1I1DDËLBUR0SC1IE COURANT.
Vrijdag
20 September.
N". 222
130' Jairgang.
1907.
Deze courant verschijnt d a g e lij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp. f2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Therm, alhior en tel. weerbericht van hot K. N. Met. Inatit. te Bilt.
19 §ept. 8 u. vm. 57 gr., 12 u. 67 gr., av.4 u. 65 gr. —Hoogste barom. stand 774.6 te Oxford,
laagste 757.0te Bodo. Verwachting tot den avond van 20 Sept.: zwakke veranderlijke en
uiteenloopende wind, licht bew. lucht, droog weer, overdag iets warnier temp en mogel. nachtvorst.
Ad verten tiön: 20 cent per regel. Bij abonnement veel lager. Geboorte-, dood- en
alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50elke regel meer
20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innomen.
Tot de plaatsing van advertentidn en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is gerechtigd het Algemeen Adverteutfe-llnrruii A. I»E I.A
MAR Ax., N.Z. VourbnrgH»! V(i6, Amsterdam.
Middelburg 19 September.
Kameroverzicht.
Eigenlyk gezegd, .is de titel nu niet juist
gekozen, want er valt niets te «overzichten",
maat hjj is nu eenmaal gejjkt.
De zitting van Woensdag gaf onzen gewaar-
deerden medewerker, wiens taak weër aan
vangt, geen aanleiding tot een overzicht. Het
waren de gebruikelijke formaliteiten die toen
plaats hadden, on de gewone toespraken welke
gehouden werden.
Het zal onzen lezers, en menige lezeres zeker
ook- wel, opgevallen zjjn dat die medewerker
nietsgeschrevon heeft over de plechtige opening
van bet nieuwe zittingjaar der Staten-Generaal.
Hjj heoft dit niet kunnen doen door eone
bijzondere omstandigheid, eene zeer onaangena
me bejegening, waaraan hjj heeft bloot gestaan.
Wat kjj ondervond, beschrjjft hjj aldus
Dinsdag moest ik voor do opening der Sta
ten-Generaal in bet gebouw dor Tweede Kamer
zjjn. Dit heeft echter niet zoo mogen wezen.
Wat daarvan de roden is
Bjj den ingang vond ik een inspecteur van
politie, die my den toegang weigerde. Consigne
luidde «geen toegang". Of ik dezen beer nu al
trachtte uit te leggeu, dat ik zoo alle jaren
myn kaart bjj de griffie kwam halen, het hielp
niets. «Consigne", enz. enz.
Nu, best, dut is een standpunt, wel is waar
afwijkend van de vroegere gewoonte, maar
waar men desnoods vrede mede kan hebben
mits in behoorlijke beleefde termen toegelicht
en vergezeld b. v. van het aanbod om iemand
even naar boven te sturen als de persoon dan
volstrekt niet zelf mocht gaan. Zoo handelt
een welwillende, beleefde politiebeambte.
Maar wat o vork wam mjj
Nog vóór dat ik myn gesprek met den in
specteur goëindigd had, kwam in eens uit de
vestibule dor kamer deinspoctcu» VanRossum
op ons toegeschoten, die tegen zjjn collega
w o o r d e 1 jj k ze;de«Ja, die man (ik spa
tieer om den nadruk te leggen op don uiterst
wolwillenden en beschaafden toon) is van de
Middelbunjsche Courantverder signaleerende
»die is altjjd zoo lastig" en zich tot mjj wen
dende riep «er uit" en dat deed wel bjj
dit optreden de deur toe zich ten slotto
de verregaande impertinentie veroorloofde mjj
onmiddollyk bjj myn jas te pakken en
zelfs een duw to geven. Ik zeg «verregaande
impertinentie" omdat mijnerzijds natuurljjk
zelfs niet do gedachte waB opgekomen mij
tegen do politie te verzetten.
Het spreekt van zelf dat ik my toen ver
wijderd heb. Mot dergelyke autoriteiten spreekt
men als beschaafd man geen woord meer, en
ter bevoegder plaatse zal door mjj over deze
onhebbeljjke bejegening natuurljjk beklag
worden gedaan.
Ik \ormeon echtor, dat zulks ook publieke
lijk dient te geschieden, Eu wel tor korte toe
lichting van het signalement «die is altjjd zoo
lastig." Zou die opvatting misschien met den
onbeschaafden toon en het onwelvoegeljjk ge
drag verband houdon Dat «altjjd" kan ten
minste niet anders dan op dien heer slaan,
want in de jaren dat ik hier woon heli ik
persoonljjk nooit eenige reden tot klagen over
de politie gehad, die sedert het optreden van
den togenwoordigon hoofdcommissaris aanmer
kelijk verbeterd is.
