MIDDËLBIRtiSGHE COURANT. N°. 162. Woensdag 12 Juli. Uit Stad en Provincie, 148° Jaargang. 1905. Deze courant veraobijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prija per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor allo plaatsen in Nederland franco pp., ƒ2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THERMOMETER EN VERWACHTING. 10 Juli. 8 n. vim 67 gr., 12 n. 69 gr., av. 4 u. 74 gr. F. Verwacht: zwakke tot matige Z.W. wind, zwaar bewolkte lucht, mogelgk regen, dezelfde temperatuur. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnoment veel lager. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 17 regels 1.60elke regel meer 20 cent. Reclames 40 cent per regel. Groote lettors naar de plaats, die zij innemen. Tot do plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig uit Zeeland, betreffende Handel, Ngvorheid en Geldwezen, is uitslaitond goroohtigd het Algemeen Advertentie-Bureau A. DM LA MAR Az., N.Z. Voorburgwal 366, Amsterdam. Middelburg II Juli Sprokkelingen. Dr J. Th. de Visser, de driemaal verslagene, ia toch nog al in zjjn nopjes. Dat past een die zich een uitverkorene onder de vele geroepenen noemt. Hg schreef in De Nederlander eene nabetrachting over de stem mingen in Juni, »waarin doorstraalt, moet door stralen een toon van blijmoedigheid en van hoop". Wel draagt hjj leed over de neder laag »maar het optimisme viert op dit oogen- blik in zjjn hart den boventoon". Na geconstateerd te hebben, dat de liberalen naast de socialisten hun overwinning te dan ken hebben aan bot ale utiliteitemaatregel gebruiken van den twistappel van den gods dienst, waardoor de liberalen het recht verloren hebben bet verwjjt tot de christeljjke partgen te richten dat zjj godsdienst en politiek ver mengen, gaat dr De Visser aldus voort: »Ernstig is juist onze taak onder de kleur- looze middenstof, waaronder tal van Hervorm den schuilen. Haar politiek wordt bepaald door de petsoonlgke bekendheid met een can- didaat en door den invloed van een groepje orthodoxe predikanten, die gewoon oud-liberaal zjjn en hun invloed aanwenden ton bate eener gewoon oud-liberale politiek. Welnu! onze roeping als ohristelgk-histori- schen moet er vooral op gericht zjjn de niets waardigheid van zulk een atandpunt bloot te leggen- Wjj moeten onzen mensohon duideljjk maken, dat de staatkunde een te hooge, te heilige kunst is om haar afhsnkeljjk te maken van persoonlijke sympathieën of de aangeduide tweeslachtigheid. En hoe meer wjj dit doen, des te duidelgker zal het worden dat het liberalisme in Neder land beheerscht is en wordt door de moderne theologie. De moderne predikanten, die vooral hot libe ralisme tot de overwinning leidden, wisten wel, wat zjj deden en zjj hadden het voorrecht door de liberale pers, in plaats van naar hun her derlijk work te worden verwezon, als bondge- nooten te worden begroet." Dat verwjjt aan de liberalen dat zjj gods dienst on politiek vermengen, on die boutade aan het adres der moderne dominees zjjn curieus. Het onderscheidings- en waarnemingsver- vermogen van dominee De VisBer wordt er niet beter op. Zoo'n voorvechter op politiek gebied, een predikant, tegenover wiens drjjven classicale vergaderingen zich gehaast hebben moties aan te nemen om toch vooral hot ambt van predikant onvereenigbaar te verklaren met ket lidmaatschap der Twoedo Kamer, moest over zulke dingen zwjjgen. Men zou vragen of dominee wel weet wat hjj schrjjft. Wjj wreven onze oogen uit om te zien of wjj wel goed lazen. Of hjj niet bjj vergissing een stukje overschreef uit een philippica, tegen hem zeiven gericht. En hoe weet hg die houding van hem en de zjjnen te verdedigen? Bjj hen doet beweert de heer De Visser »de religie als principe in de Btaatkunde dienst, maar