SB. mte. V rijdag 23 December. Uit Stad en Provincie. 'S, de. Middelburg 22 December. Kameroverzicht. Cur. Irs, N°. 303. 147' Jaargang. 1904, Bij deze courant behoort een Bytoegse. Verzuimde of onjuiste aangifte voor den hootdelijken omslag. rechtszaken. lettebËÏTen kunst. 7 5 ons M IRUK- APPIJ. dag. |e. ssingen, geoor- |r. gezin- ngs-arti- Tan de Wag, be te 6 nur gankelgk huisge- Daarna s op de 8 Jan. is op de 1J. Jan. PS. ïualand llied en AflHNT teflectan- ichiktheid jjk aan te reau dezer enst, kun- verkoop- aocht iëo, onder NIJGH iet Jong- t. voor- i. D'HUIJ. aenoodigd Ider. nk DAG- 'ANOY. TERDAM. er. Eotterbi. uterd. tjjd a». 8.80 I, 8.30 8.30 engewone aangekon- ertrekkem, oinroeping de rem* legenheid, t 5.50 xrar i bereiken GOBS. 2itrUutt: Oam. 2. M) (0 JO 0 to 0 1.30 1.- 1.80 1.80 1.30 jddeiburg. MIDDELRIIRGSCHE COURANT. Deze eoarant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatBen in Nederland franco pp., 2. Afzonderlijke nummers kosten 5 cent. THEBHOnüTER EN VERWACHTING. 22 Dec. 8 u. vm. 36 gr., 12 u. 39 gr., av. 4 n. 40 gr. F. Verwacht: zwakke wind, licht bewolkte lucht, droog weer, weinig verandering in temperatuur. AdvertentiSn20 cent per regel. Bij abonnement veel lager. Geboorte-, dood- en alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer 20 cent. Beclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig nit Zeeland, betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het AJgwmeeu' A4¥crteatte-Bnr**a A. DE LA MAR Ai., N.l. Voorburgwal M#, Amsterdam. Maandagavond, Tweeden Kerstdag, verschijnt de Middelburgsche courant niet. Burgemeester en wethouders van Mid delburg hebben bij den Gemeenteraad een voorstel ingediend om de verordening op de heffing van hoofdelijken omslag nader vast te stellen en daarin o. m. eene straf bedreiging op te nemen tegen hen, die bij reclame in het ongelijk worden gesteld. De bepalingen van hun voorstel, welke hierop betrekking hebben, zjjn de volgende »A r t. 9. Door burg. en weth. wordt een door den raad vastgesteld aangifte-biljet gezonden a aan ieder enz. >Elk belastingplichtige is verplicht dit aan gifte-biljet naar waarheid in te vullen." »A r t. 12. De aanslag, die na reclame wordt vastgesteld oi gehandhaafd en waartegen geen beroep meer openstaat, wordt verhoogd met vgfen twin tig ten honderd van den aanslag, indien de aangeslagene geene aangifte heeft .gedaan en vijfentwintig ten honderd van de verhooging der belasting indien de aangifte te laag iB gedaan." (Terloops zij opgemerkt dat een stuk of wat komma's in art. 12 lang niet misplaatst zouden zijn geweest). Wie zich herinnert wat, eenigen tijd ge leden, in dit blad is geschreven over ont duikingvan plaatselijke belasting, zal kun nen begrijpen dat het gemeentebestuur omziet naar middelen, om daaraan paal en perk te stellen. Maar de vraag mag geop perd worden, of daartoe de juiste weg wordt ingeslagen. En dat betwjjfelen wij.*) Voor de motiveering van dien twijfel zullen wij onze lezers moeten vermoeien met de aanhaling van eenige wetsartikelen en uitspraken van ons hoogste rechterlijk ooilege. De lectuur zal waarschijnlijk voor de meesten wel wat droog zjjn, maar wij vertrouwen, dat zij met het oog op het belang, dat bij de zaak gemoeid is, zich er zullen doorslaas. De Gemeentewet bevat met het oog op het onderwerp, dat ons bezig houdt, een tweetal artikelen, nameljjk »Art. 271. Ontduiking of overtreding ter sake van plaatseljjke belastingen, de poging daartoe of de medeplichtigheid daaraan, wordt gestraft met geldboete verbeurdverklaring van hetgeen het voorwerp der ontduiking of overtreding of