MIDDELBIIRGSCIIE COURANT. Zaterdag 20 Juni. Sprokkelingen. Kameroverzicht. N°. 144. löl' Jaargang. 190». Deze courant verschijnt d a g e 1 y k s, met oitzondering van Zon- en Feestdagen. Prys per kwartaal zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp. f2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Therm, alhier en tel. -weerbericht van het K. N. Met. lnstit, te Bilt. 19 Juni 8 u. vm. 62 gr., 12 u. 65 gr., av. 4 u 68 gr. Hoogste barom. stand 770 8 ie Horta, laagste 752.0 te Malinhead. Verwachting tot don avond van 20 Juni: verund. wind, zwaar bew. of betr. lucht, waarsch. regenb. en dezelfde temp. De regenval te Hornosand bedroeg 187 m.M. Advertentiön20 cent per regel. Bij abonnement veel lagei. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50elke regel meer 20 oent. Beolames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die tij innemen. Tot de plaatsing van advortontiSn en reclames, niet afkomstig mt Zeeland, betreffende Haadol, Nijverheid en Ueldwosen, is gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DB LA MAB An., N.8. Voorburgwal 360, Amsterdam. Van heden af ontvangen zij die zich tegen 1 Juli op de Middelburgsche Courant abonneercn, de deze maand nog verschij nende nommers kosteloos. DE ADMINISTRATIE. Middellrarg 19 Jnni. De honderdduizend en de vijftigduizend der Staatsloterij zjjn er ditmaal zeer lang inge- bloven. Dat heeft heel wat beweging teweeggebracht op den Dam te Amsterdamer is daar gedobbeld, betrekkelijk even erg en even hartstochtelijk als op de beurs op het Damrak. Vijfentwintig en vjjftig gulden werden go- boden voor een twintigje. Eigenaardig als w|j dit alles zoo oens nagaan. Kleine loterjjtjea met Sint Nicolaas, en der gelijke gelegenheden, efi'ectenloteryon worden door de wet belet, en dit alles blyft rustig doorgaan. Allerlei middelen worden bovendien aange wend om de loterjj wet te ontduiken. Men had vrjj wat beter en practischer ge handeld door zulk een wet achterwege te laten Het practischo nut ervan is zeer, zeer twijfel achtig en het ergste op dit gebied, waarop wjj hiervoren wezen, bereikt men toch niet. Door de Tweede Kamer is Donderdag aan genomen een wetsontwerp tot wijziging der portverlaging voor brieven, drukwerken en nieuwsbladen. Onder «nieuwsbladen" worden verstaan gedrukte stukken, minstenB eenmaal per maand verschijnende als courant of tijd schrift. Wordt dit wet, wat zeker het geval zjjn zul, dan wordt voor het vervolg gevorderd voor bestelling in een bepaalden kring een porto van 3 cent voor brieven van 20 gram en een van 5 cent voor brieven van 20 tot 200 gram en l'/j cent voor briefkaarten. Voor gedrukte stukken wordt het port be paald voor een gewicht tot 500 gram op 1 cent per 50 gram ot gedeelte daarvan, en voor nieuwsbladen met of zonder bijvoegsels per nnmmer voor een gewicht van niet meer dan 55 gram op l/s cent en boven 55 tot 150 gram op 1 cent. Een e e r 1 ij k woord noemt De Standaard do rede van mr W. H. de Beaufort; en wat zjjne redactie verder daarover schrijft, komt ons zoo juist voor dat wjj dit geheel overnemen: »Op de Bondsvergadering dor Vrjj-Liberalen heeft de heer De Beaufort een rede uitge sproken, waaraan de verdienste van een eerljjk woord te zjjn geweest, niet mag worden ont zegd. Het was volstrekt niet, geljjk do N. Cour. het wil doen voorkomen, een rede van hoogen, nobolen toori, waarin Ijjnen voor do toekomst werden uitgestippeld. Veeleer bestond de in houd uit zwierig geformuleerde gemeenplaatsen. Voeg bp elkaar het Festina lente, het qui trop embrasse mal étreint, het medio tutissime ibis, met het Engebche very moderate, Sir en met de noodige phraseologio aangekleed, hebt