J. M. STUART. Over Ooft- en Groententuinen. FEUILLETON. BIJVOEGSEL v«» db Maandag 12 Februari 1906, no. 56. Voor een lid van den gemeenteraad in het tweede distriot te Vlissingen bevelen wg, op de in ons vorig oommer aangegeven gronden, ten dringendste aan den heer De stemming heelt plaats Dinsdagl3 Februari. i. "Wanneer men tengevolge van bekomen voorlichting zioh van goode soorten voor ziet, de vruohten behoorlijk behandelt en daarbjj atreeit naar een;behoorlgken afzet, dan zullen de kosten en moeiten van de behandeling van een goeden groenten- en oofttuin ruim beloond worden. De woorden,'^hierboven aangehaald,~zgn uit ons vorig opstel; wg willen.daarop thans uitvoeriger^terug komen,omdat thans nog zeer veel gedaan kan worden om de vruchtenoogat in het volgend najaar te bevorderen. In de eerste plaats zorge men voor eene rjjke bemesting van denboomgaarden en van de afzonderlijk staande fruitboomen. Doorgaans worden de boomen geplant en verder aan hun lot overgelaten. Staan zg in een tuin, dan deelen de haarwortels, die zioh hoe langer hoe verder uitstrekken, mede van den mest, die in den tuin wordt gebracht, maar dezo bemesting bestaat doorgaans alleen uit stalmest en is daarom veel te eenzijdig. Wg hebben vroeger al uitvoerig bg de wet van het minimam stilgestaan en herhalen nu daaromtrent alleen, dat wanneer alle noo- dige voedingsstoffen op eene na in onvervloed in den grond aanwezig zjjn en die eene ont breekt, de plant, noch de vrucht, tot behoor lijke ontwikkeling komen. Gewoonlijk zjju alle jvoedingsstoffen in be hoorlijke hoeveelheden aanwezig, behalve stik stof, phosphorzuur, kali en kalk, en.daarom moot men jaarjjks met deze stoffen bemesten, want een boomgaard gebruikt daarvan aan zienlijke hoeveelhedenper honderd vierkante meter en por jaar 0,7 KG stikstof, 0,4 KG phosphorzuur, 2,2 KG kali en 4 KG kalk. Per ihonderd M3 .dient men dus jaarlijks, en men doet dat liefst om dezen tjjd, in den grond te brengen ongeveer 5 KG Chili-salpeter oi 3'/s KG zwavelzuren ammoniak voor de stik stof, 3 KG >up8rphosphaat_van 14 'oplos baar in water voor het phosphorzuur, 8'/s KG zwavelzure kalimagnesia van 26 (patent kali) voor de kali en 4 KG ongeblusche kalk. De.kalk.blussohe men even voor 't gebruik door die op een hoopje op het land te loggen en met wat grond te bedekken. Zjj blusoht dan langzaam, valt uit elkander en kan ge makkelijk gestrooid worden. Vooral mogen kalk- en kalibesmesting nooit ontbreken. Andere boomen hebben een gesoheurden, schilferigen bast. 't Is nu de tjjd om die sohilferB .met een boomkrabber en met een jjzeren boomborstel te verwijderen en dan de stammen met kalk in te smeren, die men ver mengd jheeft met bouillie bordelaise. Da kalkmelk bereiden w{j van ongeblusohte kalk. Zoodra deze gebluecht is, voegen wjj daaraan zooveel water toe, dat zjj een goed dik witsel oplevert on vervolgens 2 koper vitriool, wat niet moeilijk valt, wanneer men het witsel doet in een bak of pot, nooit van metaal waarvan men den inhoud kent. Heeft men bjjv. een pot, waarin 4 liter wit-, sol gaat, dan moet men daaraan toevoegen 8 lood (dekagram) kopervitriool, dat men in een aarden vat opgelost heeft en dan bjj de vloei stof giet. VADERSCHAP. 