MIDDELEUJRGSCHE COURANT.
TWEEDE BLAD VAN DE
Maandag 28 Juni,
*£andbouu)kromek.
N° 149
132° Jaargang.
1909.
i
Ons blad wordt deze maand kosteloos
toegezonden aan allen die zich tegen 1 Juli
kbonnecren.
De Administratie.
Middelburg 26 Juni.
VAN ONZEN VASTEN MEDEWERKER.
De Deekrap en «le Wee<le.
De teelt van de meekrap (rubia tinctorumie
zeer oud. Oorspronkelijk uit de landen aan de
Kaspische zee, waar zij nog in 't wild groeit,
kwam de meekrap eerst in Klein-Azië en werd
van daar door de Grieken en Romeinen naar
Europa overgebracht. In de middeleeuwen werd
zjj voorname! gk verbouwd in Frankrjjk, Vlaan
deren, Zeeland, den Elsas en Silezië. In de
keure van Aardenburg van 1250 wordt reeds
gesproken van een meede- en van oen weede-
huus en de Vlaamsehe moede alsmede de
Zeeuwsche, waarvan o.a. nog gesproken wordt
in een kewio van Reymerswaal uit de 15de
eeuw, golden voor voortreffelijke soorten.
In die dagen namen de verfplanten meede
en w e e d e een a&nzienijjke plaats in bjj de
cultnurgewaggen van Midden-Europa en de
teolt der laatste plant was van zoo'n groot
belang voor Vlaanderen, dat de maand Juni
daarvan den naam Weedemaand ontviDg
geljjk men April Grasmaand, Juli Hooi
maand noemde.
Beide planten waren uitstekende gewassen
voor den landbouwer en den arbeider, waarom
het in het belang van beiden zeer te betreuren
is, dat zjj door andere verfstoffen vervangen zyn:
de meekrap door de kunstmatige alizarine, die
men bereidt uit anthraeeen, een vaste kool
waterstof van de ateenkolenteer, welke men
verkrijgt by gasbereiding.
De moekrap is een kruidachtige overblij
vende plant, behoorende tot de Sterblad i-
gen (ste/lalae), eene onderafdeeling dor Mee-
krapachtigen (rubiniae).
Da meekrap werd in Nederland verbouwd
nagenoeg uitsluitend om de wortels, bestaande
nit talrijke tamelijke dikke wortelstokken en
de dunnere bjj wortels, die de gewenschte
roode kleurstof bevatten, waarmede o. a. het
zoogenaamde kraprood geverfd werd, naar
welke kleur de broeken der FranBohe infanterie
den naam van pantalon garance ontvingen.
In Nederland werd van de bovenaardsche
uitloopers, die rjjk met bladeren bezet zjjn,
zelden anders gebruik gemaakt dan voor meBt
in 't Zuiden van Frankrijk, vooral in de om
streken van Vaucluse, waar in de 14de eeuw
Petrarea zjjne beminde Laura bezong, wordt
de meekrap uit zaad aangewonnon en wordt
het jonge loof voor groenvoer gemaaid en
gel|jk gesteld met lucerne. Overigens beeft
de meek ap, die daar en verder in de omstreken
van Avignon wordt geteeld, een grooten naam,
wordende hare uitnemende hoedanigheid toege
schreven aan do zeer doorlatende kalkgrond
(paludaarde met 5Ü<>/o kalk), waarop zjj daar
voorkomt.
Intusschen vindt men ook uitmuntende
meekrap op minder kalkhoudende gronden,
zoodat door anderen de groote invloed van
kalk op de cjualiteit dezer vorfplant betwyfeld
wordt.
Meekrap eischt een diep losgemaakten, goed
watorhoudenden grond, die intusschen weder
niet te vochtig mag zjjn.
Kalk- en humusryke zand- en kleigrondon
schgnen het best geschikt te /yn voor haar
teelt, ofschoon zjj op alle gronden voorkomt,
behalve op zware, slecht afwaterende klei
gronden en veen.
De grond wordt door spitten, door ploegen
ook met de ondergrondsploeg, gewoonlijk een
hal ven meter omgewerkt, vooral om den rjjkdom
aan humus te bewaren, zwaar bemest met stal
mest, minder met kunstmest, die toen de
cultuur in haar bloei verkeerde, nog zeer
weinig bekend was, en aan bedden gelegd van
1meter ol broeder.