ge de rode voor u. Er zaten geon ljjnen in, maar 't was een wegdoezelen van lynen. Van een program geen sprake. Dan alleen inzoover als de Btrekking was, om de sociale quaestie in een nachttrein achterop te laten komen. Maar wel zat hierin verdienste, dat de heer De Beaufort den moed had, om een Bond die conservatief zjjn wil, dan ook als conservatie/ aan te dienen, en inzooverre kan in die rede het uitgangspunt liggen voor een combinatie, die weer do oud-bruine conservatieve vlag in top hjjscht. Neemt men hiertegenover waar, dat de Unic- Hberaien, in hun orgaan De Vaderlander, juist omgekeerd, aan de Vry-liberalen den rug be gonnen toe to draaien, en lonkjes aan de Vrjjzinnig-Demoeraten gaven, dan is hiermee de mogelijkheid gegeven, dat de Unieliberalen in deze aankondiging het bericht gaven van hun eigon overljjden als Unie. Steeds was deze Unie eon amphibie. Er schoolden in saam niet woinigen, die eigonljjk by de Vry-Liberalen hooren, en anderen die eigenlyk principieel met de Vrjjzinnig-Demo craten accoord gaan. Het zou dan ook zuivering van den toestand geven, zoo deze amphibie zich zelve in tweeën kapte, en zoo de heeren rechts naar de Vry- Liberalen en links naar de Vryzinnig-Demo- eraten uiteengingen. Toch rekene men hier nog niet te va9top. Er zit naar beide kanton oud zeer, en niet minder schrynt het naar beide kanten van persoonljjke concurrentie. Maar het eerljjke woord dat de Vry-Libe ralen zich als conservatieven van de gewone soort moeten ontpoppen, dat hebben ze nu dan ten minste." Wy beamen ten volle wat De Standaard schrytt over De Beaufort's rede. Wettelijke regeling der Winkelsluiting. Reeds otteljjke jaren wordt in ons land aan gedrongen op eene regeling van hot slui tingsuur van winkels en de daarby behoorende kandoren en magazjjnen. Men gaat by dien aandrang uit van de overtuiging dat de zoo dringend noodige ver korting van den arbeidsduur in het winkel bedrijf niet afdoende te bereiken is enkel door wettelyke beperking van de arbeidstyden van het personeel. Toen dan ook in hot ontwerp-arbeidswet 1904 word voorgesteld den arbeidstyd vnn in een winkel werkzame jongens, meisjes en vrouwen te bepalen op 11 uren per dag en by dat zelfde wetsontwerp aan de gemeenteraden de bevoegdheid werd gegeven om den ar beidsduur van volwassen mannelijke winkelbe dienden al dan niet te regelen on te beperken, werd in het voorloopig Verslag terecht de op merking gemaakt, dat het voor eene behoorlijke regeling van deze materie niet voldoende is den arbeidsduur van het personeel te beper ken. «De uitdrukkelijke bepaling, dat na een zeker uur de winkels zullen moeten zjjn ge sloten, kan (zoo luidt het in het voorloopig Verslag) niet worden gemist". Een regeling en beperking van den arbeids duur der winkelbedienden alleen zon namelyk de winkeliers zei ven geheel onbeschermd laten on het is maar al te duidelijk, dat in dezen de patroons bescherming al evenzeer noodig hebben als de bedienden. Inderdaad is de arbeidstyd in het winkel bedrijf zelfs in normale omstandigheden zeer lang. Regel is dat de winkel des morgens te 8 of 9 uren wordt geopend en dat vóór 10uur des avonds over sluiten niot wordt gedacht. Des Zaterdagsavonds en in drukke tjjden val, het sluitingsuur doorgaans heel wat later. Onder dezen langen arbeidsdag nu ljjden niet alleen de bedienden maar in het algemeen evenzeer de patroons. Het spreekt van zelf, dat winkeliers, die zonder bedienden werken, den geheelen dag aan hunne zaken gebonden zjjn, maar ook voor de winkeliers die mot een min of meer uitgebreid personeel werken, eindigt de arbeidsdag, wil len zjj hunne zaken goed behartigen, zeker niet voordat de