Ingezonden Mededeelingen. Otn een goeden winter door te brengen. beeft bewogen met het geven d er overeenge komen voorschotten, waartoo deze anders niet moer verplicht was geweest, voort to gaan en zich dienvolgens door deze nog te doen afge ven op of omstreeks 12 April 1906 tr. 8000 3 M-i 1906 fr. 6000 en 14 Juni 1906 fr 6000_ In deze zaak waren vanwege het openbaar mioistorio 12 getuigen gedagvaard. AU verdediger van den beklaagde trad op de heer mr. M. Jacq De Witt Hamer, advokaat to Middelburg, Na voorlezing van het bevel van verwjjzing en nadat de ambtonaar van hot O. M. do zaak had voorgedragen, werd op diens verzoek, lecture gegeven van de schrifteljjko overeen komst tnsscken den hoer Delporte en beklaagde en van verschillende kwitanties, door beklaagde en Breesnee afgegeven voor ontvangen voor schotten van de fabriek. Ook werden op verzoek van don verdediger verschillende stukken gelezen. Daarna werd overgegaan tot het verhoor der getaigen. De eerste was J. Delporte, directeur eener suikerfabriek te Pi pain, arrondissement Tournai, in B-lgie. Wjjl deze de Nederlandscbo taal niet mach tig was, had diens verhoor plaats door middel van een tolk. Als zoodanig fungeerde de boer D. van Oostveen. De getuige verklaarde te zjjn on in geweest te zijn directeur der suikerfabriek te Amougios. la dat jaar hoeft hg een contract gesloten met beklaagdo on Broosnee, waarvoor zjj te Gent in een hotel byeenkwuumi Hot gebeurde in Maart 1906 on do hoofd inhoud van hot contract was dat beklaagde en Breesnee zich verbonden aan do fabriek te leveren de opbrengst van 150 hectaren bieten. De fabriek zon het zaad leveren ea hun een voorschot geven van fr 200 por hectare. Doze som was best >md om uit te betalen aan de landbouwers-loveranciorsdit moest geaohiedeu door tusschenkomst van beklaagde on Breesnee. Er bestond geen band tasschen de fabriek on de bóeren-leveranciers. De fabriek moest een bewjjs hebben dat beklaagde bieten by de boeren gekocht had en daarom moest beklaagde de kwitanties vertoonen van de betaalde voor schotten. Getuige heeft achtereenvolgons voorschotten aan beklaagde ea Breesnee gegeven, samen tot een bedrag van fr 30.000. Die voorschotten werden op verschillende tijdstippen gegoven en bg de derde maal dat zg werden betanld, heeft beklaagde verschil lende kwitanties vertoond, waarvan getuige een Ijjstje overlegde. Dit kwam echter niet overeen met een door getuige in de instructie verstrekt. Beide waren door beklaagde geschre ven. Het bodrag der kwitanties kwam overeen met do opgaaf die beklaagde deed en die be dragen vertogeBwoordigdon de waarde in de ljjet genoemd. Wanneer beklaagde die kwitanties niet had laten zien, zou deze geen verdere voorschotten hebben gekregen. Toon bet tjjd van leveren der bieten was heeft beklaagde, die belooid had af te leveren, dit niot gedaan. Getuige legde verschillende brieven van beklaagde over waarin die- be lofte werd gedaan. Aiu de fabriek ie, voor zoover getuige be kend is, met namens beklaagde door een Bol- gisoh advocaat aangeboden 125.000 kg. bioton te leveren. Wel is een brief in dien geest gekomen bjj den adminis rateur der fabriek, mits afgezien werd van de vervolging van beklaagde. Dit aanbod is niet aangenomen. Aao getnige werd gevraagd wat de verm e- deljjke opbrengst is van een hectare, waarop hjj antwoordde ongeveer 32.000 kg. Er had dus 4.800.000 kg geleverd moeten wordenwat de advocaat aanbood was dus slechts een zeer klem gedeelte van wat