MIDDELRllRGSCHE COIRANT. N". 18». 151* Jaargang. 1908 Dinsdag 11 Augustus. Middelburg 10 Augustus. Sprokkelingen. HET TOONEEL. Data oourant verichynt dagolyki, met uitzondering van Zon- an Peeitdagen. Priji par kwartaal zoewal voor Middelburg all voor alle plaatsen in Nederland franco pp. f2. Afzonderlijke nummert kosten 5 cent. Therm, alhier en tel. weerbericht van het K. N. Met. lnitit. te Bilt. 10 Aag. 8 u. Ym. 65 gr., 12 u. 75 gr., av.4 u 74 gr. HoogBte barom. «tand 764.7 te Munchen, laagste 748.1 te Tborahavn. Verwachting tot don avond van 11 Aug.: toenemende Z.W. tot W. wind, zwaar bewolkte lucht, wellicht regen of onweer, iets koeler. Advertentiön20 cent per regel. By abonnement veel lager. Geboorte-, dood- an alle andera familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50elke regel meer 20 cent. Beolamet 40 oent per regel. Groote letters naar de plaats, dia iy innemen. Tot de plaatsing van advertentiSn en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Njjverhoid en Geldwesen, ii gerechtigd het Algemeen Advertentle-Uarean A. DB LA HAB An., M.S. Veerburgwnl 366, Anutcrdain. Te G o o b, by de firma Ooaterbaan en Le Cointre, verscheen dezer dagen Crilieh op de Openbare School can jhr mr A. F. de Sauornin Lohman, door A. Kloosterman. In een zestal artikelen in De Nederlander »De openbare school" heeft mr Lohman zyn ge dachten over de openbare school nader uit eengezet. Die artikelen onderwerpt nu de heer Kloosterman aan critiek, teneinde te zien wat de heer Lohman eigonlyk wil en of wat hg beweert den toets der critiek kan doorstaan. De schrjjver geeft telkens aanhalingen uit die artikelen en voegt daartusschen zyne meening. Zgn brochure leent zich niet tot het geven van een uittreksel, omdat daardoor het ver band zou worden verbroken. Men moet dus zjjn vlugschrift in zyn geheel lezen. De heer Kloosterman is niet gediend van de rolatieve neutraliteit der openbare school, waartoe anderen aanzetten. Nu, wg evenmin. Hg heeft op de christelijke school liefst kinderen van ouders, die met hem dezelfde besliste overtuiging bezitten. Daarom heeft hy ook nooit geijverd om kinderen van de openbare school te rooven. >Maar, zoo acbryft hg, de kerk heelt hier eene roeping te vervullende ouders te overtuigen namelgk van de noodzakelgkheid eener dege- lgke christelgke opvoeding hunner kinderen." »Ec is gezegdwie het kind heeft, heeft de toekomst. Dat is waar, merkt do hoer Kloosterman op, maar men vergete niet dat men het kind niet heeft, zoolang ook de ouders niet gewonnen zyn." Dat is, naar onze meening, een zuiver stand- pupt, dat men eerbiedigen kan en moet. Aan het slot van zgn brochure wgst hg e: op, dat door den gemeenteraad van Groot- Ammors op het adres van vele ingezetenen om gebed en Bgbel weer op de openbare school te brengen, goedgunstig is beschikt-, en daarbij voegt hg o.a. deze opmerking «Geen voorstander van de school met den Bgbel zal daar tegen ageeren. Zg zullen af wachten de uitkomst van de zonderlinge hou ding van vele vrgzinnigen, die den Bgbel op de Bchool brengen om de school met den Bgbel te weren Dit is de eerste vracht van het stellen der relatieve neutraliteit. Of ze een goede zal zgn Ia een onzer vorige nommers gaven wg als onze meening reedB te kennen dat al het tornen aan de neutraliteit van onze openbare volks, school voor ons uit den booze is. Besluiten als die door den Raad van Groot Ammers genomen, kunnen wg dus niet toe juichen. De wet opent den