1I1DDËLBUR0SC1IE COURANT. Vrijdag 20 September. N". 222 130' Jairgang. 1907. Deze courant verschijnt d a g e lij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp. f2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Therm, alhior en tel. weerbericht van hot K. N. Met. Inatit. te Bilt. 19 §ept. 8 u. vm. 57 gr., 12 u. 67 gr., av.4 u. 65 gr. —Hoogste barom. stand 774.6 te Oxford, laagste 757.0te Bodo. Verwachting tot den avond van 20 Sept.: zwakke veranderlijke en uiteenloopende wind, licht bew. lucht, droog weer, overdag iets warnier temp en mogel. nachtvorst. Ad verten tiön: 20 cent per regel. Bij abonnement veel lager. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innomen. Tot de plaatsing van advertentidn en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is gerechtigd het Algemeen Adverteutfe-llnrruii A. I»E I.A MAR Ax., N.Z. VourbnrgH»! V(i6, Amsterdam. Middelburg 19 September. Kameroverzicht. Eigenlyk gezegd, .is de titel nu niet juist gekozen, want er valt niets te «overzichten", maat hjj is nu eenmaal gejjkt. De zitting van Woensdag gaf onzen gewaar- deerden medewerker, wiens taak weër aan vangt, geen aanleiding tot een overzicht. Het waren de gebruikelijke formaliteiten die toen plaats hadden, on de gewone toespraken welke gehouden werden. Het zal onzen lezers, en menige lezeres zeker ook- wel, opgevallen zjjn dat die medewerker nietsgeschrevon heeft over de plechtige opening van bet nieuwe zittingjaar der Staten-Generaal. Hjj heoft dit niet kunnen doen door eone bijzondere omstandigheid, eene zeer onaangena me bejegening, waaraan hjj heeft bloot gestaan. Wat kjj ondervond, beschrjjft hjj aldus Dinsdag moest ik voor do opening der Sta ten-Generaal in bet gebouw dor Tweede Kamer zjjn. Dit heeft echter niet zoo mogen wezen. Wat daarvan de roden is Bjj den ingang vond ik een inspecteur van politie, die my den toegang weigerde. Consigne luidde «geen toegang". Of ik dezen beer nu al trachtte uit te leggeu, dat ik zoo alle jaren myn kaart bjj de griffie kwam halen, het hielp niets. «Consigne", enz. enz. Nu, best, dut is een standpunt, wel is waar afwijkend van de vroegere gewoonte, maar waar men desnoods vrede mede kan hebben mits in behoorlijke beleefde termen toegelicht en vergezeld b. v. van het aanbod om iemand even naar boven te sturen als de persoon dan volstrekt niet zelf mocht gaan. Zoo handelt een welwillende, beleefde politiebeambte. Maar wat o vork wam mjj Nog vóór dat ik myn gesprek met den in specteur goëindigd had, kwam in eens uit de vestibule dor kamer deinspoctcu» VanRossum op ons toegeschoten, die tegen zjjn collega w o o r d e 1 jj k ze;de«Ja, die man (ik spa tieer om den nadruk te leggen op don uiterst wolwillenden en beschaafden toon) is van de Middelbunjsche Courantverder signaleerende »die is altjjd zoo lastig" en zich tot mjj wen dende riep «er uit" en dat deed wel bjj dit optreden de deur toe zich ten slotto de verregaande impertinentie veroorloofde mjj onmiddollyk bjj myn jas te pakken en zelfs een duw to geven. Ik zeg «verregaande impertinentie" omdat mijnerzijds natuurljjk zelfs niet do gedachte waB opgekomen mij tegen do politie te verzetten. Het spreekt van zelf dat ik my toen ver wijderd heb. Mot dergelyke autoriteiten spreekt men als beschaafd man geen woord meer, en ter bevoegder plaatse zal door mjj over deze onhebbeljjke bejegening natuurljjk beklag worden gedaan. Ik \ormeon echtor, dat zulks ook publieke lijk dient te geschieden, Eu wel tor korte toe lichting van het signalement «die is altjjd zoo lastig." Zou die opvatting misschien met den onbeschaafden toon en het onwelvoegeljjk ge drag verband houdon Dat «altjjd" kan ten minste niet anders dan op dien heer slaan, want