MIDDELBIIRGSCIIE COURANT.
Zaterdag
20 Juni.
Sprokkelingen.
Kameroverzicht.
N°. 144.
löl' Jaargang.
190».
Deze courant verschijnt d a g e 1 y k s, met oitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prys per kwartaal zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp. f2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Therm, alhier en tel. -weerbericht van het K. N. Met. lnstit, te Bilt.
19 Juni 8 u. vm. 62 gr., 12 u. 65 gr., av. 4 u 68 gr. Hoogste barom. stand 770 8 ie Horta,
laagste 752.0 te Malinhead. Verwachting tot don avond van 20 Juni: verund. wind, zwaar
bew. of betr. lucht, waarsch. regenb. en dezelfde temp. De regenval te Hornosand bedroeg 187 m.M.
Advertentiön20 cent per regel. Bij abonnement veel lagei. Geboorte-, dood- en
alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50elke regel meer
20 oent. Beolames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die tij innemen.
Tot de plaatsing van advortontiSn en reclames, niet afkomstig mt Zeeland, betreffende
Haadol, Nijverheid en Ueldwosen, is gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DB LA
MAB An., N.8. Voorburgwal 360, Amsterdam.
Van heden af ontvangen zij die zich
tegen 1 Juli op de Middelburgsche Courant
abonneercn, de deze maand nog verschij
nende nommers kosteloos.
DE ADMINISTRATIE.
Middellrarg 19 Jnni.
De honderdduizend en de vijftigduizend der
Staatsloterij zjjn er ditmaal zeer lang inge-
bloven.
Dat heeft heel wat beweging teweeggebracht
op den Dam te Amsterdamer is daar
gedobbeld, betrekkelijk even erg en even
hartstochtelijk als op de beurs op het Damrak.
Vijfentwintig en vjjftig gulden werden go-
boden voor een twintigje.
Eigenaardig als w|j dit alles zoo oens nagaan.
Kleine loterjjtjea met Sint Nicolaas, en der
gelijke gelegenheden, efi'ectenloteryon worden
door de wet belet, en dit alles blyft rustig
doorgaan.
Allerlei middelen worden bovendien aange
wend om de loterjj wet te ontduiken.
Men had vrjj wat beter en practischer ge
handeld door zulk een wet achterwege te laten
Het practischo nut ervan is zeer, zeer twijfel
achtig en het ergste op dit gebied, waarop
wjj hiervoren wezen, bereikt men toch niet.
Door de Tweede Kamer is Donderdag aan
genomen een wetsontwerp tot wijziging der
portverlaging voor brieven, drukwerken en
nieuwsbladen. Onder «nieuwsbladen" worden
verstaan gedrukte stukken, minstenB eenmaal
per maand verschijnende als courant of tijd
schrift.
Wordt dit wet, wat zeker het geval zjjn zul,
dan wordt voor het vervolg gevorderd voor
bestelling in een bepaalden kring een porto
van 3 cent voor brieven van 20 gram en een
van 5 cent voor brieven van 20 tot 200 gram
en l'/j cent voor briefkaarten.
Voor gedrukte stukken wordt het port be
paald voor een gewicht tot 500 gram op 1 cent
per 50 gram ot gedeelte daarvan, en voor
nieuwsbladen met of zonder bijvoegsels per
nnmmer voor een gewicht van niet meer dan
55 gram op l/s cent en boven 55 tot 150 gram
op 1 cent.
Een e e r 1 ij k woord noemt De Standaard
do rede van mr W. H. de Beaufort;
en wat zjjne redactie verder daarover schrijft,
komt ons zoo juist voor dat wjj dit geheel
overnemen:
»Op de Bondsvergadering dor Vrjj-Liberalen
heeft de heer De Beaufort een rede uitge
sproken, waaraan de verdienste van een eerljjk
woord te zjjn geweest, niet mag worden ont
zegd.
Het was volstrekt niet, geljjk do N. Cour.
het wil doen voorkomen, een rede van hoogen,
nobolen toori, waarin Ijjnen voor do toekomst
werden uitgestippeld. Veeleer bestond de in
houd uit zwierig geformuleerde gemeenplaatsen.
