N°. 26a. 1907 Zaterdag 9 November. Middelburg 8 November. Ter Nagedachtenis. middelihjrgsciie mmmt Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal, zoowel voor Middelbarg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp. f2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Therm, alhier en teT. weerbericht van het E. N. Met. lnatit. te Bilt. 8 Nov. 8 n. vm. 43 gr., 12 u. 54 gr., av. 4 u. 54 gr. Hoogste barom. ataud 768.9 te Memel, laagste 749.7 te Seydisfjord.—Verwachting tot den avond van 9 Nov.: zwakke tot matige Z. wind, toenemende bewolking, mogelyk regen in het Zuiden en Westen en een hoogere temp. Adverlent.iön20 cent por regel. Bij abonuemont vool lager. Geboorte-, dood- en allo andore familioberiohton on Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50; elke regel meer 20 cent. Reclames 40 coat per regel. Groote lettors naar de plaats, die zy innemen. Tot de plaatsing van advortcntiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid on Geldwezen, is gerechtigd hot Algemeen AdvertenOe-Biirruu A. Ulfi I.A WAK Ar., N.Z. Vourburgwul 20(1, AiuHterdum Jhr mr L. Schorer, burgemeester van Mid delburg, is heden morgen overleden. Slechts een paar dagen was bij hoogBt ernstig ziek. En hjj Btierf, nalatende de gedachte aan een man van karakter, van goeden wil, van uitmuntende eigenschappen van hart en ge moed. Het valt niet gemakkelijk over hem in korte woorden een oordeel uit te spreken, omdat niet voor ieder zjjne nobele karakter-eigen schappen direct aan het licht traden. Vjjand als hjj was van alle vertoon, van te koop loopen met wat hg deed en dacht en voelde, moest men hem eenigszins van nabjj kennen om zjjne vele goede hoedanigheden te kunnen waardeeren. Maar dan deed men zulks ook ten volle. Het, don overledene kenmerkend, afkeerig zjjn van al wat maar eenigszins geleek op het jagen naar populariteit maakte vaak een verkeerden indruk en gaf bjj sommigen aanleiding tot een minder juist oordeel over zjjn persoonlijkheid. Het streed zoo met zyne levensopvatting die hem van zelf dreef tot het doen van zjjn plicht, tot het verrichten van tal van goede daden om er op uit te zijn daarvoor lof en eer of dank te oogsten hjj deed dit alles uit besef dat hij daartoe als menscb verplicht was. Daar is met zjjn dood heengegaan een man, van wien zeer velen zullen getuigen dat hjj hun ten zegen was door een of meer daden van goedheid, van welwillendheid. Een man die warm gevoelde voor de be langen des volks; die, wannoer voor dat doel een goede instelling te stichten viel, nooit achter bleef door daad en door finanuieele hulp daartoe mee te werken. Wjj denken b. v. aan Ons Huis te Middel burg. In hem lag een zeer ontwikkeld sociaal medegevoel en een warm besef van de plich ten die op de meer bevoorrechten in onze samenleving rusten om in het belang der minder bedeelden werkzaam te zjjn. En viel er op muzikaal of ander gebied het een of ander te bevorderen, hjj liet dit niet na. Krachtens zyn ambt het eerst steeds geroe pen om te helpen en te steunen, deed hij dat zooveel dit met zyne overtuiging over eenkwam. En men vrage niet hoevelen zjjn hulp in nood hebben verkregen op onbekrompen wjjze. Wie zal volledig getuigenis afleggen van zjjn werken in dien geest? Niemand. Want steeds deed hjj dit in alle stilte. Voor de gemeonte-ambtenaren en niet het minst voor die bjj de politie was hij een goed chef, die wol strenge plichtsvervulling vorderde maar voor recht en rechtvaardigheid steeds opkwam. Deed men zjjn plicht, dan kon men op zyn hulpvaardigheid, op zjjn steun rekenen. Want strikt