MIDDELRURGSCHE COURANT.
v. 101
Maandag
30 April.
Uit Stad en Provincie.
149* Jaargang.
1906.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor allo plaatsen in Nederland franco pp./2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
Thermom. en telegr. weerbericht van het K. N. Met. Instit. te De Bilt.
28 April 8 u. vm 42 gr., 12 u. 48 gr., av. 4 n. 50 gr. F. Hoogste barom. stand 774.3 te Horta
ljaag.te 737.1 te Dnnrossnes8. Verwaohting tot den avond van 29 April meeBt matige W.
wind, zwaar bewolkte lacht, mogelijk regen en dezeltde temperatuur.
Advertentiën: 20 cent por regel. Bij abonnement voel lager. Geboorte-, dood- en
alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 rogels f 1.50elke regel meer
20 oent. Reolames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot do plaatsing van advertentiën en reolames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Ngverheid en Geldwezen, is gerechtigd het Algemeen Advertentle-Bnrean A. DM
LA HAK An., N.Z. Voorburgwal 966, Amsterdam.
Bij deze courant behoort een Bijvoegsel.
provinciaal
watersnood-comité.
Nog is ontvangen door den penningmeester
uit
Zeeland.
Uitvoering muziek- en zangver. te O. en W.
Souburg i 20.
Nederland.
Collecte teIJsielmonde f 458.50, Nieuwer-
kerk *,'d Usel f388.03, Tricht t 225.78', IV Hil
versum t 650, Bunnik, Odjjk, Werkhoven
t 247 29', Ztandam f 1224.66', Nieuwe Tonge
f 169.47, Rijswijk t 241, Harder wgk f 290.64,
Nieuw-Helvoet f 200.58', Rotterdam, voorloopige
remise, f 20.000.
Verder van S. J. L. Rotterdam f 10, Jonge!.
Ver. Nieuwe Pekela f 3.60, S. M. G. en wed.
N. N. Amsterdam, f 2, en opbr. van eonlote-
rgtje Den Haag i 13.
Buitenland.
Van de Hollandsobe gem. te St. Petersburg
1 5000.
Middelburg 28 April.
De vertrokkene.
Mr A. J. Roost heeft hedenmiddag Mid
delburg verlaten.
En daarmee is een einde aan zjjn verbljjf in
ons midden, en aan de vervulling van z|jne
hooge betrekking van Commissaris der Koningin
in Zeeland.
Hij werd daartoe benoemd den 29 Juni 1897.
Vrijdag nam hp afscheid van de ambtenaren
ter Provinciale griffie, en waar dit geschiedde
in intiemen kring, zullen wg daarover niet
uitweiden.
Maar dit meenen wjj wel te mogen zeggen
dat dit afscheid den heer RoeBt geheel ken
merkte, die zioh gedurende zjjn verbljjf in
ons midden eenvoudig toelegde op zjjn werk
kring, zooals hg die naar zgn overtuiging moest
vervallen, als de man die in de Abdjj het ge
zag uitoefende.
Strikt hield hjj zich binnen de grenzen
daarvan.
Hjj was een man der wet, een man die opging
in de provinciale administratie.
Hg bezat een uitgebreide, grondige kennis
hg waakte steeds dat zgne uitspraken en be-
slisingen konden getoetst worden aan de
wetten en besluitenhg was in 't kort de
hooge ambtenaar.
Als leider der vergaderingen van de Provin
ciale Staten was hg uitstekend, flink en krachtig.
Van hen die met hem moeBten samenwerken,
eischte de heer Roest stipte plichtsvervul
ling en werd daaraan voldaan, dan waardeerde
hg dit en toonde hg zjph een goed chef.
Maar buiten de Abdg, voor onze samen
leving, toonde de heer Roest geea belangstel
ling.
Uit dat oogpunt bezien, laat zgn verblgf in
ons midden geen enkel Bpoor aohter.
Dit was voor velen onzer een teleurstelling,
te meer omdat wg dit van de meeBte zgner
voorgangers zoo anders gewend waren.
Mr Roest had blgkbaar voor zgn persoon
aan sympathie van de Zeeuwen in 's algemeen
en van de Middelburgera in 't bgzonder geen
behoefte.
En hierdoor was er ook bg hen daarvan
geen sprake.
De nieuwe Commissaris.
