Dut zou aan de landbouwers goen bjjzondere bosten opleggen. Maar al was die ovorgangstermjjn niet moge lijk, dan nog zouden de uitgaven niet zoo bezwarend zjjn. De landbouwer zou in de eerste plaats pro- fitoeron van de verbetorde wegen, maar ook andoren. Het geldt hier dus een algemeen belang. Proefondervindelijk is bewezen dat voertui- gen met breede velgen de wegen niet zoo bedorven als die mot smalle. Ëreedo volgen eischen minder trekkracht. Spreker wonscht dat voor de wielen van voortuigen voor het vervoor van landbouw producten de breedte der velgen wordt voor- goschro.ven. Daarna bespreekt de heer Elenbaas hot wenscheljjke van hot verordenen dat het af krabben der wielen verplichtend is. In verschillende streken in en baiten onze provincie zjjn dorgeljjko bepalingen ingevoerd en die maatregel levert een bezwaar op. In het reglement zou spreker dit ook wil len stipuleeren. Eindoljjk vraagt spreker nog een bepaling waarbjj verboden wordt de bermen van do wegen te berjjden. Hjj toont aan hoe het berjjden dier bermen den weg bederft niet alleen, maar ook de voetgangers belemmert. Sproker wenscht geen absoluut verbod om de bermen te berjjden, maar dje te verbieden buiten volstrokte noodzaak en op de voor voetgangers bestomde paden. Do heor Elenbaas wjjst op de bepalingen die ten dezen opzichte in Noord-Brabant be staan. Spreker is overtuigd van de onmogelijkheid om thans voorstollen te doen tot vorandoring, maar hjj stelt voor dat do vergadering sluite H. H. Ged. Staten uit te noodigen in do aanstaande zomorvergadering voorstellen aanhangig te maken ten opzichte van volgen dor wieion. Dan zjjn Ged. Staten niet te erg gebonden ton opzichte van de velgbreedte. De voorzitter stelt voor de beraadslaging over het voorstel van Ged. Staten en de motie van den hoer Elenbaas gezamenljjk te houden. De heer Moes wjjst ör op dat in zjjne streek de grind wogen in keiwegen veranderd worden. Dat is het eenige middel om verbetering te verkrjjgon. Spreker stelt in het licht dat do kosten van het maken van breede velgen niet zoo onbe- langrjjk zjjn. Hg acht het opnemen van bepalingen daarom niet noodig. Men moet niet te veel reglomon- teeren. Dat geldt ook voor het afkrabben dor wielen. De beer Moes toont nog aaD dat, als men de grindwegon uitbreekt en met keien bestraat, ook de bermen verbeterd worden. Spreker zal voor het voorstel van Ged. Staten stemmen. De hoer Dekker zal dat ook doen. Hjj meent dat in dit najaar de toestand op do wegen niet zoo ernstig is als do heer Elenbaas die schildert. Hg acht het door dezen geschetst tafereel vöel te somber. Z. i. mogen alleen dwangmaatregelen worden opgelegd wanneer er een noodtoestand is. En die is er na nog met. Bjj de landbouwers bestaan praktische be zwaren tegen het invoeren van breede velgen, afgescheiden van de kosten. Laat de tjjd het zeggen. Wanneer de land bouwers overtuigd zjjn dat breede velgen niet alleen beter zjjn voor de wegen, maar ook minder trekkraoht eischen, zullen zjj van zelf tot hot aanbrengen ervan overgaan. De heer Hammachor zon wel willen mede gaan met do algemeene strekking van de motie van den heer Elenbaas, maar niet nn hjj daarin oen bindende voorwaarde opneemt. Indertjjd is een proef genomen met breede velgen en die proeven hadden tot uitslag dat in de zware klei do breede velgen niet bruik baar waren. Spreker- zou het zeer gevaarljjk vinden te gaan stemmen over een motie waarin de gadering zich uitspreekt over breede velgen en God. Staten te dezen opzichte bindt. Do heer Houtorman toont met voorbeelden