16 Naar het Fransch, van AMDRÈ THEURIKT. IV. Nog nadenkend over die zonderlinge ver schoning volgde Delaberge het pad, dat van het park sleohts gescheiden was door een heg en een sloot waardoor een van de Aubette afgeleid beekje liep. Aan de andere zjjde glooide het land op tal aan don rand van het boHch: akkers van bewegend graan, lange stukken lucerne. Slaperig lagen die vel den daarrondom klonk het voortdurend ge- tsjirp van de krekels. Midden in dat domme lige gegonB vlogen eenige jonge vogeltjes om den half bladerlooze takken van een eik, zette zioh neer en klapten met de vleugels met scherp gefluit. De wilde uitroep van een havik, het geruisoh van een beekje en het avondgegons van de insecten verhoogden nog den indruk van de eenzaamheid die Delaberge's hart beklemde. Nu de bekentenissen van mevrouw De Linard zjjn teer luohtkaateel had omvergewor pen, voelde Delaberge zich amarteljjk teleur gesteld. De neerslachtigheid, waaronder hjj leed vóór zjjn bezoek aan de Koseliére, en die alleen Kalk en kopervitriool j werken beide doodend op inseoten; de kalk doot allo mos van de stammen verdwjjnen en met het vitriool be strijdt men de meeste zwammen o m- de sohurft- zwammen, die de peren doen scheuren en den appels zoogenaamde roestplekken bezorgen. Van die kalkmelk laten wg ook een aan zienlijk gedeelte stroomen door een ijjne zeef en vermengen die eveneens met 2 %'s bouillie bordelaise om allo takken te bespuiten met een gewonen besproeier, dien men gebruikt bg het besproeien van aardappels (pulvdrisateur). De bouillie en de kalk in do eerste plaats met hetzelfde dool als bg het bestrgken der stammen, maar met de kalk bereikt men op stammen en takken nog een tweede doel. Wanneer men op een vel wit papier een strook zwart papier plakt en men hangt dat in de zon, dan zal men, wanneeri men wat later de hand op het papier legt, 'bemerken, dat het witte gedeolto koud gebleven, het zwarte daarentegen warm geworden is. Wit kaatst de warmtestralen terug, zwart daar entegen neemt ze op- Wanneer nu in 't voorjaar de zon de stam men verwarmt, zal zjj dat hoofdzakelijk doen aan de zuidzgde; aan de noordzjjde komt zjj niet. Dientengevolge krjjgt men in den stam eene ongeljjke ontwikkeling; de sapomloop aan de zuidzjjde wordt bevorderd door de warmte en 't gevolg daarvan kan zjjn, dat de bast daar openscheurt. Is de stam nu aan die zgde goed gewit, dan worden de warmtestralen teruggekaatst; de vroege, eenzjjdige sapomloop vertraagt en het openscheuren van'den bast wordt voorkomen. 't Zelfde doel, eenigszins gewjjzigd, beoogt men met het bespuiten der dunnere twjjgen. Enkele mooie dagen in 't voorjaar doen de knoppen zwellenhoudt het zachte weer aan, dan gaan zjj open, de bloemen ontwikkelen zich en dat zeer dikwjjls in een tjjd, waarin men nog zeer veel nadeel kan hebben van naohtvorsten. Zorgt men daarom bjj tjjds, dat de boom met al zgne takkon in een wit kleed gestoken is, dan worden de warmtestralen teruggokaatst, de ontwikkeling wordt vertraagd en het gevaar van vriezende nachten wordt aanzienlijk ver minderd. Bg voortdurend regenachtig weder is het soms noodig de bewerking der bespuiting te herhalen. In de tweede plaais willen wg spreken over goede soorten van fruitboomen. Yoor de klei streken geve men aan peren, die geënt zjjn op kwee, en aan appels, geënt op douoin (zoete aagt), de voorkeur boven die, welke geënt zjjn op wilde stammen, omdat zjj vroeger dragen. Te hooge stammen zjjn at te keuren, omiat^zjj meer te ljjden hebben van den wind dan. half at auimen en piramieden. Vervolgens moet men zjjne eoorton zóó kiezen, dat men eene opeenvolging van peren en appels kan hebbenvan de vroegste tot aan de laatste, wat aan de hand van een goeden oataloguB niet moeiljjk valt, omdat de gemiddelde tjjd van igp'ueid daarin wordt aangegeven. Zietdaar eenige regels, doch zeer algemeene. Sommige