BIJVOEGSEL MIDDELRURGSÏHE COURANT. Maandag 16 October. FEUILLETON. JACQUES DAIIENS. N°. 244. 448° Jaargang. 190S. leenen van f 250 ter voorziening in do uitga ven voor den zuivelconaulent, onder voorwaarde dat door het Rjjk voortdurend subsidie wordt verleend en door de Maatschappij ten minste f 150 wordt bijgedragen. In de afdeelingen konden, blijkens het al gemeen verslag, zich alle leden met het voor stel voreenigen. Eet wordt aangenomen. De commissie van toezicht op do proefvelden in Zeeland vraagt, thans voor 1906, weder een toelage uit de provinciale fondsen voor den aanleg van proeftuintjes bjj de winter cursussen in landbouwkunde. Ged. Staten stellen voor aan die Commissie ter wille van genoemd doel voor het jaar 1906 een crediet te openen van f 100, onder voor waarde lo. dat door het Rpk een geljjk bedrag voor dit doel worde beschikbaar gesteld; 2o. dat aan Ged. Staten worde ingezonden eeno rekening en verantwoording van alle ter zake ontvangen en uitgegeven gelden, onder bjjvoeging van een verslag. In een der afdeelingen werd door een lid de opmerking gemaak', dat bjj de eerste voor waarde van het besluit diende te worden ge voegd het woord »min8tons", zoodat die voor waarde zou luiden: >dat door het Rjjk ten minste een geljjk bedrag voor dat doel worde beschikbaar gesteld." Overigens vereenigden zioh de leden van alle afdeelingen met het voorstel van Ged. Staten. Gedeputeerde Staten vinden in dit verslag aanleiding, deze wjjziging te brengen in hun voorstel, dat de eerste voorwaarde zal luiden als volgt »lo. dat door het Rjjk een bedrag, ten minste hiermede gelijkstaande, voor dat doel worde beschikbaar gesteld Conform het gewjjtigde voorstel wordt be sloten. -# God. Staten stellen voor afwijzend te be schikken op het verzoek van den Nederland- schen Bond van Gemeenteambtenaren om eene bjjdrage uit de provinciale kas ten behoeve van eene in 1906 te Amsterdam te houden tentoonstelling op gemeentelijk administratief gebied. Door eon lid is te kennen gegeven, dat hjj zich niet kan vereenigen met de meening van Gedeputeerde Staten, dat bjj deze onderneming het Provinciaal belang in zeer geringe mate be trokken iswaar er een gedurige aanraking in tusschen het Provinciaal bestuur, in het bfi- zouder Gedeputeerde Statenen het bestuur der gemeenten, gelooft hg dat de Provincie zeer veel belang heeft bjj elke verbetering van het administratief raderwerk der gemeente, vooral bjj de opheffing van sleur, welke daar nog maar al te vaak hoerschten daartoe kan deze ten toonstelling zeer medewerken. Alle andere leden konden ziek met het voor stel van Gedeputeerde Staten vereenigen. Do voorzitter deelt mede dat Ged. Staten in dit verslag geen aanleiding vinden hun voor stel te wjjzigen. Zonder hoofdeljjke stemming wordt conform het voorstel besloten. Op voorstel van God. Staten wordt eene wijziging gebracht in do provinciale begroo ting voor 1905. bit hot algemeen verslag der afdeelingen biykt dat daartegen geene bezwaren bostonden. BBGROOTING VOOR 1906. Tor tafel komt nu do begrooting der pro vinciale inkomsten en uitgaven voor 1906, met hetdaarbjj behoorend voorstel tot heffing van opcenten. De begrooting, zooals die is voorgesteld, be draagt in ontvang en uitgaaf f 556.834.37', met een post voor onvoorzion van 115.633.79. De begrooting der uitgaven heeft in de afdee lingen tot de volgende opmerkingen aanleiding gegeven Hoof 1st. I, aid. I, art. 3. Een der leden verzocht Ged. Staten dat, behalve een staat