N°. 26a.
1907
Zaterdag
9 November.
Middelburg 8 November.
Ter Nagedachtenis.
middelihjrgsciie mmmt
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoowel voor Middelbarg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp. f2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Therm, alhier en teT. weerbericht van het E. N. Met. lnatit. te Bilt.
8 Nov. 8 n. vm. 43 gr., 12 u. 54 gr., av. 4 u. 54 gr. Hoogste barom. ataud 768.9 te Memel,
laagste 749.7 te Seydisfjord.—Verwachting tot den avond van 9 Nov.: zwakke tot matige Z.
wind, toenemende bewolking, mogelyk regen in het Zuiden en Westen en een hoogere temp.
Adverlent.iön20 cent por regel. Bij abonuemont vool lager. Geboorte-, dood- en
allo andore familioberiohton on Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50; elke regel meer
20 cent. Reclames 40 coat per regel. Groote lettors naar de plaats, die zy innemen.
Tot de plaatsing van advortcntiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid on Geldwezen, is gerechtigd hot Algemeen AdvertenOe-Biirruu A. Ulfi I.A
WAK Ar., N.Z. Vourburgwul 20(1, AiuHterdum
Jhr mr L. Schorer, burgemeester van Mid
delburg, is heden morgen overleden.
Slechts een paar dagen was bij hoogBt
ernstig ziek.
En hjj Btierf, nalatende de gedachte aan
een man van karakter, van goeden wil, van
uitmuntende eigenschappen van hart en ge
moed.
Het valt niet gemakkelijk over hem in korte
woorden een oordeel uit te spreken, omdat
niet voor ieder zjjne nobele karakter-eigen
schappen direct aan het licht traden.
Vjjand als hjj was van alle vertoon, van te
koop loopen met wat hg deed en dacht en
voelde, moest men hem eenigszins van nabjj
kennen om zjjne vele goede hoedanigheden
te kunnen waardeeren.
Maar dan deed men zulks ook ten volle.
Het, don overledene kenmerkend, afkeerig
zjjn van al wat maar eenigszins geleek op
het jagen naar populariteit maakte vaak
een verkeerden indruk en gaf bjj sommigen
aanleiding tot een minder juist oordeel over
zjjn persoonlijkheid.
Het streed zoo met zyne levensopvatting
die hem van zelf dreef tot het doen van zjjn
plicht, tot het verrichten van tal van goede
daden om er op uit te zijn daarvoor lof en
eer of dank te oogsten hjj deed dit alles uit
besef dat hij daartoe als menscb verplicht
was.
Daar is met zjjn dood heengegaan een man,
van wien zeer velen zullen getuigen dat hjj
hun ten zegen was door een of meer daden
van goedheid, van welwillendheid.
Een man die warm gevoelde voor de be
langen des volks; die, wannoer voor dat doel een
goede instelling te stichten viel, nooit achter
bleef door daad en door finanuieele hulp daartoe
mee te werken.
Wjj denken b. v. aan Ons Huis te Middel
burg.
In hem lag een zeer ontwikkeld sociaal
medegevoel en een warm besef van de plich
ten die op de meer bevoorrechten in onze
samenleving rusten om in het belang der
minder bedeelden werkzaam te zjjn.
En viel er op muzikaal of ander gebied het
een of ander te bevorderen, hjj liet dit niet na.
Krachtens zyn ambt het eerst steeds geroe
pen om te helpen en te steunen, deed hij
dat zooveel dit met zyne overtuiging over
eenkwam.
En men vrage niet hoevelen zjjn hulp in
nood hebben verkregen op onbekrompen wjjze.
Wie zal volledig getuigenis afleggen van zjjn
werken in dien geest?
Niemand.
Want steeds deed hjj dit in alle stilte.
Voor de gemeonte-ambtenaren en niet het
minst voor die bjj de politie was hij een goed
chef, die wol strenge plichtsvervulling vorderde
maar voor recht en rechtvaardigheid steeds
opkwam.
Deed men zjjn plicht, dan kon men op zyn
hulpvaardigheid, op zjjn steun rekenen.
Want strikt rechtvaardig en eerlijk bovenal
was de overledene, wiens naam bjj zeer velen
in gezegend aandenken zal bljjven.