soorten dragen beter in den oenen vorm dan in een anders n; weer andere willen alleen op wildeling geënt worden, andere nog zjjn alleen vruchtbaar en aanbevelenswaardig op tuBschenstammendaaromtrent kan men zich wenden tot den tuinbouwleeraar en ook wg zgn gaarne bereid dienaangaande in dit blad de noodige inlichtingen te verstrekken. Behalve de smaak, wil het oog ook wat. Waaneer men zioh dus uitsluitend tot goede soorten wil bepalen; dient men tevens in het oog te houden, dat van twee fjjne vruchten gewoonlijk de keus op de grootste valt. Een jut en een vjjgepeer zgn beide lekker, maar laat men kiezen tussohen een jut en een vjjgepeer, gewoonijjk zal aan de laatste de voor keur worden gegeven, omdat zjj de grootste is. Wil men nu in 't voorjaar enkele boomen bjjplanten, dan moet men niet te lang wachten met die te bestellen en zorge bg het planten, dat men den grond niet dieper uitgrave dan de omliggende grond bewerkt is, anders krjjgt men waterputtenverder zie men toe dat de boom niet dieper in den grond gebraoht wordt dan hg oorspronkelijk heeft gestaan. Men moet hem dus feiteljjk wat hooger planten, omdat hg later nog inzinkt en hem voorzien van een stok (tutenr), opdat hjj door den wind niet heen en weer gezweept worde. Wordt vervolgd.) zgn hersenschimmige hoop tjjdeljjk had ver dreven, maakte zioh weer meester van hem. De pjjnljjke ontgoocheling was een nieuwe Bchakel in de keten van kwade gebeurtenissen die elkaar opvolgden sedert zgn komst in Val- Clavin. Een zachte wind woei over de hellende bouwlanden en bewoog de misohende blader kronen der boomen. Men zou gezegd hebben dat de ziel van het bosch in onrustige zuchten de droefgeestigheid uitademde die de avond stond er in opwekte. De ontzaglijke avond droefheid van die eenzame plek dr<.ng diep in het gemoed van den inspeoteur-generaal door. Een Litter gevoel welde in hem op, en steeg naar zgn lippen: »Te laat! Het is te laatMen kan zgn leven niet opnieuw be ginnen 1" Langzaam voortwandelend had hg den rand van het bosoh bereikt, en van den top van de heuvels zag hg reeds de huizen van het dorp, gehuld in een blauwen rook. Nu en dan pasg seerden hem houthakkers, die naar hun woning terugkeerden en wier zware stappen dol weerklonken. Voor een steenen stoep in den vgver, bg een waschplaatB, had het water een blauwe kleur in een rand van biezen en riet. Geknield op een platten Bteen lag daar een vrouw over het water gebogen, bezig haar linnen te waasoben, uit tt wringen om het in een wit gzeren bak Middelburg lo Februari De Prinsen van Oranje in de 17e eenw. Na door den heer Herman Sngders met een kort woord te zgn ingeleid, trad Vrgdagavond in de Concert en gehoorzaal alhier voor een talrgk publiek prof. Kernkamp van Utrecht op, om over bovenstaand onderwerp, de eerste zgner drie aangekondigde voordraohton te houden. Spreker zeide in do eerste plaats te zullen aantoonen de politieke plaats welke de prinsen van Oranje in het staatsleven van hun tgd hebben ingenomen, in de tweede plaats de ideeën bloot te zullen leggen welke in hen ver tegenwoordigd waren, om ten slotte een beeld te geven van hen, elk atzonderigk. Streefden in de 17e eeuw op staatkundig ge bied de staten van Holland naar de verwezen- igking eener gewestelgke idee, die der Unie vond haar boliohaming in de landelgke pro vincies en de Oranjes. Holland streefde, welbewust van eigen pres tatie, bewast van zgn fiaancieele kraoht, zgn moreelen invloed, prat gaande op het feit dat het 't leeuwenaandeel in de belastingen had en een wereldhandel dreef, naar