MIDDELBIRGSCHE COl ISAM. Donderdag 19 September. N". 221. 130' Jaargang. 1907. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prjjs per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp. f2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Therm, alhier en tel. weerbericht van het K. N. Met. Instit. te Bilt. 18 Sept. 8 u. vm. 60 gr., 12 u. (16 gr., av. 4 u. 63 gr. —Hoogste barom. stand 774.6 te Oxford, laagste 757.6ie Haparanda. Verwachting tot den avond van 19 Sept.: zwakke wind, afwis selende bewolking, droog weer en iets warmere temperatuur. Advertentiön20 cent per regel. Bij abonnement veel lager. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiëa en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is gerechtigd het Algemeen Advertent ie-Bureau A. DE LA MAR Ai., N.Z. Voorburgwal 366, Amsterdam. Middelburg 18 September. Sprokkelingen. In verband met de jongste mededceling omtrent de verzending met 1 Oct. van de Engelscbe morgenpost voor Berljjn over O s tend e, wenschen wij te herinneren aan hetgeen door ons reeds in ons noinmer van 30 Januari 1L is geschreven over die toen te ver wachten verandering en de gevolgen daarvan. Destjjds is door ons uitvoerig aangetoond dat het feit lang niet zoo ernstig is als dat wordt voorgesteld door hen die den toestand niet kennen. Wij hebben toen reeds gemeld dat de vroeg- post, die het hier geldt, in den regel bestaat uit niet meer dan vjjf of zes zakken mot brieven, bestemd voor de stad Berljjnen er op gewezen dat, al werd die verzending aan de Zeeland ontnomen, dit voor haar van weinig beteekenis zou zjjn. Wjj achten thans om overwegende redenen het oogenblik nog niet daar om verder over deze kwestie uit te weiden. Te gelegonertjjd hopen wjj dit te kunnen doen en dan zal, verwachten wjj, wel bljjken, dat, zooftls wjj in Januari reeds schreven, hiorbjj gerust van een storm in een glas water kan gesproken worden. «Onder in den zak vindt men de rbkening," zoo sehrjjft men ons uit Goes en vorder: Zeker: er zjjn uitgaven gedaan, onkosten gemaakt, door do gemoente, door vereenigingen, door particulieren uitgaven nu ja, die mis schien wel niet meevallen, die mogeljjk de gemaakte raming overschrijden. Zeker, men had geraamd do vetpotjes maar één avond te laten branden, maar als op een tweeden avond andere straten zoo vrooljjk verlicht zijn, dan wil men zjjn buurt toch niet in hot donker laten, en dus, vooruit maar de lichtjes gaan by ons ook aankomt men over den hond, dan raakt men toch allicht over don staart. En daarom vindt men onder in den zak de rekening. Maar eilieve, wat vindt men boven in don zak? 'k Zal 't u zeggen: een hoogst aange name verschijning, onze geliefde Koningin, met wie zelfs buitenlanders dwepen; en wat zullen wjj dan In de tweede plaats een piot, een genoegen, zooals belaas maar al te weinig ip ons leven voorkomt; eentjjdeljjke verbroe dering van alle partjjen tot Nederlanderseen pret, die aanstekeljjk werkt en zelfs den geboren misanthrope meesleept. Verschil van stand en rang is tijdeljjk opgeheven men ver- bljjdt zich met de bljjden. Men heeft meege werkt, allen klein en groot, arm en rjjk, aan één doel, het opluisteren van Ui[ joyewse entree van H. M. onze diep vereerde Koningin. Die aanzienljjke baten staan tegenover de uitgaven. Moeten wjj nog samen de balans opmaken? Ik hoop van neen. Bjj de oude Grieken sprak men van een doos van Pandora. Daarin waren opgotast alle mogelyke ellenden, die het menschdom konden teisteren; op don bodem vond men: de hoop. Maar wat beduidt do hoop, als men vooraf hoeft kennis gemaakt met alles wat het lovon kan teisteren on ellendig