MIDDELISl lUiSC/IIE COllRANT
N°. 208.
Donderdag
31 Augustus.
Uii Stad ®n Provincie,
Het YorsteÏÏjk~echtpaar te
Ylissingen.
148" Jaargang.
1905.
Doze courant verichijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor allo plaatsen in Nederland franco pp., f 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
ÏHEBMOHETER BN VERWACHTING.
80 Aug. 8 u. vm. 60 gr., 12 u. 63 gr., av. 4 u. 63 gr. F. —Verwacht: inatige N. tot N.W. wind,
zwaar bewolkte lucht, eenigezius buiig weer en dezelfde temperatuur.
V
Advortentiën20 cent por regol. Bij abonnement voel lager. Geboorte-, dood- en
alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels f 1.50; elke regel meer
20 cent. Beolamos 40 oent per regel. Groote letters naar do plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advortentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betredende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is ajtslaitend gerechtigd het Algemeen Advertentie-Bureau
A. DB LA MAR An., N.I. Voorburgwal 366, Amsterdam.
Middelburg 30 Augustus.
Onze Koningin is morgen weer jarig.
Zij wordt dan vijf en twintig jaar.
Waar blijft de tijd!
Hoevelen herinneren zich nog den dag
van hare geboorte, die tot vreugde stemde,
al bracht zij ook eene teleurstelling mee.
Eu toen de jeugdige prinses opgroeide
tot een aanvallig, lieftallig meisje, zij meer
en meer werd de hoop van ons land en
ons vorstenhuistoen week die teleurstel
ling alleng3 en nam de gehechtheid van
ons volk voor haar hand over hand toe.
Geleid en opgevoed door eene verstandige
moeder, werd prinses Wilhelmina voorbe
reid voor de moeilijke taak die haar waohtte.
En als een ontloken, heerlijk bloeiende
ïoob verscheen die jonkvrouwe den Sen
September 1898 in de Nieuwe Kerk te
Amsterdam bij haar inhuldiging tot Konin
gin.
Zij verraste ook toen alle aanwezigen
door haar flink, beslist, maar tevens inne
mend optreden kraohtig en duidelijk klonk
haar stem bij het afleggen van den eed en
hat houden van de toespraak.
Nog herinneren wij ons, alsof het gisteren
gebeurd ware, den grooten, verheffenden,
indruk dien deze plechtigheid maakte op allen
die haar bijwoonden.
En tussohen dien 6en September en het
heden liggen ook al weer bijna zeven jaar.
Waar blijft de tijd 1
Sinds dien zijn er in het leven van H.
M. naast vreugdevolle dagen ook tijden
van teleurstelling geweest.
In dit alles deelde bijna algemeen het
Nederlandsche volk.
Men zal dan ook wel wees in den lande
dezen jaardag van de Koningin feestelijk
Meerendeels zal dit op de gebruikelijke
wijze geschieden.
In Zeeland, waar men bijzonder hecht
aan z.g. kroonjaren, moge men hier en daar
aan den dag van morgen, den vijf en twis-
tigsten jaardag, een bijzonder cachet hebben
willen geven; de feestelijkheden vor-
sohillen slechts weinig van die in overige
jaren op 31 Augustus.
Maar, afgescheiden van de vraag of bij
velen niet slechts lust tot feestvieren de
bovenhand heeft bij dergelijke gelegenhe
den, grootendeels spreekt toch uit de
feestelijke stemming op dien dag het be
wustzijn van waardeering voor onze jeug
dige Vorstin en van erkenning van hoeveel
waarde voor ons land het bezit van de
jarige Koningin is; de eenige schakel die
ons bindt aan het vorstenhuis der Oranje
Nassau's.
En te grooter zal in onze naaste omge
ving de opgewektheid zijn nu nog juist
dezer dagen velen H. M. van aangezicht
tot aangezicht hebben aanschouwd en ge
troffen werden door hare innemendheid,
hartelijkheid en belangstelling.
Trouwens bij telkens voorkomende
legenheden heeft onze Koningin blijk ge
geven van mee te leven met het volk,
waarvan zij het voorrecht heeft aan het
hoofd te staan.
