1
FEUILLETON.
BIJVOEGSEL
I, 2.04,
12.15,
l| 8.45
8.45
Maandag 20 Jnli 1908, no. 169.
Middelburg 18 Juli.
<£andbouti)kromek.
VAN ONZEN VASTEN MEDEWERKER.
Is Sti-oo onmisbaar by de
bemesting
Dit een artikel van do hand des hoeren
Brandsma in de Kollumer Courant bleek voor
oonige maanden, dat door den eigenaar zgner
hofstede in het pachtcontraot de bepalingen
waren opgenomen
lo. dat do pachter geen suikerbieten mocht
verbouwen
2o. dat hjj geen atroo van de hofstode mocht
verkoopen
en dat dit laatste verbod gehandhaafd bleef,
ondanka het aanbod van den pachter, den
heer Brandsma,
a) om de opbrengst van het atroo te ge
bruiken voor bet üiaineoron van een of meer
stukken land; of
b) voor de opbrengst van het verkochte stroo
kunstmest aan te koopenof
c) het geld van het strooverkoop te gebrui
ken om daarvoor van eldors stalmest aan te
vooren,
Dit verbod heeft er den heer Brandsma toe
gevoerd om reeds nu mede te deolen, dat hg
over een paar jaren niet van plan is de boer-
dorjj op nieuw in te pachten.
Voor zoover ons bekend, wordt tegenwoor
dig in Zeeland door geen onkel eigenaar bjj
pachtcontract het verbouwen van bieten ver
boden, ofschoon het schjjnt, dat enkelen nog
eene beporking voorschreven, maar aangaande
den verkoop van stroo vindt men nog dikwjjls
dezelfde bepalingen als te Munikezjjl, de
woonplaats van den heer Brandsma.
Deze openbare mededeeling van den heer
Brandsma heeft aanleiding gegeven tot de
bespreking van do vraag: »mag strooverkoop
al of niet worden toegelaten Dio bespreking
in de Leeuwarder Courant in de afdeeling
Landbouwkroniek ligt ten grondslag aan het
volgende, dat, naar onze moening, voor onze
verpachters en pachters van landorjjen niet
van belang is ontbloot.
In do eersto plaats dienen wjj te weten
welke rol hot atroo vervult op de hofstede.
Die rol iB drieërleieon klein gedeelte diéit
als dekstroo, een ander, grooter gedeelte, als
voedsel, een dorde gedeelte tot ligging voor
het vee.
Het eerste gedeelte kunnen wg geheel buiten
boschouwing laten het tweede zal daar, waar
de veehouder Btroo als voedsel noodig acht,
zeker wol niet aan do hofstede worden ont
trokken; bljjft dus boofdzakelgk het ligstroo.
In den stal is dit zeer gewenscht om den
dieren een zachte en warme ligging te ver
schaffen; later wordt het met do vaste en
vloeibare uitwerpsels naar de mestvaalt ver
voerd en zuigt daar eene groote hoeveelheid
vocht op, dus ook een groote hoeveelheid urine,
die anders, bg de tegenwoordige inrichting van
veel stallen, zou wegvloeien.
Nu bevat de urine hoofdzakelijk twee
plantenvoedende stoffen, namelijk stikstof en
kali, en het is daarom de vraag, of die beide
stoffen bg het bewaren in de mestvaalt niet
verloren gaan.
Proefnemingen bjj stalmest, die aan den hoop
zit, ingesteld onder leiding van de heeren dr
Sjollema, toenmaals directeur van het Rjjks-
landbouwproefstation te Groningen, en Elink
Tichelaar, landbouwer te Loppersum, hebben
aangetoond, dat bg mest, die bewaard werd
gedurende acht maanden, van Januari tot Sep
tember, een stikstofvorlies plaats had van 33 oy0
Onder leiding van den heer Nobel, rjjksland-
-De tlame in 't groen en goud.
Heel Pargs sprak van haar.
Voordat Evelyn Stair twaalf uur in de stad
wub, drong haar vriendin Nancy Forbes erop
aan, haar de nieuwste attractie van do^chil-
derjj en ten toonstelling te laten zien.