rechtvaardig en eerlijk bovenal was de overledene, wiens naam bjj zeer velen in gezegend aandenken zal bljjven. En ontegenzeggelijk zal zjjn heengaan zich in Middelburg in tal van kringen, en op veolerlei gebied zeer doen gevoelen. Slaan wjj nu nog een terugblik op zyn amb- teljjk en burgarljjk leven. Jhr mr L. Schorer werd den 2en April 1848 te Koudekerke geboren uit het huwelijk van jhr Johan Cornelia Schorer mot jonkvr. Mary Vincentia de Jonge. Hjj genoot zjjne opleiding o. a. aan het gymnasium te Middelburg en studeerde aan de Hoogeschool te Utrecht, waar hjj promo veerde op stellingen. De heer Schorer was van 1877 tot 1880 bur gemeester van Axel en daarna tot 1887 van Culemborg. In Maart 1887 werd hjj door Z. M. Koning Willem III, inplaats van wjjlen don heer mr C. J. Pické, benoemd tot burgemeester van Middelburg, in welk ambt hjj in de zitting van den gemeenteraad van 5 April 1887 werd geinstalleerd. Hoe hjj zjjn ambt vervulde, is algemeen bekend. Eu nog niet lang geleden, bjj gele genheid van zjjn twintig jarigen diensttjjd als burgemeester, bleek hoe de raad hem als zoo danig waardeerde. Onder zyn bestuur als hoofd der gemeente kwamen o. a. tot stand onze duinwaterleiding, de rioleeriDg en eene reorganisatie van het politiecorps, terwjjl menig uitstekend inge richt schoolgebouw verrees. Aan het onderwjjs vooral ook liet de heer Schorer zich zeer veel gelegen liggen. In verscheidene betrekkingen was hjj ver der in het algemeen belang werkzaam. Zoo was hjj commissaris van den polder Walcheren, voorzitter van curatoren over het gymnasium en van de plaatselyke commissie van toezicht op het Middelbaar on van die op het Lager Onderwijs, eerevoorzitter van de vereeniging De Ambachtsschool en voorzitter der vereeniging De concert- en gehoorzaal. Hjj had zitting in het bestuur van het depar tement Middelburg der Maatschappij tot Nut 't Algemeen en van de vereeniging Ons Huis. Van de afdeeling Middelburg der Ned. Zuid-Ajrikaansche vereeniging was feij voorzitter en beschermheer van de Middelburgsehe afdee ling van den Ned. Bond van oud-onderofjicittren en van de gymnastiek- en schermvereeniging AcJiillts. De overledene was ridder van den Neder- landschen Leeuw en officier in de orde van Oranj'e-Nassau. Kameroverzicht. Zitting van Donderdag. Er schijnt aan de Indische huishouding hier en daar nog al wat te haperenten minste, te oordeelen naar hetgeen de Indische specia liteiten in de Kamer daarover zoo al weten te verhalen. Jammer maar, dat hun woord zoo weinig wist te boeienOf zouden de overige Kamerleden zóó weiuig belang stellen Indische aangelegenheden, dat zjj hot niet der moeite waard achtten er naar te luis teren Feit is dat er om half zes, toen de beer Ter Laan nog druk stond te oreeren, behalve den spreker, slechts vier leden aan wezig waren. Trouwens hieraan zyn wjj wel gewoon, tolken jare is dit het geval, als gedurende de behan deling der Indische Begrooting altijd weer precies dezelfde zaken worden besproken, precies dezelfde argumonten bjj de discussies dienst moeten doen. Zoo kwamen de koelie-toestanden ook thans weer op het tapjjt. Vroeger, toen de heer Cremor nog Minister van koloniën was, maakte dit een dor belangrjjkste onderwerpen uit, aanleiding gevend tot pittige debatten, die dan ook hun goede uitwerking niet misten. Er werd een permanente arbeids-inspectie in gesteld, die scherper toezicht dan te voren waarborgt. Volmaakt zjjn de toestanden daarom natuur lijk nog niet, maar het debat er over gereduceerd tot eon gemoedeljjko tweespraak tusschen den hoer Van Kol en den Minister van