BIJVOEGSEL
VAM DB
Zaterdag 24 November 1906, no. 278.
Middelburg, 25 November
Provinciale Staten van Zeeland
Zitting va* heden, Vrgdag, morgen
te 10 uur-
(Slot.)
Voorzitter de Commissaris der Koningin,
Tegenwoordig 36 leden en de/griffier.
Afwezig de heeren Maaa en Vader van 'o Gra
venpolder met kennisgeving.
Nog zgn afwezig de heeren De Smit, Eras
mus, Van Dam en Elenbaas.
Aan de orde is het voorstel dar hoeren.Van
Waosberghe c s. tot
OPHEFFING
DEK PROVINCIALE TOLLKN
waarvan het verslag der, aideolingen in het
hoofdblad voorkomt.
Ü3 voorzitter zegt dat [bet gevoelen van
Ged. Staten reeds ia medegedeeld bg het vorig
voorstel.
Do heer Van Waesberghe constateert dat de
ideeën wel marchoeren maar hier langzaam
gaan.
Hg hoopt dat de vier heeren, die zich hnn
stem voorbehielden, de disouBsie" gehoord, zioh
voor het voorBtel zullen verklaren.
Hg beetrgdt de meening van het lid van
Qed. Staten dat de tollen i 11.000 zouden
opbrengen. De netto bate is Bleohts i 9105.
Hg weeripreekt dat een vorig' maal het
voorstel mot bgna algemeene stemmen is verwor
pen en zet uiteen dat de tolheffisgonbillgk is.
Is het billgk dat voetgangers, fit
anderen, die ook belang hebben bg goede
wegen, niet betalen en anderen wel?
Ook zg, die den tol weten te ontrgdea, be
talen niet.
De tolbelasting is er verder geene die ge
heven wordt naar draagkraoht.
Wanneer men het principe veroordeelt, dient
men consequent te zgn en afschaffing der
tollen te bevorderen.
In de zomerzitting van 1901 werden groote
bedragen gevoteerd voor stoombooten en tram
wegen, zonder dat daartegen iets is aangemerkt.
Spreker ii het onbegrgpelgk dat bg afeohaffing
der tollen het fiaanoieel nadeel zoo groot zou
wezen dat belastingverhooging noodigzouign
De afsohaffing der provinciale tollen zal ook
een aanleiding kunnen zgn tot afsohsffing der
particuliere tollen.
Het rgk heeft in 1900 de tollen afgesohaft;
en toen in de Staten die kwestie behandeld
werd, zeide menmen sou ervoor zgn als
partiouliere tollen werden afgesohaft. En daar
tegen over zeggen de polder- en gemeentebe
sturen wg wachten tot de provincie het voor
beeld geeft.
Spreker toont aan dat het algemeen belang
gebaat zon worden door afschaffing der tollen.
Hg wgBt erop dat de heer Hennequin meer
malen het belang van de afsohsffing voor den
landbouw heeft in het lioht gesteld.
Ook Qed. Staten hebben indertgd toegegeven
dat de tolheffing een druk is.
Spreker wgst nog op den finanoieelen nood
van vele gemeenten in Zeeuwsoh Vlaanderen-,
die voor een deel zou worden opgeheven door
die gemeenten te ontlasten van de bgdragen
voor afkoop van tollen.
Tolbelasting is ook te veroordeelen uit een
moreel oogpunt.
Versoheiden tolgaarders geven kwgtsohel-
ding'van den halven tol als de personen, die
den tol passeeren, verteringen maken. Dat
niet in het belang van de passagiers.
Spreker spreekt hier niet voor zgne paro-
ohie, want de Btoomtram HulstWalsoorden
zou daardoor minder opbrengst hebben,
Hg eindigt met de hoop uit te spreken dat
de dag van heden zal zgn die der opheffing
van de tollen in Zeelandeen dag die in de
geheele provinoie zal worden gezegend,
De heer Tichelman acht het billgk dat voor
hot gobruik der wegen een kleine retributie
wordt gevraagd.
Dat fietsen en voetgangers worden vrgge-
steld, acht hg niet onbillgk; zg bederven de
wegen niet,
In groote gemeenten wordt wel straatgeld
geheven, dat is ook een belasting.
Waar steigerreohten geheven worden, kan
ar ook geen bezwaar tegen tolrechten zgn.
Ook meent spreker dat de provinoie geen
f 11.000 kan prgs geven, zonder dat daartegen
over ietB wordt gesteld.