aan dat de breede velgen op het natte land on op de kleiwegen onbruikbaar zjjn. De kosten wegen bjj hem niet zoozeer. Maar als breede velgen worden voorgeschre ven, zouden de landbouwers èn smalle èr breede velgen moeten aanschaffen, de eerste voor het land en de kleiwegen, de laatste voor de grindwegen. Dien last zou bjj den landbouwers niet willen opleggen. Verboteren der wegen door keibcstrating is het eenige middel. Het voorschrjjven van afkrabben der wielen is in de praktjjk niet uitvoerbaar. De heer Siegers wjjst erop dat de adressanten bescherming komen vragen voor do beschadi ging der wegen, Onbekend is dit onderwerp in deze vergade ring niet. Reeds in 1898 en vroeger is dit breedvoerig besproken. Do eischen worden steeds grooter. Werd vroeger een gewicht van 2000 kg. voor een deel van het jaar te groot geacht, nu spreekt men reeds van 1000 en 750 kg. Ook de breedte der velgen wil men ver meerderen. In den breede bespreekt de heer Siegers de wegen en het schoonmaken der wielen en wijst erop, dat de meeningen daaromtrent zeer uit- eenloopeu. De onderhoudsplichtigen willen de wogen met kleine kosten in orde houden en wen- schen daarom beperking van vervoer. De landbouwers wenschen snel vervoer met zware vrachten, omdat zjj daarvoor slechts korten tjjd hebben. Bjj dio tegenstrijdigheid van belangen ach ten Ged. Staten dwangmaatregelen, zooals adressanten die wenschen, gevaarljjk. Spreker komt het voor dat het hier geldt eon etrjjd tnsachen een veranderden en een euweu toestand. De grindwegen zjjn niet meer geschikt voor do oischen van den tegenwoordigen tjjd met zjjn groot vrachtvervoer. De zaak van onpartjjdig standpunt overwe gend, ziet sproker maar óén middel om aan dezen onhoudbaren toestand een einde temaken, nl. dat do onderhoudsplichtigen de wogen in overeenstemming brengen mot de eischen van tegenwoordig on grind vervangen door keien. De laatste zullen op den duur voordeeliger bljjken te zjjn dan grindwegen. Spreker beveelt op grond van een en ander aanneming van het voorstel van Ged. StatoD aan. Wat botreft hot reinhouden der wegen» meont lig, dat de gemeentebesturen daarom trent bindende bopalingen kunnen maken, wat in sommigo gemeenten roods geschiedt. De heer Elenbaas geeft toe dat het veran doren van grind- in keiwegen een afdoend middel ia, maar verzekert dat dit mot het oog op de kosten onmogeljjk is. Hg wjjst op eon weg van 10 E.M. en rekent do uitgaven, die in tonnen zouden loopen on onmogeljjk door do betrokken gemeenten zouden kunnen worden bjjeengebracht. Bjj do Staten is, waar een grindweg bestaat en daarvoor een renteloos voorschot is gegeven, voor do twoede maal niet aan te kloppen. Spreker betwist als zou de door hem opge hangen schilderjj van den toestand der wogen te somber zjjn gekleurd. Hjj noemt enkele voorbeelden om aan te toonon dat men langs sommige wegen bij woer de kommen der gemeenten niot anders kan beroikon dan met modderlaarzen aan. Mennome dit jaar niot als maatstafin geen jaren is do toestand zoo gunstig geweest voor de wogen als in 1908. Het is niet bewezen dat broede velgen uit komst zonden gevon, is beweerd, maar spreker wjjst er op dat hoo breeder de velgen zjjn, hoe minder do wog gedeerd zou worden. Bjj zeer breede velgen zou het borgden van den weg tot verbetering ervan strekken. Spreker gaat de verschillende geopperdo bezwaron na on beroept zich op genomen proeven, waarbjj gebleken ia dat de breede velgen minder trekkracht eischen dan smalle. Wat botreft dat hoe langer zoo meer wordt gevraagd, wjjst spreker er op