Ingezonden Mededeelingen.
Otn een goeden winter
door te brengen.
beeft bewogen met het geven d er overeenge
komen voorschotten, waartoo deze anders niet
moer verplicht was geweest, voort to gaan en
zich dienvolgens door deze nog te doen afge
ven op of omstreeks 12 April 1906 tr. 8000
3 M-i 1906 fr. 6000 en 14 Juni 1906 fr 6000_
In deze zaak waren vanwege het openbaar
mioistorio 12 getuigen gedagvaard.
AU verdediger van den beklaagde trad op
de heer mr. M. Jacq De Witt Hamer, advokaat
to Middelburg,
Na voorlezing van het bevel van verwjjzing
en nadat de ambtonaar van hot O. M. do zaak
had voorgedragen, werd op diens verzoek,
lecture gegeven van de schrifteljjko overeen
komst tnsscken den hoer Delporte en beklaagde
en van verschillende kwitanties, door beklaagde
en Breesnee afgegeven voor ontvangen voor
schotten van de fabriek.
Ook werden op verzoek van don verdediger
verschillende stukken gelezen.
Daarna werd overgegaan tot het verhoor der
getaigen.
De eerste was J. Delporte, directeur eener
suikerfabriek te Pi pain, arrondissement Tournai,
in B-lgie.
Wjjl deze de Nederlandscbo taal niet mach
tig was, had diens verhoor plaats door middel
van een tolk. Als zoodanig fungeerde de boer
D. van Oostveen.
De getuige verklaarde te zjjn on in
geweest te zijn directeur der suikerfabriek te
Amougios. la dat jaar hoeft hg een contract
gesloten met beklaagdo on Broosnee, waarvoor
zjj te Gent in een hotel byeenkwuumi
Hot gebeurde in Maart 1906 on do hoofd
inhoud van hot contract was dat beklaagde en
Breesnee zich verbonden aan do fabriek te
leveren de opbrengst van 150 hectaren bieten.
De fabriek zon het zaad leveren ea hun een
voorschot geven van fr 200 por hectare. Doze
som was best >md om uit te betalen aan de
landbouwers-loveranciorsdit moest geaohiedeu
door tusschenkomst van beklaagde on Breesnee.
Er bestond geen band tasschen de fabriek
on de bóeren-leveranciers. De fabriek moest
een bewjjs hebben dat beklaagde bieten by de
boeren gekocht had en daarom moest beklaagde
de kwitanties vertoonen van de betaalde voor
schotten.
Getuige heeft achtereenvolgons voorschotten
aan beklaagde ea Breesnee gegeven, samen
tot een bedrag van fr 30.000.
Die voorschotten werden op verschillende
tijdstippen gegoven en bg de derde maal dat
zg werden betanld, heeft beklaagde verschil
lende kwitanties vertoond, waarvan getuige
een Ijjstje overlegde. Dit kwam echter niet
overeen met een door getuige in de instructie
verstrekt. Beide waren door beklaagde geschre
ven.
Het bodrag der kwitanties kwam overeen
met do opgaaf die beklaagde deed en die be
dragen vertogeBwoordigdon de waarde in de
ljjet genoemd.
Wanneer beklaagde die kwitanties niet had
laten zien, zou deze geen verdere voorschotten
hebben gekregen.
Toon bet tjjd van leveren der bieten was
heeft beklaagde, die belooid had af te leveren,
dit niot gedaan. Getuige legde verschillende
brieven van beklaagde over waarin die- be
lofte werd gedaan.
Aiu de fabriek ie, voor zoover getuige be
kend is, met namens beklaagde door een Bol-
gisoh advocaat aangeboden 125.000 kg. bioton
te leveren.
Wel is een brief in dien geest gekomen bjj
den adminis rateur der fabriek, mits afgezien
werd van de vervolging van beklaagde.
Dit aanbod is niet aangenomen.
Aao getnige werd gevraagd wat de verm e-
deljjke opbrengst is van een hectare, waarop
hjj antwoordde ongeveer 32.000 kg. Er had dus
4.800.000 kg geleverd moeten wordenwat
de advocaat aanbood was dus slechts een zeer
klem gedeelte van wat geleverd moest worden.
Op een vraag van den verdediger of
onderhandelingen met den beklaagde vóór het
contract werd gesloten, niet zgn gevoerd door
den administrateur antwoordde getuige toe
stemmend.