maken Bjj don .zak", waarvan hier sprake is, is de toestand juist andersom de rekening, die men onderin vindt, is nietig in vergel jjking bjj den lieven last, die daarbovon is opgestapeld. De maand Augustus van dit jaar niagifltel een zcor goodo voor 's Rjjks schatkist worden genoemd. De Middelen toch hebbon een aanzienljjke som meer opgebracht dan in Augustus 1906 word ontvangen. Voor dit jaar was de opbrengst f 12,898,705,73* tegen f 12,079,501,78 in Augustus van het vorig j aar, dus ruim 8 ton meer. Bjj het nagaan van de cjjfors valt hot da- deljjk in het oog, dat die meerdere ontvangst voornamoljjk te danken is aan de bedrijfsbe lasting en. aan den auikeraccjjns, welke beide een aanzienljjko vermeerdering bjj het vorig jaar aantoonen. Vergeleken met verleden jaar, bljjkt dit in Augustus 1907 meer bobben opgebracht: de grondbelasting f 37.494.02*; de bedrijfsbelas ting f 472.595.61*; de vermogensbelasting f 5879.49*; het recht op de mijnen f 5055.39; do Buikeraccijns f 325.690.09*het gedistil leerd f 5001.77*de zoutaccjjns f 6530,98'de zegelrechten f 16.971.75; de domeinen f 1781.83'; de posterpen f 87.022.59de rijkstelegraaf f 23.940 de staatsloterij f9019.25 en de loods gelden f 21.783.07*. Minder leverden opde peraoneele be lasting f 78,681.09'; de invoerrechten f 32.312.85»; de wjjnaccjjns f 1608.49; die op bieren en azjjnen f 31.664.39'; die op het geslacht f 2179.52'; de be lasting op gouden on zilveren werken f 17.35 de registratierechten f626.38'; de hypotheek rechten f8327.93do successierechten f42.692 39 en de jacht- en vischacten f 1411.50. De opbrengst over de eerste acht maanden van dit jaar was f 103 706.491.51', tegen f 100.678.544.61 in de eerste acht maanden van 1906, zoodat tot nu toe f3.027.949.90' meer word ontvangen den verleden jaar. Dit sehrjjft de Nieuwe Courant. TROONREDE. Het ligt voor de hand dat bijna alle bladen bij de bespreking van die rede vooral het licht laten vallen, evenals wjj deden, op de te wach ten grondwetsherziening. Het Vaderland leidt uit de zinsnede omtrent die herziening af dat de voorstellen der Regoering zich in hoofdzaak bepalen zullen tot eene herziening van dat onderdeel, hetwelk uanvaukeljjk bedoeld werd, nl. artikel 80 en wat daarmede rechtstreeks samenhangt, zonder zich te begeven op het meer uitgebreid gebied van eene algemeene herziening. Voor het overige, zegt het blad, stelt do Troonrede ons met logische orde de regelma tige afdoening van het in 1905 aangekondigde regeeringsprogramma in uitzicht. De naaste toekomst zal leeren, in hoeverre de regeering in de gelegenheid zal zjjn, bet programma, in de Troonrede neergelegd, ten uitvoer te brengen. De tijden zjjn ernstig; de politieke ver houdingen van het oogenblik voorspellen de regeering moeiljjke tjjden. Moge zjj mot beleid weten te bepalen, en met vastheid te betreden den weg, die leidt in die richting, welke aan bet welzjjn van ons gehcole volk ten goede komt. Naar do nieoning der Zulph. Crt. ademt de ganacbe Troonrede oen streven om rustig on zelfbewust door te werken in den geest van het regeeringsprogramma. Bjj al wat reeds voor behandeling gereed ligt, zal weldra nog een gansche stapel werk gevoegd worden, waarbjj voel dat voor alle partijen aanneme- lijk is, Als de Kamer nu maar werken wil Eerlang zal - zoo schrijft de N. Rett. Crt onze wetgevende macht in bet teeken der grondwctswjjziging komen. Of dit op de af handeling van andere dringende wetsontwerpen van nuttigen invloed zal wezen, valt nog te bezien. Men zegt wel dat eene Kamer, die voor grondwetsherziening staat, zich tot vlugge afhandeling van andere ontwerpen kwaljjk