MIDDELItlHOSGHE COURANT.
W oensdag
16 Augustus.
IS'. 192.
148° Jaargang.
1905.
Deze coarant versohijnt d a g e 1 ij k b met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalzoowel voor Middelburg als roor alle plaatsen in Nederland franco pp., f 2.
Afzonderlijke nummers koBten 5 cent.
THERMOMETER EN VERWACHTING.
ld Aug. 8 u. Tm. 60 gr., 12 u. 77 gr., av. 4 u. 78 gr. F. Verwacht: zwakke veranderlgke
wind, toenemende bewolking, eenige kans op onweer, dezelide temperatuur.
Advertentiën: 20 oent por regol. Bij abonnement veel lager. Geboorte-, dood- en
alle andere familieberichten en Dankbetuigingen ran 1—7 regels f 1.50; elke regel meer
20 oent. Reclames 40 oent per regel. Grooto letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet atkomstig uit Zeeland, betredende
Handel, Njjverheid en Geldwezen, is uitsluitend gereohtigd het Algemeen Advertentie-Bureau
A. DB LA HAR Al., NJ. Voorburgwal 306, Amsterdam.
Middelburg 15 Augustus.
Het nieuwe Ministerie
is er dus.
Wjj kunnen dit nu met gerustheid zeggen.
Wg heoten het van harte welkom.
Hot wordt door ons begroet als de staf van
een leger dat de verlossing, de bevrijding
bracht van een knellend juk.
Want niet anders was het wat het afge
treden kabinet en zgne meerderheid ons op'
legde.
Achter allerlei schoon klinkende redeneeringen
en leuzen, wist het ministerie-Kuyper, ten ge-
noege van olericale jj veraars, wetten te doen
aannemen die aan onze vrijzinnige instellingen
een geroeligen knak toebraohten.
En meer en meer dreigde van die zjjde het
gevaar dat ons volk, het Nederlandsohe volk,
dat voor zjjne vrjjheid zooveel heeft geleden
en gestreden en daarop steedB prat was, den-
zeilden weg opging als b.v. België, waar men
nog steeds bukt onder het clerioale juk, al
kan men in den laatsten tjjd by den Btrjjd
daartegen op meer succes bogen.
Gelukkig zgn wjj voor zulk een overheer-
eching behoed bjj de algemeens stemmingen
in Juni, ter wjj 1 daarop in Den Helder en
Zatphen dezer dagen nog het zegel is gedrukt
In beide districten behaalden de vrijzinnigen
weër eene schoone overwinning,
Allemaal gunstige en bemoedigende teeke
nen voor de toekomst, en niet het minst voor
Kabinet.
Het bestaat uit bekwame personen, van wie
eenige op politiek gebied vreemdeling zjjn.
Wat zg aan ervaring in deze missen, zal
door hunne collega's wel worden aangevuld.
Het komt ons goed gezien voor dat aan de
groene tafel zullen plaats nemen zoovele man
nen, die niet deelnamen aan den politieken
strjjd der laatste jaren. Dit kan bevorderlijk
zjjn aan de zoo hoog noodige samenwerking
tuBschen ministers en Kamer.
Want naar onze meening moet daarop vooral
in de eerste jaren het oog gericht zgn.
De groote lout van het ministerie-Kuyper
en vooral van den premier was dat het
zich vooral deed kennen als partjj- ministerie
en als partgdig Kabinet.
Het prikkelde te veel de gemoederen der
minderheden, zoowel in de beide Kamers als
in het ganBohe land.
Dr Kuyper bleef ook als minister der Konin
gin de ieiteljjke leider, het hoofd der partjj,
de politieke agitator.
Dat dient thans vermeden te worden.
De nieuwe ministers moeten zich vooral
toeleggen op het tot stand brengen van prao-
tisohe zaken, van vorboteringen op sociaal
gebied.