Op deze bedden worden in Mei de kremon
gepoot, die een lengte hebben van 1 h 2 dM
en die van do een- en tweejarige meekrap-
planton worden afgescheurd. Men plant ze in
kuiltjes eenigszins schuin op oen afstand van
25 cM in rjjen, die ongeveer 50 cM van
elkander verwjjdord zyn. Dit planten geschiedt
met een kleine spade, die wel iets heeft van
eèn troffel van don metselaar. Doorgaans plant
men 4 kiemen bjj elkander. Volgt op het
planten nat maar geen koud weder, dan Bluan
d 3 kiemen gemakkolyk aan langdnrige droogte
doet vele kiemen sterven, zoodat men dan na
eenigen tyd moet byplanten, soms het gehoole
veld omploegen.
Het zaaien kwam in Nedorland zelden voor,
anders dan om nieuwe variëteiten te winnen
daarvoor werd bet zaad, de gedroogde bes,
van elders ontboden cn gewoonlijk in rjjen
ondergebracht. Iu zuidelyker streken is het
zaaien meer regel.
Het eerste jaar wordt de meekrap door hak
ken on wieden zeer zuiver gehoudenzyn de
kiemen met een grooteren afstand tusachen de
rjjen, bjjv. 70 h 80 cM., geplant, dan worden
tusscben die ryen wel eens bruine boontjes
aangekweekt.
In hot najaar worden de bedden opgehoogd
met den grond tusschen do bedden, waardoor
do planten bedekt worden met een laag aarde
van G tot 10 cM. In het 2Je jaar wordt de
grond in 't voorjaar geëgd en voortdurend
zuiver gehouden door behakken en wieden.
Zyn de pry zen hoog, dan wordt aan 't einde
het tweede jaar gedolven en kan een
HA van 1200—1500 KG wortels voortbrengen
delft men niet, dan wordt do behandeling van
het eerste jaar herhaald en het delven uitge
steld tot het volgend jaar. Het delven ge
schiedt in September of October. Een drie
jarige oogst levert van 2—3 duizend KG wor
tels en meer.
Men laat de wortels op het veld luchtdroog
worden en voert .ze daarna naar de meestoof,
waar zy by een temperatuur van 50 h 60° C.
gedroogd worden op eesten. Zoodanige meesto-
ven vond men voor een veertigtal jaren nage
noeg in alle doelen van Zeelandthans zyn
or nog slechts een paar overgebleven.
De gedroogde meekrap wordt gemalen of
gestampt en het daardoor verkregen poeder
krjjgt den naam van onberoofde meekrap vor
der onderscheidt men nog fijne meekrap, die
door tweemaal malen van het hart van de
wortels verkregen wordt, en gemecne meekrap,
doorgaans afkomstig van het buitenste ge
deelte der wortels, het zoogennamde vleescb.
De gemeene meekrap draagt ook den naam
van mul of muilen.
De gemalen meekrap gaat naar de garancine-
fabriek, wordt daar met zwavelzuur behandeld
en levert dan een massa, 34 tot 37 ten hon
derd van het oorspronkelijk gewicht, die den
naam draagt van garancine en de kleurstof
bevat, waaruit nagenoeg alle andere bestand
en vaD de meekrap verwyderd zyn. Voor
een zestigtal jaren had men zoo'n fabriek m
Oisterwyk, te midden van een streek, waarin
geen uren in den omtrek meekrap verbouwd
werd en waar alle meekrap per ae van 'e-Her-
togenboscb, ruim 3 uur ver, moest aangevoerd
worden. Thans beBtaat er in Nederland geene
enkele meer.
oe de meekrapteelt sedert de uitvinding van
de alizarine-bereiding uit ateenkolenteer achter
uit is gegaan, kan men duidoljjk zien uit de
volgende ojjtere.
In 1895 werd nog meekrap geteeld in 12
gemeenten van Zuidholland, 35 gemeenten in
Zeeland en 1 in Noordbrabaut.
In 1907 bedroeg het aantal gemeenten in
Zuidholland 5, in Zeeland 6.
In 1862 waren 5320 HA in Nedorland met
dit gewaB beplant; van 1861—1870 in Neder
land gemiddeld 3947, waarvan in Zeeland
Daarna verminderde de cultuur voordurend
tot 1905, toen zy het laagste cjjfer bereikte;
daarna nam zy weer eenigszins toe.
