MIDDELRURGSCHE COURANT. v. 101 Maandag 30 April. Uit Stad en Provincie. 149* Jaargang. 1906. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor allo plaatsen in Nederland franco pp./2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. Thermom. en telegr. weerbericht van het K. N. Met. Instit. te De Bilt. 28 April 8 u. vm 42 gr., 12 u. 48 gr., av. 4 n. 50 gr. F. Hoogste barom. stand 774.3 te Horta ljaag.te 737.1 te Dnnrossnes8. Verwaohting tot den avond van 29 April meeBt matige W. wind, zwaar bewolkte lacht, mogelijk regen en dezeltde temperatuur. Advertentiën: 20 cent por regel. Bij abonnement voel lager. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 rogels f 1.50elke regel meer 20 oent. Reolames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot do plaatsing van advertentiën en reolames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Ngverheid en Geldwezen, is gerechtigd het Algemeen Advertentle-Bnrean A. DM LA HAK An., N.Z. Voorburgwal 966, Amsterdam. Bij deze courant behoort een Bijvoegsel. provinciaal watersnood-comité. Nog is ontvangen door den penningmeester uit Zeeland. Uitvoering muziek- en zangver. te O. en W. Souburg i 20. Nederland. Collecte teIJsielmonde f 458.50, Nieuwer- kerk *,'d Usel f388.03, Tricht t 225.78', IV Hil versum t 650, Bunnik, Odjjk, Werkhoven t 247 29', Ztandam f 1224.66', Nieuwe Tonge f 169.47, Rijswijk t 241, Harder wgk f 290.64, Nieuw-Helvoet f 200.58', Rotterdam, voorloopige remise, f 20.000. Verder van S. J. L. Rotterdam f 10, Jonge!. Ver. Nieuwe Pekela f 3.60, S. M. G. en wed. N. N. Amsterdam, f 2, en opbr. van eonlote- rgtje Den Haag i 13. Buitenland. Van de Hollandsobe gem. te St. Petersburg 1 5000. Middelburg 28 April. De vertrokkene. Mr A. J. Roost heeft hedenmiddag Mid delburg verlaten. En daarmee is een einde aan zjjn verbljjf in ons midden, en aan de vervulling van z|jne hooge betrekking van Commissaris der Koningin in Zeeland. Hij werd daartoe benoemd den 29 Juni 1897. Vrijdag nam hp afscheid van de ambtenaren ter Provinciale griffie, en waar dit geschiedde in intiemen kring, zullen wg daarover niet uitweiden. Maar dit meenen wjj wel te mogen zeggen dat dit afscheid den heer RoeBt geheel ken merkte, die zioh gedurende zjjn verbljjf in ons midden eenvoudig toelegde op zjjn werk kring, zooals hg die naar zgn overtuiging moest vervallen, als de man die in de Abdjj het ge zag uitoefende. Strikt hield hjj zich binnen de grenzen daarvan. Hjj was een man der wet, een man die opging in de provinciale administratie. Hg bezat een uitgebreide, grondige kennis hg waakte steeds dat zgne uitspraken en be- slisingen konden getoetst worden aan de wetten en besluitenhg was in 't kort de hooge ambtenaar. Als leider der vergaderingen van de Provin ciale Staten was hg uitstekend, flink en krachtig. Van hen die met hem moeBten samenwerken, eischte de heer Roest stipte plichtsvervul ling en werd daaraan voldaan, dan waardeerde hg dit en toonde hg zjph een goed chef. Maar buiten de Abdg, voor onze samen leving, toonde de heer Roest geea belangstel ling. Uit dat oogpunt bezien, laat zgn verblgf in ons midden geen enkel Bpoor aohter. Dit was voor velen onzer een teleurstelling, te meer omdat wg dit van de meeBte zgner voorgangers zoo anders gewend waren. Mr Roest had blgkbaar voor zgn persoon aan sympathie van de Zeeuwen in 's algemeen en van de Middelburgera in 't bgzonder geen behoefte. En hierdoor was er ook bg hen daarvan geen sprake. De nieuwe Commissaris. Vrgdag werd door deu minister van Bin- nenlandsobe Zaken, mr Rink, in De 1 wee Steden te 'i-Gravenhage den afgetreden secretaris generaal mr H. J. DgokmeeBter vóór zgn vertrek als Commissaris