meer weet te zetten. Veel zal er van afhangen, welken omvang de regeering aan haar voorstellen geeft. Over dat, voor het oogenblik eigenljjk het meest aan- gelegon punt, goeft echter dc Troonrede niet veel licht. Do ontworpen zullen hot derde en vierde hoofdstuk der Grondwet betroffon, dat zjjn do hoofdstukken, welke over do Statcn- Gencraal on ovor do Provinciale .Staten en do Gemeentebesturen bandelen. Dit wjjst op bo- porking. In het kleed oenor meer algemeene herziening dor Grondwet wil dus do rogcering haar voorstellen, die invoering van oen paar blauco-kiosrechtartikclen in hoofdzaak ten doei hebben, bljjkbaar niot stoken. Doch do lio ifd- utukkcn, welke in do wjjziging zullen worden betrokken, bcvatton nog hoel wat, waaruit stof op to jagen valt. Men zal zich dus nog ©eni gen tjjd in geduld hebbon te oefenen. Na aanhaling van hotgoen er in do rode zooal aangekondigd wordt, sehrjjft het blad ton slotte: Of on in wolk opzicht inen niet al deze too- zoggingon ingenomen kan zjjn, valt eerst to zeggen, wanneer men do ontworpen en hande lingen der regoering ziet. Het Handelsblad meent, dat uit dc rode vóór alles de wcnsch van het Ministerie spreekt om trots de ongezonde staatkundige verhoudingen, ook met do Stuten-Generaal, zooals die nu zijn samengesteld, ten nutto des lands veel tot stand te brengen. Het hoopt maar niet zonder vrcozc dat deze wensch in hooge mate vervuld zal worden. Land en Volk vindt dat de rede bemoedi gend stemt. Vooreerst de gansche opzet, de rustige toon vau het geheele stuk. Bljjkbaar arbeidt de regoering orustig voort aan de afwerking van het program, dat zjj zich heeft gesteld. Zjj laat zich niet van de wijs brengen door prik keling, van welko zjjde ookzjj bljjft onver vaard, trots de deelnemende beschouwingen over hare zwakheid. En dan bemoedigt bet vele dat wordt toe gezegd en waarin de Minister van Justitie een groot aandeel beeft, terwjjl Minister Veegens tl ink voor den dag komt. Verder merkt het blad op dat bet zwaarte punt, in politiekon zin, ligt in do inededeeling omtrent de Grondwetsherzieninghet hoopt dat de regceringsvoordracbt een onbekrompen democratischen geest zal ademen. Op een meerderheid, machtig door getalsterk te en gemakkelijk door gewilligheid, kunnen de tegenwoordige bewindslieden niet bouwen zoo luidt het slot d> r beschouwing van hot vrjjzinnig-democratisch blad. Zjj moeten hun kracht zoekon in de deugdelijkheid der voor stellen, die zjj verdedigen, en in de beginsel vastheid, die zjj daarbjj aan den dag leggen. Op die degeljjkhoid en die beginselvastheid rekenen en vertrouwen wij. De Proe. Overijs. en Zwohche Crt. wjjst op de werklust die het Ministerie bezielt, en op het vele dat nog te doe» en voorbereid is, naar welks vervulling of voltooiing het geheele Nederlandsche volk verlangend uitziet, en zjj laat dan volgen: Als straks de Grondwetsherziening in be handeling wordt genomen en de staatkundige partjjen hoogtjj vieren, kan wen er wel op rekenen, dat er voor de meer dageljjkscbe aan gelegenbeden geen aandacht meer zal zjjn. Moge men om het meerdere, dat ons uit de verte in de oogen schittert, het mindere, dat zich onder ons bereik bevindt, niet uit het oog verliezenEn moge de zucht naar het volmaakte niet al te belemmerend werken ter verkrjjging van 't nuttige en noodige. De Nieuwe Courant acht do strenge be perking door de Regeering tot die onder werpen ter verandering waarvan de Grond wetsherziening meer bepaaldelijk door baar werd ondernomen, thans nog zoo onverstandig niet. »Het moge jammer zjjn de gelegenheid ongebruikt te laten om eenigo »noodzakeljjbo" wjjzigingon in de Grondwet