MIDDELBIIRGSCHE COURANT.
Vrijdag
6 April.
Uit Stad en Provincie,
N°. 82.
149s Jaargang.
1906.
Dezo courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatsen in Nederland franco pp. 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cont.
THERMOMETER. VERWACHTING EN BAROMETER.
5 April 8 u, vm 42 gr., 12 o.. 57 gr., av. 4 u, 56 gr. F. Verwacht: zwakke tot matige-Z.
wind, toenemende bewolking, mogelgk regen en iets kouder temperatuur. Barometeistand hoogste
774.1 te Neufahrwasser laagste 753.5 te Stornoway.
Advertentiëu: 20 cent por regel. Bij abonnoWout veel lagor. Geboorte-, dood- on
alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.50elke regel meer
20 oent. ltcolames 40 cent per regel. Grooto letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaasting va* advertenties en reclames, niet atkomgtig uit Zeeland, betreffende
Handel, Ngverheid en Geldwezen, ii gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE
LA MAR Iz., N.Z. Voorburgwal 266, Amsterdam.
PROVINCIAAL
WATERSNOOD-COMITÉ.
Do penningmeester van dit comité ontving
nog uit:
Zeeland.
Van de Middelburgeche Courant, van nog in
gekomen giften, f 500, T. te F. f 1, person
postkantoor, comm. zeepost en radiografen te
Vluftiegea t 37, laat. ge®. Wtlhelmina en tang-
voroPD. Polyhymnia, Colgnsplaat, f 42,55, kna
ponvoroeniging te Wolphnartsdgk f 1, en
collectesZierikzee (reBtnnt) 251 93', Biervliet
(real rut) f 125, Eede (restant)f 6.80; Aarden-
burg 1V03.75, Retranchement f 359.10, Zaam-
alag I 2513 50, Noordgouwe (restant) f 45,
Nieuw Namen (restant) f 83.8S en collecle-
zabjo Waterlandkerkje f 2.50.
Nederland.
Üit Amsterdam: Pers. v. H. en 8. Soheeps-
agentnar f8.50, W. J. V. uit mgn spaarpot
f 0.50, K. 4 25, van een diaertje hg O. f 22.50,
I. A. H. S. f 10, f 7.50, en Ds K. S, 12.50
Verder W. G., I. R., Helmond, 1 25C. e.a.
Purmerend, f 23, Afd. v. d. Glasblazersbond,
Leerdam 1' 13.75, Z. te U. f 25, collecte Slie-
drecht 1 1343, mr J. J. K., Rotterdam, f 5,
C. F., Haag, f 5, N. B., Hardinxveld, 1 2.60,
leerlingen school C, Weesp, f 12.85, S. B. en
R, BVolp, t 50, b|j Avondpost 's Hage inge
komen 1 255.10, colleote Breukelen f 850.80,
movr. W. O. F. d. B. f 25, collecte Woens-
dreoht i 454.15, S, Haag, f 3.95, Rn.,Utrecht,
1.50, .N, N., Dalfsen, t 1.50, collecte in kerk
on catoohisatie, Oldekoop, i 11, saldo bg liqai-
datie chr. zangver. Breukelen, f 15.60, G. W
B jRottordam, f 10O, vriendenkring, Baarn, f 127,
uit Viymon, f 20, postkantoor Zutfen, f 8, G.,
Busanm, i 2, fam. L. E. N., Culemborg, t 10,
collecte Itavenstein, f 47.15, leerl. op sch. no. 1
Bosschop, f 18.02, colleote Bergum, f 21 en
C. V-, Dordreoht, f 10.
door zulk een contraot, moest bg alweer naar
het kantongerecht kunnen loopen moest de
rechter uitspraak kunnen doen.
Ongeveer precies hetzelfde als door dé
rcgeeiiug voorgesteld.
Over en weder werd daarover nu vreeselgk
geharreward. De heer Verheg, ja, warempel,
die goede brave kolonel van de mariniers, kwam
ook met een amendement in de juridische
heksenkeukon en moest het natuurlek
afl 'ggen.
Hot was weder een watwinkel van je welste.
Eon minister, die zoo goed als voor stoelen
i banken staat te prateneen kamer, die het
luisteren moede is.
Toch maar doorpraten.
Het resultaat was dat drie amendementen
werden verworpen. Dat van den heer Van
Idainga werd met 77 tegen 7 stemmen aange
nomen, nadat het door de commissie van
Rapporteurs was aanbevolen, waarop het ge-
wgzigd artikel 1637o ook werd goedgekeurd.