Groote en kleine gebeurtenissen ontgaan
hare aandacht niet; zij ontziet geen ver
moeienis om tegenwoordig te zijn daar
waar hare belangstelling noodig is en
waardeerd kan worden.
En wie haar meer van nabij kennen,
roemen ten zeerste haar beminnelijk
karakter.
Als Koningin toonde zij tevens, niet
het minst in de laatste moeilijke dagen
die wij beleefden, zich Btxeng te houden
hare constitutioneele plichten.
Dit alles geeft ten volle aanleiding tot
vreugdebetoon op morgen.
H. M. leve nog lang, zoo gelukkig
mogeljjk I
BENOEMINGEN, EN&,
By kon. besluit:
is Haror Majesteits adjudant in buitengew.
dienst, de gepens. luit.-gen. der artill. J. W.
Bergansius, Minister van Staat, te 's Graven-
hage, benoemd tot lid van. den Raad van State
reeds in een deel der oplaag van ons vorig
nommer gemeld
is aan H. Pieraon, directeur der Heldring
gestichten te Zetten, op verzoek, eervol'ontslag
verleend als buitengew. lid van den centralen
gezondheidsraad
is aan den vice-admiraal A. V. Tadema, op
verzoek, eervol ontslag uit den zeedienst
leend, met pensioen en onder dankbetuiging
is aan den commies der poster, en telegr.
4de kl. J. C. H. Friederich, en aan de vrouwe
lijke eerate-klerk ter direotio van de Rijks
postspaarbank A. van der Mark, op verzoek,
eervol ontslag verleend;
is benoemd tot directeur van het post- en
telegraafkantoor te Beverwijk, J. Gorter, thans
in geljjke betrekking te Bolsward; en
benoemd tot buitengew. geëmployeerde
bjj de Rijkstelegraaf, N. W. Maryt.
Op 26 Augustus is te Athene tusschen Neder
land en Griekenland een verdrag gesloten tot
wederzydsche uitlevering van misdadigers.
Door H. M. de Koningin z§n, in verband
met haar bezoek aan VliBsingen, nog
benoemd tot commandeur in de orde van Oran
je-Nassau, de schout-bij-nacht J. C. Snethlage
bevorderd tot officier in die orde de kapt.
luit. t./z. G. C. D. baron van Hardenbroek van
Ammerstol en oenoemd tot ridder in die orde
do luit. t./z. lete kl. K. F. Sluys.
Verder zjjn verleend de gouden eeremedaille
der orde van Oranje-Nassau aan den hoofd
machinist A. J. Crucq; de zilveren dier orde
aan den sohipper H. de Boer, en de bronzen
eeremedaille dier orde aan don korporaal der
mariniers T. van der Veer en den matroos
lste kl. C. de Ros.
KORTE MEDBDEBLINGEH
VERGADERINGEN.
Op de te Almelo gehouden 40ste algemeen i
vergadering van de Vereeniging van leeraren aan
inrichtingen van Middelbaar Onderwijs bleek uit
bet verslag dat sedert 1 September 1904 het
ledental met 130 is vooruit gegaan, en thans
976 bedraagt, betgeen vooral wordt toege
schreven aan de uitgave van het weekblad en
i gevoerde propaganda.
Op voorstel van het hoofdbestuur werden
wegens hunne byzondere belangstelling, die zjj
teeds voor de vereeniging betoond hebben,
>y applaus tot eoreleden benoemd de hoeren
prof. dr O. P. Burger te Leeuwarden, dr F. G
Groneman te Groningen, J. W. Weevers le
Rotterdam en C. Knapper Kzn te Hilversum.
De volgende algemeene vergadering zal te
Alkmaar gehouden worden.
Oost-In dië.
De jongste mail brengt de Indische bladen,
loopende tot 2 en 5 Augustus.
DE EERSTE SLACHTOFFERS DER
BONI-EXPEDITIE.
Om 5 uur in den middag van den lOenJuli
tad de teraardebestelling plaats van den lui
tenant ter zee der 2e klasse H Theunissen er
den matrooB 2e klasse D. Buck, beiden geval
len vóór Badjoa in de uitoefening van hun
plicht.