in één moeite door aan te brengen, zoo licht raakt het hek, eenmaal losgemaakt, van don dam. Het indienen van wijzigingsvoorstellen betreffende andere hoofdstukken is nu aan de Tweede Kamer overgelaten de Regeering behoeft die zeker niet alle af te wjj zen, maar zjj staat sterkor tegenover de Kamer, nu zjj zelve zich van méér dan «het éénc noodige" onthouden heeft. Of er van do geheele Grondwetsherziening onder dit Miniaterio iets komen zal, bljjft een open vraag. Tot indiening goreed zjjn do Regoeringsvoorstellen bljjkbaar nog niet. Het woordje eerlang in do Troonrede zal, vreezen wjj, voor de vrjjzinnig- en sociaal-democraten, na bun horhaald aandringen op spoed, niot gemakkelijk te verduwen zjjn. Datzelfde woordje werd, een jaar geloden, in de Troonrede ge bruikt als tjjdsbepaling" van de te verwachten indiening eener herziening van hot algemeene deel van het Wetboek van Strafrecht en van een ontwerp op de naamlooze vennootschappen. Tot heden zjjn die twee ontworpen niot ver se henon. Waaruit men ziet, dat eerlang soms zeer lang kan zjjn." De redactie van genoemd blad oindigt hare beschouwing over do troonrede met deze woorden Dc juist volbrachte, schitterende rois door Zoeland heoft opniouw de innige gehechtheid van ons volk aan Hare Majesteit cn de toe nemende sympathie voor den l'rins dor Nedor- landon, in het treffendste licht gesteld. Den kreet, «Leve de Koningin" aan het einde der plechtige opening aanheffende, vertolken de Staten-Gcneraal in waarheid de gevoelens van licel dc natie. Een verstandig man heeft eens dezen raad gegeven «Werk alsof gjj de zekerboid lwdt, honderd jaar to worden." Dat wil zeggen laat uw geestkracht en arbeidslnst niet ver lammen door de overweging, dat sterfoljjko menauhon nooit kunnen weten wat de dag van morgen hun brengen zal. Iets van dien geest straalt, zegt het Nieuws ran den Daydoor in de Troonrede, die hot Ministerie, bjj monde van Hare Majesteit, aan de natie voorlegt! wel wordt thans niet oen zóó - uitermate rjjko verzameling maatregelen aangekondigd als verleden jaar. maar niettemin noemt het Kabinet met het tbans aangekon digde een zware en belangrijke taak op zich. Toch werpen do onlangs doorleefde crisis en de verkiezingen van dezen zomer een schaduw over de Troonrede. Er ie iets mats in het stuk, men springt van den hak op den tak; het is alsof het Ministorie wilde zeggen: zoo gaarne hadden wjj veel voorwaardelijks, veel eerlang's, spoidig's enz., door beslister toezeggingen vervangen, maar dat gaat niet. Wjj kunnen nog lang bljjven staan, maar mis sen het gevoel, vast te staan. Zoo ontbreken hier de opgewektheid cn ook de groote ljjncn die de Troonrede van September 1906 tot een program maakten. Het Volk meent dat de korte rede nog te veel geeft en dat daaruit bljjkt hoe de regee ring do zaken gaande houdt, op dezelfde ma nier als al haar voorgangster. Zjj is bljjkbaar niet van plan, baar ontwerpen voor grondwets herziening in te dienen, vóór het einde van bet vierjarig tjjdperk m het gezicht komt. Haar leven is in zekeren zin afliankeljjk van het niet-mdienen dier ontwerpen. Heeft zjj haar belofte om grondwetsherziening te brengen, vervuld, dan heeft zjj ook haar hoofdtaak afge werkt. Den raad, haar door eigen vrienden ge geven, nu het bljjkt hoe zwak en hoe onbedui dend zjj overigens is, om de vervulling van die taak niet in de waagschaal te stellen door een noodeloos rokken van baar levensduur, slaat ze in den wind. De ontwerpen voor de grondwetsherziening komen eerlang. Het zal dus eerder lang dan kort duren vóór wjj ze zien. Dat zou te begrijpen en te eerbïodigen zjjn, als de regeering