MIDDELBIIRGSCHE COURANT. Vrijdag 6 April. Uit Stad en Provincie, N°. 82. 149s Jaargang. 1906. Dezo courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp. 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cont. THERMOMETER. VERWACHTING EN BAROMETER. 5 April 8 u, vm 42 gr., 12 o.. 57 gr., av. 4 u, 56 gr. F. Verwacht: zwakke tot matige-Z. wind, toenemende bewolking, mogelgk regen en iets kouder temperatuur. Barometeistand hoogste 774.1 te Neufahrwasser laagste 753.5 te Stornoway. Advertentiëu: 20 cent por regel. Bij abonnoWout veel lagor. Geboorte-, dood- on alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer 20 oent. ltcolames 40 cent per regel. Grooto letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaasting va* advertenties en reclames, niet atkomgtig uit Zeeland, betreffende Handel, Ngverheid en Geldwezen, ii gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Iz., N.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam. PROVINCIAAL WATERSNOOD-COMITÉ. Do penningmeester van dit comité ontving nog uit: Zeeland. Van de Middelburgeche Courant, van nog in gekomen giften, f 500, T. te F. f 1, person postkantoor, comm. zeepost en radiografen te Vluftiegea t 37, laat. ge®. Wtlhelmina en tang- voroPD. Polyhymnia, Colgnsplaat, f 42,55, kna ponvoroeniging te Wolphnartsdgk f 1, en collectesZierikzee (reBtnnt) 251 93', Biervliet (real rut) f 125, Eede (restant)f 6.80; Aarden- burg 1V03.75, Retranchement f 359.10, Zaam- alag I 2513 50, Noordgouwe (restant) f 45, Nieuw Namen (restant) f 83.8S en collecle- zabjo Waterlandkerkje f 2.50. Nederland. Üit Amsterdam: Pers. v. H. en 8. Soheeps- agentnar f8.50, W. J. V. uit mgn spaarpot f 0.50, K. 4 25, van een diaertje hg O. f 22.50, I. A. H. S. f 10, f 7.50, en Ds K. S, 12.50 Verder W. G., I. R., Helmond, 1 25C. e.a. Purmerend, f 23, Afd. v. d. Glasblazersbond, Leerdam 1' 13.75, Z. te U. f 25, collecte Slie- drecht 1 1343, mr J. J. K., Rotterdam, f 5, C. F., Haag, f 5, N. B., Hardinxveld, 1 2.60, leerlingen school C, Weesp, f 12.85, S. B. en R, BVolp, t 50, b|j Avondpost 's Hage inge komen 1 255.10, colleote Breukelen f 850.80, movr. W. O. F. d. B. f 25, collecte Woens- dreoht i 454.15, S, Haag, f 3.95, Rn.,Utrecht, 1.50, .N, N., Dalfsen, t 1.50, collecte in kerk on catoohisatie, Oldekoop, i 11, saldo bg liqai- datie chr. zangver. Breukelen, f 15.60, G. W B jRottordam, f 10O, vriendenkring, Baarn, f 127, uit Viymon, f 20, postkantoor Zutfen, f 8, G., Busanm, i 2, fam. L. E. N., Culemborg, t 10, collecte Itavenstein, f 47.15, leerl. op sch. no. 1 Bosschop, f 18.02, colleote Bergum, f 21 en C. V-, Dordreoht, f 10. door zulk een contraot, moest bg alweer naar het kantongerecht kunnen loopen moest de rechter uitspraak kunnen doen. Ongeveer precies hetzelfde als door dé rcgeeiiug voorgesteld. Over en weder werd daarover nu vreeselgk geharreward. De heer Verheg, ja, warempel, die goede brave kolonel van de mariniers, kwam ook met een amendement in de juridische heksenkeukon en moest het natuurlek afl 'ggen. Hot was weder een watwinkel van je welste. Eon minister, die zoo goed als voor stoelen i banken staat te prateneen kamer, die het luisteren moede is. Toch maar doorpraten. Het resultaat was dat drie amendementen werden verworpen. Dat van den heer Van Idainga werd met 77 tegen 7 stemmen aange nomen, nadat het door de commissie van Rapporteurs was aanbevolen, waarop het ge- wgzigd artikel 1637o ook werd goedgekeurd. Zonder veel debat werd vervolgens het artikel aangenomen dat alle acten en bescheiden, rakende het arbeidscontract, vrjj zullen zgn van (gel, waarna de Kamer tot morgen uiteen ging. Besloten is den heer Van der Zwaag