"Wam, aïlts wat
BIJYOEGSEL
VA» DE
Maandag 17 Juli 1905, no. 166.
i.
Ideale Melkinrichting.
Naar aanleiding van ons sohrjjven over den
idealen toestand bjj den melkhandel, ont
vingen wjj een ongeteekend sohrjjven, dra
gende het postmerk Middelburg, waarin deze
weinige woorden
»Uw ideale toestand, molk in den handel
te brengen, die bg de behandeling vol
komen vrggeblovea is van alle nadeeligo
invloeden, zal wel altjjd een ideaal bljjven.
Wat door n verlangd wordt, is in de
werkoljjkneid onmogeljjk."
Ofschoon niot gewoon op ongeteekende aan
merking te antwoorden, vonden wjj hierin
toch de gelegenheid om de opmerking te ma
ken, dat die toestand nit het rjjk dor idealen
reeds neergedaald is binnen het terrein der
werkelgkhoid en dat men bg de goedkoope
reisgelegenhodon van den tegonwoordigen tjjd
zich door eigen aanschouwing daarvan kan
overtuigen.
Dicht bg het dorp Busauin in het Gooiland,
het Dorado der Amsterdamsohe forenzen,
vindt men de hofstede Oud-Bmsum.
Groote ruime stallen, die ieder 40 koeien
kunnen bevatten, staan rondom een open
ruimte en zjjn zoo goed geventileerd, dat er
van onaangenamen reuk geen sprake kan zgn.
De vloer dor stallen bestaat uit cementtegels
en beton; de wanden zgn bezet met verglaasde
tegels; de uitwerpsels der koeien worden on
middellijk verwijderd naar een put, waaruit
ze gebracht worden naar oen weiland, dat on
geveer 2000 meter van de stallen verwijderd is.
Alle koeien worden op tuberculose onder-
zooht door een veearts, tien dagen in quaran
taine gehouden en bg ongesteldheid onmid
dellijk verkocht mot opgaaf van de redenen
van verkoop.
Do koeien krggen haar natuurlgk voedsel:
in den zomer grns, in den winter hooi met
ljjnkoek oi zemelen en wortels.
Alle hoog aanbevolen voedennengselsme
iassen, aardnoten, katoenmeel en dergelijke
worden niet gebruikt. De uiers en de handen
der melkers worden vóór het melken gewas-
schen; de molk onmiddellijk buiten den stal
gebracht en daar afgekoeld; het personeel
wordt geneeskundig onderzocht; het moet
buitengewoon zindelgk zgn en zich door baden
zindeljjk houden.
Natnurlgk kost dat alles geld, handen vol
geld en is de melk, die men daar bekomen
kan, hoog in prjjs, maar toch vindt zjj gere
geld aftrek naar Amsterdam, Utrecht en om
liggende gemeenten.
Men heeft daar den idealen toestand maar
>geen ideale prjjzen" zal misschien de
brieischrjjver denken. Goed alleen voor do
rjjke lui 1
Wjj hebben daarover nog een opmerking.
Er wordt in Nederland jaarlijks aan accgns
op den jenever ongeveer 27 millioen gulden
betaald. De kleine beurzen betalen daarvan
zeker wel het grootste gedeelte. Wanneor nu
eens een 13 millioen gulden minder opgebracht
werd aan accgns en die 13 millioen werdon
gebruikt voor den aankoop van gezonde melk...
Maar we komen weer in het rjjk dei idealen,
waarvan onze goede Kamphugzen ia 1620
reeds zong
Och waren alle menschen wjjs
En wilden daarbjj wèl.
De mogelgkneid beBtaat; maar welwillend
heid en wgsheid, ze worden zoo vaak onder
drukt door gemakzucht en Blear.
II.
Konjjnenfokkerjj.
Wie een klein tuintje heeft, kan zeer ge-
makkeljjk een plaatsje vinden voor eon paar
kongnenBtalletjeB.
Vooreerst geven de kongnen aan de kinde
ren een groot vermaak, maar ten andore heeft
kongnenvleesch oene groote voedingswaarde
is gemakkei jjk verteerbaar en geeft een genrig
gebraad.
Een konjjn is niet kieskeurig op zgn voedsel.
