MIDDELRIIRGSGHE COURANT
149' Jursang.
Vrijdag
14 December.
R'. 29S
1906.
Dozo courant vorschijat d a g e 1 jj k s met uitzondering van Zon- on Feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoowel voor Middolburg als voor alle plaatson in Nederland franco pp. 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Therm, alhier en tel. weerberiohtvanhetK. N, Met. Inatit. te De Bilt.
IS Deo. 8 u. vm 43 gx., 12 a 42 gr., av. 4 u. 40 gr. F. Hoogste barom.stand 777.0 te Hoxta
laagste 741.4 te Sylt.Verwaobting tot den avond van 14 Deo matige tot krachtige meest
W. wind, toenemende bewolking, waarechgnlgk regen en dezelfde temperatuur.
AdvertentiSnj 20 cent por rogol. Bij abonnomont voel lagor. Goboorte-, dood- en
alle andere familieberichten on Dankbotaigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meei
20 oent. Reclames 40 cent per regel. Groote lettors naar de plaats, dio «jj innemen.
Tot de plaatsing van advertentiëa en toolamoa, niet atkomatig uit Zeeland, betreffend],
Handel, Ngverheid en Geldwezen, ii gereobtigd het Algemeen Advsrtande-Jiaresa A. DO
LA MAB Al., N.I. Voorburgwal 206, Amsterdam.
Wie zich tegen 1 Januari a. s. op
Middelburgsche Courant abonneert, ontvangt
de deze maand
kosteloos.
Middelburg 13 December,
efómeroverziciii
Zitting van Woensdag.
Den geh-'elen morgen hield de Hamer ztoh
bezig met het voorstel van den Minister van
Binnenlandsche zaken om een nieuw krank
zinnigengesticht te bouwen, dat niet minder
dan 2 millioen zou moeten kosten. Z. Ex. is
er niet gelakkig meeheel wat bezwaren
kwamen er te berde tegen bet zoo maar de
but en blanc uitgeven van tonnen gouds voor
een gesticht, wnarvaa men zelts niet bg be
nadering weet, wat het kosten za\ want die
2 millioen was maar een loiBe greep. Gede
tailleerde adviezen of vaste plannen zgn er
niet van overgelegd; de Minister weet zelfs
niet wtór het zal moeten verrazen.
Dit is voor een gewoon burger wel wat kras,
al is 't een feit, dat het gesticht te Medemblik
verre van voortreffelijk kan genoemd worden,
daar de ruimte te klein, de inrichting al heel
erbarmelijk en de ligging erg aohterai is.
Dooh op zoo losse schroeven zou zelfs een
Carnegie geen geldschieter willen zgn. Alleen
wanneer op kosten der schatkist gebouwd zal
worden, scbjjnt 't er niet zoo nauw op aan
te komen.
De Utreohtsoho laboratorium-geschiedenis
het twistpunt van Dinsdag was hiervan ook
een tredende illustratie.
I« oen jaar tjjds kwam de raming daarvan
van f 289.000 op f 108.000 tevag.
Is 't wonder, dat de Earner nu op voorzich
tigheid bsdaoht wasl
's Ministers hoofd-argumont was en bleef
de overbevolking van het Medembliksche ge
sticht, waaruit een 300 tal patiënten overge
plaatst zouden moeten worden, wilde het nog
eenigszins bruikbaar te maken z{ji. Op de
vraag van de* heer Va* Asoh van Wgok
waar het nieuwe gesticht zou moeten komen,
wist Z.Ex. al evenmin te antwoorden als op
die van den heer De StuerBof er geen teoh-
nisohe adviezen betreffende het plan over te
leggen waren. Bovendien bleek aan het te
plegen overleg tusschem Binnenlandsche zaken
en JnBtititie in deze ook wat te haperen. De
heer Bink kon althans hierover geen mede-
deelingen doen.
Van de zgde der Kamer valt het tooh zeker
te billjjken, dat zg den eisoh stelde eerst eenB
een kosten-rekening te willen zien.