over den uifgezetten Spanjaard Vinas te laten iuterpelleeren en 1 Mei na het Paaaehrecea weder bgeen ta komen. De Watersnood in Zeeland en '8 Koning? Oppertoezicht over den Waterstaat. Middelburg 5 April.. Geen bezoek der Koningin en deD Prins dit jaar aan Zeeland. Naar aanleiding van ons bericht dat er spvako was van een officieel bezoek van hot Vorstelijk echtpaar aan onze provincie dezen zomer, seint men ons heden uit Den Haag dat H. M., met het oog op de zware ramp, welke onze provincie getroffen heeft, dit jaar zulk een officieel bezoek niet denkt te brengen. Er is das wijziging in het plan gekomen, eene wijziging die wij kunnen begrijpen en billijken. Maar dat er wel degelijk ernstige plan nen waïen voor znlk een bezoek, is onbe twistbaar. Er liepen daaromtrent allerlei waaraan thans door de tegenspraak, welke onze mededeeling heeft uitgelokt, een is gemaakt, wat zeker in het belang is van velerlei en ook van velen, die hunne zome en reisplannen thans kunnen vaststellen. Wij hopen nu maar op hel volgend jaar! Kameroverzicht Zitting van Woensdag. O de «concurrentie bedingen" ie het bgn& den geheolen dag «gegaan." Aan debatatof geen gebrek! Een artikel met 6 amendementea en één slechts één sub-amendement. Het vereisoht een stenograaf om de zaak by te honden. Toch was het niet moeilgk als de tbeoriën maar niet telkens de praktgk en het gezond verstand pardon, het gezond verstand doet hier volgens een der meest fameuae kamer- juristen niets ter zake uit het debat deden verdwenen. De zaak kwam hierop nedermag b.v. de patroon van een handelsreiziger met dezen oen contraot maken, laatstgenoemde dwin gende ook na afloop van de dienstbetrekking voor een zekeren tgd niet in een zekere branche gewoonlgk dezelfde van patroon werkzaam te zgn De wet, thans voorgesteld, wil deze bevoegd heid beperken. Neen, zeggende heeren Reyne en De Klerk, schaf haar heelemaal af. Ten minste voor «arboiders" mat f 4 dagloon en minder. Ook de heer Tak was voor de afschaffing. Daartegen kwam zwaar verzet van de zgde der hoeren Idsinga, Lohman en Plate, die het voor het «belang van den werkgever" opnamen. Maat toch met zekere restritie. Als de arbeider «onbillijk benadeeld" werd enkele, in sommige waterstantswetten genoemde gevallen, zooals eenigen nit art. 188 der Grond wet wilden afleiden. Volgens dit artikel geeft wel de wet regels omtrent het waterstaatsbe stuur, het oppertoezicht en hut toezicht daar onder begrepen, maar«met inachtneming der vooraohiiften in de volgende artikelen van dit hoofdstuk vervat." En hot eerste artikel, dat daarop volgt (art. 189, geeft den Koning het oppertoezicht over allo?, wat den waterstaat betreft. Stelt de wet dus regels omtrent het oppertoezicht, dan uioet zg beginnen met acht te nemen, dat alles wat den waterstaat betreft, aan dat oppertoezicht is en bljjft onder worpen. De wet kan dus noch beperken noch uitbreiden, eg kan alleen de wgze der uit oefening van het oppertoezicht regelen. In versohillende waterstaatswezen komt eene dergelgke rogeling voor. Vestigen wg echter de aandaoht op slechts een paar be palingen in" de wet van 10 November 1900 (Stbl no 176), houdende algemeene regels om trent het Waterstaatsbestuur. •De Koning hsett het oppertoezicht over alles wat den waterstaat betreft, zonder «n- dersoheid of de koBten daarvan worden betaald uit 's Rgks kas oi op eene andere wgze ge vonden". Z66 luidt art. 189 der Grondwet. Is het te verwonderen, dat men, met dit artikel voor oogen, bg het booren der berichten om trent den watersnood in Zeeland zioh afvraagt: Kan en most de Regeering niet zorgen, dat een dergelgke ramp in 't vervolg zoooveel mogelgk wordt