het alleenseggen- schap in regeoiingszaken, naar de supiematio over de andere gewesten. Kan men daarom dit streven een midden punt vliedend streven noemen, zg wier doel was de verwezenlgking der Unie-idee, beoog den een middenpunt-zoekend regeeringsstelsel te bereiken. Hoe kwam het nu, aldus formuleerde spreker zgu vraag, dat het juist de vertegenwoordi gers van de laatstgenoemde partg waren, aan wier zgde zich de Oranje's sohaarden Tweeërlei oorzaak is daarvoor te vinden. Allereerst was het de onweerstaanbare macht van den Oranje-n&am, dank zg den Zwgger, welke reeds half het antwoord op deze vraag geeft. Daaraan is het te danken dat zg een gezag voerden grooter, dan wel uit den aard hunner positie te verklaren ware geweest; een gezag dat buitenslands de meening ves tigen deed dat zg waren de hoofden van don Staat. Maar ook de onderlinge verhouding, welke tusschen de versohillende provincies bestond, werkte krachtdadig mede tot de versterking hunner positie. Jnist wgl de belangen der meeBte landpro vincies in botsing kwamen met die van Hol land, Boh&arden deze zioh rond de stadhouders. Gelderland en Overgsel waren, ook toen maals, agrarische provincies, waar de landbouw hoofdzaak was; waar vooral veel adel huisde, welks vertegenwoordigers, meerendeels ver want aan de Oranje's, militaire ambten bg leger en vloot bekleedden en bg hun aanstel ling en bevordering dus van de stadhouders afhankelgk waren. Ook in Groningen en Friesland was de land bouw het voornaamste bestaansmiddel. Friesland eohter ia niet altgd op de hand der Oranje's geweest, in het midden der 17e eeuw bgv., toen de belangen der Nassau's botBlen tegen die der eerstgenoemden. Utreoht was eveneens een landbouwprovincie en boewei tot ongeveer 1674 grootendeels met Holland samenwerkend, welke sympathie ont staan was door de verwantschap der regenten in beide gewesten, is zg na dat jaar steeds een steun der Oranjes geweest, daar Willem Hl toenmaals een grooten invloed op regenten benoemingen uitoefende. Hoewel ook Zeeland tot in het midden der 17e eeuw met Holland éan lgn trok, daar ook deze provincie een belangrgken handel en drukke scheepvaart had, veranderde zg tooh allengs van houding, zoowel door het eigen aardig regeeringssysteem daar gevolgd, waarbg steeds 3 van de 7 stemmen stellig voor Oranje waren, als door hot verschgnsel dat meer en meer de landbouw hoofd-bedrgf der bewoners werd. Een niet minder grooten steun dan van deze zgde, vonden de stadhouders bovendien in de gereformeerde kerk. Eohter niet omdat zg zelve zoo calvinistisch waren. Maurits bemoeide zich liefst niet met reli- te gooien. Bg het geluid van de stappen van Delaberge draaide zg nieuwsgierig haar hoofd om, en hield met haar werk op om den wan delaar aan te zien. Hg lette er niet op en liep peinzend verder, toen de wasohvrouw met schreeuwerige stem brutaal riep: sGoeden avond, mgnheer Delabergeloopt u me zoo maar voorbg Ha bleef verwonderd staan, en richtte zgn oogen op deze vrouw die hem kende, maar wier galaat geen enkele herinnering in hem opwekte. Het was een magere, havelooze vrouw van meer dan vgitig jaar. Haar slecht gekamde haren vielen in grjjze lokken om haar gerim- pelden halshaar schraal gezioht, waarin twee doordringende oogen sohitterden, had een kwaadaardige, brutale uitdrukking. »Kunt u mg niet meer thuis brengen vervolgde ze. >Ja, er is ook al heel wat water onder do brug door gevloeid, Bedert ik uw wasohgoed in de Soleil d'Or bracht. Ik ben Fleuriotte." Toen eerst herinnerde hg haar zichdie Zélifl Fleuriot