Maar ik herinner mjj een klein voorval dat
ik bjjna reeds vergeten was, maat waarmee
dat vriendelijke signalement misschien ver
band kan houden. By het uitgaan van een
der voltalligo zittingen der Vredesconferentie
n.l. had bjj de Ridderzaal de wacht dezelfde
inspecteur Van Itossum, die toen op zeer on-
tactvollo wjjze conigo vreemde journalisten,
onder wio ccn dame, en mjjn persoon op zjj
drong. Evenmin als hjj heden zjjn handen
bljjkbaar thuis kon houdon, kon bij 't toen.
Want hy maakte allorlei strenge bewegingen
met een sabelschedo, misschien vergetende
dat hjj op 't Binnenhof on niet in't aclitorom
van een kroog stond tegenover een dronkon-
manspubliek. Wetende dat noch de burge
meester noch de hoofdcommissaris van politie
met dorgeljjke zaken plogon te spotten, heb ib
toon geen gevolg gegeven aan liot aanvanke-
lyk verlangen, ën. van de ontstemde buiten
landers, voor wie ik mjj oorljjk gezegd over
dat Russisch optreden van onzen politieheer
»man'\ zou de inspecteur Van Rossum zeg
gen schaamde, én van mjj zelf, om een
klacht in te dienen.
Zou deze welwillende houding hem nu in
den waan gebracht hebben, dat hjj in dien trant
crescendo kan doorgaan
In elk geval, al kon het gebeurde van heden
niet ongedaan gemaakt worden, zoo meen ik
tnch dezo aanklacht ook hier te moeten da.ep;
voornamelijk omdat morgen misschien een
andere journalist dezelfde bejegening van
dezen zonderlingen inspecteur kan ondervinden
als beden mjj wedervoer, en wellicht vóór mjj
al velen uit hot publiek dezelfde ervaring op
deden personen die zich niet in het open
baar kunnen uitsproken.
Dank dus het bjjzonder tactvol optreden van
dezen «Haagschen" inspecteur, kon ik u
ui ets over do openings'/fitting uiededeelen.
De flnantieclc toestand.
Wij zullon onze lezers maar niet vermoeien
met de cijfers uit do finantieele nota van den
Minister van financiën, maar liever daarover
iets meer genietbnars nieodeelon.
De nota, zegt hot llbld., bevat veel bemoe
digends. Do jaren 1905 en 1906 zjjn voor
's lands geldmiddelen zeer voordeelig geweest.
Voor boide waren de begrootingen vastgesteld
met aanzienlijke tekorten, maar blijkens de
uitkomst zjjn deze in overschotten veranderd.
In 1905 was het tekort op bjjna 9 milliocn
geraamd en thans kon de Minister rnee-
deelen, dat er een overschot van 2l/4 millioen
is geweest. Voor 1896 was oorspronkelijk een
ongedekt bedrag van ruim 10'/4 millioen aan
genomen, en de uitslag hoeft mode tusschen
alle inkomsten en uitgaven een gunstig ver
schil van ruim 2'/s millioen gebracht.
Dezo heugelijke eindcjjfors zjjn grootondeols
e danken aan de ruimere opbrengst der be
lastingen in beide jaren, vooral in 1906, toen
zjj 8"/i millioen boven de raming opbrachten,
waar toen nog 1 millioen moer dan verwacht
was kwam uit hot aandeel van den Staal in
de winsten dor Nederlandsehe Bank.
Zooals men weet aldus eindigt hotzelfde
blad zjjne beschouwing over" die nota heeft
de Minister in beide vorige jaren, tegenover
de geraamde tekorton, oen onverwijlde ver
sterking der middelen noodig geacht, en wer
den voor 19067 10 opcenten gelegd op de
vermogens- en op de bedrijfsbelasting. Voor het
jaar 1907—1908 heeft de Minister toegegeven
aan den aandrang der Kamer om mot het
oog vooral op do goede uitkomsten van 1906
het voorstel omtrent de opcenten terug te
nemen. Ditmaal ontbreekt zelfs zulk een voor
stel, on terecht. Wegens de vrjj gunstige op
brengst der middelen, tot dusver in dit jaar,
mag zulk eeu belastingverzwaring achterwege
worden gelaten j slechts om zeer dringende
reden behoort daartoe te worden overgegaan-
Bovendien wijst do Minister op de belasting
herziening, door hem roeds grootendeels voor-
gedragon en waaruit bjj aanneming versterking
van de Iljjba-geldmiddelen zal voortvloeien.