dat indertjjd het voorschrjjven van oen marimum-belasting is gevraagd on dat thans alleen van de breedte dor volgen wordt gesproken. Wat aangaat het reinhoudon der wegen meent sproker dat do Staten daaromtrent voorschriften kunnen geven on hot meer op don wog van dit oolloge ligt dit te doen, dan op dien van de gemeentebesturen. Do hoer Erasmus wjjst er op dat de breede velgen den grond medonemen en daarom hot vierde district niet worden gewenscht. Daarna wordt de motie Elenbaas in stem ming gobraoht en verworpen met25tegen 13 Btommen. Er voor stemmen do heeren Loois, Tichel man, Elenbaas, Hocko Hoogonboom, Yzebaerd, Spronger, Moolenburg, Mulder, Moerdjjk, Hejjse, Hombach, De Veer en Den Bouwmeester. Bjj deze stemming is afwezig de heer Noorddjjke. Het voorstel van Ged. Staten is daarna zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Een veeloods te Kortgene. Ged. Staten stellen voor af te wjjzen het verzook van het bestuur van de afdeeling Noord-Beveland der Zeeuwsehe Laudbouw- maatsohappjj, om voor rekening der Provincie aan don stoigor te Kortgene eene overdekte veeloods to bouwen. In eene afdeeling vereenigden, volgens het algemeen verslag, zich alle ledon met het voorstel van Ged. Staten. In twee andere afdeelingon echter werden daartegen door sommige leden bezwaren ge opperd. Van geen steiger toch wordt tot het ver voeren van vee meer gebruik gemaakt dan van dien te Kortgene, zoodat door het inwil ligen van het verzoek voor het daaratellen van een antecedent minder bezwaar bestaat. In do beide afdeelingen, waarin het voor stel beetrjjding vond, werd er op gewezen, dat de gevaren voor schadelijke gevolgen van het blootstellen van het vee aan weer en wind veel grooter zjjn aan den steiger dan op de boot, omdat de dieren bjj aankomst door het loopen vorhit zjjn en, worden zg gestald, dan geleidelijk kunnen afkoelen, vóór zjj op de boot gebracht worden. Andere leden verklaarden zich te kannen vereenigen met het voorstel van Ged. Staten, vooröameljjk op de gronden, door gemeld college bjj hot aan adressanten gericht schrg- ven te kennen gegeven. In eene afdeeling wees een lid op Flissin- gen, waar meermalen een aanzienljjk aantal vee in de open lucht bot vertrok van t boot moet afwachten en waaromtrent, voor zoover hom bekend is, nimmer klachten zjjn voorgekomen. In dezelfde afdeeling werd door een lid m Ged. Staten een voorstel tot afwjjzing van hot verzoek verdedigd, speciaal omfinau- cioele redenen, en er op gewezen dat in de in- liohtingon, door adressanten aan den hoofd ingenieur verstrekt, is beweerd, dat soms 50 stuks vee togeljjk aan den steiger worden aangevoerd. Bouwt men nu een stal voor 12 stuks, dan ligt het voor de hand, dat binnen kort eeno aanvrage tot verbouwing is te waohten. Nog werd in dezelfde afdeeling door een lid te kennen gegeven, dat, naar zjjne meening, de daideljjkheid zou bevorderd zjjn, indien in de stukken de brief van den hoofdingenieur van 4 April jl. ware voorafgegaan aan hot request van 1 Juni daaraanvolgende, en door een ander lid erop gewezen, dat niet alleen voor rundvoo, maar niot minder ook voor paardon het bouwen eener stalling aanbeveling verdient, In de andero afdeeling vonden meerdere leden do koaten van den bouw to boog opge dreven, welke meoning echter vanwege Ged. Staten bestreden werd. Een lid betoogt, dat het niet op den weg der Provincie ligt, in stalruimte te voorzien» maar dat belanghebbenden zelfdaarvoor moeten zorgen, en wjjst er voorts op, dat bjj andere steigers de afstand van de bebouwde kom minstens