Afsohsffing zonder een equivalent zou ver
hooging der opoenten op de personeele be
lasting met 3 met zioh brengen.
Op die verschillende gronden zal hg tegen
het voorstel stemmen.
De heer Hombaoh is tegen tolbelasting, om
dat men niet weet wat opgebraoht wordt en
hoeveel winst de tolgaarders in den zak steken.
Hg heett daarnaar een onderzoek ingesteld
en hg is te weten gekomen dat vele tolgaarders
een retributie van 30 billgk aohten.
Dit aannemende, wordt het bedrag der be
lasting, in plaats van t 9000, ruim f 12.000.
Spreker stelt nog nader in het lioht het
indeel vai tolheffing voor de landbouwers.
Hg wgst erop dat in zgn omgeving bg een
landbouwbedrgt van ongeveer 47 heetaren voor
een zevende van de grootte suikerbieten worden
verbouwd. Door dien boer is aan tol f 133
veriohuldigd voor het vervoer van zgn bieten.
Da belasting heelt geen gelgken druk en
men weet niet hoeveel zg eisohtdaarom dient
zg afgeschaft.
De heor Fokker wgst er op dat.de heer Van
Waesberghe tal van argumentenvoor de
aisohsffiag heeft aangevoerd.
Hg is echter nog niet bekeerd.
Er is geen belasting aan welke geene.onbil-
Igkheden kleven.
Het voorstel is handig ingekleed, want niet
alleen Zeeuwsch-Vlaanderen ïb er bg betrok
ken maar ook Qoes en de gemeenten in Schou
wen en DuivelBnd.
Wanneer Zeeuwsoh-Vlaanderen zoo lgdt door
die tolbelasting, waarom is dan niet,door de
gemeenten daar de heffiig afgekooht, evenals
op Sohouwen en Duivelaid
Dit het feit dat men dit niet deed, maakt
spreker op dat de beweringen van den heer
Van Waesberghe overdreven zgn.
Tooh is, wat de voorsteller beweert, een
lokaas voor velen, maar mr Fokker toont nan
dat, wil de heer Van Waesberghe billgk zgn,
hg dient voor te stellen aan Goes en de ge
meenten in Schouwen en Daiveland torng te
geven wat door hen gedurende vele jaren aan
afkoop is betaald.
De heer Van Waesberghe merkt op dat de'
vergelgking van steiger- met tolgelden niet
opgaat. Men weet hoeveel dio opbrengen, eei
deal ervan vergoedt de kosten der provinciale
stoombootdiensten.
De heer Tiohelman heeft beweerd dat af-chat-
flag der tolgelden verhooging der opoenten op
het personeel met 3 sou na zioh slepen. Spreker
begrgpt niet waarom die opoenten op de per
soneele belasting zouden gelegd moeten worden
men kan die ook leggen op de ongebouwde
eigendommen.
Wanneer men alle tollen op Walcheren af
schaft, zon de polder sleohts 85 cent per
hectare meer behoeven te heffen om het tekort
dekken.
Waarom zonden Goes en Sohouwen en Dai
veland het betaalde voor afkoop terug moeten
hebben Gat men dat terug, dan zou men aan
Zeenwsch-Vlaanderen ook moeten teruggeven
de f 500,000, in den loop der jaren betaald.
De heer. Siegers zegt door het voorstel der
heeren Van Waesberghe o.s. verrast te ijjn.
De kwestie is hier meermalen aan de orde
gesteld.
Telkens is het voorstel tot afschaffing met
groote meerderheid, een. enkele maal met alge-
eene stemmen, verworpen.
Spreker had gehoopt dat de voorstanders
der afschaffing hun poging geruimen Ijjd zon
den hebben laten rusten en het bevreemdt hem
dat zg nu weer op de zaak terugkomen.
De aanhouder wint", geldt hier niet.
Qr is thans voor of tegen het voorstel hoe
genaamd niet» meer te zeggen dan bg vroegere
gelegenheden is gedaan-
De voorstanders gebruiken groote woorden,
voeren algemeenheden aan, msar feiteljjk be-
wgzen die zonder nadere definitie niets.
Spreker iB overtuigd dat do meest welspre
kende redevoering geen verandering zal brengen
in de moening der leden.
Afschaffing van tolreoht moet onafwijsbaar
^fschsffing der steigerrechten tengevolge hebben.