—«Maar, lieve Nancy, ik heb werkelijk zoo'n
haast niet, om haar te zien", protesteerde
Evelyn. »Ik bljjf nog minstens veertien dagen
in Pargs. Wg hebbon elkaar in zoo'n langen
tjjd niet gezien, dat ik liever met jou spreek
van jouzelf en mjj interesseer voor jou zaken
dan voor hoe noemde je haar ook al weer
»De dame in 't groen en goud." Haar
weikeljjke naam iB «Herinnering," maar sinds
Parjjs haar gezien heeft, noemt ieder haar «De
dame in 't groen en goud." O, je moet haar
zien, ze heeft een buitengewone gelijkenis met
jou. 't Is werkelijk frappant. Toen je giste
renavond uit den trein stapte, dacht ik, dat
jg «de dame in 't groen en goud" zelf was."
»'t 1b vleiend voor mg, indien de dame
werkeljjk zoo schoon is als jg zegt," lachte
Evelyn. «En nu, als het toch moet, vertol mg
dan, wanneer ik haar kan zien."
'Dadeljjk, Het is een mooie morgen
bouwleeraar in Noord-Holland zjjn proeven
genomen aangaande het stikstofverlieB van
urine, die boven den grond in een ton bewaard
werd. Deze proeven, genomen op boerderijen
te Wjjdewormer, te Purmer en te Beemster,
gaven een gemiddeld verlios van 8 percent,
wolk verlies zich nog liet beperken door aan
de gier superphosphaat toe te voegen.
Hot verschil tusschen 33 en 8 o/0 is zeer
groot, maar nu Ligt de vraag voor de hand,
of dat grooter verlies niet een gevolg is ge
weest ran de toevoeging van vaste uitwerp
selen. Intusschen kan daarop een ontkennend
antwoord gegeven worden, omdat de stikstof
in de vaBte uitwerpselen voornamelijk voor
komt als onvorteerd oiwit, dat noch vervliegen
kan noch uitspoelen, terwijl dat in da vloei
bare, gelijk wjj hiervoren reeds opmerkten, voor
komt als ammoniak, welke gemakkelijk ver
vluchtigt.
De heer Nobel zegt dan ook in zjjne brochure
Het bewaren van de gierdat hg heeft kunnen
berekenen, dat van de stikstof uit het stroo
en de vaste uitwerpselen bg de proefnemingen
te LopperBura niets verloron was gegaan en
het geheele verlieB aan stikstof voortvloeide
uit de urine, die mot het Btroo naar dë~taest-
hoop was gegaan.
Uit de aangehaalde prooven bljjkt, dat het
opzuigen van de urine, dat voorheen onvoor
waardelijk als een nuttige dienst van het
stroo beschouwd werd, van veel minder waarde
is dan door velen thans nog wordt gedacht, en
dat bjj het verzamelen van de vloeibare uit
werpselen in goed gemetselde gierputten veel
minder verlies zal plaats hebben aan voedende
stoffen dan door vermenging met do vaste.
Die gier nu is een uitmuntende bemesting
voor de woilanden, die men voor hot winnen
van hooi bestemt, en duB ook tot het vormen
van goeden stalmest, die hot volgend jaar hot
bouwland ten goede kan komen.
Stroo heeft dus voor het opzuigen van de
urine oen betrekkelijk geringe waarde.
Maar van stroo heeft men bg de bemesting
nog een ander nut. Stroo vermeerdert de hoeveel
heid humus in den bodem. Door humus verstaat
men de overblijfselen van planten, die bezig
zjjn te verrotten. De humus maakt een zwaren
kleigrond poreuzer, en meer doorlatend voor het
water; de lucht kan beter in den grond doordrin
gen en het plantenvoedael gemakkelijker oplos
baar maken. Daardoor wordt de waterhoeveel-
koid voor de planten beter geregeld, want
humusrjjke grond neemt hot water op en
droogt niet spoedig uit. Bg lichto gronden
worden deze door don humus beter gebonden
en beter geschikt hun water te behouden.
Stroo heeft dus bjj de bemesting als voort
bronger van humus groote waarde, welke nog
vermeerdert, wanneer men bedenkt, dat bjj de
doorgaande verrotting stikstof, kali en phos-
phorzuur voortdurend als plantenvoedende
stoften beschikbaar worden, om nieuwe plan
ten te vormen.
Dewjjl nu deze verrotting in een goed be
werkten bouwgrond, die niet ljjdt aan te voel
en ook niet aan te weinig water, geregeld
doorgaat, iB een voldoende hoeveelheid humus
voor eene behoorljjko ontwikkeling der te
velde staande gewassen onmisbaar en speelt
het stroo daarbjj een gewichtige rol.