En ontegenzeggelijk zal zjjn heengaan zich
in Middelburg in tal van kringen, en op
veolerlei gebied zeer doen gevoelen.
Slaan wjj nu nog een terugblik op zyn amb-
teljjk en burgarljjk leven.
Jhr mr L. Schorer werd den 2en April 1848
te Koudekerke geboren uit het huwelijk van
jhr Johan Cornelia Schorer mot jonkvr. Mary
Vincentia de Jonge.
Hjj genoot zjjne opleiding o. a. aan het
gymnasium te Middelburg en studeerde aan
de Hoogeschool te Utrecht, waar hjj promo
veerde op stellingen.
De heer Schorer was van 1877 tot 1880 bur
gemeester van Axel en daarna tot 1887 van
Culemborg.
In Maart 1887 werd hjj door Z. M. Koning
Willem III, inplaats van wjjlen don heer mr
C. J. Pické, benoemd tot burgemeester van
Middelburg, in welk ambt hjj in de zitting
van den gemeenteraad van 5 April 1887 werd
geinstalleerd.
Hoe hjj zjjn ambt vervulde, is algemeen
bekend. Eu nog niet lang geleden, bjj gele
genheid van zjjn twintig jarigen diensttjjd
als burgemeester, bleek hoe de raad hem als zoo
danig waardeerde.
Onder zyn bestuur als hoofd der gemeente
kwamen o. a. tot stand onze duinwaterleiding,
de rioleeriDg en eene reorganisatie van het
politiecorps, terwjjl menig uitstekend inge
richt schoolgebouw verrees.
Aan het onderwjjs vooral ook liet de heer
Schorer zich zeer veel gelegen liggen.
In verscheidene betrekkingen was hjj ver
der in het algemeen belang werkzaam.
Zoo was hjj commissaris van den polder
Walcheren, voorzitter van curatoren over het
gymnasium en van de plaatselyke commissie
van toezicht op het Middelbaar on van die op
het Lager Onderwijs, eerevoorzitter van de
vereeniging De Ambachtsschool en voorzitter der
vereeniging De concert- en gehoorzaal.
Hjj had zitting in het bestuur van het depar
tement Middelburg der Maatschappij tot Nut
't Algemeen en van de vereeniging Ons
Huis. Van de afdeeling Middelburg der Ned.
Zuid-Ajrikaansche vereeniging was feij voorzitter
en beschermheer van de Middelburgsehe afdee
ling van den Ned. Bond van oud-onderofjicittren
en van de gymnastiek- en schermvereeniging
AcJiillts.
De overledene was ridder van den Neder-
landschen Leeuw en officier in de orde van
Oranj'e-Nassau.
Kameroverzicht.
Zitting van Donderdag.
Er schijnt aan de Indische huishouding hier
en daar nog al wat te haperenten minste,
te oordeelen naar hetgeen de Indische specia
liteiten in de Kamer daarover zoo al weten
te verhalen. Jammer maar, dat hun woord
zoo weinig wist te boeienOf zouden de
overige Kamerleden zóó weiuig belang stellen
Indische aangelegenheden, dat zjj hot
niet der moeite waard achtten er naar te luis
teren Feit is dat er om half zes, toen de
beer Ter Laan nog druk stond te oreeren,
behalve den spreker, slechts vier leden aan
wezig waren.
Trouwens hieraan zyn wjj wel gewoon, tolken
jare is dit het geval, als gedurende de behan
deling der Indische Begrooting altijd weer
precies dezelfde zaken worden besproken,
precies dezelfde argumonten bjj de discussies
dienst moeten doen.
Zoo kwamen de koelie-toestanden ook thans
weer op het tapjjt. Vroeger, toen de heer
Cremor nog Minister van koloniën was, maakte
dit een dor belangrjjkste onderwerpen uit,
aanleiding gevend tot pittige debatten, die
dan ook hun goede uitwerking niet misten.
Er werd een permanente arbeids-inspectie in
gesteld, die scherper toezicht dan te voren
waarborgt.
