TWEEDE BLAD MIDDELBURGSCHË COURANT. Maandag 25 Mei. Middelburg 23 Mei. *£andboud)kromek. FEUILLETON. F O M F O M. N» 123 ÏSI" Jaargang. VAN D IS 1908. van onzen vasten medewerker. liet vlas en xyne bewerking. Het vlas {linum usitatissimum) kan geteeld worden op allerlei soort van grond, to zware kloi en te dor zand alleen uitgozondord lichte klei en goede zalvolgrond leveren het boste product. Het vlaB, op lichtere gronden geloeid, is doorgaans lijn on zijdeachtig, maar kort is het bjj uiizondoring lang, dun is het rnindor sterk op zwaardere gronden wordt hot langer, maar ie daarentegen ook grovor. Men heeft verschillende soorten van vlas; in de oersto plaats spreken wjj van w i n- t e r- en z o m er v 1 a shet eerste wordt in eanige gewesten van Oostenrijk verbouwd in ons land komt alleen zomervlas voor, dat naar de bloemen wederom verdeeld wordt in blauw- en w i t b l o e in. Van de laatste soort is de bast gewoonlijk fijn, maar de zaad opbrengst grooter. Bp hot vlas, dat in onze provincie en in België geteeld wordt, big ft do zaaddoos, wan neer het zaad rjjp geworden is, geslotenbjj een soort vlas, die in Wurtembnrg wordt verbouwd, het openspringend vla {linum crepitant), springt de zaaddoos by rijp wording open. Ook is er nog eene soort van overblijvend vlas linum per enne), dat men in de zuideljjko landen van Europa aantreft. In 't algemeen kan men zeggen, dat vlas een gematigd, vochtig klimaat eiachtbjj te lang durige droogte big ft het veelal te kort veel regen, gepaard met warmto, geeft aan leiding tot legeren. Het vlas heeft verscheidene vjjandon. Als een der ergste noemen wjj de aurdvlooion, vele deelen van Zeeland bekend onder den naam van springers, die voorul by aanhoudend schraal ca droog weer groote schade aan den vlasgaurd kunnen veroorzaken en wel om twee redenen: eerstens bljjven zy by droog, zonnig weer voortdurend vreten, wat niet het geval is bjj rogenachtig wederten tweede willen de planton by droog schraal weer niet vooruit. In 't klein bestaan togen do aard vlooien wel eenige middolon, in 't groot is daartegen niets anders te doen dan te zorgen, dat het gewas zoo onkruid-vrjj mogelijk is. Sommigen hebben den raad gegeven het vlas wat dichter te zaaien, opdat, wauneor eenige ontkiemde plan ten vernield worden, er nog genoeg zouden overblijven maar wnnnoor do aardvloo dan met komt, loopt men groot gevaar, dat het vlas veel te dicht staat. Andere vyanden van het vlas zjjn de rups van de gamma-uil, die de bladeren Can de oudere planten afvreet een klein rupsje 'ciaphila Wahlbomiana, dat do bladeron in de top pen van de plant aamenspint en die af vreet,wnar- doorde zoogenaamde kwado koppen ont staan, en hetrup8je van den vlasbladroller con- chylis epiliana, dat zich in de zaaddoozen vestigt en van de zaden loeft. Deze laatste rups komt voort nit de eitjes van een vlindertje, dat nau welijks 6 mM lang is, eeno vlucht heeft van ongeveer II mM, met geelachtige voor- en grjjze achtervleugels en gewoonlyk in 't latitat van Mei rondvliegt. Nog een vjjand van hoe vlas kan de mol zjjn, wanneer lay bjj het pas opkomen plant dooi zyn voortdurend grond opwerpen de oorzaak is dat vele planten verdrogen en storvon. Aangezien do mol overigens een zeer nuttig dier is, doet men niet goed door hem te vangen en te dooden, men moet veeleer uitzien naar middelen om hem te vordrjjven. Een der middelen, die wjj daarvoor aangewend zagen, bostaat in het plaatsen van