In de afdeeling is door een lid, dat in be
ginsel is voor afsohaffing der tollen, gevraagd
om inlichtingen over den finanoieelei toestand
der proviïcie.
Spreker wil die geven.
Er is# voor e flossing f 20.000 mindsr uitge
trokken en de overschotten van 1905 zgn niet
groot.
Onder die omstandigheden is niet te denken
aan afsohaffing der tollen.
Maar ook is er niet aai te denken, waar
zoovelen de wegen uit eigen fondsen hebben
aangelegd.
De verhooging van 85 cent per hectare op
de Eohotbare landen in Walcheren zon niet
billijk zgn. Dat zou zgn den last van den
inen schouder wentelen op dei anderen.
Spreker ontraadt ten sterkste aanneming
van het voorstel en geeft den voorstellers in
overweging het terug te nemen en er in de
zomervergadering van 1908 op nieuw mede te
komen. Dan kan, met het oog op het eindigen
van den vastgestelden termgn, een zuiverder
boslissing genomen worden.
De heer Blum zegt het lid fe zgn dat in
de derde afdeeling de vraag deed die door
>n heer Siegers is beantwoord.
Hg is door dat antwoord er niet toegekomen
om tegen het voorstel te stemmen.
r heeft in het buitenland en andere
provinoiën minder tollen gezien dan hier, en
toen hg in Zeoland kwam, verwonderde hem
het groot aantal daarvan.
Spreker is het niet eens met den heer
Tiohelman dat een atraatbelasting te verge-
Igken is met een tolbelasting.
Spreker zal voor het voorBtel stemmen.
Hg aoht het een gevaar om het voorBtel
terng te nemen tot 1908. Dan zal tegenge
worpen worden dat de begrooting er niet op
ingerioht is.
Nu kan bg aanneming van het voorstel de
begrootiig tgdig in overeenstemming gebraoht
worden met de mindere inkomsten uit dezen
tak van dienBt.
De heer Yan Waesberghe handhaaft bet
voorstel.
Hg laat nog sterk het lioht vallen op de
onbillgkheid dat motoi fietsen en automobielen,
toch ook belang hebben bg goede wegen,
geen tolreoht behoeven te betalen.
Da heer Siegers waarsohuwt nog uit een
financieel oogpunt tegen aanneming van het
voorstel.
De beraadslaging wordt nu gesloten en tot
stemming overgegaan.
Onderdeel a van het voorstel wordt aan-
e n o m e a met 20 tegen 18 stemmen.
Tegen stemmen de hoeren Fokker, Van
Teylingen, Yan Rompu, De Jonge, De Casern-
broot, Noordgke, Siegers, Mulder, Luoasse)
Tiohelman, Merokeni, Yan de Potte, Bolle,'
Loois, Hegse, Houterman, Den Bouwmeester
De Veer en Erasmus.
Onderdeel b wordt vervolgens a a n g
men met 22 tegen 16 stemmen.
Tegen stemmen de heeren'Fokker, Yan
Teglingen, De Jonge, De Casembroot, Noordgke.
Siegers, Mulder, Lucasse, Tichelman, Merokens,
Yan de Patte, Looit, Hegse, Honterman, Den
Bouwmeester en,Erasmus.
Hel geheelo voorstel wordt daarna aan g
nomen met 20 tegen 18 stemmen.
Tegen Btemmen de heeren Fokker, Van
Teglingen, De Jonge, De Casembroot,^Noor
dgke, SiegeiB, Mulder, Luoasse, Tichelman,
Merokens, V. d. Putte, Bolle, Loois, Hegse,
Houterman, Den Bouwmeester, De Veer en
Erasmus.
De^heeien Yan Dam"en Eiatmus zgn tgdens
de stemmingen ter vergadering gekomen.
De voorzitter deelt mede dat van de,heeicn
De Smit en Elenbaas berioht is ontvangen dat
tg niet aanwezig kunnen zgn.
De heer Frnytier verzoekt, nu het voorstel-
Yan Waesberghe is aangenomen, het debat te
heropenen over het voorBtel betreffende de
yerordening tot tolheffing.
De voorzitter heett geen bezwaar om art 17
opnieuw in discussie te brengen.
De heer Fruytiei wenscht daarann toe te
legen dat de verordening eindigt met 30
April 1909.
De heer Fruyfcier wgzigt, na een opmerking
van een dor leden, zgn voorstel zoodanig, dat
bepaald zal worden dat de heffing met
April 1909 zal zgi beëindigd.