der Koningin in Zeeland een afscheidsmaal aangeboden. Daatbg wateu o.n. genoodigd de voorzitters en de Zeeuwsohe leden der beide Kamers, de vice-president van den Raad van State en de oud-ministers van Binnenlandaohe Zaken ouder wie mr Dgokmeester seoretaris-generaal was. Minister Rink bracht buldejaan de verdiensten van den heer Dgokmeester en wenaohte de provincie Zeeland geluk, dat zg aan het hoofd van haar gewestelgk bestuur geplaatst ziet een man, die zgn tot rgpheid gekomen krachten, kennis en ervaring dienstbaar wil maken aan de bevordering van haar voorsposd en geluk. De Minister wees er op dat hot oogenblik, waarop de heor Dgokmeester zgn gewiohtig ambt aanvaardt, hem buitengewone plichten oplegt. De rampen, waardoor Zeeland is getroffen, rampen die niemand in Nederland ongèr'oerd hebben gelaten, zullen vooral in de eerste tgden oor/aak zgn dat veel van de krachts inspanning van den nieuwen Commissaris zal gevraagd worden. De waterkeeringen moeten hersteld worden, de Commissaris zal zioh moeten betoonen een meester op de dgken; akkers moeten weder bebouwd, woaingen hersteld; de nood dient m allerlei vorm gelenigd worden. Van dea eeiBten dag af beeft de regeexing niets onbeproefd gelaten om, voor zooveel van haar afhing, steunend en helpend op te treden en da heer Dgokmeester zat ia deze haar zeer gewaardeerden adviseur zgn. Zwaar is zgn taak, maar de Minister was wel verzekerd dat ze geëvenredigd zou blgken aan de kracht, de toewgding en het pliohtbesef van mr Dgokmeester, die dan zgne belooning zal vinden in de liefde van het ronde Zeenwsohe volk. De heer Dgokmeester, antwoordde op deze toespraak, dat hg, zich zeer wel Tekenschap gevende van de Tamp die Zeeland heet getrof fen, diep besefte dat dit feit aan den nieuwen Commissaris bgzondere eischen zou stellen, maar dat hg zich toch verplicht achtte op het bewgs van vertrouwen, dat de Regeering in hem stelde, in te gaan. Alle krachten verklaarde hg te zullen aan wenden tot bevordering van den bloei der provincie en tot heil harer bevolking. Van den Haagscben Toren. Een zaak waarover hier in de laatste dagen veel gesproken wordt is de kwestie-Van Heecke- ren. Het is dan ook wel de moeite waard deze eens even van nabg te bekgken, vooral na da voorstelling, welke daarvan onlangs in de pers gegeven is. Deze kwam tooh hierop neder dat de heer Vsn Heeokeren als het slachtoffer van leugens en snoodheid, tegen hem uit de dagen van het Kuyperbswind uitgespeeld, toneinde raad, evenals indertgd de Duitsche ondersecretaris van staat, baron Von Marshal, de vlucht in de openbaarheid had genomen, voorloopig nog maar beperkt tot het college der Eerste kamer maar om later wellicht tot nog grooter kring te worden uitgebreid. De gezant dan zoekt redres van zgn grieven bg de Eerste kamer< die het verzoekschrift naar den Minister van buitenlandsohe zaken doorzond, van wien gis teren bg de Kamer antwoord is ingekomen. Deze feiten zgn bekend en wat den inhoud van het verzoekschrift betreft, zgn de ge noemde zaken ook grosso modo juist vermeld. Alleen is er een groote »maar" aan verbonden en wel deze dat het relaas, door den heer Van Heeokeren gegeven, wel een klein beetje afwgkt van hetgeen door anderen over de rol, door den gezant in deze intrigues gespeeld, wordt verteld. Om mede te beginnende nobele rol, die hg zich toeschrgit door onmiddellgk zgn toen- maligen chef, den heer Van Lynden, te waar schuwen dat men tegen hem aan het complot- teerea was, is niet goed to rgrnen met het feit dat hg ook, nadat het zaakje uitgekomen was, met dr Kuyper zeer vriendschappelgke betrekkingen bloei onderhonden Men diene al. te weten dat dr Kuyper de persoon was