molentjes op zeer lange stakon, dio zich telkous naar don wind kcoren en door hot zachtste tochtje in beweging worden gebracht. Door de lengte van den staak ontvaDgt deze van het molentje een trillondo bowoging, die zich aan den grond modedeolt en don mol terughoudt zich op het trillende terrein te begeven. Van^engerlingen, de larve van den meikever, en van ritnaalden, de larve van het spriog- torretjo, hoeft vlas doorgaans weinig schade. Het vlas wordt verder benadeeld door drie ziekten, waarvan wjj in de eerste plaats noe men do vlasroest.l Eerst ziet men op de blado ren oranjekleurige stofhoopjes, lator vindt men die nog op de bovenste bladeren, terwjjl op de onderste bladeren od stengeldeelen zwarte vlekken voorkomen. Een gevolg van een en ander is, dat üe planten zich slecht ontwikke len en vroeg afsterven. Deze ziekte wordt veroorzaakt door de sporen van een zwam, die den naam draagt van mtlampsora lini Wtr. Men meent opgemerkt te hebben, dat bet vlas, afkomstig van ljjnzaad uit zekere streken, veel vatbaarder is voor deze ziekte dan uit andere streken en dat de ziekte bevorderd wordt door te dicht zaaien en te spoedig vlas op denzolfden akker te doen teiogkeeien. Door te vermjjden zaad uit minder gunstig bekende streken aan te koopen, niet te dicht en te spoedig achter elkander te zaaien kan mon wellicht deze ziekte voorkomen. Een tweede ziekte is de koude brand, ook wel doode kartel en versterf genoemd. Op sommige velden, met vlas bezaaid, ziet men op een ge geven tjjd eenige gedeelten geel worden en langzaam afsterven. Wanneer men na een tiental jaren dien akker weder met vlas be zaait, zal men nagenoeg op dezelfde plaatsen als de vorige maal dit verschynsel zien plaats grjjpen. De oorzaak daarvan bleef geruimen tyd onbekend, thans weet men, dat deze ziekte veroorzaakt wordt door een zwam pltoma her- barum. Een derde ziokte, vtasbrand, wordt volgens Marchal veroorzaakt door de zwam asterocystis radicis. In het dageljjksch bodrjjt worden deze ziekten, hoewel in oorzaak ver schillend, gewoon aangewezen door den naam brand in 't vlas". Voorbehoedmiddelen tegen kouden brand en vlasbrand zyn tot heden toe niet bekond. Wil vlas goed gedjjen, dan mag het niet te spoedig op hetzelfde veld torugkeerenop een akker, waarop men jaren achtereen geen vlas vorbouwd heeft, mag men een paar maal van dozen regel afwykon, maar overigens is het gewenscht 8, nog liever 10 jaar, tusschen twee vlasoogsten op 't zelfde land te laten verloopon. Nog moeten wjj opmerken, dnt vlas niet moet gozaaid worden naast veldboonen (i faba minor). Het vlaB naast het boonveld bljjft beslist minderwaardig. Een afdoende reden voor deze beide verschynsels is ons nog onbekend. Dewjjl het vlas geen diepe worteling hoeft, moet de bovenlaag van de bouwvoor vruchtbaar en goed bewerkl, vooral goed kruimeld en vry van onkruid zyn. Dit isalgemeen bekend en wordt in verschil lende strekon op verschillende wyzen verkre gen; daarby behoeven wjj dus niet langer stil te staan. Eon versche bemesting met stalmest is niet aan tc bevelen, vooral ook niet, omdat het zoo moeilijk valt deze boboorljjk goljjkwatig te verdeolou. Wanneer men geen kunstmest wil gobruikon, dient het vorig jaar eeno zware bomoBting to zyn voorafgegaan. In velo strekon geeft men superphosphaat en Chili-salpeter in Friesland gebruikt men ruwe Peru-guano en ook opgeloste. Wy voor ons achten am- moniak-sv.peiphosphaat in het voorjaar onder gewerkt