MIDDELBIRGSCHE COl ISAM.
Donderdag
19 September.
N". 221.
130' Jaargang.
1907.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prjjs per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp. f2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Therm, alhier en tel. weerbericht van het K. N. Met. Instit. te Bilt.
18 Sept. 8 u. vm. 60 gr., 12 u. (16 gr., av. 4 u. 63 gr. —Hoogste barom. stand 774.6 te Oxford,
laagste 757.6ie Haparanda. Verwachting tot den avond van 19 Sept.: zwakke wind, afwis
selende bewolking, droog weer en iets warmere temperatuur.
Advertentiön20 cent per regel. Bij abonnement veel lager. Geboorte-, dood- en
alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50elke regel meer
20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiëa en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is gerechtigd het Algemeen Advertent ie-Bureau A. DE LA
MAR Ai., N.Z. Voorburgwal 366, Amsterdam.
Middelburg 18 September.
Sprokkelingen.
In verband met de jongste mededceling
omtrent de verzending met 1 Oct. van de
Engelscbe morgenpost voor Berljjn over
O s tend e, wenschen wij te herinneren aan
hetgeen door ons reeds in ons noinmer van 30
Januari 1L is geschreven over die toen te ver
wachten verandering en de gevolgen daarvan.
Destjjds is door ons uitvoerig aangetoond
dat het feit lang niet zoo ernstig is als dat
wordt voorgesteld door hen die den toestand
niet kennen.
Wij hebben toen reeds gemeld dat de vroeg-
post, die het hier geldt, in den regel bestaat
uit niet meer dan vjjf of zes zakken mot
brieven, bestemd voor de stad Berljjnen er
op gewezen dat, al werd die verzending aan
de Zeeland ontnomen, dit voor haar van weinig
beteekenis zou zjjn.
Wjj achten thans om overwegende redenen
het oogenblik nog niet daar om verder over
deze kwestie uit te weiden.
Te gelegonertjjd hopen wjj dit te kunnen
doen en dan zal, verwachten wjj, wel bljjken,
dat, zooftls wjj in Januari reeds schreven,
hiorbjj gerust van een storm in een glas water
kan gesproken worden.
«Onder in den zak vindt men de
rbkening," zoo sehrjjft men ons uit Goes
en vorder:
Zeker: er zjjn uitgaven gedaan, onkosten
gemaakt, door do gemoente, door vereenigingen,
door particulieren uitgaven nu ja, die mis
schien wel niet meevallen, die mogeljjk de
gemaakte raming overschrijden. Zeker, men
had geraamd do vetpotjes maar één avond te
laten branden, maar als op een tweeden avond
andere straten zoo vrooljjk verlicht zijn, dan
wil men zjjn buurt toch niet in hot donker
laten, en dus, vooruit maar de lichtjes
gaan by ons ook aankomt men over den
hond, dan raakt men toch allicht over don
staart. En daarom vindt men onder in den
zak de rekening.
Maar eilieve, wat vindt men boven in don
zak? 'k Zal 't u zeggen: een hoogst aange
name verschijning, onze geliefde Koningin,
met wie zelfs buitenlanders dwepen; en wat
zullen wjj dan In de tweede plaats een piot,
een genoegen, zooals belaas maar al te weinig
ip ons leven voorkomt; eentjjdeljjke verbroe
dering van alle partjjen tot Nederlanderseen
pret, die aanstekeljjk werkt en zelfs den
geboren misanthrope meesleept. Verschil van
stand en rang is tijdeljjk opgeheven men ver-
bljjdt zich met de bljjden. Men heeft meege
werkt, allen klein en groot, arm en rjjk, aan
één doel, het opluisteren van Ui[ joyewse entree
van H. M. onze diep vereerde Koningin.
Die aanzienljjke baten staan tegenover de
uitgaven.
Moeten wjj nog samen de balans opmaken?
Ik hoop van neen.
Bjj de oude Grieken sprak men van een
doos van Pandora. Daarin waren opgotast alle
mogelyke ellenden, die het menschdom konden
teisteren; op don bodem vond men: de hoop.
Maar wat beduidt do hoop, als men vooraf
hoeft kennis gemaakt met alles wat het lovon
kan teisteren on ellendig maken
Bjj don .zak", waarvan hier sprake is, is de
toestand juist andersom de rekening, die men
onderin vindt, is nietig in vergel jjking bjj den
lieven last, die daarbovon is opgestapeld.
