Dut zou aan de landbouwers goen bjjzondere
bosten opleggen.
Maar al was die ovorgangstermjjn niet moge
lijk, dan nog zouden de uitgaven niet zoo
bezwarend zjjn.
De landbouwer zou in de eerste plaats pro-
fitoeron van de verbetorde wegen, maar ook
andoren. Het geldt hier dus een algemeen
belang.
Proefondervindelijk is bewezen dat voertui-
gen met breede velgen de wegen niet zoo
bedorven als die mot smalle.
Ëreedo volgen eischen minder trekkracht.
Spreker wonscht dat voor de wielen van
voortuigen voor het vervoor van landbouw
producten de breedte der velgen wordt voor-
goschro.ven.
Daarna bespreekt de heer Elenbaas hot
wenscheljjke van hot verordenen dat het af
krabben der wielen verplichtend is.
In verschillende streken in en baiten onze
provincie zjjn dorgeljjko bepalingen ingevoerd
en die maatregel levert een bezwaar op.
In het reglement zou spreker dit ook wil
len stipuleeren.
Eindoljjk vraagt spreker nog een bepaling
waarbjj verboden wordt de bermen van do
wegen te berjjden.
Hjj toont aan hoe het berjjden dier bermen
den weg bederft niet alleen, maar ook de
voetgangers belemmert.
Sproker wenscht geen absoluut verbod om
de bermen te berjjden, maar dje te verbieden
buiten volstrokte noodzaak en op de voor
voetgangers bestomde paden.
Do heor Elenbaas wjjst op de bepalingen
die ten dezen opzichte in Noord-Brabant be
staan.
Spreker is overtuigd van de onmogelijkheid
om thans voorstollen te doen tot vorandoring,
maar hjj stelt voor dat do vergadering
sluite H. H. Ged. Staten uit te noodigen
in do aanstaande zomorvergadering voorstellen
aanhangig te maken ten opzichte van
volgen dor wieion.
Dan zjjn Ged. Staten niet te erg gebonden
ton opzichte van de velgbreedte.
De voorzitter stelt voor de beraadslaging
over het voorstel van Ged. Staten en de motie
van den hoer Elenbaas gezamenljjk te houden.
De heer Moes wjjst ör op dat in zjjne streek
de grind wogen in keiwegen veranderd worden.
Dat is het eenige middel om verbetering te
verkrjjgon.
Spreker stelt in het licht dat do kosten van
het maken van breede velgen niet zoo onbe-
langrjjk zjjn.
Hg acht het opnemen van bepalingen daarom
niet noodig. Men moet niet te veel reglomon-
teeren. Dat geldt ook voor het afkrabben dor
wielen.
De beer Moes toont nog aaD dat, als men
de grindwegon uitbreekt en met keien bestraat,
ook de bermen verbeterd worden.
Spreker zal voor het voorstel van Ged. Staten
stemmen.
De hoer Dekker zal dat ook doen. Hjj meent
dat in dit najaar de toestand op do wegen
niet zoo ernstig is als do heer Elenbaas die
schildert. Hg acht het door dezen geschetst
tafereel vöel te somber.
Z. i. mogen alleen dwangmaatregelen worden
opgelegd wanneer er een noodtoestand is.
En die is er na nog met.
Bjj de landbouwers bestaan praktische be
zwaren tegen het invoeren van breede velgen,
afgescheiden van de kosten.
Laat de tjjd het zeggen. Wanneer de land
bouwers overtuigd zjjn dat breede velgen niet
alleen beter zjjn voor de wegen, maar ook
minder trekkraoht eischen, zullen zjj van zelf
tot hot aanbrengen ervan overgaan.
De heer Hammachor zon wel willen mede
gaan met do algemeene strekking van de motie
van den heer Elenbaas, maar niet nn hjj daarin
oen bindende voorwaarde opneemt.
Indertjjd is een proef genomen met breede
velgen en die proeven hadden tot uitslag dat
in de zware klei do breede velgen niet bruik
baar waren.
Spreker- zou het zeer gevaarljjk vinden te
gaan stemmen over een motie waarin de
gadering zich uitspreekt over breede velgen
en God. Staten te dezen opzichte bindt.
Do heer Houtorman toont met voorbeelden
aan dat de breede velgen op het natte land
on op de kleiwegen onbruikbaar zjjn.
De kosten wegen bjj hem niet zoozeer.