poging daar toe is geweest; verbeurdverklaring van hetgeen waarin dat voorwerp was vervat, als vaatwerk, kisten, balen, manden, zakken, en dergelgke." »Art. 272. Als boete wordt uitgesproken tegen de handelaars, fabrikanten of trafi kanten, die een der in het vorig artikel be doelde overtredingen, ten aanzien van voor werpen, hun handel, fabrgk ot trafijk betref fende, hebben gepleegd, oi doen plegen, oi gepoogd te plegen of te doen plegen, het zes dubbele van de verschuldigde belasting, doch ten minste vjjftig gulden; tegen bedienden, arbeiders en knechts van handelaars, fabrikanten of trafikanten en tegen alle door dezen bezoldigde personen, welke, zonder last hunner meesters, met betrekking tot de voorwerpen, in de vorige zinsnede be doeld, een dier overtredingen hebben begaan, of gepoogd te begaan, het vierdubbele van de verschuldigde belasting, doch ten minste vgf en twintig gulden tegen andere personen, welke een dier over tredingen hebben begaan, het dubbele der verschuldigde belasting, doch ten minste vgf gulden tegen hen, die aan een dier overtredingen medeplichtig zjjn, het dubbele der verschul digde belasting, doch ten minste twee galden Bjj herhaling dier overtredingen kan de geldboete worden verdubbeld." Oppervlakkig zou men zoo zeggen wat hebben die artikelen met hoofdelijken om slag te maken? Bjj deze belasting kan toch Men zie onze jongste Zeeuwsche Omtrekken ia het nommer der Mirtd. Crt. van 12 Dec. Red. geen sprake zjjn van „verbeurdverklaring van hetgeen het voorwerp der ontduiking of overtreding of poging daartoe is geweest" evenmin van „handelaars, fabrikanten of trafikanten". Op dien grond meenden dan ook Gedep. Staten van Noord-Holland in 1886, dat de artt. 271 en 272 alleen van toepassing waren op overtredingen ter zake van belas tingen op voorwerpen van ver bruik. Maar de Hooge Raad was van eene andere meening. Bjj arrest van 16 Maart 1874 achtte hij de aangehaalde artikelen van toepassing op tolgelden, bij dat van 16 October 1893 op belasting op de honden. Bij laatstbedoeld arrest werd o. m. over wogen, dat „zoodanige overtreding ter zake van plaatselijke belastingen wordt straf baai- gesteld bij de artt. 271 en 272 der Gemeen tewet, zonder onderscheid of de verordening, in strijd waarmede eene handeling is ver richt of een verzuim gepleegd, die hande ling of dat verzuim al dan niet strafbaar stelt". Tot dusver is niet gebleken dat de Hooge Raad op deze meening is terugge komen. Men mag dan ook aannemen dat ons hoogste rechtscollege de artt. 271 en 272 der Gemeentewet ook toepasselijk acht op hoofdelijken omslag. Beschouwen wij nu den inhoud dier arti kelen nader in verband met het voorstel van Burg. en Weth. van Middelburgen met de zooëven genoemde overweging uit het arrest van den Hoogen Raad van 16 Oc tober 1893, dan bemerken wij het volgende. Het door Burg. en Weth. voorgestelde artikel 9 eischt van hem, die een aangifte biljet ontvangt, tweëerleilo hij is ver plicht het biljet in te vullen2o hij is verplicht, dat naar waarheid te doen. Schiet hij in een van deze twee verplich tingen te kort, dan pleegt hij een verzuim of verricht hij eene handeling in strijd met de bepalingen der verordening. Ook zonder dat de verordening die handeling of dat verzuim strafbaar stelt, is dit, volgens de overweging van den Hoogen Raad, geschied bij artt. 271 en 272 der Gemeentewet. De Rijkswetgever heeft dus reeds eene straf bepaald op datgene, wat Burg. en Weth. strafbaar willen stellen. Aan de aandacht van Burg. en Weth. onzer gemeente is dit niet ontgaan. Toch hebben zij gemeend eene andere strafbepaling