de linkerzjjde bezigt haar als ntiliteits- maatregel bjj den stembusstrijd." Aardig gevonden maar volkomen onwaar voorgesteld, want juist het als principe in de staatkunde misbruiken van de religie wordt door de vrijzinnigen bestreden. De ieitelgbe toestand is deze Dominee gaat voort zjjn religie als den gods dienst te deoreteeren en die van anderen te minachten omdat zjj dien belgden zonder uiterljjk vertoon, met hnar niet te koop loopen en die beschouwen als stil werkende kracht bjj alle daden en in het ganacho leven, alB iets wat het gemoedsleven raakt. Zjj bezigen haar niet voor uiterljjk vertoon, maar protes teeren, op grond daarvan, alleen wanneer men hen te na komt en beleedigt door scherpe af scheidingen en onchristelijke antitheses. De heer De Visser moet nu zich maar rustig wjjdon aan zjjn herderlgk werk. Dan komt hjj allicht tot beter besef van den feitelgken tooatanden zjjn eigen tekortkomingen en fou ten, oorzaken van zjjn val. BHLASTINGCIJFERN EN VOLKS WELVAART. In de jongste aflevering van de Vragen des tgdi komt een opstel voor van dr mr A. He ringa, waarin hg protesteert tegen do klach ten, die door de rechterzjjde en de socialisten worden aangeheven over don achteruitgang der volkswelvaart Spreken de laatsten van Vere- lendungde eersten zjjn van oordeel dat »de nationale arbeid moet worden bevorderd". Het bedeelingscjjfer, door mr Troelstra aan gehaald, bleek meer dan 100 pet. te groot, terwjjl de bewering van de Protectiebode, als zouden in ons land 105 bedeelden op 1000 inwoners zjjn, al meermalen bewezen is een leugen te zjjn. De zaak is dat, waar in 1855 527.770 der 8.261.227 inwoners werden bedeeld, d. i. 160-' per 1000, deze cjjfers in 1900 zjjn 5.104.137 inwoners en 290.340 bedeelden, d. i. 47 per 1000 inwoners. En de aan bedeeling besteede gelden, die inl855 bedroegen f 5.497.104, d. i. plus minus t 10 per arme, zjjn in 1900 f 3.307.000, d. i. f 30 per arme. Mr G. L. de Vries Feyena hoeit een bere kening gemaakt over de cjjtera van 1854 en 1902, die nog gans tiger is dan de bovenstaande. In 1854 werd 16 pot. bedeeld, in 1902 4.2 potf Het bedrag per arme klom van f 10 48 op f 36.20. Stjjging van het bedrag der uitkee- ringen kan zeker niet worden geacht een tee- ken van toenemende armoede, waar daarnaast het aantal bedeelden afneemt. Nu zjjn de cjjfers niet hevig betrouwbaar, de voornaamste fout ligt in het groot aantal dubbeltellingen. Voorts zeggen deze cjjfera ook weinig omtrent de eigenljjke volkswelvaart, daarvoor is meer te vinden in den onlangs door het Centraal bureau voor de statistiek verschenen eersten jaargang van de statistiek der rijksinkomsten {over 1903). 't Behoeft toch niet te worden betoogd dat een nauw verband bestaat tus- schen volkswelvaart en de opbrengst der staats middelen. Mr Heringa beschouwt dan eerst de verschillende grondslagen der peraoneele be lastingen. Het aantal perceelen met zoo hooge huur waarde, dat daarvan belasting moet worden betaald, steeg van 627.030 in 1897 tot 743.415 in 1903, d. i. dus 18.56 pet. De gezamenlijke huurwaarde nam in dien tjjd toe met 18.5 pet. en werd f 115.221.729, terwjjl de belasting in hoofdsom over een vol jaar met 15.80 pet toe nam en kwam op f 6.285.862.93'/5. De bevolking steeg intussohen met 8.51 pet. Op elke 10 pcrccelen in 1897 worden 79 personen gevon den tegen 72 in 1903. Dat wjjst dus op eenige verbetering in woningtoestanden, en dat te meer daar do betaalde hunr per per ceel eenigszinB daalde. De belastingopbrengst klom in verband met absoluut vermeerderde huurwaarde van t 1.09 tot f 1.16 per hootd der bevolking. Het aantal haardsteden vermeerderde in dezelfde jaren mot 9 67 pot., dat is dus 1.16 pet. meor dan do bevolkingstoeneming. De absolute opbrengst der