met een geringe toevoeging van Chili- salpetor by het zaaien de beate bemesting 600 KG van do eerste -j- 100 KG der tweede per HA. Vla3 wordt geteeld na klaver, na tarwe, haver of rogge, soms ook na hakvruchten of op gescheurd graslandin België ook wel oens na honnip. Van groote beteekenis in de vlascnltuur is de keuzo van het zaad. Behalve in Friesland, waar veel wiibloem gezaaid wordt, zaait men in geheel Nederland, en vooral in Zeeland het blauwbloeiend vlas, dat algemeen van Russische afkomst iston- nezaad, revelaar of revelaarskind. Het tonnezaad, aldus genoemd, omdat het vroeger uit de Russische Oostzeeprovinties in tonnen van 1 '/4 hectoliter werd ingevoerd, komt tegenwoordig in geplombeerdo zakken. Goed tonnezaad bloeit blauw, de sten gels zyn lang en dun, weinig vertakt en de plant bezit oen groot weerstandsvermogen tegen allerlei ziekten. Alleon hebbe men er op te letton, dat het vry is van warkruid- zaad cuscuta epilinum). Het zaad, gewonnen van tonnezaad, draagt den naam van revelaar. Het revelaarzuad van goede akkers is feitelyk nog te verkiezen boven tonnezaad, omdat het bjj al do goedo eigen schappen van dit zaad gewoonlyk eon stengel levert, die nog ietB langer is. Het zaad van revelaar draagt den naam van revelaarskind. Hot kan ook nog een good pro duct leveren, maar daarna begint de ontaar ding, en men doet wel, hot zaad van revelaars kind te verkoopen aan de olieslageryen. Met don aaukoop van tonnezaad moet de landbouwer zeer voorzichtig zyn, omdat erop de qualiteit van dit zaad vooral tengevolge van de vele knoeieryen, wuarbjj het tonnezaad vermeDgd wordt met minderwaardig stoppen- zaad, vaak geheel daardoor wordt vervangen zooveel is aan to merken. Twee wegen staan den landbouwers open om zich voor die knoeieryen te vrjjwaren. Zy kunnen te zatnen hunne benoodigde hoeveel heden trekken van een betrouwbaar ljjnzaad- koopmun in Riga, maar dowjjl het dikwyls moeilyk is op zoo'n afstand oen betrouwbaar koopman te ontdekken, kunnen zy zich hier wenden tot een hun bekend zaadbandelaar, die borg staat voor de goede qualiteit van het zaad niet alleen, maar ook voor de echtheid en het volkomen vry zyn van warkruid. Eon zeer vertrouwd adres voor zuiver tonnezaad is dat van A. Sellnor te Riga, van wien de Gro- ningscho landbouwers hun tonnezaad voor gemeenschappelijke rekening betrekken. IVordt vervolgd.) RECHTSZAKEN. Arrondissements-Itechtbank te Middelburg. KK\' ONTHOUW \OTAHIS Als getuigen werden Vrjjdng nog de volgende porsonen gohoord 1'. Stamperius, zonder beroep, te Vlissingen die verklaarde in 1906 het geld voor de hy pothoek voor Harting aan zjjn broeder L. Stamperius te hebben gegovon. Hjj ontving een grosse voor een eerste hypotheek van den notaris, waarin stond dat het huis was vrjj en onbelast. De broedor van den vorigen getuige ver- klnardo het bedrag van f 1300 tot het plaatsen op eerste hypotheek op het kantoor van be klaagde te hebben betaald aan J. C. Harting, die het echter niet opstreek. Het bleef op het kantoor. Getuige was by het pasBoeron der acte tegenwoordig. J. C. Harting, werkman te Vlissingen, ver- klaardo in verschillende termjjnen van be klaagde geld te hebben opgenomen. Dit begon in 1895 en in 't geheel hoeft bjj f 1300 ont vangen. Daarvoor heeft bjj hypotheek gegeven op zyn huis. Later, 31 October 1906, is hjj op het kan toot van den notaris geweest, waar hy door diens klerk was ontboden. Do notaris zeide hem dat hjj de