HIDDELBURGSCHE COIIRANT. H". 181 181° Jaaryany. Maandag 3 Augustus. Middelburg 1 Augustus, Zeeuwsche Omtrekken. 1908 Deze courant verschijnt dagelyki, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Pry» per kwartaal loewel voor Middelburg ala voor alle plaatsen in Nederland franco pp. f2. Afzonderlijke nummera kosten 5 cent. Therm, alhier en tel. weerbericht van het K. N. Met. lnatit. te Bilt. 1 Aug. 8 u. vm. 64 gr., 12 u. 70 gr., av. 4 u 06 gr. Hoogste barom. stand 772.9 se Valentia, laagste 751.8 te Haparanda. Verwachting tot den avond van 2 Aug. zwakke tot matige moest N.W. wind, afwisselende bewolking, kans op regen vooral in het N. on O. en dozelfde temp. AdvertentiOn20 cent per regol. Bij abonnement veel lager. Geboorte-, dood- an alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50elke regal meer 20 oemt. Reclame» 40 cent per regel. Groote letter» naar de plaat», die ay innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, N(jverhoid en Goldwesen, ie gerechtigd het Algemeen Advcrtentle-Harean A, DU I.A HAB An., N.X. Veerburgwal 366, Amsterdam. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Het is een van uiterlijk kourig boekje het is duidelijk en net gedrukt; hot heeft nis middel van reclame voor de d sarin ge noemde plaatsen en voor hen dio er in adverteereu, zeer veel waardeen die aan kondigingen, welke tusschen den tekst ons anders zoozeer hinderen, wekten nu onze ergernis niet opwant het gehoel is toch niets dan reclame, reclame voor do Staats spoor, reclame voor vele deelen vsn ons land, reclame voor alles en nog wet. Verder bevat Op reis per Staatsspoor zoo heet het werkje, door de Nederlanilsche Kiosken-Maatschappij, waarvoor het ook al een reclame is, uitgegeven, zoer netto afbeeldingen en men kun hot als een ge- riefelijkea gids gemakkelijk in zijn zak •teken. Het boekje heeft dus vele goede zijden, maar het heeft één groot gebrekbet is onvolledig, schrikbarend onvolledig, voor ons ergerlijk onvolledig. Zuid-Holland, Noord-Holland, Utrecht, Gelderland, Limburg worden daarin ge noemd; de voornaamste plaatsen uit die provinciën worden beschreven, maar Zee land, Friesland, Groningen en Drenthe schijnen voor den besohrijver onbekende oorden te zijn. En toch rijdt de Staatsspoor ook door die gewesten Van uit Groningen is tegen die misken ning van het Noorden al met kracht op gekomen wij voegen daarbij ons protest, waar het geldt de miskenning, Zeeland aangedaan. Het is of er geen Middelbnrg, geen Vlis- •ingen, geen verrukkelijk Walcheren bestaat of Goes en Znid-Beveland geen plaats, land ia de moeite waard te bozeeken en te aanschouwen En de reizigers, Nederlanders of Buiten landers, wijzen wij steeds met ingenomen heid op nog zoo menige andere plek in 8ohoawen, Tholen en de Zeeuwsch Vlaan- deren's, bezichtiging overwaard. En is dit niet eveneens het geval met dc typische kleederdrachten der bevolking ir de verschillende deelen van onze Provincie; waarmee geen enkel gewest in Nederland kan ovenaren Wat is toch de bedoeling dat men dat alles, dat men Zeeland zoo miskent en be nadeelt, door zijn bewoners de voordeelen van het vreemdelingenbezoek te onthou den Heeft de Staatsspoorwegdirectie zelve den schrijver van het boekje zoo zeer ge bonden, of beperkte hij uit eigen wil zijn taak zoo bjjzonderP Wij kannen die vraag niet beantwoorden Maar wie in dezen schuld heefc, de Zeeuwen hebben alle recht om het werk van den onbekenden schrijver af te keuren, nu bij heeft gedaan alsof er ton westen van Roosendaal geen land meer ligt. En toch vindt men daar wjj wenschen hem dit eena onder het oog te brengen een rijk, een bloeiend gewest, met vrucht bare landouwen, met verrukkelijke land-, dain- en zeegezichten, met heerlijke bosschen, met tert aanschouwen en rusten noodende plekjes, met zeer bezienswaardige monumen ten van geschiedenis on knnst. Als hij dit alles ziet, zal hij zelf tot de