voorkomen tenminste in dien het grondwettelgk oppertoezicht niet enkel een fraze is. Een korte besohouwing over aard, omvang en regeling van dat opper toezicht zal mogelgk eene beantwoording dezer vraag aan de hand doen. De Sta'en dor provinciën hebben, volgens art. 190 dor Grondwet, het toezicht op alle waterstaatswerken en waterschappenmaar daarboven kont de Grondwet nog aan den Koning een oppertoezioht toe. Wat wordt daarmede bedoeld? In eene nota naar aanleiding van het eind- -erslag betrefFendo een in 1897 ingetrokken ontwerp van wet, houdende algemeene regels omtrent het waterstaatsbestuur, heeft de Re geering eene duidelgke toelichting van het woord «oppertoezicht" gegeven het bestaat «het waken in het algemeen belang en met inachtneming van het toezicht van de Staton der provinciën, dat ter voorziening in water- BtaatBbelangen gehandeld worde door de auto riteiten en ambtenaren san wie de behartiging dier belangen is toevertrouwd en dat er op waterstaatsgebied niets geschiede wat in strgd met het algemeen belang." Eigenaardig noemt mr Buys dit recht, den Koning toegokond, hot recht van den wachter, die op don arbeid van anderen toeziet en dezen dwingt, zioh te houden binnen de grenzen, door de wet gestold (Dc Grondwet dl. II blz. 727). Recht van bostuur ligt hierin niet op- gesloton. Het is alles controle zoowel op het toezicht dat de Provinciale Staten zelf moeten houden, als op hotgoen die Staten verriohten voorzoover ze zelf het beheer voerendie con- trdle moet, overeenkomstig de bovenaange haalde uiting der Rogeering, ten doel hebben, om te waken dat eaneizgdB niet door de daar toe geroepen worde nagelaten en dat ander - zgds hetgeen verrioht wordt, niet in strgd zg met het algemeen belang. oontrole is noodig. Waar de waterschap pen een zekere mate van zelfstandigheid be zitten en geschillen tusschen hen en de Pro vinciale Staten ontstaan, moet een oppertoezicht daarover kunnen beslissonwaar de Staten zelf beheer voeren, waar ze nalatig zgn in het hun toevortrouwde toezicht en waar zg, tot hunne provinoie beperkt, een onjuist begrip hebben van wat de hoogere belangen, inzon derheid die van den Staat eisohen in al die gevallen is er een oppertoezicht noodig, dat ingrgpt, wanneer dit noodig blgkt. Waarover Btrekt zioh nu dat oppertoezicht uit Zoo onbeperkt mogelgk spreekt art. 189 der Grondwet: over alles, wat den waterstaat be treft, onversohillig door wien de kosten daar voor worden gedragen. Welke waterstaatiaan- gelegenheid ook, in den nitgebreidsten sin van het woord genomen de Koning heeft daarover het oppertoezicht. En dit mag niet beperkt worden tot de Ik bedoel vooreerat art. 6, luidende «Ieder ie waterstaatswerken in beheer heef tof daar over toezioht uitoefent, is verplicht aan onzen met de uitvoering dezer wet belasten Minister de door hem aangewezen ambtenaren, in de uitoefening van het oppertoezicht werkzaam, alle inlichtingen te geven tot uitoefening van het oppertoezicht verlangd, bg het opnemen dier werken den gevraagden bgstand te ver- leenen en daarbg deaverlangd tegenwoordig te zgn. Ten behoeve van het opnemen dier werken hebben de in het eorBte lid genoemde amb tenaren toegang tot de werken en zgn zg bevoegd ook afgesloten erven tot dat einde te betreden." Zelfs tot het binnentreden van woningen tegen den wil van den bewoner kan, volgens art. 7, aan bepaald aan te wgzen personen Bohriftelgk last worden verstrekt, o. a. om den toestand van waterstaatswerken te onderzoeken en om zich te verzekeren, dat de wetten en verordeningen op den waterstaat worden uit gevoerd of nagekomen. Zeer nauwkeurig wordt hier derhalve de wgze aangegeven, waarop de