MIDDELEUJRGSCHE COURANT. TWEEDE BLAD VAN DE Maandag 28 Juni, *£andbouu)kromek. N° 149 132° Jaargang. 1909. i Ons blad wordt deze maand kosteloos toegezonden aan allen die zich tegen 1 Juli kbonnecren. De Administratie. Middelburg 26 Juni. VAN ONZEN VASTEN MEDEWERKER. De Deekrap en «le Wee<le. De teelt van de meekrap (rubia tinctorumie zeer oud. Oorspronkelijk uit de landen aan de Kaspische zee, waar zij nog in 't wild groeit, kwam de meekrap eerst in Klein-Azië en werd van daar door de Grieken en Romeinen naar Europa overgebracht. In de middeleeuwen werd zjj voorname! gk verbouwd in Frankrjjk, Vlaan deren, Zeeland, den Elsas en Silezië. In de keure van Aardenburg van 1250 wordt reeds gesproken van een meede- en van oen weede- huus en de Vlaamsehe moede alsmede de Zeeuwsche, waarvan o.a. nog gesproken wordt in een kewio van Reymerswaal uit de 15de eeuw, golden voor voortreffelijke soorten. In die dagen namen de verfplanten meede en w e e d e een a&nzienijjke plaats in bjj de cultnurgewaggen van Midden-Europa en de teolt der laatste plant was van zoo'n groot belang voor Vlaanderen, dat de maand Juni daarvan den naam Weedemaand ontviDg geljjk men April Grasmaand, Juli Hooi maand noemde. Beide planten waren uitstekende gewassen voor den landbouwer en den arbeider, waarom het in het belang van beiden zeer te betreuren is, dat zjj door andere verfstoffen vervangen zyn: de meekrap door de kunstmatige alizarine, die men bereidt uit anthraeeen, een vaste kool waterstof van de ateenkolenteer, welke men verkrijgt by gasbereiding. De moekrap is een kruidachtige overblij vende plant, behoorende tot de Sterblad i- gen (ste/lalae), eene onderafdeeling dor Mee- krapachtigen (rubiniae). Da meekrap werd in Nederland verbouwd nagenoeg uitsluitend om de wortels, bestaande nit talrijke tamelijke dikke wortelstokken en de dunnere bjj wortels, die de gewenschte roode kleurstof bevatten, waarmede o. a. het zoogenaamde kraprood geverfd werd, naar welke kleur de broeken der FranBohe infanterie den naam van pantalon garance ontvingen. In Nederland werd van de bovenaardsche uitloopers, die rjjk met bladeren bezet zjjn, zelden anders gebruik gemaakt dan voor meBt in 't Zuiden van Frankrijk, vooral in de om streken van Vaucluse, waar in de 14de eeuw Petrarea zjjne beminde Laura bezong, wordt de meekrap uit zaad aangewonnon en wordt het jonge loof voor groenvoer gemaaid en gel|jk gesteld met lucerne. Overigens beeft de meek ap, die daar en verder in de omstreken van Avignon wordt geteeld, een grooten naam, wordende hare uitnemende hoedanigheid toege schreven aan do zeer doorlatende kalkgrond (paludaarde met 5Ü<>/o kalk), waarop zjj daar voorkomt. Intusschen vindt men ook uitmuntende meekrap op minder kalkhoudende gronden, zoodat door anderen de groote invloed van kalk op de cjualiteit dezer vorfplant betwyfeld wordt. Meekrap eischt een diep losgemaakten, goed watorhoudenden grond, die intusschen weder niet te vochtig mag zjjn. Kalk- en humusryke zand- en kleigrondon schgnen het best geschikt te /yn voor haar teelt, ofschoon zjj op alle gronden voorkomt, behalve op zware, slecht afwaterende klei gronden en veen. De grond wordt door spitten, door ploegen ook met de ondergrondsploeg, gewoonlijk een hal ven meter omgewerkt, vooral om den rjjkdom aan humus te bewaren, zwaar bemest met stal mest, minder met kunstmest, die toen de cultuur in haar bloei verkeerde, nog zeer weinig bekend was, en aan bedden gelegd van 1meter ol broeder. Op deze bedden worden in Mei de kremon gepoot, die een lengte hebben van 1 h 2 dM en die van do een- en