Men geeft het den afval van allerlei groenten,
gewasschen aardappelschillen, korstjes brood,
gekookte aardappels; gedurende den winter
hooi, een weinig haver en van tgd tot een
takje tgm, dien men naast wat witte klaver
in zgn tuintje kan aankweeken.
Twee dingen mag men intusschen niét uit
het oog verliezen, nl. dat het groen eten der
dieren volkomen droog moet zgn en dat de
hokken voortdurend zindeljjk moeten gehouden
worden. Vergeet men dat laatste, dan heeft
men onafgebroken een onaangename lucht.
Men maakt daarom den bodem der hokken
van latwerk mot behoorljjke tusachenruimten
en aangezien een kongn een knaagdier is en
bjj gebrek van wat anders gaarne zjjne latten
stuk knaagt, bedekt men die latten van binnen
met een laag vleoht van verzinkt gzerdraad.
Voorta plaats men het hok zoodanig, dat er
tusschen den bodem en den grond eene ruimte
biyit van 2 of 3 decimeters hoogte. Den grond
neemt men van tgd tot tgd weg, en vervangt
dien door nieuwen.
Om het groen voeder droog te kunnen geven
snjjdt men het des avonds en bewaart het op
eene frissche plaats. Na regen logt men het op
oene horde om droog te worden, doch nooit in
de zon; daarin gelegd zou het te veel, verwelken.
Mes geve nooit te veel groen voer in eens s
doet men zulks, dan wordt er veel nutteloos
vermorst niet alleen, maar het oversohietende
gaat verrotten en geeft slechts aanleiding tot
groote vuiligheid.
Men doet verstandig door slechts voedsters
te houden, en met eenige liefhebbers samen
om beurten een rammelaar.
De rammelaar moet men, nadat alle voed
sters een paar malen bevrucht zgn, vervangen
door een andoren, dien men aankoopt; zulks
is noodig voor bloedverversching.
Rammelaars, die men wil aanhouden, om ze
vet te maken, kunnen zeer gevoegelgk ge
castreerd worden. Met dat doel ia castratie
aanbevelenswaardig.
Nog eene opmerking van gewicht ten slotte.
Bg den eersten aankoop, zoo van voedster als
rammelaar, zorge men voor exemplaren van
een goed tas.
III.
Een belungrgke prijsvraag.
Onlangs lazen wg een Duitach vakblad de
Practische Batgeber in Obst- und Gartenbaude
antwoorden op de prjjsvraag »hoe en wanneer
bladluizen en rupsen te bestrijden?" A
Wg vonden daaronder vermeld:
lo bespuiten met eene petroleum-emulsie
van 1 a 2%;
2o een afkooksel van 2'/a pond quassia-
hont in 10 liter water en daarna gegoten in
een petroleumvat met 100 L water on geroerd
met 5 KG groene zeep. Hiermede worden de
planten besproeid in Maart en 14 dagen later
nog eens
3o het bestuiven met een fjjn poeder.
Aardvlooien en rupsen bestreed hg, die dit
mededeelde, door een bosiuiving mot super-
phosphaat, ammoniak-superphosphaat, opge
loste guano. De dieren gingen dood, maar de
bladen leden onder de bewerking. Iets wat
de ontdekker te voren had kunnen verwachten,
als hg bedacht had dat genoemde meststoffen
rgk zjjn aan zwavelzuur. Daarom nam hg ver
volgens slakkenmeel en paste dit toe, zoodra
de eerste bladeren zich vertoonden. Hiervan
had hg uitstekende resultaten.
Wjj hebben vroeger al uiteengezet, dat wg
tegen petroleum-emulsie zgn, omdat bjj niet
genoegzaam fijne verdeeling de bladeren Igden,
evenzeer als bjj de toepassing van poeder-
vormige meststoffen, die met zwavelzuur op
losbaar zgn gemaakt.
Voor rozen en kamerbloemen kennen wg
geen beter middel tegen de bladluis dan Wai
ting's Insectenoider. Het ongedierte gaat on
middellijk dood en do planten Igden niets.
Voor perzikeboomen gebruiken wg quassine,
een extract van quassia-hout. Men koopt dit
in tubeneen tube is voldoende voor 100
liters water,die. gemengd met 3 KG groene zeep,
vloeistoi genoeg leveren om eene groote op
pervlakte te bespuiten.