Het volgende staatje geeft daarvan een
overzicht in hectaren
Noordhoil. Zuidholl. Zeel. Noordbr.
1366 342
585
de teelt werd
Provinciale Staten van Zeeland.
jj besluit dor Staten van 10 November
1908 werd, teneinde daarover in do aanstaande
zomerzitting een voorstel te doen, in banden
het Ged. College gesteld het verzoekschrift
van de I ereeniging van Burgemeesters en Secre
larissen in het voormalig 4e district, om hot daar
heen te leiden, dat door tusschenkomBt van
de provincie of althanB met hare medewerking
eene verbinding tot stand zou komen tuBschen
het westeljjk en het ooste'jjk deel van
Zeeuwsoh-Vlaanderen, zonder op Belgisch
grondgebied te behoeven te komen.
Dat verzoek wordt gesteund door de ge
meenteraden of colleges van Burg. en Wetb.
Philippine, Graauw-en-Langendam, St.
Kruis, Nieuwvliet, Groede, Hoek, Breskens,
IJzendyke, Neuzen, Biervliet, Schoondjjke, Eede,
Hulst, Zuidzande, Cadzand, Waterlandkerkje,
Axel, BoBchkapelle, Hengstdyk, Clinge.Zaam-
slag, Oostburg, Sluis, Aardenburg, Retranche-
ment, Westdorpe, Sas van Gent en St Jansteen.
De hooldingenieur van den provincialen
waterstaat zegt in zjjn ambtsbericht dat wel
aangenomen worden dat het ontbreken
een verharden verbindingsweg tusschen
de beide deelen van Zeeuwsch-Vlaanderen op
Nederlandsch grondgebied belemmerend werkt
op het verkeer en dat het gewenscht zou zijn
dat een dergelijke verbindingsweg beBtond.
Het kan echter zjjne inziens niet in de be
doeling liggen dat een dergelijke verbindings
weg van wege de provincie wordt tot stand
gebracht. Ook zal aan de IJzendijksche Stoom
tramweg-Maatschappij bezwaarlijk de verplich
ting kunnen worden opgelegd, naast de ont
worpen tramlyn een weg voor gewoon verkeer
aan te leggen.
Naar het den hoofdingenieur voorkomt, zal
Vereeniging vatburgemeesters en secretarissen
in het voormalig 4e district can Zeelandhebben
te zorgen dat door een belanghebbend comité
behoorljjk ontwerp, waarbjj rekening is te
houden met de ontworpen tramplannen, en
eene begrooting van kosten van den bedoelden
wegsaanleg worden opgemaakt omtrent den
aanleg en het onderhoud van den weg eene
regeling wordt getroffen en financieele steun
verkregen wordt van do belanghebbende ge
meenten en polders. Bljjkt dan dat op dien
verharden verbindingsweg door het verleenen
van geldeljjke bydragon door belanghebbenden
voldoende wordt prys gesteld, dan zouden er
wellicht termen zyn, dat ook van wege Rjjk
en Provincie geldeljjke steun wordt verleend.
Eene nadere toegelichte aanvraag zou dan
daartoe, wat de Provincie betreft, aan do
Provinciale Staten zyn in te zenden.
Gedeputeerde Staten merken op *dat, nu
door de IJzendijksche stoomtramwegmaalschappij
ernstige pogingen worden aangewend, om eene
tram-verbinding tot stand te brengen tusschen
de beide doelen van Zeeuwsch-Vlaanderen en
daarvoor gronden in de gemeente Philippine
zullen worden onteigend, de adresseerendo
vereeniging het eene goede gelegenheid acht,
om tegelijk voor de onteigening voor den
tramweg ook gronden te onteigenen voor een
ryweg. Te wiens name en op wiens kosten
onteigening van gronden voor een ryweg
dienen te geschieden, deelt zjj echter niet
1874 aan de provincie terugbetaald, zoodat
daarvoor het stellen van zekerheid niet langer
ooodig is. Voor het onderhoud van den weg wordt
tol geheven, waartoo bjj Kon, besluit van S
Januari 1861 no. 44 aan don heer A. B. Ca> preau
voor een tydvak van 80 jaren concessie is
verleend,
Thans deelt de beer A. Moerdjjk te Zuid-
dorpe, als beheerder van don weg, mede dat
de polders of watersohappen Beoosten-en-Be-
westen-Blij, Moerspui, Zuiddorpe (Zuiddeel) en
Varempé zich bereid hebben verklaard, om het
onderhoud van den weg op zich te nemen,
indien de heffing van tol wordt gestaakt, en
verzoekt hjj in verband daarmede opheffing
bovenbedoeld verband. Van de vier ge
noemde polderbesturen zyn.brieven ontvangen,
waarin dit wordt bevestigd
Naar Ged. Staten meenen, bestaat er geeno
bedenking tegen de overneming van den
onderhoudsplicht door de genoemde polders of
waterschappen, waardoor de door de heeren
Curpreau en Lippens voor dat onderhoud ge
stelde zekerheid kan vervallen, en stellen zjj
voor een daartoe strekkend beslqir te nemen.