koloniën, die, waar het een in ontvangst nemen van klachten en wenschen betreft, de welwillendheid in persoon is. Z.Ex. verzekerde dan ook, dat de arbeids-inspectie uitgebreid zal worden, dat de Commissie tot het ont werpen van nieuwe koelie-ordonnanties druk aan het werk is. De heer Van Kol is natuur- ljjk niet voldaan, maarhiermede is de zaak afgeloopen. Als ieder jaar, zien wjj ook nu weer de vaste sprekers, ieder over zjjne speciale «studie- onderwerpen" uit de Indische Begrooting poosje uitwjjden. Over het «gevangeniswezen" hangt de heer Hugenholtz de noodige jammer-klachten op de heer Van Kol heeft 'tweer over de ver kiezing der «dossa-hoofden", de heer De Waal Malefijt over het «emigratie-vraagstuk." Op twee zaken van urgent belang, welke besproken werden, wenschen wij hier meer in het bjjzonder de aandacht te vestigen lo. Het recht van vereeniging en vergade ring dat in Indië door artikel 111 van het Regoeringsroglement feitelyk geheel aan ban den is gelegd. Nu door de ingevoerde decen tralisatie-maatregelen de kwelling hiervan meer en meer wordt gevoeld, zjjn vorschiUende stemmen opgegaan om dit belemmerende arti- "kel uit bet R-gleiuent te lichten. Zoowel de lieer Troelstra als deheer Van Deventei drongen hierop ernstig bij den Miuister aan Laatgenoemde wees er o.a. op, hoe in Indie reeds een «Comité van actie" is opgericht oui de afschaffing ervdn te verkrijgen. De heer Boogaard zag er rekter de urgentie niet van in, daarentegen wèl een bezwaar om het recht van vereeniging en vergadering toe te kennen alléén aan de Eiitopeèsche en n e t aan de Inlandscho maatschappij. De Minister hield don middenweg. Hem was niets bekend van dien «algemeenen" aandrang om art. 111 te schrappen. Hij was geen prin cipieel voorstander van het behoud van dit artikel, moest echter eerst hooren hoe de Indische Regeenng er over denkt. In elk ge val moet et gewaakt worden voor de hand having van >orde en rust." Dit antwoord luidt niet erg bemoedigend voor het «Comité van actie." Wjj voor oi8 zjjn het niet met don heer Boogaardt eens, wiens optreden ons dan ook zeer is tegengevallen. Wjj zjjn overtuigd, dat de «orde en rust" geen gevaar loopen bij schrap ping van art. Illin Britsch Indië bestaat deze bepaling al lang niut meer, zonder dat do Inlandscho inaatschappjj daardoor in opstand kwam togen het Europeosch Bestuur. De heer Boogaardt weet dan ook heel goed, dat achter het streven tot opheffing van dit verbod geen staatsgevaarlijke beweging staat. Maar ook op ander gebied legde deze afge vaardigde oeactionnairc neigingen aan den dag. Zoo bjj de bespreking tot wjjziging van het drukpersreglement en de lastor-paragraaf in het Wetboek van Strafrecht. Voortdurend zjjn de Indische dagblad-redacteuren in lasterprocesson gewikkeld, waardoor in niet geringe mate bot v..rmeii in Indië van oen nnblieke opinie in de goede richting, belemmerd wordt. heer Boogaardt acht de voorgestelde wyziging echter niet van groot belang. Hjj eent, dat er in Indië toch geen publieke opinie beslaat. De pers geeft, volgens hein, ilochts de opinie weer van enkele dagblad schrijvers. Men ziet: een hervormer voor Indië inbuilt er in don heer Boogaardt niet! Gelukkig dacht de Minister over deze zaken eenigszins anders. Hjj zeide hier niet partieel llen herzien, doch liever to wachten totdat do commissie, die bozig is bet gebeele wetboek te herzien, met baar arbeid gereed is. Ook deelde Z. Exc. mede, dat het Openbaar Ministerie instructies had gekregen, geen noo- delooze vervolgingen in te steUon. Nog'tal van andore zaken worden «afgedaan." Aan