die hier de Koningin tegenover den heer Van Lynden heeft uitgespeeld, een bewering welke geheel voor rekening van den heer Van Heeokeren blgft, die en daaraan mag wel eens herinnerd worden nogal eens >ondersteUender wgze" spreekt. Als men aan het departement van buitenlandsohe zaken de oorrespondentie, met den heer Van Heeokeren gedurende zgu ambtelgke loopbaan gevoerd eens voor den dag haalde, zou men, zooals een ambtenaar mg vertelde, een boek kunnen samenstellen dat op de avonturen van baron Van Münohfaausen geleek. Nu de lezing van den heer Van Heeokeren in de pers haar weg heeft gevonden mag deze omstandigheid, welke anders stilzwggend voorbg kon gegaan worden, wel eens gereleveerd worden. De nobele rol van aanbrenger van het com plot, tegen wglen Zgne Voortreffelgkheid ge smeed, klopt dus niet erg goed met het feit, dat de aanbrenger en de hoofdman van het complot ook nadien beste vriendjes bleven. Bovendien, welk een mate van naïviteit van den gezant om te gelooven dat de Koningin dr Kuyper zou willen gebruiken om den heer Van Lynden het voetje te liohton, waarbg de heer Van Heeokeren een handje zou moeten helpen 1 Inderdaad om dat maar een oogenblik te gelooven, moet men de phantasie en een vizie op de dingen der mensohelgken levens hebben van een baron Von Mtinchhausen, Men kan dat hoogstens wgs maken aan een rgk gewor den speculant, die van Haagsohe zaken niet op de hoogte is, maar aan een baron Van Heeoke ren, die heel goed weet dat, als do Koningin hem iets mode te deolen heeft, zg dit niet doet via dr Kuyper, met wien sg alleen ambtelgke betrekkingen onderhield, kon men zoo iets niet op den mouw spelden. Met zulke nonsense te verkoopen, maakt hg de zaak slechts erger. En om bg de voorstelling te blgven, die er van bevriende zgde aan gegeven is: wat een toestand, een gezant, die zioh met een groot kruis en een kamerlidmaatschap laat bewegen om zgn mond te houden, hetgeen hg heel plechtig een «oompromia" noemt. Deze negotie in grootkruizen en Kamerlid maatschappen is al even bedenkelgk voor het karakter van den zich verongelgkt gevoelenden patient, als het praatje van de Koningin, die dr Knyper als vertrouwensman zou gebruikt hebben. Van het compromis, dat als art. 1 stipuleerde: ik een grootkruis en dan houd ik mgn mond, en als art. 2: ik bovendien lid van de Kamer en dan komt er een Yale slot op mgn mond, gelooft evenmin iemand iets. Wat men dan wel gelooft, en van zeer be voegde en betrouwbare zgde wordt medege deeld is, dat dr Kuyper en de heer Van Heeckeren samen een intrige tegen den heer Van Lynden op touw hebben gezeten de heer Van Heeckeren voor dr Kuyper zeer com- promitteerende schrifturen in zgn bezit heeft. En het is dan ook geen g9heim, dat de heer Van Heeckeren reeds maanden geleden het voornemen had een interpellatie te houden met hetzelfde doel waarmede hg thans zgn adros heett ingediend. Dat doel is n.l. nietB anders dan het heropenen der Buitenhof crisis. Dit is des Pudels Kern van de geheele zaak. De heer Van Heeokeren heeft nl. bemerkt dat men hem hier in de kringen, waar men van de Melvil-Kuyper melodramatische klucht het bBst op de hoogte was, het niet vergeven heeft dat hg zioh tot hut spelen van een, wat ik maar noemen zal, zeer duistere rol heelt geleend. De heer Van Lynden was in elk geval een hoogst latsoenlgk man, tegen wien op zeer bedenkelgke wgze is geageerd. Dat feit is niet te weetspreken, en om zioh nu te rehabiliteeren zou de heer Van Heeokeren niets liever wensohen dan dat de stukken, ten tgde van het ontslag van den heer Van Lyn den gewisseld, werden gepubliceerd. Ergo een groot schandaal uitlokken, waarbg natuurlgk nog anderen dan dr