Volmaakt zjjn de toestanden daarom natuur
lijk nog niet, maar het debat er over
gereduceerd tot eon gemoedeljjko tweespraak
tusschen den hoer Van Kol en den Minister
van koloniën, die, waar het een in ontvangst
nemen van klachten en wenschen betreft, de
welwillendheid in persoon is. Z.Ex. verzekerde
dan ook, dat de arbeids-inspectie uitgebreid
zal worden, dat de Commissie tot het ont
werpen van nieuwe koelie-ordonnanties druk
aan het werk is. De heer Van Kol is natuur-
ljjk niet voldaan, maarhiermede is de
zaak afgeloopen.
Als ieder jaar, zien wjj ook nu weer de vaste
sprekers, ieder over zjjne speciale «studie-
onderwerpen" uit de Indische Begrooting
poosje uitwjjden.
Over het «gevangeniswezen" hangt de heer
Hugenholtz de noodige jammer-klachten op
de heer Van Kol heeft 'tweer over de ver
kiezing der «dossa-hoofden", de heer De Waal
Malefijt over het «emigratie-vraagstuk."
Op twee zaken van urgent belang, welke
besproken werden, wenschen wij hier meer in
het bjjzonder de aandacht te vestigen
lo. Het recht van vereeniging en vergade
ring dat in Indië door artikel 111 van het
Regoeringsroglement feitelyk geheel aan ban
den is gelegd. Nu door de ingevoerde decen
tralisatie-maatregelen de kwelling hiervan meer
en meer wordt gevoeld, zjjn vorschiUende
stemmen opgegaan om dit belemmerende arti-
"kel uit bet R-gleiuent te lichten. Zoowel de
lieer Troelstra als deheer Van Deventei
drongen hierop ernstig bij den Miuister aan
Laatgenoemde wees er o.a. op, hoe in Indie
reeds een «Comité van actie" is opgericht oui
de afschaffing ervdn te verkrijgen.
De heer Boogaard zag er rekter de urgentie
niet van in, daarentegen wèl een bezwaar om
het recht van vereeniging en vergadering toe
te kennen alléén aan de Eiitopeèsche en n e t
aan de Inlandscho maatschappij.
De Minister hield don middenweg. Hem was
niets bekend van dien «algemeenen" aandrang
om art. 111 te schrappen. Hij was geen prin
cipieel voorstander van het behoud van dit
artikel, moest echter eerst hooren hoe de
Indische Regeenng er over denkt. In elk ge
val moet et gewaakt worden voor de hand
having van >orde en rust."
Dit antwoord luidt niet erg bemoedigend
voor het «Comité van actie."
Wjj voor oi8 zjjn het niet met don heer
Boogaardt eens, wiens optreden ons dan ook
zeer is tegengevallen. Wjj zjjn overtuigd, dat
de «orde en rust" geen gevaar loopen bij schrap
ping van art. Illin Britsch Indië bestaat
deze bepaling al lang niut meer, zonder dat
do Inlandscho inaatschappjj daardoor in opstand
kwam togen het Europeosch Bestuur. De heer
Boogaardt weet dan ook heel goed, dat achter
het streven tot opheffing van dit verbod geen
staatsgevaarlijke beweging staat.
Maar ook op ander gebied legde deze afge
vaardigde oeactionnairc neigingen aan den dag.
Zoo bjj de bespreking tot wjjziging van het
drukpersreglement en de lastor-paragraaf in het
Wetboek van Strafrecht. Voortdurend zjjn de
Indische dagblad-redacteuren in lasterprocesson
gewikkeld, waardoor in niet geringe mate bot
v..rmeii in Indië van oen nnblieke opinie in de
goede richting, belemmerd wordt.
heer Boogaardt acht de voorgestelde
wyziging echter niet van groot belang. Hjj
eent, dat er in Indië toch geen publieke
opinie beslaat. De pers geeft, volgens hein,
ilochts de opinie weer van enkele dagblad
schrijvers. Men ziet: een hervormer voor Indië
inbuilt er in don heer Boogaardt niet!
Gelukkig dacht de Minister over deze zaken
eenigszins anders. Hjj zeide hier niet partieel
llen herzien, doch liever to wachten totdat
do commissie, die bozig is bet gebeele wetboek
te herzien, met baar arbeid gereed is.
Ook deelde Z. Exc. mede, dat het Openbaar
Ministerie instructies had gekregen, geen noo-
delooze vervolgingen in te steUon.
Nog'tal van andore zaken worden «afgedaan."
