MIDDËLBIRtiSGHE COURANT.
N°. 162.
Woensdag
12 Juli.
Uit Stad en Provincie,
148° Jaargang.
1905.
Deze courant veraobijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prija per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor allo plaatsen in Nederland franco pp., ƒ2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THERMOMETER EN VERWACHTING.
10 Juli. 8 n. vim 67 gr., 12 n. 69 gr., av. 4 u. 74 gr. F. Verwacht: zwakke tot matige Z.W.
wind, zwaar bewolkte lucht, mogelgk regen, dezelfde temperatuur.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnoment veel lager. Geboorte-, dood- en
alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.60elke regel meer
20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote lettors naar de plaats, die zij innemen.
Tot do plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende
Handel, Ngvorheid en Geldwezen, is uitslaitond goroohtigd het Algemeen Advertentie-Bureau
A. DM LA MAR Az., N.Z. Voorburgwal 366, Amsterdam.
Middelburg II Juli
Sprokkelingen.
Dr J. Th. de Visser, de driemaal verslagene,
ia toch nog al in zjjn nopjes.
Dat past een die zich een uitverkorene onder
de vele geroepenen noemt. Hg schreef in De
Nederlander eene nabetrachting over de stem
mingen in Juni, »waarin doorstraalt, moet door
stralen een toon van blijmoedigheid en van
hoop". Wel draagt hjj leed over de neder
laag »maar het optimisme viert op dit oogen-
blik in zjjn hart den boventoon".
Na geconstateerd te hebben, dat de liberalen
naast de socialisten hun overwinning te dan
ken hebben aan bot ale utiliteitemaatregel
gebruiken van den twistappel van den gods
dienst, waardoor de liberalen het recht verloren
hebben bet verwjjt tot de christeljjke partgen
te richten dat zjj godsdienst en politiek ver
mengen, gaat dr De Visser aldus voort:
»Ernstig is juist onze taak onder de kleur-
looze middenstof, waaronder tal van Hervorm
den schuilen. Haar politiek wordt bepaald
door de petsoonlgke bekendheid met een can-
didaat en door den invloed van een groepje
orthodoxe predikanten, die gewoon oud-liberaal
zjjn en hun invloed aanwenden ton bate eener
gewoon oud-liberale politiek.
Welnu! onze roeping als ohristelgk-histori-
schen moet er vooral op gericht zjjn de niets
waardigheid van zulk een atandpunt bloot te
leggen- Wjj moeten onzen mensohon duideljjk
maken, dat de staatkunde een te hooge, te
heilige kunst is om haar afhsnkeljjk te maken
van persoonlijke sympathieën of de aangeduide
tweeslachtigheid.
En hoe meer wjj dit doen, des te duidelgker
zal het worden dat het liberalisme in Neder
land beheerscht is en wordt door de moderne
theologie.
De moderne predikanten, die vooral hot libe
ralisme tot de overwinning leidden, wisten wel,
wat zjj deden en zjj hadden het voorrecht door
de liberale pers, in plaats van naar hun her
derlijk work te worden verwezon, als bondge-
nooten te worden begroet."
Dat verwjjt aan de liberalen dat zjj gods
dienst on politiek vermengen, on die boutade
aan het adres der moderne dominees zjjn
curieus.
Het onderscheidings- en waarnemingsver-
vermogen van dominee De VisBer wordt er
niet beter op.
Zoo'n voorvechter op politiek gebied, een
predikant, tegenover wiens drjjven classicale
vergaderingen zich gehaast hebben moties
aan te nemen om toch vooral hot ambt van
predikant onvereenigbaar te verklaren met
ket lidmaatschap der Twoedo Kamer, moest
over zulke dingen zwjjgen.
Men zou vragen of dominee wel weet wat
hjj schrjjft. Wjj wreven onze oogen uit om te
zien of wjj wel goed lazen. Of hjj niet bjj
vergissing een stukje overschreef uit een
philippica, tegen hem zeiven gericht.