Voor luizen in de meloen- en komkommer-
bakken gebruiken wjj auto-shredsdie b§reid
worden door W. Darlington sons, Railway
arohes London.
Dit is eene soort van toebereide tabak.-men
legt daarvaès oene kleine hoeveelheid in een
bloempotje en steest het in brand, het smeult
voort en verspreidt een dikken rook, die wel
dra de goed gesloten bak vult. Na een paar
uur worden de bakken weder opengezet. Bloe
men, die last van luizen hebben: cineraria's
calceolaria's en dergelgke, kan men, in een
bak of serre geplaatBt, op geljjke wgze behan
delen In een Berre, waarin men een wjjngaard
heeft, mag men geen auto-shreds gebruiken.
De door ons aanbevolen middelen zgn be
slist afdoend.
Middelburg 15 Juli
Provinciale Staten van Zeeland.
Zitting van Vrjjdag morgen, te 10 uren.
(Slot.)
Voorzitter de heer mr A. J. Roost, Commis
saris der Koningin.
Tegenwoordig 37 leden en de griffier.
Afwezig de heeren Van Teylingen en Hom-
back met kennisgeving, IJBebaert en Van lijnden
zonder deze.
1 vacature.
TREEHONDEN.
Aan de orde is nu het voorstel van Ged-
Staten om:
lo. af te wjj zen het verzoek van den Bond
tol bescherming van den trekhond in Nederland
om in het provinciaal reglement op de wegen
en voetpaden ten aanzien van het honden van
trekhonden en het rjjden met hondenkarren
dergelgke bepalingen vast te stellen als thans
reeds in de provincie Zuid-Holland van kracht
zfin j
2o. af te wjj zen het verzoek van het be
stuur der afdoeling Zeeland der Nederlandsche
Verceniging tot Bescherming van Dieren, om eene
bepaling in bot leven te roepen, houdende
voorschrift, om, evenals zulks het geval is bjj
automobielen, alle hondenkairen te voorzien
van een nummer, ten einde aldus de handha
ving van de gemeentelijke politiebepalingen
tot bescherming der trekhonden in de hand
te werken.
In eene afdeeling wordt het door een lid
betreurd, dat Gedeputeerde Staten gemeend
hebben een afwjjzend voorstel te moeten doen
daar hg van oordeel is, dat, door eenige be
palingen op te nemen in het reglement op de
wegen en voetpaden omtrent het gebruik van
den trekhond, vele mishandelingen kunnen
voorkomen worden, zooals in Zuid-Holland
bljjkt.
Volgens meerdere leden dezer afdeeling gaat
het niet op, een beroep te doen op het Wet
boek van strafrecht, daar meestal, door ge
brek aan bewjjs, vervolgingen tot geen ver
oordeeling leiden.
Het lid van Gedeputeerde Staten verklaart,
dat hun College aanleiding tot dit voorstel
beeft gevonden in vroegere besluiten der
Staten.
Vele leden wonschen nog dat door de Sta
ten bepalingen worden gemaakt omtrent de
bescherming van den trekhond, en wel wat
betreft de bespanning, het voertuig en de
schouderhoogte, met welk denkbeeld zich ook
de overige leden kunnen vereenigen. Bjj
stemming verklaarden al de leden der afdee
ling zich tegen het eerste gedeelte van het
voorstol doch vóór het tweede gedeolte.
Een ander lid geelt zjjne bevreemding te
kennen, dat, waar do adviezen strekken, om
de besoherming van den trekhond te regle
menteeren, Ged. Staten zich blgven houden
aan het besluit der Staten van 5 Juli 1904,
om zulkB vrjj te laten.
Namens Gedeputeerde Staten wordt geant
woord, dat de toestand in deze Provincie ge
heel anders is dan in Zuid-Holland. Langs de
grenzen wordt hier door tal van Belgisohe
kooplieden met een trekhond hun brood ver
diend en nu gaat het zeer moeiljjk deze per
sonen daarin te belemmeren.
Ten slotte verklaren 8 leden der afdeeling
zich vóór het voorstel van Gedeputeerde Staten
en vjjf daartegen.