belasting nam met pl m. 3.4 pot. toe en daalde per haardstede van 21 tot 20 ot. en por bovolkingshoofd van f 1.37 tot i 1.29. Het aantal haardsteden nam toe van 22 tot 28 per 10 woningen. Het aantal per ceelen met 2, 3 of 4 haardsteden steeg, dat met 5 en meer daalde. De vermeerdering van het totaal haardsteden kwam bjjna uitsluitend ten goede aan de meer bescheiden woningen. Wat het meubilair aangaat kan de verge lijking niet doorgevoerd worden, aangezien de statistiek geen gegevens beeft over 't aantal aanslagen in 1897. Do totaal-aanslag steeg echter niet met een even hoog percentage als de bevolking; bedenkt men echter dat mede tengevolge van den vrjjen invoer de meubelen in prjjs daalden, zoo sohjjnt het niet waar- schjjnljjk dat de geringe relatieve daling alleen is te vinden in de prgsdaling der meubelen. Wat de dienstboden betreft, het aantal ge zinnen met een of twee dienstboden nam toe met ruim 10 pot., terwjjl het aantal met drie of meer slechts met 2 pot. vermeerderde. De huishoudens met éen dienstbode namen zelfs met 11 pof. toe. De opbrengst der belastingen wegens het houden van dienstboden boven 21 jaar steeg met 6.52 pot, zoodat per dienstbode f 0.20 minder behoefde te worden opgebracht. Hier is de progressie zwakker gaan werken, omdat de gezinnen met meer dan twee dienstboden minder sterk toenamen dan die met één of twee. Voorts bleek uit de statistiek, dat in mindere mate gebruik wordt gemaakt van dienstboden onder 21 jaar. Dit aantal daalde met 2.71 pet. Het bedrag der rjjwielbelasting steeg van f 127.421 op f 222.259, het aantal, waarvan belasting betaald werd, van 94.370 tot 187.859. Dit geldt de jaren 1899 en 1903 Uit de statis tiek bljjkt tevens dat 59 06 pet der rjjwielen in 't bezit is van personen, die een huis be wonen met een huurwaarde van i 100—f 600 en bjjna 30 pol der rjjwiolhouders verwonen minder dan f 250. De fietsen, waarvan f 0.50 belasting wordt betaald, namen hot sterkst toe, nl. met 168.5 pet. De peraoneele belasting in haar geheel werd opgebracht in 1897 door 620.982 personen en in 1903 door 769.022, dat is dus een toeneming van 23.8 pet, terwjjl de bevolking met 8.51 pet 9teeg. Het aantal aanslagen klom van 125 tot 143 per duizend inwoners. De hoofdsom nam toe met f 1.087.267,15, of 12.23 de opcenten meegerekend, is deze stgging f 2.813.337.366, d. i. ruim 20 Per hoofd vermeerderde het bedrag van t 2.83 tot t 3.13; per aanBlag daalde hot van f 22.53 op f 21.93. Dus moet de groei vooral worden ge zocht in tooneming van hst aantal personen, die in staat werden bevondon betere huizen te bewonen, moer vertrokken te verwarmen, rjjwiel te houden of iets dergoljjks. Wat nu de accjjnzen betreft, van die op het geslacht steeg do opbrengst van 1894—1903 ruim 21 pet. Een globale berekening, hierop gesteund, doet zien dat het vleeschverbrnik por hoofd der bevolking steeg van 11.5 op 13.2 KG. Werd in 1899 11.80 KG. suiker per inwoner geoonBumeerd, in 1903 wa9 doze hoeveelheid 13.50 KG. De accjjns op wjjn en gedistilleerd daalde ten minBte in verhouding tot de bevolking. Het gebruik van gedistilleerd was in 1891 nog 8.37 L. per hootd per jaar en in 1903 7.82 L. 't Gebruik van wjjn daalde van 1.93 op 1.64 L. De bierbelasting wjjst echter een geringe toe neming aan maar het verbruik neemt in de laatste jaren at. 32.09 L. in 1901 werd 30.67 in 1903. De belasting op gouden en zilveren werken steeg per hoofd van 4 op 6 ot. Ten slotte behandelt mr Heringa ook enkele gegevens omtrent de bedrjjts- en vermogens belasting. De bedrijfsbelasting gat van '97/'98 tot '02/'03 een absolute stgging van 23.73 pCt. Het aan tal aanslagen nam toe inot 16.69 pet. en dat terwjjl in drie jaren de gemiddelde bevolkings toeneming 6.82 pot. is. Per hoofd werd