Zonder veel debat werd vervolgens het artikel
aangenomen dat alle acten en bescheiden,
rakende het arbeidscontract, vrjj zullen zgn van
(gel, waarna de Kamer tot morgen uiteen ging.
Besloten is den heer Van der Zwaag over
den uifgezetten Spanjaard Vinas te laten
iuterpelleeren en 1 Mei na het Paaaehrecea
weder bgeen ta komen.
De Watersnood in Zeeland en
'8 Koning? Oppertoezicht
over den Waterstaat.
Middelburg 5 April..
Geen bezoek der Koningin en deD
Prins dit jaar aan Zeeland.
Naar aanleiding van ons bericht dat er
spvako was van een officieel bezoek van
hot Vorstelijk echtpaar aan onze provincie
dezen zomer, seint men ons heden uit Den
Haag dat H. M., met het oog op de zware
ramp, welke onze provincie getroffen heeft,
dit jaar zulk een officieel bezoek niet
denkt te brengen.
Er is das wijziging in het plan gekomen,
eene wijziging die wij kunnen begrijpen en
billijken.
Maar dat er wel degelijk ernstige plan
nen waïen voor znlk een bezoek, is onbe
twistbaar.
Er liepen daaromtrent allerlei
waaraan thans door de tegenspraak, welke
onze mededeeling heeft uitgelokt, een
is gemaakt, wat zeker in het belang is van
velerlei en ook van velen, die hunne zome
en reisplannen thans kunnen vaststellen.
Wij hopen nu maar op hel volgend jaar!
Kameroverzicht
Zitting van Woensdag.
O de «concurrentie bedingen" ie het bgn&
den geheolen dag «gegaan."
Aan debatatof geen gebrek!
Een artikel met 6 amendementea en één
slechts één sub-amendement.
Het vereisoht een stenograaf om de zaak by
te honden.
Toch was het niet moeilgk als de tbeoriën
maar niet telkens de praktgk en het gezond
verstand pardon, het gezond verstand doet
hier volgens een der meest fameuae kamer-
juristen niets ter zake uit het debat deden
verdwenen.
De zaak kwam hierop nedermag b.v. de
patroon van een handelsreiziger met dezen
oen contraot maken, laatstgenoemde dwin
gende ook na afloop van de dienstbetrekking
voor een zekeren tgd niet in een zekere
branche gewoonlgk dezelfde van
patroon werkzaam te zgn
De wet, thans voorgesteld, wil deze bevoegd
heid beperken.
Neen, zeggende heeren Reyne en De Klerk,
schaf haar heelemaal af. Ten minste voor
«arboiders" mat f 4 dagloon en minder.
Ook de heer Tak was voor de afschaffing.
Daartegen kwam zwaar verzet van de zgde
der hoeren Idsinga, Lohman en Plate, die het
voor het «belang van den werkgever" opnamen.
Maat toch met zekere restritie.
Als de arbeider «onbillijk benadeeld" werd
enkele, in sommige waterstantswetten genoemde
gevallen, zooals eenigen nit art. 188 der Grond
wet wilden afleiden. Volgens dit artikel geeft
wel de wet regels omtrent het waterstaatsbe
stuur, het oppertoezicht en hut toezicht daar
onder begrepen, maar«met inachtneming der
vooraohiiften in de volgende artikelen van dit
hoofdstuk vervat." En hot eerste artikel, dat
daarop volgt (art. 189, geeft den Koning het
oppertoezicht over allo?, wat den waterstaat
betreft. Stelt de wet dus regels omtrent het
oppertoezicht, dan uioet zg beginnen met
acht te nemen, dat alles wat den waterstaat
betreft, aan dat oppertoezicht is en bljjft onder
worpen. De wet kan dus noch beperken noch
uitbreiden, eg kan alleen de wgze der uit
oefening van het oppertoezicht regelen.
In versohillende waterstaatswezen komt
eene dergelgke rogeling voor. Vestigen wg
echter de aandaoht op slechts een paar be
palingen in" de wet van 10 November 1900
(Stbl no 176), houdende algemeene regels om
trent het Waterstaatsbestuur.