Maar als breede velgen worden voorgeschre
ven, zouden de landbouwers èn smalle èr
breede velgen moeten aanschaffen, de eerste
voor het land en de kleiwegen, de laatste
voor de grindwegen.
Dien last zou bjj den landbouwers niet
willen opleggen.
Verboteren der wegen door keibcstrating is
het eenige middel.
Het voorschrjjven van afkrabben der wielen
is in de praktjjk niet uitvoerbaar.
De heer Siegers wjjst erop dat de adressanten
bescherming komen vragen voor do beschadi
ging der wegen,
Onbekend is dit onderwerp in deze vergade
ring niet. Reeds in 1898 en vroeger is dit
breedvoerig besproken.
Do eischen worden steeds grooter. Werd
vroeger een gewicht van 2000 kg. voor een
deel van het jaar te groot geacht, nu spreekt
men reeds van 1000 en 750 kg.
Ook de breedte der velgen wil men ver
meerderen.
In den breede bespreekt de heer Siegers de
wegen en het schoonmaken der wielen en wijst
erop, dat de meeningen daaromtrent zeer uit-
eenloopeu.
De onderhoudsplichtigen willen de wogen
met kleine kosten in orde houden en wen-
schen daarom beperking van vervoer. De
landbouwers wenschen snel vervoer met zware
vrachten, omdat zjj daarvoor slechts korten
tjjd hebben.
Bjj dio tegenstrijdigheid van belangen ach
ten Ged. Staten dwangmaatregelen, zooals
adressanten die wenschen, gevaarljjk.
Spreker komt het voor dat het hier geldt
eon etrjjd tnsachen een veranderden en een
euweu toestand.
De grindwegen zjjn niet meer geschikt voor
do oischen van den tegenwoordigen tjjd met
zjjn groot vrachtvervoer.
De zaak van onpartjjdig standpunt overwe
gend, ziet sproker maar óén middel om aan
dezen onhoudbaren toestand een einde temaken,
nl. dat do onderhoudsplichtigen de wogen in
overeenstemming brengen mot de eischen van
tegenwoordig on grind vervangen door keien.
De laatste zullen op den duur voordeeliger
bljjken te zjjn dan grindwegen.
Spreker beveelt op grond van een en ander
aanneming van het voorstel van Ged. StatoD
aan.
Wat botreft hot reinhouden der wegen»
meont lig, dat de gemeentebesturen daarom
trent bindende bopalingen kunnen maken,
wat in sommigo gemeenten roods geschiedt.
De heer Elenbaas geeft toe dat het veran
doren van grind- in keiwegen een afdoend
middel ia, maar verzekert dat dit mot het oog
op de kosten onmogeljjk is.
Hg wjjst op eon weg van 10 E.M. en
rekent do uitgaven, die in tonnen zouden loopen
on onmogeljjk door do betrokken gemeenten
zouden kunnen worden bjjeengebracht.
Bjj do Staten is, waar een grindweg bestaat
en daarvoor een renteloos voorschot is gegeven,
voor do twoede maal niet aan te kloppen.
Spreker betwist als zou de door hem opge
hangen schilderjj van den toestand der wogen
te somber zjjn gekleurd.
Hjj noemt enkele voorbeelden om aan te
toonon dat men langs sommige wegen bij
woer de kommen der gemeenten niot anders
kan beroikon dan met modderlaarzen aan.
Mennome dit jaar niot als maatstafin geen
jaren is do toestand zoo gunstig geweest voor
de wogen als in 1908.
Het is niet bewezen dat broede velgen uit
komst zonden gevon, is beweerd, maar spreker
wjjst er op dat hoo breeder de velgen zjjn,
hoe minder do wog gedeerd zou worden. Bjj
zeer breede velgen zou het borgden van den
weg tot verbetering ervan strekken.
Spreker gaat de verschillende geopperdo
bezwaron na on beroept zich op genomen
proeven, waarbjj gebleken ia dat de breede
velgen minder trekkracht eischen dan smalle.
Wat botreft dat hoe langer zoo meer wordt
gevraagd, wjjst spreker er op dat indertjjd het
voorschrjjven van oen marimum-belasting is
gevraagd on dat thans alleen van de breedte
dor volgen wordt gesproken.
Wat aangaat het reinhoudon der wegen
meent sproker dat do Staten daaromtrent
voorschriften kunnen geven on hot meer op
don wog van dit oolloge ligt dit te doen, dan
op dien van de gemeentebesturen.