opge bracht resp. f 1.10 en f 1.27s, di. dus bjjna 16 pot. meer. Het aantal aanslagen per 1000 in woners nam toe met 12.06 pet. en 't bedrag per aanslag mot 3 37 pet. Het aantal personen, die, zonder in de ver» mogensbelasting te vallon, een belastbaar in komen nit hun bedrjjf kunnen verdienen, nam toe met 21.29 pet., terwjjl het aantal dat tevens in de vermogensbelasting was aangeslagen steeg met 8.91 pet. Het aantal personen met meer dan 2 ton vermogen steeg met 15.11 pet. Uit de cjjfers bljjkt voorts dat de vermeer dering van het aantal aangeslagenen voor ruim 94 pet. te stollen valt op rekening van hen die alleen uit arbeid moeten loven. Nog wjjzen de gegevens van naamlooze vennootschappen en coöperaties op vooruitgang der volkswelvaart. De schrjjver besluit: de vermeerderde op- brongst der inkomstenbelasting toont dus, de beweringen der proteotionisten ten spjjt, toe neming van welvaart; de stgging van het aandeel daarin dor bevolkingsgroepen met kleine inkomens bowjjat de onjuistheid van de veel beweerde samentrekking van hot kapitaal in enkele handen der distributie van den volks rijkdom in ruimere kringen, toont het tegendeel aan van de tundamenteele stelling der socialisten ACHTURIGE WERKDAG. In de Yereonigde Staten van Amerika is reeds in 1892 in bjjna alle bedrjjven van- het Bjjk zelf de achturige arbeidsdag ingevoerd. De Landsrogeering heeft voor eenigen tjjd een voorstel gedaan aan het congres, om ook aangenomen worken voor het gouvernement slechts den achtnrigen arbeidsdag toe te laten. Het Congres stelde naar aanleiding daarvan een onderzoek in naar de werking van dezen achtnrigen dag en de mogelijkheid om hem aldus door te voeren. Van 24 groote onder nemers, die gewoon waren voor het gouver nement te werken, werd het oordeel gevraagd. Eenstemmig waren zjj van meening dat in voering van den voorgestelden maatregel duur zou uitkomen voor het rjjk. De hellt ver klaarde zelfs dat ze op die voorwaaiden niet meer voor hot gouvernement zouden kunnen werken. Het congres intussohen wilde zelf een ver gelijking maken en besloot daarom van twee eerste klasse Blagsohepen, die het noodig had, een te -laten maken op een private werf en een op de rgkswerf, waar volgens bovenge noemde wet do achturige werkdag reeds ge- ruimen tjjd is ingevoerd. De Connecticut zou gobouwd worden op de Staatswerf te Brooklyn, de Louisiana bij de Ne'oport-News Shipbuilding and Drtjdock Cij te Newport-News in den Staat Virgina, waar tien uren per dag gewerkt wordt. De schepen zouden volkomen geljjk worden van bouw, grootte en materiaal. Omdat bjj de romp voor namelijk handenarbeid te pas komt en slechts weinig maohinaal work, jwerd besloten Biet den geheelen vorm dor beide schepen te ver gelijken maar alleen die van de rompen. Het Sociaal Weekbladwaaraan het boven staande ontleend i9, geeft nu den uitslag in verschillende cjjfers. De slotsom daarvan is dat de Louisiana van stapel liep na 568 dagen van 10 uur en de Connecticut na 570 dagen van 8 uur. De eerste was toen voor 54.5 pot. gereed, de tweede voor 53.6 pet. Aan de eerste was 12.216.154 pd. staal ver werkt, aan de tweede 11,391.040 pd. Het aantal arbeidsuren bedroeg bjj de eerste 2 413.888, bg de tweede 1.808.240. Er was dus per dag en per man aan de Loui siana 50.608 pond verwerkt, aan de Connectie ut 50.396 pond. Maar daarvoor was dan ook do arbeidsdag bg de eerste 10 uur en bjj de tweede 8 uur. Beter is het dus te zeggen, dat bg de eerste por uur en per man 5.0608 pond werd ver werkt, bg de tweede 6.2995 pond. Met andere woordennet arbeidsproduct van den man, die 8 uur per dag werkte, was per uur bjjna liooger dan dat van den man die 10 uur per dag werkte. Hot verslag over deze proefneming van don minister van handel voegt