En hoe weet hg die houding van hem en
de zjjnen te verdedigen?
Bjj hen doet beweert de heer De Visser
»de religie als principe in de Btaatkunde dienst,
maar de linkerzjjde bezigt haar als ntiliteits-
maatregel bjj den stembusstrijd."
Aardig gevonden maar volkomen onwaar
voorgesteld, want juist het als principe in de
staatkunde misbruiken van de religie wordt
door de vrijzinnigen bestreden.
De ieitelgbe toestand is deze
Dominee gaat voort zjjn religie als den gods
dienst te deoreteeren en die van anderen te
minachten omdat zjj dien belgden zonder
uiterljjk vertoon, met hnar niet te koop loopen
en die beschouwen als stil werkende kracht
bjj alle daden en in het ganacho leven, alB
iets wat het gemoedsleven raakt. Zjj bezigen
haar niet voor uiterljjk vertoon, maar protes
teeren, op grond daarvan, alleen wanneer men
hen te na komt en beleedigt door scherpe af
scheidingen en onchristelijke antitheses.
De heer De Visser moet nu zich maar rustig
wjjdon aan zjjn herderlgk werk. Dan komt
hjj allicht tot beter besef van den feitelgken
tooatanden zjjn eigen tekortkomingen en fou
ten, oorzaken van zjjn val.
BHLASTINGCIJFERN EN VOLKS
WELVAART.
In de jongste aflevering van de Vragen des
tgdi komt een opstel voor van dr mr A. He
ringa, waarin hg protesteert tegen do klach
ten, die door de rechterzjjde en de socialisten
worden aangeheven over don achteruitgang der
volkswelvaart Spreken de laatsten van Vere-
lendungde eersten zjjn van oordeel dat »de
nationale arbeid moet worden bevorderd".
Het bedeelingscjjfer, door mr Troelstra aan
gehaald, bleek meer dan 100 pet. te groot,
terwjjl de bewering van de Protectiebode, als
zouden in ons land 105 bedeelden op 1000
inwoners zjjn, al meermalen bewezen is een
leugen te zjjn. De zaak is dat, waar in 1855
527.770 der 8.261.227 inwoners werden bedeeld,
d. i. 160-' per 1000, deze cjjfers in 1900 zjjn
5.104.137 inwoners en 290.340 bedeelden, d. i.
47 per 1000 inwoners. En de aan bedeeling
besteede gelden, die inl855 bedroegen f 5.497.104,
d. i. plus minus t 10 per arme, zjjn in 1900
f 3.307.000, d. i. f 30 per arme.
Mr G. L. de Vries Feyena hoeit een bere
kening gemaakt over de cjjtera van 1854 en
1902, die nog gans tiger is dan de bovenstaande.
In 1854 werd 16 pot. bedeeld, in 1902 4.2 potf
Het bedrag per arme klom van f 10 48 op
f 36.20. Stjjging van het bedrag der uitkee-
ringen kan zeker niet worden geacht een tee-
ken van toenemende armoede, waar daarnaast
het aantal bedeelden afneemt. Nu zjjn de
cjjfers niet hevig betrouwbaar, de voornaamste
fout ligt in het groot aantal dubbeltellingen.
Voorts zeggen deze cjjfera ook weinig omtrent
de eigenljjke volkswelvaart, daarvoor is meer
te vinden in den onlangs door het Centraal
bureau voor de statistiek verschenen eersten
jaargang van de statistiek der rijksinkomsten
{over 1903). 't Behoeft toch niet te worden
betoogd dat een nauw verband bestaat tus-
schen volkswelvaart en de opbrengst der staats
middelen. Mr Heringa beschouwt dan eerst de
verschillende grondslagen der peraoneele be
lastingen.