Om 5 uur, zoo meldt de Mak. Ct., verliet
de cortège funèbrede gouvernements-
pier om beiden gevallenen de laatste ee
bewyzen. Voorafgegaan door de kapel, de
omfloerste trommen en het vuurpeloton werd
jj gevolgd door allejofficieren der marine, hier
aanwezig, zoomede de officieren der landmacht
en de civiele autoriteiten en particnlieren dezer
plaats.
Somber roffelden de trommen, terwyl de
pyper schril zjjn metalen stem deed weerklin
ken
jj de geopende groeve, waarin de beidt
ontslapenen zy aan zjj werden neergelaten,
sprak de kapitein ter zee divisiecommandant
H. A. Hoekwater ongeveer het volgende
Toen hedenmorgen de Serdang aankwam
met berichten, konden wjj niet denken, dat
zoo'n treurige zou brengen. Vóór Badjoa
bjj het doorzoeken van een prauw, lieten onze
jeugdige kameraden het leven in dienst van
de Koningin. Wjj weten weliswaar nog weinig
van wat er is gebeurd, doch kunnen aanno-
men, dat zjj gevallen zjjn bjj de nitoefening
hunnen plicht. Wjj allen moeten zoo
dig het leven laten in dienst van Koningin en
Vaderland en wjj geven dat met vreugde,
maar toch is het droevig te weten, dat de
levensdraad van twee zulke jeugdige monschon
zoo plotseling werd afgesneden. Treurig zal
dit bericht zjjn voor familie en vriendenmoge
de groote deelneming, hier betoond, hun ecu
troost zjjn. Ik dank u allen, hier tegenwoordig,
daarvoor.
Officieren, onderofficieren en manschappen,
gjj, die missohien weldra geroepen zult zjjn
tegen een overmoedigen vjjand te atrjjden, gjj
zult u nog dikwjjls in moeiljjke omstandighe-
den bevindenvoor heete vuren zult gjj kc
te staan. Laat dan dit graf u moed en kracht
geven tot het uiterste uwen plicht te doen.
En mochten wjj komen te vallen, laat men
dan van ons kunnen zeggen, dat wjj als helden
gevallen zjjn en het nageslacht zal onze na
men eeren.
Theunissen en Buck, rust zacht!"
In De Locomotief van 28 Juli doet de heer
Vierhout zelf op de volgende wjjze mededeeling
van de wending, die zjjn zaak genomen heeft
Men weet dat de inzender van het bericht
uit Malang ons reeds, ongevraagd en uit vrjje
beweging, had gemachtigd z jjn naam te noemen
nog vóór ons laatste verhoor bjj den rechter
commissaris Wjj noemden dus diens naam.
Dien van den inzender van het berichtje
Neutraliteit en mobilisatie echter moesten wjj
bljjven verzwjjgen, 't geen voor ons het be
kende gevolg heeft gehad. Deze inzender kon
dien tjjd niet machtigen, om de een-
voudigo reden, dat bjj, zich niet meer op Java
bevindende, van den prins geen kwaad wist;
't zou eenigen tyd duren aleer hjj te weten
kon komen dat wjj met en door zjjn bjjdrage
een impasse waren geraakt. Voor zoover
dezen inzender betrof, moesten wjj dus den
loop der zaak afwachten.
En de justitie wist dat deze inzender ons
nog niet kon ontheffen van onzen zwijgplicht;
want aan hot slot onzer iudertjjd bjj den
rechter commissaris ingediende memorie hadden
wjj medegedeeld, dat de inzender van het stukje
Neutraliteit en mobilisatie, ook al zou hy nog
zoo gaarne willen, ons op dat oogenblik geen
machtiging kon verleenen, daar hy zich met
meer op Java bevond.
Ook al was hem van ter zjjde misschien iets
bekend geworden uit de telegrafische berichten
bladen of zoo, of later uit de bladen zeiven,
zoo kon hy toen nog volstrekt niet weten dat
deze rechtzaak juist over een van zjjn bijdra
gen liep. Hy bevond zich op een zeer moeilyk
te bereiken plaats er moest tjjd mede heen
gaan.
De justitie wist dat de betrokkene zich niet
op Java bevond, maar vond het onnoodig, de
natuurljjke opheffing van het ons drukkend
gemoedsbezwaar tegen het afleggen van het
gevraagd getuigenis eenvoudig at te wachten.