Verder vroeg de verdediger nog of de fabriek
te Amougies geen overeenkomst had gesloten
met de Union Sucriire om in 1906 in Staats-
Vlaanderen geen bieten te koopen.
Da getuige antwoordde dat die overeenkomst
luidde niet te koopen tot een hoogeren dan
een bepaalden prjja.
De verdediger vroeg hoe do fabriek op 22
Maart, dus te laat in 't seizoen, er toe kwam
om uog 150 heotaren bieten te koopen.
Daarop antwoordde getuige dat het niet te
laat was.
Verder vroeg de verdediger of Breesnee
tegenwoordig was bjj do overeenkomst en ot
die met verklaarde zelf verschillende gemeten
te knanen leveren van eigen gepacht land.
De getuige antwoordde toestemmend.
Verder antwoordde hg dat do fabriek nit
het faillissement van beklaagde ongeveer f 532
heeft ontvangen.
De beklaagde verklaarde dat hg hot con
tract heeft afgesloten met den heer Bataille,
bestuurder der fabriek. Er was bepaald dat
de fabriek een frank meer zou geven dan de
Union Sucrière. Ook werd toen gezegd dat er
een overeenkomst bestond met die verecniging
dat er niet in Staats Vlaanderen voor de fa
briek mocht gekoohi worden op een boete
van fr. 20.000.
Daarom moest beklaagde zelf aan de fabriek
laveren. Breesnee had 14Q gemeten gepacht
land en beklaagde 27 gemeten, die zg mot
bieten zouden bezaaien.
Verder beweerde beklaagde aan getuigo
geen kwitanties te hebben laten zien. Het
bewuste Ijjstje heeft hg ook niet overgelegd
dat was er een van het vorig jaar.
De getnige hield vol dat bekluagde hem de
kwitanties heeft gegeven on zelf het Ijjstje
heelt geschreven ter controle. Het is onmoge
lijk dat dit ljjetje er een was van het vorige
j»w.
J. P. do Vliegh, landbouwer te Zaidzande,
verkluarde in 1906 door tusschenkomst van
beklaagde geen contract te hebben gesloten
tot het leveren van bieten aan do fabriek te
Amougies, wel het jaar te voren.
Ia 1906 had hjj gecontracteerd voor eon
andere fabriek door tusschenkomst van be
klaagde, het voorschot ontvangen en de bieten
geleverd.
Natuuiljjk had hg dus in 1906 geen voor
schot van do fabriek to Amougies ontvangen.
Getuige fungeerde ook wel als onderagent
voor beklaagde.
Verder verklaarde hjj dat de op het meer
malen besproken Ijjstje voorkomende Joan de
Vliegh en J. D. do Vliegh niet bestaan.
J. Cappon, landbouwer te Zuidzande, ver
klaarde in 1906 met beklaagde geen contract
te hebben aangegaan voor de levering van
bieten aan do fabriek te Amougies, wel in 1905.
J. W. Boogaart, landbouwer te Zaidzande,
verklaarde hetzelfde, evenzoo P. Lutejjn, ook
landbouwer te Zuidzande ea J. Cappon, land
bouwer te Breskens.
L. Havcrboko, landbouwor te IJzendjjke,
verklaarde in 1906 voor beklaagdo, aan wien
hjj een stuk land bad verhuurd voor f 500,
bieten gezaaid te hebben. Hjj moest de bieten
niet leveren.
C. Swortilé, werkman te IJzendjjke. ver
klaarde in 1906 met beklaagde gocontracteerd
to hebben voor de lovering van bieten, voor
welke fabriek weet hjj nitit. Hjj kreeg een
voorschot van f 70. Hjj heeft echter niot
geleverd, want toen de bieten rgp waren kreeg
hg van beklaagde geen bericht waar hjj te
levoron had. Hjj heeft de bieten toen
ander verkocht.
Hjj verklaarde van beklnagde nooit f 1200
ontvangen to hebben. Hjj kan zgn naam sot-
ten maar niet lezen en hooit een kwitantie
geteekend, maar hjj weet niet tot welk bedrag.
Beklaagdo zeide van getuigo een stuk land
gepacht te hebben voor zich zelf en daarvoor
f 90 te hobbon betaald.