Maar men wachte zich hierbij voor over-
drgving.
Stroo is niet de oenige vermeerderaar van
den humuB. Alle planten zjjn daarvoor even
geschiktook do wortels, die in den grond
big ven, en de stoppols, de afvallende bladeren
en de bloesems leveren humus, en daar, waar
men dien in groote hooveolheid in den grond
wil brengen, kan men zulks doen door zooge
naamde groene bemesting, dat is door een
of ander gewas onder te ploegen.
De vraag moet nu beantwoord worden, op
welke wjjzo; men met do minste kosten in de
benoodigde hoeveelheid humus kan bljjven
voorzien.
Zulks doen wg in een volgend nommer.
Vrageubns.
Bjj het bewaron van bessensap is het mg
dikwgls voorgekomen, dat de kurk van de
flesch sprong, of dat de flesch barstte. Is
daartegen eenig middel? Zoo u dat bekend
mocht zjjn, houd ik mjj voor do mededeeling
daarvan ton zeerste aanbevolen.
A. s Uwe getrouwe lezeres.
Mon doe de bessen goed schoon gewasschen
m een nieuwe aarden pan, die men half mot
bessen, half met water vult,en late ze ongeveer 3
kwartier koken. Men neme verder goed schoon
gemaakte, volkomen droge flesschen.zwavele die
door daarin een reepje oud linnen, in gesmol
ten zwavel gedrenkt, een minimum van tjjd
te laten branden en giet daarin het sap, nadat
het door een vergiet, waarvan de bodem met
een lapje gaas bedekt is, of door een fijne
zeef volkomen gezuiverd ia. Is de fiesch vol,
houd dan ook do kurk een oogenblik in den
zwaveldamp en sluit uwo flesch. Do kurk
dient nieuw te zjjn.
Wanneer men zoo handelt, zal van sprin
gen of barsten geen sprake zjjn.
en bovondien ik heb daar eenoen af
spraakje," zeide Nancy, een weinig kleurend.
Ik heb het je gisteravond niet verteld, daar
het Iaat was en jg 'n weinig moe waart van
reismaar zie jeen Nancy hield haar
linkerhand op, waaraan een ring glinsterde.
- «Yorloold? O, lieve, wat bon ik big
voor je," en Evelyn kuste haar vriendin har-
teljjk.
- «Zjjn naam is Diok. Dick Wingrave", ver
klaarde Nancy. >Hjj is een Amerikaan en een
artist, zooals ik, slechts met dit onderscheid
dat hjj veel bekroningen heeft verworven in
Frnnkrjjken Duitschland. Je zult hem binnen
half uur in den Salon zienwg zullon
hem daar ontmoeten en Mjjn hemel, 't iB
bjjna elf uur. Wjj moeten ons werkelgk haasten,
want ik wil je eerst do «Dame in 't groen
en goud" laten zien."
- «Te denken," zeide zjj, een oogenblik
later, toen zg door de drukke straten liepen,
dat het bjjna tien jaar geleden is, Binds den
dag, waarop wg het laatst elkaar zagen en
vaarwel zeiden op de trappen van de academie
van miBs Jay. Tien jaren. Het beangBt mg,
als ik denk aan het weinige, dat ik in al die
jaren heb uitgevoerd. Nu en dan een klein
stukje in den salon en en, ja, toen kwam
Dick. Dick, hjj vergoedt mg het wachten van
die tien jaar."
«Daar ben ik. zeker van, Nancy", zei
Evelya zacht en drukte haar vriendin de hand.
Provinciale Staten van
Zeeland.
Zitting van Vrjjdag.
(Slot.)
Voorzitter de heer mr. H. J. Dgckmceater,
Commissaris der Koningin.
Tegenwoordig 40 loden en do griffier.
Afwezig de hoeren Van Houte en Lucasso.
Verbinding Vlak e—H a n s w e e r t.