Do tegenstemmers geven den wensch te
kennen dat Ged. Staten een reglement zullen
ottwerpen in den geest van dat in Zuid-Hol
land, met inachtneming van de Zeeuwsche
toestanden en het rapport van den provinci
alen veearts.
In nog eene andoro afdeeling verklaart een
lid zich teleurgesteld ovor het voorstel van
Gedeputeerde StatenRover zou hjj willen
volgen het idee of advies van den provincialen
veearts, in den zin van andere provinciën, met
de noodige wgzigingen, met welk denkbeeld
ook andere leden zouden willen medegaan.
Thans toch bestaan in verschillende gemeen
ten in deze zaak reglementaire bepalingen,
die echter met elkander zoer weinig harmo
nieeren en daarom ongeregeld werken.
Deze leden zouden betere werking verwachten
van provinciale reglementaire bepalingen, die
in hoofdinhoud zouden dienen te beoogen niet
alleen tegengaan van misbruik, maar ook be
vordering van oen nuttig gebruik der dieren.
Nog wordt opgemerkt, dat bet voorstel van
Gedeputeerde Staten aanbeveling verdient en
dat, indien de Bond tot bescherming van den
trekhond deze zaak nader wil uitwerken, zoo
noodig niet subsidie van do provincie, zulks
beter zon leiden tot het beoogde doel.
In deze afdeeling verklaarden bjj stemming
zich 8 leden vóór het voorstel van Gedepu
teerde Staten en 3 daartegen.
Reauuieerende, verklaarden in al do afdee-
lingen zich 16 leden vóór hot voorstel van
Gedeputeerde Staten en 8 daartegen, terwjjl
12 leden zich togen hot eerste gedeolte ver
klaarden, doch vóór het tweede.
Gedeputeerde Staten vinden, blgkens mede-
deeling van den voorzitter, in dit verslag aan
leiding tot de mededeeling, dat, daar Provin
ciale Staten thans een ander standpunt bljjken
in te nemen dan vroeger, Gedeputeerde Staten
bereid zgn nader te overwegen, welke regle-
meoteering zou kunnen worden aanbevolen.
Zjj brengen mitsdien in hun voorstel deze
wjjziging, dat sub lo. wordt gelezen
»lo. het verzoek van den Bond lot bescher
ming van den trekhond in Nederlandom in het
Provinciaal reglement op de wegen en voet
paden ten aanzien van het houden van
trekhonden en het rjjden niet hondenkarren
dergelgke bepalingen vast te stellen als thans
reeds in de provincie Zuid-Holland van kracht
zgn, te stellen in handen van Gedepnteerde
Staten, ton einde daaromtrent een voorstel te
doen".
Het voorstel wordt zonder beraadslaging of
hoofdeljjke stemming aangenomen.
SUBSIDIES.
Ter tafel komt nu het voorstel van het Ged.
college om aan de afdeeling Vlissingen van den
Nederlandschen Militairen Bond, ten behoeve
van het Militaire Tehuis te Vlissingen, een
jaarlgksch subsidie te verleenen, tot wederop-
zeggens toe, van een honderd gulden, onder
nader door Gedeputeerde Staten te Btellen
voorwaarden.
In een der afdeeUngen konden zich aUe leden
vereenigen met het voorstel van Gedepnteerde
Staten behalve één lid, die meende, dat het
subsidieeren van een Tehuis voor Militairen
moest worden beschouwd als philantropie.
Naar het oordeel van dat Rd zou het ver
leenen van subsidie in cosu dan ook eerder
liggen op den weg van hot Departement van
Oorlog.
In eene andere afdeeRng vroeg een der
leden, waarom slechts f 100 subsidie door
Heeren Gedeputeerden werd voorgedragen,
waar f 150 was gevraagd.
Een der leden van het College van Gedepu
teerde Staten ontvouwde de redenen, die
heeren Gedeputeerden er toe hadden geleid,
niet meer dan i 100 voor te stellen. Bg
stemming in die afdeeling gingen alle leden
met het voorstel mede, behalve één lid, die
er zich er tegen verklaarde.
In de derde afdeeling eindeljjk vereenigden
de leden zich unaniem met het voorstel van
Gedeputeerde Staten.
Het oordeel der afdeelingen samenvattende,
bljjkt, dat 34 leden der Staten zich konden
vereenigen met het voorstel van Gedepnteerde
Staten, terwjjl 2 leden zich daartegen ver
klaarden.