geleverd moest worden. Op een vraag van den verdediger of onderhandelingen met den beklaagde vóór het contract werd gesloten, niet zgn gevoerd door den administrateur antwoordde getuige toe stemmend. Verder vroeg de verdediger nog of de fabriek te Amougies geen overeenkomst had gesloten met de Union Sucriire om in 1906 in Staats- Vlaanderen geen bieten te koopen. Da getuige antwoordde dat die overeenkomst luidde niet te koopen tot een hoogeren dan een bepaalden prjja. De verdediger vroeg hoe do fabriek op 22 Maart, dus te laat in 't seizoen, er toe kwam om uog 150 heotaren bieten te koopen. Daarop antwoordde getuige dat het niet te laat was. Verder vroeg de verdediger of Breesnee tegenwoordig was bjj do overeenkomst en ot die met verklaarde zelf verschillende gemeten te knanen leveren van eigen gepacht land. De getuige antwoordde toestemmend. Verder antwoordde hg dat do fabriek nit het faillissement van beklaagde ongeveer f 532 heeft ontvangen. De beklaagde verklaarde dat hg hot con tract heeft afgesloten met den heer Bataille, bestuurder der fabriek. Er was bepaald dat de fabriek een frank meer zou geven dan de Union Sucrière. Ook werd toen gezegd dat er een overeenkomst bestond met die verecniging dat er niet in Staats Vlaanderen voor de fa briek mocht gekoohi worden op een boete van fr. 20.000. Daarom moest beklaagde zelf aan de fabriek laveren. Breesnee had 14Q gemeten gepacht land en beklaagde 27 gemeten, die zg mot bieten zouden bezaaien. Verder beweerde beklaagde aan getuigo geen kwitanties te hebben laten zien. Het bewuste Ijjstje heeft hg ook niet overgelegd dat was er een van het vorig jaar. De getnige hield vol dat bekluagde hem de kwitanties heeft gegeven on zelf het Ijjstje heelt geschreven ter controle. Het is onmoge lijk dat dit ljjetje er een was van het vorige j»w. J. P. do Vliegh, landbouwer te Zaidzande, verkluarde in 1906 door tusschenkomst van beklaagde geen contract te hebben gesloten tot het leveren van bieten aan do fabriek te Amougies, wel het jaar te voren. Ia 1906 had hjj gecontracteerd voor eon andere fabriek door tusschenkomst van be klaagde, het voorschot ontvangen en de bieten geleverd. Natuuiljjk had hg dus in 1906 geen voor schot van do fabriek to Amougies ontvangen. Getuige fungeerde ook wel als onderagent voor beklaagde. Verder verklaarde hjj dat de op het meer malen besproken Ijjstje voorkomende Joan de Vliegh en J. D. do Vliegh niet bestaan. J. Cappon, landbouwer te Zuidzande, ver klaarde in 1906 met beklaagde geen contract te hebben aangegaan voor de levering van bieten aan do fabriek te Amougies, wel in 1905. J. W. Boogaart, landbouwer te Zaidzande, verklaarde hetzelfde, evenzoo P. Lutejjn, ook landbouwer te Zuidzande ea J. Cappon, land bouwer te Breskens. L. Havcrboko, landbouwor te IJzendjjke, verklaarde in 1906 voor beklaagdo, aan wien hjj een stuk land bad verhuurd voor f 500, bieten gezaaid te hebben. Hjj moest de bieten niet leveren. C. Swortilé, werkman te IJzendjjke. ver klaarde in 1906 met beklaagde gocontracteerd to hebben voor de lovering van bieten, voor welke fabriek weet hjj nitit. Hjj kreeg een voorschot van f 70. Hjj heeft echter niot geleverd, want toen de bieten rgp waren kreeg hg van beklaagde geen bericht waar hjj te levoron had. Hjj heeft de bieten toen ander verkocht. Hjj verklaarde van beklnagde nooit f 1200 ontvangen to hebben. Hjj kan zgn naam sot- ten maar niet lezen en hooit een kwitantie geteekend, maar hjj weet niet tot welk