Vandaar het voorstel van den heer Tydeman
om den Minister als »koBten van voorbereiding"
■leohts f 5000 toe te staan, hetgeen met 52
tegen 26 stemmen werd aangenomen.
Hieraan trachtte Z. Ex. nog een prinoipieele
beslissing vastgeknoopt te k> jjgen ten opzichte
van den bouw, dooh de heer Tydeman ver
klaarde, dat dit geenszins in zgn bedoeling lag.
De Kamer is gereohtigd de zaak in volle
vrijheid, eerst na de aoodige voor- en toe-
liohtingen te beoordeelen.
Gazes inziens geldt het hier een zelfde geval
als dat, waarop de heer Plate bjj de behande
ling der begrooting van Buitenlandsche zaken
weesde wensohelgkheid om den Minister
tegen zjjn ambtenaren te beschermen.
Da hoeren Rgksbouwmeestors kunnen uit dit
geval leeren, dat zjj maar niet met tonnen
gouds moeten gooien en voor den Minister kan
't een vingerwijzing zjjn, dat, al kan hg, even
min als do Kamer, tot alle détails bouwplannen
beramen en nagaan, dit tooh geen reden mag
zgn om Btilzwggend als stelregel aan te nemen,
dat het bouwen van 's ijjks wege als uit
onuitputtelijke beurs kon geschieden.
Ter ondersteuning van Vereenigingen tot
drankbestrijding is een bedrag van f 20.000
uitgetrokkei.
De heer Sohokking verklaarde z!ch hier
prinoipieel tegen.
Met hetzelfde reoht zouden dan ook
Vereenigingen tot bestrijding der prostitutie,
der pornografie en wat dies meer zjj, een rjjks
subsidie kuuen verlangei. De Staat moet'
het drankmisbruik bestrijden door drankwetten,
niet door het geven van subsidies aan anti
drank vereenig inge n.
Hg kon echter niet tegen dezen begroeting»,
post stemmen.
De heer Talma had een ander bezwaar.
Hg bestreed het percentage stelsel. De maat
staf om de vereenigingen te subsidieeren met
een bedrag van 25% der geïnde oontributie-
De Minister vond deze door den geaohten
afgevaardigde aangeraden maatstaf eohter zeer
moeilgk aan te leggen; het tot dusverre ge
volgde atolsol was daarentegen proefoadervin-
deljjk gebleken het eenige practisohe te zg*.
■Energie" valt niet »in ogfers om te zetten".
DP zal ean ieder wel met den Minister eens zgn
jj de afdeeling >sohutterswezen" kwamen de
tion adviezen der|sohutterg-offioieren tor sprake,
die schadeloos-stelling vragen na de schatte
rgen door de landweerwet worden vervangen.
Hierover ontstond een uitvoerige discussie.
Do heer Thomson-herhaalde zg a dezen zomer
gehouden pleidooi ten gdnste der petitions-
ssen.
De cohuttergen waren in dienst van het Rjjk
ergo kan men de gemeenten niet dwingen
schadeloosstelling te verleenen, al hadden
enkelen dit reeds gedaan.
De Minister was van tegenovergestelde mee-
ning: De aohulterg wrr een gemeentezaakde
gemeentebesturen hadden door de opheffing
aaazienlgke besparingen gehad.
De heer Van Doorn was het hiermede ge-
lel eens. Er bestaat geen «rechtsgrond" voor
de schadeloosstelling vnn 'sBgkawege.
Een ander jariat evenwel, de heer Marchant,
vond er wel een »r echte grond" voor, terwijl
mr Troeletra het midden hield door te betoo-
gen dat, zoo er al niet een >reohtsgrond" was,
dan tooh het «rechtsgevoel" voor toestemming
van het verzoek pleitte.
Het slot was, dat de Kamer met deconolu-
s van de commissie der verzoekschriften
medeging en de wenschelgkhoid uitsprak, dat
een wottelgke regeling zal worden ontworpen
de Eohattergiunctioaarissen aan de ver
langde schadevergoeding te helpen.
e
Zeer laat in den namiddag kwam nog de
afdeeling «Onderwgs" aan de orde.