te moeten foorstellen„deze straf," zeggen zij in de toelichting, „komt ons doeltref fender voor dan die, genoemd in art. 271 der Gemeentewet." Dit is eene quaestie van appreciatie, maar daarmede dringt men niet van de baan de vraag, of de nieuwe bepaling wettig zou zijn. En nu komt het ons niet twijfelachtig voor, dat de Raad onbevoegd is, omtrent een bij de wet geregeld onder werp eene afwijkende bepaling vast te stellen. De door Burg. en Weth. voorgestelde bepaling is, zoo zeggen zij ook nog in hunne toelichting, „ontleend aan de wet op de vermogensbelasting (art. 34) en op de be drijfsbelasting (art. 30)." Volkomen waar, maar daarmede wordt de bepaling niet ge wettigd wat de Rijkswetgever voor de Rijks belastingen mag regelen zooals hij verkiest, kan de Raad voor de plaatselijke belas tingen nog maar niet klakkeloos overnemen. Deze is gebonden aan de regelen van de wetgene is vrij, als ;hij maar de voor schriften van de Grondwet in het oog houdt. De eenige vraag, die bij de behandeling van de quaestie nog rijzen kan, is deze, of duidelijk is, wanneer een aangifte „naar waarheid" is gedaan. Over do beantwoording daarvan kan ver schil bestaan. Daaraan ware tegemoet te komen door eene bepaling in de gemeente verordening in den zin van het voorgestelde art. 12, maar met eenige wijziging, bijv. in dezen vorm „De aangifte wordt geacht niet naar waarheid te zijn gedaan, indien na reclamo de aanslag wordt vastgesteld of gehand haafd in een boogere klasse of naar een hooger inkomen dan op het aangiftebiljet is vermeld." H. Zitting van "Woensdag. Bg het voortgezet debat over de begrooting van Binnenlandscbe zaken is de zaak-Fabius weder op de proppen gekomen. Het zou werkeiyk merkwaardige resultaten opleveren als men de verklaringen in deze quaestie, in de laatste dagen afgelegd, eens naast elkander legde en aan een vergelijkend onderzoek onderwierp. Want boe meer er van «bevriende zjjde" getracht wordt die bedenkelijke zaak goed te praten, boe dieper deze inspecteur in den put geraakt. Want, nu wij er beden den beer Bjjle- veld over boorden en de nieuwste lezing van dr Kuyper er over vernamen, begrjjpen wjj er niets meer van. De beer Bjjleveld dan deed een heel verhaal, dat meer 's roans onnoozelheid dan zjjn door zicht eer aandeed. Hij vertelde dat het tegen woordig meer voorkomt, dat sollicitanten zich kerksch voordoen bjj een schoolopziener, die »wel die richting op wil". Onderzoekt men dan, dan bljjkt dikwjjls dat zjj van dat «kerkelijke" niets weten. Daar bjj stelde hjj het als een dood natuurljjke zaak voor, dat de schoolopziener vraagt of de sollicitant naar de kerk gaat, zijn kinderen gedoopt zjjn, enz. enz. Maar dit nu daargelatenIn de zaak- Fabius had men ook met zoo'n zich kerksch voordoend sollicitant naar eene betrekking in Indië te maken gehad, en dat de heer Fabius dit nu ontdekt had, strekke hem eerder tot lof dan tot afkeuring Het was niet de schuld van den heer Fabius, maar van dien zich «kerksch" voordoenden onderwjjzer! O. i. een te doorzichtige redeneering om er dupe van te worden. De Minister maekte er nog iets anders van. Een onderwijzer moet de jeugd tot «alle chriBteljjke en maatschappelijke deugden" op voeden. Ergo moet een onderwjjzer op «ker keljjk terrein" eenigszins op de hoogte zjjn, en is het dus niet af te keuren als een in specteur of een schoolopziener hem desbetref fende vragen stelt. Dit is lezing no. 2 Lezing no. 1 luidde dat de man niet be noemd was omdat zjjn «ontwikkeling" te wenschen overliet. Hg wist het onderscheid niet tusschen een christelijk historischen dominé en een gereformeerden