De voorzitter deelt mede dat ter beantwoor
ding van de vraag, of het subsidie al dan niet
over 1905 behoort te worden verleend, inlioh-
tingen zgn gevraagd, welke nog niet ontvan
gen zjjn.
Gedeputeerde Staten stellen thans voor bet
subsidie te doen ingaan met 1906.
Zonder hoofdeljjke stemming wordt het
voorstel goedgekeurd.
Door Ged. Staten wordt voorgesteld om aan
de vereeniging het Botereontröle-station m Zeeland
met ingang van 1905 een jaarlgksch subsidie
te verleenen, tot wederopzeggens toe, van een
honderd gulden, onder voorwaarde
lo. dat vanwege hot rjjk en de maatschappij
van landbouw voor hetzelfde dool Bubsidie
worde verstrekt
2o, dat na afloop van elk jaar aan Ged.
Staten worde ingezonden eon rekening en
verantwoording van alle ter zake ontvangen
en uitgepoven gelden, ondor bjj voeging van
oen verslag.
In al de afdeelingen werd het voorstel van
Ged. Staten eonstemmig goedgekeurd.
Dit geschiedt ook nu.
Aan de orde is het voorstel van Ged. Staten om
aan de tuinbouwvereeniging Walchet en, afdeeling
der Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw
en Plantkundeten behoeve eener in September
1905 te Middelburg te houden tentoonstelling
van planten, bloemen, vruchten en groenten,
te verleenen een subsidie van honderd galden.
Het voorstel ontmoette in óéne der afdee
lingen nog al bezwaar. Een der leden dier
afdeeling achtte het subsidieeren van derge
lgke kleine tentoonstellingen geheel ovorbodig.
In andore deelen der Provincie bestreed men
de kosten van dergeljjke tentoonstellingen nit
eigen middelen. Dit lid meende, dat zulks ook
nu heel wel kon geschieden.
Wel voerde een lid van Gedeputeerde Staten
hiertegen aan, dat de billgkheid medebracht
dit subsidie te verleenen, waar ten vorigen
jare voor eene dergelgke tentoonstelling, te
Goes gehouden, subsidie was verleend, doch
het bleek bjj stemming over het voorstel in
die aldeeling, dat 7 leden zich er tegen ver
klaarden, terwjjl 5 leden er zich mede konden
vereenigen.
In de andere afdeelingen vereenigden allo
loden zich met het voorstol.
Het oordeel der afdeelingen samenvoegende,
bljjkt derhalve, dat 29 leden zich vóór het
voorstel van Gedeputeerde Staten vorklaarden,
terwjjl 7 leden zich daarmede niet konden
vereenigon.
Blgkens mededeeling van den voorzitter heeft
dit verslag Gedeputeerden Saten geen aanlei
ding gegeven hun voorstel te wjjzigen.
De heer Van Waesborghe zal tegen hot
voorstel stemmen. Hg acht het niet noodig
dergelgke kleine tentoonstellingen te subsi
dieeren.
Aan tentoonstellingen in andere deelen der
provincie worden ook geen stibsidiën toege
kend.
De heer Frujjtier zegt dat het hier betreft
een tentoonstelling van provinciaal belang. Het
geldt hier een expositie van oott- en tuinbouw
en vóór twee jaar is aan een geljjke tentoon
stelling in Goes ook subsidie verleend.
Het voorstel, in stemming gebracht, wordt
aangenomen met 31 tegen 5 stemmen.
Tegen stemmen de heeren Maas, Vader van
's-Gravenpolder, Hammacher, Van Waesberghe
en Fokker.
Het volgend voorstel van het Gedeputeerd
College strekt om aan de Maatschappij tot be
vordering van landbouw en veeteelt ten behoeve
van een cursus in het hoefbeslag gedurende
de jaren 1906 en 1907 een jaarlgksch subsidie
van f 600 te verleenen, onder voorwaarde dat
gedurende die jaren
lo. een subsidie van ten minste t 600 per
jaar van wege het rgk of onderen worde ver
strekt
2o door de maatschappij een minimum-be
drag van f 800 tot dit doel worde beschikbaar
gesteld, naar goedvinden over de beide jaren
te verdeelen;
3o. na afloop van elk jaar aan Gedeputeerde
Staten worde ingezonden eene rekening en
verantwoording van allo ter zake ontvangen
en uitgegeven gelden, onder bijvoeging van
een verslag.