Het aantal perceelen met zoo hooge huur
waarde, dat daarvan belasting moet worden
betaald, steeg van 627.030 in 1897 tot 743.415
in 1903, d. i. dus 18.56 pet. De gezamenlijke
huurwaarde nam in dien tjjd toe met 18.5 pet.
en werd f 115.221.729, terwjjl de belasting in
hoofdsom over een vol jaar met 15.80 pet toe
nam en kwam op f 6.285.862.93'/5. De bevolking
steeg intussohen met 8.51 pet. Op elke 10
pcrccelen in 1897 worden 79 personen gevon
den tegen 72 in 1903. Dat wjjst dus op
eenige verbetering in woningtoestanden, en
dat te meer daar do betaalde hunr per per
ceel eenigszinB daalde.
De belastingopbrengst klom in verband met
absoluut vermeerderde huurwaarde van t 1.09
tot f 1.16 per hootd der bevolking.
Het aantal haardsteden vermeerderde in
dezelfde jaren mot 9 67 pot., dat is dus 1.16
pet. meor dan do bevolkingstoeneming. De
absolute opbrengst der belasting nam met pl
m. 3.4 pot. toe en daalde per haardstede van
21 tot 20 ot. en por bovolkingshoofd van f 1.37
tot i 1.29. Het aantal haardsteden nam toe van
22 tot 28 per 10 woningen. Het aantal per
ceelen met 2, 3 of 4 haardsteden steeg, dat met
5 en meer daalde. De vermeerdering van het
totaal haardsteden kwam bjjna uitsluitend ten
goede aan de meer bescheiden woningen.
Wat het meubilair aangaat kan de verge
lijking niet doorgevoerd worden, aangezien de
statistiek geen gegevens beeft over 't aantal
aanslagen in 1897. Do totaal-aanslag steeg
echter niet met een even hoog percentage als
de bevolking; bedenkt men echter dat mede
tengevolge van den vrjjen invoer de meubelen
in prjjs daalden, zoo sohjjnt het niet waar-
schjjnljjk dat de geringe relatieve daling alleen
is te vinden in de prgsdaling der meubelen.
Wat de dienstboden betreft, het aantal ge
zinnen met een of twee dienstboden nam toe
met ruim 10 pot., terwjjl het aantal met drie
of meer slechts met 2 pot. vermeerderde. De
huishoudens met éen dienstbode namen zelfs
met 11 pof. toe.
De opbrengst der belastingen wegens het
houden van dienstboden boven 21 jaar steeg
met 6.52 pot, zoodat per dienstbode f 0.20
minder behoefde te worden opgebracht. Hier is
de progressie zwakker gaan werken, omdat de
gezinnen met meer dan twee dienstboden minder
sterk toenamen dan die met één of twee. Voorts
bleek uit de statistiek, dat in mindere mate
gebruik wordt gemaakt van dienstboden onder
21 jaar. Dit aantal daalde met 2.71 pet.
Het bedrag der rjjwielbelasting steeg van
f 127.421 op f 222.259, het aantal, waarvan
belasting betaald werd, van 94.370 tot 187.859.
Dit geldt de jaren 1899 en 1903 Uit de statis
tiek bljjkt tevens dat 59 06 pet der rjjwielen
in 't bezit is van personen, die een huis be
wonen met een huurwaarde van i 100—f 600
en bjjna 30 pol der rjjwiolhouders verwonen
minder dan f 250. De fietsen, waarvan f 0.50
belasting wordt betaald, namen hot sterkst
toe, nl. met 168.5 pet.
De peraoneele belasting in haar geheel werd
opgebracht in 1897 door 620.982 personen en
in 1903 door 769.022, dat is dus een toeneming
van 23.8 pet, terwjjl de bevolking met 8.51 pet
9teeg. Het aantal aanslagen klom van 125 tot
143 per duizend inwoners.