aan deze cjjfers nog het volgende toe Op do rgkswerf worden hoogere loonen be taald on is hot geheele jaar door meer gere- gold werk dan op de private werven. Al deze omstandigheden lokken daarheen de beste krachten. Maar bovendien werd er gewerkt met grooten jjver, ten eerste omdat een tweede schip aan de rgkswerf zou worden opgedragen, als do proef ten gunste daarvan uitviel, ton tweede omdat de arbeiders zelf hun beBt deden om te toonen aan het land, dat de achturige arbeidsdag de beste was. Dit alles had de rgkswerf ongetwijfeld voor op de andere. Tegelgkertjjd met deze proefneming was een schrijven gericht aan 396 groote ondernemin gen, die in de laatste jaren den arbeidsdag belangrjjk hadden verkort en wel minstens tot 9 uur waren afgedaald, Van deze verkorting hadden 129.102 personen geprofiteerddus gemiddeld 325 per onderneming. Bjj 47 van de 396 of bjjna 12 bedroog do arbeidsdag 8 uur of 48 per week. Bjj 57 of 14 4 werd nog bovendien des Zaterdags slechts 4 uur gewerkt, dus per week slechts 44 uur. Voornamelijk zjjn dit bouwonderne mingen in de groote steden. Bg 316 van de 396 bedrgven (bjjna 1/t) was de arbeidsduur kort zonder dat daardoor ket loon was afgenomen. Bg 25 was oen daling van het loon hot gevolg geweest, intusBchen naar verhouding geringer dan de verkorting van den arbeidsduur. Slechts in 13 gevallen was het loon evenveel of meer gedaald dan de arbeidsdag. Daarentegen was in 42 bedrgven het loon zella gestegen. Over de productiekosten hadden 334 onder nemingen inlichtingen gegeven. Daarvan ant woordden 37 (11 percent) dat hnn productie kosten niet verhoogd waren door do verkorting van don arbeidsdag. Daarentegen antwoord den do andere 297 (89 percent) in tegenovor- geateldeu zin. TWEEDE KAMER. Vaccinewet. Bg de Kamer is ingekomen het verslag (le gedeelte) van de aideelingen omtrent het wetsontwerp tot nadere wgziging en aanvulling der wet van 4 December 1872 fStbl, no 134,1 tot voorziening tegen besmettelijke ziekten. Het wetsontwerp werd den 17 en 18 Juni 1903 in de aideelingen onderzocht. Op 28 Juni 1904 werd aan de regcering toegezonden het naar aanleiding van dat onderzoek opgemaakte verslag. Den 26en Juni 1905 heeft de sommissie van voorbereiding van den minister van binnon- landsche zaken de Memorie van antwoord ont vangen, wolke Blechls 4 bladzgden beslaat, en een gewgzigd ontwerp van wet. In den tegenwoordigen politieken toestand van onB land achten wjj een en ander niet zoo gewiohtig om daarvoor in onB blad de vor- eisohte groote rnimte at te staan. Bovendien nieuwe gezichtspunten over de kwestie zien wjj daarin niet geopend. KORTE MEDEDEELINGEN VERGADERINGEN. Do Ned. Journalistenkring hield Zaterdag en Zondag te Amsterdam zjjn jaarvergadering. De avondvergadering van Zaterdag was, op verzoek van eenige leden, belegd ter bespre king van het uittreden van dr A. Kuyper als eerevoorzitter. In een langdurig, in waardeeronden toon gevoerd debat werden eenerzgds bezwaren togen de handelwjjzo van het bestuur in deze ingebracht, anderzijds deze verdedigd. De slotsom was dat de volgende motie werd voorgesteld door de eereleden Heyermans en Van Duyl: >De vergadering, gehoord de debatten over het door dr Kuyper genomen ontslag als eerevoorzitter; overwegende dat uit dit debat voldoende is gebleken hoe algemeen dr Kuypers groote verdiensten jegens de journalistiek worden gewaardeerd en betreurd wordt dat hg ge meend hoeit dit ontslag te mooten nomen, gaat over tot de orde van den dag." Deze motie werd aangenomen met 42 tegen 6 stemmen en 8 blanco (de bestuursleden ont hielden zich)4 leden, die met den trein huiswaarts moesten, waren vertrokken. Met deze aanneming verviel een andere motie waarbjj de >foop der zaak" werd betreurd." De zaak van den heer Vierhout te Semarang (persgeheim en verschooningsreoht van den journalist) werd, in verband met de debatten m de jurietenvereeniging, aangehouden tot een opzetteljjk daarvoor te beleggen buitengewone vergadering. Besloten werd intusscben met algemeene stemmen, aan den heer Vierhout de sympathie der algemeene vergadering te betuigen. BaNOEffllKUEN, ENi. Bjj kon. besluit: is gedet. bg het pers. van den geneesk. dienst van het leger in Nederl.