De maand Augustus van dit jaar niagifltel
een zcor goodo voor 's Rjjks schatkist worden
genoemd. De Middelen toch hebbon een
aanzienljjke som meer opgebracht dan in
Augustus 1906 word ontvangen. Voor dit jaar
was de opbrengst f 12,898,705,73* tegen
f 12,079,501,78 in Augustus van het vorig
j aar, dus ruim 8 ton meer.
Bjj het nagaan van de cjjfors valt hot da-
deljjk in het oog, dat die meerdere ontvangst
voornamoljjk te danken is aan de bedrijfsbe
lasting en. aan den auikeraccjjns, welke beide
een aanzienljjko vermeerdering bjj het vorig
jaar aantoonen.
Vergeleken met verleden jaar, bljjkt dit in
Augustus 1907 meer bobben opgebracht: de
grondbelasting f 37.494.02*; de bedrijfsbelas
ting f 472.595.61*; de vermogensbelasting
f 5879.49*; het recht op de mijnen f 5055.39;
do Buikeraccijns f 325.690.09*het gedistil
leerd f 5001.77*de zoutaccjjns f 6530,98'de
zegelrechten f 16.971.75; de domeinen f 1781.83';
de posterpen f 87.022.59de rijkstelegraaf
f 23.940 de staatsloterij f9019.25 en de loods
gelden f 21.783.07*.
Minder leverden opde peraoneele be
lasting f 78,681.09'; de invoerrechten f 32.312.85»;
de wjjnaccjjns f 1608.49; die op bieren en azjjnen
f 31.664.39'; die op het geslacht f 2179.52'; de be
lasting op gouden on zilveren werken f 17.35
de registratierechten f626.38'; de hypotheek
rechten f8327.93do successierechten f42.692 39
en de jacht- en vischacten f 1411.50.
De opbrengst over de eerste acht maanden
van dit jaar was f 103 706.491.51', tegen
f 100.678.544.61 in de eerste acht maanden
van 1906, zoodat tot nu toe f3.027.949.90'
meer word ontvangen den verleden jaar.
Dit sehrjjft de Nieuwe Courant.
TROONREDE.
Het ligt voor de hand dat bijna alle bladen
bij de bespreking van die rede vooral het licht
laten vallen, evenals wjj deden, op de te wach
ten grondwetsherziening.
Het Vaderland leidt uit de zinsnede omtrent
die herziening af dat de voorstellen der
Regoering zich in hoofdzaak bepalen zullen
tot eene herziening van dat onderdeel, hetwelk
uanvaukeljjk bedoeld werd, nl. artikel 80 en
wat daarmede rechtstreeks samenhangt, zonder
zich te begeven op het meer uitgebreid gebied
van eene algemeene herziening.
Voor het overige, zegt het blad, stelt do
Troonrede ons met logische orde de regelma
tige afdoening van het in 1905 aangekondigde
regeeringsprogramma in uitzicht.
De naaste toekomst zal leeren, in hoeverre
de regeering in de gelegenheid zal zjjn, bet
programma, in de Troonrede neergelegd, ten
uitvoer te brengen.
De tijden zjjn ernstig; de politieke ver
houdingen van het oogenblik voorspellen de
regeering moeiljjke tjjden.
Moge zjj mot beleid weten te bepalen, en
met vastheid te betreden den weg, die leidt
in die richting, welke aan bet welzjjn van ons
gehcole volk ten goede komt.
Naar do nieoning der Zulph. Crt. ademt de
ganacbe Troonrede oen streven om rustig on
zelfbewust door te werken in den geest van
het regeeringsprogramma. Bjj al wat reeds
voor behandeling gereed ligt, zal weldra nog
een gansche stapel werk gevoegd worden,
waarbjj voel dat voor alle partijen aanneme-
lijk is,
Als de Kamer nu maar werken wil
Eerlang zal - zoo schrijft de N. Rett. Crt
onze wetgevende macht in bet teeken der
grondwctswjjziging komen. Of dit op de af
handeling van andere dringende wetsontwerpen
van nuttigen invloed zal wezen, valt nog te
bezien. Men zegt wel dat eene Kamer, die
voor grondwetsherziening staat, zich tot vlugge
afhandeling van andere ontwerpen kwaljjk
meer weet te zetten.