het rechtswozon, waarover mr Troelstra klaagde, werd dag oa nacht hervormd, zeide de Minister. Hot bjjzonder ondirwijs in de Minabassa geniet voortdurend de belangstelling van de Rogeeringmaar om óók de openbare scholen dio landstreek aan het bjjzonder onderwjjs over te doen, geljjb de heer,De Waal Malefijt en dr De Visser wenschton, dat ging voorloo- pig nog niet, zeide Z. Ex., die evenwel over weging toezegde. Van emigratie van Javanen naar de Buiten bezittingen is de Minister een groot voorstan der, evenwel niet, gelijk de heer Mees wilde, naar Nieuw-Giiiuoa. Ook de heer I)e Waal Malefijt vreesde dat do Papoea's den vreedzainen Javanen kwaad «ondon doen. Morgen voortzetting. De politieke liasis van liet blanco-artikel. In een der jongste nummers van bet sociaal democratisch hoofdorgaan Het Volk wordt be weerd dat de tegenwoordige Regeering met haar blanco-politiek toont geen helder inzicht te hebben in het wezen van den politieken strjjd. Die strijd, aldus Het Volk, is eon strijd om do macht, niet om de opinies. Eu het blanco artikel is dan ook slechts de uitdrukking van het feit, dat in dien strjjd om de macht demo cratie en behoud op 't moment even sterk zyn, elkander in evenwicht houden; dat we als 't ware op 't doode punt staan. Is dit laatste juist, dan verdient de Regee nng ook van de zijde van Het Volk een woord van hulde voor haar intuïtief helder besef van de machtsverhoudingen van het oogenblik, zij 't dan ook, dat zy naar het oordeel van dat blad bjj motiveenng van baar standpunt zich niet nauwkeurig rekenschap hoeft gegeven van den oorsprong van haar blanco-inzicht. Maar heeft Het Volk geljjk, politieken strjjd terugbrengt tot een strjjd de macht en een tegenstelling meent te kun nen maken tusschen deze voorstelling en de voorstelling, als zou de politieke strjjd een strijd om meoningen, om opinies wezen Iedere strjjd veronderstelt tegen elkander inbotsende krachten, die óf elkander in even- zjju, als wannoer de sterkste party de over winning behaalt, don zwakkeren tegenstander vernietigt of aan haar wil onderwerpt. Iu zooverre is ongetwjjfeld elke strjjd een ryd om de macht. Maar dan is ook de strjjd dor meeningen zulk een worsteling, waarin bet om de macht van het krachtigst inzicht te doen is en heeft de tegenstelling, door Het Volk gemaakt tus schen her standpunt der Regeering en haar eigen standpunt, geen zin. Bljjkbaar echter bedoeld liet blad wat anders. Het wil betoogen, dat in dion strjjd ten slotte dat inzicht hot wint, dat gedeeld wordt door hen, die op een gegeven oogenblik foiteljjk de grootste macht uitoefenen in den Staatbjj parlementair stelsel derhalve de opinie, welke gehuldigd wordt door de partijen, welke den grootaten aanhang hebben in de volks vertegenwoordiging. Volgens deze voorstelling is het niet de vraag, wolk inzicht hot meeat strookt met de feiten, met ervaring, met weten schap of billijkheiddoet het er niet toe, aan wolken kant in den strijd het geljjk, de rede lijkheid zich bevindt; maar hangt alles er van af, hoeveel stemmen de party kan uitbrongen, die een dor in geding zijnde opinies verdedigt. Wie nauwlottond den politieken strjjd go- durende den loop dor geschiedenis heeft gade geslagen, zal toegeven, dat in deze voorstelling 'eel waars gelegen is. Maar tevens zal de geschiedenis hem loeren, hoe ten allen tjjdo, in weerwil van de over macht van de partyen van het behoud, gaan deweg billyker, redeljjker inzichten dan door die partjjen gedeeld, zich hebben baangebro ken. De macht van de waarheid en van het recht is ten slotte zóó groot, dat de