Vrgdag werd door deu minister van Bin-
nenlandsobe Zaken, mr Rink, in De 1 wee Steden
te 'i-Gravenhage den afgetreden secretaris
generaal mr H. J. DgokmeeBter vóór zgn
vertrek als Commissaris der Koningin in
Zeeland een afscheidsmaal aangeboden.
Daatbg wateu o.n. genoodigd de voorzitters
en de Zeeuwsohe leden der beide Kamers, de
vice-president van den Raad van State en de
oud-ministers van Binnenlandaohe Zaken ouder
wie mr Dgokmeester seoretaris-generaal was.
Minister Rink bracht buldejaan de verdiensten
van den heer Dgokmeester en wenaohte de
provincie Zeeland geluk, dat zg aan het hoofd
van haar gewestelgk bestuur geplaatst ziet een
man, die zgn tot rgpheid gekomen krachten,
kennis en ervaring dienstbaar wil maken aan
de bevordering van haar voorsposd en geluk.
De Minister wees er op dat hot oogenblik,
waarop de heor Dgokmeester zgn gewiohtig
ambt aanvaardt, hem buitengewone plichten
oplegt.
De rampen, waardoor Zeeland is getroffen,
rampen die niemand in Nederland ongèr'oerd
hebben gelaten, zullen vooral in de eerste
tgden oor/aak zgn dat veel van de krachts
inspanning van den nieuwen Commissaris zal
gevraagd worden. De waterkeeringen moeten
hersteld worden, de Commissaris zal zioh moeten
betoonen een meester op de dgken; akkers
moeten weder bebouwd, woaingen hersteld; de
nood dient m allerlei vorm gelenigd worden.
Van dea eeiBten dag af beeft de regeexing
niets onbeproefd gelaten om, voor zooveel van
haar afhing, steunend en helpend op te treden
en da heer Dgokmeester zat ia deze haar zeer
gewaardeerden adviseur zgn.
Zwaar is zgn taak, maar de Minister was wel
verzekerd dat ze geëvenredigd zou blgken aan
de kracht, de toewgding en het pliohtbesef van
mr Dgokmeester, die dan zgne belooning zal
vinden in de liefde van het ronde Zeenwsohe
volk.
De heer Dgokmeester, antwoordde op deze
toespraak, dat hg, zich zeer wel Tekenschap
gevende van de Tamp die Zeeland heet getrof
fen, diep besefte dat dit feit aan den nieuwen
Commissaris bgzondere eischen zou stellen,
maar dat hg zich toch verplicht achtte op het
bewgs van vertrouwen, dat de Regeering in
hem stelde, in te gaan.
Alle krachten verklaarde hg te zullen aan
wenden tot bevordering van den bloei der
provincie en tot heil harer bevolking.
Van den Haagscben Toren.
Een zaak waarover hier in de laatste dagen
veel gesproken wordt is de kwestie-Van Heecke-
ren. Het is dan ook wel de moeite waard
deze eens even van nabg te bekgken, vooral
na da voorstelling, welke daarvan onlangs in
de pers gegeven is.
Deze kwam tooh hierop neder dat de heer
Vsn Heeokeren als het slachtoffer van leugens
en snoodheid, tegen hem uit de dagen van
het Kuyperbswind uitgespeeld, toneinde raad,
evenals indertgd de Duitsche ondersecretaris
van staat, baron Von Marshal, de vlucht in
de openbaarheid had genomen, voorloopig nog
maar beperkt tot het college der Eerste kamer
maar om later wellicht tot nog grooter kring
te worden uitgebreid. De gezant dan zoekt
redres van zgn grieven bg de Eerste kamer<
die het verzoekschrift naar den Minister van
buitenlandsohe zaken doorzond, van wien gis
teren bg de Kamer antwoord is ingekomen.
Deze feiten zgn bekend en wat den inhoud
van het verzoekschrift betreft, zgn de ge
noemde zaken ook grosso modo juist vermeld.
Alleen is er een groote »maar" aan verbonden
en wel deze dat het relaas, door den heer
Van Heeokeren gegeven, wel een klein beetje
afwgkt van hetgeen door anderen over de rol,
door den gezant in deze intrigues gespeeld,
wordt verteld.