betreffende de jaarwedden van de ambtenaren en bedienden ter Provinciale griffie, zooals dia op 1 Juni van het loopende jaar zjjn, ook aal worden overgelegd een gespecifioeerde opgave van de jaarwedden, zooals Ged. ^Staten die volgens de aangeboden begrooting wenBchen toe te kennen. Hooldst. II, aid. I, art. 4. Bjj dit artikel wordt door een der leden gewezen op den sleohten onderhoudstoestand van des weg van Walzoorden naar Unlet, terwjjl wordt aange drongen op het vervullen van de toezegging, het vorig jaar namens bet Gedeputeerd College ge daan, om voor extra-onderhoudskosten van dien weg een zeker bedrag boven hetgeen voor het gewone onderhoud noodig is op de begrooting te brengen. Hoofdst. II, afd. I, art. 9. Een lid maakt da opmerking, dat de steiger te Walzoorden niet verlicht ishjj aoht het van groot belang, dat daar op eene of andere wjjze eenige verlichting plaats heeft. Een lid van Ged. Staten zegt, dat, zoolang de boot aan den steiger ligt, deze eleotriioh verlicht wordt met behulp van de toestellen, welke zich aan boord van de atoomboot be vinden, doch hjj gelooft niet, dat het op den weg van de Provinoie ligt, de provineiale steigers ook te verlichten, als er geen gebruik van gemaakt wordt. Het lid, dat de zaak ter sprake gebracht heeft, is van gevoelen, dat door het veelvuldig gebruik, dat door de provinoiale boot van den Bteiger te Walzoorden gemaakt wordt, voor dezen een uitzondering behoorde gemaakt ts worden. Een ander lid meende, dat voortdurends verliohting van dezen steiger voor ds soheep- vaart niet gewensoht is, daar het tot verwar ring met de kustlichten aanleiding zou kun nen geven. Hoofdstuk III, artikel 7. Bjj dit artikel deed in een der afdeelingen een lid de klacht hooren, dat op den dienst Vliasingen—BreskenB zoo dikwjjls de aansluiting gemiBt werd, namelijk bjj vier van de zes ge legenheden. Hjj meende te meer grond tot de klacht te hebben, nu het uitzicht werd geopend dat die dienst een bate zon opleveren. Zoo danige bate zou in de eerste plaats tot ver betering moeten aangewend worden. Een lid van Gad. Staten antwoordde daarop, dat de gcoote schuld van gemis der aansluiting aan het Staatsspoor ligt, en gaf de verzekering, dat niet in de eerste plaats op winBfc maar op goede exploitatie gelet werd en gelet zou worden. Bevruchting bij de planten, II L (Slor). Naast do inaectenbloemen, bloemen, waarbij de bestuiving gesohiedt door middel van in- seoten, heeft men de windbloemen, bloemen, die het stuifmeel op den stempel krijgen door medewerking van den wind. De windbloemen ondersoheiden sich gewoon lijk daardoor van de insectenbloemen, dat zg eene groene of groenaohtige klear hebben, geen geur bezitten, geen honing voortbrengen en zeer eenvoudig van samen stelling zjjn: doorgaans slechts een sohubaohtig bloemdek, waarbinnen zich de meeldraden of stampers of beide bevinden. Kleur, geur en honing behoeven zjj niet, omdat z}j door geene insecten moeten bezocht worden en de inrichting der bloem moet zeer eenvoudig zjjn, om aan het stuifmeel de ge legenheid te geven zioh gemakkelijk te ver spreiden, en aan de stempels om het verspreide stuifmeel op te vangen. Om gemakkelijk verspreid te kunnen wor den moet het stuifmeel zeer fijn zjjn, en glad, wat dan ook werkeljjk het geval is. De doorsnede van stuifmeel van windbloemen bedraagt doorgaans niet meer, eer minder dan 0,04 millimeter. Eene gemakkelijke manier om de grootte der stuifmeelkorreltjeB bjj benadering te meten is, wanneer