Hierbjj deed zioh weer een tooneeltje voor,
waaruit bljjken kan, hoezeer do geest der
Kamer na den atembusuitsiag van 1905 veran
derd is.
De heer 'f alma vroeg den Minister naar diens
meening" in zake de reorganisatie der «the
ologische faculteit", dat koekoeksei, door ór.
Kayper in der tjjd zoo lietigljjk bjj de behan
deling der Hooger-onderwjjswet in het nest
dezer toenmaals eventaeele liberale regeering
gelegd.
Alleraardigst was het antwoord van de*
Minister Bink.
Waar de heer Talma billgkte dat Z Ex. nog
niet den tjjd gekomen aohtte, om zgne «voor-
nemeas" inzake die reorganisatie bloot te
leggen, kon hjj ook bezwaarlgk verwaohter,
dat hg reeds van zjjn «meening" bljjk zon
gevei.
De heeren hadden er algemeen sohik over.
Ook de verklaring van den Minister, dat de
bouwstoffen nog niet ingekomen waren van
de «gegadigden", zooals dt Kuyper het in der
tjjd zóo kottelgk had genoemd.
Leuk wa, ook de opmerking van den heer
Bink, dat hg gaarne het oordeel van den
heer Talma over die zaak zou vernemen.
Hjj draaide de rollen dus om.
Maar wie hadden na den meesten sohik in
deze zoo «gewiohtige kweBtie
Dat waren de led9n der theologischo faculteit.
De heer Talma schudde van 't lachen.
Dominee Brummelkamp had er innige pret
in, de heer Schokking, op wiens gelaat zel
den een verheugde trek komt, soheen het
grappig te vinden; kortom de gebeclereohter-
voor zoover aanwezig, had met de lin
kerzijde pleizier in hot geval.
Onder dr Kuyper's bewind had de Kamer
vaat een andere physionomie vertoond, als der
gelijke zaken aan de orde waren gekomen.
Heden avond finanti ën.
Vliegen verwerpt den klassenetrjjd nietja,
wat meer zegt: «de arbeiders strjjden den
klaosenstrjjd do tegenstelling tussohen prole
tariaat. en bourgeoisie verscherpt ziob, naar
mate de laatste moer word: bedreigd."
Ziodaar dus de «klaisenstrgd" gered, en dat
niettegenstaande de heer Vliegen omtrent
verarmingstheorie onomwor den het navolgende
verklaart
-Er wordt gezegd, dat du armoede der pro
letariërs toeneemt mot hnn groeiend aanta1,
dat de krisissen snol opeenvolgen. De mant-
ochoppjj moet dus ineenstorten, het proletariaat
dan zjjn dictatuur vestigen, zioh meester
maken van de staatsmacht en de socialistische
maatschappij vestigen. Dit is ook de gedachte
het kommoniBtisoh manifest; maar zij ie
onjuist. De ontwikkelingsgang is anders. Dit is voor
spreker een cmomstootelijk feit.
De heer Vliegen verwerpt met een openhar
tigheid, een eerlgkheid, dio voor hem pleiten,
de geheele verarmicgstheoiie, maar heeft des
niettemin in het geheel geen plan om afstand
te doen van den verscherpten «klasses&lrgd."