In de avondzitting van Dinsdag 7 dezer
waren door don heer Van Waesberghe aan de
Commissio van toezicht op den Provincialen
Stoombootdienst de volgende vragen gedaan
1. Is de aannemer van den omnibusdienst
VlakeHanswoert aan den duur van20minu-
n voor den rit gebonden
2. Zoo ja, wie controleert al of niet over
treding
3. Is het waar dat de aannemer niet het
recht van opzegging van het contract met de
provincie heeft, doch alleen deze laatste
4. Is het bodóeling van God. Staten, om
geduldig de beslissing van den Minister
waterstaat in zake de aangevraagde concessie
voor een tramweg Hansweert- Vlake af te
wachten, oi zal bg hexhaling krachtig worden
aangedrongen om de concessie spoedigst te
verkrijgen
5. Welke maatregelen denken Ged. Staten,
inmiddels te nemen tot verbetering van den
dienst
6. Zjjn God. Staten bereid oen onderzoek in
te stellen;
a naar de mogelijkheid om de aanlegplaat!
van de stoomboot aan de ovorzjjde van het
kanaal te maken
b naar de kosten van het aanleggen van een
tram van de zjjde van het kanaal naar het
station Ivruiningen;
c naar de mogeljjkkeid om den inham naast
den ingang van hot kanaal te Hanswoert
de oostzjjde in zoodanigen staat te brengen
om daariD oen aanlegplaats voor den stoom
bootdienst te kunnen maken?
De hoer Van Rompu wordt in de gelegen
heid gesteld namens God. Staten op dio vragen
te antwoorden.
Do omnibusdionst HansweertVlake is
herhaaldelijk in de vergaderingen van de
commissie van toezicht op don provincialen
Btoombootdienst besproken. Maar do midde
len, om verbetering te brengen in de verbin
ding tusschen Vlake en Walsoorden, zjjn niet
zoo gemakkeljjk te vinden.
Men vergete niet dat do uitvoering van den
dionst niet alleen afhangt van don dienst zelf
maar ook van factoren van buiten*
Dit zet de hoor Van Rompu in den breede
uiteen.
Daarna bespreekt hjj de dienstregeling van
de treinen, die aanleiding geelt dat meermalen
gebrek is aan aansluiting.
Do heor Van Rompu erkent dat de rg tuigen
van den wagondienst niet prachtig zjjn, maar
het is de vraag of de heer Van Waesberghe
niet overdrjjft.
Vervolgens toont de heer Van Rompu aan
dat de cominiBBie van toezicht niet stil heeft
gezeten door een overzicht te goven van de
geschiedenis van don tramweg.
Uit de met deu Minister gevoerde correspon
dentie bljjkt dat de aanleg van een tramweg
vooralsnog groote, zoo niet onoverkomelijke,
bezwaren ontmoet.
Vóór de tweede helft van 1912 is het niet
mogeljjk don ontworpen tramweg Hansweert
Vlake aan te leggen op den oosteljjken djjk
van het kanaal door Zuid Beveland.
Verder zegt de heer Van Rompu:
lo en 2o. Do aannemer van den omnibus-
«En jg, Evelyn, wat heb jg al die jaren
gedaan Ik heb gelezen, dat je vader is ge
storven en dat je nu een van de rjjkste en
schoonste moisjes van Engeland bent. Maar ik
meen haar, die mjj nu tien jaar geleden
vaarwel zeide en die gewoon was mot een
ruiker vorgeet-mjj-nietjes onder baar kussen
te gaan slapen."
«01 schei uit Nancy, 't Was slechts oen
gewone jongens- en meisjesliefde. En later,
toen we grooter waren geworden, veranderde
de jongen... van gedachten."
«En het meisje vroeg Nancy ernstig.
«Het meisje? Het meisje is nooit ver
anderd," antwoordde Evelyn treurig.
Nancy's oogen vulden zich met tranen. Zjj
greep de hand van haar vriendin en strook
daar liefkozend overheen.
«Geen van beiden had schuld," verklaarde
Evelyn. «Een werkeljjk engagement was het
niet. Mjjn vader wilde daar niets van hooren,
voordat de jongen naam gemaakt had. Hg
was een schilder, weet-je, en bezat niets. Hjj
ging naar Parjjs en een geruimen tjjd scheen
ons de toekomst rooskleurig. Later kwam er
een brief," vervolgde Evelyn na een pauze,
en niet door hem zelf geschreven.
Eon vriend schreef hem. Ik veronderstel,
dat hjj het te druk had om het zelf te doen.'
«Maar dat was slecht," riep Nancy uit.