in de jaren dat ik hier woon heli ik persoonljjk nooit eenige reden tot klagen over de politie gehad, die sedert het optreden van den togenwoordigon hoofdcommissaris aanmer kelijk verbeterd is. Maar ik herinner mjj een klein voorval dat ik bjjna reeds vergeten was, maat waarmee dat vriendelijke signalement misschien ver band kan houden. By het uitgaan van een der voltalligo zittingen der Vredesconferentie n.l. had bjj de Ridderzaal de wacht dezelfde inspecteur Van Itossum, die toen op zeer on- tactvollo wjjze conigo vreemde journalisten, onder wio ccn dame, en mjjn persoon op zjj drong. Evenmin als hjj heden zjjn handen bljjkbaar thuis kon houdon, kon bij 't toen. Want hy maakte allorlei strenge bewegingen met een sabelschedo, misschien vergetende dat hjj op 't Binnenhof on niet in't aclitorom van een kroog stond tegenover een dronkon- manspubliek. Wetende dat noch de burge meester noch de hoofdcommissaris van politie met dorgeljjke zaken plogon te spotten, heb ib toon geen gevolg gegeven aan liot aanvanke- lyk verlangen, ën. van de ontstemde buiten landers, voor wie ik mjj oorljjk gezegd over dat Russisch optreden van onzen politieheer »man'\ zou de inspecteur Van Rossum zeg gen schaamde, én van mjj zelf, om een klacht in te dienen. Zou deze welwillende houding hem nu in den waan gebracht hebben, dat hjj in dien trant crescendo kan doorgaan In elk geval, al kon het gebeurde van heden niet ongedaan gemaakt worden, zoo meen ik tnch dezo aanklacht ook hier te moeten da.ep; voornamelijk omdat morgen misschien een andere journalist dezelfde bejegening van dezen zonderlingen inspecteur kan ondervinden als beden mjj wedervoer, en wellicht vóór mjj al velen uit hot publiek dezelfde ervaring op deden personen die zich niet in het open baar kunnen uitsproken. Dank dus het bjjzonder tactvol optreden van dezen «Haagschen" inspecteur, kon ik u ui ets over do openings'/fitting uiededeelen. De flnantieclc toestand. Wij zullon onze lezers maar niet vermoeien met de cijfers uit do finantieele nota van den Minister van financiën, maar liever daarover iets meer genietbnars nieodeelon. De nota, zegt hot llbld., bevat veel bemoe digends. Do jaren 1905 en 1906 zjjn voor 's lands geldmiddelen zeer voordeelig geweest. Voor boide waren de begrootingen vastgesteld met aanzienlijke tekorten, maar blijkens de uitkomst zjjn deze in overschotten veranderd. In 1905 was het tekort op bjjna 9 milliocn geraamd en thans kon de Minister rnee- deelen, dat er een overschot van 2l/4 millioen is geweest. Voor 1896 was oorspronkelijk een ongedekt bedrag van ruim 10'/4 millioen aan genomen, en de uitslag hoeft mode tusschen alle inkomsten en uitgaven een gunstig ver schil van ruim 2'/s millioen gebracht. Dezo heugelijke eindcjjfors zjjn grootondeols e danken aan de ruimere opbrengst der be lastingen in beide jaren, vooral in 1906, toen zjj 8"/i millioen boven de raming opbrachten, waar toen nog 1 millioen moer dan verwacht was kwam uit hot aandeel van den Staal in de winsten dor Nederlandsehe Bank. Zooals men weet aldus eindigt hotzelfde blad zjjne beschouwing over" die nota heeft de Minister in beide vorige jaren, tegenover de geraamde tekorton, oen onverwijlde ver sterking der middelen noodig geacht, en wer den voor 19067 10 opcenten gelegd op de vermogens- en op de bedrijfsbelasting. Voor het jaar 1907—1908 heeft de Minister toegegeven aan den aandrang der Kamer om mot het oog vooral op do goede uitkomsten van 1906 het voorstel omtrent de opcenten terug te nemen. Ditmaal ontbreekt zelfs zulk een voor stel, on terecht. Wegens de vrjj gunstige op brengst der middelen, tot dusver in dit jaar, mag zulk eeu belastingverzwaring achterwege worden gelaten j slechts