Wij vernemen echter niets van do ontwerpen,
daartoe volgens zjjn vroegere uiteenzetting
behoorende en nog niet ingediend. Wjj
hopen daarover spoedig te worden ingelicht
by het antwoord op hot Kamerverslag betref-
fendo de Rijks-inkomstenbelasting.
Over het algomoon gesproken, geeft de rnil-
lioenonnota reden om zonder grooto bezorgd
heid aan de naaste toekomst der Ryks-geld-
middelen todenken, al bljj ren voorzichtigheid
en ook zuinigheid op dat gebied vooral on
misbare oieehon van oen good beleid.
Als tegenhanger van dezo optimistische
beschouwing laton wjj hier volgen wat de
Nieuwe Arnli. Crt opmerkt
Al maken doze becijferingen geen bepaald
ongnnstigon indruk, zoo levert toch eone be
grooting mei een geraamd tekort van ruim
f 4 millioen op dc gewone uitgaven, geen
bowjjs op voor een gezonden financieelen toe
stand, ook al noonit men, op grond van de
gunstige uitkomsten van vorige jaren, terecht
aan, dat dit tekort door do stjjging der mid
delen geheel of nagenoeg zal worden gedokt.
Bovendien mag niot uit het oog worden
verloren, dat op do begrooting niets voorkomt
ten behoovo van de uitvoering van sociale
wotten.
Kan men er zich dus mee vcreonigen, dat
de Ministor eone tjjdoljjko versterking der
middelon door opcentonhefiing onnoodig oor
dcolt, uit bovenstaande volgt voldoondo dat
dc noodzakoljjkhcid oonor bljjvendo verster
king ook nu nog onverzwakt bljjft bostaun.
TROONREDE.
Ook volgons do Artih. CrU ademt dit staats
stuk eon kalinen en rustigen toon on in stel-
ligen, maar eonvoudigeu vorm kondigt het de
voornemens der Regeoring aan.
In twee opzichten zoo merkt het blad
verder op is 't eone Troonrede als bjjna al
hare voorgangsters; ze bevat meer dan in
ééne zitting kan worden tot stand gebracht en
ze Iaat den lezer in 't duister omtrent de
rangorde, waarin do aangekondigde ontwerpen
zullen worden ingediend, 't Is als altjjd een
raden naar de bedoeling, waarmede in de ver
schillende zinanedon de woordjes spoedig,
weldra, eerlang enz. zyii gebezigd, een zoeken
naar bet verschil in beléokonia tusschen voor
stellen, welke do Kamer weldra v.nllen be
reiken, welke voorbereid of gereed zjjn, en
welke aan het oordeel dor Staten-Generaal
zullen worden onderworpen.
Na eene opsomming van de in de rede aan
gekondigde voorstellen, scliryft genoemde
courant vorder.
Voor nt overige beeft elk departement zjjn
aandeel in do lange ijjst van voorstellen, welke
de Troonrede aankondigt en dio van groote
werkzaamheid der Ministers getuigt. Staan in
dit opzicht Justitie en Landbouw, Handel en
Njjverheid bovenaan, daarbjj mag toch niet
over het hoofd gezien worden, dat belangrjjkc
wetsvoordrachten, wolke reeds in de Troon
rede van 1905 of in dio van 1906 werden
aangekondigd, voor een deel reeds ingediend
en zelfs bjj do Kamer iu onderzoek zjjn, zon
der eenige verklaarbare reden in de Troon
rede van Dinsdag nu eens opnieuw genoemd,
dan weder met stilzwijgen voorbijgegaan zijn.
In elk geval is er of komt er nog genoeg
werk aan den winkel, om de Kamers in.de
gelegonheid te stellen ruime stof te leveren
voor do Blnitingarede van September 1908. Of
de daarvoor onmisbare geest van samenwer
king in het nieuwe zittingjaar Kabinet en
Parlement beiden bezielen zal, is ovenwei in
dc bestaande zoor buitengewone politieke om
standigheden meer dan ooit o< n geheim der
toekomst. Het Kabinet hoeft uiet de Troon
rede van Dinsdag zjjnorzjjda bljjk gegeven niet
slechte van zjjn goeden wil, maar ook van zjjn
stellig voornemen vast te houden aan het
program, waarmee hot in 1905 is opgetreden.