•De Koning hsett het oppertoezicht over
alles wat den waterstaat betreft, zonder «n-
dersoheid of de koBten daarvan worden betaald
uit 's Rgks kas oi op eene andere wgze ge
vonden". Z66 luidt art. 189 der Grondwet. Is
het te verwonderen, dat men, met dit artikel
voor oogen, bg het booren der berichten om
trent den watersnood in Zeeland zioh afvraagt:
Kan en most de Regeering niet zorgen, dat
een dergelgke ramp in 't vervolg zoooveel
mogelgk wordt voorkomen tenminste in
dien het grondwettelgk oppertoezicht niet
enkel een fraze is. Een korte besohouwing
over aard, omvang en regeling van dat opper
toezicht zal mogelgk eene beantwoording dezer
vraag aan de hand doen.
De Sta'en dor provinciën hebben, volgens
art. 190 dor Grondwet, het toezicht op alle
waterstaatswerken en waterschappenmaar
daarboven kont de Grondwet nog aan den
Koning een oppertoezioht toe.
Wat wordt daarmede bedoeld?
In eene nota naar aanleiding van het eind-
-erslag betrefFendo een in 1897 ingetrokken
ontwerp van wet, houdende algemeene regels
omtrent het waterstaatsbestuur, heeft de Re
geering eene duidelgke toelichting van het
woord «oppertoezicht" gegeven het bestaat
«het waken in het algemeen belang en met
inachtneming van het toezicht van de Staton
der provinciën, dat ter voorziening in water-
BtaatBbelangen gehandeld worde door de auto
riteiten en ambtenaren san wie de behartiging
dier belangen is toevertrouwd en dat er op
waterstaatsgebied niets geschiede wat in strgd
met het algemeen belang."
Eigenaardig noemt mr Buys dit recht, den
Koning toegokond, hot recht van den wachter,
die op don arbeid van anderen toeziet en
dezen dwingt, zioh te houden binnen de grenzen,
door de wet gestold (Dc Grondwet dl. II blz.
727). Recht van bostuur ligt hierin niet op-
gesloton. Het is alles controle zoowel op het
toezicht dat de Provinciale Staten zelf moeten
houden, als op hotgoen die Staten verriohten
voorzoover ze zelf het beheer voerendie con-
trdle moet, overeenkomstig de bovenaange
haalde uiting der Rogeering, ten doel hebben,
om te waken dat eaneizgdB niet door de daar
toe geroepen worde nagelaten en dat ander -
zgds hetgeen verrioht wordt, niet in strgd zg
met het algemeen belang.
oontrole is noodig. Waar de waterschap
pen een zekere mate van zelfstandigheid be
zitten en geschillen tusschen hen en de Pro
vinciale Staten ontstaan, moet een oppertoezicht
daarover kunnen beslissonwaar de Staten
zelf beheer voeren, waar ze nalatig zgn in het
hun toevortrouwde toezicht en waar zg, tot
hunne provinoie beperkt, een onjuist begrip
hebben van wat de hoogere belangen, inzon
derheid die van den Staat eisohen in al
die gevallen is er een oppertoezicht noodig,
dat ingrgpt, wanneer dit noodig blgkt.
Waarover Btrekt zioh nu dat oppertoezicht
uit
Zoo onbeperkt mogelgk spreekt art. 189 der
Grondwet: over alles, wat den waterstaat be
treft, onversohillig door wien de kosten daar
voor worden gedragen. Welke waterstaatiaan-
gelegenheid ook, in den nitgebreidsten sin van
het woord genomen de Koning heeft daarover
het oppertoezicht.
En dit mag niet beperkt worden tot de
Ik bedoel vooreerat art. 6, luidende «Ieder
ie waterstaatswerken in beheer heef tof daar
over toezioht uitoefent, is verplicht aan onzen
met de uitvoering dezer wet belasten Minister
de door hem aangewezen ambtenaren, in de
uitoefening van het oppertoezicht werkzaam,
alle inlichtingen te geven tot uitoefening van
het oppertoezicht verlangd, bg het opnemen
dier werken den gevraagden bgstand te ver-
leenen en daarbg deaverlangd tegenwoordig te
zgn.
Ten behoeve van het opnemen dier werken
hebben de in het eorBte lid genoemde amb
tenaren toegang tot de werken en zgn zg
bevoegd ook afgesloten erven tot dat einde te
betreden."
Zelfs tot het binnentreden van woningen
tegen den wil van den bewoner kan, volgens
art. 7, aan bepaald aan te wgzen personen
Bohriftelgk last worden verstrekt, o. a. om den
toestand van waterstaatswerken te onderzoeken
en om zich te verzekeren, dat de wetten en
verordeningen op den waterstaat worden uit
gevoerd of nagekomen.