Om mede te beginnende nobele rol, die
hg zich toeschrgit door onmiddellgk zgn toen-
maligen chef, den heer Van Lynden, te waar
schuwen dat men tegen hem aan het complot-
teerea was, is niet goed to rgrnen met het
feit dat hg ook, nadat het zaakje uitgekomen
was, met dr Kuyper zeer vriendschappelgke
betrekkingen bloei onderhonden
Men diene al. te weten dat dr Kuyper de
persoon was die hier de Koningin tegenover
den heer Van Lynden heeft uitgespeeld, een
bewering welke geheel voor rekening van den
heer Van Heeokeren blgft, die en daaraan
mag wel eens herinnerd worden nogal eens
>ondersteUender wgze" spreekt. Als men aan
het departement van buitenlandsohe zaken de
oorrespondentie, met den heer Van Heeokeren
gedurende zgu ambtelgke loopbaan gevoerd
eens voor den dag haalde, zou men, zooals
een ambtenaar mg vertelde, een boek kunnen
samenstellen dat op de avonturen van baron
Van Münohfaausen geleek. Nu de lezing van
den heer Van Heeokeren in de pers haar weg
heeft gevonden mag deze omstandigheid, welke
anders stilzwggend voorbg kon gegaan worden,
wel eens gereleveerd worden.
De nobele rol van aanbrenger van het com
plot, tegen wglen Zgne Voortreffelgkheid ge
smeed, klopt dus niet erg goed met het feit,
dat de aanbrenger en de hoofdman van het
complot ook nadien beste vriendjes bleven.
Bovendien, welk een mate van naïviteit van
den gezant om te gelooven dat de Koningin
dr Kuyper zou willen gebruiken om den heer
Van Lynden het voetje te liohton, waarbg de
heer Van Heeokeren een handje zou moeten
helpen 1
Inderdaad om dat maar een oogenblik te
gelooven, moet men de phantasie en een vizie
op de dingen der mensohelgken levens hebben
van een baron Von Mtinchhausen, Men kan
dat hoogstens wgs maken aan een rgk gewor
den speculant, die van Haagsohe zaken niet op
de hoogte is, maar aan een baron Van Heeoke
ren, die heel goed weet dat, als do Koningin
hem iets mode te deolen heeft, zg dit niet doet
via dr Kuyper, met wien sg alleen ambtelgke
betrekkingen onderhield, kon men zoo iets niet
op den mouw spelden. Met zulke nonsense te
verkoopen, maakt hg de zaak slechts erger.
En om bg de voorstelling te blgven, die er
van bevriende zgde aan gegeven is: wat een
toestand, een gezant, die zioh met een groot
kruis en een kamerlidmaatschap laat bewegen
om zgn mond te houden, hetgeen hg heel
plechtig een «oompromia" noemt.
Deze negotie in grootkruizen en Kamerlid
maatschappen is al even bedenkelgk voor het
karakter van den zich verongelgkt gevoelenden
patient, als het praatje van de Koningin, die
dr Knyper als vertrouwensman zou gebruikt
hebben. Van het compromis, dat als art. 1
stipuleerde: ik een grootkruis en dan houd
ik mgn mond, en als art. 2: ik bovendien
lid van de Kamer en dan komt er een Yale
slot op mgn mond, gelooft evenmin iemand iets.
Wat men dan wel gelooft, en van zeer be
voegde en betrouwbare zgde wordt medege
deeld is, dat dr Kuyper en de heer Van
Heeckeren samen een intrige tegen den
heer Van Lynden op touw hebben gezeten
de heer Van Heeckeren voor dr Kuyper zeer com-
promitteerende schrifturen in zgn bezit heeft.
En het is dan ook geen g9heim, dat de heer
Van Heeckeren reeds maanden geleden het
voornemen had een interpellatie te houden
met hetzelfde doel waarmede hg thans zgn
adros heett ingediend. Dat doel is n.l. nietB
anders dan het heropenen der Buitenhof
crisis.
Dit is des Pudels Kern van de geheele zaak.
De heer Van Heeokeren heeft nl. bemerkt
dat men hem hier in de kringen, waar men
van de Melvil-Kuyper melodramatische klucht
het bBst op de hoogte was, het niet vergeven
heeft dat hg zioh tot hut spelen van een,
wat ik maar noemen zal, zeer duistere rol
heelt geleend. De heer Van Lynden was in
elk geval een hoogst latsoenlgk man, tegen
wien op zeer bedenkelgke wgze is geageerd.