Dit wordt aangenomen mot 32 stemmen
tegen 6.
SUBSIDIES.
Door Gsd. Staten wordt voorgesteld aan het
beBtuuT der vereeniging Vereenigde Handwerks
lieden te Neuzen, ten behoeve van de onder
zgn beheer Btaande avond-vakschool, nit de
provinciale fondsen voor 1907 een snbBidie van
t 200 te verleene», onder voorwaarde a dat
worde bggedragen door de gemeente Neuzen ten
minBte f 125 en door belangstellenden ten
minste f 125 en b dat worden overgelegd
verslag van den toestand der school en afcohrif
ten van de begrooting en rekening.
Blgkeni het algemeen verslag der afdeelingen
vereenigde men zioh in alle afdeelingen met
het voorBtel van Gedeputeerde Staten, dat
zonder disoussie en hoofdelgke stemming wordt
goedgekeurd.
Op het verzoek van J. C. de Masier o. a. te
Neuzen om een subsidio uit de provinoiale
kas ten behoeve van een aldaar op te richten
ambachtBBohool stellen Ged. Staten voor afwg-
zend te beschikken.
Blgkens het algemeen verslag der afdeelingen
werd in geen der afdeelingen bezwaar gemaakt
tegen het voorstel, dat zonder disousBie of
hoofdelgke stemming wordt goedgekeurd.
Burgeravondschool te
Middelburg.
Ook stellen Ged. Staten voor af te wgzen
it verzoek van den raad der gemeente Mid
delburg om een subsidie van f 1000 uit de
provinoiale fondsen ten bohoeve van de bur
geravondschool aldaar.
Uit het algemeen verslag der afdeelingen
blijkt dat in eene afdeeling alle leden zioh
met het voorstel konden vereenigen.
In eene andere afdeeling werd door een der
leden opgemerkt, dat op het adres, zooals het
daar ligt, bezwaarlijk anders dan afwgzend
kan worden beBobikt, hoewel hg het ver
zoek gaarne had ingewilligd. Werd de be
staande inrichting uitgebreid met
avondschool voor vakonderwijs, dan zon z i een
verzoek om subsidie, evenals in andere ge-
meer kans hebben te worden inge
willigd.
Overigens vereeaigden zich alle leden met
het voorstel.
In de andere afdeeling werd er door een lid
op gewezen, dat bet argument tot afwgzing
van hot verzoek niet zoo klemmend is, als het
sohjjnt. Wèl moet de gemeente, die verplicht
is middelbaar onderwijs te geven, zelf de kos
ten daarvan dragen- Maar dit verplichte on-
derwgs omvat een leerplan van twee jaar.
Hiervoor vraagt Middelburg dan ook geen
subsidie, maar ^wel voor het vervolg van het
leerplan, dat vier jaren omvat en eerlang tot
vgf jaren zal worden nitgebreid. Het onderwijs
in die laatste twee jaren is ongeveer hetzelfde
wat in Vlissinge», Goes en Zierikzee onder
anderen naam (bv. als voortgezet ambaohti-
o»derw{js) gegeven en door de provinoie ge
subsidieerd wordt. Wanneor Middelburg be
sluiten mocht, die latere niot-verpliohte leer
aren onder een anderen naam als zelfstandigen
ourous op te geven, dan zou deze grond tot
weigering geheel vervallen.
Een lid van het Gedeputeerd College wees
er op, dat door de provincie aan middelbaar
onderwijs geen subsidie gegeven wordt, aan
ambsohtsonderwgs wel. Gebeurde dit niet, dan
zou daardoor ook het Rijkssubsidie verrallen.
Bovendien ontvangt Middelburg reeds subsidie
voor een ambachtsschool, die in Ylissingen
ontbreekt.
Hierop antwoordt het eerstgenoemde lid, dat
Vlissingen dan in elk geval daarvoor zelf ook
geen koBten behoeft te maken, terwjjl Goes
en Zierikzee zoowel voor het voortgezet vak
onderwijs als voor een ambachtsschool snbBidie
ontvangen. Bovendien sluit z, i. de wet niet
uit, dat middelbaar onderwjjs dcor de provincie
gesteund wordt.
Dit was ook niet beweerd, meukte hiertegen
it lid van Gedeputeerden op, maar alleen
dat het hier nooit gebeurt.