om zeer dringende reden behoort daartoe te worden overgegaan- Bovendien wijst do Minister op de belasting herziening, door hem roeds grootendeels voor- gedragon en waaruit bjj aanneming versterking van de Iljjba-geldmiddelen zal voortvloeien. Wij vernemen echter niets van do ontwerpen, daartoe volgens zjjn vroegere uiteenzetting behoorende en nog niet ingediend. Wjj hopen daarover spoedig te worden ingelicht by het antwoord op hot Kamerverslag betref- fendo de Rijks-inkomstenbelasting. Over het algomoon gesproken, geeft de rnil- lioenonnota reden om zonder grooto bezorgd heid aan de naaste toekomst der Ryks-geld- middelen todenken, al bljj ren voorzichtigheid en ook zuinigheid op dat gebied vooral on misbare oieehon van oen good beleid. Als tegenhanger van dezo optimistische beschouwing laton wjj hier volgen wat de Nieuwe Arnli. Crt opmerkt Al maken doze becijferingen geen bepaald ongnnstigon indruk, zoo levert toch eone be grooting mei een geraamd tekort van ruim f 4 millioen op dc gewone uitgaven, geen bowjjs op voor een gezonden financieelen toe stand, ook al noonit men, op grond van de gunstige uitkomsten van vorige jaren, terecht aan, dat dit tekort door do stjjging der mid delen geheel of nagenoeg zal worden gedokt. Bovendien mag niot uit het oog worden verloren, dat op do begrooting niets voorkomt ten behoovo van de uitvoering van sociale wotten. Kan men er zich dus mee vcreonigen, dat de Ministor eone tjjdoljjko versterking der middelon door opcentonhefiing onnoodig oor dcolt, uit bovenstaande volgt voldoondo dat dc noodzakoljjkhcid oonor bljjvendo verster king ook nu nog onverzwakt bljjft bostaun. TROONREDE. Ook volgons do Artih. CrU ademt dit staats stuk eon kalinen en rustigen toon on in stel- ligen, maar eonvoudigeu vorm kondigt het de voornemens der Regeoring aan. In twee opzichten zoo merkt het blad verder op is 't eone Troonrede als bjjna al hare voorgangsters; ze bevat meer dan in ééne zitting kan worden tot stand gebracht en ze Iaat den lezer in 't duister omtrent de rangorde, waarin do aangekondigde ontwerpen zullen worden ingediend, 't Is als altjjd een raden naar de bedoeling, waarmede in de ver schillende zinanedon de woordjes spoedig, weldra, eerlang enz. zyii gebezigd, een zoeken naar bet verschil in beléokonia tusschen voor stellen, welke do Kamer weldra v.nllen be reiken, welke voorbereid of gereed zjjn, en welke aan het oordeel dor Staten-Generaal zullen worden onderworpen. Na eene opsomming van de in de rede aan gekondigde voorstellen, scliryft genoemde courant vorder. Voor nt overige beeft elk departement zjjn aandeel in do lange ijjst van voorstellen, welke de Troonrede aankondigt en dio van groote werkzaamheid der Ministers getuigt. Staan in dit opzicht Justitie en Landbouw, Handel en Njjverheid bovenaan, daarbjj mag toch niet over het hoofd gezien worden, dat belangrjjkc wetsvoordrachten, wolke reeds in de Troon rede van 1905 of in dio van 1906 werden aangekondigd, voor een deel reeds ingediend en zelfs bjj do Kamer iu onderzoek zjjn, zon der eenige verklaarbare reden in de Troon rede van Dinsdag nu eens opnieuw genoemd, dan weder met stilzwijgen voorbijgegaan zijn. In elk geval is er of komt er nog genoeg werk aan den winkel, om de Kamers in.de gelegonheid te stellen ruime stof te leveren voor do Blnitingarede van September 1908. Of de daarvoor onmisbare geest van samenwer king in het nieuwe zittingjaar Kabinet en Parlement beiden bezielen zal, is ovenwei in dc bestaande zoor buitengewone politieke om standigheden meer dan ooit o< n geheim der toekomst. Het Kabinet hoeft uiet de Troon rede van Dinsdag zjjnorzjjda bljjk gegeven niet slechte van zjjn goeden wil, maar ook van zjjn stellig