Dit brengen niet alleen de eisoh des t
maar ook de verhoudingen der partgen
onze beide takken van vertegenwoordiging n
En als de rechterzijde der Tweede kamer
haar positie, haar plicht begrijpt en 's lands
belang tovens wil behartigen, dan dient zg in
die richting mee te werken.
Zoo handelde ook de minderheid tegenover
het afgetreden kabinet.
Waar het goede wetsontwerpen van prac-
tischen aard betrof, b.v. door de ministers
Loef! en De Marez Oyens ingediend, daar
werkte zg steeds mee om die tot stand te
brengen.
En zelfs wanneer zjj stond tegenover ge
brekkige voorstellenzich geplaatst zag voor
partjj-wetten, deed zg al haar best om die te
verbeteren, al openbaarde zg hare bezwaren op
krachtige wijze, en beproefde zjj een minister
Kuyper en zgn aanhang te overtuigen van
onbilljjke hunner houding.
Dat dit meestal niet gelukte dat het on
mogelijk bleek eene meerderheid te breken, die
zleohts gehoorzaamde aan een wachtwoord, wg
weten het nog maar al te goed.
Aan eene kleingeestige oppositie maakte de
vrijzinnige minderheid zich echter niet sohuldig.
Of de reohterzjjde in September, wanneer zg
zioh in eene andero positie ziet geplaatst, het
zelfde doen zal
Wjj willen hot hopen.
jj zal dan beter zich toonen dan hare
persorganen.
Want kleingeestiger manier^ van opponeeien
is er zelden gevolgd dan aan die zjjde tjjdens
de heer Borgesius zich beyverde aan H. M.'s
opdraoht te voldoen.
De olericale bladen wemelden in den laat
sten tgd van sohampere opmerkingen, even
ongegrond als dwaas, van redeneeringon die
kant nog wal raakten.
Men wist niet anders dan bjj kris en kras
te beweren dat de samenstelling van het nieuwe
ministerie zou mislukken.
- »Zuster Anna, ziet gjj nog niets komen",
was de grondtoon van vele betoogen; eu
triomfantelgk luidde het zeggen dat men
aan onze zjjde hoe langer zoo meer onmachtig
bleek aan den wensch der Koningin te voldoen.
Men durfde zelfa zinspelen op de mogelijk
heid dat dr Kuyper zou moeten aanblgven
Met welk recht deed men dat
In 1901 kwam het ministerie-Kuyper op 4
Augustus tot stand.
En het thans tot standgekomene wordt heden
den 15en of morgen offioieel geboren.
Is dit zoo'n groot verschil?
Zeker niet.
En allerminst als uien vooral denkt aan de
zeer groote moeilijkheden, waarmee de kabinets
formeerder, mr H, Goeman Borgesius, te kampen
heeft gehad.
Dr Kuyper had zgne collega's voor het
gpenhg had een Bterke meerderheid
achter zich.
Niet alzoo de afgevaardigde voor Enkhuizen,
die met het grootst mogelgk overleg te werk
moet gaan omdat een door hem te vormen
kabinet zich geplaatst ziet: in de Tweede
Kamer tegenover een sterke minderheid, in
de Eerste tegenover eene groote meerderheid
in olericalen geeBt.
En wie zegt ons hoezeer er tegen hem,
openljjk en op bedekte wgze, geïntrigeerd is
Wie dit alles in aanmerking neemt en niet
door partgzucht is verblind, zal moeten er
kennen dat mr Goeman Borgesius met be
kwamen spoed zich gekweten heeft van de
hem opgelegde eervolle taak.
In het nieuwe kabinet zgn vertegenwoordigd
de beide nuances der liberale partg de oud-
of vry-liheralen door jhr Van Tets, als minister
van bnitenlandsche zaken, de f/nee-liboralen
door de keeren mrs P. Bink ea D. Focken
vrgzinnig-democratische partg door den heer
r E. E. van Raalte.
Al weten wg omtrent de politieke gevoelens
der overige heeron geene bgzonderheden,
stellig zgn zg de vooruitstrevende richting
Vrijzinnig Democratischen Bond oprichtten.