Voeg bp elkaar het Festina lente, het qui trop
embrasse mal étreint, het medio tutissime ibis,
met het Engebche very moderate, Sir en met
de noodige phraseologio aangekleed, hebt ge
de rode voor u. Er zaten geon ljjnen in,
maar 't was een wegdoezelen van lynen. Van
een program geen sprake. Dan alleen inzoover
als de Btrekking was, om de sociale quaestie
in een nachttrein achterop te laten komen.
Maar wel zat hierin verdienste, dat de heer
De Beaufort den moed had, om een Bond die
conservatief zjjn wil, dan ook als conservatie/
aan te dienen, en inzooverre kan in die rede
het uitgangspunt liggen voor een combinatie,
die weer do oud-bruine conservatieve vlag in
top hjjscht.
Neemt men hiertegenover waar, dat de Unic-
Hberaien, in hun orgaan De Vaderlander, juist
omgekeerd, aan de Vry-liberalen den rug be
gonnen toe to draaien, en lonkjes aan de
Vrjjzinnig-Demoeraten gaven, dan is hiermee
de mogelijkheid gegeven, dat de Unieliberalen
in deze aankondiging het bericht gaven van
hun eigon overljjden als Unie.
Steeds was deze Unie eon amphibie. Er
schoolden in saam niet woinigen, die eigonljjk
by de Vry-Liberalen hooren, en anderen die
eigenlyk principieel met de Vrjjzinnig-Demo
craten accoord gaan.
Het zou dan ook zuivering van den toestand
geven, zoo deze amphibie zich zelve in tweeën
kapte, en zoo de heeren rechts naar de Vry-
Liberalen en links naar de Vryzinnig-Demo-
eraten uiteengingen.
Toch rekene men hier nog niet te va9top.
Er zit naar beide kanton oud zeer, en niet
minder schrynt het naar beide kanten van
persoonljjke concurrentie.
Maar het eerljjke woord dat de Vry-Libe
ralen zich als conservatieven van de gewone
soort moeten ontpoppen, dat hebben ze nu
dan ten minste."
Wy beamen ten volle wat De Standaard
schrytt over De Beaufort's rede.
Wettelijke regeling der
Winkelsluiting.
Reeds otteljjke jaren wordt in ons land aan
gedrongen op eene regeling van hot slui
tingsuur van winkels en de daarby behoorende
kandoren en magazjjnen.
Men gaat by dien aandrang uit van de
overtuiging dat de zoo dringend noodige ver
korting van den arbeidsduur in het winkel
bedrijf niet afdoende te bereiken is enkel door
wettelyke beperking van de arbeidstyden van
het personeel.
Toen dan ook in hot ontwerp-arbeidswet
1904 word voorgesteld den arbeidstyd vnn in
een winkel werkzame jongens, meisjes en
vrouwen te bepalen op 11 uren per dag en by
dat zelfde wetsontwerp aan de gemeenteraden
de bevoegdheid werd gegeven om den ar
beidsduur van volwassen mannelijke winkelbe
dienden al dan niet te regelen on te beperken,
werd in het voorloopig Verslag terecht de op
merking gemaakt, dat het voor eene behoorlijke
regeling van deze materie niet voldoende is
den arbeidsduur van het personeel te beper
ken. «De uitdrukkelijke bepaling, dat na een
zeker uur de winkels zullen moeten zjjn ge
sloten, kan (zoo luidt het in het voorloopig
Verslag) niet worden gemist".
Een regeling en beperking van den arbeids
duur der winkelbedienden alleen zon namelyk
de winkeliers zei ven geheel onbeschermd laten
on het is maar al te duidelijk, dat in dezen
de patroons bescherming al evenzeer noodig
hebben als de bedienden.
Inderdaad is de arbeidstyd in het winkel
bedrijf zelfs in normale omstandigheden zeer
lang. Regel is dat de winkel des morgens te
8 of 9 uren wordt geopend en dat vóór 10uur
des avonds over sluiten niot wordt gedacht.
Des Zaterdagsavonds en in drukke tjjden val,
het sluitingsuur doorgaans heel wat later.
Onder dezen langen arbeidsdag nu ljjden niet
alleen de bedienden maar in het algemeen
evenzeer de patroons.
Het spreekt van zelf, dat winkeliers, die
zonder bedienden werken, den geheelen dag
aan hunne zaken gebonden zjjn, maar ook voor
de winkeliers die mot een min of meer uitgebreid
personeel werken, eindigt de arbeidsdag, wil
len zjj hunne zaken goed behartigen, zeker niet
voordat de tyd van sluiting daar is.