Al hadden wij niet anders verwacht, toch is
't onB oen roden tot vre. gdc. dat de Troonrede
hieromtrent volle zekerheid heeft gegeven.
Dc l'rov. tironimjer Courant wjjat, evenals zoo
vele andore bladen, er op dat alle andere mede-
deolingon en verklaringen, die de troonrede
dezo maal ten boste geeft, in de schaduw
worden gesteld door, op den achtergrond treden
bij hetgeen zjj inhoudt omtrent de grondwets
herziening.
Het voorstel daartoe wordt nadrukkelijk als
voor indiening rjjp aangekondigd en zjjn om
vang omlijnd. «Voorstellen" zoo luidt hot
«tot het brongen van veranderingen in het
derde on in het viordo hoofdstuk van de
grondwet zullen u eerlang bereiken." Dit be-
teekent dat do staatscommissie voor een niet
onaanzienlijk deel monniken werk heeft ver
richt; dat van do meer algemoene herziening,
door haar voorgestaan, niets zal komen, maar
de arbeid streng zich zal bepalen tot wyziging
van de artikelen over het kiesrecht en van
die welke zich daaromheen groepeeren, daar
mede staan in rechtstreelrsch of zjjdelingsch ver
band.
Of het van de rogeoring goed gezien is de
grondwetsherziening zóo eng te omljjnen als
blijkens do troonrede geschieden zal, is de
vraag. Maar stellig moot het in hot kabinet
worden geprezen dat het niot het oor heeft
geleend aan den raad de gedachte aan grond
wetsherziening to laten varen na den uitslag
der algemeono verkiezingen voor de provin
ciale staton. Do regeering was het aan de
omstandigheden, waarónder zjj i'b opgetreden
en aan program, ontrold by bare eersto aan
raking met de stateu-goneraal, verplicht althans
de kiesrechtparagrafen der grondwet ter hand
te nemen en daarvan de herziening te bevor
deren.
Verder bepaalt het blad zich tot eene opsom
ming dor troonrede, waaruit hot opmaakt dat
aan alle departementen hard gewerkt wordt.
TWEEDE KAMER.
In de Woonsdug gebonden zitting heeft de
waarnemende voorzitter, de beer Van Alphen,
den heer Röell in deze bewoordingen toege
sproken
«Hooggeachte beer Röell
Ia deu oudsto van jaren zal men hot niot
wrakon, dat hy hot oogonblik wolkom hoot,
waariu hy zyne, tcouwoua niot zware taak voor
de gewis niet lichte der definitieve loidÏDg in
dc Kamer aan u mag overdragen. Mjj wil het
toosclijjncn wellicht ia ook dit aan don
hoogon loeftyd te wjjtcn dat do taak van
onzen voorzitter van jaar tit jaar zwaarder
wordt. Wel wordt hy mot kracht gesteund
door onze zeer bekwame en voljjverigo griffie
in do regeliug van don arbeid, maar de leiding
der beraadslagingen stelt voor den president
steeds hoogor oischon aan hot talent, aan
toewijding en goduld.
IntuBBchen. dc Kamer door hare voordracht
on de Koningin door hare benoeming, waar
mede ik u van harte zal mogen golukweusehen,
schonken u opnieuw het vertrouwen on zeker
zjjn voor u in do vervulling uwor roeping do
bozwaren niet onoverkomelijk. Gjj, van uwe
zijde, stelt daartegenover den moed, opnieuw
uwen achouder onder don last te te zetten.
Moge bjj het torsen daarvan de kracht en bet
licht van den Heere God u bestendigden ver
menigvuldigd worden.
Ik beb de oot u te verzoeken den voorzitter-
stoel van my te willen overnemen."
Deze rede word toegejuicht.
Hierna nam jhr mr. J. Röell den voorzitters-
zetel in en sprak staande de volgende rede uit,
«Mjjne beeron!