Mr D. Fook is op koloniaal gebied een be
kend man.
:y is een zoon van den oud-minister en
Commissaris der Koningin in Zuid-Holland.
Hjj was gedurende geruimen tgd van
1880 tot 1898 werkzaam als advokaat te
Semarang en te Batavia. Te Batavia was hg
ook lid der redaotie van 't Indisch Weekblad
voor het Recht. Sedert 1899 is hg gerepatrieerd
en te Botterdam gevestigd, dat hem in 1900
tot lid der Staten van Zuid-Holland en in
1901 tot lid der Kamer koos. In het begin
van dit jaar werd hg, in de plaats van den
heer Goekoop, tot lid van Ged. Staten gekozen.
Mr Rink, advokaat te Tiel, werd in 1883 lid
van den raad aldaar en lid van de Provinciale
Staten, in 1886 wethouder en 1891 lid der
Tweede Kamer voor Arnhem, wat hg sinds
dien bleef.
Do heer De Meester, die de moeiiyke taak
van minister van financiën zal vervullen,
waarvoor hg reeds meermalen is genoemd,
heeft op financieel gebied een zeer goede
reputatie.
Sedert zgne promotie te Utrecht was hg
eenige jaren werkzaam als chef der afdeeling
waterstaat aan 't gouvernement in Overgssel.
Later benoemd tot secretaris van Groningen,
f hg daar tot hg werd aangewezen als
administrateur, chef der generale thesaurie,
aan 't departement van financiën. In 1898
volgde zgn benoeming tot vice-president van
den raad van Ned.-Indie. Na aldaar zes jaar
werkzaam te zgn geweest, dwong zgn gezond
heidstoestand hem te repatrieeren. Na een
jaar verlof bleek hg echter weer hersteld te
zgn en hg werd onlangs opnieuw als vioe-
Het kabiuet is dus eene afspiegeling van de
voornaamste fracties der politieke partgeu,
waaruit de meerderheid in de Tweede Kamer
in September zal bestaan.
Over de personen der nieuwe ministers nog
de volgende bgzonderheden.
De heeren Van Raalte, Fock en Rink zgn
bekende peraoonlykheden leden der Tweede
kamer voor Rotterdam V en 1 en voor Arnhem.
In die drie districten moet in elk gevalt
«ene verkiezing plaats hebben; hetzjj deze
heeren ook &1b kamerlid willen blgven zitten
of niet.
Mr E. E. van Raalte, 30 April 1841 te
's Gravenhage geboren, is algemeen bekend
als een scherpzinnig jurist.
In 1864 te Leiden gepromoveerd, vestigde
h# zich ala advocaat to Rotterdam. In 1878
werd hg tot rgksadvokaat benoemdin
1877 werd hg lid van den raad sedert verleden
jaar iB hg wethouder van Rotterdam.
Sinds 1897 is hg lid der Tweede Kamer, waar
in hg herhaaldelgk big k gaf van groote konnis
op het gebied dor rechtswetenschap.
Op zgn initiatief kwam in de regeling vun
het getuigenverhoor in burgerlgke zaken een
nuttige en noodige wgziging tot Btand, waar
door sneller en goedkooper recht kan worden
verkregen.
Bjj de bespreking der opleiding van consu
laire ambtenaren toonde hy ook daarvan zeer
goed op de hoogte te zgn.
Van 1887—189S was mr Van Raalte voor
zitter der Liberale Unie. Later behoorde hj.
tot hen die zioh daarvan afscheidden en den
Op het punt naar Indie terug te keeren, is
hy nu geroepen het gewiohtig ambt van mi
nister te aanvaarden.
Wy verwachten van hem, die stellig ons
niet voeren zal op den weg der protectie,
flinke plannen ter verbetering van ons belas
tingstelsel.
Dat hy tgdeljjk als voorzitter van den mi
nisterraad is aangewezen, vinden wg uitstekend,
en wellicht ware het gewensoht hem dit blg-
veud te doen zgn. Hjj toch is een geheel
kersversch man, als wg het zoo eenB mogen
uitdrukken, die daardoor boven de partgen
staat en geen lust tot strjjd zal gevoelen, zoo-
als de vorige premier.