Aan het rechtswozon, waarover mr Troelstra
klaagde, werd dag oa nacht hervormd, zeide
de Minister.
Hot bjjzonder ondirwijs in de Minabassa
geniet voortdurend de belangstelling van de
Rogeeringmaar om óók de openbare scholen
dio landstreek aan het bjjzonder onderwjjs
over te doen, geljjb de heer,De Waal Malefijt
en dr De Visser wenschton, dat ging voorloo-
pig nog niet, zeide Z. Ex., die evenwel over
weging toezegde.
Van emigratie van Javanen naar de Buiten
bezittingen is de Minister een groot voorstan
der, evenwel niet, gelijk de heer Mees
wilde, naar Nieuw-Giiiuoa.
Ook de heer I)e Waal Malefijt vreesde dat
do Papoea's den vreedzainen Javanen kwaad
«ondon doen.
Morgen voortzetting.
De politieke liasis van liet
blanco-artikel.
In een der jongste nummers van bet sociaal
democratisch hoofdorgaan Het Volk wordt be
weerd dat de tegenwoordige Regeering met
haar blanco-politiek toont geen helder inzicht
te hebben in het wezen van den politieken
strjjd. Die strijd, aldus Het Volk, is eon strijd
om do macht, niet om de opinies. Eu het blanco
artikel is dan ook slechts de uitdrukking van
het feit, dat in dien strjjd om de macht demo
cratie en behoud op 't moment even sterk zyn,
elkander in evenwicht houden; dat we als 't
ware op 't doode punt staan.
Is dit laatste juist, dan verdient de Regee
nng ook van de zijde van Het Volk een woord
van hulde voor haar intuïtief helder besef van
de machtsverhoudingen van het oogenblik, zij
't dan ook, dat zy naar het oordeel van dat
blad bjj motiveenng van baar standpunt zich
niet nauwkeurig rekenschap hoeft gegeven van
den oorsprong van haar blanco-inzicht.
Maar heeft Het Volk geljjk,
politieken strjjd terugbrengt tot een strjjd
de macht en een tegenstelling meent te kun
nen maken tusschen deze voorstelling en de
voorstelling, als zou de politieke strjjd een
strijd om meoningen, om opinies wezen
Iedere strjjd veronderstelt tegen elkander
inbotsende krachten, die óf elkander in even-
zjju, als wannoer de sterkste party de over
winning behaalt, don zwakkeren tegenstander
vernietigt of aan haar wil onderwerpt.
Iu zooverre is ongetwjjfeld elke strjjd een
ryd om de macht.
Maar dan is ook de strjjd dor meeningen
zulk een worsteling, waarin bet om de macht
van het krachtigst inzicht te doen is en heeft
de tegenstelling, door Het Volk gemaakt tus
schen her standpunt der Regeering en haar
eigen standpunt, geen zin.
Bljjkbaar echter bedoeld liet blad wat anders.
Het wil betoogen, dat in dion strjjd ten slotte
dat inzicht hot wint, dat gedeeld wordt door
hen, die op een gegeven oogenblik foiteljjk de
grootste macht uitoefenen in den Staatbjj
parlementair stelsel derhalve de opinie,
welke gehuldigd wordt door de partijen, welke
den grootaten aanhang hebben in de volks
vertegenwoordiging. Volgens deze voorstelling
is het niet de vraag, wolk inzicht hot meeat
strookt met de feiten, met ervaring, met weten
schap of billijkheiddoet het er niet toe, aan
wolken kant in den strijd het geljjk, de rede
lijkheid zich bevindt; maar hangt alles er van
af, hoeveel stemmen de party kan uitbrongen,
die een dor in geding zijnde opinies verdedigt.
Wie nauwlottond den politieken strjjd go-
durende den loop dor geschiedenis heeft gade
geslagen, zal toegeven, dat in deze voorstelling
'eel waars gelegen is.
Maar tevens zal de geschiedenis hem loeren,
hoe ten allen tjjdo, in weerwil van de over
macht van de partyen van het behoud, gaan
deweg billyker, redeljjker inzichten dan door
die partjjen gedeeld, zich hebben baangebro
ken. De macht van de waarheid en van het
recht is ten slotte zóó groot, dat de aaehang
van hen, die juiste, rechtvaardige opvattingen
erkondigen, voortdurend groeit. Eu daardoor
krijgen die opvattingen ten slottB de feitelijke
macht te harer beschikking, welke vereischt
wordt om in het politiek worstelperk do zege
te behalen.