dito. Zou het werkelgk niet loönend zjjn al deze lezingen eens naast elkander af te drukken De «vriendendienst" van don heer Bgleveld zou dan de gestie van den heer Fabius zeker in een beter licht stellen dan thans mogeljjk is. En de zelfvoldaanheid, waarmede het «voor- uitstrevend-clericaal" schoolhoofd uit Amster dam deze verdediging voordroegDe heer Fabius mag hem wel extra bedanken De dag van heden, geheel aan het onder- wgs gewgd, leverde overigens niet veel van belang op Hooger en Middelbaar onder wgs was reeds vóór de koffiepauze afgedaan. Over het museum te Leiden viel de heer De Stuers, die zich meer en meer als een «lastig" coalitielid begint «aan te dienen", den Minister hard. Hg had het over de «moppen" van dr Kuyper en zgn «chicanes", wat hem een berisping van den voorzitter op den hals haalde. Maar de heer De Stuers had volmaakt ge- lgk. Dr Kuyper antwoordde met «moppen". In den namiddag kregen wg de onvermg- deigke speech van den heer Dolk over de spraakgebrekkigen. Daarop antwoordde dr. Kuyper met een betoog over lange zinnen in het Nederlandsch, en het «syntaxtisch door zicht" in die lange zinnen en andere, soortge Igke opmerkingen. Verder klaagden deheeren Ketelaar, Ter Laan en Arts over schoolopzie ners, klachten waarvan dr Kuyper zich met een Jantje van Leiden afmaakte. Veel had dit debat niet om het lgf. Trouwens dr Kuyper scheen vermoeid hg was soms bgna onver staanbaar en de Kamer niet minder. Morgen slot «Waterstaat" en dan «Oorlog" In de Woensdagavond door de Vrijzinnig Democratische kiesoereeniging te Middelburg gehouden leden-vergadering werd door den voorzitter, den heer Herman Sngders, namens het bestuur, met het oog op de verkiezing voor een lid der Provinciale Staten in het district Middelburg vacature Wisboom Verstegen als candidaat voorgesteld de heer H. P. den Bouwmeester. De voorzitter deed dit zonder verdere aan beveling, omdat hg die overbodig achtte maar hg nam wel de gelegenheid te baat om den heer Den Bouwmeester dank te zeggen voor zgne bereidwilligheid om zich weer beschikbaar te stellen en daardoor de kiesvereeniging de ge legenheid te bieden hem te candideeren. Bg acclamatie werd daarop de heer Den Bouwmeester door de vergadering candidaat gesteld. De voorzitter deelde tevens mee dat de heer dr A. van Raalte uit Dordrecht Woensdag 4 Jan. in eene openbare vergadering zal optreden om te spreken over «De valsche leuze". Aan het verslag omtrent den staat der Rgksverzekeringsbank en hare werkzaamheden in het jaar 1903, opgenomen in eenbgvoegsel tot de St. Crt no. 300, is, wat Zeeland be treft, het volgende ontleend Voor die provincie waren als deskundige geneeskundigen ingeschreven 78 Nederlandsche en 12 Belgische deskundigen. In 7 gemeenten lieten zich de geneeskun digen niet inschrgven. 21 apothekers, 52 apotheekhoudende genees kundigen en 5 handelaren in heel- of verband middelen werden ingeschreven. Het aantal met de bank in relatie staande inrichtingen ter verpleging bedraagt 11, n.l. ziekenhuizen. Het aantal ingediende klaagschriften bg den raad van beroep te Middelburg was 11. Het getal aangiften van ongevallen bedroeg in de provincie 1523 en schadeloosstelling werd toegekend in 1422 gevallen. In 78 werd geen schadeloosstelling gegeven en 21 zgn nog in behandeling. De soldaat J. v. D., van wiens treurige daad in den nacht van Zaterdag op Zondag reeds melding werd gemaakt, is Woensdag avond aan de gevolgen van die verwonding in het militair hospitaal alhier overleden. Woensdagavond, tusschen 6 en 7 uur, ontstond in een perceel aan de Lange Burg alhier een schoorsteenbrand. De