voornemen vast te houden aan het program, waarmee hot in 1905 is opgetreden. Al hadden wij niet anders verwacht, toch is 't onB oen roden tot vre. gdc. dat de Troonrede hieromtrent volle zekerheid heeft gegeven. Dc l'rov. tironimjer Courant wjjat, evenals zoo vele andore bladen, er op dat alle andere mede- deolingon en verklaringen, die de troonrede dezo maal ten boste geeft, in de schaduw worden gesteld door, op den achtergrond treden bij hetgeen zjj inhoudt omtrent de grondwets herziening. Het voorstel daartoe wordt nadrukkelijk als voor indiening rjjp aangekondigd en zjjn om vang omlijnd. «Voorstellen" zoo luidt hot «tot het brongen van veranderingen in het derde on in het viordo hoofdstuk van de grondwet zullen u eerlang bereiken." Dit be- teekent dat do staatscommissie voor een niet onaanzienlijk deel monniken werk heeft ver richt; dat van do meer algemoene herziening, door haar voorgestaan, niets zal komen, maar de arbeid streng zich zal bepalen tot wyziging van de artikelen over het kiesrecht en van die welke zich daaromheen groepeeren, daar mede staan in rechtstreelrsch of zjjdelingsch ver band. Of het van de rogeoring goed gezien is de grondwetsherziening zóo eng te omljjnen als blijkens do troonrede geschieden zal, is de vraag. Maar stellig moot het in hot kabinet worden geprezen dat het niot het oor heeft geleend aan den raad de gedachte aan grond wetsherziening to laten varen na den uitslag der algemeono verkiezingen voor de provin ciale staton. Do regeering was het aan de omstandigheden, waarónder zjj i'b opgetreden en aan program, ontrold by bare eersto aan raking met de stateu-goneraal, verplicht althans de kiesrechtparagrafen der grondwet ter hand te nemen en daarvan de herziening te bevor deren. Verder bepaalt het blad zich tot eene opsom ming dor troonrede, waaruit hot opmaakt dat aan alle departementen hard gewerkt wordt. TWEEDE KAMER. In de Woonsdug gebonden zitting heeft de waarnemende voorzitter, de beer Van Alphen, den heer Röell in deze bewoordingen toege sproken «Hooggeachte beer Röell Ia deu oudsto van jaren zal men hot niot wrakon, dat hy hot oogonblik wolkom hoot, waariu hy zyne, tcouwoua niot zware taak voor de gewis niet lichte der definitieve loidÏDg in dc Kamer aan u mag overdragen. Mjj wil het toosclijjncn wellicht ia ook dit aan don hoogon loeftyd te wjjtcn dat do taak van onzen voorzitter van jaar tit jaar zwaarder wordt. Wel wordt hy mot kracht gesteund door onze zeer bekwame en voljjverigo griffie in do regeliug van don arbeid, maar de leiding der beraadslagingen stelt voor den president steeds hoogor oischon aan hot talent, aan toewijding en goduld. IntuBBchen. dc Kamer door hare voordracht on de Koningin door hare benoeming, waar mede ik u van harte zal mogen golukweusehen, schonken u opnieuw het vertrouwen on zeker zjjn voor u in do vervulling uwor roeping do bozwaren niet onoverkomelijk. Gjj, van uwe zijde, stelt daartegenover den moed, opnieuw uwen achouder onder don last te te zetten. Moge bjj het torsen daarvan de kracht en bet licht van den Heere God u bestendigden ver menigvuldigd worden. Ik beb de oot u te verzoeken den voorzitter- stoel van my te willen overnemen." Deze rede word toegejuicht. Hierna nam jhr mr. J. Röell den voorzitters- zetel in en sprak staande de volgende rede uit, «Mjjne beeron! Door Hare Majesteit de Koningin benoemd tot voorzitter dezer Knmer voor hot tijdperk der pus geopende zitting en gereed als zooda nig hare werkzaamheid to leiden, voegt mjj allereerst een woord van diepgevoeldon dank zoowel, voor uw, voor mjj zoo vereorende voordracht, als voor het vertrouwen, door dc Kroon bjj vernieuwing in mjj gestold. Het ligt niet in mijn bedoeling in