Ongetwjjfeld, men ziet ook wel het tegen
deel. Men aanschouwt, hoe demagogen, specn-
leerend op de ouwetendheid, bet egoisme, de
lage hartstochten der menigte, deze weten op
zweepen tot eene massale actie voor de
meest verkeerde doeleinden, baar weten te
gebruiken om de macht te vorkrjjgen, teneinde
de meest onlogische, onbillyksto opvattingen
in wetten te belichamen.
Docb naarmate de ontwikkeling van bet
volk toeneemt; naarmate bet geesteljjkkrach
tiger wordt en daardoor minder ontvankeljjk
voor waanvoorstellingen en massasuggestie van
volksleiders, neemt dit gevaar af. En de ge
schiedenis leert trouwens, dat indien werkelyk
groote levensbelangen van het volk schade
ljjden tengevolge van de slechte leiding, waar
aan het zich hoeft overgegeven, het volk zich
tegen zyn verleiders en misleiders keert en
hun de heerschappij ontwringt.
Zoo winnen het op den duur in don poli
tieken strjjd slechts die opvattingen, die
ningen, welke werkeljjk in het belang van het
volk zjjn: dat zjjn de zoodanige, die de licha
melijke en politieke gezondheid en daarmede
het geluk der inwoners van een land helpen
bevestigen,
En indien dan de Regeering, ofschoon
hoogstwaarschijnlijk persoonlyk in do meerder
heid barer leden overtuigd, dat het algemeen
kiesrecht het meest is in het belang eoner
gezonde, harmonische ontwikkeling der samen
leving. liet bjj bet gebleken meeningsverachil
daaromtrent geraden oordeelt, den strjjd der
uieeningen omtrent dit punt volledige vrijheid
te verzekeren, dan toont zjj daarmede vertrou
wen te hebben in de levenskracht der idee
van bet algemeen kiesrecht onder eene bevol
king, op bot peil van ontwikkeling staande,
waarop zich ons volk bevindt. Eu daarmede
geeft zy blyk van waarlijk democratische
gezindheid.
Want wie niet vertrouwt, dat op den duur
een volk zijn hoogste belangen zelf kan be
seften, die gaat er niet toe over, voor te stel
len, om uit onze staatsregeling te doen ver-
dwjjnen alle struikelblokken voor de ontvoog
ding van ons volk in zyn geheel. En omge
keerd wie voorstelt in de Grondwet het al
gemeen kiesrecht vast te leggen, wetend, dat
bij de bestaande politieke verhoudingen de
kans op aanneming van dat voorstel geljjk nul
is, die handelt onpractisch en ondemocratisch
tevens. Want zulk een voorstel beperkt den
strjjd der meeningen omtrent liet kiesrecht
tot dit dilemmaóf de bestaande, onhoudbare
kiesrechtregeling, óf eone regeling, waarvan
de voorstellers weten, dat de meerderheid der
vertegenwoordigers van ons volk niet gediend
is. En zoodoende wordt aan eiken vooruitgang
in de richting van algemeen kiesrecht do pas
afgesneden.
Zeer zeker is het plicht der partyen, die
beeld propaganda te maken onder de bevol
king, en vau hun beginselvastheid te getui
gen, door, waar een Regcering iu gebreke
bljjft baar aandacht aan liet vraagstuk te
benkon, voorstellen tot invoering daurvaute
doen.
Dat heeft dan ook onze groep onder het
Kabinet-Kuyper in lmar voorstel tot grond
wetsherziening gedaan.
Maar plicht eoner Regeoring, die inziet dat
slechts langs ljjncn van geleideljjkheid het
kiesrechtvraagstuk hier te lande tot oplossing
kan worden gebracht, is het, door een doel
treffend voorstel die finale oplossing voor te
bereiden.
