MIDDELRIJRGSCHE COURANT.
w
SE
Maandag
20 November.
Uit Stad en Provincie.
IS'. 274.
148° Jaargang.
1905.
Doze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- on Feestdagen.
PrijB per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor allo plaatsen in Nederland franco pp., f 2.
Afzonderlijke nummerB kosten 5 cent.
THERMOMETER EN VERWACHTING.
18 Nov. 8 n. Tm 35 gr., 12 n. 35 gr., av. 4 n. 33 gr. F. -Verwacht: zwakke Z. tot Z.O. wind,
opklarend weêr, iets koudere temperatuur.
Advertontiën20 oent por regel. Bij abonnement voel lager. Geboorte-, dood- on
alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels f 1.50; elke regol moei
20 aont. Reclames 40 cent por rogel. Grooto lettors naar do plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertontiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Ngverheid en Geldwezen, is uitsloitendjgereohtigd het AIg«me«n Advorlcntlo-Barnao
A. DB LA MAR An., N.I, Veerbnrgml '466, Amsterdam.
Bij deze courant behoort een Bijvoegsel.
Middelburg 18 November.
Zeeuwsche Omtrekken
Hot hangt in do moeste gevallen af van
het standpunt, waarop men zich plaatst.
Wie niet begrijpt dat voor algemeene
belangen de bijzondere moeten wijkenwie
zijne oogen sluit voor de dringende nood
zakelijkheid om op zijn tijd te zwijgen of
zich eenige opoffering te getroostenwie
maar dat is weer de egoïstische
zijde van de kwestie eenvoudig op
oogenblikkeljjk winstbejag belust is en niet
vooruit ziet dat eenig waohten hem dubbel
profijt kan bezorgen; die is voor de samen
leving geen knip voor zjjn neus waard.
Hij kent de waarde niet van het„spreken
is zilver en zwijgen is goud".
En dat is toch zoo'n uitmuntend spreek
woord.
Men moest hot met duidelijke letters
doen prijken op alle handelskantoren, tot
leering van de jongeren. De ouderen
weten het wol.
En op geen enkol couranten-bureau
mooht hot ook ontbreken.
Het zou de voorzichtigheid in de hand
werken.
Wat zoo noodig is, vooral in den tegen-
woordigen tijd, waarin het jagen naar
nieuws toch al dikwijls genoeg drijft tot
mededeelingen, die men bij kalmer nadenken
zou hebben weggelatenwaarin men dik
wijls door volijverige maar niet altijd even
voorzichtige correspondenten wordt gedron
gen te opoDbaren wat men niet contrólee-
ren kan.
En als men dan, zooals in Holland, de
zekerheid heeft dat met hetzelfde ingezonden
bericht zeven of acht anderen, wij willen
maar zeggen concurrenten, begunstigd zijn,
zoodat uw zwijgen toch niet zou baten, dan
lijden do beste redeneeringen, de beste
bedoelingen schipbreuk op de noodzakelijk
heid bet op te nemen, wil uw blad niet
gedoodverfd worden als een niet goed inge
licht orgaan.
Dat is de machtige, voortstuwende geest
des tijds.
Maar het zou toch in elk geval goed
kunnen gaan als men op ieder bureau van
een plaatselijk blad, vooral in een gemeente,
waar men sleohts éen nieuwsorgaan heeft,
bij locale belangen die gulden spreuk ter
harte nam, en tevens, op grond daarvan,
waakte tegen verspreiding van nieuwstijdin
gen buiten de plaats. Zoo men ten minste,
wat wel voorkomt, daartoe de macht heeft.
Men moet geen slapende honden wakker
maken.
Wij nemen Ylissingen eens tot voor
beeld.
Nog altijd liggen zijne prachtige havens
daar zonder aan het doel te beantwoorden.
De scheepvaart kon voel belangrijker
zijn.
Maar wij weten al sedert lang hoe
onze zusterstad elk teeken van voorspoed
misgunt, hoe men haar van verschillende
kanten tegenwerkt.