weg om buiten de schooluren godsdienstonderwgs te doen geven. Dat men daaraan zich honde Elk kerkelgk bestuur heeft gelegenheid daarvan gebruik en voor zgne richting desge- wenscht propaganda te maken. Maar verder ga men niet. De groote kracht van de openbare school moet blgvon dat daar het onderwgs tegenover de kerkelgke richtingen neutraal zy en men daar geen twistappel brenge door den Bgbel er toe ts laten waarover de gevoelens zoozeer verschillen en die ieder uitlegt op zgne wgze. Volgens onze mening Bchnilt juist de heil zame invloed dier school in het beginsel dat men daar de jeugd leert met anderen om te gaan en ieders gevoelen op godsdienstig gebied te eerbiedigen. In dit opzicht staan wg op hetzelfde stand punt als de hoer Kloosterman in zgn liefde voor de christelgke school. En dat is ook in onze oogen het ecnige zuivere en juiste; en langs dien weg kan men elkaar leeren waardeeren. In verband met het opstel van den minister resident De Reus in Hou en Trouw beschouwing die, en terecht, president Gastro zooveel ergernis gaf wordt nu beweerd dat de Minister van Bnitenlandsche Zaken in den aanvang van dit jaar op verzoek van de ver- eeniging Hou en Trouw al onze diplomatieke vertegenwoordigers, dns ook onze consuls- generaal met diplomatieken rang, in den vreemde heeft uitgenoodigd aan die vereeni- ging de door haar gewenschte inlichtiigen te verschaffen. Toen dan ook het verzoek om inlichtingen den heer De Reus bereikte, heeft hg den be- wusten brief geschreven. Dat kan waar zjjn. Maar hot zal toch wel niet de bedoeling van den toenmaligen minister van buitenlandsche zaken zgn geweest dat aan zgn verlangen vol daan werd op zulk een al te openhartige, onhandige en voor president Castro zeer onaan gename wjjte. Een officieel ambtenaar dient in zgne uitla tingen zeer voorzichtig te zgn. Dezer dagen werd gemeld dat te Breda de intanterie-oefeningen sterk over dreven werden. Daar had de troep in de hitte een marsch gemaakt van zeven uur, met het govolg dat man uitvielen, van wie twee doodelgk waren en vier ook niet te vervoeren. Dit geeft een «Infanterist die ongeveer 24 jaren by den troep geloopen heeft" aanleiding in Het Centrum er op te wgzen dat, mocht dit feit niet waar zgn of schromelgk overdreven, Levensstonn, het stuk van Henry Bernstein, waarvan Zaterdag in onzen Schouwburg door het Hollandsch Tooneelgezelschap van Gebr. A. van Lier de première werd gegeven, is de tragedie van een stormvlaag die plotseling door een groep menschen slaat en niets dan verwoesting achterlaat. La Ra/ale, de rukwind, is dan ook de veel juistere FranBche titel. Die stormvlaag wordt opgewekt door de wanhopige, onberedeneerde zeltopoifering, waar mede een ongelukkig getrouwde vrouw traoht baar minnaar van ondergang te redden. Haar huwljjk is een geldkwestie geweest. Haar man is een graaf, en ze heeft haar toestemming tot die verbintenis slechts gegoven op aan dringen van haar vader, een snob, een schat- rgk geworden burgerman, nu baron Ltbourg, die alle* doet om zich aan zgn nieuwe aristo cratische omgeving aan te passen en die snakt naar aanraking met alles wat maar aristocra tisch ia. Om haar man geeft de doohter niets, maar met een hartstochtelgko liefde heeft zo zich gehecht aan een van hun sjieke kennissen, Chacéroy, een aristocraat van oud geslacht, maar een man zonder fortuin, een speler van beroep, die door zgn winBten bg het spel nog lang zjjn positie weet op te houden. Maar eindelgk komt