even groot is, als hot geval is mot dien te Cortgene. Do uitslag dor in dc verschillende afdee lingen over dit voorstel gehouden stemmingen was, dat 32 loden zich vóór en 8 tegen het voorstel van Ged. Staten verklaarden. Ged. Staten handhaven hun voorstel. De heor Dokkor komt hot voor dat wat ge vraagd wordt reden van bestaan hooft. Hot stoigor te Kortgeho is een zeer eigen aardig steigerde veeaanvoer is daar groot en snelle afkoeling somtjjds govaarljjk. De kOBten zjjn niot van dien aard dat zjj de provincie rnooton afschrikken van den bouw. Do heer Siegers betwist dat hot bouwen van de veeloods oen provinciaal belang zou zjjn. Hjj acht dat eenvoudig oen belang van don Btoombootdienst die het vee vervoert endaar- van de voordeelen trekt. Die dienst dient te zorgoD voor een schuil plaats indion do noodzakoljjlcheid daarvan erkend wordt, wat twjjfelachtig scbjjnt te zjjn. Spreker waarschuwt do vergadering ge stap te zetten op een verkeerden weg waarvan de gevolgen niet zjjn te voorzien. Spreker beveelt aanneming van het voorstel van Ged. Staten aan. Het wordt met 31 stommen togen G aan- genomen. Tegen stemmen do hoeren Elenbaas, Hocke, Hoogonboom, Dekker, Moolonburgh, VanOyon en Hennequin. De hoor Noordjjke is afwezig. Rentoloos voorschot Brou wershaven. Door God. .Staten wordt voorgesteld atwjj- zend te beschikken op'het verzoek van Bur- meester en Wethouders van Brouwershaven een renteloos voorschot voor horstolling der havenboschooiing. Bljjkens het algemeen verslag zeide in een afdeeling een lid gaarne too to willen geven, dat Brouwershaven meer bjj de Staten heeft aangeklopt om ondersteuning voor verbetering dor haven, doch hjj wjjst erop dat dozo ge meente in slechten financieelen toestand ver keert on do ingezetenen reeds hoven hunne draagkracht zjjn belast. Do schuldenlast is groot on deze is nog onlangs vermeerderd met f 5400 voor verhooging der havendjjkon, een gevolg van den vloed van 12 Maart 1906. De oppositie komt hem dan ook vreemd voor, als bjj denkt aan het subsidie, dat ge geven wordt aan do gemeenten Nisse en Veere ter bestrijding hunner huishoudoljjko uitgaven en aan hot renteloos doorschot van f 11.500 aan diin polder Walcherendeze nitgaven wor den 'voorgesteld als vah algemeen provinciaal belang en bjj Brouwershaven scbjjnt men daaraan te twijfelen. Een ander lid dier afdeeling versterkte bo vengenoemde gevoolens en voegde er aan toe dat de beschoeiing in zulk een toestand ver keert, dat hier alleen sprake kan zjjn van al- geheele vernieuwing. Nog een ander lid wee» er op, dat do argu menten door Ged. Staten aangevoerd hier niet van toepassing zjjn, daar de besluiten, om slechts eenmaal voor dezelfde zaak steun te verleenen, alleen betrekking hebben op het verharden van wegen. Dat wordt ook in de andere afdeelingen aangevoerd door vele leden, die allen van meening waren, dat het niet aanging om den steun, die ongeveer 50 jaar geleden voor verbetering der haven was ver leend, geljjk te stellen met eeno aanvraag om renteloos voorschot voor het maken van een andere kunstbedekkiDg van een weg, die reeds met steun van de Prbvincie vroeger is ver hard zjj hopon, dat de Staten het voorstel niet zullen aannemon on zullen besluiten, aan de arme gemeente Brouwershaven, die 4 o/0 van het inkomen en 50 opcenten op de per- soneote belasting hoft, het gevraagde renteloos voorschoot to geven, onder voorwaarde, dat door het Rjjk het gevraagde subsidie van f 5000 worde verloend, Een lid der eerstbedoelde afdeeling dat de financiën van Brouwershaven nog zoo