Wy werden gegyzeld, en brachten drie weken
in de gevangenis door, vruchteloos en nutte
loos. Inmiddels wisten ook wy natuurlyk niet
wat de betrokkene zou doen als de zaak tot
zyn kennis kwam."
Had de justitie nu waarlyk niet het recht
of de macht den heer Vierhout vrjj te laten
totdat de bewuste persoon op Java terug was
of van hem antwoord was gekomen 't
Zooals nu de feiten luiden, komt hare houding
ons allerzonderlingst voor, en weinig verde
digbaar 1
BONI.
!y het Departement van Koloniën zjjn ont
vangen de volgende, van Maandag en Dinsdag
gedagteekende telegrammen van den Gouver.
neur Generaal van Ncderlandsch-Indië, betref
fende het gewapend optreden in Zuid-Celebes.
I. Voorzieningen voor het landsbestuur van
Boni zjjn door den Gouverneur van Celebes ge
troffen. Majoor Anten met standplaats Watam-
pone is voorloopig civiel gezaghebber. De vorst
is uitgeweken naar Sidengring. Onze troepen
macht is te Pampanoea, vanwaar de aanvang
van aotie tegen Wadjoe, Soppeng en Lamoeroe
geschiedt. De bevolking is vredelievend. De
bezetting van Pareparo is opgerukt naar
Maaepe.
II. De troepenmacht, van Parepare uitgerukt
ontmoette een heftigen tegenstand en ver
meesterde verschillende stellingen. De vjjand
heeft dertig dooden en gewonden, veel
on voorraden achtergelaten. Doorgerukt
Pabarassang. Onzerzyds -werden gewond twee
officieren, een Europeesch en acht Amboi-
neesche mindere militairen.
Reeds in een deel der oplaag van ons vorig
nommer gemeld. De aanhef van het bericht
was ons echter verkeerdeljjk overgeseind.
Naar wy heden vernamen, was Dinsdag
morgen op het perron van het station alhier
ook de burgemeester van Middelburg
aanwezig ter complimenteering van de vorste
lijke personen.
Een der toeschouwers buiten het station
doet ons de mededeeling dac de Koningin en
de Prins bjj het voorbjjrjjden gegroet zouden
hebben.
Het is mogeljjk.
Maar het meerendeol der toeschouwers aan
de zjjde van den Vlissingschen weg heeft
daarvan dan niets bemerkt.
Er ging dan ook slechts van een enkel
soon eenig hoera op. En de toejuichingen
(zouden stellig veel harder hebben weerklonken
-wanneer men de voretelyke personen maar
even had gezien.
Het kan dus zjjn dat de vergissing aan de
zjjde vnn dien toeschouwer isof ook is moge
lijk dat bjj verder stond dan wjj, b.v. bjj den
overweg, on dat ten slotte de vorstelijke per
sonen zich nog even vertoonden.
Juist toen hedenmiddag tegen half twee
de zonsverduistering op haar sterkst was, waren
do wolken zoo vriendelijk wat uiteen te gaan,
zoodat het schouwspel goed zichtbaar was. De
verduistering was voor ons land slechts gedeel
telijk ongeveer drie kwart van de zonnesohyf
was bedekt.
Toch was zeer duidelijk een sterke verflau
wing van het zonnelicht waar te nemen, even
als oen eigenaardige verandering in de tint
van het blauw van den hemel.
De zonnesobjjn was echter nog sterk genoeg
om te verhinderen dat men er zonder eer
donker glas in keek, maar dank zy den regen
was er een overvloed van plassen waarin
men de weerspiegeling van hot verschjjnse]
kon gade slaan.
üit VlisBingen
De buitenlandHche divisie is Dinsdagavond
te half zeven uur vertrokken. De Reinier
Claestens en de torpedobooten liggen nog in
de binnenhaven.
Die avond ging vrjj kalm voorbjj, nu er geen
muziekuitvoeringen en feesten plaats hadden.
Toch bewogen zich tal van menschen, tussohen
de druppeltjes door, op straat.