men in 't bezit is van een eenvoudig miorosooop, de volgendemen sohaft zich een glaasje aan, waarop een vierkante millimeter verdeeld is in honderd geljjke vierkantjes; men brengt daarop wat stuifmeel van eenden,van een hazelaar of eene andere windbloem en ziet dan hoeveel van die korreltjes een vakje vul len. Met zeer weinig moeite gelukt het te be palen, hoeveel korreltjes er in zoo'n honderBte deel van een millimeter liggen. Vinden wjj er zoo tien, dan neemt iedere korrel ongeveer het duizendste deel in van een vierkanten millimeterde oppervlakte van zoo'n korreltje is dus ongeveer 0.001 mMa, deelt men dat getal door 22/7 en trekt men daarna den vier kantswortel nit dat quotient, dan heeft men do halve doorsnede van zoo'n bolletje. In dit geval zou die uitkomst bedragen 0.017, zoodat de doorsnede zou komen op 0,034. Het zien van het aantal stuifmeelkorrels op zoo'n verdeelden vierkanten millimeter geeft ons een helder denkbeeld van de kleinhsid van het stuifmeel en er ia geene groote oefening met het mioroscoop noodig om het boven besshravene duidelijk te kunnen zien. Als voorbeeld van windbloem willen wjj ons in de eerste plaats bepalen tot den hazelaar. Deze heester is eenhuizig hjj heeft mannelijke bloeman, die in trossen van twee, drie of vier katjes op een takje in de oksels der bladeren voorkomen, en zoodra de bladeren gevalle* zjjn sieh dadeljjk aan het oog vertoonen, en vrou welijke in de oksels der afgevallen bladeren, die niet zoo dadeljjk in het oog springen. Iedereen kent een aar, eene bloeiwjjzo, waarbij versoheidene kort gestoelde of onge steelde bloemen langs een korte of langere bloemspil zjjn geplaatstzjjn de vruchten rijp, dan vallen deze een voor een af en de spil Wjjft staan- Voorbeelden vindt men bp de weegbree (plantage) het fonteinkruid (po- Naar het Fransch. VAK PAUL ANDRÉ. «Vooruit I Doorloopen, jongelui I Bljjf nu toch in rjjen van drie loopen. Draai je niet telkens om, Carinval. Debru, ik ge loof dat je rookt «Ik, mijnheer?" «Wat heb je in je hand? Neen, niet in die, in de andere Heel goed, je mag twee Zondagen niet nit" Den geheelen weg langs moeBt Jacques Damiens de dertig schooljongens ringelooren over wie hjj het toezicht had op de wandeling Driemaal per week, Dinsdags, Donderdags on Zondags, ging de luidruchtige bende naar buiten Teneinde niet te veel drukte te geven in de straten en om de disoipline gemakkelijker te handhaven, vertrokken de leerlingen van het Instituut Bastin-Benard in drie groepen- Ieder daarvan giig een eigen kant op, geleid door een «meester", die verplicht was een onveranderlijke rente te volgen. Zoodra Jacques Damiens en de «grooten" de poort door waren, aan de voorzijde waarvan ia gouden, opgelegde letten de naam van het tamogeton) enz.; tarwe, rogge, gerat en vele andere planten, die tot de gra9Ben behooren, hebben samengestelde aren. Een katje heeft groote overeenkomst met een aar.- Men heeft hier ook een bloemspilaan die bloem spil bevinden zioh eveneens ongesteelde of zeer kort gestoelde bloemen, maar de bloei- wjjze valt in haar geheel af. De bloemen of vruchten laten zioh niet een voor een los, zoo- als bp de aar, maar de spil laat los. Daarbjj vindt men op de aar steeds tweeslachtige bloemen, bjj het katje steeds eenBlaohtigeèf meeldraadbloemen öt stamperbloemen. Keeren wjj na deze uitweiding terug tot den hazelaar. In 't laatst van Februari, uiterljjk in begin Maart, ziet men de ka<jes grooter worden, uit elkander groeien en een gele