Door Hare Majesteit de Koningin benoemd
tot voorzitter dezer Knmer voor hot tijdperk
der pus geopende zitting en gereed als zooda
nig hare werkzaamheid to leiden, voegt mjj
allereerst een woord van diepgevoeldon dank
zoowel, voor uw, voor mjj zoo vereorende
voordracht, als voor het vertrouwen, door dc
Kroon bjj vernieuwing in mjj gestold. Het ligt
niet in mijn bedoeling in beschouwingen t'
treden omtrent den omvang der taak, welke
op hem rust, die zich geroepen ziet tot dit
ambt, thans wederom door mjj bekleed, even
min ook om een opzettoljjk beroep te doen
op uw aller medowerking en steun by de
vervullling daarvan.
Het eerste niet omdat in het in my thans
voor de derde maal gestolde vertrouwen di
voor mjj welkome aanwijzing ligt, dat ik in
het beantwoorden daarvan tot dusver niet a'
te zeer ben te kort geschoten. Het tweede niet.
omdat de ervaring, door my gedurende twei
zittingjaren opgedaan, zelfs den geringBten
twijfel niet wettigt of mjj zal ook ongevraagd
worden geschonken wat mjj voor een riebtige
waarneming mjjner betrekking onmisbaar i9.
Trouwens de vriendeljjko woorden, zoojuist
door den hooggeëerden tjjdeljjken voorzitter tot
mjj gericht, waarvoor ik hom hartelyk dank
zeg, sterken my in niet geringe mate om met
moed en opgewektheid, waaraan lichtvaardig
heid en zelfwaardoering vreemd bloven, de mjj
verstrekte opdracht te aanvaarden.
Ik bepaal er my dus toe om, voor zooveel
nog noodig, uwe aandacht te vestigen op den
gewichtigeu arbeid, die ons gemeenschappelijk
wacht, hetzjj die bestaat in do verdere behan
deling en zoo mogelijk afdoening van belang
rijke wetsontwerpen, die tot dusver onafge
daan bleven, hetzij die betreft het voorberei
dend onderzoek der voor ons volksleven ingrjj-
pende voorstellen, welke worden aangekondigd
in de troonrede, waarmede het Hare Majesteit
de Koningin heeft behaagd de gewone zitting
der Staten-Generaal te openen.
't Behoeft wel geen betoog, dat naarmate
de beteekenis ryst van do ingediende wets
voordrachten, ook te hooger eischen worden
gesteld aan de behandeling onzerzijds daarvan,
zoowol in formeelen zin met 't oog op onze
wyze van werken, als vooral ook in mate-
rieelen zin, zoover betreft het grondwettelijk
geboden gemeen overleg, teneinde zoo moge
lijk overeenstemming te bovorderen tusschen
zich voortdurend openbarende verschillen vaD
inzicht.
Moge 't ons worden gegevon om onder Gods
zegen werkzaam te zijn in 't duurzaam belang
van ons gemeenschappelijk vaderland".
De kennisgeving van het ovorljjdon van den
heer P. L. Tak zal door do Knmor mot een
brief van rouwbeklag beantwoord worden.
Overeenkomstig oen voorstol van den voor
zitter werd het ontwerp tot verzekering vai
personen, werkzaam in zeovaaitbedryven, in
handen gesteld van de commissie van voor
bereiding dor verzekeringswetten.
Motor- en ltywic lwet 1905.
Er is door do Regeering een wyziging van
de Motorwet voorgesteld, waardoor in do eer
ste plaats de twjjfel wordt opgeheven of deze
wet ook alle voetpaden buiten do bebouwde
kommen der gemeenten onttrokt aan het ge
zag van do plnatscljjke overheid, ten opzichte
van beperkende bepalingen voor hot motor
en rij wiel verkeer.
Wordt bot nu ingediende ontwerp wet, dan
zullen alleen die voetpaden, welke bcbooren
tot dc rywegen, aan de plaatselijke verorde
ningen worden onttrokken.
Verder wordt by dit ontwerp mogolyk, dal
gemeentebesturen sommigo straton enz. af
sluiten voor ry wielen en motorrijwielen, zonder
dit tevons voor automobielen to doen of wel
alle motorrijtuigen weren, doch gewone fietsen
toelaton.
Eindelijk krygon do gemeentebesturen hot
rechtk ook voor do wegen, voor doorgaand ver
keer bestemd, voor zoover deze binnen de be
bouwde kommen liggen, een maximum-snel
heid voor te schryvon, mits dezo niet zjj onder
15 K.M. per uur.
De Minister verklaart echter zelf voor de
veiligheid niet veel heil te zien in eon maxi
mum-snelheid, doch meent, dat met het oog
op de atofplaag b.v. een matige gang in be
bouwde kommen aanbeveling kan verdienen.