beschouwingen t' treden omtrent den omvang der taak, welke op hem rust, die zich geroepen ziet tot dit ambt, thans wederom door mjj bekleed, even min ook om een opzettoljjk beroep te doen op uw aller medowerking en steun by de vervullling daarvan. Het eerste niet omdat in het in my thans voor de derde maal gestolde vertrouwen di voor mjj welkome aanwijzing ligt, dat ik in het beantwoorden daarvan tot dusver niet a' te zeer ben te kort geschoten. Het tweede niet. omdat de ervaring, door my gedurende twei zittingjaren opgedaan, zelfs den geringBten twijfel niet wettigt of mjj zal ook ongevraagd worden geschonken wat mjj voor een riebtige waarneming mjjner betrekking onmisbaar i9. Trouwens de vriendeljjko woorden, zoojuist door den hooggeëerden tjjdeljjken voorzitter tot mjj gericht, waarvoor ik hom hartelyk dank zeg, sterken my in niet geringe mate om met moed en opgewektheid, waaraan lichtvaardig heid en zelfwaardoering vreemd bloven, de mjj verstrekte opdracht te aanvaarden. Ik bepaal er my dus toe om, voor zooveel nog noodig, uwe aandacht te vestigen op den gewichtigeu arbeid, die ons gemeenschappelijk wacht, hetzjj die bestaat in do verdere behan deling en zoo mogelijk afdoening van belang rijke wetsontwerpen, die tot dusver onafge daan bleven, hetzij die betreft het voorberei dend onderzoek der voor ons volksleven ingrjj- pende voorstellen, welke worden aangekondigd in de troonrede, waarmede het Hare Majesteit de Koningin heeft behaagd de gewone zitting der Staten-Generaal te openen. 't Behoeft wel geen betoog, dat naarmate de beteekenis ryst van do ingediende wets voordrachten, ook te hooger eischen worden gesteld aan de behandeling onzerzijds daarvan, zoowol in formeelen zin met 't oog op onze wyze van werken, als vooral ook in mate- rieelen zin, zoover betreft het grondwettelijk geboden gemeen overleg, teneinde zoo moge lijk overeenstemming te bovorderen tusschen zich voortdurend openbarende verschillen vaD inzicht. Moge 't ons worden gegevon om onder Gods zegen werkzaam te zijn in 't duurzaam belang van ons gemeenschappelijk vaderland". De kennisgeving van het ovorljjdon van den heer P. L. Tak zal door do Knmor mot een brief van rouwbeklag beantwoord worden. Overeenkomstig oen voorstol van den voor zitter werd het ontwerp tot verzekering vai personen, werkzaam in zeovaaitbedryven, in handen gesteld van de commissie van voor bereiding dor verzekeringswetten. Motor- en ltywic lwet 1905. Er is door do Regeering een wyziging van de Motorwet voorgesteld, waardoor in do eer ste plaats de twjjfel wordt opgeheven of deze wet ook alle voetpaden buiten do bebouwde kommen der gemeenten onttrokt aan het ge zag van do plnatscljjke overheid, ten opzichte van beperkende bepalingen voor hot motor en rij wiel verkeer. Wordt bot nu ingediende ontwerp wet, dan zullen alleen die voetpaden, welke bcbooren tot dc rywegen, aan de plaatselijke verorde ningen worden onttrokken. Verder wordt by dit ontwerp mogolyk, dal gemeentebesturen sommigo straton enz. af sluiten voor ry wielen en motorrijwielen, zonder dit tevons voor automobielen to doen of wel alle motorrijtuigen weren, doch gewone fietsen toelaton. Eindelijk krygon do gemeentebesturen hot rechtk ook voor do wegen, voor doorgaand ver keer bestemd, voor zoover deze binnen de be bouwde kommen liggen, een maximum-snel heid voor te schryvon, mits dezo niet zjj onder 15 K.M. per uur. De Minister verklaart echter zelf voor de veiligheid niet veel heil te zien in eon maxi mum-snelheid, doch meent, dat met het oog op de atofplaag b.v. een matige gang in be bouwde kommen aanbeveling kan verdienen. BENOEMINGEN. ENZ. Bij kon. besluit: is aan den ritmeester J. L. Völckor, van hot 4de regiment huzaren, op