bedrag. Beklaagdo zeide van getuigo een stuk land gepacht te hebben voor zich zelf en daarvoor f 90 te hobbon betaald. M. Doens, wed. P. G. Gernaert, landbouw ster te Groede, deelde mede in het voorjaar van 1906 geen contract met beklaagde gesloten te hebben, ook nooit te voren. Zjj had dus geen kwitantie afgegeven. De beklaagde beweerde dat hjj met een broer van gotujge's man gecontracteerd had. J, Cappon, rustend landbouwer te Cadzand, heeft in 1906 niet met beklaagde gecontrac teerd, wel in 1905. P. de Brujjne, landbouwer te Oostburg, heeft noch ia 1906 noch in 1905 met beklaagde ge contracteerd. J. Raes, rijksveldwachter brigadier-titulair te Biervliet, verklaarde dat hem een onderzoek is opgedragen naar bet bestaan van sommige landbouwers. Dat waren J. C. Mabosoone, P. de Brajjne, en Leenhout. Zjj waren op de aan gegeven woonplaatsen niet te vinden. Hiermede was het getuigenverhoor afgeloo- pen on werd de zitting geschorst. Na heropening ervan word do beklaagde gehoord. Hjj gaf toe 22 Maart 1906 gesloten en ge teekend te hebben het contract met de fabriek Ook dat hjj op verschillende tjjdstippon in 't geheel 30.000 frank had ontvangen. Die fr. 30.000 heeft bjj besteed om daarvoor land te pachten en daarop voor eigen risico bieten te teelen. Wanneer hjj voorschotten had gegeven, had hg de kwitanties daarvan moeten overleggen. De president wees beklaagde erop dat bjj vroeger verklaard heeft een gedeelte van het geld te hebben gebruikt om oude schulden te betalen en een ander deel voor bet geven van voorschotten. Beklaagde zeide dat dit niet juist was. Er waren nog eenige posten te betalen v0or bieten die de fabriek het vorige jaar had ge- koent doch niet ontvangen. In het najaar heeft beklaagde bieten aan de fabriek aangeboden, doch deze heeft die geweigerd wegens een verschil over den prjjs. In 1906 is beklaagde niet opgetreden als agent, maar als verkooper. De 30.000 frank bad bjj, volgens zgn be weren, ontvangen als een voorschot voor door hem te leveren bieten. De voorzitter wees erop dat in het contract sprake is van voorschotten te betalen aan landbouwers. De beklaagde beweerde dat niet dit de be doeling was. De heer Delporte heeft verklaard dat bo- klaagde hem in April 1906 vertoond heeft de kwitanties, waarvan hiervoreu sprake was. Beklaagde zeide dat hg geen kwitanties heeft gebad en die ook niet heeft laten zien. Ook hot Ijjstje had daarop geen be-.rekking dat was een opgaaf van het vorige jaar. De heer Delporte heeft in den loop der in structie aan den rechter-commissaria oen Ijjstje. overgelegd, dat beklaagde hem had opgegeven als van de personen, die voorschotten hadden ontvangen en die later met te vinden waren. De beklaagde ontkende die namen te hebben opgegeven. deelde verder mede op een gegeven oogenblik, 10 October 1906, het land verlaten te hebben. Hg deed dit op raad van zgn, Belgischen advokaat, omdat deze beweerde zoo lang hg in 't land was de zaak niet te kunnen afwikkolen. De beklaagde is in Btaat van faillissement verklaard en de uitdeeling heeft ongeveer 9 percent bedragen. De president wees beklaagde erop hoe hier. uit bljjkt dat beklaagde's financieele toestand niet rooskleurig was. De beklaagde achtte dit een gevolg van het niet accepteeren van zgn bieten door de fabriek. Bg het ontvangen van de voorschotten, door den heer Delporte betaald, was hjj aanwezig, maar Breeaneo nam de gelden in ontvangst; deze hield de kas. Beklaagde ontving van Breesnee de bedragen die hjj