tweejarige meekrap- planton worden afgescheurd. Men plant ze in kuiltjes eenigszins schuin op oen afstand van 25 cM in rjjen, die ongeveer 50 cM van elkander verwjjdord zyn. Dit planten geschiedt met een kleine spade, die wel iets heeft van eèn troffel van don metselaar. Doorgaans plant men 4 kiemen bjj elkander. Volgt op het planten nat maar geen koud weder, dan Bluan d 3 kiemen gemakkolyk aan langdnrige droogte doet vele kiemen sterven, zoodat men dan na eenigen tyd moet byplanten, soms het gehoole veld omploegen. Het zaaien kwam in Nedorland zelden voor, anders dan om nieuwe variëteiten te winnen daarvoor werd bet zaad, de gedroogde bes, van elders ontboden cn gewoonlijk in rjjen ondergebracht. Iu zuidelyker streken is het zaaien meer regel. Het eerste jaar wordt de meekrap door hak ken on wieden zeer zuiver gehoudenzyn de kiemen met een grooteren afstand tusachen de rjjen, bjjv. 70 h 80 cM., geplant, dan worden tusscben die ryen wel eens bruine boontjes aangekweekt. In hot najaar worden de bedden opgehoogd met den grond tusschen do bedden, waardoor do planten bedekt worden met een laag aarde van G tot 10 cM. In het 2Je jaar wordt de grond in 't voorjaar geëgd en voortdurend zuiver gehouden door behakken en wieden. Zyn de pry zen hoog, dan wordt aan 't einde het tweede jaar gedolven en kan een HA van 1200—1500 KG wortels voortbrengen delft men niet, dan wordt do behandeling van het eerste jaar herhaald en het delven uitge steld tot het volgend jaar. Het delven ge schiedt in September of October. Een drie jarige oogst levert van 2—3 duizend KG wor tels en meer. Men laat de wortels op het veld luchtdroog worden en voert .ze daarna naar de meestoof, waar zy by een temperatuur van 50 h 60° C. gedroogd worden op eesten. Zoodanige meesto- ven vond men voor een veertigtal jaren nage noeg in alle doelen van Zeelandthans zyn or nog slechts een paar overgebleven. De gedroogde meekrap wordt gemalen of gestampt en het daardoor verkregen poeder krjjgt den naam van onberoofde meekrap vor der onderscheidt men nog fijne meekrap, die door tweemaal malen van het hart van de wortels verkregen wordt, en gemecne meekrap, doorgaans afkomstig van het buitenste ge deelte der wortels, het zoogennamde vleescb. De gemeene meekrap draagt ook den naam van mul of muilen. De gemalen meekrap gaat naar de garancine- fabriek, wordt daar met zwavelzuur behandeld en levert dan een massa, 34 tot 37 ten hon derd van het oorspronkelijk gewicht, die den naam draagt van garancine en de kleurstof bevat, waaruit nagenoeg alle andere bestand en vaD de meekrap verwyderd zyn. Voor een zestigtal jaren had men zoo'n fabriek m Oisterwyk, te midden van een streek, waarin geen uren in den omtrek meekrap verbouwd werd en waar alle meekrap per ae van 'e-Her- togenboscb, ruim 3 uur ver, moest aangevoerd worden. Thans beBtaat er in Nederland geene enkele meer. oe de meekrapteelt sedert de uitvinding van de alizarine-bereiding uit ateenkolenteer achter uit is gegaan, kan men duidoljjk zien uit de volgende ojjtere. In 1895 werd nog meekrap geteeld in 12 gemeenten van Zuidholland, 35 gemeenten in Zeeland en 1 in Noordbrabaut. In 1907 bedroeg het aantal gemeenten in Zuidholland 5, in Zeeland 6. In 1862 waren 5320 HA in Nedorland met dit gewaB beplant; van 1861—1870 in Neder land gemiddeld 3947, waarvan in Zeeland Daarna verminderde de cultuur voordurend tot 1905, toen zy het laagste cjjfer bereikte; daarna nam zy weer eenigszins toe. Het volgende staatje geeft daarvan een overzicht in hectaren Noordhoil. Zuidholl. Zeel. Noordbr. 