was vroeger wasohvrouw voor de logees van de herberg. Ze was toen al wat gezet, maar tooh nog frisch, coquet, en zeker niet kond van oogen. Haar uittartende manieren, haar_ vroolgko woorden, en haar vlammende oogen trokken de mannen aan. Ze had een slechte reputatie en de inspeoteur-generaal gieuie quaesties, Frederik Hendrik was Remon strant, van Willem n is in deze weinig bekend, terwgl alleen van Willen Hl gezegd kan worden, dat hg een overtuigd calvinist was. Die steun nu der geieformeerde kerk kwam niet van éen zgde, maar was wederkeerig Bovendien kondon de Oranjes ten allen tgde rekenen op do onwankelbare trouw van leger en vlootvooral ook hierom, wgl de aanvoer ders, de meerderen, in hen don waarborg zagen van hun beveitiging en de verdediging der belangen van hun stand. Conetateerende het feit dat de 17oeeuwsohe burgerg in hart en nieren Oranje-gezind was, bestreed spreker de wel eens gemaakte voor stelling van een reeds toenmaals heersohenden klassestrgd. Politiek beset was destgds nog zoo goed als niet aanwezig onder het volk. Die Oranje liefde was spontaan en geen uiting van wrok tegen de regenten. Verder, in de I7eeeuw, eohter kwam er al lengs 'n gevoel van jaloezie, die langzamerhand wrok werd, mede doordat de regenten zioh geleidelgk-aan losmaakten van de burgerg, zoodat uit dien tgd de leus dateert: »liever verheerd dan verknecht". De godedienst was toen de hartstocht, en niet de politiek, en het is die afwezigheid van politiek besef, welk oor zaak werd van de onredelgke aohterdooht tegen de regenten, welke zioh zoo gruwzaam in 1672 openbaarde. Een teer heterogene combinatie das, zeide spreker, die onder de Oranje-vlag tegen Hol land te velde trok. Zg was eohter volkomen in staat de volkshartstochten in beweging te brengen. Tooh heeft zg nooit de victorie behaald, tenzg Holland zelve innerlgk verdeeld was; en dan nóg ken de Orarje-partg nooit volledig van de overwinnig gebruik maken. Maurits was niet begeerig naar de souve- reiniteitjen toen men in 1674 bg Willem Hl van Geldersobe zgde een stap in dia richting wilde doen, adviseerden zelfs de prinsgezinde steden in ontradenden zin. Mocht men soms de meening zgn toegedaan dat de regenten dier steden, alleen nit eigen belang, zioh tegen Gslderland's voorstel ver klaarden, en de burgerg daarentegen wel ge neigd was ten gunste van den prins, dan bestreed spreker haar hierom wgl, indien deze onderstelling juist ware, de burgerg stellig in verzet tegen de regenten zou gekomen zgn wat neer haar wil niet was gevolgd. Zeker zou zg deze genoodzaakt hebben tot toestem ming, want nog altgd Bpookte onder de regen ten het schrikbeeld van 1672, de moord op de gebroeders De Witt. Wel ware het te wensohen geweest dat men den stadhouders, inplaats van onzen ongeluk- kigen en gebrekkigen regeer-vorm te besten digen, het hoogste gezag had toevertrouwd. Mits natuurlgk de noodige waarboi gen waren gesteld, zou een dergelgke regeering oneindig te stellen geweest zgn boven het heerBchende bewindssysteem. Bovendien is een der voornaamste redenen waarom wg thans geen toI in de gesohiode- nis spelen kunnen, wel de kleine omvang van ons land. In de 17e eeuw werd Nederland aan Duitsohe zgde begrensd door tal van kleine staatjes, en het zon zeker, hadden wg toen maals een dynastie gehad, voor haar een be- geerlgke zaak, een ideaal zgn geweest om bg elke gelegenheid de kans waar te nemen, eigen grondgebied te vergrooten en daardoor Neder land tot een middelmatigen Btaat te verheffen. Thans tot de personen-zelve komend, schetste