Niet. omdat zjj gelijk Het Volk het voor
stelt zoo graag allerlei academische debatten
over de beste kiesrechtregeling wil hooren en
zij zelf daaromtrent geen opiuie zou hebben;
maar omdat b&.ir inzicht in 't wezen van deu
politieken strjjd haar heeft geleerd, dat het
verkeerd is, een volksvertegenwoordiging een
denkbeeld te willen opdringen, waarvan deze
niet gediend is en omdat zy weet, dat bjj een
krachtig volgehouden actie onder de bevolking
ten gunste van algemeen kiesrecht, de tjjd wel
zal komen, spoediger wellicht dan menigeen
thans vermoedt, waarop eene meerderheid
daarvoor zal te vinden zyn. Eu dan zal de
tydroovendo omslag van grondwetswijziging
onnoodig zjjn geworden, om tot invoering van
het algemeen kiesrecht te geraken.
Onze conclusie is derhalveèn uit een oog
punt van theoretische, èn uit een oogpunt van
practische politiek, èn uit een oogpunt van
democratische politiek is het standpunt der
llogooring volkomen correct, volkomen ratio-
volkomen principieel En de zwakke
pogingen van liet Volk, om hieraan nog eenigs
zins te tornen, zullen dit voor ieder, die iu
staat is tot bet vellen van een zelfstandig
oordeel, in het helderste licht hebben gosteld.
V. D.
TWEEDE KAMER-
Aankoop Collectie-Si x.
Het voorstel tot aankoop van schilderjjen uit
de collectie-Six heeft in do afdeelingen der
Kamer tot een breedvoerige gedachtenwisseling
geleid. Daaruit valt aan te stippen, dat ver
scheidene leden het met de rogeering in hooge
mate zouden betreuren indien «het Melkmeisje"
in handen van den vreemdeling kwam te vallen.
Zjj gaven in overweging, dat de regecriDg
alsnog de noodige stappen zou doen om met
den tak der familie Six tot overeenstemming
te komen omtrent den aankoop van «het Melk
meisje" alleen.
Bjj vele loden vond meer bjjval het denk
beeld de schilderyen aan andere musea in ons
land in bruikleen af te staan dan ze te ver-
koopen. Aankoop alleen van bet meesterstuk
van Vermeer werd van die zjjde weinig aan
bevelenswaardig geacht.
Met nadruk werd intusschen opgekomen
tegen de meening, dat met het aannemen van
het voorstel onze nationale waardigheid niet
zou zjjn gemoeid eu zy achtten het onver-
antwoordeljjk het aangevraagde crediet niet
toe te staan.
wicht houden, óf ongeljjk in sterkte bljjken vóór algemeen kiesrecht zijn, voor dat denk
BENOEMINGEN. ENZ.
Bjj kon. beslnit
zyn bevorderdtot hoofdcommies der poste
rijen, W. G. A. Feltzer, thans commies lste kl.
tot commies 2de kl.J. G. Wuyster, B. J. E.
ten Brink, P. J. N. Hofslag en F. Leinweber,
allen thans commies 3de kl.tot commies 3de
kl.J. P. Remmers, W. O. Hardon, F'. Scher-
penhuyzen en G. M. A. J. Smitt, allen thans
commies 4de kl.
is ingetrokken de benoeming van den in
specteur der directe belastingen enz. J. J. C.
Gaymans te Ommen, tot inspecteur der zelfde
middelen te Bergen op Zoom
is do met verlof in Europa aanwezige
militaire apotheker eerste kl. van het leger in
N.-L, H. Bruins, op verzoek, wegens volbrach-
ton dienst, eervol uit den militairen dienst
ontslagen, met toekenning van pensioen.
De luit. t/z. lo kl. B. Schreuders en de luit.
t/z. 2e kl. J. van Hengel worden resp. ge
plaatst in de directie der marine te Amsterdam
en aan boord Hr Ms wachtschip aldaar.
De luit. t/z, 2e kl. A. W. Boeke wordt in
activiteit gesteld te 's Gravenbage.
De adelborsten le kl. bij de Kon. marine-
reserve W. J. Swart en J. G. Dekker worden
geplaatst reap, aan boord van Hr Ms pantser-
schip Piet Hein en Er Ms instructieschip Atjeh.
De adelborst le kl. bjj voornoemde reserve
L. A. de Rochefort Mulder, dienende aan boord
van Hr Ms pantserschip Piet Hein, wordt van
deze plaatsing ontheven.