Dinsdag 5 September geeft het zang- en
muziekgezelschap van de weesinriohting te
Neerbosch in de Ned. Herv. kerk te Dom
burg eene, tegen entree toegankeljjke, uit
voering.
Wjj ontvingen het verslag over het
dienstjaar 19041905 omtrent don toestand
van het waterschap De Breede Watering bewes
ten Yerseke.
De daarin voorkomende «lgomeene beschou
wingen zjjn zeer kort. Zy luiden als volgt
Ofschoon in menig opzicht dit jaar voor het
Waterschap niet ongunstig kan worden ge
noemd, daar aan den oever geen onheilen zyn
voorgekomen, aan de zeeweringen Blechts ge
ringe stormschade is ontstaan, de kosten der
gemaakte werken voor het meorendeel en de
exploitatiekosten van het hulpstoomgemaal be
neden de raming bleven, staat tegenover deze
lichtpunten de schaduwzyde, dat het delven
van de hoofdwaterleidingen door het menig
vuldige kwelwater zeer werd bemoeieljjkt,
waardoor de kosten van dit werk de raming
belangrjjk overschrijden.
Men zie Laatste berichten.
Bjj koninkljjk beBluit is ten aanzien van
de ingestelde plaatselijke commissie voor de
ongevallenwet te Yerseke, aan G. Moerdjjk,
op verzoek, eervol ontslag verleend als voor
zitter van genoemde commissie en daartoe
benoemd P. de Yey, en tot plaatsverv. voor
zitter van genoemde commissie, J. Steenblok,
ambtenaar ter secretarie dier gemeente.
Reeds in een deel der oplaag van onB vorig
nommer gemeld.
Te Hulst ontspoorde Dinsdag de stoom
tram, die des namiddags te ruim twee uren
van het station aldaar naar Walsoorden ver
trekt, ter hoogte van den doorgang door de
stndswallen, hoogst waarschjjnljjk doordien de
rails door don overvloedigen regen vol zand
gespoeld waren. De locomotief vernielde de
stoep van den heer Arnaut- Eerst tegen den
avond gelukte het alles weer in 't reine
brengen.
Het ongeval veroorzaakte groot ongerief a
de reizigers, die, evenals de post, per as moesten
vervoerd worden. Persoonljjke ongevallen had
den niet plaats.
In de tweede editie van ons vorig
namen wjj nog als slot van het verslag
en ander op omtrent het vertrek van het
vorstelyk echtpaar.
Dit luidde als volgt:
Te even vier uren verlieten H. M. en
Prins de Utrecht.
Het geschut donderde toen de Koningin de
ponton verliet.
Vriendelyk neigend, groette H. M. de jui
chende volksmenigte, die zioh, dank zjj de
welwillendheid der autoriteiten, op het perron
had kunnen verzamelen.
De burgemeester van Vliasingen begeleidde
H. M. en den Prins tot aan den trein.
De Koningin schonk duizend gulden aan do
Vlissingsche armen en 150 aan het politie-
fonds.
De regen, die met kleine tussohenpoozen den
ganschen dag viel, hield op, toen de Koningin
in haar salonrjjtuig stapte.
Ceremonieel hodbjj het vertrek niet plaats
Bg het sluiten van ons verslag brengen wjj
een woord van vriendeijjken dank aan de
autoriteiten, hoog en laag, die ons heden zoo
zeer ter wille waren.
Dit richten wjj ook tot de telegraafambtena
ren, die, hoezeer overstelpt met dienst- en
igstelegrammen, opnieuw toonden te
begrjjpen de pers ter wille te moeten zjjn.
Aan boord
'van de Utrecht wera slechts aan verslag
gevers van twee bladen toegang verleend.
Zonderling zulk eene bevoorrechting
En nog zonderlinger dat niet één Zeeuwsch
blad daartoe verlof gegeven werd.
Onzen verslaggever, die daags te voren een
ibezoek bracht aan de Utrecht, werd door den
luitenant tle kl. K. F. Sluys, die hem op
welwillende wjjze verschillende mededeehngen
deed, te kennen gegoven dat alleon de twee
verslaggevers boven bedoeld met de Utrecht de
reis mochton medemakon doch dat dit aan
geen ander vertegenwoordiger der pers kon
worden vergund.