vroegere hypotheekjes op één had gezet. Daarna heeft oen acte geteekondwat daarin stond weet hjj niet, bjj is doof en de notaris las ondui delijk. Hjj zag dat Stamperius f 1300 neer lei, maar heeft die niet ontvangen. Hjj heelt niet gezegd dat bjj den heer Stamperius oen eerste hypotheek op zyn huis gaf. Ten opzichte van punt e werd de bekentenis van beklaugde voorge'ezen. Ook werd voor gelezen zyn bekentenis wat betreft de valsch- heid in de authentieke actehjj wist dat en erkende ook zyn oogmerk om die acte opzet telijk te gebruiken als echt en onvervalscht en dio ook gebruikt te hebben. Ton opzichte van punt verklaarde J. Bos man, te 's-Heor-Arendskerke, dat by het over lijden van zjjn vader de beklaagde belast was met de rogeling van diens koedel. Toen die was geregeld gaf getuige last een op zjjn huis rustend hypotheek van f450 al te losssen. By de uitbetaling van zyn aandeel is dat bedrag met eenigo kosten daarvan afgetrokken. Later is getuige gebleken dat de hypotheek niet was afgelost. De volgende getuige A. de Leeuw, arbeider Nieuwdorp, verklaarde indertjjd f 450 hypotheek gegeven te hebben op hot hui» van Bosman. Dat geld heelt hjj nooit terug ont vangen; wel krygt hy nog altjjd de rente. Hjj was in 't bezit van een grosse, welke hy op verzoek van beklaagde aan hem heeft opge- Naar het Fransch, 1 van LËON DE TINSEA I. Twee jaar geleden, op een mooien Aprildag gingen de jonge dumos Siinone en Chantal, oud negen en elf jaar, vergezeld van miss Lonisa, hun gouvernante, naar gewoonte de min of meer zuivere lucht van do ChampB Blysóes inademen. Van de beide eeraton zal ik mets zeggen, uit vrees partjjdig te zyn, daar ik hnn vader benwat miss Lonisa betreft, zy is een Engel scho met de verschrik kelijke oogen van Aimée Tossandrier; uitste kend, maar onvatbaar voor vrees. Ik heb altjjd geloofd, dat, als zjj Judith was geweest, die zaak met Holophernes in den grond even afdoende, maar met veel minder aangenaam heid in den vorm zou zyn geregeld. Ik zag de karavaan uittrekken, zonder iets te ver moeden van de lawine van catastrophen die nit de wandeling van dezen dag zouden voort* vloeien. Terwyl de meisjes hun koekjes op aten; tusichen twee beurten van touwtje-springen jn, kwam er eon hondje bjj hen, ter grootte van eon haas, van onbepaalde kleur, met oen armzalig maar verstandig uitorljjk, die hun zonder valsche bescheidenheid om zjjn aandoel van de koekjes vroeg. Hjj at alles wat hjj wilde, en zooveel en zoo goed, dat hjj zyn nieuwe vriendinnetjes niet meer wilde verla ten, in wie hjj blykbaar zag wat men in de wereld een nuttigen kenniB noemt. Simone en Chantal kwamen verrukt thuis, het leelyke mormel met zich meetrekkend, dat, na gewasschen, gekamd en gepoederd ie zyn, een wit hondje bleok to wezen, van absoluut onbepaald ras, maar met leelyker dan een ander. Het werd Pompom genoemd en de rost van den dag word besteed aan 'i klaar maken van zyn mand, gevoerd mot aatjjn van een oude japon, en versierd mot niet meer gebrnikte kant. Pompom schoon zyn nieuw geluk heel na- tuurljjk te vinden, en liet met blyken er iets te merken dat de dienstboden, wier werk hjj ingewikkelder maakte, hem in hun bin nenste het akeligste lot toewenBchten, hem en ons naar alle waarschynlykheid ook. Helaas hun vervloeking zou maar al te goed worden verhoord Maar laten we niet vooruit loopen. Het spreekt van zelf dat Pompom op alle wandelingen meeging. Zyn jeugdige meeste ressen begonnen