Bet hoofdbestuur der Provinciale Zeeuwsche
Vereeniging Tiet Groene Kruis heeft zich
wederom tot de Staten gewend mot verzoek,
om een joarljjksch subsidie aan de vereeniging
toe te kennen.
In 1908 werd afwyzond beschikt op een
goiyk verzoek, op grond dat de zaak nog slechts
in eene aanvangsperiode verkeerde en nog niet
te zeggen viol, of zy in de toekomst aan de
verwachtingen zou beantwoorden.
De thans verstrekte inlichtingen geven Ged.
Staten geene aanleiding om hunne afwachtende
houding te laten varen. Zy stellen derhalve
voor afwijzend te beschikken op het verzoek
om subsidie.
Hulde brengoD, mynheer De Voor, is een
schoone zaak, maai dan moot zy verdiend 2yn,
doch daarvan zyn de bewyzen nog niet ge
leverd.
Veitrouwond, mynheer de redateur, dat
overeenkomstig dit schiyven velen mogen ge
hoor geven aan de bevordering tot het slagen
van ons doel, zoggen wjj u by voorbaat onzen
vriendeljjken dank voor do verleondo plaats
ruimte en teokenen wy hoogachtend,
CEd. dw. dienaren,
A. HUBREGTSE
W. HDBREGTSE.
Middelburg, 24 Juni lr09.
INGEZONDEN STUKKEN.
Ingezonden stukken worden in geen geval teruggezonden
1871—1880 129 458
1881—1890 6 110
1891—1899 85
1900 17
1904 - 32
1905 21
1906 37
1907 47
Met de vermindering van
ook het aantal meestoven verminderd. Van
1882—1890 waren er 57, in 1897 nog 27, in
1899 nog 18, waarvan er 12 werktenthans
zyn or, naar wjj meenen, nog 3.
Het is te voorzien dat die cultuur na nog
weinige jaren geheel van den Nederlatdschen
bodem zal verdwynen, evenals die van de
weede reeds verdwenen is. De weede (irafis
tincloria) is een tweejarige plant van de
familie der kruisbloemigen cruciferaeDe
stengol bereikt eeno hoogte van 0.25 tot
1 M, is bezet met talrjjke blauwgroene blade
ren en prjjkt met gele bloemende vrucht
is een plat samengedrukt, niet openspringend
eenzadig kauwtje, dat door het verdwy
het tusschen&chot eonhokkig wordt. Men heeft
zomer- en wintermeedevan de eerste worden
de bladeren driemaal, van de tweede viermaal
ingezameld, als zjj bevuild zyn, gewasachen
dan gedroogd. In enkele deelen van Duitseh-
land wordt de meede nog verbouwd. De bla
doren leveren een fraaie blauwe verfstof, die
vroeger algemeen word gebruikt, doch na de
invoering van de indigo daardoor nagenoeg
geheel vervangen is. De meede, vroeger in
Vlaanderen verbouwd aan de boorden van do
Leio, werd als de beste beschouwd.
Wordt vervolgd.)
Het zal wel geen betoog behoeven, dat zoo
danige onteigening niet aan do IJzendijksche
stoomtramwegmaatschappij kan opgelegd wor
den als eene voorwaarde voor bet door haar
aangevraagde renteloos voorschot, daar de
kostbare aanleg van oen ryweg met de door
haar ontworpen tram-verbinding in geenerlei
verband staat.
Evenmin kunnen de aanzienlijke uitgaven
>or de onteigening en de verharding der
egen van de provincie worden gevergd, daar
in verbindingsweg wel is waar gemakkelijk
en nuttig zou zyn, maar vooral als eene
tram-verbinding tot Btand komt zeker
lenszins onmisbaar kan genoemd worden.