Nu is het een verblydend verschijnsel dat
uit de kringen der belanghebbenden zelf tegen
deze toestandon verzot is gekomen. Zoowel
patroons als bedienden hebben zich afgevraagd
of hot dan bepaald noodzakelijk is do winkels
zoolang open te houden en daarmede zich
zelvon een arbeidsdag to bezorgen, die schade
toebrengt aan hunne gozondheid, hun de gele
genheid beneemt zich te ontspannen en te
ontwikkelen en voor hot gezinsleven nauwe
lijks tyd laat.
En deze ontevredenheid met den bosbranden
toestand heeft aanleiding gegovon tot verschil-
londo pogingen om door middel van onderling
overleg te komen tot oen vroegere sluiting
der winkels. Dezo pogingen hebben echter
ten slotte geen van alle eouig resultaat opge
leverd. Een enkele onwillige bleek stoods
weer in Btaat om de goede zaak dor bjj ondor-
linge afspraak vervroegde sluiting der winkels
te doen vervallen, en steeds bleken er enkelo
winkeliers te zyn, die in het later openhouden
van hunne winkels een voordooitje zagen, dat
zy niot wenschton prys te geven, vooral niet,
wanneer hunne concurrenten zoo goed waren
om eerder dan zy te gaan sluiten.
Zoo kon hier een uiterst kleino minderheid
telkenB weer een bewoging doen verlooponi
waarvan hot nut voor ieder der betrokkenen
toch duidoljjk moest zyn.
En hot is dan ook niot te verwonderen, dat
na hot mislukken dezer pogingen do overtuigdo
voorstanders van vervroegde winkelsluiting
enkel heil gingen zion in wettolyko regeling.
Die wettelyke regeling kan men zich denken
in verschillenden vorm.
Wegens het verschil in plaatselijke toostan-
den ligt het voor da hand, dat de wetgovcr in
deze materie steed b geneigd zal zyn om bjj de
regeling daarvan aan de plaatsolyke besturen
de noodige vrjjheid van beweging te laten.
Maar nu doet zich ten onzent, waar de wet
gever zich de zaak nog niet heeft aangetrok
ken, de vraag voor of do gemeentebesturen
bevoegd zyn zelfstandig eene verordening op
do vervroegde winkelsluiting in het leven te
roepen.
Laat ons bier echter dadolyk byvoogen, dat
zulk eene gameentelyke verordening, hoe wen-
scheljjk ook op zich zelve, zonder beperking
van den arbeidsduur van bot winkelpersoneel,
welke alleen door den wetgever kan gegovet
worden, ons toeschynt slechts een voorloopige
maatregel te kunnen zjjn.
Maar afgescheiden daarvan, zou de zaak der
vervroegde winkelsluiting reeds een stap nader
tot hare oplossing gebracht kunnen worden,
wanneer een onzer groote gemeenten, ook na
de verwerping van de Amsterdamsche voor
stellen, overging tot in het leven rcepon van
een verordening op de vervroegde sluiting van
winkels en de daarby beboorendo kantoren on
magazijnen.
Dat de gemeentebesturen daartoe de be
voegd hebben, staat naar ons oordeel vast,
maar al mocht men daaromtrent twjjfelen, do
zaak is hot waard, om haar aan het oordeel
der Regeering te onderwerpen. Volgt name
lijk vernietiging op grond dat de gemeente
raad niot bevoegd was zulk oen verordening
vast te stellen, dan kan met des te meer klem
by den wetgever op eene regeling voor hot
geheele Rjjk aangedrongen worden.
Of nu de kans groot is, dat na do Amster
damsche mislukking eene andere gemeente de
zaak met meer succes ter hand zal nemen, zy
hier in het midden gelaten. Zulks te eer, daar
wij onB in beginsel zouden wenschen aan te
sluiten bjj de conclusie, aangenomen op het
Nationaal Congres voor den handeldryvenden
Middenstand van het jaar 1993, waarin ver
langd wordt een regeling «door eene Rykswet,
die de nadere regeling aan de gemeenten zal
opdragen."
Een dergeljjke wet bestaat reeds onder meer
in Engeland en in Duitschland. In Engeland
heett de wetgever de plaatselylce besturen
gemachtigd om bjj verordening een sluitingsuur
voor winkels vast te stellen. Van deze be
voegdheid hebben slechts zeer weinig locale
besturen gebruik gemaakt, tongevolgo waarvan
thans wordt overwogen om die besturen daartoe
de verplichting op te leggen.