Hier nu doen zich blgkbaar Marxistische
reminiscenties golden, die het logisoh door-
redeneeren in den weg staan. Wat tooh is het
geval V
Men mag aannemen, al wordt het niet uit
drukkelijk gezegd, dat de hoer Vliegen met de
verarmingstheorie ook de Marxistische klassen
atrjjd-theorie verwerpt. Deze toch hangt, be
halve met andere Marxistiiche dogma's, nauw
a met verarmingstheorie. Wanneer het
niet waar is, dat dio tegenstellingen tueschon
bourgeoisie en proletariaat steeds grooter wor-
doordat «de arbeider pauper wordt en
het pauperisme nog sneller toeneemt dan be
volking en rjjkdom", geljjk het kommunistiaoh
manifest zegt, dan ligt daarmede ook de hier-
bedoelde klassenBtrgdtheorie tegen de vlakte,
dan kan ook niet op een goeden dag verwacht
worden de iKeenatorti^g t ui de kapitalistische
maatschappij, zooals Marx die verwaohtte ten
gevolge van zjjne theorie omtrent de steeds
scherper wordende klasse-tegenstellingen en
het dientengevolge eindelgk «barsten van den
bom", geljjk de heer Vliegen het plastisch
uitdrukt.
Wanneer dus sooiaal-domooraten het hebben
'er den klassenstrgd, dan dient de eerste
vraag te zjjn: Wat bedoelt gjj tooh met de
Marxistische klassenstrjjd-theorie Zoo alleen
kan er klaarheid in de dieenssie komen.
Revisionisme en Klassenstrijd.
Wien het wel eens overkomen is, dat hg,
in een of andere vergadering den sociaal
democraten het onhoudbare van hun verarmisgs-
en klassenstrijd-theorieën onder den neus-
wrjjvende, een eenigszins theoretisoh onderlegd
sociaal-democraat tegenover zich vond, hem
moet het wel zjjn opgevallen mot welk
een gemak de onjuistheid van de sooiaol-
democratisohe theorie vaa de volstrekte vor-
arming der arbeidende klasse werd toegegeven
en welk een merkwaardige verwarring er dan'
in de disoussie dreigde te ontstaan door de
ganscheljjk niet meer Marxistiecho beteekenis,
die verrolgexa door zjjn tegenstander aan het
begrip klassenetrjjd gegeven werd.
Een nieuwe illustratie van dit verachgnsel
is onlangs gegeven door den heer Vliegen
toen hjj de twee stroomingen ia de sociaal
democratische partjj besprak (Marxisten tegen
over revisionists*). «Zegt men, dat wie den
gelden, aohtte hg geheel verkeerd; dit diende klassenstrgd verwerpt, revisionist is, dan is spre-
to geschieden naar mate van de door de ver- ker geen revisionist," luidt het in het verslag
eeniging ontwikkelde energie. in Het Volk. Met andere woorden, de heer
Maar als dan het geval er toe ligt, dat de
Marxistische «klassenstrgd" van de baan is, dan
mag men verder vragenwat zjjn uwe bedoe
lingen met de door u noodzakelijk geachte
verscherping va* den klassenstrijd. Klasaever-
sohillen zjjn er, en dat de arbeidende klasse
een zwaren strjjd heeit te voeren om betere
bestaansvoorwaarden, ontkennen wjj allerminst.
Maar wat wilt gjj tooh met dien steeds soher-
klassenatxgd, als die iets anders zal be-
teekenen dan de voorbereiding, volgens Marxis-
tisoh recept, van de groote «krach" van de
tele kapitalistische maatschappij
Wjj, vrijzinnig-democraten, begxjjpen zeer
wel, dat er geen afdoende verbetering van
toestand der arbeiders mogeljjk is, zonder een
volhardenden strjjd hnnxerzjjds om bet
beidsvoorwaardo», om hooger aandeel in het
arbeidsprodaot, zonder toekenning ook aan de
arbeiders van invloed op wetgeving es bestuar,
golijk die aan ieder Btaatsbarger toekomt.
Wanneer dan door den verkregen invloed en
door den strjjd op economisch gebied do ar
beidersklasse voordeelen heeft behaald, zullen
de arbeiders zeker er niet aan denken hun
wapenen op te bergen, maar ia het dan waar-
ebjjnljjk dat de klasBenstrjjd steeds scherper
wordt Dat is niet in ernst aan te
en hier speelt het Marxistisch geloof, dat er
gec-n msat-chappelgke vooruitgang mogeljjk is
zonder toeneming van den klaiBenetrjjd, onzen
revisionistisch awgelegden sociaal-demooraten
bljjkbaar parten.