Men is jaloersch op haro goede ligging
men weet zeer goed dat zij de concurren
tie kan doorstaan met tal van havens.
Dat juist maakt haar voor andere zoo
gevaarlijk.
Hot is dien anderen niet kwalijk te ne
men dat zij, strevend en arbeidend voor
eigen voordeel, Ylissingen tegenwerken zoo
veel zij kunnen.
Maar hierom juist te meer dient mer
daar omzichtig te zijn met het aan de
groote klok te hangen wanneer mon oonig
voordeel in 't verschiet heeft.
Hoe vaak is die havenplaats al zulk eon
voordeel ontgaan, omdat anderen toevallig
vernamen wat er hangende was en, door
meerdere concessies te doen, verkregen wat
voor Vlissingen bestemd was I
Zoo gaat het nu eenmaal in de handels
wereld, in het groot en in 't klein.
Elkaar vliegen afvangen is de hoogste
kunst.
Wie meevangt, behoeft daarom waarlijk
zijn kameraden mot aan to wijzen waar
het best een slag is te slaan.
Zoo wijs zijn ze zelvon wel.
Op do pers rust dan ook in zulke go-
vallen grooto verantwoordelijkheid.^
Onze bedoeling met deze opmerking zal
onzen boriohtgovors wol duidelijk zijn.
Wij zullen hun hot niet kwalijk nomen
zoo zij, ter wille van een goede zaak, ons
iets onthouden wanneer zij het zwijgen be
ter nog échten dan het spreken.
Laten wij dan maar eens voorloopig niot
goed ingelicht hoeten.
Ten slotte zal het verstandige publiek
daarover wel anders en betor oordeelon.
Do beschouwing over de watertoestanden
in Z i o r i k z e e, in onzen jongsten Omtrek,
heeft doel getroffen. Zij heeft do gemoe
deren en de pennen in beweging gebracht.
En dit gaf onzen geachten medewerker
»g aanleiding tot een wederwoord.
Hij schrijft ons dan
„De Zier. Nbde nam uit mijn opstel over
wat op Zierikzoe betrekking had. Al da
delijk volgde daarop een brief van mr
Fokker, president van hot waterschap
Schouwenwaarin hij zegt dat het, na
de onjuiste voorstellingen, tijd wordt, nu
eeus de werkelijke toestanden in het licht
te stellen. Het blijkt echter, dat de ge-
aobte schrijver zich op een dwaalspoor
De klachten over stank van do
gracht, die de eenige aanleiding zijn voor
do afsluiting, dateeren reeds van half de
vorige eeuw, tijdons de werking der garan-
cinefabriek, die het zwavelzuurwater in de
gracht afvoerde. Het was toen met dien
stank, niet alleen aan den buitenkant maar
ook binnen een gedeelte der stad, zeer
treurig gesteld. In Mei 1854 werd met
Schouwen een overeenkomst gesloten betref
fende do afdamming der gracht. Die af
sluiting kon aanvankelijk alleen geschiede
den zomer. Jaren lang is daarmede
voortgesukkeld en men beproefde verschil
lende, meer ondergeschikte maatregelen om
meer baat te krijgen.
Toch is die stank nog zelfs na niet
overmeesterd kunnen worden, ofschoon hij.
zooals wel van zelf spreekt, niet meer zoo
erg is, als tijdens het inlaten van zuur water.
Toen in 1891 een gedeelte der Onde Haven
werd gedempt, is een leiding aai
om het zeewater door het aangeplempte
gedeelte, en verder door de stad, te leiden
naar de niet welriekende gracht. Men
verwachtte toen, dat door dio leiding zoo
veel zeewater, als men verlangde, naar do
gracht zou kunnen gevoerd worden wat
echter, niettegenstaande de groote kosten
die er later nog aan besteed zijn, een
totale miblukking is gebleken en dat zóó,
door krachtige spuiïng het vuile water zou
kunnen worden verwijderd. Hiervoor was
het noodig de afdammingen der gracht te
wijzigen en in overeenstemming te t
met de nieuwe behoeften. Te dien einde
werd de overeenkomst met Schouwen
van 1854 ingetrokken en een nieuwe van
November 1891 ia plaats gesteld. De be
doeling dezer laatste was, dat Zierikzee
zooveel water in de gracht zou inlaten als
verlangd werd en zou uitloozeu door de
Westhavensluis.