Do hoer Erasmus wjjst er op dat de breede
velgen den grond medonemen en daarom
hot vierde district niet worden gewenscht.
Daarna wordt de motie Elenbaas in stem
ming gobraoht en verworpen met25tegen
13 Btommen.
Er voor stemmen do heeren Loois, Tichel
man, Elenbaas, Hocko Hoogonboom, Yzebaerd,
Spronger, Moolenburg, Mulder, Moerdjjk, Hejjse,
Hombach, De Veer en Den Bouwmeester.
Bjj deze stemming is afwezig de heer
Noorddjjke.
Het voorstel van Ged. Staten is daarna
zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Een veeloods te Kortgene.
Ged. Staten stellen voor af te wjjzen het
verzook van het bestuur van de afdeeling
Noord-Beveland der Zeeuwsehe Laudbouw-
maatsohappjj, om voor rekening der Provincie
aan don stoigor te Kortgene eene overdekte
veeloods to bouwen.
In eene afdeeling vereenigden, volgens het
algemeen verslag, zich alle ledon met het
voorstel van Ged. Staten.
In twee andere afdeelingon echter werden
daartegen door sommige leden bezwaren ge
opperd.
Van geen steiger toch wordt tot het ver
voeren van vee meer gebruik gemaakt dan
van dien te Kortgene, zoodat door het inwil
ligen van het verzoek voor het daaratellen
van een antecedent minder bezwaar bestaat.
In do beide afdeelingen, waarin het voor
stel beetrjjding vond, werd er op gewezen, dat
de gevaren voor schadelijke gevolgen van het
blootstellen van het vee aan weer en wind
veel grooter zjjn aan den steiger dan op de
boot, omdat de dieren bjj aankomst door het
loopen vorhit zjjn en, worden zg gestald, dan
geleidelijk kunnen afkoelen, vóór zjj op de
boot gebracht worden.
Andere leden verklaarden zich te kannen
vereenigen met het voorstel van Ged. Staten,
vooröameljjk op de gronden, door gemeld
college bjj hot aan adressanten gericht schrg-
ven te kennen gegeven.
In eene afdeeling wees een lid op Flissin-
gen, waar meermalen een aanzienljjk aantal
vee in de open lucht bot vertrok van t
boot moet afwachten en waaromtrent, voor
zoover hom bekend is, nimmer klachten zjjn
voorgekomen.
In dezelfde afdeeling werd door een lid
m Ged. Staten een voorstel tot afwjjzing
van hot verzoek verdedigd, speciaal omfinau-
cioele redenen, en er op gewezen dat in de in-
liohtingon, door adressanten aan den hoofd
ingenieur verstrekt, is beweerd, dat soms 50
stuks vee togeljjk aan den steiger worden
aangevoerd. Bouwt men nu een stal voor 12
stuks, dan ligt het voor de hand, dat binnen
kort eeno aanvrage tot verbouwing is te
waohten.
Nog werd in dezelfde afdeeling door een
lid te kennen gegeven, dat, naar zjjne meening,
de daideljjkheid zou bevorderd zjjn, indien in
de stukken de brief van den hoofdingenieur
van 4 April jl. ware voorafgegaan aan hot
request van 1 Juni daaraanvolgende, en door
een ander lid erop gewezen, dat niet alleen
voor rundvoo, maar niot minder ook voor paardon
het bouwen eener stalling aanbeveling verdient,
In de andero afdeeling vonden meerdere
leden do koaten van den bouw to boog opge
dreven, welke meoning echter vanwege Ged.
Staten bestreden werd.
Een lid betoogt, dat het niet op den weg
der Provincie ligt, in stalruimte te voorzien»
maar dat belanghebbenden zelfdaarvoor moeten
zorgen, en wjjst er voorts op, dat bjj andere
steigers de afstand van de bebouwde kom
minstens even groot is, als hot geval is mot
dien te Cortgene.
Do uitslag dor in dc verschillende afdee
lingen over dit voorstel gehouden stemmingen
was, dat 32 loden zich vóór en 8 tegen het
voorstel van Ged. Staten verklaarden.
Ged. Staten handhaven hun voorstel.
De heor Dokkor komt hot voor dat wat ge
vraagd wordt reden van bestaan hooft.