Zeer nauwkeurig wordt hier derhalve de
wgze aangegeven, waarop de ambtenaren, in
uitoelening van het oppertoezioht weikzaam,
zich van don bestaandon toestand op de hoogte
kunnen stollen on dus in etaat zgn,
waken tegen nalatigheid in het toezioht en
verwnarloozing van hetgeen in 't algemeen
belang bg het aanleggen en onderhouden van
waterstaatswerken moot worden in acht geno
men. Dat zelfs tot dit doel het binnentreden
van woningen wordt toegestaan, wgst erop, dat
de zaak zelf van groot gowioht wordt geacht
en men eene nauwkeurige, alles omvattende
contróle zooveel mogelgk wil bevorderen.
In de tweede plaats wil ik art. 15 van
gemelde wet noemen. Dit sohrgft voor, dat
van watorsohappen, belast met de verdediging
tegen zeewater of opperwater dor groote
rivieren, de voorzitters on de leden der dage-
lgkscho besturen door den Koning worden be
noemd, geschorst en ontslagen. Waarom ia deze
bepaling gegeven? Duidelgk wgst de Memorie!
van Toelichting dit aan«Deze" bevoegheid
van hot Koninklgk gozag, om te benoemen de
leden der waterschapsbesturen, die het beheer
hebben over werken, die zee- of opperwater
koeten, meet in het algemeen belang gehand
haafd blgven. Vormits bet behoud van
bodem afhangt van een bekwaam, aotief en
voornl ook physiok krachtig bestnurspereoneel,
moet het oppertoezicht waken, dat dit
stuursporsoneel berekend zg voor zgne taak."
Men zal wel bogrgpen, waarom ik op deze
twee artikelen do aandacht heb willen vestigen.
Wg zien uit de toelichting tot art. 15, dat
van eene goede verdediging tegen zee-
opperwater terecht bet behoud van den bodem
wordt alhankelgh genoemd en dat die verde
diging (zeer begrgpelgk!) een algemeen belang
waarvoor het oppertoezicht zich geroepen
aoht, rechtstreeks te waken. Letten wg verder
op het boven behandeld art. 6, dat aan het
oppertoezioht de middelen in de hand geeft
zich van don bosmanden toestand op de
hoogte te stellen, on vragen wg daarna nog
maals, evenals aan 't begin van dit artikel
Kan en moot de Regeering (d. i. de Minister
met de ambtenaren van don Rgkswaterstaat,
volgenB art. 5 der meergenoemde Wet van
1900 in de uitoefening van bet oppertoezicht
werkzaam) niet zorgen, dat een dergelgke
ramp, als thans Zeeland heeft getroffon, in
vervolg zooveel mogelgk wordt voorkomen
Het antwoord kan niet twgfelachtig zgn
het geldt hier het behoud van den bodem, een
algemeen belang, waarvoor de Regeeiing zeli
erkent te moeten waken. Het oppertoezicht
behoort zioh dus krachtig te deen gelden. Eo
op welke wgze?
De verdedigingswerken tegen het zeewater
zgn thanB in onvoldoenden staat. Een leek
kan begrijpen, dat zg bestemd zgn niet alleen
in gewone omstandigheden, maar ook bg
hoogen en zeer hoogeh vloed het water te
keeren. Do techniona moet zorgen, dat zg aan
die bestemming kunne* beantwoorden. Zwakke
punten tullen er oltgd wel enkele zgn, maat
op hoeveel plaatson is onlangs de waterkeering
niet onvoldoende gebleken?
In dezen toestand moet noodtakelgk veran
dering gebraoht worden. Het uitstekend corps
ingenieurs van den Rgkswaterstaat kan dien
toestand beoordeelen, de wet geeft hun de
middelen in de hand, om zioh daarvan op de
hoogte te stellen. Waar zg zwakke punten
ontdekken en de waterkeering aldaar zoodanig
blgkt te zgn, dat het behond van den bodem,
das het algemeen belang, gevaar loopt, zullen
de waterschappen, welke die waterkeering be-
heeron, haar in voldoenden toestAnd moeten
brengen. Dit tooh zal veilig als een noodza-
kelgk waterstaatswerk kannen beschouwd wor
den, waarvan de verplichting tot uitvoering
door de betrokken waterschappen voortspruit
uit de inriohting dier liohamen indien zg dus
aau die verplichting niet willen voldoen, kun
nen Gedeputeerde Staten, volgens art. 38 der
Wet van 1900, de uitvoering bevelen. Zgn
de waterschappen daartoe eohter geldclgk
niet bg machte, dan behoort het Rgk subsi
die te verleeueu, op voorwaarde dat de bo-
aoodigde werken worden uitgevoerd. Ook
dan kan, indien aan deze voorwaarde geen
gevolg wordt gegeven, volgens laatstge
noemd wetsartikel, de uitvoering door Gede
puteerde Staten bevolen worden.