Iu Duitschland daarentegen werd door den
wetgever vastgesteld dat de winkels in het
geheele Rjjk van 9 uur 's avonds tot 5 uur
's ochtends gesloten moeten zyn, terwjjl voor
do winkelbedienden behalve een middag-rusttyd
ook nog een onafgebroken rust van 10 u. per
etmaal is voorgeschreven. Bovendien ban de
duur der winkelsluiting, waar twee derden der
betrokken winkeliers ter plaatse zich doarvoor
verklaren, verlengd worden van 8 uur 's avonds
tot 7 uur 's morgens en van deze bevoegdheid
was vjjf jaar na het tot stand komen der
wettelyke regeling in 228 gemeenten in meer
of minder uitgebreide mate gebruik gemaakt.
De geschiodenis dor Duitsche bepalingen op
do vervroegde winkelsluiting is inderdaad
leorzaam j en zulks vooral voor hen, die hui
verig mochten zjjn om den wetgever te doen
ingrjjpen zoolang er zich nog oen betrekkelijk
sterke tegenstand openbaart bjj elke poging
om te komen tot oen regeling dor winkelslui
ting.
De Duitsche rogeling is ingeluid door een
voorstel van do Rijkscommissie voor de Ar-
beidorsstnti9tiok, die in 1896 aandrong op een
winkelsluiting van 8 uur 's avonds tot 5 's
morgens, zulks met do noodige uitzonderingen.
Tegen dit voorstel kwam heftige oppositie,
die zulk eon indruk op de Ryksrcgecring
maakte, dat zy de zaak over den anderen boeg
wierp en in 1899 kwam met een wetsontwerp,
dat den arbeidstyd in wmkols wilde regelen
on waarbjj do winkelsluiting was achterwege
gelaten op grond dat de afkeer daartegon nog
zoo stork was, dat het do voorkeur verdiende
om voor do regeling dor arbeidstyden in win
kels oen weg te zoeken, die minder diep in
het verkcorslovon zou ingrypen en daarbjj
toch don bedienden en don arbeiders do hun
billjjker wjjzc toekomende rust en ontspanning
zou verzekeren. Derhalve werd onkel voorge
steld het voorBchrjjvon van een behoorlijke
middagpauze, en oon onafgebroken rust van
minstens 10 uren na afloop van don dngeljjk-
achon arbeidstyd.
Verrassend genoog bracht do Ryksdag zelf
daarop de ncgenunr sluiting in do wet en zoo
t ad dan op 1 October 1900 de bepaling in
working, dat in gohecl Duitschland do winkels
om 9 uren s avonds moeten gesloten zyni
Natuurljjk dat do oppositie niet naliet som
bere tafereelen op te hangen van de vermoe
delijke werking dor wet. Benadeeling van
duizenden, aanranding vnn do vrijheid van
arbeid, onnoodige voogd jj enz. waren de termer,
waar in oen deel der pers stemming maakte
tegen de zoo juist aangenomen bepalingen.
Maar reeds het volgende jaar kon de staats
secretaris, Von Po9adowsky, in den Ryksdag
verklaren, dat de geweldige agitatie tegen de
negen uur sluiting op niets was uitgeloopen,
en een jaar later werd in de Soziale Praxis
geconstateerd, dat alle betrokkenen zich ver
rassen) snel in de nieuwe regeling hadden
geschikt, dat het publiek er zich aan had ge
wend zyue inkoopeu vroeger te doen en dal
patroons en bedienden met geljjko tevreden
heid genoten van den verlengden tyd van rust.
Waar zoo de zaken staan, behoeft, naar wy
meenen, de Nederlandsche wetgever niet al
te angstvallig te zyn.
Met een enkel verleenen van de bevoegd
heid tot regeling der zaak aan de gemeente
besturen komen wy er niet.
Zoo niet op het voorbeeld van Duitschland
bjj de wet zelve een sluitingsuur wordt vast
gesteld, waartegen toch inderdaad mceiljjk
eenig bezwaar is in te brengen, zal in ieder
geval aan de gemeentebesturen de plicht moeten
worden opgelegd de vervroegde winkelsluiting
binnon zekere grenzen te regelen. Do wetge
ver zelve zou in ieder geval aan het personeel
behoorljjke rusttyden moeten verzekeren.