M. Doens, wed. P. G. Gernaert, landbouw
ster te Groede, deelde mede in het voorjaar
van 1906 geen contract met beklaagde gesloten
te hebben, ook nooit te voren. Zjj had dus
geen kwitantie afgegeven.
De beklaagde beweerde dat hjj met een
broer van gotujge's man gecontracteerd had.
J, Cappon, rustend landbouwer te Cadzand,
heeft in 1906 niet met beklaagde gecontrac
teerd, wel in 1905.
P. de Brujjne, landbouwer te Oostburg, heeft
noch ia 1906 noch in 1905 met beklaagde ge
contracteerd.
J. Raes, rijksveldwachter brigadier-titulair
te Biervliet, verklaarde dat hem een onderzoek
is opgedragen naar bet bestaan van sommige
landbouwers. Dat waren J. C. Mabosoone, P.
de Brajjne, en Leenhout. Zjj waren op de aan
gegeven woonplaatsen niet te vinden.
Hiermede was het getuigenverhoor afgeloo-
pen on werd de zitting geschorst.
Na heropening ervan word do beklaagde
gehoord.
Hjj gaf toe 22 Maart 1906 gesloten en ge
teekend te hebben het contract met de fabriek
Ook dat hjj op verschillende tjjdstippon in
't geheel 30.000 frank had ontvangen.
Die fr. 30.000 heeft bjj besteed om daarvoor
land te pachten en daarop voor eigen risico
bieten te teelen.
Wanneer hjj voorschotten had gegeven, had
hg de kwitanties daarvan moeten overleggen.
De president wees beklaagde erop dat bjj
vroeger verklaard heeft een gedeelte van het
geld te hebben gebruikt om oude schulden te
betalen en een ander deel voor bet geven van
voorschotten.
Beklaagde zeide dat dit niet juist was.
Er waren nog eenige posten te betalen v0or
bieten die de fabriek het vorige jaar had ge-
koent doch niet ontvangen.
In het najaar heeft beklaagde bieten aan
de fabriek aangeboden, doch deze heeft die
geweigerd wegens een verschil over den prjjs.
In 1906 is beklaagde niet opgetreden als
agent, maar als verkooper.
De 30.000 frank bad bjj, volgens zgn be
weren, ontvangen als een voorschot voor
door hem te leveren bieten.
De voorzitter wees erop dat in het contract
sprake is van voorschotten te betalen aan
landbouwers.
De beklaagde beweerde dat niet dit de be
doeling was.
De heer Delporte heeft verklaard dat bo-
klaagde hem in April 1906 vertoond heeft de
kwitanties, waarvan hiervoreu sprake was.
Beklaagde zeide dat hg geen kwitanties
heeft gebad en die ook niet heeft laten zien.
Ook hot Ijjstje had daarop geen be-.rekking
dat was een opgaaf van het vorige jaar.
De heer Delporte heeft in den loop der in
structie aan den rechter-commissaria oen Ijjstje.
overgelegd, dat beklaagde hem had opgegeven
als van de personen, die voorschotten hadden
ontvangen en die later met te vinden waren.
De beklaagde ontkende die namen te hebben
opgegeven.
deelde verder mede op een gegeven
oogenblik, 10 October 1906, het land verlaten
te hebben. Hg deed dit op raad van zgn,
Belgischen advokaat, omdat deze beweerde zoo
lang hg in 't land was de zaak niet te kunnen
afwikkolen.
De beklaagde is in Btaat van faillissement
verklaard en de uitdeeling heeft ongeveer 9
percent bedragen.
De president wees beklaagde erop hoe hier.
uit bljjkt dat beklaagde's financieele toestand
niet rooskleurig was.
De beklaagde achtte dit een gevolg van het
niet accepteeren van zgn bieten door de fabriek.
Bg het ontvangen van de voorschotten, door
den heer Delporte betaald, was hjj aanwezig,
maar Breeaneo nam de gelden in ontvangst;
deze hield de kas.
Beklaagde ontving van Breesnee de bedragen
die hjj noodig had.
De heer Delporte, hierover ondervraagd,
kon niet zeggen wie het geld in ontvangst
nam.
De ambtenaar van het oponbnar ministerie,
aan wien thans het woord word verleend,
meende dat, niettegenstaande het groote dos
sier, de zaak, die hot hier geldt, zeer een
voudig is.