noodig had. De heer Delporte, hierover ondervraagd, kon niet zeggen wie het geld in ontvangst nam. De ambtenaar van het oponbnar ministerie, aan wien thans het woord word verleend, meende dat, niettegenstaande het groote dos sier, de zaak, die hot hier geldt, zeer een voudig is. Beklaagdo en zgn compagnon hobbon met de fabriek het bekende contract gesloten en vast staat dat beiden de meer genoemde gel den hebben ontvangen om daarvan voorschot- ton aan do boeren te betalen. Uit het c intract bljjkt dat gesloten is oen overeenkomst van koop en verkoop. Beklaagde zjjn compagnon waren vorkoopets. Ijj hadden echter geen bieten en moesten, om die te krjjgen, contracten sluiten met de landbouwers. Volgens de gewoonte moest daarbjj een voorschot worden gegeven. Beklaagdo en zjja compagnon moesten van de betaling dier voorschotten door overlegging van kwitanties doen blij-in. Zjj hebben echter geen contracten gesloten en konden dus geen kwitanties overleggen. De beklaagde bowaert dat hjj eigenaar werd van het geld; dit ia niet juist, het geld had een bepaalde bestemming het moest uitbe taald worden aan de boeren. Gat bjj daaraan een andere bestemming, dan maakto hg zich schuldig aan verduistering. En die verduistering is opzotteljjkg sthied. Dit bljjkt uit het vertoonen van valscho kwitanties, wat beklaagdo echter ontkent, en in de tweede plaats nit zgn vlucht. Beklangde verkeerde in ongunstige finan cieele omstandigheden on wist dat, wanneer hjj het geld een andere bestemming gaf, hjj dit nimmer zou kunnen teruggeven. Beklaagde heeft ook oplichting gepleegd. Do heer Delporte had geen verdere voorschot- ton gegeven wanneer hom niet de kwitanties waren vortoond. Dat men die vertoonde was een listige kunst- greep. De ambtenaar, het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen achtende, vorderde schuldig verklaring van den beklaagde aan verduistering en oplichting en zjjne veroor deeling tot een jaar gevangenisstraf. De verdediger begon met te wijzen op bet vei schil dat or bestaat tusachen oen Nederlan der en een Belg wanneer er kwestie is van het niet nakomen van verplichtingen. De eerste stelt een civiele vordering in, de laatste tracht oen strafvervolging uit te lokken. Dat is hier gebeurd. Om preventieve bech tenis te ontgaan vertrokken beklaagde en Breesnee naar België. Men heeft toen tegen hem geen strafvervol ging ingesteld en zelfs niet de uitlevering aangevraagd. De tegenwoordige ambtenaar van het O. M heefi de zaak opnieuw ter hand genomen en een strafvervolging ingesteld. Pleiter ging daarop na hoe de z. g. n. peeën-contracten tot stand komen en hoe die zgn ingericht. Vroeger kocht eon eigenaar van een suiker fabriek land, verpachtte dit aan landbouwers, die bg wjjze van betaling suikerbieten moes ten leveren. Hat land weid daardoor uitgeput en de landbouwors, die niet aan hun oontract konden voldoen, werden geexecuteerd. Toen kwamen de agenten, die metgrootere en kleinere landbouwers contracten sloten voor de levering van bieten, op voorhand een voor schot gevend. Nadat de bieten gelevord waren, volgde de afrekening. Die toestand bleef ook niet langer houdbaar' Er kwamen coöperatieve suikerfabrieken en bietenboawerabonden en pleiter schotste hoe daarvoor gewerkt wordt en hoe moeiljjk het voor do Buikerfabrikanten wordt voldoende beetwortelen te krjjgen. Thans gaan in December hun agenten rond, om, onder aanbieding van voorschot, landbou wers te bewegen contracten te sluiten. Dat is