behalve haar kiesrecht- werk nog andere groote dingen tot stand wildo brengen, en er de kracht toe bezat. Nu heeft haar houding al te veel van het zingen van een liedje van verlangen, -en wie dat doet op een post zoo gewichtig als net regeer-kasteel, brengt zichzelf en de belangen, die hjj oor- staat, in gevaar. De clericalo bladen zjjn bet spreekt van zelf over do rede niet te spreken. Zjj vinden daarin aanleiding eenige hatelijkheden ovor het Ministerie te zeggen en er nog eens op te wjjzon, hoe weinig hot tot stand bracht- Dat praatje kennen wjj. Volgens De Tijd laat men de rede hot beate recht wedervaren, door er zoo weinig mogeljjk van te zeggen. »Eon bepaalden indruk, om- tront wat er in bet aanstaande Regeeringsjaar moot en zal gebeuren, krjjgen wjj, zoo merkt het blad op, volstrekt niet. Het is alles even vaag en onzeker; ja bet schjjnt, dat met opzet de terminologie zóó gekozen is, dat geen groot sche verwachtingen worden opgewekt. De opstellers van dit Staatsstuk achjjnen sterk onder den indruk te zjjn van de zeer ongunstige, ook van bevriende zjjde geoefende critiek op de magere resultaten, welke de uit voerders der met zooveel ophef aangekondigde concentratie-politiek tot dusverre bereikten en daaïom er bjj zonder beducht voor te zjjn nieuwe teleurstellingen te verwekken." Het Centrum schrijft De grondwetsherziening is in de rede »als parade-paard op den voorgrond geplaatst. Maar tevens hoeft men er voor gezorgd, dat de wetgevende molen kan voortgaan met malen en Ministers en Kamera met elkander aan 't werk bljjven. En intusschen ktfti men misschien wol tot 1909 toe onderzoeken, berapporteeron. botheorctiseeren, wat er at dan niet in liet derde cn vierde hoofdstuk onzer Constitutie behoort te worden gewjjzigd of geschrapt. Wie weet of do berzioningsvoorstellen ook geen blikscmafloider zullen zijn voor droigende onweersbuion. En men verwondert zich dan ook niot te zeer over dezen «stouten" zet van een zoo zwak Kabinot, een zet, waartoe liet krachtouB zjj no oorsprong min of meer was vorplicht cn die, na liet„rapport der commissie ad hoe, mociljjk langer uitblyven kon." Welwillender en hoffoljjkei is Dc Residentie bode. Dit blad moot erkennen dat bet door den Souvercin uitgesprokon RcgeeringBprograiu getuigenis aflegt van werklust en werkkracht bjj de tegenwoordige bewindslieden ook al staan er verscbillendo reeds in vorige Troon reden aangekondigde schotels op liet inonu, Aangaande do voorstellen tot (j rond wets herziening sehrjjft dit katholieke orgaan Opgetreden onder dc leuze der politiek van Blanco-80 was hot Ministerie, waarin de heer Do Mcestor tjjdeljjk voorzitter is, aan zichzelf vorplicht, die voorstollen in te dienen. Veeleer hadden wjj verwacht, dat zjj iets later zouden gokomon zjjn. En dit zou misschien gunstig op afdoening van zaken gewerkt hebben. Van hun standpunt moet men echter don Ministers geljjk geven, dat zjj niet langer dan noodig met de indiening der Grondwetsvoorstellen dralen. Het tjjdstip der behandeling daarvan ligt immers aan de beslissing der Kamors. Dat het Ministerie geen andore zaken overhoop hoeft gebaalddat het met name de netelige (juaeatie der Troonopvolging rusten lietscUjjnt ons, in verband met de samenstelling der beide Kamers, met den politiekon toestand des lands en mot de heterogene bestanddeelon, waarop het Ministerie stounen moet, verstan dig gezien. En in De Standaard merkt tweestar dus en niet de hoofdleider van het blad, op dat de indruk van deze rede en die van de flluitingsredo, Zaterdag door minister llink uitgosproken, dezelfde moot zijn en geen an dere wezen kan dan dezedit