tyd van sluiting daar is. Nu is het een verblydend verschijnsel dat uit de kringen der belanghebbenden zelf tegen deze toestandon verzot is gekomen. Zoowel patroons als bedienden hebben zich afgevraagd of hot dan bepaald noodzakelijk is do winkels zoolang open te houden en daarmede zich zelvon een arbeidsdag to bezorgen, die schade toebrengt aan hunne gozondheid, hun de gele genheid beneemt zich te ontspannen en te ontwikkelen en voor hot gezinsleven nauwe lijks tyd laat. En deze ontevredenheid met den bosbranden toestand heeft aanleiding gegovon tot verschil- londo pogingen om door middel van onderling overleg te komen tot oen vroegere sluiting der winkels. Dezo pogingen hebben echter ten slotte geen van alle eouig resultaat opge leverd. Een enkele onwillige bleek stoods weer in Btaat om de goede zaak dor bjj ondor- linge afspraak vervroegde sluiting der winkels te doen vervallen, en steeds bleken er enkelo winkeliers te zyn, die in het later openhouden van hunne winkels een voordooitje zagen, dat zy niot wenschton prys te geven, vooral niet, wanneer hunne concurrenten zoo goed waren om eerder dan zy te gaan sluiten. Zoo kon hier een uiterst kleino minderheid telkenB weer een bewoging doen verlooponi waarvan hot nut voor ieder der betrokkenen toch duidoljjk moest zyn. En hot is dan ook niot te verwonderen, dat na hot mislukken dezer pogingen do overtuigdo voorstanders van vervroegde winkelsluiting enkel heil gingen zion in wettolyko regeling. Die wettelyke regeling kan men zich denken in verschillenden vorm. Wegens het verschil in plaatselijke toostan- den ligt het voor da hand, dat de wetgovcr in deze materie steed b geneigd zal zyn om bjj de regeling daarvan aan de plaatsolyke besturen de noodige vrjjheid van beweging te laten. Maar nu doet zich ten onzent, waar de wet gever zich de zaak nog niet heeft aangetrok ken, de vraag voor of do gemeentebesturen bevoegd zyn zelfstandig eene verordening op do vervroegde winkelsluiting in het leven te roepen. Laat ons bier echter dadolyk byvoogen, dat zulk eene gameentelyke verordening, hoe wen- scheljjk ook op zich zelve, zonder beperking van den arbeidsduur van bot winkelpersoneel, welke alleen door den wetgever kan gegovet worden, ons toeschynt slechts een voorloopige maatregel te kunnen zjjn. Maar afgescheiden daarvan, zou de zaak der vervroegde winkelsluiting reeds een stap nader tot hare oplossing gebracht kunnen worden, wanneer een onzer groote gemeenten, ook na de verwerping van de Amsterdamsche voor stellen, overging tot in het leven rcepon van een verordening op de vervroegde sluiting van winkels en de daarby beboorendo kantoren on magazijnen. Dat de gemeentebesturen daartoe de be voegd hebben, staat naar ons oordeel vast, maar al mocht men daaromtrent twjjfelen, do zaak is hot waard, om haar aan het oordeel der Regeering te onderwerpen. Volgt name lijk vernietiging op grond dat de gemeente raad niot bevoegd was zulk oen verordening vast te stellen, dan kan met des te meer klem by den wetgever op eene regeling voor hot geheele Rjjk aangedrongen worden. Of nu de kans groot is, dat na do Amster damsche mislukking eene andere gemeente de zaak met meer succes ter hand zal nemen, zy hier in het midden gelaten. Zulks te eer, daar wij onB in beginsel zouden wenschen aan te sluiten bjj de conclusie, aangenomen op het Nationaal Congres voor den handeldryvenden Middenstand van het jaar 1993, waarin ver langd wordt een regeling «door eene Rykswet, die de nadere regeling aan de gemeenten zal opdragen." Een dergeljjke wet bestaat reeds onder meer in Engeland en in Duitschland. In Engeland heett de wetgever de plaatselylce besturen gemachtigd