Bpreker, met Maurits beginnend, dezen als een geboren krggaman, niet van groote genialiteit, maar een self-made man die, voor zichtig en moedig, zioh zelf had gevormd op het slagveld, een bekwaam vestingbouwkun dige was en knap legerorganieator. Hg was geen staatsman, kon zgn karakter niet buigen en plooien, bad niet dien taot van met alle men- sohen te kunnen omgaan, zoodat een Frantoh- man van hem getuigdeuiterst traag in 't aanleeren van die kunst, waarin zgn vader uitmuntte." Het opofferen van den schgn aan het wezen, vermocht hg niet. Gelgk reeds gezegd, mengde hg zieh liefst niet in godsdienst-twisten zgn mathematische geest (hg beoefende met groote liefde dewia- ktuide) had daar een afkeer van. Van de praedes- tinatie moet hg eens verklaard hebban niet te weten of ze groen of blauw was. En het herinnerde zich dat ze twee of drie maanden Om hem had gedwarreld, van plaa om hem door haar lieftalligheden te bekoren. Maar daar Delaberge reeds was ingepalmd door madame Mioheline, bleef hg koel tegenover die uitda gingen, en had hg die te gemakkelgke verovering geminacht. In de stemming, waarin hg nn dezen avond was, verblgdde die ontmoeting hem weinig. Toch wilde hg haar niet vernederen, en ant woord® hg haastig: >Juiet, na herinner ik het mg. Hoe gaat het je Zólie »Zooale u ziet, zwoegend als een negerin voor anderen, en met meer armoede dan ik kan verteren." »Ben je nog altgd waschvrouw >Een mensoh moet zgn brood verdienen. Maar het is een kwaad vak. Ik zit vol rheu- matiek die me de beenen afkngpt. Ja, niet alle menechen hebben geluk, of worden onder een goed gesternte geboren als de Prins en zgn vronw. Die kunnen de armen makkelgk over elkaar slaan." »Maar je hebt tooh zeker de olandisie van de Soleil d'Or gehouden >Och, 't mocht wat I Het is al heel lang geleden dat de Soleil dOr voor mg sebeen. Ze zgn daar te trotsoh. En dan geloof ik dat Madame Micheline niet op mgn versobgning gesteld wakdie herinnerde haar te veel aan is dan ook na langdurig en dringend aanhou den o. a. van Willem Lodowgk, gewoost dat hg partg heeft gokozen in het Komonstrantscb en oontra-Remontranteoh gesohil. Maar dan ook om zuiver politieke redenen. Kostte het moei'e hem ergens too to krggon, eenmaal tut handel en overgegaan, volgde hg koppig zgn wil, waardoor ook de dood van Oldenbarneveld een nadere verklaring vindt. Evenals Maurits, was ook Frederik Hendrik tot den dood van deze ongehuwd. Waarsobgn- Igk op Maurits aandringen, op diens sterfbed, besloot hg in den eoht te treden en huwde hg met Amalia van Solms, een vroaw die, zooal niet schoon, dan toch van hoogo geestolgke bekwaamheid en handigheid was. Dit huwelgk heeft een groote verandering ia doa staat der Oranje's gebracht. Was Maurits eenvoudig, zuinig tot het schriele toe, Amalia van Solms hield van praoht en schittering aan haar hof. Men is gewoon zioh Frederik Hendrik,als een gematigd man, met een beheersoht tem perament voor te stellen, dooh zgu secretaris, de diohter Huygens, schetst hem als een man, die in zeer driftige buien heftig kon uitvallen, waartoe Amsterdam met zgu voortdurend tegen werken van 's prinsen plannen, niot weinig zal hebben bggedragen. Een der lievelingsdenkbeelden van hem was nl. het veroveren van Antwerpen. Heb ik Ant werpen, dan cal ik Amsterdam wel klein krggen, dacht hg, maar het spreekt dat deze laatste it&d steeds den stadhouder in zgn plannen dwarsboomde, o. a. door Antwerpen van kruit en andere oorlogsbehoeften te voorzien. Toch is hg er in geslaagd meer macht te verwerven dan Maurits. Na 