Kuyper zeer gebla meerd zouden worden. Hierbg moet nog op gemerkt worden, dat de heer Van Heeckeren bg het hof «en disgraoe" is gevallen; ietB wat natuurlgk voor iemand als de heer Van Heeckeren een doodelgke blamage is. Ik geloof dan ook dat men den gezant een zeer Biechten dienst heeft bewezen door hem aan te raden den weg van beklag bg de Kamer te betreden. »Vrienden" van hem ook personen met twee linker handen hebben het vuurtje aangestookt en het zonder linge peraberioht, dat onlangs naar aanleiding van deze zaak de ronde deed, was, gelgk mg toen reeds werd medegedeeld, afkomstig uit den koker van een dier «vrienden." Men vreesde dat het zaakje dood zou bloeden, het reqaeBt teruggenomen zou wordenen de uit roep van een der betrokkenen toen hg het bericht in de oourant las«hoe jammer, dat de namen er uit zgn 1" bewgst voldoende met welke nobele bedoelingen hier met de pers is «gewerkt." Hierbg nog 44a opmerkingis het niet prachtig, dat de geheele groote pers met dit mis leidende bericht er in gevlogen is, dat niemand als bet ware geroken heeft dat hiermede de pers gebruikt, neen misbruikt werd om de parsoonlgke veeten van iemand uit te vechten, die andera voor de pers dineetjes met reizende journalisten en andere aardigheden laat ik er natuurlgk heelemaal buiten wel niet zeer communitatiet zal zgn? Is het te begrgpen dat men hier in zekere kringen niet precies hoog opziet tegen de pers? Heb je zenoodig, dan gebruik je haar, zoo redeneert men niet ten onrechte, en heb je ze niet noodig, welnu dan bonjour je haar de deur uit. Ook in dat opzicht is de zaak Van Heeckeren zeer leer zaam. Er is echter in deze onverkwikkelgke zaak nog iets, dat niet over het hooid mag gezien worden. In de voorstelling, door den heer Van Heec keren gegeven, past dat hg zioh niet beklaagt over «moeilgkheden", die het gevolg zouden ■gn van zgn dubbele functie van gezant en kamerlid. Tooh ligt hg, evenalB vroeger met den heer Van Lynden, thans met den heer Van Tets overhoop. Zonderling tooh, want zou het dan werkelgk waar zgn, wat nog eenigen tgd geleden van zeer vertrouwbare zgde werd medegedeeld, dat de gezant van den minister geëisoht had, dat Z. Ex. hem inzage zou geven van de stukken, welke aan zgn departement berusten, zoo niet, dat hg hem daartoe dan wel zou «dwingen". Mg dunktdat begint er nu erg veel op te gelgken, en als ik dan bodenk hoe ngdig de heoren van reohts verleden jaar bg de behan deling der begrooting van Buitenlandsohe za ken deden en hoe de «vrienden" van den ge zant te vinden zgn in het vrge anti-revolu- tionnaire kamp, dan kan ik het niet helpen maai vind ik het toch hoogst bedenkelgk dat men op die manier een minister te lgf wil gaan, die eigenlgk veel te lankmoedig zioh toont en veel krasser moest optreden, Want dat is eigenlgk het eenige in deze zaak waar het groote publiek mede te maken heeft. Of de heer gezant zich persoonlgk gegriefd gevoelt, daar heeft noch de Eerste Kamer nooh het publiek iets mede te maken. De onmoge- Igke verhalen, die hg nu aan die Kamer gelieft op te disschen, had hg dan moeten ventileeren voor dat het «compromis" gesloten was, dr. Kuyper in de lintendoos greep en een groot kruis te voorschgn haalde. Maar een zaak van bg uitstek algemeen belang is, dat wg een gezant hebben, wiens positie in een eigenaar dig daglicht komt te staan, zelfs aangenomen dat bg niet met diplomatiek Bpek schiet, zooals men al jaren lang aan het departement beweert, waar men al wat doodsangsten met Z.Ex. den gezant heeft doorstaan. Een gezant, die met twee op elkaar volgende ministers vierkant overhoop legt. Mg dunkt dat is van algemeen belang en hoe eerder deze gezant in staat wordt