groote hoeveelheid rook en de vonken lokten een aanzienlgk publiek. De slangenwagen van'het stadhuis rukte uit, doch behoefde geen dienst te verleenen, daar het vuur weldra was gedoofd, De heer D. Wisboom Verstegen alhier is Woensdag voor de rechtbank te Dordrecht beëedigd als notaris aldaar. In de Woensdag avond te 'i Graven polder gehouden jaarvergadering van de Vereenig 'ng tot aankoop van kunstmeststoffen bleek dat dit jaar aan de leden zgn geleverd: 747 balen superphosphaat, 497 balen amm. supph. en 106 balen chilisalpeter. De heer C. Kosten werd met algemeene stemmen herkozen als bestuurslid, terwgl in plaats van den heer J. Verhulst, die niet meer in aanmerking wenschte te komen, gekozen werd de heer J. Rgk. Aanwezig waren 22 leden Bg den landbouwer Driedgk onder Ovezande is een levenloos kalf met twee koppen en acht pooten geboren Dinsdagavond gaven de heer B. Delmonte en mevr. Malt. Kièhl, beiden uit Amsterdam, te Schojondgke een goedgeslaagde voordrach ten-avond voor een talrgk publiek. Onder meer werd zeer goed tengehoore ge bracht Onde Sientje van Van Maurik. Ernst en luim, waarvan het laatste het leeuwendeel had, wisselden elkaar af Na afloop werd nog een gezellig dansje gemaakt, waarna men eerst in de kleine uurtjes scheidde. In de week van 14 tot en met 20 Decem ber kwamen in Zeeland voor 7 gevallen van diphtheritis, en wel 1 te Axel, 2 te Hulst, 1 te St. Philipsland, 1 te Stoppeldgk en 2 te Westdorpe, benevens 1 geval van roodvonk te Oost- en West Souburg. Vrgdag den 13den Januari zal voor de arrondissements-rechtbank alhier worden behandeld de zaak tegen P. H. T., 19 jaar kantoorklerk, geboren en wonende te Vlissin- gen, thans in hechtenis in het huis van be waring te Middelburg Hg wordt vervolgd wegens diefstal van gelds waardig papier op een bookmakerskantoor te Vlissingen. In deze zaak zullen vanwege het openbaar ministerie acht getuigen worden gedagvaard Raad van Beroep Ongevallenverzekeringte Middelburg. In de heden (Donderdag) alhier gehouden openbare terechtzitting had de uitspraak plaats in de zaak van J. v, d. Hte Kortgene, als vertegenwoordiger van zgn minderjarigen zoon P. A v. d H., tegen het bestuur der Rgksver- zekeringsbank, waarbg werd bevestigd de be slissing van het bestuur dier bank dd. 12 Sep tember 1904, waarbg klagers vordering ont vankelgk werd verklaard en deze als ongegrond werd ontzegd. De Raad was, op grond van de verklaringen van den deskundige, met wiens conclusiën hg zich vereenigt, in verband met hetgeen als vaststaande is aangenomen, van oordeel dat het letsel, dat P. A. v. d. H. heeft getrof fen, niet is veroorzaakt door «en ongeval, dat hem in verband mét de uitoefening van zgn bedrgf ig overkomen. Voorts werd, met bevestiging van de beslissing van het Bestuur der Rgksverzekeringsb&nk dd. 24 September 1904, ongegrond verklaard en de vordering aan klager ontzegd, in zake K, C., Westkapelle, waarbg de Raad, op grond van de verklaringen en overnemende de conclusiën der getuigen-deskundigen, van oordeel is datC op 3 Augustus 1904 niet meer ongeschikt Was tot werken. De instructie in zake den bekende moord, gepleegd op een kastelein aan de Groote Markt te 's Gravenhage, is gesloten De openbare behandeling dezer zaak kan binnenkort worden tegemoet gezien. In de bovenachterzaal van de sociëteit St. Joris alhier had Woensdagavond voor een niet overtalrgk publiek de door de vereeniging Voor de Kunst belegde bgeenkomst plaats, waarin de heer J. F. Verster, uit Amsterdam, zelf een der grootste verzamelaars van ex-libris in ons land, een lezing zou houden over deze