overtuiging komen dat hij zijn arbeid herzien en verbeteren. Nu deed hij slechte half werk. V. d. 3., eeae Toor onze lezers lang geen onbekendo meer, die herhaaldelijk goed gemeende en behartigingewaardige wenken gaf in het belang ran persooon en toe standen in onze ongering en daarbij ook noh Torheugen mooht in menig snccei, zond ons weSr oene bijdrage, waarroor hij D o m- bnrg on a ij n belangen tot onder- werp koos. Hij schrijft daarin over eene voor die badplaats minder gunstige' verklaring, door hem in- de laatste twee jaren uit menigen mond gehoord, en luidende„Danjburg valt mjj tegen." Dat was eene teleurstelling voor hom. „Steeds heb ik - zoo schrijft hjj - evenals andereD, de loftrompet gestoken over onze aloude kleine badplaat-, daar zoo oonig mooi aan Walcheren's duinrand gelegen, dien duinrand waarvan Louise Van Nagel in bare Miniaturen zegt„do Dombnrgsche duinenBezoek de blonde henvela van al onzo stranden, bewonder de uitgestrektheid, lijnen, kleur, des morgens en des avonds, bij zonlicht on diepe wolkenschadnw zóó poëtisch als deze Zeenwsche duinen zijn er geene 1" Meermalen hob ook ik tegenover handels- viiendon of kennissen de schoonheden ge roomd van Domburg's eenige bosschen, de pracht van wat dezelfde schrijfster noemt „lieflijk groenende Manteling met de fantastisch gekromde, grillig vergroeide boomen en ontluikende bloemen, waar do nachtegaal zijn sympathiek geluid paart aan de or.elstem van den oceaan." Jarenlang is die plaats verstoken gebleven van hetgeen haar leven en beweging moest brengeneen tram. Die is er thans 1 Op gemakkelijke wijze en tegen billijken prijs kan men nn dat heerlijk plekje be reiken. En daarvan wordt druk gebruik gemaakt, hoewel het eerste jaar, door het nieuwe aangetrokken, meerderen dan thanB het aangename tochtje derwaarts maakten. Dat was te wachten. En juist nu uit den mond van zulke „dagjes-menschen" hoorde V. d. S. menig maal dat het hun in Domburg niet was meegevallen. Hoe is dat mogelijk Wel, daarvoor is meer dan een gegronde aanleiding. Vroeger, toen er geen tram reed, was een rijtoer naar Dombnrg eene heerlijkheid en genoot meD op zoo'n dag dnbbel en dwars. Maar toen school het genot ook voor een groot deel in den rijtoer zetven, met de daaraan verbonden geneugten. Het pleisteren onder weg bood onder anderen een niet te versmaden afwisseling men had onder elkaar al veel plezier ter wijl men reed in Domburg vertoefde mer slechts enkele uren, die zoer aangenaam werden doorgebraoht met een bezoek aan het strand, een wandeling door het dorp, oen klein kijkje in de bosschen waar men nuttigde wat men had meegenomen, om niet te spreken van oen meer weelderig mid dagmaal of een goed voorziene koffietafel. De geconcentreerde genoegens van zoo'n dag waren voor de meesten zoo samenge- weven met Domburg, dat b. v. oen rit door Zuid-Beveland nooit zoo'n sympathie genoot ils de traditioneele rit naar Walcheren's hadplaats. Toen hoorde men niet de opmerking) waarop V. d. S. wijst. Thans wel. En wie maken haar In de eerste plaats zij, die vroeger slechts een enkele maal te Domburg kwamen en als geaolg van den rijtoer aan de badplaats zelve slechts een vluchtig bezoek brachteD. Nn komen zij er allicht meer. En dan velen van hen, die voorhoen dc badplaats nooit bozochten maar nu per tram derwaarts gaan. Daar na niet alle menschen een oog hebben voor natuurschoon en zeer zeker het overgroote deel geen gevoel genoeg daar voor heeft om er zich een geheelon dag aan te kannen verzadigen, is voor een groot gedeelte dier bezoekers het genoegen op Domburg spoedig gesmaakt. Zij tijgen naar het strand, wat hun dikwijls om zijn ge ringe afmetingen tegenvalt, loopen, meoren- deels onbekend met do bestaando be- Dit herinnert ons aan het gezegde van een bewoner uit Zeeuwsch-Vlaanderen die voor het eerst Domburg bezocht en op oen vraag hoe het hem daar bevallen was, antwoordde