het, trouwens door hem voorziene, oogenblik waarop bg, die altgd zoo kalm berekenend is, zgn zellbeheersching ver liest; in de opgewondenheid van een neu- t o eh iederen dag kan verwachten dat in eon of ander garnizoen zoo iets werkelgk ge beurt. Deze voorspelling is gegrond op Aanschry- ringen van den commandant van het veld leger van den 31 sten Januari en den 15den Juli 1908, waarin die autoritoit, ook naar aanleiding van de ondervinding, opgedaan bg do groote manoeuvres op de Voluwe in 1907, het nut van het afleggen van groote oorlogs- marschen en het oefenen van commandanten in het regelen daarvan bepleit. Indien dos bg eerstdaags te houden mar- schen soldaten achterblyven door uitputting of wegens doorgeloopen voeten, en daardoor gedurende 3 G achtereenvolgende dagen ge heel ongeschikt zullen blyken tot het ver richten van dienst, zal zulks niet te wgten zgn aan dienstklopperij van de Infanteriecom- mandanten, doch uitsluitend aan de van hoo- gerhand gegeveD orders. De scbryver erkent het nut van oefening in het marekeeren door de infanterie maar trai ning daarin is zgn inziens onmogelgk wegens den korten oefeningstgd der militie. Aangenomen echter dat men erin slaagde de infanterie der jongste lichting zóó te trainen, dat door haar in het begin van September een oorlogsmar8ch van 25 K.M. kon worden afge legd, welk nut is dan hioruit te verwachten voor het leger En de schrgver vervolgt De oudere lichtingen, die in Augustus en September onder de wapeDen komen voor her halingsoefeningen, moeten dan ongetraind mede marcheeren en zullen dan ongetwijfeld in geoefendheid in het marcheeren achterstaan en dus hoofdzakelyk de aeiiterbly vers leveren. Het is immers niet tegen te spreken, dat die manschappen, al waren zg in bun eersten oefeningstgd uitstekend geoefend in het mar cheeren, thans hun uithoudingsvermogen ver loren hebben en opnieuw moeten worden ge traind, waartoe echter de tijd ontbreekt. Indien het leger zou worden gemobiliseerd en moest worden samengetrokken door mar cheeren, zon men niet gedurende eenige ach tereenvolgende dagen marschen van meer dan K.M. bg ongunstige weersgesteldheid kunnen laten afleggen, daar in dat geval de opgeroe pen groot verlofgangers (?/g der infanterie) geheel ongetraind zouden moeten marcheeren en men immers niet eiken marschdag een groot gedeelte van den troep zou mogen achterlaten, indien men slagvaardig op het concentratie punt zoude willen aankomen. Resumeerende kom ik tot de volgende slot som lo. Training in het marcheeren heeft geen nut, omdat do geoefendheid daarin weder ipoedig na het vertrek met groot verlof ver loren gaat. 2o. Oefening in het marcheeren is noodig men hoede zich echter voor overdrgving en bopnle de grootte van den marscb zóódanig dat zeker 95 o/o kunnen volgen. 3o. Men late de aehterblgvera zoodra mogelijk geneeskundig onderzoeken en strafte onver- biddelgk allen, die niet hun uiterste krachten inspannen om het einddoel te bereiken. Uit het militaire rapport over Atjok van generaal Rost vau Tonningen commandant van het leger aldaar, vindt men op eene andere plaats in dit nommer nog eenigo aanhalingen. Verschillende bladen spreken daarover reeds een oordoel uit; zoo o. a. liet Huisgezin dat ten slotte opmerki: •Waarlyk, zg die generaal Van Daalen heb ben lastig gevallen over het op Afjeh ge volgde militair beleid, mogen den Hemel danken, dat hg en niet generaal Rost van Tonningen gouverneur van Atjek is goweest Men zou dan