Wy ontleenen nu aan het Alg. Hbld. het
volgende
-We zyn do havenhoofden al door en uit
het noord-weBton striemt do wind do valsch-
groono zee, tot haar brokertjos stug in schuim
vlokken verspatten.
Nu liggen do schepen op de ree in één ljjn,
met de Princesa de Asturias vooraan.
En zoo dat je er naar kykt is 't als barstte
or plots een vlam uit zyn yzeron flank on met
doffe bang! schiet er eon schot uit zyn
eerste voorstuk; dan is 't een lichtgryze
wolkpoef, die maar even kleurt tegen de lood-
gryze lucht, en op den rukwind scheurt de
rook van een en wappert weg langs den gryzen
scheepswand.
Dadelyk na den Spanjool vuurt de Brabant;
't is weer de korte felle vlam, die uitpylt,
dan do doffe bangmet den drogen nadreun
in je hoofd, en meteen soheurt zioh van den
soheepswand de gryze rooktafel af on dry ft in
wappers van grjjze kleur tegen de zee.
En nu boven op de brug, in den driesten
wind en het gestriem van de regenbuien, moet
je kyken naar het kleine figuurtje in den gry
zen regenmantelmet één hand houdt ze den
hoed vast en met de andere klemt ze den regen
mantel vast, die bol waait in den wind.
Eerst voor de Princesa de Asturias een bui
ging, wanneer van heel ver het Wilhelmus
daar van boord klinktaan dek staan de
mannetjes klein maar correct in 't gelid, en
op het achterdek, wat verder van elkaar, en
de witte petten scherper afstekend, de officieren
in groot tenue, recht in positie.
Boven van de brug buigt weer het kleine
figuurtje, waar de wind woester om dartelt:
't is voor de Brabant. Het staat er zwart aan
dek, en van heel ver en onduidelyk hoor je
den roffel van de tamboers.
Weer bnigt ze, de hand aan den hoed, waar
nydig de wind aan blyft rukken, en op de
Gelderland zie je de matrozen langs de ver-
sohansing, en als met mechaniek eenmaal
tweemaaldriemaaldaar zwaaien als met
één beweging, tegelyk hun mutsen omhoog.
Het laatste de Zeehondhjj ia de laatate van
de ry en de kleinste; te dansen staat hy op
de grys-groene golven en wipdaar smakt z'n
achterachip met een schuimsohep weg, en
hoepdaar duikt hy met z'n neus in zoo'n
njjdigen kanjer, die met 'n hoogen rug op 'm
aangekropen kwam. De mannetjes langs de
verschansing en soherp-atgelynd tegen de
touwladders, juichen en joelen hoe doller die
wildebras van 'n Zeehond in de aanrollende
zeetjes zyn kop dompelt.
Boven op de brug nog altyd de Koningin
en nu draaien we in een wjjde baan om de
Zeehond heen, zo O'S at de .ange golven zioh nu
ook nydig te pletter komen beuken tegen
onzen bakboord-zywand, en de Utrecht, statiger,
langzamer van tempo dun de Zeehond wel
maar toch meenygt als zoo'n lange, hoog-ge-
rugde waterberg dof tegen 'm aansmakt.
Nu kykt alles aan boord naar boven, naar
de brug, waar de Koningin aan den anderen
kant is gaan staan, om by het stoomen langs
de divisie terug de sohepen weer te groeten
met Haar jonge, zwierige, toch statige buiging.
Na kykt alles naar de brug omhoog; want
uit een wolk, die zwaar en laag aangezwerkt
kwam, breekt vlak boven het schip weer een
nieuwe pietsregen, nog harder, nog striemender,
nog nydiger neerslaand dan de vorige buien.
Dat kyken van de offioieren en de matrozen
naar de brug, naar dat gryze figuurtje, dat
daar 't hoogst staat op het schip, waar de bui
het hevigst te keer gaat en waar 't rukt met
hortende vlagen aan den gryzen regenmantel
en ruw grypt naar het strooien hoedje.
Zoo staat de Koningin op de commando
brug van de Utrecht in den Btorm. En beneden
is 't maar staren en Btaren tot Haar op va»