Beklaagdo en zgn compagnon hobbon met
de fabriek het bekende contract gesloten en
vast staat dat beiden de meer genoemde gel
den hebben ontvangen om daarvan voorschot-
ton aan do boeren te betalen.
Uit het c intract bljjkt dat gesloten is oen
overeenkomst van koop en verkoop. Beklaagde
zjjn compagnon waren vorkoopets.
Ijj hadden echter geen bieten en moesten,
om die te krjjgen, contracten sluiten met de
landbouwers.
Volgens de gewoonte moest daarbjj een
voorschot worden gegeven.
Beklaagdo en zjja compagnon moesten van
de betaling dier voorschotten door overlegging
van kwitanties doen blij-in. Zjj hebben echter
geen contracten gesloten en konden dus geen
kwitanties overleggen.
De beklaagde bowaert dat hjj eigenaar werd
van het geld; dit ia niet juist, het geld had
een bepaalde bestemming het moest uitbe
taald worden aan de boeren.
Gat bjj daaraan een andere bestemming, dan
maakto hg zich schuldig aan verduistering.
En die verduistering is opzotteljjkg sthied.
Dit bljjkt uit het vertoonen van valscho
kwitanties, wat beklaagdo echter ontkent, en in
de tweede plaats nit zgn vlucht.
Beklangde verkeerde in ongunstige finan
cieele omstandigheden on wist dat, wanneer
hjj het geld een andere bestemming gaf, hjj
dit nimmer zou kunnen teruggeven.
Beklaagde heeft ook oplichting gepleegd.
Do heer Delporte had geen verdere voorschot-
ton gegeven wanneer hom niet de kwitanties
waren vortoond.
Dat men die vertoonde was een listige kunst-
greep.
De ambtenaar, het ten laste gelegde wettig
en overtuigend bewezen achtende, vorderde
schuldig verklaring van den beklaagde aan
verduistering en oplichting en zjjne veroor
deeling tot een jaar gevangenisstraf.
De verdediger begon met te wijzen op bet
vei schil dat or bestaat tusachen oen Nederlan
der en een Belg wanneer er kwestie is van het
niet nakomen van verplichtingen.
De eerste stelt een civiele vordering in, de
laatste tracht oen strafvervolging uit te lokken.
Dat is hier gebeurd. Om preventieve bech
tenis te ontgaan vertrokken beklaagde en
Breesnee naar België.
Men heeft toen tegen hem geen strafvervol
ging ingesteld en zelfs niet de uitlevering
aangevraagd.
De tegenwoordige ambtenaar van het O. M
heefi de zaak opnieuw ter hand genomen en
een strafvervolging ingesteld.
Pleiter ging daarop na hoe de z. g. n.
peeën-contracten tot stand komen en hoe die
zgn ingericht.
Vroeger kocht eon eigenaar van een suiker
fabriek land, verpachtte dit aan landbouwers,
die bg wjjze van betaling suikerbieten moes
ten leveren.
Hat land weid daardoor uitgeput en de
landbouwors, die niet aan hun oontract konden
voldoen, werden geexecuteerd.
Toen kwamen de agenten, die metgrootere
en kleinere landbouwers contracten sloten voor
de levering van bieten, op voorhand een voor
schot gevend.
Nadat de bieten gelevord waren, volgde de
afrekening.
Die toestand bleef ook niet langer houdbaar'
Er kwamen coöperatieve suikerfabrieken en
bietenboawerabonden en pleiter schotste hoe
daarvoor gewerkt wordt en hoe moeiljjk het
voor do Buikerfabrikanten wordt voldoende
beetwortelen te krjjgen.
Thans gaan in December hun agenten rond,
om, onder aanbieding van voorschot, landbou
wers te bewegen contracten te sluiten.
Dat is echter in Maart afgoloopen.
Het contract, waarvan in deze zaak sprake
is, word gesloten in Maart en de fabriek wist
dat èn de beklaagde èo Breesnee land hadden,
dat zg met bieten konden bezetten
Pleiter meende dat, wanneer hg, dat con
tract besprekende en nagaande, kon aantoonen
dat de fr. 30.000, waarvan hior sprake is, was
het eigendom van den beklaagde en zgn com
pagnon, er hier van geen verduistering en op
lichting sprake zgn kaft.