Veel zal er van afhangen, welken omvang
de regeering aan haar voorstellen geeft. Over
dat, voor het oogenblik eigenljjk het meest aan-
gelegon punt, goeft echter dc Troonrede niet
veel licht. Do ontworpen zullen hot derde en
vierde hoofdstuk der Grondwet betroffon, dat
zjjn do hoofdstukken, welke over do Statcn-
Gencraal on ovor do Provinciale .Staten en do
Gemeentebesturen bandelen. Dit wjjst op bo-
porking. In het kleed oenor meer algemeene
herziening dor Grondwet wil dus do rogcering
haar voorstellen, die invoering van oen paar
blauco-kiosrechtartikclen in hoofdzaak ten doei
hebben, bljjkbaar niot stoken. Doch do lio ifd-
utukkcn, welke in do wjjziging zullen worden
betrokken, bcvatton nog hoel wat, waaruit stof
op to jagen valt. Men zal zich dus nog ©eni
gen tjjd in geduld hebbon te oefenen.
Na aanhaling van hotgoen er in do rode
zooal aangekondigd wordt, sehrjjft het blad
ton slotte:
Of on in wolk opzicht inen niet al deze too-
zoggingon ingenomen kan zjjn, valt eerst to
zeggen, wanneer men do ontworpen en hande
lingen der regoering ziet.
Het Handelsblad meent, dat uit dc rode vóór
alles de wcnsch van het Ministerie spreekt om
trots de ongezonde staatkundige verhoudingen,
ook met do Stuten-Generaal, zooals die nu zijn
samengesteld, ten nutto des lands veel tot
stand te brengen. Het hoopt maar niet
zonder vrcozc dat deze wensch in hooge
mate vervuld zal worden.
Land en Volk vindt dat de rede bemoedi
gend stemt.
Vooreerst de gansche opzet, de rustige toon
vau het geheele stuk. Bljjkbaar arbeidt de
regoering orustig voort aan de afwerking van
het program, dat zjj zich heeft gesteld. Zjj
laat zich niet van de wijs brengen door prik
keling, van welko zjjde ookzjj bljjft onver
vaard, trots de deelnemende beschouwingen
over hare zwakheid.
En dan bemoedigt bet vele dat wordt toe
gezegd en waarin de Minister van Justitie een
groot aandeel beeft, terwjjl Minister Veegens
tl ink voor den dag komt.
Verder merkt het blad op dat bet zwaarte
punt, in politiekon zin, ligt in do inededeeling
omtrent de Grondwetsherzieninghet hoopt
dat de regceringsvoordracbt een onbekrompen
democratischen geest zal ademen.
Op een meerderheid, machtig door getalsterk
te en gemakkelijk door gewilligheid, kunnen
de tegenwoordige bewindslieden niet bouwen
zoo luidt het slot d> r beschouwing van hot
vrjjzinnig-democratisch blad. Zjj moeten hun
kracht zoekon in de deugdelijkheid der voor
stellen, die zjj verdedigen, en in de beginsel
vastheid, die zjj daarbjj aan den dag leggen.
Op die degeljjkhoid en die beginselvastheid
rekenen en vertrouwen wij.
De Proe. Overijs. en Zwohche Crt. wjjst op
de werklust die het Ministerie bezielt, en op
het vele dat nog te doe» en voorbereid is,
naar welks vervulling of voltooiing het geheele
Nederlandsche volk verlangend uitziet, en zjj
laat dan volgen:
Als straks de Grondwetsherziening in be
handeling wordt genomen en de staatkundige
partjjen hoogtjj vieren, kan wen er wel op
rekenen, dat er voor de meer dageljjkscbe aan
gelegenbeden geen aandacht meer zal zjjn.
Moge men om het meerdere, dat ons uit de
verte in de oogen schittert, het mindere, dat
zich onder ons bereik bevindt, niet uit het
oog verliezenEn moge de zucht naar het
volmaakte niet al te belemmerend werken ter
verkrjjging van 't nuttige en noodige.