In eene afdeeling werd door een der ledon
de vraag gesteld, waarom Gedeputeerde Sta
ten voorstelden, dat door de Maatschappij tot
bevordering van landbouw en veeteelt een minimum
bedrag van t 800 zal worden gegeven, niette
genstaande in de begrooting voor hare bjjdrage
eene som van f 1148 voorkomt.
Namens Gedeputeerde Staten werd daarop
geantwoord, dat hun voorstel is gedaan in over
eenstemming met vroegere beslissingen op
geljjke aanvragen.
Het bedoelde lid achtte het onnoodig, dat
mogelgke lagere kosten alleen aan de Maat
schappij ten goede zouden komen. Zgn denk
beeld vond bg de andere leden der afdeeling
geene instemming.
In eene andere afdeeling werd op eene vraag
om inRchting te kennen gegeven, dat de lessen
in verschillende plaatsen van de provincie
zouden worden gegeven, waarna alle leden zich
vóór het voorstel van Gedeputeerden Staten
verklaarden.
Dit laatste was ook het geval in de derde
afdeeling.
Dit verslag heeft Gedeputeerde» Staten geen
aanleiding gegeven wjjziging te brengen in
hun voorstel.
Het voorstel wordt zonder beraadslaging of
hooidelgke Btemming aangenomen.
REKENING EN BEGROOTING.
Aan de orde is nu het voorstel van Ged.
Staten tot vaststelling der rekening en goed
keuring der verantwoording van de enkel
Provinciale en huishoudelijke inkomsten en
uitgaven ovei 1903.
In al de afdeeRngen vereenigden alle leden
zich met het voorstel.
Het wordt zonder hoofdeljjke stemming aan
genomen, waarbjj God. Staten geacht wor
den niet aan de Btemming deel te neme».
Thans komt ter tafel het voorstel van Ged
Staten tot wgziging van de begrooting der
enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten
[en uitgaven voor 1904.
In eene der afdeolingen maakte een lid be
zwaar tegen den uitgetrokken post onder art
48 (nieuw) (subsidie Militair Tehuis te Middel
burg) der uitgaven. Daargelaten ol het de be
doeling van het aanvragend bestuur is go-
weest, dat het subsidie ook over 1904 zou
worden toegekend, zeer zeker is dit niet de
bedoeling geweest van het Statenbesluit van
15 Juli 1904 no. 7 en daarmede moet allocs
rekening worden gehouden.
Dit gevoelen, waarin door 5 andere leden
werd gedeeld, gat aanleiding tot de mooning
der meerderheid, dat deze post niet op do be-
giooting van 1904 kon worden toegelaten.
In eene andere afdeeRng werd door een lid
van het Gedeputeerd Collego aangevoerd, dat
de aanvrage reeds is geschied in 1903; hot
was bljjkbaar de bedoeling het subsidie ook
voor 1904 te ontvangen, doch het was een
verzuim dor Staten, dat men niet heeft be
paald, wanneer het subsidie inging, en het
gaat niet aan, voor dat verzuim de aanvragers
to doen boetenoverigens veroenigdo mon zich
algemeen met het voorstel, goljjk ook hot ge
val was in de overige afdeelingen.
Dit verslag heeft Gedeputeerden Staten geen
aanleiding gegeven wjjziging te brengen in
hun voorstel.
Het voorstel wordt zonder hooidelgko stem
ming aangenomen.
Vervolgens komt in behandeling hot voor
stel van Ged Staten tot wgziging van do be
grooting der enkel Provinciale en huiBboudelgke
inkomsten en uitgaven voor 1905.
In eene atdeeling werd opgemerkt, dat de
post ad f 350 met f 100 moot worden ver
minderd op grond van bet Statenbesluit van
lo Juli 1904, waarbjj men meende, dat bepaald
was het toegestano subsidie eerst to doen
ingaan niet 1906. In dit gevoelen werd in die
afdeeling algemeen gedeeld.
In do beide andere afdoelingen gaf het
voorstel goeue aanleiding tot eenige opmer
king.