1366 342 585 de teelt werd Provinciale Staten van Zeeland. jj besluit dor Staten van 10 November 1908 werd, teneinde daarover in do aanstaande zomerzitting een voorstel te doen, in banden het Ged. College gesteld het verzoekschrift van de I ereeniging van Burgemeesters en Secre larissen in het voormalig 4e district, om hot daar heen te leiden, dat door tusschenkomBt van de provincie of althanB met hare medewerking eene verbinding tot stand zou komen tuBschen het westeljjk en het ooste'jjk deel van Zeeuwsoh-Vlaanderen, zonder op Belgisch grondgebied te behoeven te komen. Dat verzoek wordt gesteund door de ge meenteraden of colleges van Burg. en Wetb. Philippine, Graauw-en-Langendam, St. Kruis, Nieuwvliet, Groede, Hoek, Breskens, IJzendyke, Neuzen, Biervliet, Schoondjjke, Eede, Hulst, Zuidzande, Cadzand, Waterlandkerkje, Axel, BoBchkapelle, Hengstdyk, Clinge.Zaam- slag, Oostburg, Sluis, Aardenburg, Retranche- ment, Westdorpe, Sas van Gent en St Jansteen. De hooldingenieur van den provincialen waterstaat zegt in zjjn ambtsbericht dat wel aangenomen worden dat het ontbreken een verharden verbindingsweg tusschen de beide deelen van Zeeuwsch-Vlaanderen op Nederlandsch grondgebied belemmerend werkt op het verkeer en dat het gewenscht zou zijn dat een dergelijke verbindingsweg beBtond. Het kan echter zjjne inziens niet in de be doeling liggen dat een dergelijke verbindings weg van wege de provincie wordt tot stand gebracht. Ook zal aan de IJzendijksche Stoom tramweg-Maatschappij bezwaarlijk de verplich ting kunnen worden opgelegd, naast de ont worpen tramlyn een weg voor gewoon verkeer aan te leggen. Naar het den hoofdingenieur voorkomt, zal Vereeniging vatburgemeesters en secretarissen in het voormalig 4e district can Zeelandhebben te zorgen dat door een belanghebbend comité behoorljjk ontwerp, waarbjj rekening is te houden met de ontworpen tramplannen, en eene begrooting van kosten van den bedoelden wegsaanleg worden opgemaakt omtrent den aanleg en het onderhoud van den weg eene regeling wordt getroffen en financieele steun verkregen wordt van do belanghebbende ge meenten en polders. Bljjkt dan dat op dien verharden verbindingsweg door het verleenen van geldeljjke bydragon door belanghebbenden voldoende wordt prys gesteld, dan zouden er wellicht termen zyn, dat ook van wege Rjjk en Provincie geldeljjke steun wordt verleend. Eene nadere toegelichte aanvraag zou dan daartoe, wat de Provincie betreft, aan do Provinciale Staten zyn in te zenden. Gedeputeerde Staten merken op *dat, nu door de IJzendijksche stoomtramwegmaalschappij ernstige pogingen worden aangewend, om eene tram-verbinding tot stand te brengen tusschen de beide doelen van Zeeuwsch-Vlaanderen en daarvoor gronden in de gemeente Philippine zullen worden onteigend, de adresseerendo vereeniging het eene goede gelegenheid acht, om tegelijk voor de onteigening voor den tramweg ook gronden te onteigenen voor een ryweg. Te wiens name en op wiens kosten onteigening van gronden voor een ryweg dienen te geschieden, deelt zjj echter niet 1874 aan de provincie terugbetaald, zoodat daarvoor het stellen van zekerheid niet langer ooodig is. Voor het onderhoud van den weg wordt tol geheven, waartoo bjj Kon, besluit van S Januari 1861 no. 44 aan don heer A. B. Ca> preau voor een tydvak van 80 jaren concessie is verleend, Thans deelt de beer A. Moerdjjk te Zuid- dorpe, als beheerder van don weg, mede dat de polders of watersohappen Beoosten-en-Be- westen-Blij, Moerspui, Zuiddorpe (Zuiddeel) en Varempé zich bereid hebben verklaard, om het onderhoud van den weg op zich te nemen, indien de heffing van