Hot stoigor te Kortgeho is een zeer eigen
aardig steigerde veeaanvoer is daar groot en
snelle afkoeling somtjjds govaarljjk.
De kOBten zjjn niot van dien aard dat zjj
de provincie rnooton afschrikken van den bouw.
Do heer Siegers betwist dat hot bouwen
van de veeloods oen provinciaal belang zou zjjn.
Hjj acht dat eenvoudig oen belang van don
Btoombootdienst die het vee vervoert endaar-
van de voordeelen trekt.
Die dienst dient te zorgoD voor een schuil
plaats indion do noodzakoljjlcheid daarvan
erkend wordt, wat twjjfelachtig scbjjnt te zjjn.
Spreker waarschuwt do vergadering ge
stap te zetten op een verkeerden weg
waarvan de gevolgen niet zjjn te voorzien.
Spreker beveelt aanneming van het voorstel
van Ged. Staten aan.
Het wordt met 31 stommen togen G aan-
genomen.
Tegen stemmen do hoeren Elenbaas, Hocke,
Hoogonboom, Dekker, Moolonburgh, VanOyon
en Hennequin.
De hoor Noordjjke is afwezig.
Rentoloos voorschot Brou
wershaven.
Door God. .Staten wordt voorgesteld atwjj-
zend te beschikken op'het verzoek van Bur-
meester en Wethouders van Brouwershaven
een renteloos voorschot voor horstolling der
havenboschooiing.
Bljjkens het algemeen verslag zeide in een
afdeeling een lid gaarne too to willen geven,
dat Brouwershaven meer bjj de Staten heeft
aangeklopt om ondersteuning voor verbetering
dor haven, doch hjj wjjst erop dat dozo ge
meente in slechten financieelen toestand ver
keert on do ingezetenen reeds hoven hunne
draagkracht zjjn belast. Do schuldenlast is
groot on deze is nog onlangs vermeerderd met
f 5400 voor verhooging der havendjjkon, een
gevolg van den vloed van 12 Maart 1906.
De oppositie komt hem dan ook vreemd
voor, als bjj denkt aan het subsidie, dat ge
geven wordt aan do gemeenten Nisse en Veere
ter bestrijding hunner huishoudoljjko uitgaven
en aan hot renteloos doorschot van f 11.500
aan diin polder Walcherendeze nitgaven wor
den 'voorgesteld als vah algemeen provinciaal
belang en bjj Brouwershaven scbjjnt men
daaraan te twijfelen.
Een ander lid dier afdeeling versterkte bo
vengenoemde gevoolens en voegde er aan toe
dat de beschoeiing in zulk een toestand ver
keert, dat hier alleen sprake kan zjjn van al-
geheele vernieuwing.
Nog een ander lid wee» er op, dat do argu
menten door Ged. Staten aangevoerd hier niet
van toepassing zjjn, daar de besluiten, om
slechts eenmaal voor dezelfde zaak steun te
verleenen, alleen betrekking hebben op het
verharden van wegen. Dat wordt ook in de
andere afdeelingen aangevoerd door vele leden,
die allen van meening waren, dat het niet
aanging om den steun, die ongeveer 50 jaar
geleden voor verbetering der haven was ver
leend, geljjk te stellen met eeno aanvraag om
renteloos voorschot voor het maken van een
andere kunstbedekkiDg van een weg, die reeds
met steun van de Prbvincie vroeger is ver
hard zjj hopon, dat de Staten het voorstel
niet zullen aannemon on zullen besluiten, aan
de arme gemeente Brouwershaven, die 4 o/0
van het inkomen en 50 opcenten op de per-
soneote belasting hoft, het gevraagde renteloos
voorschoot to geven, onder voorwaarde, dat
door het Rjjk het gevraagde subsidie van
f 5000 worde verloend,
Een lid der eerstbedoelde afdeeling
dat de financiën van Brouwershaven nog zoo
slecht niet waron en wees op 't gevaar, om op
dergeljjke aanvragen in te gaan, daar dan ver
schillende gemeenten voor herstel ot verbete
ring hunner havens oiu steun zouden vragen.
Nog een lid dier afdeeling merkt op, dat
eone vergelijking mot Veere en Nisse niet
opgaat, daar aldaar steun wordt verloend voor
de huishoudelijke uitgaven.