De voorzitter zegt
Of de poBt sub art. 40 van hoofdstuk VIII
der uitgaven zal worden gehandhaafd, hangt
af vau do inlichtingen, welke door Gedepu
teerde Staten zgn gevraagd naar aanleiding
vun het algemeen verslag over het voorstel tot
toekenning van een subsidie aan het Tehuis
voor Militairen te Vlissingen.
Het voorstel wordt aangenomen
REIS- EN VERBLIJFKOSTEN
STATENLEDEN.
Ter tafel komt nu het voorstol van Ged.
Staten tot regeling van reis- en verbljjfkosten
en presentiegeld van de ledon der Provinciale
Staten, waarvan wjj do voornaamste bepalin
gen reeds hebben medegedeeld.
In eeneafdeeling word door verschillende
leden gewezen op de moeiljjkhedon, die de
voorgestelde bepaDngen zullen na zich slepen
bg het opmaken van declaration, in verband
met de aardrjjkekundige ligging van de ver
schillende deelen der provincie en do aanslui
tingen der verschillende middelen van vervoer;
eene controle daarop zal tot allerlei onaange
naamheden aanleiding geven en men achtte
het bovendien niet mogeljjk in alle gevallen,
waarin stagnatie in de reisgelegonheden voor
komt, in overeenstemming daarmede behoorljjk
te declareeren.
Na breedvoerige discussiën verklaarden zich
8 leden tegen de algemeene strekking van het
voorstel, voor wat aangaat de regeling der
vergoeding van reiskosten, terwjjl 4 leden zich
er voor verklaarden.
Tegen de artikelen 1 en 2 bostonden geene
bedenkingen.
Met algemeene stemmen werden verworpen
de artikelen 3, 4, 5 en 7 en daarvoor in de
plaats gesteld de volgende redactie van een
niehw artikel 3
»De leden der Provinciale Staten, niet met
terwoon gevestigd in de gemeente Middelburg,
genieten, telkens wanneer zjj ter bjjwoniug
dier vergadering opkomeneens, heen en terug,
voor elk uur afstands tusschen de plaats, waar
zjj metterwoon gevestigd zgn, en die, waarde
Staten vergaderen, voor reiskosten zestig cent."
Artikel 6 van het ontwerp, nu artikel 4,
werd onverandertUbehouden, nadat het denk
beeld van een lid, om een gedeelte van een
etmaal voor een geheel te berekenen, met 8
tegen 4 stemmen was afgekeurd.
Artikel 8, nu 5, gewjjzigd volgens de nadere
nota van Gedeputeerde Staten, werd onveran
derd goedgekeurd na verwerping van een voor
stel van een lid, om het presentiegold op f10,—
per vergadering te bepalen, met 9 tegen 3
stemmen.
Ten aanzien van artikel 9, nu 6, werd van
gedachten gewisseld over de wenscheljjhheid,
om de clausule sub 1 al of niet te behouden.
Sommige leden achten baar beneden de waar
digheid der leden anderen vonden haar nuttig
om de haastigen te weerhouden vóór de slui»
ting heen te gaan. Met 7 tegen 5 stommen
werd behoud der redactie wenscheljjk geacht
Door sommige leden weïd betreurd, dat er
geen maatregel en in deze verordening waren
op te nemen tegen verzuim in debjjwoningder
atdeelingsvergaderingen, waar het meeste werk
wordt gedaan, waaraan leden zich kunnen
onttrekken zonder verlies van presentiegeld.
In eene andere afdeeling gingen alle leden
mede met de voorgestelde artikelen 1 tot en
met 8 en maakten eenige leden bezwaar om
mede te gaan met de bepaling van artikel 9b
8 leden van de 13 vonden echter de voorge
stelde redactie wenscheljjk.
In eene derde afdeeling gaven verschillendo
leden hun wensoh te kennenom in artikel 9,
achter de letter a, te voegen de woorden»bij
den aanvang", en verklaarden zroh 7 leden tegen
de bepaling van letter b, nadat 4 leden zich
daarvoor verklaard haddon. Deze 7 leden meon-
d,en, dat wel geen lid ter wille der presentie
gelden zal blgven, wanneer het hem niet mo
geljjk iB langer te blgven om andere dringendo