daar vooral is zg u dankbaar voor. PerBOonljjk dank ik u voor de tot mg ge richte woorden Dat u er prgs op hebt gesteld, dat onze verhouding steeds een aangename zoude zgn, heb ik gedurende ruim 32 jaren, immers van Mei 1877 af, van u ondervonden en niet het minst gedurende de laatste jaren, dat ik als hoofd der griffie bjjna dageljjks met u in aanraking kwam. Ik kan het met genoegen zeggen, dat geen enkel oogenblik gedurende die vele jaren die aangename verhouding verstoord is geworden. En daartoe hebt u steeds willen medewer- m. lk vergeet bet niet, dat ik het voor een groot deel aan u te danken heb, dat ik in 1892 den griffierszetel heb mogen innemen voor dit alles is het mg een behoefte u, nu u ons als president gaat verlaten, nogmaals in het openbaar mgn welgemeenden dank te zeggen. De griffie wenscht u een lange reeks ge lukkige jaren van rust toe, een ruBt, dio naar haar weusch veel te vroeg komt, maar die zg u allerminst misgunt, als zgnde ten volle verdiend. Wees er van overtuigd, dat uw naam als president bjj haar steeds in dankbare herin nering zal bljjven voortleven". De deken der orde van advocaten, de heer mr M. Jacq de Witt Hamer, die na het woord verkreeg, zeide het volgende •Mjjnheer de Presidont. Namens de orde der advohaten zeg ik u hartelgk dank voor de vriendelgke woorden, bg uw afscheid tot hen gericht, en spreek de hoop uit, dat zjj voor ons allen een spoorslag mogen zyn om meer dan ooit te heseffen, dat onze betrekking een eerebetrekking is, die wg hoog moeten houden. Ook ons heeft het verlies, dat de rechtbank leed door het plotseling overigden van jhr mr E. P. Schorer, den bekwamen rechts geleerde die nog op zgn sterfbed werkzaam was voor de strafzitting, zeer getroffen. Bjj, de zelfstandige man, zou niet geweken zgn voor de achterstands wetten. Yan hem kunnen wg zeggen dat hg be hoorde tot do garde, qui meurt mais ne se rend pas. Mogen wetten in het algemeen geene terugwerkende kracht hebben, het achterstands- wetsontwerp heeft met nieuwe wetten op in- en uitvoerrechten dit gemeen dat het een vooruitwerkende kracht heeft, zoodat hot zelfs met zachten dwang noopt tot heengaan hen die niettegenstaande hoogen leeftgd gezond en krachtig van geeBt zgn, zoodat vele jon geren hen mogen bengden. Indien do Minister van Justitie hier heden tegenwoordig was, dan zou bjj kunnen ervaren hoe averechts verkeerd zgn wetsontwerp werkt, althans in Middelburg. Noode zal de balie u jhr mr Van Reigors- berg Verslugs, u mr Callenfels missen, en dat voor u zelven dat beengaan, al is het uw eigen keus, smartelgk is, gelo ven wg gaarne, omdat gg een der schoonste, zooal niet den schoonsten maatschappelgken werkkring vaar wel zegt, die er op aarde bestaat. Hetzg men toch het recht als reohter uit spreekt, als ambtenair van het openbaar mi nisterie vordert, of als advokaat verdedigt, spant men zich in om te bereiken wat op aarde het hoogste is, namelgk bevordering en toepassing der gerechtigheid. Inzonderheid uw heengaan, mgnheer de pre sident, met wien de balie uit den aard der zaak het meest in aanraking kwam, doit iB oprecht leed. Ik zal hier niet herhalen wat ik het voor recht had u namens de orde te zeggen toen zg nog hoopte dat u tot blgven bereid zoudt zgn. Met u gaat een figuur weg die nooit ver vangen kan worden -, ziedaar alles gezegd. Wanneer u straks dit gebouw zult verlaten hebben en in uw eigen woning zult zyn terug gekeerd, zult u daar een klein stoffelgk blgk van sympathie aantreffen in een afgietsel van Aristides den rechtvaardige", naar het origi neel dat te vinden is in het Bourbonsch Mu seum te Napels. Wy verzoeken u dit beeld, u geschonken door de gezamenlgke leden der orde, aan te nemen als een blgk van hunne warme sympathie. En indien u later nu en dan dat beeld aan schouwt, moge het u in herinnering brengen hoezeer gg in de 32 nu afgeloopen jaren de leden der orde verplicht hebt door hen in zoo aangenamen vorm (volgens uwen stelregella jorme emporte le Jond) hunnen taak te verge- makkelgken. Tevens hopen wg dat, al legt u thans uw ambt neer, u in voorkomende gevallen waarin wg uwen raad zouden kunnen behoeven, ons die met uwe rgke ervaring niet zult onthouden Zoodoende mogen wg, u vaarwel zeggende, toch geen afscheid nemen. De president dankte den deken zeer voor I door hem gesproken woorden en de toe zegging daarbjj gedaan, waarvoor hg later dank hoopt te betuigen. Hg dankte do andere heeren ook voor het gesprokene en verklaarde dit alles te aan vaarden als een bewjjs van groote vriendschap en welwillendheid. Eene installatie. Daarna ging de heer Van Reigersberg Ver- Slugs als volgt voort En nu rust nog, alvorens mgn betrekking ir te leggen, een laatste, aangename plicht op mg, namelgk om u, waarde colleges Kronenberg en Van Bel, te installeeron in uwe betrekking, respectievelgk van president en vice-president bg dit college, waartoe het H.M. onze geëerbiedigde Koningin heeft be haagd a met ingang van den dag van morgen te benoemen. Ik geef het woord aan den heer officier van justitie om hot vereischte requisitoir te nemen." De officier van justitie begon met eraan te herinneren dat de heer mr. Kronenberg tot president der rechtbank benoemd is ten gevolge van het eervol ontslag van jhr. mr. Van Reigersberg Verslugs en de hoer mr. Van Bel tot vice-president tengevolge van het over igden van jhr. mr. E. P. Schorer. De laatste, gedurende vele jaren rechter en vice-president, iB plotseling uit zgn werkkring gerukt en heeft tot het laatste oogenblik getoond de rechte man te zgn op de rechte plaats. Hg was een man van buitengewone plichts betrachting, van groote kennis en uiterste nauwgezetheid, die geen vonnis velde zonder alle omstandigheden welke op het feit betrek- bing hadden, te hebben nagegaan. Om zgne hooge qualiteiten zal hg bg het parket in dierbare herinnering blgven voortleven Do omstandigheid dat mr. Kronenborg is benoemd tot president en de heer Van Bel tot vice-president hooft het parket met groot genoegen vernomen, en dat genoegen was onvermengd wgl de oudere reohters, de heeren Callenfels en Gratama, niet in aanmerking wenschten te komen. Beide hoeren hebben het ambt van reohter op uitnemende wgze vervuld en het langer verbljjf in deze provincie hoeft hen, al zgn zg geen geboren Zeeuwen, genoeg van land en volk doen kennen om de hooge taak, hun op de schouders gelegd, naar behooren te ver vullen. Spreker wenschte beiden, ook namens zgn ambtgenoot, hartelgk geluk met hun benoe ming en hoopte dat zg langon tgd hun ambt zullen vervullen tot voldoening van hen zelven. Hg hoopte verder dat de aangename verstandhouding, die tot dusver bestond, ook

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1909 | | pagina 5