Dat feit is niet te weetspreken, en om zioh
nu te rehabiliteeren zou de heer Van Heeokeren
niets liever wensohen dan dat de stukken, ten
tgde van het ontslag van den heer Van Lyn
den gewisseld, werden gepubliceerd. Ergo een
groot schandaal uitlokken, waarbg natuurlgk
nog anderen dan dr Kuyper zeer gebla
meerd zouden worden. Hierbg moet nog op
gemerkt worden, dat de heer Van Heeckeren
bg het hof «en disgraoe" is gevallen; ietB wat
natuurlgk voor iemand als de heer Van
Heeckeren een doodelgke blamage is.
Ik geloof dan ook dat men den gezant een
zeer Biechten dienst heeft bewezen door hem
aan te raden den weg van beklag bg de
Kamer te betreden. »Vrienden" van hem
ook personen met twee linker handen
hebben het vuurtje aangestookt en het zonder
linge peraberioht, dat onlangs naar aanleiding
van deze zaak de ronde deed, was, gelgk mg
toen reeds werd medegedeeld, afkomstig uit
den koker van een dier «vrienden." Men
vreesde dat het zaakje dood zou bloeden, het
reqaeBt teruggenomen zou wordenen de uit
roep van een der betrokkenen toen hg het
bericht in de oourant las«hoe jammer, dat
de namen er uit zgn 1" bewgst voldoende
met welke nobele bedoelingen hier met de
pers is «gewerkt."
Hierbg nog 44a opmerkingis het niet
prachtig, dat de geheele groote pers met dit mis
leidende bericht er in gevlogen is, dat niemand
als bet ware geroken heeft dat hiermede de
pers gebruikt, neen misbruikt werd om de
parsoonlgke veeten van iemand uit te vechten,
die andera voor de pers dineetjes met reizende
journalisten en andere aardigheden laat ik er
natuurlgk heelemaal buiten wel niet zeer
communitatiet zal zgn? Is het te begrgpen
dat men hier in zekere kringen niet precies
hoog opziet tegen de pers? Heb je zenoodig,
dan gebruik je haar, zoo redeneert men niet
ten onrechte, en heb je ze niet noodig, welnu
dan bonjour je haar de deur uit. Ook in dat
opzicht is de zaak Van Heeckeren zeer leer
zaam.
Er is echter in deze onverkwikkelgke zaak
nog iets, dat niet over het hooid mag gezien
worden.
In de voorstelling, door den heer Van Heec
keren gegeven, past dat hg zioh niet beklaagt
over «moeilgkheden", die het gevolg zouden
■gn van zgn dubbele functie van gezant en
kamerlid. Tooh ligt hg, evenalB vroeger met
den heer Van Lynden, thans met den heer
Van Tets overhoop. Zonderling tooh, want
zou het dan werkelgk waar zgn, wat nog
eenigen tgd geleden van zeer vertrouwbare
zgde werd medegedeeld, dat de gezant van den
minister geëisoht had, dat Z. Ex. hem inzage
zou geven van de stukken, welke aan zgn
departement berusten, zoo niet, dat hg hem
daartoe dan wel zou «dwingen".
Mg dunktdat begint er nu erg veel op te
gelgken, en als ik dan bodenk hoe ngdig de
heoren van reohts verleden jaar bg de behan
deling der begrooting van Buitenlandsohe za
ken deden en hoe de «vrienden" van den ge
zant te vinden zgn in het vrge anti-revolu-
tionnaire kamp, dan kan ik het niet helpen
maai vind ik het toch hoogst bedenkelgk dat
men op die manier een minister te lgf wil
gaan, die eigenlgk veel te lankmoedig zioh
toont en veel krasser moest optreden,
Want dat is eigenlgk het eenige in deze
zaak waar het groote publiek mede te maken
heeft. Of de heer gezant zich persoonlgk gegriefd
gevoelt, daar heeft noch de Eerste Kamer nooh
het publiek iets mede te maken. De onmoge-
Igke verhalen, die hg nu aan die Kamer gelieft
op te disschen, had hg dan moeten ventileeren
voor dat het «compromis" gesloten was, dr.
Kuyper in de lintendoos greep en een groot
kruis te voorschgn haalde. Maar een zaak van
bg uitstek algemeen belang is, dat wg een
gezant hebben, wiens positie in een eigenaar
dig daglicht komt te staan, zelfs aangenomen
dat bg niet met diplomatiek Bpek schiet,
zooals men al jaren lang aan het departement
beweert, waar men al wat doodsangsten met
Z.Ex. den gezant heeft doorstaan. Een gezant, die
met twee op elkaar volgende ministers vierkant
overhoop legt.