Prof. J. Kraus, die waterstaat onder zyn
beheer zal nemen, werd in 1861 te Groningen
geboren. Na te Delft zgne opleiding te hebben
genoten, was bjj geruimen tyd als ingenieur
werkzaam. Later, van 1890 tot 1898, was hg
in Chili hoogleeraar aan de universiteit te
Santiago. Nadat hg in 1898 benoemd waB tot
profossor aan de Polytechnische school, nam hg
de opdracht, hem door de Chileensche regeo-
ring gedaan, voor den havenaanleg van Val
paraiso aan.
In 1900 tot directeur der Polyteohnisohe
school benoemd, ging hg in 1901 opnieuw
voor zes maanden naar Chili voor de haven
plannen van Valparaiso, terwgl hg onlangs bg
do verandering der school in een teohnische
hoogesohool als rector magnificus werd aan
gewezen.
De nieuwe minister van oorlog, de heer H.
P. Staal, werd in 1845 te Zwolle geboren. Hg
doorliep alle officiersrangen bg 't wapen der
infanterie; was van 1884 tot 1892 kapitein
van 1895—1896 majoor en van 1896—1900
luitenant-kolonel bg den generalen staf. Van
1897—1900 directeur van de Hoogere Krggs-
school, werd hg in 1900 kolonel-commandant
van het le reg. infanterie en is hg thans
sous-ohef van don generalen staf.
In welke riohting de heer Staal zich bewegen
en de inrichting van ons leger sturen zal,
weten wg niet met zekerheid.
Wel wordt beweerd dat in zake de leger-
organisatie zgn denkbeelden het meest over
eenstemmen met het stelsel van zgn ambts
voorgangers, generaal Eland en Kool, als 'i
ware de mentors van den nieuwen minister.
De minister van marine, de kapitein ter zee
W. J. Cohen Stuart, geboren in 1857, tiad in
1873 in don zeedienst. Hg werd 1 Sept.
1876 adelborst le klasse, 16 Nov. 1878
luitenant ter zee 2e klasse, 1 Maart 1890 lui
tenant ter zee le klasse en 16 Aug. 1900
kapitein-luitenant.
Als zee-officier was kg o. a. gedurende eenige
jaren belast met het gevon van onderwgs in
de stoomwerktuigkunde en het hydrografisch
teekenea aan het Kon. Marine-Instituut. Id
later jaren was hg ook oenigen tyd gedeta
cheerd aan het Departement van Marine in
Indië, als ohef der Vie afdeeling.
Laatstelgk was hg commandant van het
opleidingsBohip Nautilus, nadat hg te voren
het bevel had gevoerd over Hr Ms logement-
schip Buffel.
Met de belangen van het personeel der
zeemacht is hg alzoo goed bekend.
Jhr mr D. A. W. van Tets van Goudriaan
tn zoon van den vroegeren Commissaris dos
Konings in Zeeland, jhr mr J. G. H. van Tets
van Goudriaan werd den 31 Oot. 1844 te
's Gravenhage geboren, en woonde als knaap,
van 1853 tot 1858, te Middelburg.
Na zyne academische opleiding te Leiden
genoten te hebben, waar hg in 1870 promo
veerde tot doctor in de rechten, op proefschrift
De nationaliteit van personen en goederen naar
het oorlogsrecht, was hg o. a. chef van het ka
binet van don minister van buitenlandsohe
zaken, gezantschapsraad in Berlgn en gezant
te Constantinopel.
Later werd hg benoemd tot gezant te Berlgn,
welke betrekking hg tot op heden vervulde.
Het ligt, zooals men weet, in de bedoeling
van dit ministerie om later, zoo spoedig
mogelgk zeker, het aantal ministerieele de
partementen met een te vermeerderen, en
wol met een voor ngverheid, dat bevatten zal
landbouw, handel, ngverheid en arbeid.