Ten slotte gaf een lid van Gedeputeerden
als zgn perioonlgk gevoelen te kennen, dat
een aanvrage onder anderen naam allicht meer
kans van slagen zon hebben.
Ged. Staten vinden ia dit verslag geen aan.
leiding wijziging te brengen in hun voorstel.
Het wordt zonder beraadslaging ot hoofde
lgke stemming goedgekeurd.
Evoneens stellen Gsd. Staten voor een af
wgzendo beschikking te nemen op het verzoek
van E. van der Slikke te Wolphaartedgk
22 anderen, allen werkzaam aan land- (tuin)
bouwwintercursussen in deze provincie, om
subsidie uit de provinciale kas.
Blgkens het algemeen verslag der afdeelin
gen werden in twee afdeelizgen stemmen
vernomen, om de vergoeding voor lesuren uit
de provinoiale fondsen met 25 cent per uur
te verhoogen; óéa lid wensohto, naast ver
goeding van reiskosten, eene verhooging van
50 cent per lesuur.
Op eene desbetreffende vraag, of het ver-
leenen van het gevraagde subsidie gepaard
zou gaan met grooto uitgaven, werd geant
woord dat deze ongeveer f 1500 per jaar zou
den bedragen.
In de drie afdeelingen verklaarden een of
meer leden, zich grondend op hot besluit,
ISsn October 11. genomen in de vergadering
van het Hoofdbestuur der Zeeuwsche Landbouw-
maatschappij, zich tot eene algeheele vergoe
ding van verplaatsingskosten bereid, en werd
gevraagd, of met dat doel niet een subsidie
kon verleend worden aan genoemde maat-
schappij.
Door leden van Ged. Staten werd in de drie
afdeelingen medegedeeld, dat onder dagteeke-
ning van 24 October 1906 (Stbl. no 271) een
kon. besluit wa9 uitgevaardigd tot vaststelling
van algemeene regelen voor het verleenen van
subsidie ten behoeve van land- en tuinbouw-
ouTBnsBen, waarin in art. 7 deze Bubsidiën
worden vastgeateld ook voor verplaatsings
kosten, torwgl daaraan is toegevoegd, dat in
bijzondere gevallen de bgdragen, daarin ver
meld onder a—d, kunnen worden gewijzigd..
Daaruit bljjkt, dat eerlang een definitieve
regeling dier vergoedingen van de z(jde der
regeering kan worden verwacht, waarom in
een der atdeelingen een lid, dat op algeheele
vergoediag der reiskosten had aangedrongen,
zjjn voorstel introk, la eene andere afdeeling
wencokten drie leden, die met dit Koninklijk
besluit nog niet bekend waren, zich hunne
stem voor te behouden.
Ten slotte werd het voorstel van Gedepu
teerde Staten, om op het verzoek van K. van
der Slikke e. a. aiwjjzend te beschikken, aan
genomen met 28 stemmen. Drie stemmen
verklaarden z:ch daartegen, drie leden wensoh-
zioh hunne stem voor te behouden, één
lid verlangde eene verhooging van 25 cent per
lesuur.
Dit verslag geeft Ged. Staten geen aanlei
ding tot wijziging van hun voorstel.
De heer Hentequin wgst erop dat in
tukken geen melding ia gemaikc van het
adres der Zeeuwsche Landbouwmaatschnppij tot
ondersteuning van het verzoek.
Het voorBtel wordt zonder beraadslaging of
hoofdelgke stemming goedgekeurd.
Op het verzoek van W. F. Harte te Neuzen
om verhooging van zgn pensioen als geweten
agent bg den provincialen Btoombootdienst op
de Westereohelde stellen Ged. Staten voor
afwijzend te beaohikken.
In de atdeelingen vereenigde men zich alge
meen met het voorstel, dat zonder beraadsla
ging of hoofdelgke stemming wordt asngenomen
Thans komt in behandeling het voorBtel van
Ged. Staten tot
WIJZIGING VAN HET ALGEMEEN
REGLEMENT VOOR DB FOLDERS
EN WATERSCHAPPEN.
Dit strekt om een nieuw artikel 4bis in
te lasechen, luidende:
De werken, bestemd tot waterkeering, zee
wering of oaververdodiging, daaronder begre
pen waterkeerende djjken, worden behoorlgk
en overeenkomstig de bestemming beheerd en
onderhouden door hen, die daartoo verplicht
jn.