Mg dunkt dat is van algemeen belang en
hoe eerder deze gezant in staat wordt gesteld
al zgn gaven en talenten aan zgn ambt van
Eerste Kamer lidmaatsohap te wgden, des te
beter zal dat èn voor ons prestige in het bui
tenland èn voor den dienst alhier zgu.
Zou b.v. in Duitschland een gezant gehand
haafd worden, zelfs maar 44a dag, die in voort-
durenden onmin met zgn chefs leefde Ik
geloof: hg vloog er direct uit. Trouwens in
het particuliere leven welke chef zou zoo iets
toleroeren
Het is dan ook, om het beestje maar bg zgn
waren naam te noemeneen raar rommeltje
aan dat departement van Buitenlandacho zaken.
Wat al zonderlinge capriolen hebben wg in
den loop der tgden door sommige gezanten
zien uithalen. En altgd liep het met een sisser
af. Nooit werd er eens een voorbeeld gesteld.
En vioeg men hoe dat mogelgk was, dan kwa
men er heele verhalen van hg is de zoon van
A en de neef van B en moet oom zeggen
tegen C en is van vrouwszgde geparenteerd
aan D, dus, zoo luidde dan de slotsom aan
ontslag geen denken. Zelfs groote verbazing
dat men zoo iets kon opperen. En als klap op
den vuurpgl kwam dan nog het gezegde dat
een gezant een vertegenwoordiger is van H.
M.zoo iets van een persoonlgken dienaar met
wien de Kamer eigenlgk niets te maken heeft
Die mag elk jaar de f 18.000 of f 22.000
voteeren om den gezant naa oen salaris te
helpen, maar voider houdt ook elke effectieve
bemoeiing op. De Kamer mag praten en be
talen.
Zoo zgn er dan ook langzamerhand «kwesties-
Van Heeokeren" mogelgk geworden, want een
Minister van Buitenlandsche zaken heeft steeds
niet alleen met de Koningin maar ook met
het «hof, de onverantwoordelgke personen in
de omgeving der Koningin te maken.
Daarom wanneer hier nu eens een voorbeeld
werd gesteld, en de Minister toonde zich in
werkelgkheid eens een chef, dan zou inderdaad
de «quaestie-Van Heeckeren" nog een zeer
goede nawerking kunnen hebben.
Maat welks ook do uitslag van deze kweBtie
zg, voorloopig zg men zeer voorzichtig met
geloof te hechten aan de mededeelingen, door
den heer Van Heeokeren verstrekt. Hiermede
bedoel ik niet dat hg alle sohuld draagt, die
hem aangewreven wordt het is zeker dat,
evengoed als hg, dr Kuyper zeer gecompro
mitteerd is door de BuitenhoforisiBmaar de
manier, waarop hg zioh wil verdedigen, is mg
zeer onsympathiek. Quasi een request indie
nen en dan heel iets anders bedoelen, wat
iedereen dadelgk moet begrgpendus niet
vierkant op den man af zeggenhier word ik
van beschuldigd, hier heb je mgn verdediging,
vind ik voor een gezant, een baron en een
Eerste Kamerlid infra dignilatum. Goed voor een
scharrelaar in tgden van verkiezingen, die met
politieke chantage zgn doel tracht te bereiken,
maar niet voor iemand van de standing van
den heer Van Heeokeren. Te hopen is het
voor hem en dat wil ik gaarne gelooven
dat hg slechts een werktuig is in de handen
van anderen, die met zgn «zaak" voordeel
deuken te behalen.
m
Ten Blotte nog even la note cnmtguè ib de
zaak. Die is te vernemen van do zgde der
eerbare kiezers van den baronde Statenleden.
Thans beginnen die langzamerhand te beseffen,
dat zg in 1904 dupe zgn geworden van een
duistere intrige. 7ooals mg verteld is, ging
in 1904 de heer Vau ldsinga bg de hoeren rond
om de verkiezing van den baron te bevordoren.
Niemand hunner had ooit van den gezant ge
hoord, maar de hoer Van ldsinga, als promotor,
vertelde dat het een »9taatsman" was van do
bovenste plank, «speciale vriend" van dr Kuy
per. En nu «zit" de baron nog niet, on
de eenvoudige mannen beginnen er raar over
te denken. Zouden zg niet goed doen den heer
Van ldsinga eens te vragen of hg toen niet
wist, waarom nu juist de heer Van Heeckeren
tot lid van de Eerste Kamer gekozen moest
worden Wist hg, de groote vriend van den
heer Van Heeokeren, toen iets af van het «oom-
promis", dnt gesloten heette Ot is er van
een dergelgke «compromis" niets waar.