Domburg, wat heb je daar Het is niets dan natuurschoon. palingen, de bosschen in, om apoodig door den bewaker teruggezonden te worden, in dien zij al niet een paar malen hun neus gestooten hebben aan de hatelijke bordjes met „Verboden toegang". Deze zijn wel een noodzakelijk gevolg van do onhebbelijke wijze van handelen van monig bezoeker, niet uitsluitend te vinden onder hot z. g. „mindere publiek", maar dit neemt niet weg dat zulke bordjes tooh voor de goed- on welge- zinden onaangenaam zijn. Het dorp zelf biedt voor die bezoekers zeer weinig bezienswaardigzij gaan om een of andere verfrissching en verlaten zoo ipoedig mogelijk dat Domburg waar zij met zulke groote verwachtingen heengin gen en dat hen thans zoo bitter tegenvalt. Dezer dagen nog zoide zoo schrijft V. d. S. o. a. een man, dio met hot oog op de tram zijn zaak verplaatste en zeer uitbreid- do „'t is somB om razend te worden als je daar heele clubjes die opmerking hoort maken. Als zoovele reclamomakors in slech- ;in zie je ze met de tram vertrekken nooit meer terug to komen en, wat erger is, anderen vau een voorgenomen bezoek af te houden." En zeker is dat jam mer, meer dan jammer zelfs. Wij weten wol dat Domburg voornamelijk eene plaats is voor de echte badgasten, die een rnstig verblijf zoeken. Zij zullen niet zoggen: „Domburg valt mij tegen",want waar zullen zjj een zoo aangenaam zomerverblijf aan zee vinden Het geregeld jaarlijks terugkeeren van velen hunner is wel het beste bewijs dat Domburg, met zijn éónigo omgeving, hen boeit en bekoort en hun biedt wat zij elders tevergeefs zoeken. Of hun aantal in de laatste jaren toe- of afneemt, willen wij daarlaten, maar wel wenschen wij er op te wijzen dat alles wordt gedaan wat gedaan kan worden, om het hun aangenaam te maken. Naast die trouwe b zoekers voor meer deren tijd is er eohter, gevolg van de ver anderde omstandigheden, thans in opkomst een soort bezoekers, waarop wij hiervoren wezen en waarop ook wel eens gelet mag worden. Ook zij brengen voordeel aiu voor de neringdoenden. Dit is o. a. in 1906 gebleken, het eerste jaar van de tram, toen het bezoek, om de opgegeven reden, bijzonder druk was en hot seizoen zeer gunstig voor Domburg's win keliers en Middelburgsehe zakonmenschen. Om nu die bezoekers te lokken of hun eenig genot te verschaffen, wordt zoo goed als niets gedaan. En difc jaïst is, meent V. d. S., de oor zaak van het beklag en de aanleiding v> de verzuchting dat Domburg tegen valt. Wat nu voor hen geschieden moet, is niet zoo gemakkelijk te zeggen, vooral niet in verband met de eigenaardige toestanden in Domburg. Op Zondag zal daar zeker niet toegestaan worden dat men luidruchtige middelen bezigt om het publiek genoegen te doeD, zooals lit in Vlissingen geschiedt. Er rest dus alleen hoofdzakelijk de Woensdag middag, waarop van elders ouders met hunne kinderen derwaarts zouden kunnen gaan. Maar dan hebben toch velen geen gelegenheid om zich naar Domburg te begeven. En dan wonschen wij onzerzijds toch ook oven te wijzen op een, vroeger reeds meer malen geopperde bedenking of door het eene bezoek, dat der z. g. dagjesmenschen aan te moedigen niet hot gevaar dreigt dat dit der echte badgasten vermindert. Dat zou jammer zijn. Maar dan zouden wij zeggenlaat hen, die voor één dag oens zich willen ontspan nen aan zee en moer opwekking dan stilte zoeken, Vlissingen voor hun uitstapje kiezen. Domburg behoude dan zijn rnstig karakter; zjj dit dan ook niet ten voordeele van de neringdoenden. Het ligt, meenen wij, op den weg der Vereeniging die de belangen der bad plaats Domburg behartigt om deze kwestie eens ernstig te overwegengoed de ver moedelijke gevolgen van zulke maatregelen als V. d. S. wenscht na te gaan. Bij het, zoo mogelijk, opvolgen van zijn I gicd gemeenden wenk zijn de belangen betrokken van den kleinen handelsstand in Domburg en ook die van de tram Walcheren. Do 'aatste heoft