De hoofdsom nam toe met f 1.087.267,15, of
12.23 de opcenten meegerekend, is deze
stgging f 2.813.337.366, d. i. ruim 20 Per
hoofd vermeerderde het bedrag van t 2.83 tot
t 3.13; per aanBlag daalde hot van f 22.53 op
f 21.93. Dus moet de groei vooral worden ge
zocht in tooneming van hst aantal personen,
die in staat werden bevondon betere huizen te
bewonen, moer vertrokken te verwarmen,
rjjwiel te houden of iets dergoljjks.
Wat nu de accjjnzen betreft, van die op het
geslacht steeg do opbrengst van 1894—1903
ruim 21 pet. Een globale berekening, hierop
gesteund, doet zien dat het vleeschverbrnik
por hoofd der bevolking steeg van 11.5 op
13.2 KG.
Werd in 1899 11.80 KG. suiker per inwoner
geoonBumeerd, in 1903 wa9 doze hoeveelheid
13.50 KG.
De accjjns op wjjn en gedistilleerd daalde
ten minBte in verhouding tot de bevolking.
Het gebruik van gedistilleerd was in 1891 nog
8.37 L. per hootd per jaar en in 1903 7.82 L.
't Gebruik van wjjn daalde van 1.93 op 1.64 L.
De bierbelasting wjjst echter een geringe toe
neming aan maar het verbruik neemt in de
laatste jaren at. 32.09 L. in 1901 werd 30.67
in 1903. De belasting op gouden en zilveren
werken steeg per hoofd van 4 op 6 ot.
Ten slotte behandelt mr Heringa ook enkele
gegevens omtrent de bedrjjts- en vermogens
belasting.
De bedrijfsbelasting gat van '97/'98 tot '02/'03
een absolute stgging van 23.73 pCt. Het aan
tal aanslagen nam toe inot 16.69 pet. en dat
terwjjl in drie jaren de gemiddelde bevolkings
toeneming 6.82 pot. is. Per hoofd werd opge
bracht resp. f 1.10 en f 1.27s, di. dus bjjna 16
pot. meer. Het aantal aanslagen per 1000 in
woners nam toe met 12.06 pet. en 't bedrag
per aanslag mot 3 37 pet.
Het aantal personen, die, zonder in de ver»
mogensbelasting te vallon, een belastbaar in
komen nit hun bedrjjf kunnen verdienen, nam
toe met 21.29 pet., terwjjl het aantal dat tevens
in de vermogensbelasting was aangeslagen steeg
met 8.91 pet. Het aantal personen met meer
dan 2 ton vermogen steeg met 15.11 pet.
Uit de cjjfers bljjkt voorts dat de vermeer
dering van het aantal aangeslagenen voor ruim
94 pet. te stollen valt op rekening van hen
die alleen uit arbeid moeten loven.
Nog wjjzen de gegevens van naamlooze
vennootschappen en coöperaties op vooruitgang
der volkswelvaart.
De schrjjver besluit: de vermeerderde op-
brongst der inkomstenbelasting toont dus, de
beweringen der proteotionisten ten spjjt, toe
neming van welvaart; de stgging van het
aandeel daarin dor bevolkingsgroepen met
kleine inkomens bowjjat de onjuistheid van de
veel beweerde samentrekking van hot kapitaal
in enkele handen der distributie van den volks
rijkdom in ruimere kringen, toont het tegendeel
aan van de tundamenteele stelling der socialisten
ACHTURIGE WERKDAG.
In de Yereonigde Staten van Amerika is
reeds in 1892 in bjjna alle bedrjjven van- het
Bjjk zelf de achturige arbeidsdag ingevoerd.
De Landsrogeering heeft voor eenigen tjjd
een voorstel gedaan aan het congres, om ook
aangenomen worken voor het gouvernement
slechts den achtnrigen arbeidsdag toe te laten.
Het Congres stelde naar aanleiding daarvan
een onderzoek in naar de werking van dezen
achtnrigen dag en de mogelijkheid om hem
aldus door te voeren. Van 24 groote onder
nemers, die gewoon waren voor het gouver
nement te werken, werd het oordeel gevraagd.