In een andore afdeeling wordt gevraagd of
door een beter jnarljjksch onderhoud de
meen te eene zoo groote uitgaaf in eens niet
had kunnen voorkomenhiertegen wordt door
een lid van 't Ged. College aangevoerd, dat bjj
van bevoegde zjjde heeft vernomen, dat derge
ljjke beschoeiingen 40 il 50 jaar kunnen duren
en dan vernieuwd moeten worden, dus dat
Brouwershaven niet van slecht onderhoud be-
sohuldigd kan wordon.
Een ander lid dier afdeeling is van meening,
dat de Gemeente uit de inkomsten der haven
een reservefonds had moeten stichten, waar
door zg dan zichzelf zou kunnen helpen.
Namens 't Ged. College wordt gezegd, dat het
vormen van een dergeljjk fonds in atrjjd met
de wet zou zjjn.
In nog een andere afdeeling wordt er op
gewezen dat Brouwershaven niet vergeleken
kan worden met andere Gemeenten, daar door
het ophouden der zeevaart de draagkracht zoo
danig ia vorminderd, dat zjj niet toereikend
is voor dergeljjke uitgaven.
Nog gaf een lid te kennen, dat men een
antecedent zouden sohoppen, welk gevoelen
door geen dor leden dier afdeeling bleek ge
deeld te worden.
Bjj do gehouden stemming bloek, dat 18
leden vóór het voorstel van Ged. Staten waren,
11 er tegen en dat 10 leden zich hunne stem
voorbehielden.
Ged. Staten vinden in dit verslag geen aan
leiding wjjziging in hun voorstel te brengen.
De beer Bolle zegt zich niet met het voor
stel te kunnen vereenigen.
Gestold dat het argument van Ged. Staten
om slechts eenmaal voor dezelfde zaak steun
te verleenen klomt, dan zou misschion voor
Brouwershaven een uitzondering kunnen gelden.
Het aantal zielon i6 verminderd on juist zjj
die in de goede jaren daar veel verdionden,
die do meeste draagkracht hadden, vorlioton
do gemeente.
Door het ophouden dor zoeraart zjjn een
aantal personen vertrokken.
Uit de lagere klassen bleven de zwakken
over en uit de hoogeren bleven alloon dc niet
bjjzonder gefortuneerden.
Vermeerdering der opcenten op de personeele
belasting zou niet veel baten. Er zjjn grooto
huizen genoeg maar de huurwaarde is laag,
wat spreker door voorbeelden aantoont. Een
der voornaamste huizen word voor oen huurt je
van f 80 a f 100 aangeboden.
De schuldenlast van Brouwershaven is door
voortdurende afioBsiug wel verminderd, maar
in den laataten tjjd is weer veel mooton ge
leend worden.
Spreker berekent dat do uitgaaf voor de
provincie niet drukkend is en wjjst erop dat,
als Brouwershaven wordt als Veere on Nisse,
de provincie toch to hulp moet komen.
De hoer Bolle stelt voor aan de gemoente
Brouwershaven een renteloos voorschot van
f 5000 te verleenen voor ka ven verbetering onder
do gewone voorwaarden.
Het voorstel wordt ondorstound door de heeren
Moolenburgb, Hocke Hoogonboom, Hojjso on
Hammachor.
Ook do heer Moolonburgh kan niet meegaan
met het voorstol van Ged. Staten.
Hg wg9t er op dat de groote welvaart van
Brouwershaven verdwenen is en hjj mi
dat wie den toestand kent, wol zal moeten
modegaan mot het voorstel van den hoer Bolle.
Spreker geeft een overzicht van wat door
Brouwershaven in de laatste jaren voor do
haven en nanhoorighodon geleend is. Thans
is het onmogeljjk geworden meer geld
krjjgon. Men is ten einde raad.
Er is op 't oogonhlik ruim f 24000 schuld.
D8 opening van do tram dood do hoop her
leven op verbetering van don toestand, maar
wolvaart is door de tram in Brouwershaven
niet gekomen.
Wauuoer men weet hoe arm de bevolking
is en hoe klein het bedrjjf, kan spreker niet
begrjjpen dat men die gemeente niet zon
helpen.
Zjj vraagt geen subsidie, enkel een ronteloos
voorschot.
Do belastingen zjjn hoog en niettegenstaan
de dat wil de gemoento nog den last der aflos
sing op zich nemen.