zeker wel behoefte aan meer foovoer van passagiers dan in 1907. Of dit seizoon haar dien brengen zal, is de vraag. Maar in elk geval is het ook voor die nieawo onderneming, met zooveel vreugde br groet, zoo ge wenscht dat aan hetgeen V. d. 8. opmerkte de noodige aandacht worde ichonken. Ook een agrarische kwestie, zou men kunnen zeggenzoo schrijft men ons uit Zeeuwsch-V laanderen'b Ooste- 1 ij k deel. Men z'et zo weer langs dijken 3n wegen, de kinderen van een jaar of tien en oudere iu de vacantie ook wel jongere be laden met zakken en zakjes, half of voor een kwart vol heelemaal vol zijn ze niet vaak met aardappelen nu, dan met erwten of een andere veldvrucht, die zo hebben mogen „rapen" van den akker, omdat de landbouwer geen tijd heeft of geen lust, om mee te nemen alles wat afvalt bij het verzamelen -van zijn vruchten. Op de veldon ziet men dan ook een massa kinderen bozig zoo'n maaltje eten machtig te worden, dat dient tot „verlichting" van de zorgen ia het vaak, te vaak, overtalrijke gezin, ook wel om een duitje bij mekaar te hebben tegen dat het kermis is. En in deze streek alleen zal dit wol niet zoo zijngeheel onze landbouwende pro vincie zal wel dergelijke toostanden te zien 't Is zeker prijzenswaardig dat hjj, die in groote volte zjjn vruchten verzamelen kan, niet alles zelf neemt, maar wat overlaat voor minbedeelden, kruimkens van den welvoorzienen disch. 't Is beter ze aan de menschen te laten, dan ze aan de TarkenB geven, of ze to laten rotten tot mcBt r het lander spreekt medelijden uit. Maar als 't nu waar is, dat men aan de varkens liever geeft wat behoorlijk in de schuren terecht komt, dan komt dat mede lijden in een ander licht. Bovendien, die jonge kinderen op het veld, zo hooren ergens anders. Waar is dat voor andere kinderen vaak met veel op offering van tjjd, moeite en geld, de vrije buitenlucht tracht te verkrijgen, die deze kinderen „van den buiten" voor niemendal hebben, met nog een aardig winstje toe. Maar deze arme buitenkinderen zjju op die velden alleen onder elkaar of, wat dikwijls nog minder gewenscht is, ia omgéving van grootere jeugd, die niet altijd een stichto- lijken invloed op de kleintjes uitoefent. Van verschillende zjjden gaan dan ook stemmen op om tegen het voortbestaan van zulke toestanden op te komen. Men wil miners probeeren er een eind aan te maken door b.v. een zesweeksche vacantie voor te schrjjven, die dan gebruikt kan worden, voor dezen en anderen voldarboid door kinderen, die nog school moeten gaan. Men moeno ovenwei niet, dat deze maatschappe lijke ziekte daarmee verdwijnen zou. Het landbouwbedrijf geeft altijd gelegenheid tot het gebruikmaken van der kindoren werk kracht, haast het gansche jaar door. Die werkkracht is ook zoo goedkoop en do weldadigheid zoo gemakkelijk beoefend, als men geeft, niet van wat men heeft, maar wat men zelf niet hebben wil. Het blijft daarom een zaak van gewicht na te gaan, wat er van zulke kinderen wordt in hun later leven en boe men mis. bruiken in hun jeugd kan tekeer gaan of neutraliseeren. Wie met kinderen van jeugdigen leeftijd omgaan, hetzij uit liefde, hotzjj krachtens hun ambt, weten hoe moeilijk het is de armen onder hen van loongevenden arbeid af te houden. De menschen, die dit ambtshalve doen, allicht hot beBt, omdat zij in on6 goeie Nederland bij ervaring weten, helaas, hoe elke bate, ook de kleinste, in 't gezin te pas komt. En de gezinnen, waarin zulke kinderen opgroeien, zijn vaak zoo hopeloos groot. Matiging in dezen is zoo moeilijk te ver krijgen vooralsnog. Tooh blijft het oon kwestie van be'ang, niet alleen eon agrarische, maar ook een oeconomische. Het zóó opgroeiende kind loopt groot gevaar. Van gcregolden, goed georganisoer- den arbeid wordt hot licht nfkeerig. Het gaat „rapen" op het veld met verlof van den eigenaar. Dat is het beste geval. Maar ook zonder dat. Hoe kan de eigenaar oon- troleeren aan wie