slecht niet waron en wees op 't gevaar, om op dergeljjke aanvragen in te gaan, daar dan ver schillende gemeenten voor herstel ot verbete ring hunner havens oiu steun zouden vragen. Nog een lid dier afdeeling merkt op, dat eone vergelijking mot Veere en Nisse niet opgaat, daar aldaar steun wordt verloend voor de huishoudelijke uitgaven. In een andore afdeeling wordt gevraagd of door een beter jnarljjksch onderhoud de meen te eene zoo groote uitgaaf in eens niet had kunnen voorkomenhiertegen wordt door een lid van 't Ged. College aangevoerd, dat bjj van bevoegde zjjde heeft vernomen, dat derge ljjke beschoeiingen 40 il 50 jaar kunnen duren en dan vernieuwd moeten worden, dus dat Brouwershaven niet van slecht onderhoud be- sohuldigd kan wordon. Een ander lid dier afdeeling is van meening, dat de Gemeente uit de inkomsten der haven een reservefonds had moeten stichten, waar door zg dan zichzelf zou kunnen helpen. Namens 't Ged. College wordt gezegd, dat het vormen van een dergeljjk fonds in atrjjd met de wet zou zjjn. In nog een andere afdeeling wordt er op gewezen dat Brouwershaven niet vergeleken kan worden met andere Gemeenten, daar door het ophouden der zeevaart de draagkracht zoo danig ia vorminderd, dat zjj niet toereikend is voor dergeljjke uitgaven. Nog gaf een lid te kennen, dat men een antecedent zouden sohoppen, welk gevoelen door geen dor leden dier afdeeling bleek ge deeld te worden. Bjj do gehouden stemming bloek, dat 18 leden vóór het voorstel van Ged. Staten waren, 11 er tegen en dat 10 leden zich hunne stem voorbehielden. Ged. Staten vinden in dit verslag geen aan leiding wjjziging in hun voorstel te brengen. De beer Bolle zegt zich niet met het voor stel te kunnen vereenigen. Gestold dat het argument van Ged. Staten om slechts eenmaal voor dezelfde zaak steun te verleenen klomt, dan zou misschion voor Brouwershaven een uitzondering kunnen gelden. Het aantal zielon i6 verminderd on juist zjj die in de goede jaren daar veel verdionden, die do meeste draagkracht hadden, vorlioton do gemeente. Door het ophouden dor zoeraart zjjn een aantal personen vertrokken. Uit de lagere klassen bleven de zwakken over en uit de hoogeren bleven alloon dc niet bjjzonder gefortuneerden. Vermeerdering der opcenten op de personeele belasting zou niet veel baten. Er zjjn grooto huizen genoeg maar de huurwaarde is laag, wat spreker door voorbeelden aantoont. Een der voornaamste huizen word voor oen huurt je van f 80 a f 100 aangeboden. De schuldenlast van Brouwershaven is door voortdurende afioBsiug wel verminderd, maar in den laataten tjjd is weer veel mooton ge leend worden. Spreker berekent dat do uitgaaf voor de provincie niet drukkend is en wjjst erop dat, als Brouwershaven wordt als Veere on Nisse, de provincie toch to hulp moet komen. De hoer Bolle stelt voor aan de gemoente Brouwershaven een renteloos voorschot van f 5000 te verleenen voor ka ven verbetering onder do gewone voorwaarden. Het voorstel wordt ondorstound door de heeren Moolenburgb, Hocke Hoogonboom, Hojjso on Hammachor. Ook do heer Moolonburgh kan niet meegaan met het voorstol van Ged. Staten. Hg wg9t er op dat de groote welvaart van Brouwershaven verdwenen is en hjj mi dat wie den toestand kent, wol zal moeten modegaan mot het voorstel van den hoer Bolle. Spreker geeft een overzicht van wat door Brouwershaven in de laatste jaren voor do haven en nanhoorighodon geleend is. Thans is het onmogeljjk geworden meer geld krjjgon. Men is ten einde raad. Er is op 't oogonhlik ruim f 24000 schuld. D8 opening van do