1640 is het aan zien der Oranje's steeds groeiende, en was zelfs de turvivance, d. i. het recht zgn vaderen diens ambten te mogen opvolgen, aan den jongen prins toegekend. Ook het huwelgk van zgn zoon Willem II met een dcchter van Karei I, koning van Engeland, verhoogde den glans van hot Oranje huis. Voor de oorlogzuohtige, heldhaftige natuur van Willem II was het sluiten van den Mun- sterschen vrede een ramp. Hg droomde van een roemrgk krggsmansleven, en toen na zgns vaders dood de vrede met den door hem zoo gehaten Spanjool geteekend was tegen zgn zin, riep hg nit, dat hg gaarne de schelmen, die daartoe hadden meegewerkt, den nek had willen breken. Hg knoopte zelfs met Frankrgk geheime onderhandelingen aan om den krgg tegen Spanje weer te openen. Zgn streven was om, na eerst zgn positie tegenover de regenten en voo:namelgk ook tegenover Amsterdam te hebben versterkt, ook in de buitenlandtche politiek zga invloed te doen gelden. Hoewel in 1650 zgn aanval op Amsterdam mislukte, heeft hg sinds dien tooh de macht dezer stad en den trots der regenten een ge- voeligen knak gegeven. Spreker iSWhde dat, hoewel Willem II z. i. slechts een matig staatsmansbeleid aan den dag legde, zgn durf, zgn groote stoutmoedig heid volkomen tegen de regintenmacht opge wassen was, en sprak als zga overtuiging uit dat, zoo Willem II had blgven leven,'door hem naar het hoogst9 gezag zou zga gestreefd. Zgn onverwachte dood is een geweldige slag voor hot Oranje-Huis geweest. Tooh heelt het tgdperk van verdrukking en vernedering, 1650—'72, meegewerkt tot do populariteit van het Oranjehuis. De jeugd van Willem Hl is een buitenge woon sombere en droeve geweest. Daarin is hg gevormd tot den vroeg-rgpen, ornstigen man, gsiloten van karakter, met minachting als ken merk daarvan. Schoon uiterst zwak van lichaam, ziokelgk van gestel, heeft hg tooh S0 jaren tang de grootste, zwaarste vermoeienissen dooxsiaau, haatte hg de latbartigen en verraders, en was als zgn hartstocht hem opwond, dap per tot roekeloos toe en onvermoeid. Hoewel koning van Engeland en daar ver toevend, bleef hg altgd Hollander en verlangde hg naar de Geldersche bosscben of de Haag- sche kennis. Te betreuren valt het dat hg soms door infame middelen de staatsmachine trachtte te ior- ceeren en dat ook hem, evenals zgn voorgan gers, de lost heaft ontbroken als hervormer op politiek gebied op to treden- Een ding beheerschte zgn levenhet voeren dingen die ze liefst wilde vergeten. Nu gaat ze iedere week naar de bieoht eu iedereu Zon dag naar de communie. Het hindeit haar meoBohen te ontmoeten die haar hebben ge kend in een tgd toen ze harder naar ten vrger liep dan naar de mis." Delaberge had weinig lust om een gesprek voort te zetten dat op die wgze begon. Hg maakte een beweging om verder ie gaaa toen Fleuriotte zich oprichtte en mee een boosaar- digen glimlach er aan toevoegde »Die vader Pntcetot heett toch maar geluk gehad. Hg is zonder een cent begonnen en nu kan hg het geld opscheppen. Hg had geen kinderen, en er is e. hem een uit de lacht komen vallen op een oogunbhb dat hg er het minst aan daobt. U kent den zoon van Mioheline toch, mgnheer Delaberge?' »Ja", zti hg kortaf. »Het is een aardige jongen." De tandenlooce mond van de waschvrouw liet een gelach hooren; haar spottende blik vestigde zich op het gelaat van uen insp'ster- geneiaal >Daar is waarachtig ook wel reden voor 1" riep ze nit. >U was ook een lieve jjegen otn tgdje vóór dat kind geboren werd." Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1906 | | pagina 5