om bjj verordening een sluitingsuur voor winkels vast te stellen. Van deze be voegdheid hebben slechts zeer weinig locale besturen gebruik gemaakt, tongevolgo waarvan thans wordt overwogen om die besturen daartoe de verplichting op te leggen. Iu Duitschland daarentegen werd door den wetgever vastgesteld dat de winkels in het geheele Rjjk van 9 uur 's avonds tot 5 uur 's ochtends gesloten moeten zyn, terwjjl voor do winkelbedienden behalve een middag-rusttyd ook nog een onafgebroken rust van 10 u. per etmaal is voorgeschreven. Bovendien ban de duur der winkelsluiting, waar twee derden der betrokken winkeliers ter plaatse zich doarvoor verklaren, verlengd worden van 8 uur 's avonds tot 7 uur 's morgens en van deze bevoegdheid was vjjf jaar na het tot stand komen der wettelyke regeling in 228 gemeenten in meer of minder uitgebreide mate gebruik gemaakt. De geschiodenis dor Duitsche bepalingen op do vervroegde winkelsluiting is inderdaad leorzaam j en zulks vooral voor hen, die hui verig mochten zjjn om den wetgever te doen ingrjjpen zoolang er zich nog oen betrekkelijk sterke tegenstand openbaart bjj elke poging om te komen tot oen regeling dor winkelslui ting. De Duitsche rogeling is ingeluid door een voorstel van do Rijkscommissie voor de Ar- beidorsstnti9tiok, die in 1896 aandrong op een winkelsluiting van 8 uur 's avonds tot 5 's morgens, zulks met do noodige uitzonderingen. Tegen dit voorstel kwam heftige oppositie, die zulk eon indruk op de Ryksrcgecring maakte, dat zy de zaak over den anderen boeg wierp en in 1899 kwam met een wetsontwerp, dat den arbeidstyd in wmkols wilde regelen on waarbjj do winkelsluiting was achterwege gelaten op grond dat de afkeer daartegon nog zoo stork was, dat het do voorkeur verdiende om voor do regeling dor arbeidstyden in win kels oen weg te zoeken, die minder diep in het verkcorslovon zou ingrypen en daarbjj toch don bedienden en don arbeiders do hun billjjker wjjzc toekomende rust en ontspanning zou verzekeren. Derhalve werd onkel voorge steld het voorBchrjjvon van een behoorlijke middagpauze, en oon onafgebroken rust van minstens 10 uren na afloop van don dngeljjk- achon arbeidstyd. Verrassend genoog bracht do Ryksdag zelf daarop de ncgenunr sluiting in do wet en zoo t ad dan op 1 October 1900 de bepaling in working, dat in gohecl Duitschland do winkels om 9 uren s avonds moeten gesloten zyni Natuurljjk dat do oppositie niet naliet som bere tafereelen op te hangen van de vermoe delijke werking dor wet. Benadeeling van duizenden, aanranding vnn do vrijheid van arbeid, onnoodige voogd jj enz. waren de termer, waar in oen deel der pers stemming maakte tegen de zoo juist aangenomen bepalingen. Maar reeds het volgende jaar kon de staats secretaris, Von Po9adowsky, in den Ryksdag verklaren, dat de geweldige agitatie tegen de negen uur sluiting op niets was uitgeloopen, en een jaar later werd in de Soziale Praxis geconstateerd, dat alle betrokkenen zich ver rassen) snel in de nieuwe regeling hadden geschikt, dat het publiek er zich aan had ge wend zyue inkoopeu vroeger te doen en dal patroons en bedienden met geljjko tevreden heid genoten van den verlengden tyd van rust. Waar zoo de zaken staan, behoeft, naar wy meenen, de Nederlandsche wetgever niet al te angstvallig te zyn. Met een enkel verleenen van de bevoegd heid tot regeling der zaak aan de gemeente besturen komen wy er niet. Zoo niet op het voorbeeld van Duitschland bjj de wet zelve een sluitingsuur wordt vast gesteld, waartegen toch inderdaad mceiljjk eenig bezwaar is in te brengen, zal in ieder geval aan de gemeentebesturen de plicht moeten worden opgelegd de vervroegde winkelsluiting