aaehang van hen, die juiste, rechtvaardige opvattingen erkondigen, voortdurend groeit. Eu daardoor krijgen die opvattingen ten slottB de feitelijke macht te harer beschikking, welke vereischt wordt om in het politiek worstelperk do zege te behalen. Ongetwjjfeld, men ziet ook wel het tegen deel. Men aanschouwt, hoe demagogen, specn- leerend op de ouwetendheid, bet egoisme, de lage hartstochten der menigte, deze weten op zweepen tot eene massale actie voor de meest verkeerde doeleinden, baar weten te gebruiken om de macht te vorkrjjgen, teneinde de meest onlogische, onbillyksto opvattingen in wetten te belichamen. Docb naarmate de ontwikkeling van bet volk toeneemt; naarmate bet geesteljjkkrach tiger wordt en daardoor minder ontvankeljjk voor waanvoorstellingen en massasuggestie van volksleiders, neemt dit gevaar af. En de ge schiedenis leert trouwens, dat indien werkelyk groote levensbelangen van het volk schade ljjden tengevolge van de slechte leiding, waar aan het zich hoeft overgegeven, het volk zich tegen zyn verleiders en misleiders keert en hun de heerschappij ontwringt. Zoo winnen het op den duur in don poli tieken strjjd slechts die opvattingen, die ningen, welke werkeljjk in het belang van het volk zjjn: dat zjjn de zoodanige, die de licha melijke en politieke gezondheid en daarmede het geluk der inwoners van een land helpen bevestigen, En indien dan de Regeering, ofschoon hoogstwaarschijnlijk persoonlyk in do meerder heid barer leden overtuigd, dat het algemeen kiesrecht het meest is in het belang eoner gezonde, harmonische ontwikkeling der samen leving. liet bjj bet gebleken meeningsverachil daaromtrent geraden oordeelt, den strjjd der uieeningen omtrent dit punt volledige vrijheid te verzekeren, dan toont zjj daarmede vertrou wen te hebben in de levenskracht der idee van bet algemeen kiesrecht onder eene bevol king, op bot peil van ontwikkeling staande, waarop zich ons volk bevindt. Eu daarmede geeft zy blyk van waarlijk democratische gezindheid. Want wie niet vertrouwt, dat op den duur een volk zijn hoogste belangen zelf kan be seften, die gaat er niet toe over, voor te stel len, om uit onze staatsregeling te doen ver- dwjjnen alle struikelblokken voor de ontvoog ding van ons volk in zyn geheel. En omge keerd wie voorstelt in de Grondwet het al gemeen kiesrecht vast te leggen, wetend, dat bij de bestaande politieke verhoudingen de kans op aanneming van dat voorstel geljjk nul is, die handelt onpractisch en ondemocratisch tevens. Want zulk een voorstel beperkt den strjjd der meeningen omtrent liet kiesrecht tot dit dilemmaóf de bestaande, onhoudbare kiesrechtregeling, óf eone regeling, waarvan de voorstellers weten, dat de meerderheid der vertegenwoordigers van ons volk niet gediend is. En zoodoende wordt aan eiken vooruitgang in de richting van algemeen kiesrecht do pas afgesneden. Zeer zeker is het plicht der partyen, die beeld propaganda te maken onder de bevol king, en vau hun beginselvastheid te getui gen, door, waar een Regcering iu gebreke bljjft baar aandacht aan liet vraagstuk te benkon, voorstellen tot invoering daurvaute doen. Dat heeft dan ook onze groep onder het Kabinet-Kuyper in lmar voorstel tot grond wetsherziening gedaan. Maar plicht eoner Regeoring, die inziet dat slechts langs ljjncn van geleideljjkheid het kiesrechtvraagstuk hier te lande tot oplossing kan worden gebracht, is het, door een doel treffend voorstel die finale oplossing voor te bereiden. Niet. omdat zjj gelijk Het Volk het voor stelt zoo graag allerlei academische debatten over de beste kiesrechtregeling wil