Is dit college zelf hierin nalatig, dan be
hoort de Regeering, kraohtem het oppertoe
zicht en volgens de uitlegging, door haar zeli
aan dat woord gegeven, «in het algemeen
lang te waken, dat ter voorziening in dit
waterataatsbelang gehandeld worde door de
autoriteiten en ambtenaren, wien de beharti
ging van dat belang is iösvsrirocwd."
Hoe zal de Regeeriag daarvoor waken 'i
Geven Gedeputeerde Staten hst verlangde
bevel niet, dan kan de Commissaris der Konin
gin het aanvragen; weigert genoemd college,
of heeft het binnen dertig dagen na de aan
vrage geen besluit genomen, dan kan de Com
missaris voornoemd de zaak ter beslissing aan
de Kroon voordragen (art. 40 der Wet van
Wordt ook in deze instantie het geven van
een bevel ter uitvoering noodtakelgk geoor
deeld en zgn Gedeputeerde Staten nog wei
gerachtig of nalatig om hieraan te voldoen,
dan zou ten slotte art. 129 der Provinciale
Wet toepnssing kunne* vinden. Hierbg wordt
namclgk bepaald, dat, wannier Gedeputeerde
Staten niet of niet behoorlgk zorgen voor de
uitvoering van datgene, waartoe zg volgens de
wet verplicht zgn mede te werken, de Konin
gin Garen Commissaris in de provincie bg een
in het Staatsblad te plaatsen, met redenen om
kleed beBlnit kan machtigen, om in de uit
voering te voorzien.
'tkort reiumeerend, kom ik derhalve
tot deze conclusieAan de Kroon ia een op
pertoezioht over den waterstaat opgedragen
dat haar verplioht, voor het algemeen belang
waken. De middelen, om zich van den
toestand der waterkeerende werken op de
hoogte te stellen, zgn der Regeering gegeven
bg artikel en 7 der Wet van 10 November
1900 (Stbl. no. 176); zg kan door hare ambte
naren aanwgzingen geven omtrent hetgeen
noodzahelgk verbetering behoeftdie verbete
ring moot worden ondernomen, desnoods met
steun uit 's Rgks kal. Aan de uitvoering
van die noodzakelgke werken kan de Regee
ring oindelgk de hand kénden door toepassing
van art. 40 der laatstgenoemde wet en art. 129
der Provinciale Wet.
Het oppertoezioht worde verscherpt het
algemeen belang sal daarmede gebaat zgn.
Mr. J. LOOSJES.
O?ergonomen uit het Algemeen Handelsblad.
SENOEMimEN, EN2.
Bg kon. beBlnit:
is benoemd tot betaalmeester te Arnhem,
heer jhr A. Bowiér, thans betaalm. te Breda
is bevorderd tot off. in de orde van Oranje-
Nassau, de luit.-kol. A. N. J. Fabius, comm.
van het korps torpedisten, thans ridder dier
orde;
aan A. E. Arkenbout Sohokker eervol
ontslag verleend als dir. der filiaal-inrichting
van het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut
Rotterdam, en ie jhr J. P. F. van der Mieden
van Opmeer, aldaar in zg* plaats benoemd.
TWEEDE KAMER.
In boheor en onderhond neme
van den Nederlandsohen Duifel
dgk, den Kapitteldgk en he
NederlandBch gedeelte van den
Qnerdam bg Wgler.
Blgkens het verslag werd bg het afdeelings-
onderzoek door sommige leden de aandacht
gevestigd op de omstandigheid, dat Ged. Staten
van Zeeland tot twee maal toe zgn geweken
voor dén tegenstand, dien dc betrokken polders
aan de uitvoering der plannen boden. Voors
hands konden zg zioh niet onttrekken aan don
indruk, dat het provinciaal beatuui al te ge-
mkkelgk te vinden is geweest voor de be
zwaren van de belanghebbenden.