echter in Maart afgoloopen. Het contract, waarvan in deze zaak sprake is, word gesloten in Maart en de fabriek wist dat èn de beklaagde èo Breesnee land hadden, dat zg met bieten konden bezetten Pleiter meende dat, wanneer hg, dat con tract besprekende en nagaande, kon aantoonen dat de fr. 30.000, waarvan hior sprake is, was het eigendom van den beklaagde en zgn com pagnon, er hier van geen verduistering en op lichting sprake zgn kaft. In het contract is koopster de fabriek en zjjn verkoopers de beklaagde en zgn compagnon- De koopster nam aan den verkoopers op voorschot fr. 200 per hectare te betalen. De fr. 30.000 zgn dus het voorschot van de 150 hectaren. In het contract staat niet dat de beklaagde en zgn compagnon dat voorschot zouden te betalen hebben aan de landbouwers. Wanneer de beklaagde contracteerde met een landbouwer, dau had, zoo bepaalt het contract uitdrukkeljjk, de fabriek met die landbouwers niet te doen zjj handelde alleen met de verkoopers. Wanneer beklaagde soms met boeren con tracteerde en voorschot gaf, dan wenschte de fabriek te weten voor hoeveel hec taren was gecontracteerd en tegen hoeveel voorsohot en daarom bepaalde zjj in het contract dat daarvoor de kwitanties moesten worden vertoond. Er is door beklaagde en zjjn compagnon met geen landbouwers gecontracteerd. De ambtenaar beweert dat de fabriek eige naar bleef van hat geld, maar, vraagt pleiter, hoe lang? Het geld, in betaling gegeven op afrekening van den koopprjja, behoort noch geheel noch ten deele aan haar, maar aan den beklaagde, zoodat dus van verduistering geen sprake zjjn kan. In de tweede plaats staat beklaagde terecht voor oplichting. Do drie laatste bedragen zonden door listige kunstgrepen vorkregen zgn, wordt van de zjjde van hot O. M. beweerd. Pleiter hostrjj'lt dat. Bg het einde van de hnndelscampagne sluit de fabriek oen contract met beklaagde en zgn compagnon. Zjj gaf een voorschot en de verkoopers gaan in 't work. Beklaagde had recht op de betaliDg van fr. 30.000 en wanneer de fabriek nu talmde met de uitbetaling daarvan, dan mocht hjj, zg hot ook niet langs streng zedeljjken weg, pogen dat geld te vcrkrjjgen. Maar hjj gebruikte daarvoor geen listige kunstgrepen, met hot doel om zich wederrech- teljjk to bo\oordeelen. Naar spreker's overtuiging heeft beklaagde groote zaken gedaan en veel gold verdiend, maar hjj reisde veel en leefde op grooten voet. Daarbjj kwam dat kg belangrgke ver liezen heeft geleden. Om het vertrouwen van zgn clientèle te behouden, moest hg betalen. Beklaagde en zjjn compagnon werden gesig naleerd in hot Politieblad en hebbin toon ge tracht nog in hun bozit te houden wat zg konden. Spreker achtte dat hier noch van verduis tering noch vim oplichting sprake kan zgn en vroeg met vo'-le vertrouwen vrjjspruak van zjjn dient. In zgn iepliek trachtte de ambtenaar van hot O. M aan te toonen dat zoowel bekluagde als zgn compagnon met boeren moesten con tracteeren om de verkochte bieten te kunnen leveren en meende dat daarop de bepaling in het contract slaat dat de kwitanties moeten worden vertoond. Spreker bloof er bjj dat de beklaagde zich aan verduistering heeft schuldig gemaakt ea, is dit juist, dan ook aan oplichting. Hjj persisteerde dan ook bjj zgn genomen requisitoir. De verdediger stelde nog in het licht dat het door de fabriek te Amougies en beklaagde ge loten contract is aangegaan op een tjjd dat de handelscampagne was afgeloopen. Dat bewjjst dat zjj niot een gewoon contract sloot