Indien dit door Ged. Staten noodzakelijk
wordt goaoht, worden die werken uitgebreid
of nieuwe aangelegd door hen, die tot beheer
oiderhoud verplicht zgn, op de wgee door
Gedeputeerdo Stafen te bepalen.
Verder stellen Ged. Staten voor:
Art. 17 wordt gelezen (nieuw artikel)
De binnendgken en de daarin gelegen kunst
werken worden behoorlgk en overeenkomitig
de bestemming beheerd en onderhouden door
hen die daartoe verplioht zgn.
Indien het door Ged. Staten noodzakolgk
wordt geaoht, worden de op de zeedgkon vol
gende eerste binnondgken verhoogd en ver
zwaard en de daarin gelegen kunstwerken
waterkeerend gemaakt ten koste van de
polders ot watersohappen, welko door den bin-
nendgk bg doorbraak van den zeedgk onmid-
dellgk tegen het zeewater bosohermd worde».
Verkeert meer dan een polder of waterr chap
of door dgken afgesloten onderdeel van een
polder ol watereohap in dat geval ten aanzien
van denzelfden binnendgk, dan wordt het werk
uitgevoerd door die polderB of waterschappen
gezamenlgk en worden de kosten over hen om
geslagen in evenredigheid tot de kadastrale
grootte van die polders, waterschappen of door
dgken afgesloten onderdeelen, met inaohtne-
ming van de door Gsd. Staten voor elk bg-
zonder geval vast te stellen regeling.
Wanneer aan de verhooging en verzwaring
van den eersten binnendgk buitengewonekos-
en verbonden zgn tengevolge van de aanwe
zigheid van gebouwen, van een kunstweg, van
kunstwerken of van eene beplanting, toebe-
hoorende aan een ander dan den polder of het
watereohap, tot welks onmiddellgke beioher-
ming de binnendgk strekt, zoo wordt door
Gedeputeerde Staten aan Provinoiale Staten
een voorstel gedaan tot voorziening in de
daaruit voortvloeiende buitengewone koBten.
Art. 18 art. 17 en 18 oud) wordt gelezen
Voorzoover de verpliohting tot het beheeren
en onderhouden der binnendgken en de daarin
gelegen kunstwerken, niet is geregeld door de
wet, eene verordening of e-n maatregel van
het bevoegd gezag, rust i g de polders of
waterschappen, waartoo de oiunendgkon feito-
lgk bebooren.
Ingeval er twgfel of geschil ontstaat over
de verpliohting tot het beheoren en onder
houden van een binnendgk on de daarin
gelegen kunstwerken, wordt de zaak door
Gedeputeerdo Staten onderzooht en beslist.
Blgkens het algemeen ve'slag der afdeelingen
ïb in alle van gedachten gewisseld over de
vraag ol het, na het besluit der openbare ver
gadering van 13 dezer, om het voorstel van
Ged. Stalen tot wgiiging van het algemeen
reglement voor de polders of waterschappen
naar de afdeelingen te zendon, thans
noodzakelgk is, het in zgn onderdeelen in de
afdeelingen te behandelen, dan wel, ot de
afdeelingon zonder nadere bespreking van
de voorgedragen wgtigingen en aanvullingen
in overweging kunnen geven, het voorstel tot
voorbereiding aan Ged. Staten te ren
vooieeren. Men was in alle afdeelingen tot do
oonolusBie gekomen, dat afgescheiden van
de vraag, ot het wenschelgk is het voorstel
na onderzoek in de afdeelingen naar Ged.
Staten terug te zenden, om de polderbesturen
over hot gewfizigd voorstel te hooren en don
lor Staten meer Igd te geven, dat ge-
wgzigd ontwerp grondig te bestudeeeron.
thans dat voorstel in de afdeelingen moet
ondeizocht worden, omdat het voor dat doel
naar do afdeelingen is gezonden.
Ia ééae afdeeling gaf een der leden te ken
nen, dat de ramp van 12 Maart jl. heeft aan
getoond, dat de tegenwoordige indeeling van
provitcie in zoo vele kleine polders en
polderfjes ondoelmatig gebleken is, vooral in
gevallen van gevaar, en dat het wenecheljjk
ware al die polders en poldertjei op te ruimen
en daarvoor groote watersohappen in de plaats
te stellen, onder beheer van een deskundig
bestuur, bggestaan door een technisoh ontwik
keld ingenieur, en die de noodige materialen
voorhuiden zonden moeten hebben, om in
gevallen van gevaar onmiddellgk krachtdadige
en doeltreffende maatregelen tekunnonnomen,
waartoe de meeste polders in Zeeland thans
niet in Btaat zgn.