kleur aannemen. Zjjn zjj geheel los en schudt men dan aan den tak, waaraan zjj zich bevinden, dan zal men een wolk zien van geel stofdat ïb het stuifmeel. Beziet men verder de eenigszins gezwollen knopjeB, dan zal men er al heel spoedig eenige ontdekken, die twee of meer paarsroode tongetjes uitsteken, dat zjjn de vrouwelijke, de stamper- bloemen die roode tongetjes zjjn de stempels deze zjjn rjjkel(jk voorzien van een kleverig vocht, waardoor het stuifmeel wordt vastge houden. Zulks is met het bloote oog waar neembaar, nog beter door een gewoon ver grootglas. Wanneer de heetuiving heeft plaats gehad, d. w. z. wanneer de katjes hun stuifmeel heb ben afgegeven, vallen zjj, als verder noode- loos, af. Als tweede voorbeeld halen wjj aan den ge wonen okkernoot. Ook hier zal men met weinig moeite de katjes zien, die allemanne- ljjk zjjn, en de ook stamperbloem-Zoodra de kat jes hun stuifmeel hebben uitgestort, vallen zp at en men vindt daarvan groote verzamelingen onder den boom. Geljjke verscngnsels kan men waarnemen by den eik, den berk, den els, den tammen kas tanjeboom en vale andere. ThanB willen wjj nog even de aandacht vestigen op de thuya's en de oupressen, die men in de meeste tuinen aantreft. Wanneer wy die in 't voorjaar nauwkeurig nagaan, zullen wp ook daarop twee versohil- lcnde blooiwflzeu ontmoeten, beide katjes. Zjjn de helmknopjes rjjp, dan zal de minste beweging een wolk van stuifmeel doen op vliegen is het stuifmeel verspreid, dBn val len deze af, maar de vrouweiyke katjes zpn intusschen bevrucht en ontwikkelen zich tot een klein kegeltje. Een geiyk verechynsel kan men waarnemen bjj alle soorten van sparren en denneD, waarby de kegel grooter wordt en houtachtig iB. Hierby dienen wjj op te merken, dat de windbloemen verbazond veel stuifmeel opleve ren wy deelden dat reeds mede by de be spreking van de hazelaars en de thuya'swp willen daaraan nog toevoegen, dat tjjdenB den bloeitpd der dennen de grond vaak geheel geel ziet, alsof hy met zwavelpoeder is be strooid de oppervlakte van de Bodenzee is dikwyis door het stuifmeel der omringende dennenbosschen geel gekleurd, de omwoners zeggen dan, dat het meer bloeit, en in de fjorden (diepe door rotson omzoomde insnpdin- gen der zee) van Noorwegen levert hot stuif meel van Bparren en dennen gedurende ge- ruimen tyd en tot zeer aanzieniyke diepte het instituut Btond, sloegen zp links af, volgden ze ongeveer honderd meter het trottoir van de rue des Chevaliers, staken de place St. Ambroise over en kwamen zoo bp de Steenen brug. In minder dan twintig minuten be reikten zy langs dien weg den voet van den berg waarop het kasteel stond. Halverwege de holling, op een open ruimte, ineengetrapt door de Bpelletjes van twintig achtereenvolgende geslachten van leerlingen, kwamen de drie groepen byeen. Die van de «kiemen" was na het verlaten van het Instituut reohts afgeslagen. Den weg afsnydend, had zy door de rue du Frieurat do brug bereikt. Daarentegen maakte de derde groep een langen omweg door de nieuwe wyken. Wanneer do ongeveer honderd leerlingen eenmaal byeen waren, en verlof kregen om uit het gelid te loopen en zich naar eigen wensch te vermaken, organiseerden zp kolf- en voetbalspellen, of wel ze gingen in af zonder ljjke en vreedzame groepjes van twee of drie op den top van de gras-helling zitten, en keken dan lang, zonder te spreken, naar het landsohap. Ze volgden met hun blik de wegen die van de stad uitgingen en over de bergen trokken, op de