De provincie zal voor eene verbinding tus
schen beide doelen van Zeeuwsch-Vlaanderen
ruimschoots het hare hebben gedaan, indien
overeenkomstig bet voorstel van Ged. Staten
aan de IJzendijksche sloomlramwegmaatschappij een
renteloos voorschot wordt verleend voor de
door haar ontworpen tramljjn.
Ged. Staten stellen dus voor afwjjzend op
het verzoek te beschikken.
By bealuit van 9 November 1860 werd aan
de heeren A. B. Carpreau en A. M. Lippens
uit de Provinciale fondsen een renteloos voor
schot van f 10.000 verleend voor de verbetering
van den weg van de Drie Schouwen bjj Axel
naar de Belgische grens in de richting van
Moerbeke.
By de aanvaarding van dat voorschot hebben
genoemde heeren zioh vetbonden tot de terug
gaaf daarvan en tot het voortdurend behoor
ljjk onderhoud van den weg, tot zekerheid
waarvan een hofstede verbonden is in den
Hoofdplaatpolder, groot 46.6126 hectaren,
De laatste termjjn van het voorschot is in
Een liulde, maaris deze
wel verdiend
Mynheer de Redacteur.
Mogen ondergeteekenden, onder bovenstaand
opschrift, een kleine plaatsruimte in uw
veelgelezen blad vragen en dat wel naar aan
leiding van de hulde, door den heer De Veer
in de raadszitting van den 16 Juni 11. gebracht
aan het adres van den controleur der mkoi
stenbelastmg.
Daarby zeide bjj dat hjj dit jaar het kohier
heeft nagegaan en hjj met genoeg
gezien beeft dat verschillende personen hoo;
zyn aangeslagen in do belasting dan verleden
jaar
Toen had spreker aanmerking gemaakt op
de werkzaamheden van dien controleurdaarom
wilde hjj nu zeggen dat de hoogere aanslag
zeker aan diens werk is te danken.
Wjj dachten dat de leden van den Raad go-
roepon waren de belangen der burgorjj te be
hartigen, maar het schynt hier het tegendeel,
hoe meer gedrukt, hoe aangenamer. Het kan
ook aan ons liggen dat wjj de strekking van
het gezegde des heeren De Veer niet begre
pen hebben.
Wy zouden hem wel eens willen vragen of
hy zich wel op de hoogte gesteld heeft of de
verhoogde aanslagen rechtvaardig zynof
moeten wy veronderstellen dat het hem het
zelfde iB wie en op welke wyze men verhoogt,
als hot geld maar in de gemeentekas komt en
dus het spreekwoord :n toepassing brengen
het doel heiligt de middelen".
Wy durven dat echter van den heer De
Veer, als man van rechtschapen gevoelens, niet
veronderstellen, aangezien er langs dezen weg
onrechtvaardig geld in de stedeljjke kas vloeit.
Wy vragen echter ons zei ven af; moet togen
zulk optreden niet ernBtig geprotesteerd wor
den. Want wat zal bet gevolg zyn, indien deze
handelingen door alle te boog a&ngeelagenen
stilzwygend worden beaamd Dan zal de con
troleur niet nalaten om op dezen voet voort
te gaan, want onwillekeurig is elk mensch
gesteld op hulde.
Het lydt geen twyfel of elko neringdoende,
die door de vermoordende concurrentie als ook
door coöperatie-vereenigingen wordt benadeeld,
kent den gang van zyn zaken beter dan de
geachte heer De Veer en de controleur, en
juist de middenstanders zyn het die in vele
gevallen bet loodje loggen. Is het dan wel
verantwoordelyk naar het goeddunken van den
controleur deze verhooging to huldigen
Wy gevoelen ons daarom verplicht om tegen
dezen ongemotiveerd verhoogden aanslag met
kracht te proteBteeren.
Wy willen natuurlyk gaarne niet boven
onze kracht maar wel naar onze kracht het
huishouden der gemeente Middelburg helpen
onderhouden en roepen by dezen allen, die
onrechtvaardig te hoog zyn aangeslagen, op
tot het by wonen eener huishoudelyke vergade
ring, om, by wyze van adhesie betuiging met
ons doel, hun adres aan ondergeteekenden toe
te zenden.
Weg HalstWalsoorden.