De heer Hojjso wjjst er opdat het argument
van Ged. Staten om slechts eenmaal voor de
zelfde zaak steun te verleenenniet af
doende is.
Spreker hoeft geon ander geval kunnen
vinden geljjk aan het onderhavige, wel in ge
vallen van wegsverbetoring.
Er is beweerd dat de beschoeiing niet vol
doende onderbonden wordt, maar spreker wjjst
er op dat daar jaarljjks f 700 voor wordt ge
geven.
Men zegt, het geldt hior geen algemeen
lang, maar spreker wjjst or op dat, alB hot Rjjk
steun verleent, dit wol niet geschieden zal dan
in het algemeen belang. Hjj moont dus dat
dit geen argument is.
De heer Van Ronipu stolt in het licht dat
het hier een aanvraag goldt voor een met
steun der provincie tot stand gekomen werk.
Hjj acht den financieelen toestand van Brou
wershaven niet slechter dan die van vele
anderen.
Die gemeente krjjgt geen subsidie vooi
onderwjjs en ook goen steun voor haar buiB-
hoadeljjke nitgaven.
Spreker wjjst er op dat bjj eenig zuinig
beheer Brouwershaven uit de ontvangsten
havenrechten ad f 2750 wel de beproeving
had kunnen betalen.
Men huldigde echter daar het laisser faire,
laisse' aller.
De heer Van Rompa waarschuwt tegen het
scheppen van een antecedent met het oog op
de vele havens in onze provincie,
Er is beweerd dat 40/0 van hot inkomen
wordt geboven maar dat is mot juist
minder,
Op het personeel worden 50 opcenten
heven, maar in tal van andore gemeenten is
dat veel meer.
Met een zuinig boheer had Brouwershaven
zichzelf kunnen helpen.
De heer Bolle heeft mot groote verbazing
den heer Van Rompu gehoord.
De hoofdeljjke omslag telt in do hoogste
klasse slechts óen aangeslagene, een medicus
die zich pas daar heeft gevestigd en zjjn
carrière nog maken moet.
Het vooratel van don heer Bolle wordt
angenomen met 25 Btemmen tegen 13
Tegen stemmen de hoeren Frujjtier, De
Jonge, Lucasse, Van Rompu, Den Boer, Blum,
Ysebuert, Houterman, Sprenger, Hombach,
Dumo'ejjn, Hennequin en Van Waesberghe.
Het voorstel van Ged, Staten is daardoor
vervallen.
Afwjjzend wenschen Ged. Staten dat zal
worden beschikt op het verzoek van I. J.
Porrey te Yerseke, om subsidie voor do instand
houding van een overzetveer van Teraekendam
op Gorishcek.
In de afdeelingen vereenigden al do leden
zich met dit voorstel.
Zonder hoofdeljjke stemming wordt het a a n-
geiomes.
Door Ged. .Staten wordt voorgesteld af te
wjjzen het verzoek van A. van Leeuwen to
Wolphaartsdgk om meer dan twee paarden
te mogen bezigen voor het vervoer van eene
dorschmachine.
Voor de beslissing zie men taaiste Berichten.
Het verslag omtrent de behandeling der
verschillende voorstellen van Ged. Staten
moeten wjj, wegens plaatsgebrek, atbreken.
Zjj werden alle aangenomen.
Aan het einde der zitting wonscht de heor
Van Waesberghe een vraag te riohton aan
Ged. Staten omtrent renteloozo voorschotten
aan tramwegen.
Daartoe wordt hem verlof vorleend.
Er zjjn voorschriften te dozen opzichte dio
spreker releveert.
Om zich een zuiver beeld te vormen heeft
sproker do inkomsten en uitgaven nagegaan
van. de stoomtram Hulst- Walzoorden, die in
goeden toestand verkeert.
Toen is hem gebleken dat de uitkeering ter
aflossing 1 o/0 zou bedragen van het aandoe-
lenkapitaal.
ij een zeer goede onderneming zal het
dividend zelden moer bodragen dan 4 o/0, hjj
n minder goede 3 o/o, bjj slechtere veel minder.
Dit zou voor belanghebbenden van trarn-
maatschappjjen aanloiding kunnen woeon om
han geld niot in dergeljjke zaken te steken.
In Zuid-Holland worden ook voorschotten
gegeven, on naar aanleiding van een vraag
van spreker is hem geantwoord dat daar de
aflossing geen bezwaar oplevert, indien de
maatschappijen zeer krachtig zjjn.