binnon zekere grenzen te regelen. Do wetge ver zelve zou in ieder geval aan het personeel behoorljjke rusttyden moeten verzekeren. In het belang van al de bjj het winkelbedryl betrokken arbeiders en patroons is het te hopen, dat de Nederlandsche wetgever dezen niet om- vaugryken arbeid spoedig ter hand zal kunnen nemen. V. D. Zitting van Donderdag. Er is heden in de Kamer een nuttig werk verricht door de aanneming van een belang rijk wetje, al waren daarby de beginselen van Thorbecke noch die van Groen van Prinsterer iu het spel en liep de grondwet geen gevaar ontwricht te zullen worden. Wy bedoelen het post wetje, dat na eene korte discus Bie werd goedgekeurd. Voor de professionneelo groot-redenaars in onze volksvertegenwoordiging was aan dit wetsontwerp geen eer te behalen het groote publiek daarentegen zal bjj de invoering er van zeer gebaat zyn. Menigeen zal het aan genaam zyn, dat oen brief, voor enkel port, alsdan 5 gram meer mag wegen dan vroeger wat zeker ook strafporto's zal voorkomen, vooral den eersten tyd als men nog aan het oude maximum gewend is. De prys van stadbriefkaarten wordt tot 1 cent verlaagd, wat ongetwijfeld de algemeene schryflust nog zal bevorderen. Ook de bladen speciaal de kleine pers winnen er by. Waar vroeger voor iedere 40 eram '/i cent betaald moest worden, zal dit nu eerBt bjj 55 gram het geval zyn. liet geheele posttarief is gewyzigd in dion zin, dat voor moer gewicht thans minder zal behoeven te worden betaald. Toch werd dit nuttige wetje niet geheel zonder discussie aangenomen. De heer Van Nispen tot Sovenaer (Rheden), die bjj deze gelegenheid zyn maidenspeech hiold, wilde voorkomen, dat de Zondagbladen, als bjjvoogsel, van het gunstige tarief zonden worden uitgesloten; daarom stelde bjj voor uit het regeerings-artikel den eisch van ovor- eonstemming «ook in aard" tusschen hoofd-en bjjblad te doen vervallen. Een zoor rationeel voorstelhoofd- en bjjblad behoeven nog niot van «donzelfden aard" te zjjn, om toch een dool dor courant uit te maken. Dc hoer Helsdingen wenschte als bjjblad ook aangemerkt te zienZondagsbladen, die afzonderlijk vorkrjjgbaar zjjn, zooals b. v. De Notenkraker, hetgeen de wet niet toelaat. Beide heeren hadden van hun voorstel een amendement gemaakt. De Minister kon er zich echter niet mede vereenigen. Mot dat van den heer Van Nis pen niet, omdat er toch een bepaalde grens gesteld moot wordenmet dat van den heer Helsdingen evenmin, daar het aanleiding tot allerlei misbruikon zou geven. Sterk was 's Ministers botoog hier niet. Toon dan ook de heer Druckor eveneens op cone ruime opvatting van hot begrip «hoofd en bjjblad" had aangedrongen, kon de heer Van Nispon tot zyn voldoening zien, dat de lvamor zonder stemming zyn amendomont aannam. Het amendement-IIehdingon werd met 52 tegen 13 stemmen verworpen. Een voorstol van den heer Van NiBpcn om het maximum gowicht van 55 tot 60 gram te bepalon, werd, na bestryding zoowel door de heer Aalborae als door don Minister, mot ócn stem meerderheid verworpen. Het stond 34 tegon 33 stommen. Er waren heden dus niet minder dan 33 leden afwezig Op een desbetreffende vraag van den heer Aalberse, vorklaarde Z. Ex. dat het analytisch Verslag vry van port zou zyn, ook indien het als bjjvoegsel van een courant zou worden verzonden. Dit wil dus zooveel zeggen als dat de heeren Kamerleden het ernstig meenen mot do pro paganda voor hun eigen werk en dat zy met regeeringshulp scherpelyk denken te gaan concurreeren met do bestaande bladen. Er ontbreekt nog maar aan dat de heeren aan de abonnés geld toe beloven, als zjj het analytisch verslag willen lezen In de behandeling der wyziging in de mo tor- en