De Nieuwe Courant acht do strenge be
perking door de Regeering tot die onder
werpen ter verandering waarvan de Grond
wetsherziening meer bepaaldelijk door baar
werd ondernomen, thans nog zoo onverstandig
niet. »Het moge jammer zjjn de gelegenheid
ongebruikt te laten om eenigo »noodzakeljjbo"
wjjzigingon in de Grondwet in één moeite
door aan te brengen, zoo licht raakt het
hek, eenmaal losgemaakt, van don dam. Het
indienen van wijzigingsvoorstellen betreffende
andere hoofdstukken is nu aan de Tweede
Kamer overgelaten de Regeering behoeft die
zeker niet alle af te wjj zen, maar zjj staat
sterkor tegenover de Kamer, nu zjj zelve zich
van méér dan «het éénc noodige" onthouden
heeft.
Of er van do geheele Grondwetsherziening
onder dit Miniaterio iets komen zal, bljjft een
open vraag. Tot indiening goreed zjjn do
Regoeringsvoorstellen bljjkbaar nog niet. Het
woordje eerlang in do Troonrede zal, vreezen
wjj, voor de vrjjzinnig- en sociaal-democraten,
na bun horhaald aandringen op spoed, niot
gemakkelijk te verduwen zjjn. Datzelfde woordje
werd, een jaar geloden, in de Troonrede ge
bruikt als tjjdsbepaling" van de te verwachten
indiening eener herziening van hot algemeene
deel van het Wetboek van Strafrecht en van
een ontwerp op de naamlooze vennootschappen.
Tot heden zjjn die twee ontworpen niot ver
se henon.
Waaruit men ziet, dat eerlang soms
zeer lang kan zjjn."
De redactie van genoemd blad oindigt hare
beschouwing over do troonrede met deze
woorden
Dc juist volbrachte, schitterende rois door
Zoeland heoft opniouw de innige gehechtheid
van ons volk aan Hare Majesteit cn de toe
nemende sympathie voor den l'rins dor Nedor-
landon, in het treffendste licht gesteld. Den
kreet, «Leve de Koningin" aan het einde der
plechtige opening aanheffende, vertolken de
Staten-Gcneraal in waarheid de gevoelens van
licel dc natie.
Een verstandig man heeft eens dezen raad
gegeven «Werk alsof gjj de zekerboid lwdt,
honderd jaar to worden." Dat wil zeggen
laat uw geestkracht en arbeidslnst niet ver
lammen door de overweging, dat sterfoljjko
menauhon nooit kunnen weten wat de dag van
morgen hun brengen zal.
Iets van dien geest straalt, zegt het Nieuws
ran den Daydoor in de Troonrede, die hot
Ministerie, bjj monde van Hare Majesteit, aan
de natie voorlegt! wel wordt thans niet oen
zóó - uitermate rjjko verzameling maatregelen
aangekondigd als verleden jaar. maar niettemin
noemt het Kabinet met het tbans aangekon
digde een zware en belangrijke taak op zich.
Toch werpen do onlangs doorleefde crisis
en de verkiezingen van dezen zomer een
schaduw over de Troonrede. Er ie iets mats
in het stuk, men springt van den hak op den
tak; het is alsof het Ministorie wilde zeggen:
zoo gaarne hadden wjj veel voorwaardelijks,
veel eerlang's, spoidig's enz., door beslister
toezeggingen vervangen, maar dat gaat niet.
Wjj kunnen nog lang bljjven staan, maar mis
sen het gevoel, vast te staan. Zoo ontbreken
hier de opgewektheid cn ook de groote ljjncn
die de Troonrede van September 1906 tot een
program maakten.
Het Volk meent dat de korte rede nog te
veel geeft en dat daaruit bljjkt hoe de regee
ring do zaken gaande houdt, op dezelfde ma
nier als al haar voorgangster. Zjj is bljjkbaar
niet van plan, baar ontwerpen voor grondwets
herziening in te dienen, vóór het einde van
bet vierjarig tjjdperk m het gezicht komt. Haar
leven is in zekeren zin afliankeljjk van het
niet-mdienen dier ontwerpen. Heeft zjj haar
belofte om grondwetsherziening te brengen,
vervuld, dan heeft zjj ook haar hoofdtaak afge
werkt. Den raad, haar door eigen vrienden ge
geven, nu het bljjkt hoe zwak en hoe onbedui
dend zjj overigens is, om de vervulling van
die taak niet in de waagschaal te stellen door
een noodeloos rokken van baar levensduur,
slaat ze in den wind. De ontwerpen voor de
grondwetsherziening komen eerlang. Het zal
dus eerder lang dan kort duren vóór wjj ze
zien. Dat zou te begrijpen en te eerbïodigen
zjjn, als de regeering behalve haar kiesrecht-
werk nog andere groote dingen tot stand wildo
brengen, en er de kracht toe bezat. Nu heeft
haar houding al te veel van het zingen van
een liedje van verlangen, -en wie dat doet
op een post zoo gewichtig als net regeer-kasteel,
brengt zichzelf en de belangen, die hjj oor-
staat, in gevaar.