Ministorie ge voelt zich niet meer in staat tot groote dingen. De Troonrede geeft duideljjk te kennen dat geen sociale hervormingen in deze parlemen taire periode zjjn te verwachten. Wat toege zegd wordt zoo sehrjjft het Calvinistiscbo orgaan is voor het meerendeel een gewjj- zigde editie van betgeen vroeger werd inge diend o. a. de droogmaking van de Zuiderzee, trouwons reeÓB verleden jaar toegezegd. Eigen werk komt er niet, en zeker geon beter work dan er ingediend was. Onze houding tegenover het Ministerie-De Meester behoeft intusschen door deze Troonrede geen wjjziging te ondbrgaan. Loyale oppositio is van Rechts steeds tegenover dit Kabinet gevoerd; en onzerzjjds is geen enkole poging aangewend om het leven van de Ministers te bemoeilijken. Dit laatste is machtig mooi gezegdmaar wjj zullen dit eenvoudig voor kennisgeving aannemen. EERSTE KAMER. Dc toespraak, waarmee de heer J. E. X. baron Schimmelpemunck van dor Oye van Hoevelaken Dinsdag het voorzitterschap aan vaardde, luidde als volgt: Mjjne Heeren Op voordracht van den minister van bin- nenlandsche zaken is mij door het hoogge waardeerd vertrouwen van H. M. onze hoog" geëerbiedigde Koningin woder opgedragen de leiding uwer vergaderingen. In het nfgeloopen jaar maakte hot bestaan en de roeping onzer Kamer zoowol naar aan leiding van bet votum gevallen over de be grooting van oorlog, als naar aanleiding van het rapport der staatscommissie omtrent do herziening der Grondwet, een onderwerp uit van polemiek. Onder de gewichtige punten, daarbjj ter sprake gebracht, is er één waarover allen het eens zjjn, nl, dat do beslissing over het algemeen staatsbeleid niet thuis behoort bjj de Eerste Kamer, doch bjj de Tweede Ka mer. Niettemin is er voor de Eerste Kamer een gewichtige rol weggelegd en is zjj geroepen, wil hare positie niet weggecjjferd worden, de onderwerpen, baar ter beslissing voorgelegd, aan het staatsbeleid te toetsen. Dat dit moeilijkheden met zich brengt, valt niot te ontkennen, evenmin dat bet de vor- gadering der Eerste Kamer tot een hooge vor- gadcring maakt. Geljjk één, dio ons verlaten hoeft, gezegd beeftons doel moet zjjn aan die tegenstrijdigheid in onze roeping tegemoet to komen, die te verzachten, door, wanneer or bjj een wetsontwerp ernstige bezwaren bestaan, deze zoo concreet mogelijk te formuloeren. Wanneer dan de noodzakelijkheid zich voordoet dor Koningin te verzoeken het wetsontwerp in nadere overweging te nemen, kan do regoe ring, zonder in de blinde te tasten, weten welke daartoe do gronden zjjn geweest. Maar ook wanneer een wetsontwerp zonder to veel bezwaren wordt aangenomen, dan kan toch concrete omschrijving dier bezwaren haar nut bobben, terwjjl, mot name bjj de sociale wetgeving, de Eerste Kamer een invloed kan oefenen, waarvan hot nut niet tic ontkennon valt, zoodat dan ook, wanneer wjjzigiug nood zakelijk wordt erkond, do invloed van onzo Kamer rochtstreckscb nut zal hebben. Ik bon injj bewust u hiermede niets nieuws te hebben medegedeeld. Wat ik uiteenzette, was een methode welke reeds toepassing vindt in deze Kamer. Toch achtte ik het niet onge- wensebt nu nog eens do aandacht daarop to vestigen. Overigons, injjne licorcn, boo bit zjj, op Two roeping om do Eorsto Kamer hare taak mot bezadigdheid on waardigheid te doen vervullen, meen ik te mogen rekonou. Ik heb gezegd. TWEEDE KAMER. De aanwjjzing van jlirmr J. Röell tot eersten candidaat voor do nominatie voor president der Kamer geschiedde met 72 van de 93 stemmen. 14 briefjes waren blancode overige waren verdeeld over verschillende leden.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1907 | | pagina 1