gesteld al zgn gaven en talenten aan zgn ambt van Eerste Kamer lidmaatsohap te wgden, des te beter zal dat èn voor ons prestige in het bui tenland èn voor den dienst alhier zgu. Zou b.v. in Duitschland een gezant gehand haafd worden, zelfs maar 44a dag, die in voort- durenden onmin met zgn chefs leefde Ik geloof: hg vloog er direct uit. Trouwens in het particuliere leven welke chef zou zoo iets toleroeren Het is dan ook, om het beestje maar bg zgn waren naam te noemeneen raar rommeltje aan dat departement van Buitenlandacho zaken. Wat al zonderlinge capriolen hebben wg in den loop der tgden door sommige gezanten zien uithalen. En altgd liep het met een sisser af. Nooit werd er eens een voorbeeld gesteld. En vioeg men hoe dat mogelgk was, dan kwa men er heele verhalen van hg is de zoon van A en de neef van B en moet oom zeggen tegen C en is van vrouwszgde geparenteerd aan D, dus, zoo luidde dan de slotsom aan ontslag geen denken. Zelfs groote verbazing dat men zoo iets kon opperen. En als klap op den vuurpgl kwam dan nog het gezegde dat een gezant een vertegenwoordiger is van H. M.zoo iets van een persoonlgken dienaar met wien de Kamer eigenlgk niets te maken heeft Die mag elk jaar de f 18.000 of f 22.000 voteeren om den gezant naa oen salaris te helpen, maar voider houdt ook elke effectieve bemoeiing op. De Kamer mag praten en be talen. Zoo zgn er dan ook langzamerhand «kwesties- Van Heeokeren" mogelgk geworden, want een Minister van Buitenlandsche zaken heeft steeds niet alleen met de Koningin maar ook met het «hof, de onverantwoordelgke personen in de omgeving der Koningin te maken. Daarom wanneer hier nu eens een voorbeeld werd gesteld, en de Minister toonde zich in werkelgkheid eens een chef, dan zou inderdaad de «quaestie-Van Heeckeren" nog een zeer goede nawerking kunnen hebben. Maat welks ook do uitslag van deze kweBtie zg, voorloopig zg men zeer voorzichtig met geloof te hechten aan de mededeelingen, door den heer Van Heeokeren verstrekt. Hiermede bedoel ik niet dat hg alle sohuld draagt, die hem aangewreven wordt het is zeker dat, evengoed als hg, dr Kuyper zeer gecompro mitteerd is door de BuitenhoforisiBmaar de manier, waarop hg zioh wil verdedigen, is mg zeer onsympathiek. Quasi een request indie nen en dan heel iets anders bedoelen, wat iedereen dadelgk moet begrgpendus niet vierkant op den man af zeggenhier word ik van beschuldigd, hier heb je mgn verdediging, vind ik voor een gezant, een baron en een Eerste Kamerlid infra dignilatum. Goed voor een scharrelaar in tgden van verkiezingen, die met politieke chantage zgn doel tracht te bereiken, maar niet voor iemand van de standing van den heer Van Heeokeren. Te hopen is het voor hem en dat wil ik gaarne gelooven dat hg slechts een werktuig is in de handen van anderen, die met zgn «zaak" voordeel deuken te behalen. m Ten Blotte nog even la note cnmtguè ib de zaak. Die is te vernemen van do zgde der eerbare kiezers van den baronde Statenleden. Thans beginnen die langzamerhand te beseffen, dat zg in 1904 dupe zgn geworden van een duistere intrige. 7ooals mg verteld is, ging in 1904 de heer Vau ldsinga bg de hoeren rond om de verkiezing van den baron te bevordoren. Niemand hunner had ooit van den gezant ge hoord, maar de hoer Van ldsinga, als promotor, vertelde dat het een »9taatsman" was van do bovenste plank, «speciale vriend" van dr Kuy per. En nu «zit" de baron nog niet, on de eenvoudige mannen beginnen er raar over te denken. Zouden zg niet goed doen den heer Van ldsinga eens te vragen of hg toen niet wist, waarom nu juist de heer Van Heeckeren tot lid van de Eerste Kamer gekozen moest worden Wist hg, de groote vriend van den