met personen die als agent voor haar zouden optreden, maar mot verkoopers van bieten. Hierna verklaarde de president het onderzoek gesloten en bepaalde hjj de uitspraak op heden over acht dagen. Dezelfde rechtbank deed heden uitspraak in de in ons nommor van 30 Jan. 11. breed voerig vermelde zaak tegen C. F. K., 41 j., herbergier te Neuzen, die van de hem bjj dagvaarding ten laste gelegde heling werd vrijgesproken. De eisch was 3 maanden gevangenisstraf. Voorts zgn nog veroordeeld wegens.: mishandeling, zwaar lichamelijk letsel tengevolge hebbendeJ. P. v. O., 22 j brooddrager, Mid delburg, tot 6 m. gev.straf het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld: J. A., 40 jaar, veehandelaar te Middel burg, tot 14 d. hechtenis mishandeling: A. d. P., '22 j., werkman, St.- Jansteen, tot 2 m., L. d. R., 19 j., werkman( Vlissingen, tot 1 m., en M. S. v. B., 32j„hvr, van J, S. P., werkvrouw, Hulst, tot 14 d. gev. straf, en M. V., 20 j., werkman, Wissekerke, tot f 10 b. s. 10 d. h., en A. v. d. H., 53 j., kuiper, Vlissingen, tot f 10 b. s. 5 d. h. Zaak tegen S. en C. te Londen. Van het Donderdag te Londen voortge zette competitiegeding tegen S. en C. zjj alleen gemold dat S. bjj kruisverhoor door den advo caat van C. verklaarde in het geheel geen boek te houden. C. bestuurde de fiuaucioele afdeeling der zaak. Tusschen November 1907 en April 1908 be taalde hg G. 800 p. st. als zgn aandeel in de winst en C. scheen daarmee geheel tovreden. De zaak werd weer verdaagd. Voor het Hof te Arnhem word Donder dag behandeld do zaak van den geld-inner V., der gasfadriek te Roermond, door de rechtbank aldaar wegens vorduistering veroordeeld tot 2'/j jaar, welk vonnis door het Hof te 's Her togenbosch was bevestigd, maar door den Hoogen Raad wegens een gebrek in den vorm was vernietigd, terwjjt de zaak verwezen werd naar het Arnhemsche gerechtshof. V. werd in den avond van 31 Maart 1908 gevonden, voorover op den grond liggende en bloedend verwond, Bjj gebracht zjjnde, vertelde aangevallen te zgn door een zwaron kerel, die op bem toesprong, terwjjl tegeljjkertjjd een ander, dien bjj herkendeals zekeren Verhegge, hem peper in het gezioht had geworpen. Hjj kreeg een slag, viel bewusteloos neer en her- inneide zich verder niets. Vermist werd een bedrag van ongeveer f 545, opbrengst van ge- inde kwitantió'n. Na een onderzoek kwam aan 't licht dat hg alles verzonnen en zich zelf do verwonding had toegebracht om zich het geld te kunnen toeëigenen. De advocaat-generaal eiachte dezelfde straf. Op no. 22 van de Batavierenstraat te Rot terdam woont Mejuffrouw Stelloo, oud 43 jaren, echtgonoote van don hoer Stelloo, meestor-met selaar. Zg is tegenwoordig zeer gerust er op dat de rheumatiek, die haar vroeger iedoren winter zoo hevig deed ljjden, haar dit jaar niet zal lastig vallen. En wjj zjju nu dicht bjj de aankomst ven den winter, het tjjdperk, waarin alle rheumatiekljjders hunne smarten met heviger pjjriljjkhoid zien terug komen Mejuffrouw Stelloo beeft, zich van haar rheu matiek verlost, en dank zg den Pink Piiion zal zg er niet meer aan ljjden. Mej. Stelloo, (Cl. Tbeunisse Labots, Rotterdam). Het verdient hierbjj opgemerkt dat mejuf frouw Stelloo 12 kinderen heeft gehad, waar van er nog 7 in leven zgn. Die" talrjjke moe derschappen hadden bg haar, zooals bg alle vrouweD, het gestel een weinig uitgeput, en onafhankelijk van haar rheumatiek, klaagde zjj ook over zekere onpasseljjkhedcn, zekere onge- steldheden, schele