hooren en zij zelf daaromtrent geen opiuie zou hebben; maar omdat b&.ir inzicht in 't wezen van deu politieken strjjd haar heeft geleerd, dat het verkeerd is, een volksvertegenwoordiging een denkbeeld te willen opdringen, waarvan deze niet gediend is en omdat zy weet, dat bjj een krachtig volgehouden actie onder de bevolking ten gunste van algemeen kiesrecht, de tjjd wel zal komen, spoediger wellicht dan menigeen thans vermoedt, waarop eene meerderheid daarvoor zal te vinden zyn. Eu dan zal de tydroovendo omslag van grondwetswijziging onnoodig zjjn geworden, om tot invoering van het algemeen kiesrecht te geraken. Onze conclusie is derhalveèn uit een oog punt van theoretische, èn uit een oogpunt van practische politiek, èn uit een oogpunt van democratische politiek is het standpunt der llogooring volkomen correct, volkomen ratio- volkomen principieel En de zwakke pogingen van liet Volk, om hieraan nog eenigs zins te tornen, zullen dit voor ieder, die iu staat is tot bet vellen van een zelfstandig oordeel, in het helderste licht hebben gosteld. V. D. TWEEDE KAMER- Aankoop Collectie-Si x. Het voorstel tot aankoop van schilderjjen uit de collectie-Six heeft in do afdeelingen der Kamer tot een breedvoerige gedachtenwisseling geleid. Daaruit valt aan te stippen, dat ver scheidene leden het met de rogeering in hooge mate zouden betreuren indien «het Melkmeisje" in handen van den vreemdeling kwam te vallen. Zjj gaven in overweging, dat de regecriDg alsnog de noodige stappen zou doen om met den tak der familie Six tot overeenstemming te komen omtrent den aankoop van «het Melk meisje" alleen. Bjj vele loden vond meer bjjval het denk beeld de schilderyen aan andere musea in ons land in bruikleen af te staan dan ze te ver- koopen. Aankoop alleen van bet meesterstuk van Vermeer werd van die zjjde weinig aan bevelenswaardig geacht. Met nadruk werd intusschen opgekomen tegen de meening, dat met het aannemen van het voorstel onze nationale waardigheid niet zou zjjn gemoeid eu zy achtten het onver- antwoordeljjk het aangevraagde crediet niet toe te staan. wicht houden, óf ongeljjk in sterkte bljjken vóór algemeen kiesrecht zijn, voor dat denk BENOEMINGEN. ENZ. Bjj kon. beslnit zyn bevorderdtot hoofdcommies der poste rijen, W. G. A. Feltzer, thans commies lste kl. tot commies 2de kl.J. G. Wuyster, B. J. E. ten Brink, P. J. N. Hofslag en F. Leinweber, allen thans commies 3de kl.tot commies 3de kl.J. P. Remmers, W. O. Hardon, F'. Scher- penhuyzen en G. M. A. J. Smitt, allen thans commies 4de kl. is ingetrokken de benoeming van den in specteur der directe belastingen enz. J. J. C. Gaymans te Ommen, tot inspecteur der zelfde middelen te Bergen op Zoom is do met verlof in Europa aanwezige militaire apotheker eerste kl. van het leger in N.-L, H. Bruins, op verzoek, wegens volbrach- ton dienst, eervol uit den militairen dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. De luit. t/z. lo kl. B. Schreuders en de luit. t/z. 2e kl. J. van Hengel worden resp. ge plaatst in de directie der marine te Amsterdam en aan boord Hr Ms wachtschip aldaar. De luit. t/z, 2e kl. A. W. Boeke wordt in activiteit gesteld te 's Gravenbage. De adelborsten le kl. bij de Kon. marine- reserve W. J. Swart en J. G. Dekker worden geplaatst reap, aan boord van Hr Ms pantser- schip Piet Hein en Er Ms instructieschip Atjeh. De adelborst le kl. bjj voornoemde reserve L. A. de Rochefort Mulder, dienende aan boord van Hr Ms pantserschip Piet Hein, wordt van deze plaatsing ontheven.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1907 | | pagina 1