»'t Was niet vriendeljjk. Maar ik geloof,
dat er een reden voor was, welke, weet ik
dienst Vlake—Hansweert vice versa is con
tractueel niet aan oen duur van 20 minuten
voor dezen dienst gebonden.
3o. Volgens het nog loopende contract heeft
de commissie het recht, den termjjn telkens
mot een maand te verlengen. Een nieuw con
tract is in bewerking, dat voor een vrjj lan
gen termjjn zal worden afgeBloton.
De overige vragen zjjn beantwoord in de
mededeeling omtrent den tramweg.
Uit het gereleveerde zal, zegt de heer Van
Rompu, de vergadering wel tot de overtui
ging zjjn gekomen dat het aanleggen van oen
trambaan langB de oostzjjde van het kanaal
door Zuid-Bovoland, waarbjj het gebruik van
stoom of petroleum, of benzine is buitenge
sloten, niet mogeljjk is. Zoodat niets anders
zal resten dan in overweging te nemen het
leggen van een paardentram.
Dat de commissie daartoe nog niet is
gegaan, vindt haar oorsprong in de eerste
plaats in de gevoerde correspondentie omtrent
deze zaak met den Minister van Waterstaat,
van wien de laatste missive dateert van 4
Maart 1908, en tweodens door de toezegging
van het college van Ged. Staten gedaan
den hoer Hombach in do najaarszitting van
1906.
De heer Van Waesberghe dankt den heer Van
Rompu voor do beantwoording der door hem
gedane vragen, waardoor hjj zoor voldaan is.
Er bljjkt dat met allo kracht door de com'
missie gewerkt is om een betere verbinding
tusschen Vlake en Hansweert tot stand te
brengen.
Wat spreker hoeft medegedeeld omtrent de
wagens, is op eigen ervaring gebaseerd. ThanB
is de toestand» iets verbeterd. Met de rjjtui-
gen kan thans vrjjwel gereden worden.
Het pleidooi van het lid van Ged. Staten
is een pleidooi geen paardentram naar Vlake
te leggen maar wel naar Kruiningendaartoe
zou hjj niet gaarne overgaan.
Er bestaat uitzicht dat in 1912 een ideale
verbinding tot stand komt tusschen Kruinin
gen en Vlake door het particulier initiatief,
mits van de provincie eenige steun kan worden
verkregen.
Gaarne zou spreker nog iets vornemen
de plannen van de firma Barger.
De hoer Van Rompiv zegt daaromtrent niets
to kunnen mededeelen.
Waar de vergadering niet langer wenBcht
bjjeon te big ven, sluit de voorzitter haar in
naam der Koningin.
Krankzinnigengesticht onder
Bergen op Zoom en Halsteren.
Aan het algemeen verslag dor aideelingen
betreffende het voorstel van Ged. Staten tot
toekenning van een voorschot van f 175.000
aan de Vereeniging tot clirütebjke verzorging van
krankzinnigen in Zeeland en tot machtiging aan
hun college, om met die Vereeniging eene
overeenkomst te sluiten, is het volgende ont
leend.
In ééne afdeeling verklaarde al aanstonds
één lid, overwegende bezwaren te hebben
principieelen aard tegen aanneming van het
voorstel en wel hoofdzakeljjk op deze tweo
gronden, dat hjj het niet oirbaar achtte, een
zoo belangrjjk voorschot te verstrekken voor
eene inrichting, die in eene andere provincie
gevestigd is, omdat zjjDB inziens de noodige
-aarborg voor de rentebetaling on de aflossing
van het to verstrekken voorschot ontbreekt.
Een ander lid dierzelfde afdeeling deelde dit
gevoelen en werd in zijn bezwaar nog ver
sterkt door de overweging, dat naar zjjne
meening de gedane raming van f 1750 per bed
te hoog was, aangezion do onlangs gehouden
aanbesteding slechts wees op f 1370 por bed
of hoogstens f 1570 per bed.
Een derde lid dierzelfde afdeeling verklaarde
veel te gevoelen voor de tot nu toe geopperde
bezwaren, al ging hjj ook niet in allen deele
daarop in, maar beweerde, dat in elk geval
het voorgestelde bedrag van f175.000 te hoog
was, omdat nanvankeljjk slechts voor 74
patiënten gecontracteerd werd en het getal
van 100 patiënten, dat het cjjfer van f 175.000
zou wettigen, eerst na een tjjdsverloop van
13 jaar bereikt werd, daar elk jaar slechts een
toeneming van 2 plaatsen was bedongen, alzoo
voor 26 patiënten (verschil tusschen 74
100) een tjjdvak van 13 jaar veroischt wordt.