Zjjn zjj minder krachtig, dan kannen zjj niet
voldoen aan de verplichtingen die zjj op zich
nemen.
De kwestie bjj de betaling van renteloozo
voorschotten is hoo dio, bjj' de overeenkomsten
mot de gevers dier voorschotten gesloten, is
geregeld.
Spreker vraagt
lo een onderzoek te willen instellen naar
de evontueele toepassing, aan do hand van ver
schenen jaarverslagen, naar de financieele
gevolgen van eventtieele toepassing van art. 9
sub 2 en 3 van de algemeene bepalingen, in
de zomorzitting van 1906 vastgesteld. Voor het
vorloenen van provinciale hulp voor den aan
leg en de exploitatie van stoomtramwegen in
den vorm van renteloos voorschot.
2o. Zoo die uitkomst ODgunstig bljjkt
a. overleg te willen plegen met den Minister
van Waterstaat in zake de terugbetaling van
het renteloos voorschot aan den staat; b. zoo
noodig in de a. s. zomerzitting voorstellen te
doen tot wjjziging van art. 9 sub 3 van het
hierboven genoemd besluit; c. van oen en
ander ïnededeoling te doen aan het bestuur
van do Ijzend jjkscbe Stoomtram wegmaat-
scbappjj.
Dit laatste in verband met de aanvraag van
die Maatschappij om een renteloos voorschot
Ged. .Staten zullen in de volgende zitting
hierop antwoorden.
De voorzitter raadpleegt nu de vergadering
of zg, overeenkomstig art. 65 der provinoialo
wet, veertien dagen bjjeen wensoht tobljjvon,
Dit bljjkt niet het geval te zjjn.
Daarna sluit de voorzitter de najaarszitting
jn naam dor Koningin.
veru-aasringes, üoncertea enz.
Middelburg.
Zaterdag 21 Nov. Aanm cursus cartonnage-
werk. Dam N. 9,
7—8 u.
Maandag 23 Nov. Rep. Zangv. Tot Oef. en
Uitsp. met strjjkorkest.
Concert- en Gehoorzaal.
7l/i u.
W o e n s d. 25 Nov. Alg. Verg. N. Y Bad
en Strandhotel Domburg.
Soc. St. Joris 2 u.
Zondag 29 Nov. VoorstellingHagespolers.
Tooneelverbond 8 u.
Dinsdag 1 Dec. VoorstellingHagespelers.
Tooneelverbond 7'/, a.
Maandag 7 en Dinsdag 8 Dec. Rep. en
Concert Zangv. Tot Oef.
en Uitsp. Concert- en
Gehoorzaal 7 en 7h.
Donderd. 10 Dec. Lezing dr F. van Gheel
Gildemeestor. Zaal Bo-
gard straat 8 u.
Vrjjdag 11 Dec. Voordracht dr J. C. Hoojj-
kaas. Concert- en Ge
hoorzaal 8 u.
Maandag 14 Dec. Voordracht dr H. J. M.
Schoo Nat. Gezelschap.
Soc. St. Joris 8 u.
19 0 9.
V r jj d a g 22 Jan. Voordracht dr H. T.
Colenbrander. Concert
en Gehoorzaal 8 n.
Donderd. 28 Jan. Liederenavond Mevrouw
Noordewier - Roddingius.
Concert- en Gehoorz. 8 u.
Dondord. 28 Jan. Lezing dr P. J. Kromsigt.
Zaal Bogardstr. 8 u.
Donderd. 4Maart. Lezing A. J. A. Vermeer.
Zaal Bogardstr. 8 u.
Vrjj dag Maart. Voordracht mr R. Fruin.
Concert- en Gehoorzaal
8 u.
VERKOOPINGEN EN VERPACHTINGEN
IN ZEELAND.
Datum. Plaats. Voorwerpen, lnformatiën
24 Nov. Middelburg, Inboedels, Notarish.
27 Middelburg, Afbraak, Notarisb.
1 Deo. 8erooskerke, Huizen en
Inspan, Hioolen.
8 Serooskerke, Inspan, Hosang.
.6 i» Aagtekerke, Inspan, Hosang.
16 Koudekerke, Boomen, Loeff.
18 Grjjpskerken. Kaphout, Hosang.
23 Domburg, Kaphout, Hosang.
Borssele, Hofstede, V. d. Kloös.