In het contract is koopster de fabriek en zjjn
verkoopers de beklaagde en zgn compagnon-
De koopster nam aan den verkoopers op
voorschot fr. 200 per hectare te betalen. De
fr. 30.000 zgn dus het voorschot van de 150
hectaren.
In het contract staat niet dat de beklaagde
en zgn compagnon dat voorschot zouden te
betalen hebben aan de landbouwers.
Wanneer de beklaagde contracteerde met
een landbouwer, dau had, zoo bepaalt het
contract uitdrukkeljjk, de fabriek met die
landbouwers niet te doen zjj handelde alleen
met de verkoopers.
Wanneer beklaagde soms met boeren con
tracteerde en voorschot gaf, dan wenschte
de fabriek te weten voor hoeveel hec
taren was gecontracteerd en tegen hoeveel
voorsohot en daarom bepaalde zjj in het
contract dat daarvoor de kwitanties moesten
worden vertoond.
Er is door beklaagde en zjjn compagnon
met geen landbouwers gecontracteerd.
De ambtenaar beweert dat de fabriek eige
naar bleef van hat geld, maar, vraagt pleiter,
hoe lang?
Het geld, in betaling gegeven op afrekening
van den koopprjja, behoort noch geheel noch
ten deele aan haar, maar aan den beklaagde,
zoodat dus van verduistering geen sprake zjjn
kan.
In de tweede plaats staat beklaagde terecht
voor oplichting.
Do drie laatste bedragen zonden door listige
kunstgrepen vorkregen zgn, wordt van de zjjde
van hot O. M. beweerd.
Pleiter hostrjj'lt dat.
Bg het einde van de hnndelscampagne sluit
de fabriek oen contract met beklaagde en zgn
compagnon.
Zjj gaf een voorschot en de verkoopers gaan
in 't work.
Beklaagde had recht op de betaliDg van
fr. 30.000 en wanneer de fabriek nu talmde
met de uitbetaling daarvan, dan mocht hjj, zg
hot ook niet langs streng zedeljjken weg,
pogen dat geld te vcrkrjjgen.
Maar hjj gebruikte daarvoor geen listige
kunstgrepen, met hot doel om zich wederrech-
teljjk to bo\oordeelen.
Naar spreker's overtuiging heeft beklaagde
groote zaken gedaan en veel gold verdiend,
maar hjj reisde veel en leefde op grooten
voet. Daarbjj kwam dat kg belangrgke ver
liezen heeft geleden. Om het vertrouwen van
zgn clientèle te behouden, moest hg betalen.
Beklaagde en zjjn compagnon werden gesig
naleerd in hot Politieblad en hebbin toon ge
tracht nog in hun bozit te houden wat zg
konden.
Spreker achtte dat hier noch van verduis
tering noch vim oplichting sprake kan zgn
en vroeg met vo'-le vertrouwen vrjjspruak van
zjjn dient.
In zgn iepliek trachtte de ambtenaar van
hot O. M aan te toonen dat zoowel bekluagde
als zgn compagnon met boeren moesten con
tracteeren om de verkochte bieten te kunnen
leveren en meende dat daarop de bepaling in
het contract slaat dat de kwitanties moeten
worden vertoond.
Spreker bloof er bjj dat de beklaagde zich
aan verduistering heeft schuldig gemaakt ea,
is dit juist, dan ook aan oplichting.
Hjj persisteerde dan ook bjj zgn genomen
requisitoir.
De verdediger stelde nog in het licht dat
het door de fabriek te Amougies en beklaagde
ge loten contract is aangegaan op een tjjd dat
de handelscampagne was afgeloopen. Dat
bewjjst dat zjj niot een gewoon contract sloot
met personen die als agent voor haar zouden
optreden, maar mot verkoopers van bieten.
Hierna verklaarde de president het onderzoek
gesloten en bepaalde hjj de uitspraak op heden
over acht dagen.
Dezelfde rechtbank deed heden uitspraak
in de in ons nommor van 30 Jan. 11. breed
voerig vermelde zaak tegen C. F. K., 41 j.,
herbergier te Neuzen, die van de hem bjj
dagvaarding ten laste gelegde heling werd
vrijgesproken.
De eisch was 3 maanden gevangenisstraf.