Mynheer de Redacteur.
De weg Hulst—Walsoorden is, behulve de
trambaan, ryweg, wat tengevolge heeft dat er
geen behoorlijk voetpad langs ligt, veol minder
nog een goede fietsweg,
Wie dan ock per rywiel dat traject moet
afleggen, moet óf op de zeer ongolyke keien
voorthotsen óf zich wogen op bet zandige en
mot karrensporen doorploegde pad daarlangs.
Die weg nu is in onderhoud by de provincie.
Zou nu in de a s vergadering dor Provinciale
Staten een der lodon de nanducht van het
Gedeputeerd collego eens willen vestigen op
don onhoudbaren toestand van dien weg
Indien kon bereikt worden dat het vorbodon
werd met kaïren op dat pad to ryden, can was
er voor de fietsors reeds wat gewonnenkon
een geringe Bom yrorden beBtemd om bedoeld
pad een weinig te effenen en met fijn grind to
bestrooien, dan zouden de wieirydera ten hoogste
voldaan wezen,
Met dank voor de plaatsing
Een fietser.
Zeeuwse b-V laanderen O. D.
Kamerleden enz.
De heer J. W. IJzerman, gekozen tot lid
der Tweede Kamer in het vierde district Am
sterdam, beeft deze benoeming niet aanvaard.
Aan een verslaggever van bet lib d deed hy
uitkomen dat in de gegeven omstandigheden,
nu rechts een sterke meerderheid in de Kamer
heeft, de beste mensuhen van links in de
Tweede Kamer moeten zitten. »Thans bebben
wy goede sprekers noodig", merkte by beschei
den op. >Menschen die met groote keunis van
zaken, met jeugdig vuur en met welsprekend
heid in staat en bereid zyu 's lands belangen
naar beste weten te behartigen".
De heer IJzerman achtte zich thans niet den
geacbikten persoon om den zotof van Amster
dam IV bezet te houden. Hy spreekt in de
Kamer zeer weinig, rangschikt zich onder die
lieden met wie in kalmte zaken te doen
vallenhy maakte het meeste werk van Indi
sche aangelegenheden, masr ook als Indische
specialiteit behoefde hy niet in de Tweede
Kamer te big ven nu de fractie der Liberale
Unie zich versterkt weet met den oud-minister
De Meester.
Do beer IJzerman werd by eerste stemming
herkozen met 1603 stemmen tegen 961 op den
heer J. E. W. Dugs, candidaat der S. D. A. P.,
en 386 op don heer mr H. W. Hovy, Auti-
revolutionnair.
Van de 4290 kiezers brachten toen 2950
geldige stemmen uit.
De heer dr J. Th. de Visser heeft voor
Leiden het Kamerlidmaatschap nungenomen,
voor Harlingen bedankt on volgenB synodaal
besluit tegen 1 Sept. zyn predikambt neergelegd.
s een byzonderheid wordt gemeld dat
de liberale meerderheid te Dordrecht nog nooit
zoo groot is geweest als dit jaar, nu de
•groote leider" de tegencandidaat was. Be
haalde de beer Van Gyii in 1901 en 1905 een
meerderheid van rcspectievelyk 150 en 339
stemmen, de beer De Kanter kreeg 710 stem
men meer don dr. Kuyper, een meetkundige
reeks, die te donken geeft.
KORTE! MEDËDEËLINGESi
VERGADERINGEN.
In de te Leiden gehouden algemoene ver
gadering van de Maatschappij voor Nijverheid
is een langdurige discussie gevoerd over de
kwestie dor wederinvoering van octrooien.
Een voorstel van bet hoofdbestuur om niet
tot stemming over te gaan werd verworpen
mot 173 stemmen tegen 63. Een motie van
do departementen Amsterdam, Hengelo en
Groningen, luidende de algemeeno vergade
ring spreekt haar ingenomenheid uit met de
beginselen, neergelegd in hot ontwerp-Ocirooi-
wet en dringt aan op een spoedige verdere
behandeling, word eveneens verworpen mot
117 stemmen tegen 110.
Er werden nog verschillende moties inge
diend, doch op voorstel van den voorzitter
werd besloten de beslissing aan te houden
tot heden.
Ia de vorige algeineene vergadering werd
besloten tot het benoemen eener commissie,
die prae-advies zou hebben uit te brengen
over de vraag; welke maatregelen genomen