BENOEMINGEN. ENZ.
Bij kon. besluit:
is aan den ritmeester J. L. Völckor, van hot
4de regiment huzaren, op zjjne aanvrage,
onder toekenning van ponsioen, f721 %s jaars,
eervol ontslag uit den militairon dienst ver
leend en is hy henoomd tot reserverituieestor
by het wapen der cavalerie, en wol bjj hot
4de regiment huzaren
is aan den heer A. Hector Otto, consul der
Nederlanden to Monaco, op verzoek oor vol
ontslag als zoodanig verleenden
is henoemd tot tjjdelyken tweedon hiologi-
schen assistent bjj het rjjksinetituut voor het
onderzoek der zee te Den Helder P. A. Diotz,
candidaat in de zoölogie en botanie, te 's-Gra-
vonbagc.
De luit. t. z. late kl. C. Krujjaendeluit.t.z.
2e kl. J. van Hengel, uit O.-Indië in Nodor-
land teruggekeerd, worden op non-activiteit
gesteld.
Bond van Vrije Liberalen.
Volgens het beginselprogram van dien Bond
achten de "Vrije Liberalen, voorop stellende,
dat het grondwettig koningschap door de his
torie voor Nederland aangewezen is als de meest
gewen6chte regecringsvorm, voor alles noodig:
eene Rogeering krachtig in de handhaving
van ordo cn gezag
eene wetgevende macht, door hare samen
stelling en machtsrogeling het evenwicht
handhavende in de behartiging der'volksbe
langen
eene onafhankelijke rechtspraak, do nale
ving van de wet, zoowel door de burgers als
door elk orgaar. van openbaar gezag, verze
kerende.
In wetgeving en regoeringsbeleid wonschon
zjj de navolgende beginselen in toepassing te
zien gebracht
I. De Staat heoft de persoonljjke vrjj beid
van allen te eerbiedigen en te vorzekoron.
II. Inrichting en werking van het staats
bestuur hehooren onafhankelyk te zjjn van
eiken invloed van kerkelyke leerstellingen.
III. Als waarborg voor de onpartjjdige be
hartiging der onderscheidene volksbelangen
naarmate van hunne beteekenis voor de ge
meenschap, behooren de Staten-Generaal te
bestaan uit twee Kamers, op verachillendo
wjj ze verkozen en met zoodanige grondwette
lijke bevoegdheden hekleed, dat aan beide
nagenoeg gelyke invloed op de wetgeving zjj
verzekerd.
IV. De wetgeving atrekke tot verheffing
van het stoffelyk, geesteljjk en zedelyk peil
van het geheelo volk.
T. De staat hevordere den bloei van han
del, ny verheid en landboaw ter vorhooging van
do economische kracht van het volk
door handhaving van het vryhandelBtolsol,
door het verstrekken of steunen van han
dels-, ambachts-, vak- on landbouwonderwijs,
door bevordering van een, zooveel mogolyk
allen deelen van het land ton goodc komend,
snel en goedkoop verkeer.
Wat inzonderheid de njjverheid betreft
door bij bet opleggen van lasten en belem
meringen, welke wegens hoogere belangen
noodzakeljjk zijn, in bet oog te lioudon dat
vrijheid van beweging levensvoorwaarde is
voor bare ontwikkeling zoowel in betbinnen-
landsch verkeer als bjj mededinging op do
buitenlandsche markt.
Wat inzonderheid den landbouw betreft:
door medewerking en steun te verleonon
aan het streven naar verbetering van aard,
hoeveelheid en afzet der voortbrengselen van
den nationalen bodem on door do econouiiscko
zelfstandigheid en welvaart van booronetund
en plattelandsbevolking to bolpon vorzekoron.
"VI. Op de ovorhcidbljjve dê zorg voor doug-
doljjk onderwjjs in al zjjne vertakkingen ruston.
Vil. By do regeling van hot burgorljjk
proces worde, mot behoud van voldoende
waarborgen voor oepo doeltreffende rechtsple
ging, gestreefd naar eone zoo min niogoljjk
tijdroovende en woinig kostbare wyze van
gedingvooring.
VIII. De inrichting "van leger en vloot ge
schiede op dougdeljjk militairen voet.
IX. Bjj het beheer van alle onderdooien der
staathuishouding sta beleidvolle zuinigheid op
den voorgrond.
X. Hot koloniale beleid moet gericht zijn
op het welzyn der koloniën in verband met
dat van bet moederland.