nog wat anders beleefd hebben." Wg vindon dergelgke oordeelvellingen, vooral waar zg van leeken afkomstig zgn, uiterst gewaagd en zulLen ons zeiven wel wach ten voor een kritiek ovor zulk een moeilgk vraagstuk. Meer gewicht hechten wg aan de uitspraken van mannen van kennis, mannen van het vak. Het is daarom dat wg hier een en ander willen aanhalen uit een opstel van een des kundige als G. N(jjpels), die in Land en Volk de aandacht vestigt op hot verschil in oordeel tusschen den gouverneur-generaal en den legercommandant. In het verslag van laatstgenoemde toch wordt de schuld der gelaakte handelingen niet aan den afgetreden gouverneur van Atjeb, generaal Van Daalen, geweten. De legercommandant zegtin een toestand tusschen oorlog en vrede, een pacificatietoe stand, zgn ook gebruiken aan te nemen, die tusschen oorlogsrecht en het gewone vredos- recht liggenhg brengt die samen tot een pacificatierecht. Dit is te aanvaarden, ook in zgn, overigens minder gewenschte gevolgen, ja in zgn onver- mjjdeljjke uitwassen. Hg formuleert dit scherp genoeg, om te doen voelen Ik neem de vernntwoordelykheid daar van op mg, na dit rapport valle men Van Daalen niet meer aan, maar sta ik voor myn opvatting, die vrgwel de zgne dekt - uit- «onderingen daargelaten. Afgescheiden van alles, waarover men met generaal Rost van Tonningen in zionswjjze moge afwjjken, zal men hem voor dit kordaat stelling-nemen hulde moeten brengen." Verder schrgft G. N. Het rapport toont bg vluchtige kennismaking m. i. echter ook al een principieel gebrek. «Het openbaar verzet uit zich", zegt de rap porteur, «in het vormen van benden. Het hoofd en do kern dezer benden zgn de onverzoen- lgken, meestal door godsdienstijver gedrevenen." Dit is reeds niet ten volle in overeenstemming met hetgeen generaal Van Heutsz in zgn civiel-rapport (pnnt 99) over het bendewezen «het gros van do benden wordt alom ge vormd door personen, die om andere dun in bun geloof wortelende redenen zich daarbjj hebben aacgosloten en wier verzet dns ook niet geacht kan worden in den godsdienst tot zekere hoogte een wettigen grondslag te vin den." Hetgeen Van Heutsz dan verder opgaf als de eigenlyke redenon om aan het bende leven deel te nemen, kan verklaren, dat hg er toe kwam onze tegenstanders, ook in verband mot nun optreden tegen hun eigen landgu- nooton, «roovera' te noemen, hoewel m. i. zells bg die opvatting zg. die door kafirhoat, vryheidszin, of vaderlandsliefde naar bun be grippen gedreven worden, die benaming niet verdienen. Maar wanneer hoofd en kom ge vormd worden door onverzoenlgkon, meestal door godsdienstyver gedrevenen, waaromheen zich de slechte sujetten groepeeren, dan is het niet logisch, in het stolsel van den leger commandant, to komen tot de vraag, welke hjj aldus stelt«Hebben wg nu hier te doen met strgders in den zin van het oorlogsrecht of met roovers on maraudenrs Geen oorlogstoestand, geen vredestoestand, maar pacificatie-toestand. Geen recht naar oorlogsgebruiken, geen recht naar vredesge- bruiken, maar pacificatie-gebruiken. Goed maar dan ookgoen strgders naar oorlogs opvatting, en geen roovors en maraudours vol gens vredesbegrippen, maar pacificatie-tegen standers. Ware dit consequent doorgevoerd, het antwoord zou anders geluid hebben, dan het nu is geformuleerd: «Daar waar de oorlog beëindigd is, zgn er ook goen strgders. maar is er wel een vorzetpnrty" juist, maar men lotte nu op «juist die in hare daden het kenmerk draagt van