Voorts zgn nog veroordeeld wegens.:
mishandeling, zwaar lichamelijk letsel tengevolge
hebbendeJ. P. v. O., 22 j brooddrager, Mid
delburg, tot 6 m. gev.straf
het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel door
schuld: J. A., 40 jaar, veehandelaar te Middel
burg, tot 14 d. hechtenis
mishandeling: A. d. P., '22 j., werkman, St.-
Jansteen, tot 2 m., L. d. R., 19 j., werkman(
Vlissingen, tot 1 m., en M. S. v. B., 32j„hvr,
van J, S. P., werkvrouw, Hulst, tot 14 d. gev.
straf, en M. V., 20 j., werkman, Wissekerke,
tot f 10 b. s. 10 d. h., en A. v. d. H., 53 j.,
kuiper, Vlissingen, tot f 10 b. s. 5 d. h.
Zaak tegen S. en C. te Londen.
Van het Donderdag te Londen voortge
zette competitiegeding tegen S. en C. zjj alleen
gemold dat S. bjj kruisverhoor door den advo
caat van C. verklaarde in het geheel geen
boek te houden. C. bestuurde de fiuaucioele
afdeeling der zaak.
Tusschen November 1907 en April 1908 be
taalde hg G. 800 p. st. als zgn aandeel in de
winst en C. scheen daarmee geheel tovreden.
De zaak werd weer verdaagd.
Voor het Hof te Arnhem word Donder
dag behandeld do zaak van den geld-inner V.,
der gasfadriek te Roermond, door de rechtbank
aldaar wegens vorduistering veroordeeld tot
2'/j jaar, welk vonnis door het Hof te 's Her
togenbosch was bevestigd, maar door den
Hoogen Raad wegens een gebrek in den vorm
was vernietigd, terwjjt de zaak verwezen werd
naar het Arnhemsche gerechtshof.
V. werd in den avond van 31 Maart 1908
gevonden, voorover op den grond liggende en
bloedend verwond, Bjj gebracht zjjnde, vertelde
aangevallen te zgn door een zwaron kerel,
die op bem toesprong, terwjjl tegeljjkertjjd een
ander, dien bjj herkendeals zekeren Verhegge,
hem peper in het gezioht had geworpen. Hjj
kreeg een slag, viel bewusteloos neer en her-
inneide zich verder niets. Vermist werd een
bedrag van ongeveer f 545, opbrengst van ge-
inde kwitantió'n.
Na een onderzoek kwam aan 't licht dat
hg alles verzonnen en zich zelf do verwonding
had toegebracht om zich het geld te kunnen
toeëigenen.
De advocaat-generaal eiachte dezelfde straf.
Op no. 22 van de Batavierenstraat te Rot
terdam woont Mejuffrouw Stelloo, oud 43 jaren,
echtgonoote van don hoer Stelloo, meestor-met
selaar. Zg is tegenwoordig zeer gerust er op
dat de rheumatiek, die haar vroeger iedoren
winter zoo hevig deed ljjden, haar dit jaar
niet zal lastig vallen. En wjj zjju nu dicht bjj
de aankomst ven den winter, het tjjdperk,
waarin alle rheumatiekljjders hunne smarten
met heviger pjjriljjkhoid zien terug komen
Mejuffrouw Stelloo beeft, zich van haar rheu
matiek verlost, en dank zg den Pink Piiion
zal zg er niet meer aan ljjden.
Mej. Stelloo, (Cl. Tbeunisse Labots, Rotterdam).