tram dood do hoop her leven op verbetering van don toestand, maar wolvaart is door de tram in Brouwershaven niet gekomen. Wauuoer men weet hoe arm de bevolking is en hoe klein het bedrjjf, kan spreker niet begrjjpen dat men die gemeente niet zon helpen. Zjj vraagt geen subsidie, enkel een ronteloos voorschot. Do belastingen zjjn hoog en niettegenstaan de dat wil de gemoento nog den last der aflos sing op zich nemen. De heer Hojjso wjjst er opdat het argument van Ged. Staten om slechts eenmaal voor de zelfde zaak steun te verleenenniet af doende is. Spreker hoeft geon ander geval kunnen vinden geljjk aan het onderhavige, wel in ge vallen van wegsverbetoring. Er is beweerd dat de beschoeiing niet vol doende onderbonden wordt, maar spreker wjjst er op dat daar jaarljjks f 700 voor wordt ge geven. Men zegt, het geldt hior geen algemeen lang, maar spreker wjjst or op dat, alB hot Rjjk steun verleent, dit wol niet geschieden zal dan in het algemeen belang. Hjj moont dus dat dit geen argument is. De heer Van Ronipu stolt in het licht dat het hier een aanvraag goldt voor een met steun der provincie tot stand gekomen werk. Hjj acht den financieelen toestand van Brou wershaven niet slechter dan die van vele anderen. Die gemeente krjjgt geen subsidie vooi onderwjjs en ook goen steun voor haar buiB- hoadeljjke nitgaven. Spreker wjjst er op dat bjj eenig zuinig beheer Brouwershaven uit de ontvangsten havenrechten ad f 2750 wel de beproeving had kunnen betalen. Men huldigde echter daar het laisser faire, laisse' aller. De heer Van Rompa waarschuwt tegen het scheppen van een antecedent met het oog op de vele havens in onze provincie, Er is beweerd dat 40/0 van hot inkomen wordt geboven maar dat is mot juist minder, Op het personeel worden 50 opcenten heven, maar in tal van andore gemeenten is dat veel meer. Met een zuinig boheer had Brouwershaven zichzelf kunnen helpen. De heer Bolle heeft mot groote verbazing den heer Van Rompu gehoord. De hoofdeljjke omslag telt in do hoogste klasse slechts óen aangeslagene, een medicus die zich pas daar heeft gevestigd en zjjn carrière nog maken moet. Het vooratel van don heer Bolle wordt angenomen met 25 Btemmen tegen 13 Tegen stemmen de hoeren Frujjtier, De Jonge, Lucasse, Van Rompu, Den Boer, Blum, Ysebuert, Houterman, Sprenger, Hombach, Dumo'ejjn, Hennequin en Van Waesberghe. Het voorstel van Ged, Staten is daardoor vervallen. Afwjjzend wenschen Ged. Staten dat zal worden beschikt op het verzoek van I. J. Porrey te Yerseke, om subsidie voor do instand houding van een overzetveer van Teraekendam op Gorishcek. In de afdeelingen vereenigden al do leden zich met dit voorstel. Zonder hoofdeljjke stemming wordt het a a n- geiomes. Door Ged. .Staten wordt voorgesteld af te wjjzen het verzoek van A. van Leeuwen to Wolphaartsdgk om meer dan twee paarden te mogen bezigen voor het vervoer van eene dorschmachine. Voor de beslissing zie men taaiste Berichten. Het verslag omtrent de behandeling der verschillende voorstellen van Ged. Staten moeten wjj, wegens plaatsgebrek, atbreken. Zjj werden alle aangenomen. Aan het einde der zitting wonscht de heor Van Waesberghe een vraag te riohton aan Ged. Staten omtrent renteloozo voorschotten aan tramwegen. Daartoe wordt hem verlof vorleend. Er zjjn voorschriften te dozen opzichte dio spreker releveert. Om zich een zuiver beeld te vormen heeft sproker do inkomsten en uitgaven nagegaan van. de stoomtram Hulst- Walzoorden, die in goeden toestand verkeert. Toen is hem gebleken dat de uitkeering ter aflossing 1 o/0 