heer Van Heeokeren, toen iets af van het «oom- promis", dnt gesloten heette Ot is er van een dergelgke «compromis" niets waar. Het zou werkelgk interressant zgn indien hierop eens een antwoord kwam. Want van twee verschillende zgden vernam ik dat de heer Van ldsinga zich bg die verkiezing hot vuur uit de Bloflen moet geloopen hebben om <len heer Van Heeokeren gekozen te krjjgen. Gezien nu dit feit, kan ik wel zeggen dat men onder Statenleden daar heel vreemd over be gint te denkenen als ik mg dan do periode Van Lynden terug denk, toen de heer Van ldsinga deed alsof hg de vaderlgke vriend van den heer Van Lynden en van het departe ment was en denk hoe hg thans onder den heer Van Tets niets meer aan het departement in te brengen heeft, dan vind ik die «compro mis" historie meer en meer eigenaardig en oen punt, dat bgzondere belangstelling verdient. De heoren vrienden van den baron hebben de pers er nu tweemaal laten inloopcn: 4ens met dat zotte bericht van het correspondentie- bureau het slot daarvan was vooral prach tig: er weid arbitrage in voorgesteld met den directeur van het kabinet der Koningin als arbiter, nota bene den zwager van den heer Van Heeckeren! en een», met wat ik maar zal noemen een bevriende voorstelling van het geval. Mg dunkt, het wordt nu tgd dat de heeren eens precies zeggen hoe het in de dagen van het christelgke bewind met het vergeven van Kamerzetels en grootkruizen toeging. AI was het alleen maar tot stichting van de «kleine luyden". Uw getrouwe Toren wachter. Den Haag, 26 April 1906. Heden middag per trein van een uur verliet de heer mr A. J. Roest, de met 1 Mei aftredende Commissaris der Koningin in dere provincie, deze gemeente en het gewest, dat door hem bgna negen jaren is bestuurd. Aan het station bevond zioh eene commissie uit het Gedeputeerd college, van welk liohaam de heer Roest ook Vrgdagmorgen afsoheid nam, bestaande uit de heeren P. J. Siegers, jhr mr E A. O. de Casembroot en M. de Jonge, die, met den waamemenden griffier der provinciale staten, den heer H. J. G. Hartman, den ver- trekkenden commissaris en zgne echtgenoote tot aan den waggon uitgeleide deed. Daar namen ook afscheid van den heer en mevrouw Roest de burgemeester van Middel burg en mevrouw Scborer. Maandagmorgen per trein van ongeveer twaalf uur zal de nieuwe Commissaris der Koningin, mr H. J. DgokmeeBter,fe Middel burg aankomen. De som, door de Hollandsche gemeente te St. Petersburg ten bate van de watorsnood- Igdendeu in Zeeland bgeengebracb'bedraagt, naar men ons verzoekt te melden, t 5000 en niet 5000 roebels. Uit Rotterdam ontving het Provinciaal Comiió als voorloopige remise f 20.000. Op de internationale hondententoonstel ling, gehouden wordende in het Paleis voor Volk vlijt te Amsterdam, behaalde de heer M. P. van der Weel te Middelburg met zgn Dobermann Pinsoher teef een tweede prgs Uit Viiasingen. Vrgdagavond vergaderden in EUm de afge vaardigden der werklieden van de fabriek De Schelde. Met algemeene stemmen werd het volgende voorstel aan de direotie aangenomen: Behalve des Zaterdags zullen «te werkuren zgn 's morgens van 6 tot 8'/j» 9'A tot 12'/, en 'emiddags van l'/s tot 61/, uur. Des Zatei- dags van 's morgens 6 tot 8l/s en van 9l/« tot 2V« u. des middags. Aldus 60 uur per week. l)e unrloonen zullen worden verhoogd als volgt: van 2—9 cent met otnt, van 10—15 met 1, van 16—22 met l'/a en van 23—25 mot 2 cent. Heden middag half vier vergaderden de werklieden in de smede'g der fabriek, waarbg de voorstellen werden bekend gemaakt, booe- vens het oeslnit der afgevaardigdor, dat met groote sympathie werd vernomen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1906 | | pagina 1