-Indië voor 3 jaren de off. van gez. lsto kl. J. J. F. M. Nooren, van het pers. van den genoosk. dienst der landmacht zjjn benoemd tot ridder in de orde van den Ncderlandschen Leeuw: mrC. Sternborg,kanton rechter, de hooiding. bjj de dir. dor nrt.-inr., ft. Witte, en dr C. A Scheltema, hoogl. aan de Techn. Hoogeechoolin do orde vun Oranjc-Nassautot off. de majoor l'. J. Geill, van het 4de reg inf.; tot commandour J. Kraus, reotor-magnificus van do Techn. Uooge- school; tot ridder A. J. Kipp, wethouder, J. C. de Kleyn, lid van den rund, mr L. A. Bybau, Beerdr J. Thomoo, maj. comm. d. d.d. schutterij en dr J. Groenewegon, predikant bg de Ned. Her. gemeente, allen te Delft; iB benoemd tot off. in de orde van Oranje Nassau B de Jong, rof. bjj hot dop. van water staat enz.; is aan mr E. R. II. Rogont, op vorzoek, eervol ontslag verleend als off", van justitie bg de arr.-reohtbank te Roermond ia benoemd tot secr van het college van curatoren der technische hoogeschool R. A. 1. Snethlage, ingenieur, oud-consul-gen. der Zuid- Afr. republiek to Amsterdam Het dep. van buitenl. zaken geelt aan be langhebbenden in overweging, om, alvorens in rela'ie te treden met den hoer F. Kaiser, agent en commisaionnair to Hamburg, Grosser Burstah 25, zich tot het dep. om inlichtingen te wenden, In het begin van November 1905 zal oen vergelijkend onderzoek worden gehouden voor de betrekking van adspirant-opzichtor dor tele graphic, waarvoor 5 plaatsen wordon openge steld. De adspirant-opzichtors genieten eene be zoldiging van f 50 per maand nadere inlich tingen geeft de Stel. no 160. Oost-In dië. CELEBES. De correspondent te Batavia vnn de N. R. Cl soinde Maandag: Bjj een prauwonderzoek op de reede van Badjowa zjjn vermoord de luitenant ter zee Theunissen en de matroos De Buok. Het blad teekent hiorbjj het volgende aant Badjowa is de voornaamste roede van Boni, waar onze maritieme macht vereenigt ligt. Dadeljjk na het ontvangen van het weigerend ant woord van den vorst van Boni werd dit rjjk voor allen uit- en invoer gesloten. Hiermede werd onze marine de zware taak op de schouders gelegd een nauwkeurig toezicht te houden op alle inlandsche vaartuigen. Gelukt het zulk een vaartuigje aan te houden, dan is het voor onderzoek der lading noodzakelgk, dat een detachement aan boord gaat. Dit zal hier ook geschied zjjneenmaal onze officieren en ma trozen aan boord ziende, zal de bemanning amok gemaakt hebben en als slachtoffers vielen de luitenant ter zee 2e klasse H. Theuniesen, dienende in de rol van Hr Ms Siboga, en de matroos De Buck. Dit zjjn dus de eerste slaoht- offors van de eigenljjke Boni-expeditie. Badjowa is ook vroeger als ontschepingsplaats gebruikt door onze troepen, bjj ve-schillonde expedities tegen Bonivan 1859 tot 1860 is het door onze troepen bezet geweest. Blgkens eone advertentie in dit nommer wil men bg genoegzame doelneming op 18 Augustus in onze stad een concert doen geven door hot muziekkorps van hef regiment grena diers en jagers onder directie van den heer N. A. Bouwman. Het zou een groot voorrecht zgn indien dit kon plaats hebben. Van zeer bevoegde zgde hoorden wg nog dezer dagen dat dit korps onder de eminente leiding van den vroegeren kapelmeester van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1905 | | pagina 1