Zelfs sohgnt het uit eigen bewoging de bg-
drage in de afkoopsom van den Querdam bg
Wgler, ten laste van Kexkerdom en Leutb, Ie
hebben verlaagd, toen Milligen en Zeeland
onwillig bleken naa?- den vnatgostelden maat
staf bg te dragen. Bestond, zoo vroeg men,
voor zulk een toegeeflgkheid, waarvan de
nadeelen op don Staat neerkomen, grond.
Oost-In die.
Sedert de jongste tnededeelingen zgn bg do
ggsverrichtingen in Atjeh en onderhoorig-
heden zwaar gewond de serg. J. Oosten, en
licht gewond, de serg. P. N. Valk, de korpo
raai Th. Meitcna en de iuselieT H. Klunder
op CelebeB gesneuveld de faselier F. H H.
Dumoalin, verdronken de serg. H. H Stegeman,
niet levenBgevaarlgk gewond de lete luit der
if D. B. W. van Ardenne en de fus. A. üuljé,
Datelaar, J. G. Lemmens en A. Ploeg, licht
gewond de lste luit. der int. J. H. van Tem
men en de serg. D. Hout on P. J. van don
Bosch, en
op Borneo gesneuveld de serg. H. Niemetz,
en niet levensgevaarlgk gewond du 2Je luit
der inf. G. Minderman.
O
Het Indische Nieuws sohrgft:
«Voor oiroa anderhalf of twee jaren geleden
moet te V in het Aljehsche, het vol
gende gebeurd zgn. Wg brengen het verhaal
in hst algemeen belang ter kennisse van de
juBtitie en van het publiek. De hall-bedekte
vorm is niet önze sohnld, maar die van de
wet, die niet toelaat vrg uit te spreken.
Voor den controleur aldaar werden twee
Atjehiohe gevangenen gebraoht, gebonden en
weerloos. Do eontrolsar zou ze ondervragen,
en bg die ondervraging waren een pact offi
cieren tegenwoordig.
De eene Atjeher was bedaard, en gat fatsoen-
Igk antwoord. De andere, een echte djahad,
werd brntaal, en zette znlk een grooten mond
op, dal de controleur bg zgn onderzoek werd
gehinderd; het was onmogelgk om door te
gaan, zoo schreeuwde de gevangene.
Ooh, riep de ambtenaar, ton einde raad,
breng éen van jelui tooh dien kerel eens tot
zwggen.
De lnitenant X die op twee pas stond
van den luidruohtigen Atjeher, haalde zgn
revolver te voorschgn, en patB! schoot hem
bout porlant door het hoofd; het bloed en de
hersens spatten overal rond. Volmaakt rustig
borg de luitenant na dien laaghartigen moord
zgn revolver weer weg.
Naar wg van ter zgde vernemen, zou deze
officier thans voor een ander geval voor een
ggsraad terecht moeten staan. Wat hiervan
aan is, weten we niet. Maar mocht het zoo
zgn, dan zgn wg bereid, aan de bevoegde
autoriteit, des gewensoht, mede te deelen den
naam en wat ons verder omtrent dit geval be
kend is.
't Is baaBt niet to gelooven."
Een voorbode van het circus Oarré is
alhier gearriveerd. Een groote verhniswagen
werd heden middag op het Molenwater ont
laden en de eerste toebereidselen zgn gemaakt
'ol het oprichten van de tont.
Waarschgnlgk in verband met de exercitie
oefeningen der reoraten, wordt de tent niet
opgeslagen op de plaats waar het vorige cir
cus verleden najaar «tond, maar zgn thans de
gieren paaltjes uitgezet aan de Westzgde van
het terrein.
De heer A. Hubregtse heelt zgn magazgn
van verbeterde Singör-naaimachines uit de
Lange- naar de Korte Noordetraat alhier
overgebracht en de nieuwe zaak Woensdag
avond geopend.
In het keurig nette milieu komen de fraaie
machines veel beter tot haar recht dan in do
oude omgeving, terwgl ook de étalage aan-
trekkelgker is.
Wg zagen or gewone hand- en trapnaai-
maehines, benevens zwaardore voor schoen- en
kleermakersgebruik, die, naar men ons zeide,
door kogelasaen zeer lioht loopen.
In de uitstalling kan men zich overtuigen
van het mooie borduurwerk dat op de ma
chines kan worden vervaardigd.
Onlangs deelden wg mede dat de als
drukwerk per post verzonden circulaires van
hier terstede gevestigde Engelsohe book-
makenkahtoren, voor zoover die betrekking
hebben op weddenschappen in de competitie*