Het zou werkelgk interressant zgn indien
hierop eens een antwoord kwam. Want van
twee verschillende zgden vernam ik dat de
heer Van ldsinga zich bg die verkiezing hot
vuur uit de Bloflen moet geloopen hebben om
<len heer Van Heeokeren gekozen te krjjgen.
Gezien nu dit feit, kan ik wel zeggen dat men
onder Statenleden daar heel vreemd over be
gint te denkenen als ik mg dan do periode
Van Lynden terug denk, toen de heer Van
ldsinga deed alsof hg de vaderlgke vriend
van den heer Van Lynden en van het departe
ment was en denk hoe hg thans onder den
heer Van Tets niets meer aan het departement
in te brengen heeft, dan vind ik die «compro
mis" historie meer en meer eigenaardig en oen
punt, dat bgzondere belangstelling verdient.
De heoren vrienden van den baron hebben
de pers er nu tweemaal laten inloopcn: 4ens
met dat zotte bericht van het correspondentie-
bureau het slot daarvan was vooral prach
tig: er weid arbitrage in voorgesteld met den
directeur van het kabinet der Koningin
als arbiter, nota bene den zwager van
den heer Van Heeckeren! en een», met wat ik
maar zal noemen een bevriende voorstelling
van het geval. Mg dunkt, het wordt nu tgd
dat de heeren eens precies zeggen hoe het in
de dagen van het christelgke bewind met het
vergeven van Kamerzetels en grootkruizen
toeging. AI was het alleen maar tot stichting
van de «kleine luyden".
Uw getrouwe
Toren wachter.
Den Haag, 26 April 1906.
Heden middag per trein van een uur
verliet de heer mr A. J. Roest, de met 1 Mei
aftredende Commissaris der Koningin in dere
provincie, deze gemeente en het gewest, dat
door hem bgna negen jaren is bestuurd.
Aan het station bevond zioh eene commissie
uit het Gedeputeerd college, van welk liohaam
de heer Roest ook Vrgdagmorgen afsoheid nam,
bestaande uit de heeren P. J. Siegers, jhr mr
E A. O. de Casembroot en M. de Jonge, die,
met den waamemenden griffier der provinciale
staten, den heer H. J. G. Hartman, den ver-
trekkenden commissaris en zgne echtgenoote
tot aan den waggon uitgeleide deed.
Daar namen ook afscheid van den heer en
mevrouw Roest de burgemeester van Middel
burg en mevrouw Scborer.
Maandagmorgen per trein van ongeveer
twaalf uur zal de nieuwe Commissaris der
Koningin, mr H. J. DgokmeeBter,fe Middel
burg aankomen.
De som, door de Hollandsche gemeente
te St. Petersburg ten bate van de watorsnood-
Igdendeu in Zeeland bgeengebracb'bedraagt,
naar men ons verzoekt te melden, t 5000 en
niet 5000 roebels.
Uit Rotterdam ontving het Provinciaal
Comiió als voorloopige remise f 20.000.
Op de internationale hondententoonstel
ling, gehouden wordende in het Paleis voor
Volk vlijt te Amsterdam, behaalde de heer M.
P. van der Weel te Middelburg met zgn
Dobermann Pinsoher teef een tweede prgs
Uit Viiasingen.
Vrgdagavond vergaderden in EUm de afge
vaardigden der werklieden van de fabriek De
Schelde.
Met algemeene stemmen werd het volgende
voorstel aan de direotie aangenomen:
Behalve des Zaterdags zullen «te werkuren
zgn 's morgens van 6 tot 8'/j» 9'A tot 12'/,
en 'emiddags van l'/s tot 61/, uur. Des Zatei-
dags van 's morgens 6 tot 8l/s en van 9l/« tot
2V« u. des middags. Aldus 60 uur per week.
l)e unrloonen zullen worden verhoogd als
volgt: van 2—9 cent met otnt, van 10—15
met 1, van 16—22 met l'/a en van 23—25 mot
2 cent.
Heden middag half vier vergaderden de
werklieden in de smede'g der fabriek, waarbg
de voorstellen werden bekend gemaakt, booe-
vens het oeslnit der afgevaardigdor, dat met
groote sympathie werd vernomen.