tol wordt gestaakt, en verzoekt hjj in verband daarmede opheffing bovenbedoeld verband. Van de vier ge noemde polderbesturen zyn.brieven ontvangen, waarin dit wordt bevestigd Naar Ged. Staten meenen, bestaat er geeno bedenking tegen de overneming van den onderhoudsplicht door de genoemde polders of waterschappen, waardoor de door de heeren Curpreau en Lippens voor dat onderhoud ge stelde zekerheid kan vervallen, en stellen zjj voor een daartoe strekkend beslqir te nemen. Bet hoofdbestuur der Provinciale Zeeuwsche Vereeniging Tiet Groene Kruis heeft zich wederom tot de Staten gewend mot verzoek, om een joarljjksch subsidie aan de vereeniging toe te kennen. In 1908 werd afwyzond beschikt op een goiyk verzoek, op grond dat de zaak nog slechts in eene aanvangsperiode verkeerde en nog niet te zeggen viol, of zy in de toekomst aan de verwachtingen zou beantwoorden. De thans verstrekte inlichtingen geven Ged. Staten geene aanleiding om hunne afwachtende houding te laten varen. Zy stellen derhalve voor afwijzend te beschikken op het verzoek om subsidie. Hulde brengoD, mynheer De Voor, is een schoone zaak, maai dan moot zy verdiend 2yn, doch daarvan zyn de bewyzen nog niet ge leverd. Veitrouwond, mynheer de redateur, dat overeenkomstig dit schiyven velen mogen ge hoor geven aan de bevordering tot het slagen van ons doel, zoggen wjj u by voorbaat onzen vriendeljjken dank voor do verleondo plaats ruimte en teokenen wy hoogachtend, CEd. dw. dienaren, A. HUBREGTSE W. HDBREGTSE. Middelburg, 24 Juni lr09. INGEZONDEN STUKKEN. Ingezonden stukken worden in geen geval teruggezonden 1871—1880 129 458 1881—1890 6 110 1891—1899 85 1900 17 1904 - 32 1905 21 1906 37 1907 47 Met de vermindering van ook het aantal meestoven verminderd. Van 1882—1890 waren er 57, in 1897 nog 27, in 1899 nog 18, waarvan er 12 werktenthans zyn or, naar wjj meenen, nog 3. Het is te voorzien dat die cultuur na nog weinige jaren geheel van den Nederlatdschen bodem zal verdwynen, evenals die van de weede reeds verdwenen is. De weede (irafis tincloria) is een tweejarige plant van de familie der kruisbloemigen cruciferaeDe stengol bereikt eeno hoogte van 0.25 tot 1 M, is bezet met talrjjke blauwgroene blade ren en prjjkt met gele bloemende vrucht is een plat samengedrukt, niet openspringend eenzadig kauwtje, dat door het verdwy het tusschen&chot eonhokkig wordt. Men heeft zomer- en wintermeedevan de eerste worden de bladeren driemaal, van de tweede viermaal ingezameld, als zjj bevuild zyn, gewasachen dan gedroogd. In enkele deelen van Duitseh- land wordt de meede nog verbouwd. De bla doren leveren een fraaie blauwe verfstof, die vroeger algemeen word gebruikt, doch na de invoering van de indigo daardoor nagenoeg geheel vervangen is. De meede, vroeger in Vlaanderen verbouwd aan de boorden van do Leio, werd als de beste beschouwd. Wordt vervolgd.) Het zal wel geen betoog behoeven, dat zoo danige onteigening niet aan do IJzendijksche stoomtramwegmaatschappij kan opgelegd wor den als eene voorwaarde voor bet door haar aangevraagde renteloos voorschot, daar de kostbare aanleg van oen ryweg met de door haar ontworpen tram-verbinding in geenerlei verband staat. Evenmin kunnen de aanzienlijke uitgaven >or de onteigening en de verharding der egen van de provincie worden gevergd, daar in verbindingsweg wel is waar gemakkelijk en nuttig zou zyn, maar vooral als eene tram-verbinding tot Btand komt zeker lenszins onmisbaar kan genoemd worden. De provincie zal voor eene verbinding tus schen beide doelen van Zeeuwsch-Vlaanderen ruimschoots het hare hebben gedaan, indien