ambtenaren, in uitoelening van het oppertoezioht weikzaam, zich van don bestaandon toestand op de hoogte kunnen stollen on dus in etaat zgn, waken tegen nalatigheid in het toezioht en verwnarloozing van hetgeen in 't algemeen belang bg het aanleggen en onderhouden van waterstaatswerken moot worden in acht geno men. Dat zelfs tot dit doel het binnentreden van woningen wordt toegestaan, wgst erop, dat de zaak zelf van groot gowioht wordt geacht en men eene nauwkeurige, alles omvattende contróle zooveel mogelgk wil bevorderen. In de tweede plaats wil ik art. 15 van gemelde wet noemen. Dit sohrgft voor, dat van watorsohappen, belast met de verdediging tegen zeewater of opperwater dor groote rivieren, de voorzitters on de leden der dage- lgkscho besturen door den Koning worden be noemd, geschorst en ontslagen. Waarom ia deze bepaling gegeven? Duidelgk wgst de Memorie! van Toelichting dit aan«Deze" bevoegheid van hot Koninklgk gozag, om te benoemen de leden der waterschapsbesturen, die het beheer hebben over werken, die zee- of opperwater koeten, meet in het algemeen belang gehand haafd blgven. Vormits bet behoud van bodem afhangt van een bekwaam, aotief en voornl ook physiok krachtig bestnurspereoneel, moet het oppertoezicht waken, dat dit stuursporsoneel berekend zg voor zgne taak." Men zal wel bogrgpen, waarom ik op deze twee artikelen do aandacht heb willen vestigen. Wg zien uit de toelichting tot art. 15, dat van eene goede verdediging tegen zee- opperwater terecht bet behoud van den bodem wordt alhankelgh genoemd en dat die verde diging (zeer begrgpelgk!) een algemeen belang waarvoor het oppertoezicht zich geroepen aoht, rechtstreeks te waken. Letten wg verder op het boven behandeld art. 6, dat aan het oppertoezioht de middelen in de hand geeft zich van don bosmanden toestand op de hoogte te stellen, on vragen wg daarna nog maals, evenals aan 't begin van dit artikel Kan en moot de Regeering (d. i. de Minister met de ambtenaren van don Rgkswaterstaat, volgenB art. 5 der meergenoemde Wet van 1900 in de uitoefening van bet oppertoezicht werkzaam) niet zorgen, dat een dergelgke ramp, als thans Zeeland heeft getroffon, in vervolg zooveel mogelgk wordt voorkomen Het antwoord kan niet twgfelachtig zgn het geldt hier het behoud van den bodem, een algemeen belang, waarvoor de Regeeiing zeli erkent te moeten waken. Het oppertoezicht behoort zioh dus krachtig te deen gelden. Eo op welke wgze? De verdedigingswerken tegen het zeewater zgn thanB in onvoldoenden staat. Een leek kan begrijpen, dat zg bestemd zgn niet alleen in gewone omstandigheden, maar ook bg hoogen en zeer hoogeh vloed het water te keeren. Do techniona moet zorgen, dat zg aan die bestemming kunne* beantwoorden. Zwakke punten tullen er oltgd wel enkele zgn, maat op hoeveel plaatson is onlangs de waterkeering niet onvoldoende gebleken? In dezen toestand moet noodtakelgk veran dering gebraoht worden. Het uitstekend corps ingenieurs van den Rgkswaterstaat kan dien toestand beoordeelen, de wet geeft hun de middelen in de hand, om zioh daarvan op de hoogte te stellen. Waar zg zwakke punten ontdekken en de waterkeering aldaar zoodanig blgkt te zgn, dat het behond van den bodem, das het algemeen belang, gevaar loopt, zullen de waterschappen, welke die waterkeering be- heeron, haar in voldoenden toestAnd moeten brengen. Dit tooh zal veilig als een noodza- kelgk waterstaatswerk kannen beschouwd wor den, waarvan de verplichting tot uitvoering door de betrokken waterschappen voortspruit uit de inriohting dier liohamen indien zg dus aau die verplichting niet willen voldoen, kun nen Gedeputeerde Staten, volgens art. 38 der Wet van 