De steeds toenemende werkzaamheden aan
de ministeries van waterstaat en van binnen-
sohe zaken gevolg van de in de laatste
jaren tot stand gekomen nieuwe of gewgzigde
wetten geven daartoe gereede aanleiding.
Reeds vroeger is op zulk eene vermeerdering
gezinspeeld.
Als beheerder van dit departement is, zooals
bekend, nu reeds aangewezen de heer mr I.
D. Veegens, die stellig een flink behartiger zal
zyn der belangen van die takken van dienst,
vooral van den arbeid.
Hg bewoog zioh steeds op dat terrein.
De Leer Veegens, Hagenaar van geboorte,
was van 1881 tot 1888 griffier en van 1888
tot 1901 lid der Tweede Kamer. In eerstge
noemde qualiteit was hg seoretaris der com
missie van enquête, 1886- 1887, en als Kamer
lid maakte hg deel uit der Staatscommissie
van arbeids-enquête, 1890—1894, terwyi hg
voorzitter was van de bekende spoorweg-
enqut te-commiBsio, na de staking benoemd.
Ook had hg zitting in de staatscommissie voor
de Zuiderzee, 1872—1894.
Zgn verleden, zgne erkende bekwaamhoden
geven dus alle waarborgen voor eene goede be
hartiging der aan hem toevertrouwde belangen.
Van deze mannen, die geen van allen ooit
minister waren, die dus zonder antecedenten
als zoodanig optreden van wie men een ernstig
en degelgk bestuur van 's lands zaken mag
verwaohten, en die, als terugslag op het vorige
vierjarig tgdvak, ons zeker wel langs rustige pa
den zullen voeren in de goede richting; van deze
mannen zien wy in September met groote be
langstelling de gobruikelgke verklaring te ge-
moet wat wg van hen verwaohten kunnen.
Wjj twgfelen niet of het zal eene duidelgke
uiteenzetting zgn vau hun program.
Daaruit zal moeten big ken of wg hier te
doen hebben met een politiek ministerie dan
wel met een Cabinet <i' affaires.
Tot zoolang schorten wg ons nader oordeol op.
Maar dit mogen wg nu alreeds wel getuigen
dat mr Goeman Borgesius gelukkig is geweest
in de samenstelling van het nieuwe ministerie
en dat dit, om de mannen waaruit het be
staat, het vertrouwen verdient der vryzinnige
partyen en eene welwillende, atwachtende
houding van hen die op politiek gebied andore
beginselen zgn toegedaan.
in 1877 bg do instelling van het nieuw de
partement van waterstaat, handel en ngverheid
de loop van zaken is geweest.
In het kon. besluit vau 2 November 1877,
w&arbg de leden in het kabinet-Kappogne
werden benoemd, was nog niet opgenomen de
benoeming van den titularis van Waterstaat.
De instelling van eeu departement van al
gemeen bestuur, >dat den naam zal dragen van
het miniaterio van waterstaat, handel en ng
verheid", geschiedde eerst 4 dagen later bjj
koninklgk besluit van den 6en November 1877
>op het rapport van den ministerraad van 3
November en gezien het nader rapport van
den ministerraad van 6 November d. a. v."
Daags daarna by Zr Ms besluit van 7 No
vember werd met ingang van den 8sten d. a. v.
mr J. P. R, Tak van Poortvliet benoemd tot
minister van Waterstaat enz.
STAATSBECSROOTINCJ 190Ö.
Naar Het fad. verneemt, is het dezer dagen
gemelde bericht als zou de Staatsbegrooting
voor 1906 reeds in onderzoek zgn bg den Raad
van State, geheel onjuist.
Mot zekorheid kunnen wg melden, zegt het
blad, dat tot Zaterdag bg dit college nog niets
was ingekomen. Doorgaans wacht men in
omstandigheden als de huidige, hiermee tot
er een nieuw ministerie is.
DE BUITENHUF-MEDEDBKLINGEN.