Daartegen werd opgemerkt, dat dit met het
ig op de oalamiteuze polders onuitvoerbaar
zou zgn, terwgl nog een ander lid het donk
beeld zóó veelomvattend vond, dat de gevolgen
daarvan bg toepassing niet te overzien zgn.
Esn motie, waarbg Ged. Staten worden uit-
genoodigd in overweging te willen lemen een
voorstol, om de tegenwoordige polderorgani*
sa'ie geheel op te heffen en de geheele Pro
vincie zooveel moeeljjk in enkele groote water
schappen te verdeelen, verwierl vier Btemmen
terwjjl twee leden tegen stemden en zeven
zich hun stem voorbehielden.
In twee afdeelingen heelt het voorgedragen
nienwe art. ibis tot geen bedenkitgen aanlei
ding gegeven, terwjjl in de andere afdeeling
door een der leden betoogd is, dat hier te
grooto mecht gele,;d wordt in banden van
Gedeputeerde Staten. Zg kunnen, indien hun
voorstel wordt aangenomen, een polder, die
misFobien kort geleden inet goedkeuring van
rjjks- en provinoiale autoriteiten eei djjk
heeft gemaakt, welke san alle gestelde eirchen
voldoet en goed onderhouden wordt, verplichten
dien djjk te verhoogen en verzwaren, wat soms
aan de eigenaars der gronden, in de betrokken
polders gelogen, lasten opleggen kan, welko met
vernietiging van hun bezit gelgk zouden staan,
terwjjl het werk, dat op last van Ged. Staten
gemaakt is moeten worden, soms zeer in het
belang van achterliggende polders kan tjjn.
Hg zou gaarne zien, dat hier ook een bepaling
werd ingelascht, in hoofdtrekken geljjk met het
jorgeateffie tweede en derde lid van art. 17.
Daartegen werd aangevoerd, dat de bedoelde
werken alleen bevolen kunnen worden, indien
tg noodzakelgk zgn, en dat de eindbeslissing
daaromtrent berust bg den Koaing, terwg), als
de bevolen werken de draagkraoht van don
betrekken polder te boven gaan, in Bomm'ga
gevallen tot calamiteusverklaring kan overgo-
gaan worden ot intgds een waterschap kan op-
gerioht worden soms zal ook bg toepassing
van art. 38 der wet van 1900 do Provinoie
een gedeelte der kosten moeten drager.
In deze afdeeling verklaarden vgt leden hun
stem aan het voorgedragen art. 4 bis te zullen
geven één lid verklaarde zich er tegen, terwgl
zeven leden zich hun etem wenechten voor te
behouden.
In een atdeeling is de vraag overwogen, ot
een prinoipieele wgziging, als vervat is in het
tweedo lid van art. 17, behooit tot de be
voegdheid van de Staten, in hot bgzonder of
het overbrengen van den onderhoudsplicht van
de eerste binnendgken op de in de eerste
linie schterliggende polders tot ben compe
tentie behoort. Deze vraag werd met op één
na a'gemeene stemmen toest- imend beant
woord.
Daarna kwam in die sfdeeling in bebande-
lipg de vraag, oi men het met den hoofd
ingenieur Ta&dzaam acht dat, alvorens tot de
behandeling van het onfwerp wordt overgegaan,
een ot meer in polderaan gelegen heden door-
kneedo rechtsgeleerden over de voorgeeteldo
prino'pieele wgzigirg van art. 17 geraadpleegd
;gn ot hun gevoelen wordt govraagd Nadat do
wensoholgkheid door een lid is bepleit, werd
door een ander lid daartegen aangevoerd,
dat het personeel der tweede afdeeling van do
provinoiale griffie ook genoegzame ervaring in
polderzaken heeft opgedaandat ook do griffier
door zgn ondervinding uitstekend op de hoogte
is en daarenboven in bet ooilege van Gedepu
teerden ook nog twee rechtsgeleerden zitfen,
waarom bg het raadplegen van andere reohts-
geleorden ontraadt.
Een ander lid was van oordeel, da», hoe meer
advocaten men raadpleegt, hoe moeilgker het
voor de Staten wordt om te besluiten, en dnt