1900, de uitvoering bevelen. Zgn de waterschappen daartoe eohter geldclgk niet bg machte, dan behoort het Rgk subsi die te verleeueu, op voorwaarde dat de bo- aoodigde werken worden uitgevoerd. Ook dan kan, indien aan deze voorwaarde geen gevolg wordt gegeven, volgens laatstge noemd wetsartikel, de uitvoering door Gede puteerde Staten bevolen worden. Is dit college zelf hierin nalatig, dan be hoort de Regeering, kraohtem het oppertoe zicht en volgens de uitlegging, door haar zeli aan dat woord gegeven, «in het algemeen lang te waken, dat ter voorziening in dit waterataatsbelang gehandeld worde door de autoriteiten en ambtenaren, wien de beharti ging van dat belang is iösvsrirocwd." Hoe zal de Regeeriag daarvoor waken 'i Geven Gedeputeerde Staten hst verlangde bevel niet, dan kan de Commissaris der Konin gin het aanvragen; weigert genoemd college, of heeft het binnen dertig dagen na de aan vrage geen besluit genomen, dan kan de Com missaris voornoemd de zaak ter beslissing aan de Kroon voordragen (art. 40 der Wet van Wordt ook in deze instantie het geven van een bevel ter uitvoering noodtakelgk geoor deeld en zgn Gedeputeerde Staten nog wei gerachtig of nalatig om hieraan te voldoen, dan zou ten slotte art. 129 der Provinciale Wet toepnssing kunne* vinden. Hierbg wordt namclgk bepaald, dat, wannier Gedeputeerde Staten niet of niet behoorlgk zorgen voor de uitvoering van datgene, waartoe zg volgens de wet verplicht zgn mede te werken, de Konin gin Garen Commissaris in de provincie bg een in het Staatsblad te plaatsen, met redenen om kleed beBlnit kan machtigen, om in de uit voering te voorzien. 'tkort reiumeerend, kom ik derhalve tot deze conclusieAan de Kroon ia een op pertoezioht over den waterstaat opgedragen dat haar verplioht, voor het algemeen belang waken. De middelen, om zich van den toestand der waterkeerende werken op de hoogte te stellen, zgn der Regeering gegeven bg artikel en 7 der Wet van 10 November 1900 (Stbl. no. 176); zg kan door hare ambte naren aanwgzingen geven omtrent hetgeen noodzahelgk verbetering behoeftdie verbete ring moot worden ondernomen, desnoods met steun uit 's Rgks kal. Aan de uitvoering van die noodzakelgke werken kan de Regee ring oindelgk de hand kénden door toepassing van art. 40 der laatstgenoemde wet en art. 129 der Provinciale Wet. Het oppertoezioht worde verscherpt het algemeen belang sal daarmede gebaat zgn. Mr. J. LOOSJES. O?ergonomen uit het Algemeen Handelsblad. SENOEMimEN, EN2. Bg kon. beBlnit: is benoemd tot betaalmeester te Arnhem, heer jhr A. Bowiér, thans betaalm. te Breda is bevorderd tot off. in de orde van Oranje- Nassau, de luit.-kol. A. N. J. Fabius, comm. van het korps torpedisten, thans ridder dier orde; aan A. E. Arkenbout Sohokker eervol ontslag verleend als dir. der filiaal-inrichting van het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut Rotterdam, en ie jhr J. P. F. van der Mieden van Opmeer, aldaar in zg* plaats benoemd. TWEEDE KAMER. In boheor en onderhond neme van den Nederlandsohen Duifel dgk, den Kapitteldgk en he NederlandBch gedeelte van den Qnerdam bg Wgler. Blgkens het verslag werd bg het afdeelings- onderzoek door sommige leden de aandacht gevestigd op de omstandigheid, dat Ged. Staten van Zeeland tot twee maal toe zgn geweken voor dén tegenstand, dien dc betrokken polders aan de uitvoering der plannen boden. Voors hands konden zg zioh niet onttrekken aan don indruk, dat het provinciaal beatuui al te ge- mkkelgk te vinden is geweest voor de be zwaren van de belanghebbenden. Zelfs sohgnt het uit eigen bewoging de bg- drage in de afkoopsom van den Querdam bg Wgler, ten laste van Kexkerdom en Leutb, Ie hebben verlaagd, toen Milligen en Zeeland onwillig bleken naa?