In het belang van al de bjj het winkelbedryl
betrokken arbeiders en patroons is het te hopen,
dat de Nederlandsche wetgever dezen niet om-
vaugryken arbeid spoedig ter hand zal kunnen
nemen. V. D.
Zitting van Donderdag.
Er is heden in de Kamer een nuttig werk
verricht door de aanneming van een belang
rijk wetje, al waren daarby de beginselen van
Thorbecke noch die van Groen van Prinsterer
iu het spel en liep de grondwet geen gevaar
ontwricht te zullen worden. Wy bedoelen het
post wetje, dat na eene korte discus Bie werd
goedgekeurd.
Voor de professionneelo groot-redenaars in
onze volksvertegenwoordiging was aan dit
wetsontwerp geen eer te behalen het groote
publiek daarentegen zal bjj de invoering er
van zeer gebaat zyn. Menigeen zal het aan
genaam zyn, dat oen brief, voor enkel port,
alsdan 5 gram meer mag wegen dan vroeger
wat zeker ook strafporto's zal voorkomen,
vooral den eersten tyd als men nog aan het
oude maximum gewend is.
De prys van stadbriefkaarten wordt tot 1
cent verlaagd, wat ongetwijfeld de algemeene
schryflust nog zal bevorderen.
Ook de bladen speciaal de kleine pers
winnen er by. Waar vroeger voor iedere 40
eram '/i cent betaald moest worden, zal dit
nu eerBt bjj 55 gram het geval zyn.
liet geheele posttarief is gewyzigd in dion
zin, dat voor moer gewicht thans minder zal
behoeven te worden betaald.
Toch werd dit nuttige wetje niet geheel
zonder discussie aangenomen.
De heer Van Nispen tot Sovenaer (Rheden),
die bjj deze gelegenheid zyn maidenspeech
hiold, wilde voorkomen, dat de Zondagbladen,
als bjjvoogsel, van het gunstige tarief zonden
worden uitgesloten; daarom stelde bjj voor
uit het regeerings-artikel den eisch van ovor-
eonstemming «ook in aard" tusschen hoofd-en
bjjblad te doen vervallen. Een zoor rationeel
voorstelhoofd- en bjjblad behoeven nog niot
van «donzelfden aard" te zjjn, om toch een
dool dor courant uit te maken.
Dc hoer Helsdingen wenschte als bjjblad
ook aangemerkt te zienZondagsbladen, die
afzonderlijk vorkrjjgbaar zjjn, zooals b. v. De
Notenkraker, hetgeen de wet niet toelaat.
Beide heeren hadden van hun voorstel een
amendement gemaakt.
De Minister kon er zich echter niet mede
vereenigen. Mot dat van den heer Van Nis
pen niet, omdat er toch een bepaalde grens
gesteld moot wordenmet dat van den heer
Helsdingen evenmin, daar het aanleiding tot
allerlei misbruikon zou geven. Sterk was
's Ministers botoog hier niet.
Toon dan ook de heer Druckor eveneens op
cone ruime opvatting van hot begrip «hoofd
en bjjblad" had aangedrongen, kon de heer
Van Nispon tot zyn voldoening zien, dat de
lvamor zonder stemming zyn amendomont
aannam. Het amendement-IIehdingon werd
met 52 tegen 13 stemmen verworpen.
Een voorstol van den heer Van NiBpcn om
het maximum gowicht van 55 tot 60 gram te
bepalon, werd, na bestryding zoowel door de
heer Aalborae als door don Minister, mot ócn
stem meerderheid verworpen. Het stond 34
tegon 33 stommen.
Er waren heden dus niet minder dan 33 leden
afwezig
Op een desbetreffende vraag van den heer
Aalberse, vorklaarde Z. Ex. dat het analytisch
Verslag vry van port zou zyn, ook indien het
als bjjvoegsel van een courant zou worden
verzonden.
Dit wil dus zooveel zeggen als dat de heeren
Kamerleden het ernstig meenen mot do pro
paganda voor hun eigen werk en dat zy met
regeeringshulp scherpelyk denken te gaan
concurreeren met do bestaande bladen.
Er ontbreekt nog maar aan dat de heeren
aan de abonnés geld toe beloven, als zjj het
analytisch verslag willen lezen
In de behandeling der wyziging in de mo
tor- en rywielwet van 1905 - men lette even
op den datum1905 bleef de Kamer hodon
middag steken.