Eenstemmig waren zjj van meening dat in
voering van den voorgestelden maatregel duur
zou uitkomen voor het rjjk. De hellt ver
klaarde zelfs dat ze op die voorwaaiden niet
meer voor hot gouvernement zouden kunnen
werken.
Het congres intussohen wilde zelf een ver
gelijking maken en besloot daarom van twee
eerste klasse Blagsohepen, die het noodig had,
een te -laten maken op een private werf en
een op de rgkswerf, waar volgens bovenge
noemde wet do achturige werkdag reeds ge-
ruimen tjjd is ingevoerd.
De Connecticut zou gobouwd worden op de
Staatswerf te Brooklyn, de Louisiana bij de
Ne'oport-News Shipbuilding and Drtjdock Cij te
Newport-News in den Staat Virgina, waar tien
uren per dag gewerkt wordt. De schepen
zouden volkomen geljjk worden van bouw,
grootte en materiaal. Omdat bjj de romp voor
namelijk handenarbeid te pas komt en slechts
weinig maohinaal work, jwerd besloten Biet
den geheelen vorm dor beide schepen te ver
gelijken maar alleen die van de rompen.
Het Sociaal Weekbladwaaraan het boven
staande ontleend i9, geeft nu den uitslag in
verschillende cjjfers.
De slotsom daarvan is dat de Louisiana van
stapel liep na 568 dagen van 10 uur en de
Connecticut na 570 dagen van 8 uur. De eerste
was toen voor 54.5 pot. gereed, de tweede voor
53.6 pet.
Aan de eerste was 12.216.154 pd. staal ver
werkt, aan de tweede 11,391.040 pd. Het
aantal arbeidsuren bedroeg bjj de eerste
2 413.888, bg de tweede 1.808.240.
Er was dus per dag en per man aan de Loui
siana 50.608 pond verwerkt, aan de Connectie ut
50.396 pond. Maar daarvoor was dan ook
do arbeidsdag bg de eerste 10 uur en bjj de
tweede 8 uur.
Beter is het dus te zeggen, dat bg de eerste
por uur en per man 5.0608 pond werd ver
werkt, bg de tweede 6.2995 pond. Met andere
woordennet arbeidsproduct van
den man, die 8 uur per dag werkte,
was per uur bjjna liooger dan
dat van den man die 10 uur per dag
werkte.
Hot verslag over deze proefneming van don
minister van handel voegt aan deze cjjfers nog
het volgende toe
Op do rgkswerf worden hoogere loonen be
taald on is hot geheele jaar door meer gere-
gold werk dan op de private werven. Al deze
omstandigheden lokken daarheen de beste
krachten. Maar bovendien werd er gewerkt
met grooten jjver, ten eerste omdat een tweede
schip aan de rgkswerf zou worden opgedragen,
als do proef ten gunste daarvan uitviel, ton
tweede omdat de arbeiders zelf hun beBt deden
om te toonen aan het land, dat de achturige
arbeidsdag de beste was. Dit alles had de
rgkswerf ongetwijfeld voor op de andere.
Tegelgkertjjd met deze proefneming was een
schrijven gericht aan 396 groote ondernemin
gen, die in de laatste jaren den arbeidsdag
belangrjjk hadden verkort en wel minstens tot
9 uur waren afgedaald, Van deze verkorting
hadden 129.102 personen geprofiteerddus
gemiddeld 325 per onderneming.
Bjj 47 van de 396 of bjjna 12 bedroog do
arbeidsdag 8 uur of 48 per week. Bjj 57 of
14 4 werd nog bovendien des Zaterdags
slechts 4 uur gewerkt, dus per week slechts
44 uur. Voornamelijk zjjn dit bouwonderne
mingen in de groote steden.