Schouwen verleende daarvoor het
bruik dier sluis, die anders toch afgedamd
moest worden, om alleen als reserve voor
het waterschap in stand gehouden te
worden. De onderhoudskosten der sluis,
voor zoover die ten laste van Zierikzoe
zouden komen, werden geregeld.
Dit zijn de hoofdtrekken der vernieuwde
overeenkomstmen ziet doshet kontrakt
van 1854 had tot doel de wering van den
stank, en dat van 1891 eigenlijk hetzelfde,
door de regeling van hot inlaten van opzet-
of vorverschingswator, en het gebruik der
Westhavensluis.
Mr Fokkor zegt nu eenvoudigonwaar
die 50 jaar; oerst 15 jaar geleden zijn de
dammen gelogd. Blijkbaar bestaat dus voor
mr Fokkor die overeenkomst van 1854 niot
en van daar zeker zijn uitspraak.
Dat ook, volgons mr Fokker, de toestan
den onjuist zonden zijn aangegeven, kan
hier wel buiten bespreking gelaten wor
den; die bewering zal, voor zoover noodig,
wel weerlegd worden, waar 't behoort.
Do Nieuwe Zierikz: Grt wijddo met zeer to
waardeeron belangstelling oonigo kolommen
aan dezo zaak en gaf daarbjj o. m. een
volledige copio van hot kontrakt van 1891,
waarbij dat van 1854 word ingetrokken.
Jammer, dat men ook niot den inhoud van
die overeenkomst heeft gegoven. In ieder
geval, do gohoele kennisneming van de
laatste overeenkomst versterkt hetgeen hior
botoogd wordt.
Zonder vorder stil to staan bij do wijders
goleverde beschouwingen, moge hier nog als
hoofdzaak aangestipt worden
Aanvankelijk, ruim 50 jaar gelodon, ving
men den strijd aan tegen het stinken dor
gracht. Toen men in 1891 den stank nog
niet meestor was, werd overgegaan tot het
itelsel; dit bracht moo dat do gracht
zoo ingesloten moest worden, dat het water
uitsluitend de graoht verlaten zou door de
sluis.
Hoe werkt die sluis? Do dorpel ligt zóo
hoog, dat het water nooit kan dalen tot
hot peil van Schouwen, dat aanmerkelijk
lager is, ook al is do gracht uitgespuid.
Hot is zeer wel mogelijk dat do sluizen
in Zuid Schouwen ovenzoo hoog liggende
dorpels hebben, maar hior beheerscht het
stoomgemaal den waterstand. Dat het peil
binnen Zierikzee veel hooger is dan bniton
stad, kan ieder wandelaar dagelijks
waarnemen.
Hiermede wordt men geleid tot de be
kende conclusie: als aan de gracht gere
gelde afwatering wordt gegeven op Schou
wen, krijgt de stad ook het Scliouwsche
irpeil; hot dagelijks toestroomonde
water zou geregeld afgevoerd worden en
niet, zooals terecht in de jongste raads
vergadering is gezegd, de gracht tot een
stilstaanden poel gemaakt worden.
Bovendien zou de gemeente ontheven
worden van de kosten van onderhoud der
sluis. Men is begonnen don stank te be
strijden door afsluitingmen verlate dien
weg en zoeke hot nu te vinden door regel-
matigen afvoerdan verdwijnen do beide
bezwaren, do stank en de hooge waterstand.
Ten slotte nog dit: het is en blijft een
feit dat Schouwen dijkgeschot heft van
gronden, binnen do stad gelegen, doch zich
niet met den waterafvoer belast.