Zjj bljjken te verwarren twee dingen, die men
liever uit elke ar moest hondenhet stellen
evige eicchen door de opkomende klasse
der arbeiders, die hoe meer zjj zioh ontwikkelt,
des te mooiljjkor in een toestand van onder
drukking zal zjjn te houden, èn het voeren
van een scherpen, verbitterde* strjjd tegei al
wat bourgeois, patroon of werkgever heet, met
do daarbjj behoorende revolutionnaire atem-
mingea en uitingen. Do praktgk van den
sooiaal-democratisohenklassenstrgd is nog maar
al te zeer in het laatstbedoelde vaarwater, en
de sociaal-demooratische leiders werken, bewust
ot onbewuBt, met hun eisoh van «verscherpten"
klassenstrijd deze ongewensohte praktijk in de
hand.
Het geval van Van denBergh Limited te Rot
tordam, waar de patroon oordeelt, dat het
beBtaan van een vakvereeniging onder zgne
arbeiders do namenwerking benadeelt
"Wjj cursiveeren.
dientengevolge die vakverocniging vernietigt
door de leden daarvan te straffen met onthou
ding van loonsverboogiig die hjj aan zgne
andere arbeiders toekent, is niet te billjjkcn,
maar W6l te verklaren.
Mcenen de eooiaal-demooraten de uitwassen
vsn het vakveroenigingsleveD, die toch ook zjj
niet kunnen goedkeuren, op de meest afdoende
manier te zullen boatrjjden, door maar steeds
omdat die term nog in hun met Marxisme
beomet hoofd is bljjven nahangen, verfcherpiog
van den klassenstrgd te bljjven prediken 'i
Verscherping ven den klassenstrgd in den
n van het wekken van een verbitterde stem
ming in die lagen van de maatsohappg, die
dasr.oor door den slechten economische* toe
stand, waarin zjj verkeeren, bjj tgden bijzon
der vatbaar te maken zjjn, is een govaarljjk
bedrgf dat de maatsohappelgke ontwikkeling
aan schokkea bloot stelt en daardoor dreigt
tegen te houden.
En de term «verscherping van den klassen
strgd" heeft geen zin, tentjj men daaronder
verstaat het verbitteren van den strjjd. Immers,
als de strjjd resultaten gaat opleveren, dan
wordt de positie der arbeiders daardoor zoozeer
versterkt, dat zjj een klasse worden, waar
ekening mede te houden is, ook zondor dat
zjj van hun kant een «versoherpten" klassen
strgd noodig hebben. Hun strgd zal steeds
meer een st'gd van belangen worden, die nu
reeds in de kraohtige vak vereenigingen werd
gevoerd met een rustige en zelfbewuste kracht,
die zich opzettelgk onthoudt van al wat naar
verscherping van confiiote* Igkt. Het werkt
dus verwarrend, wanneer een «revisionist" als
de heer Vliegen, niettegenstaande zgee ver
werping van de verarmingstheorie blgtt spreken
van een klassenstrgd in dien zm, dat de tegen
stelling tussohen proletariaat en bourgeoisie
zioh versoherpt, naarmate de laatste meer wordt
bedreigd. Deze versoherping kan alleen gelden
wijze mm strijd voering, daar de wtrke'ijke tegen
stelling ook volgens den heer Vliegen niet
toegenomen; en zoo blgkt ook bg hem nog een
restant aanwezig van de Marxistische opvat»
ting omtrent de noodzakelgkheid van sohrille
tegenstellingen, wat eohter niet verhindert,
dat de heer Vliegen zóóveel hulp van de
demooratische elementen der bourgeoisie meent
te mogen verwachten, dat naar zgne meening
geweld niet noodig zal zgn en de sooiaal-demo-
craten hun doel langs den weg van hervormin
gen zullen kunnen bereiken.