overeenkomstig bet voorstel van Ged. Staten aan de IJzendijksche sloomlramwegmaatschappij een renteloos voorschot wordt verleend voor de door haar ontworpen tramljjn. Ged. Staten stellen dus voor afwjjzend op het verzoek te beschikken. By bealuit van 9 November 1860 werd aan de heeren A. B. Carpreau en A. M. Lippens uit de Provinciale fondsen een renteloos voor schot van f 10.000 verleend voor de verbetering van den weg van de Drie Schouwen bjj Axel naar de Belgische grens in de richting van Moerbeke. By de aanvaarding van dat voorschot hebben genoemde heeren zioh vetbonden tot de terug gaaf daarvan en tot het voortdurend behoor ljjk onderhoud van den weg, tot zekerheid waarvan een hofstede verbonden is in den Hoofdplaatpolder, groot 46.6126 hectaren, De laatste termjjn van het voorschot is in Een liulde, maaris deze wel verdiend Mynheer de Redacteur. Mogen ondergeteekenden, onder bovenstaand opschrift, een kleine plaatsruimte in uw veelgelezen blad vragen en dat wel naar aan leiding van de hulde, door den heer De Veer in de raadszitting van den 16 Juni 11. gebracht aan het adres van den controleur der mkoi stenbelastmg. Daarby zeide bjj dat hjj dit jaar het kohier heeft nagegaan en hjj met genoeg gezien beeft dat verschillende personen hoo; zyn aangeslagen in do belasting dan verleden jaar Toen had spreker aanmerking gemaakt op de werkzaamheden van dien controleurdaarom wilde hjj nu zeggen dat de hoogere aanslag zeker aan diens werk is te danken. Wjj dachten dat de leden van den Raad go- roepon waren de belangen der burgorjj te be hartigen, maar het schynt hier het tegendeel, hoe meer gedrukt, hoe aangenamer. Het kan ook aan ons liggen dat wjj de strekking van het gezegde des heeren De Veer niet begre pen hebben. Wy zouden hem wel eens willen vragen of hy zich wel op de hoogte gesteld heeft of de verhoogde aanslagen rechtvaardig zynof moeten wy veronderstellen dat het hem het zelfde iB wie en op welke wyze men verhoogt, als hot geld maar in de gemeentekas komt en dus het spreekwoord :n toepassing brengen het doel heiligt de middelen". Wy durven dat echter van den heer De Veer, als man van rechtschapen gevoelens, niet veronderstellen, aangezien er langs dezen weg onrechtvaardig geld in de stedeljjke kas vloeit. Wy vragen echter ons zei ven af; moet togen zulk optreden niet ernBtig geprotesteerd wor den. Want wat zal bet gevolg zyn, indien deze handelingen door alle te boog a&ngeelagenen stilzwygend worden beaamd Dan zal de con troleur niet nalaten om op dezen voet voort te gaan, want onwillekeurig is elk mensch gesteld op hulde. Het lydt geen twyfel of elko neringdoende, die door de vermoordende concurrentie als ook door coöperatie-vereenigingen wordt benadeeld, kent den gang van zyn zaken beter dan de geachte heer De Veer en de controleur, en juist de middenstanders zyn het die in vele gevallen bet loodje loggen. Is het dan wel verantwoordelyk naar het goeddunken van den controleur deze verhooging to huldigen Wy gevoelen ons daarom verplicht om tegen dezen ongemotiveerd verhoogden aanslag met kracht te proteBteeren. Wy willen natuurlyk gaarne niet boven onze kracht maar wel naar onze kracht het huishouden der gemeente Middelburg helpen onderhouden en roepen by dezen allen, die onrechtvaardig te hoog zyn aangeslagen, op tot het by wonen eener huishoudelyke vergade ring, om, by wyze van adhesie betuiging met ons doel, hun adres aan ondergeteekenden toe te zenden. Weg HalstWalsoorden. Mynheer de Redacteur. De weg Hulst—Walsoorden is, behulve de trambaan, ryweg, wat tengevolge heeft dat er geen behoorlijk