De clericalo bladen zjjn bet spreekt van
zelf over do rede niet te spreken. Zjj
vinden daarin aanleiding eenige hatelijkheden
ovor het Ministerie te zeggen en er nog eens
op te wjjzon, hoe weinig hot tot stand bracht-
Dat praatje kennen wjj.
Volgens De Tijd laat men de rede hot beate
recht wedervaren, door er zoo weinig mogeljjk
van te zeggen. »Eon bepaalden indruk, om-
tront wat er in bet aanstaande Regeeringsjaar
moot en zal gebeuren, krjjgen wjj, zoo merkt
het blad op, volstrekt niet. Het is alles even
vaag en onzeker; ja bet schjjnt, dat met opzet
de terminologie zóó gekozen is, dat geen
groot sche verwachtingen worden opgewekt.
De opstellers van dit Staatsstuk achjjnen
sterk onder den indruk te zjjn van de zeer
ongunstige, ook van bevriende zjjde geoefende
critiek op de magere resultaten, welke de uit
voerders der met zooveel ophef aangekondigde
concentratie-politiek tot dusverre bereikten
en daaïom er bjj zonder beducht voor te zjjn
nieuwe teleurstellingen te verwekken."
Het Centrum schrijft
De grondwetsherziening is in de rede »als
parade-paard op den voorgrond geplaatst.
Maar tevens hoeft men er voor gezorgd, dat de
wetgevende molen kan voortgaan met malen
en Ministers en Kamera met elkander aan 't
werk bljjven.
En intusschen ktfti men misschien wol
tot 1909 toe onderzoeken, berapporteeron.
botheorctiseeren, wat er at dan niet in liet
derde cn vierde hoofdstuk onzer Constitutie
behoort te worden gewjjzigd of geschrapt.
Wie weet of do berzioningsvoorstellen ook
geen blikscmafloider zullen zijn voor droigende
onweersbuion. En men verwondert zich dan
ook niot te zeer over dezen «stouten" zet van
een zoo zwak Kabinot, een zet, waartoe liet
krachtouB zjj no oorsprong min of meer was
vorplicht cn die, na liet„rapport der commissie
ad hoe, mociljjk langer uitblyven kon."
Welwillender en hoffoljjkei is Dc Residentie
bode.
Dit blad moot erkennen dat bet door den
Souvercin uitgesprokon RcgeeringBprograiu
getuigenis aflegt van werklust en werkkracht
bjj de tegenwoordige bewindslieden ook al
staan er verscbillendo reeds in vorige Troon
reden aangekondigde schotels op liet inonu,
Aangaande do voorstellen tot (j rond wets
herziening sehrjjft dit katholieke orgaan
Opgetreden onder dc leuze der politiek van
Blanco-80 was hot Ministerie, waarin de heer
Do Mcestor tjjdeljjk voorzitter is, aan zichzelf
vorplicht, die voorstollen in te dienen. Veeleer
hadden wjj verwacht, dat zjj iets later zouden
gokomon zjjn. En dit zou misschien gunstig op
afdoening van zaken gewerkt hebben. Van
hun standpunt moet men echter don Ministers
geljjk geven, dat zjj niet langer dan noodig
met de indiening der Grondwetsvoorstellen
dralen. Het tjjdstip der behandeling daarvan
ligt immers aan de beslissing der Kamors.
Dat het Ministerie geen andore zaken overhoop
hoeft gebaalddat het met name de netelige
(juaeatie der Troonopvolging rusten lietscUjjnt
ons, in verband met de samenstelling der
beide Kamers, met den politiekon toestand des
lands en mot de heterogene bestanddeelon,
waarop het Ministerie stounen moet, verstan
dig gezien.
En in De Standaard merkt tweestar dus
en niet de hoofdleider van het blad, op dat
de indruk van deze rede en die van de
flluitingsredo, Zaterdag door minister llink
uitgosproken, dezelfde moot zijn en geen an
dere wezen kan dan dezedit Ministorie ge
voelt zich niet meer in staat tot groote dingen.