te sparen om hem een hals band te koopen, waaraan dan de hondenpen ning zou komen to hangen. Voorloopig werd die nog vervangen door een lint van ver schillende kleur. Die coquette versiering was meer in overeenstemming met den aard der schoonheid van het dior dan met de politie verordening. Op zekeren dag naderden twee politieagenten, die don overtreder reeds eenigen tyd -hadden bespied, miss Louisa, die door haar ouderdom als de verantwoordelijke persoon was aangewezen, en kondigden haar een proces verbaal aan, omdat haar hond met overeen komstig do verordening een penning droeg met den naam on de woonplaats van don eigonaar." Miss Louisa ontving hem cordaat, en ant woordde hem zoo openhartig, dat er zich een kring om hen heen vormde. Als laatste ar gument vorklaarde ze dat de hond in 't geheel niet aan haar toebohoorde, waarop de mannen van het gezag het dier wilde vangen, wat hun onmogolyk wub. Miss Louisa had daarop ook gorokenü. De menigte begon te lachen, de kinderen en de gouvernante lachton nog harder dan d« anderen. De agenten, boos over die bespotting, gaven hun jacht op. en naar de lacheressen toegaand, vroegen zy dezen zonder lachen om hnn naam op te geven. Ze moesten er zich aan onderwerpen. Voor de eerste maal zou de eerlgke, naam dien ik draag, terecht komen in de archieven van de politie, onder die van dieven en moordenaars. De drie schuldigen gingen in verschillende stemmingen naar huis terug. Miss Louisa was woedend, Chantal huilde over het gemis van den hond die inmiddels verdwenen was, en Simone beefde uit angst te worden bebromd- Toen ze de deur openden, was hot eerste wat zjj zagen, Pompom. De ongelukkige kende de politie maar al te goed uit de dagen toen bjj nog een zwerver was. Bjj de eerste vjjandige betoo gingen van de vertegenwoordigers der overheid, had bjj zyn staart tusschen do pooten geBtokon en was bjj, langs de huizen sluipend, naar huis geloopon. Zonder uitstel werd injj het gebeurde mee gedeeld. Ik wilde eerst boos worden, maar de drie schuldigen waren zoo grappig dat hot lachen injj de baas werd. Bovendien is er iota bohaaglyks in, de open bare macht to trotsoeron. Ik schaarde rujj beslist aan de zjjde van Pompom, maar daar het noodig was verwikkelingen te voorkomen, liet ik den concierge bovon komen, stopte hem tien franc in de zak en zei >Beste vriend, er is togen mjjn dochtertjes en de gouvernante proces-verbaal opgemaakt wegens een hond, dien ze, zooals je weet, van straat hebben opgeraapt. Als de politie soms informatie mocht komen vragen, zeg dan dat wjj geen hond hebben, wat goed beschouwd toch ook de waarheid is." De concierge ging heen, zwerende dat hjj is niet zou verraden. En werkeljjk vertelde j den volgenden dag aan iemand met een zonden, doch nimtnor van den notaris terug kreeg. Bosman, hierna nogmaals gehoord, verklaarde de grosse van den notaris te hebben ontvangen. Ook dit feit is door beklaagde erkend, Hierna kwam punt g in behandeling. In verband daarmede worden gehoord ver» schillende erfgenamen van A. Gazan en diens vrouw. Uit hun verklaringen bleek dat tot de nala tenschap behoorde oon huis en inboedel, f400 in contanten en 5 pandbrieven, ieder ad 1 1000, in de Yeendamschc Bank, te zamon ongovoer f 700U. loder dor gerechtigden zou een kloine f 1300 ontvangen. I. P. Gazan te Vlissingen vorklaardo dat hjj een deel bad verrekend en ontvangen, maar nog f 17.97» te vorderen had. H. Verkouteron, to Oostburg, getrouwd