De billijkheid vordert hier te releveoren,
dat hierin niet ligt opgesloten een klacht
over onwil van het waterschapsbestuur om
bet water te ontvangen de bepalingen van
het contraot vau 1891 laten dit niet toe.
De gemeente kan echter, ten allen tijde,
het contract opzeggen".
den hoofdtitel„Drie levensbeschouwingen",
zooals do hoor dr R. Ruibing van Wildcr-
vank zijne lezing ook noomtmenigeen
ware dan allicht niot afgoschrikt door
vroomdo woorden.
Dozolfdo spreker heeft nog audoro pijion
op zjjn boog, zoo o.a.hot kloostorlevon
do toovonaresson herinnering on ver
beelding.
Dozo titels komen ons uitlolckendor voor.
Maar dit noomt niet weg dat wij
het voor do dopartemontsbesturon alios
behalve bemoedigend en van het publiek
niet te vorschoonon vindendat wegblijven
van dezo voordrachten.
Do loden van zulke departementen moes
ten voor <lio samenkomsten zooveel mogelijk
propaganda makenzij zolven moesten ko
men niet alleen maar ook bekenden, voor
wie die lezingen hoofdzakelijk bestemd zjjn,
opwekken en aanmoedigen ze niet te ver
zuimen.
Zij vormen zulk goode tegenhangers van
andere vergaderingen.
Eu het doel ervan wordt dan veel beter
bereikt.
Tot zoover onze medewerker.
Of dit zijn laatste woord zal zijn in deze
kwestie
Dit zal wel afhangen van hen dio tegen
zijne beweringen bedenkingen hebben in te
brengen.
Dat zij niet nalaten die te openbaren.
De kwestie is er belangrijk genoeg voor
en van groot algemeen belang tevens.
Het was weer een ondo klacht, die dezer
dagen uit G r o e d e tot ons kwamslechte
opkomst bij een volksvoordracht, uitgaande
van het NizJsdepartement.
Het is te betreuren dat men juist in
zulke plaatsen, waar men waarljjk niet te
veel „nuttige avonden" heeft, zoo weinig
belangstelling toont voor dergelijke bijeen
komsten, waardoor men veel loeren lean,
in elk geval gelegenheid heeft zijn avond
Nu meenen wij echter dat er op dien
Vrijdag oen oenigszins verklaarbare, maar
daarom nog niet geheel verschoonbare,
reden voor dio slechte opkomst was te vin
den, en wol in den titel van het gekozen
onderwerp„pessimisme, optimismo
meliorisme".
Onze berichtgevor zinspeelde daarop reeds.
Men had oen aantrekkelijker, voor het al-
meen meer bevattolijken iitel moeten geven
aan een voordracht, die op zich zelve „zoo
mooi, zoo vol leerzame gedachton en voor
beelden uit ouden en nieuwen tijd" was.
Het groote publiek moet nu eenmaal met
sterke koorden getrokken worden naar zulke
bijeenkomsten. Eu te meer in deze dagen
van ongunstig weer en slechte wogen.
Als men zich eenvoiadig bepaald had tot
Kameroverzicht.
Zitting v
Heden, bg de voortgezette beraadslaging over
de Indischo begrooting, hield de heer Van Kol
een redevoering, welke, wat duur en lengte
betrof, het record sloeg, dat zelfs de heer Van
Kol tot dasverre behaalde. Van af elt uur to1
kwartier voor drieën, met onderbreking van
een kleine koffiepauze, was hg aan het woord-
Dat zjjn parlementaire wapenfeiten, die ge
noemd mogen worden.
01 het echter veel praktisch nat heeft den
te verdoen met h^t bespreken van al die
zaken, die toch eigenljjk boiten dat parlemen
taire kader valleD, is zeer twijfelachtig. De
heer Van Kol was nog maar een uar aan
woord en negen «onderwerpen" waren reeds
de revue gepasseerd. Later ging dat natuurlek
met een vlugger tempo, zoodat zjjn redevoering
igeriljjk een memorie van antwoord was.