rooverbonden, evenals die nog in andere, zelfs in cultuurstaton govonden worden." Gold het slechts een naam, dan ware deze quaestie reeds niet zonder beteekenis, men moet ook zgn tegenstander weten te eeren in hetgeen eerbiedwaardig in zgn tegenstand i«, maar het komt mg voor dat de beteokems dieper doordringt; do tot zekere hoogte wet tige grondslag, dien Van Heutsz voor de waardige elementen zou willen erkennen, wordt nu voor allen geloochend." In do nota over de bekende WeMer-artike- len ziet N., een goede, waardige strekking om den door Wekker op de schouders van generaal Van Daalen gestapelden last daarvan af te wentolen. voor zoover de beschuldigingen hom niet treffen mogen. Daarnaast een te sterk ge uit verlangen om Wekker aan den schandpaal te nagelen, hetgeen zeer schaadt aan de objectiviteit, welke het voornaamste sieraad van de beschouwingen had behooron uit te rnsthenious speelt hg als een dolleman en verliest op éen avond een bedrag van drie kwart millioen franc. Hg betaalt alles af maar van het onder zgn hoede berustende geld van anderen. Als het aan hem zelf overgelaten was, zon alles kalm geëindigd zgn met een zelfmoord, en meer niet. Ook dat heeft hg altgd als het ouvermgdolgk eind van zgn leven be schouwd Maar in een aanval van zwakke toegevendheid, zooals hg 't later noemt, laat hg zich zyn geheim door de vrouw, Helene ontlokken. En dan steekt de stormvlaag op. Want die vrouw met haar groote liefde redeneert niet meer over mogelgk en onmo gelgk. Ze wil hem redden, desnoods achter zgn rug om. En dan zien we hoe ze dat tracht te bereiken: eerst door verpanding van haar ju woelen, wat afspringt omdat het lang zou duren en het gold dadeljjk noodig is; dan bg een vroegeren verloofde, oen fielt, die haar een voorwaarde stelt, welke haar vol afschuw hem de deur doet wgzen; en eindelgk bg haar vader, in wien de zakenman nog te sterk is dan dat hg zonder nadere opheldering zooveel geld wil leenen. En als hg, door steeds te blgven weigeren, zgn dochter stukje voor stukje haar geheelo geheim ontwrongen heeft, en dan begrgpelykerwgze niet zoo'n bodrag te leen wil geven voor een speler dan dreigt zg met oen openlgk schnndaal, dat hem onmo gelgk zal maken in de omgeving waaraan bjj zooveel waarde hecht. Dat dreigement helpt. De vuder neemt zicb voor te betalen, maar tegen voorwaarden die een verder schandaal en een voortduren van die liaison onmogelgk zullen makon- Het komt echter niet zoover. Terwjjl de schrgver tot dat oogenblik de handeling zich geleideljjk en natuurljjk laat ontspinnen, brengt hjj dan een verwikkeling in de gebeurtenissen die soms beklemmend werkt door de grawo- Igke hardheid, maar ook tegenspraak uitlokt door de noodeloosheid. IJelcne, die niets van het voornemen van haar vader weet en zelfs een begin van uitvoering aan haar bedreiging heott gegeven door aar minnaar te vluchten, weet ten slotte gein ander middel om aan geld te dan door zich te geven aan dien vroegeren vtrloofde. Om allen achyn te vermgden dat hot geld door haar toedoen aan den geraad pleegde! geldschieter is bezorgd, is een kort uitstel van de meedeoling noodig. Maar in dien tusschentjjd komt haar vader zgn voorstel doen dat door Chacéroy wordt afgewezen. Deze blgft bg zgn zelfmoordplannen, stuurt den vader weg, en als Ilehne terugkomt om hom de bigde tyding te brongon, meldt een schot uit zgn slaapkamer haar het eind dat al haar worstelen en al haar opofferingen volslagen nutteloos maakt. Uit dit