toppen waarvan de reohte ïynen van hun boomryen zichtbaar waren, om dan aan den horizon te verdwpnen. Die zwygende jongens dachten misschien aan hun dorpen waarheen die eindelooze lichtgrjjze linten leidden. Op vijftienjarigen leettyd. waren zjj reeds droef- voornaamste voedsel^ voor een Rhizopode uiterst klein diertje, behoorende tot de protozoa, die geene nit cellen bestaande werktuigen bezitten, en onophoudeiyk van gedaante en omvang veranderen, op de wyze zooals men dit met het bloote oog by de kwallen kan waarnemen. Nog zp hieraan toegevoegd, dat de wind bloemen doorgaans opengaan vóór de bladeren aan de boomen komen, zoodat deze de ver spreiding van het stuifmeel niet kunnen be letten, en dat tpdens den bloei de helmdraden met het openspringen der knopjes in korten tpd aanzieniyk in lengte toenemen, om daar door de verspreiding van het stuifmeel te be vorderen bovendien zyn de bloemen of bloei- wpzen van planten, die niet bloeien vóór de ontwikkeling der bladeren, zoo geplaatst, dat de wind zo gemakkelpk in beweging kan brongen en het stuifmeel zich vrpelpk boven de bladeren kan voortbewegen. Een opmerkenswaardig verBchfinsel biedt ook de brandnetel, eene tweehuizige plant, waar van de eene enkel meeldraadbloemen, de andere enkel stamperbloomen bevat. Zoolang de groen achtige meeldraadbloemen zich nog niet ge opend hebben, liggen de helmdraden gekromd onder het gesloten bloemdek. Gaan de slip pen van het bloemdek open, dan worden de helmknoppsn ziohtbaar; de meeldraad, bevrpd van de drukking van het bloemdek, recht zich met een schok, waardoor de helmknop buiten het bloemdek wordt gestooten met zoo'n kracht, dat de knop zioh opent en het stuiimeel als een stofwolkje wordt voortgestuwd. Wanneer men in den zomer op een bloeiende brandnetel een mannelpb bloempje ziet, dat op het punt staat van op ingaan en men dan met een Btopnaald of een puntig mesje het uitsenwpken van de slippen van het bloemdek bevordert, kan men het door ons besohreven versohpusel zeer gemakkelpk waarnemen. Dat by de windbloemen uiteraard doorgaans kruisbestuiving plaats heeft, zal den lezer duideiyk zyn geworden, ofschoon by sommige grassen eu granen wjj wjjzen slecht op tarwe en gerst de bevrachting gewoonlpk een gevolg is van zelibestuiving. Bp rogge daaren tegen is de bevruchting een gevolg van kruis bestuiving en daarom zullen rogge-variëteiten slechts dan zuiver blpven, wanneer zy op zeer groote afstanden van elkander verbouwd worden. Met deze opmerking eindigen wp thans onze beschouwingen over dit onderwerp. Middelburg 14 October Provinciale Staten van Zeeland. Zitting van Vrijdag. (Slot.) Voorzitter de heer mr A. J. Hoest, commis saris der Koningin. Tegenwoordig 39 leden en de griffior. Afwezig de heeren Van Lynden, De Smidt en Maas met kennisgeving. Door Gedep. Staten wordt voorgesteld aan de Maatschappij tol bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland met ingang van 1906 tot wederopzegging een jaariyksch subsidie te ver- geestig, en hun heimwee deed hen zioh afzon deren van de luidruchtige medescholieren hun jonge harten weenden in stilte. Jacques Damiens sloeg ook vaak het ont- zaglpk landsohap gade, dat zioh aan den voet van den berg uitstrekte, omljjst door velden en bosschen, en doorsneden door de spiegelende rivier. Jacque3 trachtte de opeenhooping van leien daken van de stad te ontwarren, en liet zpn oogon dwalen over die zee van gestolten golven. De torens komen hem bp dat naspeuren te hulp; daar