Op den weg der hervormingen zullen de
sociaal-democraten ons steeds als bondgenooten
kunnen ontmoeten, waatbg wjj het Bociaal-
demooratisoh einddoel kunnen laten voor
geen het is, maar een niet onbillgke voorwaarde
onzerzgds daarbg zou deze kunnen zgn, dat
sociaal-democratie aflate van de noodelooie
verbittering der massa door het prediken der
ten slotte altgd sohadelgke zoogenaamde «ver
scherping" van den klassenstrgd en daarmede
ruiterljjk atsoheid neme van eene altgd nog
eenigsziiB naar de revolutie riekende en daar
door meer bg hare kinderjaren thuis behoorende
wgse van atrgdvoering, zooals die in de pro
paganda der sooiaal-democraten nog maar al
te vaak tot uiting komt. V. D.
TWEEDE KAMER.
In de Woensdagavond gehouden zitting
hoofdstuk VII A, (Nationale Sohuld) aangeno
men en kwam hoofdstak VII B (Fmanoiës)
aan de orde.
Verschillende beschouwingen over bekende
onderwerpen werden geleverd.
De heer Sobaper besprak de toestanden op
het kroondomein. Het Rjjk verkeert hier, zeide
bg, in den toestand va* een gemeente, die
concessie uitgeeft, en heeft dus toe te zien ol
e u wach-VIaanderen d
■tanden goed zgn, en nu heeit de Begeering
feitelgk allo vragen, in 't voorloopig verslag
gedaan, even zooveel misbruiken in de brochure
van don heer Van Dalsum gesignaleerd, be
vestigend beantwoord. Zoo worde* de pachters
als opjagers va* het wild gebezigd als de
rentmeester op hun gronden jaagt,
schiedt wel «vrgwillig", maar we kennen die
vrgwilligheid, waar alle gezag in één hand is.
De rentmeester ia tegelgk burgemeester en
schoolopziener, het is wonder dat de man niet
tegelgk dominee is I (Gelach-) Spreker
dringt er op asn, dat bg wet gezorgd worde
voor de pachters voor een behoorlgk reoht
van opstal, in een woord voor een goeden
toestand. Hier meest do kroon hebben een
model-exploitatiedit ïb helaas niet 't geval.
Aan een «goeden" rentmeester heelt men
niets, we kennen die «goeiigheid" van liberale
werkgevers. Als het kan, dan kngpen zjj de
vakorganisatio. Spreker zal hierop wel later
terug komen. Die mensohen op het kroondo
mein hebben niet noodig «goeiigheid", geen
tooi die men hun in de hand drukt en waar
door zg slaven worden, maar reoht, dit is in
het belang ook van het prestige der Kroon.
Ook de heer Ruys de Beerenbrouok bracht
dien toestand ter sprake. Met de bespreking
daarvan hebben we, zeide bg, een goed work
gedaandaardoor hebben we de inliohtingrn
van den Minister gekregen. Het valt ons moei
lgk met de gegevens, waarover wg besohikken
over de zaak te oordeelen, dooh wat de Minis
ter beott medegedeeld, is spreker meegevallen.
Niets is natuurlgk volmaakt, maar over hot
algemeen heeft spreker weinig reden tot op
merkingen en is hg vrg tevreden. Alleen acht
spreker de uitdrukking «vrgwillige" opjagers
vrg euphemistisoh. Spreker dringt eohter aan
op een onderzoek naar de verdere punten in
de broohure va* den heer Van Dalsum. Ge-
noemdo zaak bad echter ook bg hoofdstuk V
moeten zgn behandeld, want het blgkt, dat de
rentmeester te veel fanctiëa vervalt. Naast
de sohaduwzgden bracht de heer Roys eohter
enkele lichtzgden naar voren. Aan do pachters
is verleden jaai de hellt van bun paebtgeres
titueerd en de schade, aan hun vee gel den.