En nu vragen wjj is dat niet de avereoht-
eohe manier om belangstelling voor Indisohe
zaken bjj de Kamer en bjj het groote publiek,
dat kenniB neemt van hot verhandelde in
Kamer, op te wekken
Wat beteekent hot nu of deze spreker b. v.
al klaagt, dat de Ijjn Java-China—Japan sub
sidie krggt van het gouvernement Daar is
toch immers niets aan te veranderen, waar
dit eenmaal bjj de wet is vastgesteld. Wat
voor nut heeft het te betoogen, dat de kabel
verbindingen geen baat voor den Javaan op
leveren
Heele betoogen richt de heer Van Kol dan
op zulke eenzijdige preamiBsen en praat erop
door totdat het «onderwerp' geheel uitgeput
Letterljjk geen Btukje in de Indische huis
houding laat hjj onaangeroerd. Alles neemt
ter hand. De clou van zjjn redevoering is
gewoonlijk het «imperialisme" met bjjbehoo-
rende expeditieB en «woeste gruwelen".
Zoo was het ook weer heden. De Boni
expeditie, de Güjoe-expeditie, de Djambi-expe-
ditie, ze kregen allen een beurt.
Nu is het zeker niet verkeerd, dat in de
amer stemmen opgaan om tegen wreedheden,
j dergelgko expedities soms gepleegd, te
protesteeren en den minister voor die feiten
ter verantwoording te roepen. Maar bjj den
heer Van Kol bljjft het daarbjj niet. Deze
geachte afgevaardigde rast als het ware zelf
een expeditie uit, geeft aan hoe ze moet op
treden, vertoeft in de vjjandeljjke liniëo, wipt
even over naar onze troepen en zóó wonen
wjj oen expeditie bg.
Het spreekt van zelf, dat do Kamer, die elk
jaar met den heer Van KoJ door Indië reist
vele üjjner reisverhalen kent, op het laatst
niet meer luistert. Wat hg b.v. over Djambi
zeide, preoiei hetzelfde werd door hem ver
leden jaar verteld.
vervelend dit dan ook moge zjjn, elk
jaar ongeveer hetzelfde verhaal te hooren, toch
veel in het vele, dat hg ter sprake bracht,
werkeljjk belang. Hoe jammer dat deze
begaafde man zich niot toelegt op beknopt
heid! Wat hg b v. opmerkte over het mili
taire regime van den teg^nwoordigon gonver-
nonr-generaal. over het nepotisme bg benoe
mingen, over don bodenkelgken toestand der
Indisohe financiën, over de toestanden op Dol«,
dat was alles zeer juist.
Heftig dat ligt nu eenmaal in zgn aard
verzotte hg zich echter tegen de denkbeel
den, Donderdag door den heer Van Dovente
verkondigd.
Wat baat het «Javaniseeren" der bnitenbe
zittingen, gelgk de heer Van Deventer wil,
als do emigranten van inlorioure qualiteit zgn
vraagt hg.
En dando hoer Van Deventer had zioh niet
implioite tegen hot voeren van expedities ver
klaard. In Van Deventer zag do heor Van
Kol oen onvervalechte «imperialist". Dat zal wel
do oorzaak geweest zgo, waarom de beer Van
Deventer zoo onbarmhartig werd «algesnoden".
Na vgt minuten dorgde er niets meer aan den
afgevaardigde voor Amsterdam IX. Hg zal
moeite hebben om later door den heer Van
Kol weder op de eterktelgst geplaatst te
worden. Het is dan ook zeer bedonkelgk wat
Van Deventer o. m. gedaan heett. Hg heeft
schrik niet 1 zelfs «militairistischo uitdruk
kingen" gebezigd.
latusschen was het kwart voor drieën ge
worden toen de afgevaardigde van Enschedé,
uiterlgk nog frisch als een hoentje, eindigde
opgevolgd werd door den Indischen speci
aliteit, den heor De Waal Malefgt.