By de algemeene beschouwingen klaagde de
heer Van Kurnebeek over de vreoselyko atof-
plang, ons door de automobielen aangedaan
Dit woord «stofplaag", was het eenig ver
staanbare, dat van des heeren Van Karneboek's
rede t«t de perstribune doordrong.
Do heer Ter Laan drong aan op de invoering
van een algemeen geldend maximum snelheid,
doch de heer Drucker, alsook de Minister
voerden aan, dat een snelhoid-maximum nog
geen waarborg oplevert tegen het al te woost
rjjden van sommige automobilisten. Boter ware
een verscherping van politie-toezicht en van
de civiel-recbteljjko aansprakelijkheid dier
woestelingen.
Z.Ex. deelde mede dat bedoelde «verschor-
ping" bjj Justitie «in bewerking" is.
A. s. Dinsdag voortzetting van de behandeling
dezer wet.
Ten opzichte van een rekwestreorendon
telefoon-concossionnaris te Nymegen werd,
conform de conclusie der Commissie van Rap
porteurs, besloten zyn oud materiaal over te
nomen, als ware het nieuw.
Morgenmiddag om drie uurregeling van
werkzaamheden.
TWEEDE KAMER.
De conclusie der commissie, in wier handen
zjjn gestold de inlichtingen op het adres van
A. van Wjj k, barbier teVlissingen, houdende
verzoek om vergoeding ingevolge art. 1 3bis
der Militiewet, strekt tot dankzegging aan den
Minister voor de verstrekte inlichtingen.
Benoemingen enz.
Bjj kon. besluit is eervol ontslag verleend aan
H. C. M. Oldenkott Gueding uit zjjne betrek
king van adjunct-commies by het Dop. van
Financiën
J. P. Halberstadt, als directeur van hit
postkantoor te Schiedamen J. A. Koudys
als hoofdcommies der telegraphic.
Wyziging der Drankwet.
De Friesche en Provinciale Groninger Bond
van hotel-, café- en sooieteithouderB hebbon
een adres aan de Tweede Kamer gericht waar
in zy een wyziging der drankwet verzoeken
in dien zin dat de vergunning, eenmaal aan
een pand toegekend, daaraan blyit ver bonder,
teneinde bjj verkoop van dit pand de waarde
daarvan te behouden.
Verder wjjzen zy er op dat vergunninghou
ders zyn uitgesloten van het bokloedon van
een openbaar ambt, wat zy gansch in strjjd
achten met het bepaalde by art. 5 der Grond-
wot.
By het adres is oen uitvoerige memorie van
toelichting gevoegd,
Oost-Indië.
De jongste mail, dt. 18 Mei, brengt bericht
van oen zeer droeve ramp, waarbjj
eonige honderdon inlanders verdronken, e*
waarover de Javabode het volgende meldt
Woensdag 13 Mei hadden zich een aantal
inlanders, van Meester Cornelis afkomstig, naar
Thebangboengian aan de Tji Tarnam begeven
om behulpzaam te zyn by het binnenhalen van
den rystoogst. 27 prauwen, voor 't meerendeel
gehuurd te Tanababang, vertrokken Woensdag
avond uit Tandjong Priob. Zooals gewoonlyk
waren de meeste veel to vol geladen, in ver
band met den eisch van behoorlyke zeewaar
digheid. Volgens aan 't blad vorstrekte inlich
tingen waren 8 dier vaartuigen tjjdens do bui
voor anker gaan liggen en 't zyn juiBt die
prauwen, welke zjjn omgeslagen of volgcloopen
en gezonken. De rost bleef roeiende ol zei
lende en heeft zich weten te redden.
De opzichter van den waterstaat G. J. H.
Koen trok er Vry dagmiddag op uit met de
stoombarkas, slcepend de bakprauw. Om halt
zeven 's avonds keerde bjj ter reede terug met
43 opgevischto 1 jjken twee mannen, de rest
vrouwen en kinderen. Ze dreven bjj na allen
langs de grcnslyn van tweo stroomingen in
togcngosteldo richtingen op het kustgedeelte
tusschen Foelo Kelor on Pooloe Ajor. Op de
eilandjes rcquircerde de heer Koen eenige
sloepen met bemanning, als hulp, wyl de
barkas niet alle ondiepten kan bereiken. De