De Minister antwoordde dat de bewering
als zonden de pachters en arbeiders in het
rentambt Hulat als slaven worden behandeld
besohnldiging is, door den heer Sohaper
niet bewezen. Daartegenover heeit de heer
Bnya de Beerenbrouok terecht gewezen op de
milde beschikking der kroon tegenover de
slachtoffers van den watersnood. De Minister
staat nog steeds op het standpunt, dat de
wet van 1863 de regeering opdrangt te waken
dat de waarde van het kroondomein niet aoh-
teruitgaat. Alles te onderzoeken wat in eenig
broohuretje staat zonder nadere aanduiding is
een eisch, dien men den Minister niet mag
stellen.
Dat de ondergrond van het gemeentehuis
deel uitmaakt van het kroondomein is volko-
correot, de boerdergen zgn het eigendom
der pachters. Dit van oudsheer steeds het geval
geweest; die zaak is behoorlgk geregeld. De
kroon is bevoegd die «liggende waarden" over
te nemen dit is 11 maal geschied. De onraad-
penningen bg openbare verpaohtingen zgn
plaatselgk gebruik, hier is geen strgd met art.
2 der wet van 1863, regelend de verhouding
tussohen den Staat en de kroon. Alles wat ten
van de kroon ontvangen wordt, wordt
op de rekening verantwoord.
Ook vai strgd met art. 7 der wet is geen
sprake; of soms van den regel van publieke
aanbesteding wordt afgeweken, is een zaak
tussohen de Kroon en den administrateur van
het Kroondomein. Onderhandsche aanbesteding
geschiedt om beter prgsen te maken. De rent
meester ontkent pertinent ooit de paohters als
opjagers te gebruiken. Wgziging van de be
palingen op het stuk jaoht is bg den admini
strateur van het Kroondomein in overweging.
Na repliek van den heer Sohaper wees de
minister er nog op dat het kroondomein niet
te maken heeit met de arbeiders, die, volgens
den afgevaardigde, worden uitgezogen en zulke
lage loonen hebben. Dat domein beeft sleohts
te doen met de paohters en het kan niet helpen.
de loonen der arbeiders in die streek
laag zgn.
De bewering van hetzelfde Kamerlid dat de
loonen laag zgn omdat de paohters te veel
moeten betalen, noemde de Minister niet juist;
de verpachting geschiedt publiek. Voldoet de
rentmeester niet als burgemeester, dan zal bg
diens herbenoeming over 6 jaren overwogen
worden of hg moet worden gehandhaafd.
De heer Smeenge had de kwestie van het
achterhouden va* loten door collecteurs der
Staatsloterg ter sprake gebraoht. Hg had zioh
persoonlgk van dit euvel overtuigd. Toen hg
zgn verwondering hierover uitte en op ver
koop van een lot aandrong, zeide de collecteur
niet loten «in reserve te moeten houden", en
dreigde hg den heer Smeenge uit zgn winkel
te werpen.
Minister zou de zaak onderzoeken. Hg
verzocht dien afgevaardigde hem in partioulier
gesprek eens den naam op te geven van dien
collecteur, die hem uit zgn winkel wilde zet
ten, want de Minister aoht dit tegenover den
hoer Smeenge inderdaad in hooge mate ongepast.
Blgvend gedeelte.
De Minister van oorlog zet in zgne Memorie
van antwoord op het, voorloopig verslag der
Kamer over zgne begrooting nader zgn stand
punt uiteen omtrent de veel besproken kwestie
der inkrimping van het blgvend gedeelte.
Hg dankt de leden die van hunne instem
ming met zgn standpunt deden blgken en
betoogt in de eerste plaats dat zg zich ten eenen-
male vergissen, die meenen dat hg ten deze
bet atandpunt verlaten heeft, dat ten vorigen
jaro door hem werd ingenomen. Reeds ten
vorigen jare aldus toont de Minister aa* uit
Memorie van Antwoord op de oorlogsbe-
grooting 1906 heett de Minister zich teet
beslist voor vermindering o. q. afaohaffiagvan
het blgvend gedeelte verklaard.
De Minister aoht het niet mogelgk van de
miliciens alleen die diensten te vergen, welke