De Troonrede geeft duideljjk te kennen dat
geen sociale hervormingen in deze parlemen
taire periode zjjn te verwachten. Wat toege
zegd wordt zoo sehrjjft het Calvinistiscbo
orgaan is voor het meerendeel een gewjj-
zigde editie van betgeen vroeger werd inge
diend o. a. de droogmaking van de Zuiderzee,
trouwons reeÓB verleden jaar toegezegd. Eigen
werk komt er niet, en zeker geon beter work
dan er ingediend was.
Onze houding tegenover het Ministerie-De
Meester behoeft intusschen door deze Troonrede
geen wjjziging te ondbrgaan. Loyale oppositio
is van Rechts steeds tegenover dit Kabinet
gevoerd; en onzerzjjds is geen enkole poging
aangewend om het leven van de Ministers te
bemoeilijken.
Dit laatste is machtig mooi gezegdmaar
wjj zullen dit eenvoudig voor kennisgeving
aannemen.
EERSTE KAMER.
Dc toespraak, waarmee de heer J. E. X.
baron Schimmelpemunck van dor Oye van
Hoevelaken Dinsdag het voorzitterschap aan
vaardde, luidde als volgt:
Mjjne Heeren
Op voordracht van den minister van bin-
nenlandsche zaken is mij door het hoogge
waardeerd vertrouwen van H. M. onze hoog"
geëerbiedigde Koningin woder opgedragen de
leiding uwer vergaderingen.
In het nfgeloopen jaar maakte hot bestaan
en de roeping onzer Kamer zoowol naar aan
leiding van bet votum gevallen over de be
grooting van oorlog, als naar aanleiding van
het rapport der staatscommissie omtrent do
herziening der Grondwet, een onderwerp uit
van polemiek. Onder de gewichtige punten,
daarbjj ter sprake gebracht, is er één waarover
allen het eens zjjn, nl, dat do beslissing over
het algemeen staatsbeleid niet thuis behoort
bjj de Eerste Kamer, doch bjj de Tweede Ka
mer. Niettemin is er voor de Eerste Kamer
een gewichtige rol weggelegd en is zjj geroepen,
wil hare positie niet weggecjjferd worden, de
onderwerpen, baar ter beslissing voorgelegd,
aan het staatsbeleid te toetsen.
Dat dit moeilijkheden met zich brengt, valt
niot te ontkennen, evenmin dat bet de vor-
gadering der Eerste Kamer tot een hooge vor-
gadcring maakt. Geljjk één, dio ons verlaten
hoeft, gezegd beeftons doel moet zjjn aan die
tegenstrijdigheid in onze roeping tegemoet to
komen, die te verzachten, door, wanneer or bjj
een wetsontwerp ernstige bezwaren bestaan,
deze zoo concreet mogelijk te formuloeren.
Wanneer dan de noodzakelijkheid zich voordoet
dor Koningin te verzoeken het wetsontwerp in
nadere overweging te nemen, kan do regoe
ring, zonder in de blinde te tasten, weten
welke daartoe do gronden zjjn geweest.
Maar ook wanneer een wetsontwerp zonder
to veel bezwaren wordt aangenomen, dan kan
toch concrete omschrijving dier bezwaren haar
nut bobben, terwjjl, mot name bjj de sociale
wetgeving, de Eerste Kamer een invloed kan
oefenen, waarvan hot nut niet tic ontkennon
valt, zoodat dan ook, wanneer wjjzigiug nood
zakelijk wordt erkond, do invloed van onzo
Kamer rochtstreckscb nut zal hebben.
Ik bon injj bewust u hiermede niets nieuws
te hebben medegedeeld. Wat ik uiteenzette,
was een methode welke reeds toepassing vindt
in deze Kamer. Toch achtte ik het niet onge-
wensebt nu nog eens do aandacht daarop to
vestigen.
Overigons, injjne licorcn, boo bit zjj, op Two
roeping om do Eorsto Kamer hare taak mot
bezadigdheid on waardigheid te doen vervullen,
meen ik te mogen rekonou.
Ik heb gezegd.
TWEEDE KAMER.
De aanwjjzing van jlirmr J. Röell tot eersten
candidaat voor do nominatie voor president
der Kamer geschiedde met 72 van de 93
stemmen.
14 briefjes waren blancode overige waren
verdeeld over verschillende leden.