staat de majestueuBe koepel vau de St. Paul, verder weg de slanke toren van het klooster, en geheel ter zpde de eenvoudige, stout-opschietende spits van de St. Jean. Op dat punt van de stad bljjft de blik van den jongen man gevestigd. Onder aan dien toren herkent hjj, onder alle andere, een dak met twee zoldervensters. Een ervan geeft toegang tot een plat, waarop een kooi van pzergsas staatJacques kan dit bekende duivenhok met het bloote oog onderscheiden. En zy'n geest gaat zwerven, zpn herinnering dringt door in dat ouderwetsche huis. In zyn gedachten ziet JacqueB vader Damiens, zyn vader, voor de tafel ritten, waarop in stapels gedrukte vellen liggen, de kartons voor de hoekbanken, het gekleurd papier, het linnen en de linialen. In dia werkmanswoning, in e»n drnk be volkte, bp na armoedige straat, is Jacques ge boren en heeft hp twintig jaar geleefd. Nadat hp de lagere school had afgeloopen, heelt hp het ambacht van zpn vader geleerd, hy heelt dezen geholpen, en was bestemd om op zyn beurt boekbinder te wordeneen bescheiden, ijverige werkman, zpa geheele leven lang. Maar van de op school doorgebrachte jaren en van het daar te zamen met de andere kinderen uit de buurt ontvangen onderwps had Jacques een merkwaardige lust tot voortzetting van zyn studie behouden. In plaats van na afloop van het werk 'savond8 vrooiyk te gaan rondslenteren om het uitgaan van de naaiwinkels af te wachten, en achter de meisjes aan te loopen, nam de jongen zpn boeken weer ter hand en wist zich andere te verschaffen. Zondags ging hp raad vragen aan zpa oude onderwijzers, en hp las heele nachten in de boeken en tydsohriften die zpa vader kreeg om te binden. Door die levenswyze werd Jacques riekeiyk. En daar hy bovendien in 't geheel niet handig was, had zpn vader heel weinig nut van hem. Soms werd zyn vader zelfs boos. «Je zult nooit ietB goeds worden. Laat die andere dingen tooh 1 Ga liever zien ot mpnheer Bastin zyn boeken heeft klaargelegd en breng die dan mee." Jacques ging altyd graag naar mpnheer Bastin-Renard. Die was steeds heel vriendeiyk voor hem. Hjj kende zjjn luat voor de studie en lectuur, daar de jonge man hem dat eens had laten biyken, en toen had de directeur van het instituut hem toegang versohaft tot de bibliotheek, waarvan de aanblik alleen reeds den jongen man bljj ontroerde. De goede man gaf den jongen pakken boeken om te sorteeren en op hun plaats te zetten, en om de kleinigheden te herstellen. Hjj liet Jacques alleen in het vertrek, dat rondom bezet was met boeken, en gaf hem soms een boek of een tydschrift mee. «Daar, lees dat thuis maar eens, en breng het terug als je weer eenB hier komt." Maar Jacques werd langzamerhand ouder. Bp de loting 'rok hp een VTp nommer. «Jammer", zei zpn vader. «Dat zon goed voor je zyn geweest, want het voordeel dat ik van je heb Dat was een thema dat meer en meer terug kwam en waarvan de bitterheid iederen dag de vernedering van den jongen man ver grootte. LJverig, handig werkman als de oude Damiens was, kon hp de ongesohiktheid van zy'n zoon voor dat ambacht niet inzien of erkennen. En bovendien keek Damiens reeds langen tpd nit naar het oogenblik waarop hy eindeiyk kon gaan rusten om te gaan genieten van een vreedzamen ouden dag, en zioh geheel te wyden aan zy'n zorg voor zy'n duiventil en aan de nu alleen Zondags beoefenende hengel sport, zpn twee hartstochten. «Toen ik twintig jaar was, verdiende ik

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1905 | | pagina 5