hij verlof gaf zich te bevinden op zijn land, aan wie niet Grijpen waar je vangen kunt, wordt 700 licht de leus. En boefjes groeien niet alleen op langs de havens, waar groote stoomers vaak onbeheerde waren laten liggen ook te velde, op den buiten, kunnen ze worden gekweekt. Een oeconomische kwestie. Maar de ngrariërs zijn machtig. Niet alleen, niet uitsluitend, niet in de eerste plaats vaak, do groote grondeigenaren. Maar evenzeer de tuasohenpersonen, zjj die den schakel vormen tusschen den groot-bezitter, die zich weinig bekommert om de zoogenaamde kleiuigheden, en kleinen, en juist die occonomisch kleinen en zwakken, die dik wijls moer afhangen van hen, die hen nabjjstaan, dan van den grooten heer. Nederland en Venezuela. Volgens een telegram uit Caracas, over Port of Spain, van 31 Juli heeft president Castro de exequaturs van de Nederlandse be consuls t vice-consuls ingetrokken. De Minister van buitenlandsche zaken Paul deelde aan de Nederlandscbe regeering mede dat als beleedigingen van Venezuela worden beschouwd, naast den brief van den heer De Reus, het feit dat de Gelderland in gebreke bleef de Venezolaansche vlag te salueeren, do aanval op don Venezolaanschen consul te Willemstad, de schending van het consulaat en de afrukking van bot consulaire wapen schild. Ons land heeft, deelt het HUd mee, in Ve nezuela consuls te Barcelona, Caracas, La Gnayra en Maracaïbovice-consuls te Ciudad Bolivar, Coro en Puerto Cabello. Het zjjn de hoeren 6. B. da Costa Gomez, N. F. Helmund, G. F. J. O. C. Barnewitz. J. M. Chumaceiro, C. A. Hellmund, M. H. C. Henriquez en C. F. W. Hellmund. De Kamer van Koophandel en Njjverheid op Curasao, het Bestuur van het Algemeen Ncderlandsch Verbond, groep Nederlandsche An tillen, en het Bestuur van de Nederlandsche Vereeniging Ome Vloot, afdeeling Curasao, hebben zich tot de Koningin gewond met ver zoek ten sterkste tc willen aandringen bjj de Ministers van Koloniën on Buitenlandsche Zaken, dat zjj het ten spoedigste daarheen mogen leiden, dat de verbonding van Vene zuela tot Curasao afdoende worde geregeld, meerdere waarborgen wordeu verkregen dat de thans bostaande toestanden in de toekomst niet meer voorkomen en de Noderlandsche vlag meer worde ontzien. Het maritiem commando in W ost-Indië. De benoeming van don kapitein ter zee J. B. Snethlage tot commandant van het pant- ierschip Heemskerckdat 11 Augustus a.e. naar We3t-Indie vertrekt, is zoo schrjjftde .V. H. Crt. eene aanwjjzing dat de regeering, over eenkomstig de medcdeeling van den minister van buitenlandsche zaken, hare handolingen nauwgezet overweegt on met alleen op hot heden het oog heelt. De kolonel Snethlage is toch de oudste in zjjn rang en komt bjj do eerstvolgende mutatie in de hoogere rangen der marine in aanmerking voor bevordering tot schout-bjj-nacht. Mocht nu oene verdere versterking der scheepsmacht in de Caraïbiache Zee noodig worden en daarmede de noodzake- ljjkheid ontstaan hot bevel over die grootore vlootafdeeling op te dragen aan een vlagofii- dan heeft men den] Kolonel Snethlage eventueel slechts te bevorderen om, zonder oene verwisseling in bet commando, tot den gewenschten toestand te komen. Daarmede zal dan vermeden worden hetgeen in 1905 in Oost- Indie is geschied, toen het oskader aldaar, bjj de handhaving der neutr&litoit in den Russisch - JapanBcben oorlog, op 8 schepen gebracht werd en uit Nederland een schout-bjj-nacht werd gezonden, om het bevel daarover te voeren. Door dien maatregel toch moest" de voor het bevel over het eskader reeds, aangewezen ka pitein ter zee, een bekwaam en verdiensteljjk hoofdofficier, als ondergeschikt commandant bljjven dienen. De kapitein ter zee J. B. Snethlage broeder van den vice-admiraal, die thans com mandant derzeemaabt in Nederlandsch-lndie is kent de West-Indiiche toestanden en zake*

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1908 | | pagina 1