voorwerpen. Hg begon zgn voordracht met een korte historische herinnering van het ontstaan der boekmerken. Toen de uitvinding der boekdruk kunst honderden gelgke exemplaren van een zelfde werk verspreidden, werd door de bezitters de behoefte gevoeld aan een middel om een eigendomsmerk aan het boek te geven. Eerst trachtte men dat te doen door een kenmerk te plaatsen op den band, door er bgv het familiewapen op te zetten, maar spoedig kwam de ex-libris in gebruik, het etiquet, sommige alleen met den naam, sommige met heraldieke, anderè met kunst-teekening. Het werd op de binnenzgde van het boek geplakt. Spoedig werd dat gebruik algemeen in alle beschaafde landen, en kunstenaars van naam wendden hun kracht aan voor het teekenen van ontwerpen, zoodat de ex-libris behalve voor heraldiek en genealogie een goede hulpbron vormen voor de kennis van de graveerkunst. In de vorige eeuw ontwaakte de lust tot het aanleggen van verzamelingen van ex-libris, en het grootste deel der voordracht van den heer Verster was gewgd aan een wel wat erg gedetailleerde beschrgving van den omvang, die deze beweging heeft genomen. Voor velen onzer lezers, aan wie het bestaan van ex-libris ter nauwernood bekend was, zal het zeker iets nieuws zgn te vernemen, dat er in het buitenland in sommige musea openbare verzamelingen van ex-libris bestaan dat er in verschillende landen vereenigingen van ex- libri8-verzamelaars zgn opgericht, die hun eigen tgdschriften uitgeven; dat er dikke boeken over zgn geschreven dat er veilingen van worden gehouden met een specialen catalogus, enz. In Engeland bestaan verzamelingen van 70.000 en 50.000 exemplaren! In ons land hebben we geen openbare verzamelingen en is het aantal verzamelaars gering. Maar het neemt toe, en eveneens het aantal van de per sonen die weer ex-libris voor hun boeken gaan gebruiken Vervolgens sprak de heer Verster over de spreuken die op de ex-libris staan Er zgn alleraardigste versjes onder, die de bedoeling hebben er den leener van het boek aan te herin neren dat hg het boek gauw terug moet geven. Aardig was ook wat de heer Verster mee deelde over hetgeen hem zelf is overkomen toen hg uit een Fransch boek uit het laatst der 18de eeuw een ex-libris los weekte, waarop de naam van een zekeren citoyen X. stond. Toen hg dat ex-libris er af had, vond hg er onder een ander van denzelfden persoon, maar daarop aangeduid als vicomte, met een lange reeks van titels en waardigheden er achter. Na deze «theorie" volgde de «praktgk." D.e ex-libris, die de heer Verster in zgn voordracht had besproken, werden door de aanwezigen in de hand genomen en bekeken, waarbg de in leider de noodige toelichtingen gaf. Daarna begaven de aanwezigen zich naar de tentoon stellingszaal om de geëxposeerde ex-libris in oegenschouw te nemen, weer onder toelichting van den heer Verster. Deze rubriek der tentoonstelling geeft geen overzicht. Dat is ook onbegonnen werk; men denke slechts aan die verzameling van 70.000 exemplaren! Maar men krggt er een goed denkbeeld van wat ex-libris zgn. Behalve eenige honderden exemplaren, inge zonden door den heer Verster, vindt men er een fraai gesorteerde collectie van den heer J B. J. Kerling in Den Haag, en voorts inzendingen van mevr. LogemanVan der Willigen te Gent (waaronder verscheidene moderne van bekende Vlamingen); van den heer P. J. Burgersdgk te Leiden, en van mej. M. de Man alhier. 9 Bg den uitgever 8. L. van Looy te Amster dam is een Nederlandeehe bewerking verschenen tan Jean Jaurès' Geschiedenis der Fransche reoolu-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1904 | | pagina 1