Bg 316 van de 396 bedrgven (bjjna 1/t) was
de arbeidsduur kort zonder dat daardoor ket
loon was afgenomen. Bg 25 was oen daling
van het loon hot gevolg geweest, intusBchen
naar verhouding geringer dan de verkorting
van den arbeidsduur. Slechts in 13 gevallen
was het loon evenveel of meer gedaald dan de
arbeidsdag. Daarentegen was in 42 bedrgven
het loon zella gestegen.
Over de productiekosten hadden 334 onder
nemingen inlichtingen gegeven. Daarvan ant
woordden 37 (11 percent) dat hnn productie
kosten niet verhoogd waren door do verkorting
van don arbeidsdag. Daarentegen antwoord
den do andere 297 (89 percent) in tegenovor-
geateldeu zin.
TWEEDE KAMER.
Vaccinewet.
Bg de Kamer is ingekomen het verslag (le
gedeelte) van de aideelingen omtrent het
wetsontwerp tot nadere wgziging en aanvulling
der wet van 4 December 1872 fStbl, no 134,1
tot voorziening tegen besmettelijke ziekten.
Het wetsontwerp werd den 17 en 18 Juni
1903 in de aideelingen onderzocht. Op 28 Juni
1904 werd aan de regcering toegezonden het
naar aanleiding van dat onderzoek opgemaakte
verslag.
Den 26en Juni 1905 heeft de sommissie van
voorbereiding van den minister van binnon-
landsche zaken de Memorie van antwoord ont
vangen, wolke Blechls 4 bladzgden beslaat, en
een gewgzigd ontwerp van wet.
In den tegenwoordigen politieken toestand
van onB land achten wjj een en ander niet zoo
gewiohtig om daarvoor in onB blad de vor-
eisohte groote rnimte at te staan. Bovendien
nieuwe gezichtspunten over de kwestie zien
wjj daarin niet geopend.
KORTE MEDEDEELINGEN
VERGADERINGEN.
Do Ned. Journalistenkring hield Zaterdag en
Zondag te Amsterdam zjjn jaarvergadering.
De avondvergadering van Zaterdag was, op
verzoek van eenige leden, belegd ter bespre
king van het uittreden van dr A. Kuyper als
eerevoorzitter.
In een langdurig, in waardeeronden toon
gevoerd debat werden eenerzgds bezwaren
togen de handelwjjzo van het bestuur in deze
ingebracht, anderzijds deze verdedigd.
De slotsom was dat de volgende motie werd
voorgesteld door de eereleden Heyermans en
Van Duyl:
>De vergadering,
gehoord de debatten over het door dr Kuyper
genomen ontslag als eerevoorzitter;
overwegende dat uit dit debat voldoende is
gebleken hoe algemeen dr Kuypers groote
verdiensten jegens de journalistiek worden
gewaardeerd en betreurd wordt dat hg ge
meend hoeit dit ontslag te mooten nomen,
gaat over tot de orde van den dag."
Deze motie werd aangenomen met 42 tegen
6 stemmen en 8 blanco (de bestuursleden ont
hielden zich)4 leden, die met den trein
huiswaarts moesten, waren vertrokken.
Met deze aanneming verviel een andere motie
waarbjj de >foop der zaak" werd betreurd."
De zaak van den heer Vierhout te Semarang
(persgeheim en verschooningsreoht van den
journalist) werd, in verband met de debatten
m de jurietenvereeniging, aangehouden tot een
opzetteljjk daarvoor te beleggen buitengewone
vergadering.
Besloten werd intusscben met algemeene
stemmen, aan den heer Vierhout de sympathie
der algemeene vergadering te betuigen.
BaNOEffllKUEN, ENi.
Bjj kon. besluit:
is gedet. bg het pers. van den geneesk.
dienst van het leger in Nederl.-Indië voor 3
jaren de off. van gez. lsto kl. J. J. F. M.