hoofdpjjn, maagpjjnen.overma- tige vermoeienis, die haar zeer hinderden in haar werk van goede huishoudster. Weinul De Pink Pillen die haar voornaamste kwaal hebben doen verd wjjnen, hebben ook die onpasseljjkheden, die ongesteldheden dien verdwjjnon, en dit bewjjst wel den grooten invloed der Pink Pillen op geheel bet gestel. De Pink Pillen werken niet op één verschjjnsel. Zjj doen niot zooals de zalven en wrjjfmiddelen, die, wanneer gjj ze gebruikt, wel de pjjnen stillen, maar deze niet doen verdwjjnen. De Pink Pillen doen de pjjnen verdwjjnen omdat zjj het kwaad in zjjn wortel aantasten, omdat zjj het opzoeken, het grjjpen daar waar het werkeljjk schuilt, dat is te zeggen in het blood. Door de samen stelling van het bloed te verboteren, verboteren zjj tegeljjk den algemeonen staat der gezond heid. De Pink Pillen verjagen uit het bloed de vergiften, die erin zgn bevat, en genezen de rheumatiek waarvan die vergiften de oorzaak zgn. Maar door de samenstelling van bet bloed te verbeteren, geven zjj aan het organisme een nienwe krachtalle organen werken beter, de krachten komen weer, de bleekheid maakt plaats voor een schoone kleur, de schele hoofd pjjn, de maagpjjnen verminderen en verdwjjnen ton leste. De .Pink Pillen zgn onontbeerlijk ter bestrjjding van de bloedarmoede, de bleek zucht der jonge meisjes, de onregelmatigheden der vrouwen, do zenuwuitputting, de neuras thenie in alle bare vormen. Verkrjjgbaar bg Snabilié, hoofd-depóthouder voor Noderland, 7 Groote Markt te Rotter dam, voor Middelburg en omstreken bjj de Depothouders: Job. do Roos, Ylasmarkt K 157, Middelburg; S. A,Luitwieler, VliBsingen A. C. Beniest, Lepelstraat, YHssingen; Gebr. Mulder, Goes, en verder bjj verschillende apo thekers en goede drogisten. Prjjs 1.75 de doos, 9.por 6 doozen. VERKOOPINGEN EN VERPACHTINGEN IN ZEEL 4.ND. Plaats. Voorwerpen. Information- Datum. 8 9 Feb. 10 1) 19 3 Mrfc. 21 April 4 Mei. 5 jmuueiourg. mttauiauu., iwuki Westkapelle, Huizen, land en inboedel, Loeff. Biggekerke, H^fsteedje, Loeff. Vlissingen, Huizen, Grjjpskerke, Woonhuis, 't Zand, Onroerende goederen St. Laurens, Inspan, O. Souburg, Inspan, Serooskerke, Inspan, Ritthem, Inspan, Paap. Hioolen. Loeff. Verhuist. Hosang. Verzending en laatste buslicntmg der MAIL aan het postkantoor to Middelburg OOST'INDIË. (Alles plaaltelyke tyd.) Marseille (Lloyd) (a) 9 Febr. 6.49 's nam «apels (Daitscho dst.) 10 Febr. 1.-— 's nam Botterdam (Lloyd) (b) 12 Febr. 6.49 'snam, Marseille (Fr. dienst). 13 Febr. 6.02 'amorg. Genua (Nederl.) 16 Febr. 6.49 'snam. Amsterdam(Nedorl.)(5)19 Febr. 6.49 snam. Brindisi (Eng. dienst) 19 Febr. 1.'b nam. a) Sappletoire verzending van brieven briefkaarten en aangeteekondo stukken den Aolgenden morgen te 6 uur. (b) Met deze gelegenheid wordt alleen ver konden op verlangen van de afzenders, bljj- vende uit eene aanwjjzing op het adres of nit de waarde der aangekochte frankeezuegesl De verzending der correspondentie voor At- j eh en Sumatra's Oostkust geschiedt alleen Vrjjdag met do Britsche boot en buslichting te 12 uur 's namiddags voor de sappletoire verzending te 6.49 's avonds. WBST-INDIEI. 8uriname via St. Na- zaire. - 8 Febr. 8.02 's morg. Ouraoao over Queens- town9 Febr. 10.13 's avonds Suriname via Sout- impton 16 Febr. 6.02 's morg. Curasao met K. W. 1. maildienst. (Op ver langen.)18 Febr. 6.49 'snamid Suriname via Amster dam 18 Febr. 6.49 's namid

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1909 | | pagina 2