Nog één lid dierzelfde afdeeling beaamt vele
van de reeds genoemde bezwaren, wjjst op de
niet. Do brief behelsdo slechts een paar
regels en hield in, dat er iets onvoorziens was
gebeurd, waardoor het beter, was, dat aan
onze onze vriendschap een einde kwam.
Hjj vroeg mjj, hom te vergeven en te verge
ten, en dat was alles. Er stond geen adres bg."
«Maar zjjn vrienden.zjjn familioleden."
«Hg had geen naaste familieleden, en
zjjn vrienden verliet hjj allen, zooals hjj mjj
deed. Niemand van ons heeft ooit iets meer
van hem gehoord."
«Jou schilder was geen man van eer,"
zeide Nancy na eenige oogenblikken, «want
zoo iemand bemint niet eerst een meisje
zooals jg en vergeet haar dan. Hoe heet hjj
Misschien heb ik hem ontmoet. Wjj, vreemde
artisten, kennen elkaar over 't algemeen en
ik ben nu al bjjna acht jaar in Pargs."
«Zjjn naam is Yayne Christopher
Vayne," antwoordde Evelyn.
Zjj hadden de dourvan den Salon bereikte
i deze dear scheen, torwjjl ze achter haar
dichtviel, don naam op te nemen en verschei
dene malen terug te kaatsen.
«Je kent hom vroeg Evelyn snel, toen
:jj de verandering bespeurde, die op het ge
zicht van haar gezellin te voorschjjn kwam.
«Ik heb van hem gehoord," zei Nancy,
zich herstellend, «maar dat zul ik je vertellen,
als wjj wjj eerst de «Dame in 't groon en
goud" gezien hebben."
Teswjjl zjj de groote zalen van den Salon
reeds gemelde en aangevochten hooge raming
der kosten, z. i. ook merkbaar uit de duro
woningen voor den geneesheer en den geneos-
heer-dirocteur, en vreest, nu de contracteerendo
Vereeniging een bepaalde kerkeljjke klour
heeft, dat de Provincie voor het feit kan komen
te staan, van ook door soortgelijke vereenigingon
van andero richtingen te worden aangesproken
om geldeljjkon steun, die na dit antecedent
moeiljjk zal kunnen geweigerd worden, daar
gelaten nog, dat hjj bljjkons ol liever nog op
grond van zjjne orvaring niet in allen deele
sympathiseert met de handelingen der be
staande Christoljjke Vereeniging voor Krank
zinnigen, daar deze hare verpleegden zonder
voorafgaande kennisgeving verplaatst van hot
eene naar het andere gesticht onder behoor
dier Vereeniging, daar deze in onderscheidne
deolen dos lands hare gestichten heelt.
Eenigszins parallel gaande met een deel van
het bovengemelde word in eene andere afdee
ling verklaard, dat het toestaan van het ver
zoek, naar het oordeel van één lid, ons op
eeD govaarljjken weg zou leiden, omdat men
in de toekomst steeds meer geld zou moeten
geven voor dorgeljjke Voreenigingen, aange
zien meerdere adressen zouden volgon van
anderen. De Provincie wordt voer steeds hooger
goldeljjke oisohon gesteld en poldors zoowel
als trammen kunnen dien steun niet missen-
Spreker vraagt zich af, welk belang deze Pro
vincie heelt, om, waar het toch eigenljjk op
neerkomt, in dezen als kassier op te treden,
waar die Voreenigingen bjj bankiers geld
kunnen leenen. Voordeel heeft de Provincie er
niet bg, daar het verpleeggeld steeds hooger
wordt en men nu al van f 300 tot f 325 moot
komen, terwjjl bljjkons de nu ingediende reke
ning f 66.000 daarvoor is betaald, iots wat
niet in verhouding Btaat tot het voor landbouw
en veeteelt uitgegeven bedrag van f 8600.
Een ander lid dierzelfde afdeeling verklaarde
wel zjjn steun te kunnen geven aan een Chris
telijke Vereeniging voor verpleging van Krank
zinnigen, maar niet aan een Vereeniging voor
Christeljjke Verpleging van Krankzinnigen.