Nooren, van het pers. van den genoosk. dienst
der landmacht
zjjn benoemd tot ridder in de orde van den
Ncderlandschen Leeuw: mrC. Sternborg,kanton
rechter, de hooiding. bjj de dir. dor nrt.-inr.,
ft. Witte, en dr C. A Scheltema, hoogl. aan
de Techn. Hoogeechoolin do orde vun
Oranjc-Nassautot off. de majoor l'. J. Geill,
van het 4de reg inf.; tot commandour J.
Kraus, reotor-magnificus van do Techn. Uooge-
school; tot ridder A. J. Kipp, wethouder, J.
C. de Kleyn, lid van den rund, mr L. A.
Bybau, Beerdr J. Thomoo, maj. comm. d. d.d.
schutterij en dr J. Groenewegon, predikant bg
de Ned. Her. gemeente, allen te Delft;
iB benoemd tot off. in de orde van Oranje
Nassau B de Jong, rof. bjj hot dop. van water
staat enz.;
is aan mr E. R. II. Rogont, op vorzoek,
eervol ontslag verleend als off", van justitie bg
de arr.-reohtbank te Roermond
ia benoemd tot secr van het college van
curatoren der technische hoogeschool R. A. 1.
Snethlage, ingenieur, oud-consul-gen. der Zuid-
Afr. republiek to Amsterdam
Het dep. van buitenl. zaken geelt aan be
langhebbenden in overweging, om, alvorens in
rela'ie te treden met den hoer F. Kaiser, agent
en commisaionnair to Hamburg, Grosser Burstah
25, zich tot het dep. om inlichtingen te wenden,
In het begin van November 1905 zal oen
vergelijkend onderzoek worden gehouden voor
de betrekking van adspirant-opzichtor dor tele
graphic, waarvoor 5 plaatsen wordon openge
steld.
De adspirant-opzichtors genieten eene be
zoldiging van f 50 per maand nadere inlich
tingen geeft de Stel. no 160.
Oost-In dië.
CELEBES.
De correspondent te Batavia vnn de N. R. Cl
soinde Maandag:
Bjj een prauwonderzoek op de reede van
Badjowa zjjn vermoord de luitenant ter zee
Theunissen en de matroos De Buok.
Het blad teekent hiorbjj het volgende aant
Badjowa is de voornaamste roede van Boni,
waar onze maritieme macht vereenigt ligt.
Dadeljjk na het ontvangen van het weigerend
ant woord van den vorst van Boni werd dit rjjk
voor allen uit- en invoer gesloten. Hiermede
werd onze marine de zware taak op de schouders
gelegd een nauwkeurig toezicht te houden op
alle inlandsche vaartuigen. Gelukt het zulk een
vaartuigje aan te houden, dan is het voor
onderzoek der lading noodzakelgk, dat een
detachement aan boord gaat. Dit zal hier ook
geschied zjjneenmaal onze officieren en ma
trozen aan boord ziende, zal de bemanning amok
gemaakt hebben en als slachtoffers vielen de
luitenant ter zee 2e klasse H. Theuniesen,
dienende in de rol van Hr Ms Siboga, en de
matroos De Buck. Dit zjjn dus de eerste slaoht-
offors van de eigenljjke Boni-expeditie.
Badjowa is ook vroeger als ontschepingsplaats
gebruikt door onze troepen, bjj ve-schillonde
expedities tegen Bonivan 1859 tot 1860 is
het door onze troepen bezet geweest.
Blgkens eone advertentie in dit nommer
wil men bg genoegzame doelneming op 18
Augustus in onze stad een concert doen geven
door hot muziekkorps van hef regiment grena
diers en jagers onder directie van den heer
N. A. Bouwman.
Het zou een groot voorrecht zgn indien dit
kon plaats hebben.
Van zeer bevoegde zgde hoorden wg nog
dezer dagen dat dit korps onder de eminente
leiding van den vroegeren kapelmeester van