zou bedragen van het aandoe- lenkapitaal. ij een zeer goede onderneming zal het dividend zelden moer bodragen dan 4 o/0, hjj n minder goede 3 o/o, bjj slechtere veel minder. Dit zou voor belanghebbenden van trarn- maatschappjjen aanloiding kunnen woeon om han geld niot in dergeljjke zaken te steken. In Zuid-Holland worden ook voorschotten gegeven, on naar aanleiding van een vraag van spreker is hem geantwoord dat daar de aflossing geen bezwaar oplevert, indien de maatschappijen zeer krachtig zjjn. Zjjn zjj minder krachtig, dan kannen zjj niet voldoen aan de verplichtingen die zjj op zich nemen. De kwestie bjj de betaling van renteloozo voorschotten is hoo dio, bjj' de overeenkomsten mot de gevers dier voorschotten gesloten, is geregeld. Spreker vraagt lo een onderzoek te willen instellen naar de evontueele toepassing, aan do hand van ver schenen jaarverslagen, naar de financieele gevolgen van eventtieele toepassing van art. 9 sub 2 en 3 van de algemeene bepalingen, in de zomorzitting van 1906 vastgesteld. Voor het vorloenen van provinciale hulp voor den aan leg en de exploitatie van stoomtramwegen in den vorm van renteloos voorschot. 2o. Zoo die uitkomst ODgunstig bljjkt a. overleg te willen plegen met den Minister van Waterstaat in zake de terugbetaling van het renteloos voorschot aan den staat; b. zoo noodig in de a. s. zomerzitting voorstellen te doen tot wjjziging van art. 9 sub 3 van het hierboven genoemd besluit; c. van oen en ander ïnededeoling te doen aan het bestuur van do Ijzend jjkscbe Stoomtram wegmaat- scbappjj. Dit laatste in verband met de aanvraag van die Maatschappij om een renteloos voorschot Ged. .Staten zullen in de volgende zitting hierop antwoorden. De voorzitter raadpleegt nu de vergadering of zg, overeenkomstig art. 65 der provinoialo wet, veertien dagen bjjeen wensoht tobljjvon, Dit bljjkt niet het geval te zjjn. Daarna sluit de voorzitter de najaarszitting jn naam dor Koningin. veru-aasringes, üoncertea enz. Middelburg. Zaterdag 21 Nov. Aanm cursus cartonnage- werk. Dam N. 9, 7—8 u. Maandag 23 Nov. Rep. Zangv. Tot Oef. en Uitsp. met strjjkorkest. Concert- en Gehoorzaal. 7l/i u. W o e n s d. 25 Nov. Alg. Verg. N. Y Bad en Strandhotel Domburg. Soc. St. Joris 2 u. Zondag 29 Nov. VoorstellingHagespolers. Tooneelverbond 8 u. Dinsdag 1 Dec. VoorstellingHagespelers. Tooneelverbond 7'/, a. Maandag 7 en Dinsdag 8 Dec. Rep. en Concert Zangv. Tot Oef. en Uitsp. Concert- en Gehoorzaal 7 en 7h. Donderd. 10 Dec. Lezing dr F. van Gheel Gildemeestor. Zaal Bo- gard straat 8 u. Vrjjdag 11 Dec. Voordracht dr J. C. Hoojj- kaas. Concert- en Ge hoorzaal 8 u. Maandag 14 Dec. Voordracht dr H. J. M. Schoo Nat. Gezelschap. Soc. St. Joris 8 u. 19 0 9. V r jj d a g 22 Jan. Voordracht dr H. T. Colenbrander. Concert en Gehoorzaal 8 n. Donderd. 28 Jan. Liederenavond Mevrouw Noordewier - Roddingius. Concert- en Gehoorz. 8 u. Dondord. 28 Jan. Lezing dr P. J. Kromsigt. Zaal Bogardstr. 8 u. Donderd. 4Maart. Lezing A. J. A. Vermeer. Zaal Bogardstr. 8 u. Vrjj dag Maart. Voordracht mr R. Fruin. Concert- en Gehoorzaal 8 u. VERKOOPINGEN EN VERPACHTINGEN IN ZEELAND. Datum. Plaats. Voorwerpen, lnformatiën 24 Nov. Middelburg, Inboedels, Notarish. 27 Middelburg, Afbraak, Notarisb. 1 Deo. 8erooskerke, Huizen en Inspan, Hioolen. 8 Serooskerke, Inspan, Hosang. .6 i» Aagtekerke, Inspan, Hosang. 16 Koudekerke, Boomen, Loeff. 18 Grjjpskerken. Kaphout, Hosang. 23 Domburg, Kaphout, Hosang. Borssele, Hofstede, V. d. Kloös.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1908 | | pagina 2