Ook in deze afdeeling werd door sommigen
het gevoelen geuit, dat de inrichting te weel
derig was, waarvan zjj eenige voorbeelden
opnoemden.
En eindeljjk bleef ook in deze afdeeling
niet onbesproken de vraag, welken waarborg
do provincie heeft voor rente en aflossing,
waarom de wensch werd geuit, dat wjj voor
ons voorschot hypothecair verband zauden
erlangen, desnoods in tweedon rang, of dat
aan niemand hypothecair verband op de be
zittingen der Vereeniging zou verstrekt worden.
In de nog niet vermelde afdeeling werden
deze vragen gesteld, welke garantie voor rente
en aflossine voor het voorschot wordt gegeven
hoeveel jaarljjks wordt afgolostof voor even
tueel hooger aflossing een datum is bepaald,
waarop de Vereeniging daarvan moet kennis
gevenof het geen zaak is te verbieden, dat
de Vereeniging hare bezittingen met hypotheek
bezwaart Op deze vragen werd door één der
aanwezige leden van God. Staten geantwoord
dat de Vereeniging een kapitaal van f200.000
bezit, in aandeelen van particulieren, boven
dien een groot aantal contribuanten, wat z. i.
genoegzamen waarborg schenkt dat ten minste
f 2000 per jaar wordt afgolostdat bjj aflos
sing van hooger bedrag moet worden kennis
gegevendat verbod van hypotheokneming
bezwaarljjk gaat, nu or ook een contract met
Zuid-Holland zal worden gesloten wegens oen
voorschot van f 350.000, dat die provincie zal
geven.
Tegenover do genoemde bezwaren werd door
éen lid van Ged. Staten in de eerst gememo
reerde afdeeling opgemerkt, dat hjj die zoo
veel doenlijk zou trachten te wederleggen of
trachten te ondervangen. Hot geven van gel
deljjkon steun aan een gesticht, hetwelk in
eene andere provincie ligt, was z. i. niet zoo
iots nieuws of vreemdsoortigs, daar hjj kan
wjjzen op de omstandigheid, dat ook Ge
deputeerde Staten van Zuid-Holland aan
hunne Staten hebben voorgesteld, een voor
schot van f 350.000 te geven aan dezelfde
Vereeniging, waarmede wjj zullen contracteeren,
ofschoon het gesticht in Noord-Brabant ligt,
en voorts op het feit, dal een zoogenaamd
christeljjk gesticht te Wolfhezen is tot stand
gekomen enkel en alleen met geldeljjke voor
schotten van de provinciën Gelderland, Fries
land on Zuid-Holland. Subsidiair doet hjj op
merken, dat de nu besproken stichting, alles we!
doorliepen, bestormden Evelyn vorschillende
gedachten. Nu eens zag zo weer duideljjk 't
oogenblik, waarop zjj voor het eerst op de
academie van misB Jay was gekomen, en door
leefde zjj de emoties, die zjj op het moment
gevoeld had, toen zjj al die vreemde oogen op
zich gericht zag. Dan weer riep zjj do eerste
kennismaking met Christopher Vayne in haar
gedachten terug on oogenblikkeljjk daarna
zag zjj zichzelf als het verliefde bakviscbje,
dat slapen ging, meteen ruiker vergeet-mjj-
nietjes, haar door CoriBtopher goschonken, on
der haar kusson verborgen, Tranen welden
baar in de oogen op, toen zg ten slotte nog
eens het afscheid doorleefdp, toen zjj in haar
verbcoldiDg aan de groene haag stond en haar
vriond, met zjjn schilderdoos den in het zon
licht badenden weg op zag gaan, telkens on
telkenB omkjjkend en wuivend met de hand.
Het schoolmeisje van toen was nu oen vrouw
geworden, een der rgksto van heel Engeland,
en do jongen, oen schilder met heerljjke
idoeën, die groote meesterstukken schiep en
die ongetwjjfeld vele malen met eero uit
het strjjdperk te voorschjjn was getreden.
Maar juist toen zjj aan het einde van de
zaal gekomen waren, was alles verdwenen en
zag zg alleen nog het meisje aan de hog en
den jongen, op weg naar Parjjs.
«Dit is het," zeide Nancy zacht, toen zg
eindeljjk voor een groot schilderij stondon, waar
voor zich reeds eon klein aantal personen