zjjne aanvrage, onder toekenning van ponsioen, f721 %s jaars, eervol ontslag uit den militairon dienst ver leend en is hy henoomd tot reserverituieestor by het wapen der cavalerie, en wol bjj hot 4de regiment huzaren is aan den heer A. Hector Otto, consul der Nederlanden to Monaco, op verzoek oor vol ontslag als zoodanig verleenden is henoemd tot tjjdelyken tweedon hiologi- schen assistent bjj het rjjksinetituut voor het onderzoek der zee te Den Helder P. A. Diotz, candidaat in de zoölogie en botanie, te 's-Gra- vonbagc. De luit. t. z. late kl. C. Krujjaendeluit.t.z. 2e kl. J. van Hengel, uit O.-Indië in Nodor- land teruggekeerd, worden op non-activiteit gesteld. Bond van Vrije Liberalen. Volgens het beginselprogram van dien Bond achten de "Vrije Liberalen, voorop stellende, dat het grondwettig koningschap door de his torie voor Nederland aangewezen is als de meest gewen6chte regecringsvorm, voor alles noodig: eene Rogeering krachtig in de handhaving van ordo cn gezag eene wetgevende macht, door hare samen stelling en machtsrogeling het evenwicht handhavende in de behartiging der'volksbe langen eene onafhankelijke rechtspraak, do nale ving van de wet, zoowel door de burgers als door elk orgaar. van openbaar gezag, verze kerende. In wetgeving en regoeringsbeleid wonschon zjj de navolgende beginselen in toepassing te zien gebracht I. De Staat heoft de persoonljjke vrjj beid van allen te eerbiedigen en te vorzekoron. II. Inrichting en werking van het staats bestuur hehooren onafhankelyk te zjjn van eiken invloed van kerkelyke leerstellingen. III. Als waarborg voor de onpartjjdige be hartiging der onderscheidene volksbelangen naarmate van hunne beteekenis voor de ge meenschap, behooren de Staten-Generaal te bestaan uit twee Kamers, op verachillendo wjj ze verkozen en met zoodanige grondwette lijke bevoegdheden hekleed, dat aan beide nagenoeg gelyke invloed op de wetgeving zjj verzekerd. IV. De wetgeving atrekke tot verheffing van het stoffelyk, geesteljjk en zedelyk peil van het geheelo volk. T. De staat hevordere den bloei van han del, ny verheid en landboaw ter vorhooging van do economische kracht van het volk door handhaving van het vryhandelBtolsol, door het verstrekken of steunen van han dels-, ambachts-, vak- on landbouwonderwijs, door bevordering van een, zooveel mogolyk allen deelen van het land ton goodc komend, snel en goedkoop verkeer. Wat inzonderheid de njjverheid betreft door bij bet opleggen van lasten en belem meringen, welke wegens hoogere belangen noodzakeljjk zijn, in bet oog te lioudon dat vrijheid van beweging levensvoorwaarde is voor bare ontwikkeling zoowel in betbinnen- landsch verkeer als bjj mededinging op do buitenlandsche markt. Wat inzonderheid den landbouw betreft: door medewerking en steun te verleonon aan het streven naar verbetering van aard, hoeveelheid en afzet der voortbrengselen van den nationalen bodem on door do econouiiscko zelfstandigheid en welvaart van booronetund en plattelandsbevolking to bolpon vorzekoron. "VI. Op de ovorhcidbljjve dê zorg voor doug- doljjk onderwjjs in al zjjne vertakkingen ruston. Vil. By do regeling van hot burgorljjk proces worde, mot behoud van voldoende waarborgen voor oepo doeltreffende rechtsple ging, gestreefd naar eone zoo min niogoljjk tijdroovende en woinig kostbare wyze van gedingvooring. VIII. De inrichting "van leger en vloot ge schiede op dougdeljjk militairen voet. IX. Bjj het beheer van alle onderdooien der staathuishouding sta beleidvolle zuinigheid op den voorgrond. X. Hot koloniale beleid moet gericht zijn op het welzyn der koloniën in verband met dat van bet moederland.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1907 | | pagina 1