rywielwet van 1905 - men lette even op den datum1905 bleef de Kamer hodon middag steken. By de algemeene beschouwingen klaagde de heer Van Kurnebeek over de vreoselyko atof- plang, ons door de automobielen aangedaan Dit woord «stofplaag", was het eenig ver staanbare, dat van des heeren Van Karneboek's rede t«t de perstribune doordrong. Do heer Ter Laan drong aan op de invoering van een algemeen geldend maximum snelheid, doch de heer Drucker, alsook de Minister voerden aan, dat een snelhoid-maximum nog geen waarborg oplevert tegen het al te woost rjjden van sommige automobilisten. Boter ware een verscherping van politie-toezicht en van de civiel-recbteljjko aansprakelijkheid dier woestelingen. Z.Ex. deelde mede dat bedoelde «verschor- ping" bjj Justitie «in bewerking" is. A. s. Dinsdag voortzetting van de behandeling dezer wet. Ten opzichte van een rekwestreorendon telefoon-concossionnaris te Nymegen werd, conform de conclusie der Commissie van Rap porteurs, besloten zyn oud materiaal over te nomen, als ware het nieuw. Morgenmiddag om drie uurregeling van werkzaamheden. TWEEDE KAMER. De conclusie der commissie, in wier handen zjjn gestold de inlichtingen op het adres van A. van Wjj k, barbier teVlissingen, houdende verzoek om vergoeding ingevolge art. 1 3bis der Militiewet, strekt tot dankzegging aan den Minister voor de verstrekte inlichtingen. Benoemingen enz. Bjj kon. besluit is eervol ontslag verleend aan H. C. M. Oldenkott Gueding uit zjjne betrek king van adjunct-commies by het Dop. van Financiën J. P. Halberstadt, als directeur van hit postkantoor te Schiedamen J. A. Koudys als hoofdcommies der telegraphic. Wyziging der Drankwet. De Friesche en Provinciale Groninger Bond van hotel-, café- en sooieteithouderB hebbon een adres aan de Tweede Kamer gericht waar in zy een wyziging der drankwet verzoeken in dien zin dat de vergunning, eenmaal aan een pand toegekend, daaraan blyit ver bonder, teneinde bjj verkoop van dit pand de waarde daarvan te behouden. Verder wjjzen zy er op dat vergunninghou ders zyn uitgesloten van het bokloedon van een openbaar ambt, wat zy gansch in strjjd achten met het bepaalde by art. 5 der Grond- wot. By het adres is oen uitvoerige memorie van toelichting gevoegd, Oost-Indië. De jongste mail, dt. 18 Mei, brengt bericht van oen zeer droeve ramp, waarbjj eonige honderdon inlanders verdronken, e* waarover de Javabode het volgende meldt Woensdag 13 Mei hadden zich een aantal inlanders, van Meester Cornelis afkomstig, naar Thebangboengian aan de Tji Tarnam begeven om behulpzaam te zyn by het binnenhalen van den rystoogst. 27 prauwen, voor 't meerendeel gehuurd te Tanababang, vertrokken Woensdag avond uit Tandjong Priob. Zooals gewoonlyk waren de meeste veel to vol geladen, in ver band met den eisch van behoorlyke zeewaar digheid. Volgens aan 't blad vorstrekte inlich tingen waren 8 dier vaartuigen tjjdens do bui voor anker gaan liggen en 't zyn juiBt die prauwen, welke zjjn omgeslagen of volgcloopen en gezonken. De rost bleef roeiende ol zei lende en heeft zich weten te redden. De opzichter van den waterstaat G. J. H. Koen trok er Vry dagmiddag op uit met de stoombarkas, slcepend de bakprauw. Om halt zeven 's avonds keerde bjj ter reede terug met 43 opgevischto 1 jjken twee mannen, de rest vrouwen en kinderen. Ze dreven bjj na allen langs de grcnslyn van tweo stroomingen in togcngosteldo richtingen op het kustgedeelte tusschen Foelo Kelor on Pooloe Ajor. Op de eilandjes rcquircerde de heer Koen eenige sloepen met bemanning, als hulp, wyl de barkas niet alle ondiepten kan bereiken. De

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1908 | | pagina 1