- den vnatgostelden maat staf bg te dragen. Bestond, zoo vroeg men, voor zulk een toegeeflgkheid, waarvan de nadeelen op don Staat neerkomen, grond. Oost-In die. Sedert de jongste tnededeelingen zgn bg do ggsverrichtingen in Atjeh en onderhoorig- heden zwaar gewond de serg. J. Oosten, en licht gewond, de serg. P. N. Valk, de korpo raai Th. Meitcna en de iuselieT H. Klunder op CelebeB gesneuveld de faselier F. H H. Dumoalin, verdronken de serg. H. H Stegeman, niet levenBgevaarlgk gewond de lete luit der if D. B. W. van Ardenne en de fus. A. üuljé, Datelaar, J. G. Lemmens en A. Ploeg, licht gewond de lste luit. der int. J. H. van Tem men en de serg. D. Hout on P. J. van don Bosch, en op Borneo gesneuveld de serg. H. Niemetz, en niet levensgevaarlgk gewond du 2Je luit der inf. G. Minderman. O Het Indische Nieuws sohrgft: «Voor oiroa anderhalf of twee jaren geleden moet te V in het Aljehsche, het vol gende gebeurd zgn. Wg brengen het verhaal in hst algemeen belang ter kennisse van de juBtitie en van het publiek. De hall-bedekte vorm is niet önze sohnld, maar die van de wet, die niet toelaat vrg uit te spreken. Voor den controleur aldaar werden twee Atjehiohe gevangenen gebraoht, gebonden en weerloos. Do eontrolsar zou ze ondervragen, en bg die ondervraging waren een pact offi cieren tegenwoordig. De eene Atjeher was bedaard, en gat fatsoen- Igk antwoord. De andere, een echte djahad, werd brntaal, en zette znlk een grooten mond op, dal de controleur bg zgn onderzoek werd gehinderd; het was onmogelgk om door te gaan, zoo schreeuwde de gevangene. Ooh, riep de ambtenaar, ton einde raad, breng éen van jelui tooh dien kerel eens tot zwggen. De lnitenant X die op twee pas stond van den luidruohtigen Atjeher, haalde zgn revolver te voorschgn, en patB! schoot hem bout porlant door het hoofd; het bloed en de hersens spatten overal rond. Volmaakt rustig borg de luitenant na dien laaghartigen moord zgn revolver weer weg. Naar wg van ter zgde vernemen, zou deze officier thans voor een ander geval voor een ggsraad terecht moeten staan. Wat hiervan aan is, weten we niet. Maar mocht het zoo zgn, dan zgn wg bereid, aan de bevoegde autoriteit, des gewensoht, mede te deelen den naam en wat ons verder omtrent dit geval be kend is. 't Is baaBt niet to gelooven." Een voorbode van het circus Oarré is alhier gearriveerd. Een groote verhniswagen werd heden middag op het Molenwater ont laden en de eerste toebereidselen zgn gemaakt 'ol het oprichten van de tont. Waarschgnlgk in verband met de exercitie oefeningen der reoraten, wordt de tent niet opgeslagen op de plaats waar het vorige cir cus verleden najaar «tond, maar zgn thans de gieren paaltjes uitgezet aan de Westzgde van het terrein. De heer A. Hubregtse heelt zgn magazgn van verbeterde Singör-naaimachines uit de Lange- naar de Korte Noordetraat alhier overgebracht en de nieuwe zaak Woensdag avond geopend. In het keurig nette milieu komen de fraaie machines veel beter tot haar recht dan in do oude omgeving, terwgl ook de étalage aan- trekkelgker is. Wg zagen or gewone hand- en trapnaai- maehines, benevens zwaardore voor schoen- en kleermakersgebruik, die, naar men ons zeide, door kogelasaen zeer lioht loopen. In de uitstalling kan men zich overtuigen van het mooie borduurwerk dat op de ma chines kan worden vervaardigd. Onlangs deelden wg mede dat de als drukwerk per post verzonden circulaires van hier terstede gevestigde Engelsohe book- makenkahtoren, voor zoover die betrekking hebben op weddenschappen in de competitie*

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1906 | | pagina 1