Van vele vellen papier las hg de in dit jaar
weder vergaarde Indische kennis voor, residu
van Indische couranten-lectuur, met chriatelgke
elementen vermengd. De heer Van Kol was
een zeloot zonder verstand". Vernomen uit
den mond van een man als de heer Malefgt,
klinkt deze qualificatie wel vreemd. Maar het
zal wel niet zoo gemeend zgn.
Blgkbaar was deze aanduiding, die, kwam
zg van iemand als Van Deventer of IJzerman,
zeker kwetsend voor den heer Van Kol geweest
zou zgn, op papier gezet, en zóó moeBt zg wel
afgelezen worden. Hoe zot het echter was, dat
juist de heer De Waal Malefijt van «een zeloot
zonder verstand" sprak, scheen hg zelf niet te
begrgpen. Maar de Kamer had er schik in en
ter linkerzgde zagen wg zelfs een paar leden,
die naar den spreker ondeugende bewegingen
met hun vinger maakten.
Was deze qualificatie «oorspronkelgk", de
heer De Waal Malelyt had nog een «oorspron-
belgke" gedaohte. Hg wilde nl. in de opium
kitten bordjes met waarschuwingen laten aan
brengen. Ook hiermede had hg een lach
succes. Het was een grappige gedachte, dat
moet gezegd worden.
Ten slotte nog de heer Van Limburg Stirum,
die het bovendien ook over de zeemaoht had
en deze onvoldoende aohtte om Indië te ver
dedigen. Er was evenwel geen touw aan vast
te knoopen, wat deze geachte afgevaardigde
eiganlgk betoogde. Hg sprak beter en duide-
lgker met gebaren dan met woorden, welk ge
zicht dan ook vele toesohonwers trok.
Dinsdag a.s. voortzetting.
De kinderuitvoering te Middelburg
o. a. van de Oranje Najsau-cantato van Cath
van Rennes, uitgaande van de Vereeniging
Uit het VolkVoor het Volk, is nu bepaald op
Vrgdzg 15 December in de groote zaal van
het Schuttershof.
Behalve dit nommer zullen worden gezongen
gespeeld door het muziekkorps der d. d.
■chutterg Wilhelmus, Oud Ned. Volkslied;
Intocht der Geuzen in Leiden. A. Lgsen, uit
Leidens Ontzet en ZegepraalOuverture over
het koraalHalleluja, lof gezongenJ. Morks
Bede voor het Vaderland, Oud Ned. Volkslied
Andante uit de 1ste suite, A. Liquini; Panis
Angelicut, C. FranckHuldiging, A. LgsenDe
Nederlandsche Vlag, L. F. Brandts Buysen
Suite de Miniatures, Morks.
Heden ontvingen wg het 4e vervolg, met
alphabetiseh register, van Zelandia Hlustrata
door M. Fokker.
Een der negers, als matroos dienende aan
boord van het heden morgen van hier naar
Vlissingen vertrokken Noorsche schip Flora,
werd Vrgdagavond naar het politiebureau
alhier gebracht, waar hg beweerde door den
ataurman te zgu mishandeld.
Op advies van den geneesheer, die hem on-
derzooht, is de man ter observatie in het
gasthuis alhier opgenomen.
De politie heeft procesverbaal opgemaakt
tegen A. B. alhier wegens overtreding der
arbeidswet.
God. Staten van Zeeland hebben besloten:
te wgien voor de zitting van den militie
raad te Goes de gemeenten op Noord- en
Zaid-BevelandZierikzee de gemeenten
op Sohouwen en Duiveland T h o 1 e n de
gemeenten op Tholen en St Philipsland
Hulst do gomeenien in het voormalig Be
'listrietOostburg de gemeenten in het
voormalig 4e district en Middelburg de
gemeenten op Walcheren.
Hetzelfde college heeft bepaald dat de zitting
zal worden geopend te Middelburg op 11
te Zierikzee op 15, te Tholen op 18, te Hulst
op 20, te Oostburg op 23 Decembor a. s.en
j te Goes op 2 Januari 1906.
Door den Commissaris der Koningin in dezo