Het verdient hierbjj opgemerkt dat mejuf
frouw Stelloo 12 kinderen heeft gehad, waar
van er nog 7 in leven zgn. Die" talrjjke moe
derschappen hadden bg haar, zooals bg alle
vrouweD, het gestel een weinig uitgeput, en
onafhankelijk van haar rheumatiek, klaagde zjj
ook over zekere onpasseljjkhedcn, zekere onge-
steldheden, schele hoofdpjjn, maagpjjnen.overma-
tige vermoeienis, die haar zeer hinderden in haar
werk van goede huishoudster. Weinul De Pink
Pillen die haar voornaamste kwaal hebben doen
verd wjjnen, hebben ook die onpasseljjkheden, die
ongesteldheden dien verdwjjnon, en dit bewjjst
wel den grooten invloed der Pink Pillen op
geheel bet gestel. De Pink Pillen werken
niet op één verschjjnsel. Zjj doen niot zooals
de zalven en wrjjfmiddelen, die, wanneer gjj
ze gebruikt, wel de pjjnen stillen, maar deze
niet doen verdwjjnen. De Pink Pillen doen
de pjjnen verdwjjnen omdat zjj het kwaad in
zjjn wortel aantasten, omdat zjj het opzoeken,
het grjjpen daar waar het werkeljjk schuilt,
dat is te zeggen in het blood. Door de samen
stelling van het bloed te verboteren, verboteren
zjj tegeljjk den algemeonen staat der gezond
heid. De Pink Pillen verjagen uit het bloed
de vergiften, die erin zgn bevat, en genezen
de rheumatiek waarvan die vergiften de oorzaak
zgn. Maar door de samenstelling van bet bloed
te verbeteren, geven zjj aan het organisme een
nienwe krachtalle organen werken beter, de
krachten komen weer, de bleekheid maakt
plaats voor een schoone kleur, de schele hoofd
pjjn, de maagpjjnen verminderen en verdwjjnen
ton leste. De .Pink Pillen zgn onontbeerlijk
ter bestrjjding van de bloedarmoede, de bleek
zucht der jonge meisjes, de onregelmatigheden
der vrouwen, do zenuwuitputting, de neuras
thenie in alle bare vormen.
Verkrjjgbaar bg Snabilié, hoofd-depóthouder
voor Noderland, 7 Groote Markt te Rotter
dam, voor Middelburg en omstreken bjj de
Depothouders: Job. do Roos, Ylasmarkt K
157, Middelburg; S. A,Luitwieler, VliBsingen
A. C. Beniest, Lepelstraat, YHssingen; Gebr.
Mulder, Goes, en verder bjj verschillende apo
thekers en goede drogisten. Prjjs 1.75 de
doos, 9.por 6 doozen.
VERKOOPINGEN EN VERPACHTINGEN
IN ZEEL 4.ND.
Plaats. Voorwerpen. Information-
Datum.
8
9
Feb.
10
1)
19
3
Mrfc.
21
April
4
Mei.
5
jmuueiourg. mttauiauu., iwuki
Westkapelle, Huizen, land en
inboedel, Loeff.
Biggekerke, H^fsteedje, Loeff.
Vlissingen, Huizen,
Grjjpskerke, Woonhuis,
't Zand, Onroerende
goederen
St. Laurens, Inspan,
O. Souburg, Inspan,
Serooskerke, Inspan,
Ritthem, Inspan,
Paap.
Hioolen.
Loeff.
Verhuist.
Hosang.
Verzending en laatste buslicntmg der MAIL
aan het postkantoor to Middelburg
OOST'INDIË.
(Alles plaaltelyke tyd.)
Marseille (Lloyd) (a) 9 Febr. 6.49 's nam
«apels (Daitscho dst.) 10 Febr. 1.-— 's nam
Botterdam (Lloyd) (b) 12 Febr. 6.49 'snam,
Marseille (Fr. dienst). 13 Febr. 6.02 'amorg.
Genua (Nederl.) 16 Febr. 6.49 'snam.
Amsterdam(Nedorl.)(5)19 Febr. 6.49 snam.
Brindisi (Eng. dienst) 19 Febr. 1.'b nam.
a) Sappletoire verzending van brieven
briefkaarten en aangeteekondo stukken den
Aolgenden morgen te 6 uur.
(b) Met deze gelegenheid wordt alleen ver
konden op verlangen van de afzenders, bljj-
vende uit eene aanwjjzing op het adres of nit
de waarde der aangekochte frankeezuegesl
De verzending der correspondentie voor At-
j eh en Sumatra's Oostkust geschiedt alleen
Vrjjdag met do Britsche boot en buslichting
te 12 uur 's namiddags voor de sappletoire
verzending te 6.49 's avonds.
WBST-INDIEI.
8uriname via St. Na-
zaire. - 8 Febr. 8.02 's morg.
Ouraoao over Queens-
town9 Febr. 10.13 's avonds
Suriname via Sout-
impton 16 Febr. 6.02 's morg.
Curasao met K. W. 1.
maildienst. (Op ver
langen.)18 Febr. 6.49 'snamid
Suriname via Amster
dam 18 Febr. 6.49 's namid