Het Vaderland maakt de volgende juiste
opmerkingen
Dat onze mededeelingen omtrent de Buitenhof
crisis aan de dienaren der ooalitie minder
aangenaam zyn, ligt voor de hand. Maar De
Nederlander gaat in haar wrevel te ver. Voor
eerst is het onwaar, dat de uitspraak der jongste
verkiezingen alleen den persoon van dr Kuyper
gold. Niet een persoon, maar een heel regee-
ringSBtelsel werd veroordeeld. Een stelsel, dat
de eenheid der natie verbrak, haar in twee
vyandige kampen verdeelde.
Ten tweede is het onwaar, dat de natie geen
belang meer hebben zou te weten hoe de
afgetreden regeering haar zaken heeft waar
genomen. De regeering wordt door de gemeen
schap bezoldigd en blgft aan die gemeenschap
verantwoordelijk. Wanneer er Biecht geminis-
terd is, schenkt aftreding geen vrgheid. Vooral
wanneer het niet volstrekt onmogeljjk is, dat
de man, die sleoht ministerde, ten tweede
male zou kunnen opdagen.
Ten derde is het onwaar, dat de buiten
landsohe zaken der natie als door een Chinee-
schen muur moeten verborgen blgven. Wjj
leven in eeu oonstitutioneelen staat en de
belangen des vaderlands staan daar
op het spel: Nederland's eer en zelfs zyn on
af hankelgkheid. En nu strekken onze mede
deelingen ten bewyze, dat dr A. Kuyper's be
moeienissen met buitenlandsohe zaken en zyn
reizen ona land ten spot der beschaafde wereld
moesten maken; wat de geheele diplomatie
weet mag ook het publiek dit niet weten?
Ten vierde blgft de persoon van baron Mol-
vil van Lyndon buiten spelhg staat daarvoor
te hoog en een ieder kan beseffen, dat hy
juist de man is, die niet schromen zou met
zgn eigen naam op te treden, liever dan ach
ter de schermen artikelen te inspireeren. Maar
andere quaestie is dezewanneer, geiyk
De Nederlander zelf mogelijk schynt te achten,
baron Melvil van Lynden >sluw en onrecht
vaardig" door dr Kuyper behandeld werd, of
bet dan de roeping der pers is het materiaal
te weigeren, waarop ons goede volk zyn oor
deel kan bouwen en in geval dat het een man
veroordeelt, maatregelen nemen opdat zulk een
man en zulke feiten niet nogmaals onzo belan
gen schaden
Ten vjjfde zgn onze mededeelingen geen
iantaisie, maar, naar onzo overtuiging met het
oog op onze berichtgevers, zuivere waarheid uit
authentieke bronnen en wg tarten De Neder
lander het bewys van het tegendeel te leveren.
Maar zoo het blad daartoe niet in staat is, dan
de toon, dien het aanslaat, verregaand onge
past. Niet wie aanklaagt met feiten, maar wie»
lichtzinnig verdacht makend, de eer van een
blad aantast, die staat met den 'sluipmoorde
naar" gelgk, om met De Nederlander te spreken.
Ten slotte, liet destgds in de nog teederder
zaak der Vrge Universiteit mr A. F. de
Savornin Lohman zich terughouden in de
leverantie van het materiaal, waarop de natie
eenparig hem tegenover dr A. Kuyper in het
geiyk stelde
Ook de redactie van de De Amsterdammer doe»
merken wg op, met deze opmerkingen haar
voordeel.
EEN NIEUW DEPARTEMENT.
Nu ook woldra een nieuw departement zal
worden ingesteld, herinnert men er aan
BENOEMINGEN, EN2.
Bg kon. bosluit
is mr J. D. C. baron van Heeckeren van
Keil, Hr Ms gezant te Stockholm, bonoemd tot
ridder-grootkruis der orde van Oraty'e-Nassau
zgn bevorderdtot hoofdcommies der tele
graphic M. Hillen, J. A. Koudys, G. J. Folk)