met een dochter van wjjlon Gazan, had van don notaris f 1322.80 ontvangen, dus iets te veel. P. Gazan te Vlissingen komt nog 1 1257.37 uit de, onder berusting van beklaagde geweest zjjnde nalatenschap zjjner oudershjj heeft niets ontvangen. J. M. Gazan, eveneens to Vlissingen, heeft niets meer te vorderenhjj beeft zyn aandeel ontvangen. Franoina de Smidt, vrouw van A. van Ros- sum te Amsterdam, ook een der erfgenamen, had uit den boedel rnim f 400 te vorderen; zjj heeft niets ontvangen. Haar man verklaarde dat beklaagde in Am sterdam bjj hem was geweest om een stuk te teokenen, waarbjj hjj volmacht gaf om de erfenis te regelen. S. de Smidt, vrouw van J. P. van Houtte te Breskens, eveneens erfgename, had ook rnim f 400 te vorderen-, daarvan heeft zjj eon f 300 ontvangen, zoodat haar nog f 104 komt. A. de Smidt te Vlissingen, ook erfgename van f 400, had iets meer dan f 200 ontvangen. Hy had dus nog ongeveer zooveel te goed. A. de Smidt te Sliedrecht kwam eveneens f 400 toehjj had daarvan wel iets ontvangen doch wist mot hoeveelhjj meende echter dat hjj nog iets te goed had. De ambtenaar van het O. M. wees dezen getuige er op dat hjj vroeger verklaard had niets meer te vorderen te hebben. J. de Smidt te Amsterdam, die ook f 400 te vorderen had, heeft zyn geheel aandeel nog te goed. Hjj ontving niets. De bekentenis van den beklaagdo ton op zichte van dit onderdeel dor dagvaarding werd nu voorgelezen. Daarna werd punt m behandeld. Getuige J. P. Gazan verklaarde dat het hem 'kond was dat op hot huis van zjjn vader A. Gazan een hypotheek rustte van 1 1100, ten behoeve van een onbekende. Zyn vader heeft hem gezegd die f 1100 in termjjnen te hebben afbetaald aan den be-' klaagde. Kwitanties heeft hjj niet gezien. ThanB werd overgegaan tot punt h. M, N. Walé, koopman te Vlissingen, ver klaarde dat ten zjjnen huize overleden is Sara Walé en dat hare erfgenamen in drie staken verdeeld waren. Hjj was executeur-testamentair in den boedel en heeft zjjn aandeel ingehouden en dat van vier anderen uitbetaald. Nadat de scheiding door beklaagde was ge- verdacht uiterlyk, die zich bjj hem aanmeldde dat ik geen hond had, dat ik mjjn huur altjjd zeer geregeld betaalde, en dat ik in alle opzichten een achtenswaardig man was. Wjj dachten dat het onweer was overge dreven. Opnieuw kreeg do eenige dagen zorg vuldig opgesloten Pompom verlof om mee te gaan wandelen. Alleen ging men nu naar het Pare Monceau, waar die bende misdadigsters niet bekend was. Maar al die voorzichtigheid verhinderde niet dat ik eenige weken daarna oen dagvaarding ontving om te verschjjnon voor den politierechter van mjjn arrondissement) wegens overtreding van de verordening voor bezitters van honden. De positie werd ingewikkelder. Mjjn eerste zorg was Pompom naar een boerderij te sturen, een, een paar mir van Parjjs gelegen, bjj ver trouwde menscben. Daarna meldde ik mjj op den aangegeven dag aan bjj de justitie van mjjn land, te midden van een bende misdadi gers. Men zal begrjjpen dat ik mjj niet had laten vergezollen door miss Lonisa of door de kinderen, De rechter ondervroeg me. Met de innemende losheid van een man van de wereld en met de kalmte van de onaohuld verklaarde ik geen anderen hond te hebben dan een grooten waakhond, die gewoonlyk aan een ketting lag het hek van mjjn buitengoed te Béam. En ik voegde er aan toe, mjj met een boos-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1908 | | pagina 5