overzicht blykt reeds dat Levens- storm meer berust op pakkende, dramatische handeling dan op zieUontleding, zooals troa- Nederland en Venezuela. Volgens de New York Herald is het stoom schip Chrütiansled met den uitgezotten Noder- landachen diplomatieken vertegenwoordiger in Venezuela, De Reus, aan boord Donderdag l.L van Willemstad naar Trinidad vertrokken. De kruiser Gelderland begeleidde de stoomboot tot buiten de haven. Bg het vertrek van den heer De Reu» werden saluutschoten gelost een groote menigte was aan de haven byeengekoinen. Men riep«Lang leve Koningin Wilholminu Lang leve De Reus 1" wens alle stukken van Bernstein. In het laatste bedrgf overacbrydt hg zelfs de grenzen. Het slot is te gezoebt. Het behoèfde niet zóó vieeselgk te eindigen. De toeschouwer voelt niet de noodzakelgkheid van het uitstel. Dat is er bg bedacht om het erg te maken. Maar van de drie stukken van dezen schrgver, die hier, toevallig alle drie in de kermisweek, zgn opgevoerd, is Levensstonn het broedst opgezet wat karakterteekening betreft. Dief loopt uit op een wel spannende maar niet diep gaande geschiedenis van een vrouw die tot bekentenis van een misdaad moet gebracht worden, nog wel hetzelfde gegeven waaruit IbBen zgn diepzinnig Nora opbouwde. In Simson wordt de hoofdaandacht geconcentreerd op de sluwe manier waarop de hoofdpersoon zgn vganden ruïneert. Geen der daarin voor komende karakters blgven in de herinnering laven, als iets bjjzonders. Daarentegen geeft Levensstonn de wel reeds meermalen geschilderde, maar hier weer met frissche kleuren en nieuwe Ignen geteekendo figuur van een vrouw, in wie door een groote liefde een wilskracht wordt opgewekt, eei doorzettingskracht, vrouwelgk in do onberede neerdheid waarmee zg allo practische bezwaren aanvat en overwint, en grootseh door de daden van zelfopoffering, die ze erdoor weet te doen Juist bet steeds vrouwelgk blgven van deez figuur, bg al hsar torschheid, maakt deze karakterteekening zoo mooi. En dan nog ecu tweede figuur in dit stuk tot een karakter geworden dat in do her innering blgft, nl. die van Chacéroy, den aristo- cratischen speler, die zgn leven van schgn met veel zellbeheersching heeft volgehouden tot de catastrofe komt, en dan ook weer met dezelfde voorname kalmte zgn aristocratische- zelfbeUeerscbing trouw blgft in de rust waar mee bg zgn zelfmoord te gomoet gaat. Cynisch, zeker! maar geteekend op een wyze die deze figuur alleszins aanneembaar maakt. Er wordt in dit stnk meer geredeneerd dan in andere stnkken van Bernstein. Maar Bernstein zou Bernstein niet zjjn, als hg ook niet weder om in Levenslorm de aandacht tot bet eind had weten te boeien. En de knappe schrgver, die in De Die] een heel bedrgf met twee per sonen valde, is ook hier woer meeesterlgk in zgn dialogen. Indrukwekkend vooral was die van Helene en Chacéroy, voortB 't gesprek tuBschen Helène en haar vader en eindelgk het onder houd van Chacéroy en Lebourg, waarin eerst genoemde zgn zelfmoord aankondigt. Het slot leed eenigszins onder het wegbly- ven van het «knaleffect" van Chacéroy's zelf moord achter de schermon. We hoorden als wo ons met vergissen het getik van een her haaldelijk afgetrokken revolver, maar een schot kwam er niet. Het gebeurt niet vaak dat men in een pro vinciestad bot voorrecht heeft van een pri- mière. We hebben daardoor echter ook weer cen kjjkje gekregen op het vermoeiende ett

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1908 | | pagina 1