voetpad langs ligt, veol minder nog een goede fietsweg, Wie dan ock per rywiel dat traject moet afleggen, moet óf op de zeer ongolyke keien voorthotsen óf zich wogen op bet zandige en mot karrensporen doorploegde pad daarlangs. Die weg nu is in onderhoud by de provincie. Zou nu in de a s vergadering dor Provinciale Staten een der lodon de nanducht van het Gedeputeerd collego eens willen vestigen op don onhoudbaren toestand van dien weg Indien kon bereikt worden dat het vorbodon werd met kaïren op dat pad to ryden, can was er voor de fietsors reeds wat gewonnenkon een geringe Bom yrorden beBtemd om bedoeld pad een weinig te effenen en met fijn grind to bestrooien, dan zouden de wieirydera ten hoogste voldaan wezen, Met dank voor de plaatsing Een fietser. Zeeuwse b-V laanderen O. D. Kamerleden enz. De heer J. W. IJzerman, gekozen tot lid der Tweede Kamer in het vierde district Am sterdam, beeft deze benoeming niet aanvaard. Aan een verslaggever van bet lib d deed hy uitkomen dat in de gegeven omstandigheden, nu rechts een sterke meerderheid in de Kamer heeft, de beste mensuhen van links in de Tweede Kamer moeten zitten. »Thans bebben wy goede sprekers noodig", merkte by beschei den op. >Menschen die met groote keunis van zaken, met jeugdig vuur en met welsprekend heid in staat en bereid zyu 's lands belangen naar beste weten te behartigen". De heer IJzerman achtte zich thans niet den geacbikten persoon om den zotof van Amster dam IV bezet te houden. Hy spreekt in de Kamer zeer weinig, rangschikt zich onder die lieden met wie in kalmte zaken te doen vallenhy maakte het meeste werk van Indi sche aangelegenheden, masr ook als Indische specialiteit behoefde hy niet in de Tweede Kamer te big ven nu de fractie der Liberale Unie zich versterkt weet met den oud-minister De Meester. Do beer IJzerman werd by eerste stemming herkozen met 1603 stemmen tegen 961 op den heer J. E. W. Dugs, candidaat der S. D. A. P., en 386 op don heer mr H. W. Hovy, Auti- revolutionnair. Van de 4290 kiezers brachten toen 2950 geldige stemmen uit. De heer dr J. Th. de Visser heeft voor Leiden het Kamerlidmaatschap nungenomen, voor Harlingen bedankt on volgenB synodaal besluit tegen 1 Sept. zyn predikambt neergelegd. s een byzonderheid wordt gemeld dat de liberale meerderheid te Dordrecht nog nooit zoo groot is geweest als dit jaar, nu de •groote leider" de tegencandidaat was. Be haalde de beer Van Gyii in 1901 en 1905 een meerderheid van rcspectievelyk 150 en 339 stemmen, de beer De Kanter kreeg 710 stem men meer don dr. Kuyper, een meetkundige reeks, die te donken geeft. KORTE! MEDËDEËLINGESi VERGADERINGEN. In de te Leiden gehouden algemoene ver gadering van de Maatschappij voor Nijverheid is een langdurige discussie gevoerd over de kwestie dor wederinvoering van octrooien. Een voorstel van bet hoofdbestuur om niet tot stemming over te gaan werd verworpen mot 173 stemmen tegen 63. Een motie van do departementen Amsterdam, Hengelo en Groningen, luidende de algemeeno vergade ring spreekt haar ingenomenheid uit met de beginselen, neergelegd in hot ontwerp-Ocirooi- wet en dringt aan op een spoedige verdere behandeling, word eveneens verworpen mot 117 stemmen tegen 110. Er werden nog verschillende moties inge diend, doch op voorstel van den voorzitter werd besloten de beslissing aan te houden tot heden. Ia de vorige algeineene vergadering werd besloten tot het benoemen eener commissie, die prae-advies zou hebben uit te brengen over de vraag; welke maatregelen genomen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1909 | | pagina 5