SB.
mte.
V rijdag
23 December.
Uit Stad en Provincie.
'S,
de.
Middelburg 22 December.
Kameroverzicht.
Cur.
Irs,
N°. 303.
147' Jaargang.
1904,
Bij deze courant behoort een Bytoegse.
Verzuimde of onjuiste aangifte
voor den hootdelijken
omslag.
rechtszaken.
lettebËÏTen kunst.
7
5 ons
M
IRUK-
APPIJ.
dag.
|e.
ssingen,
geoor-
|r. gezin-
ngs-arti-
Tan de
Wag, be
te 6 nur
gankelgk
huisge-
Daarna
s op de
8 Jan.
is op de
1J. Jan.
PS.
ïualand
llied en
AflHNT
teflectan-
ichiktheid
jjk aan te
reau dezer
enst, kun-
verkoop-
aocht
iëo, onder
NIJGH
iet Jong-
t. voor-
i. D'HUIJ.
aenoodigd
Ider.
nk DAG-
'ANOY.
TERDAM.
er.
Eotterbi.
uterd. tjjd
a». 8.80
I,
8.30
8.30
engewone
aangekon-
ertrekkem,
oinroeping
de rem*
legenheid,
t 5.50 xrar
i bereiken
GOBS.
2itrUutt:
Oam. 2.
M)
(0
JO
0
to
0
1.30
1.-
1.80
1.80
1.30
jddeiburg.
MIDDELRIIRGSCHE COURANT.
Deze eoarant verschijnt d a g e 1 ij k smet uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs, per kwartaal, zoowel voor Middelburg als voor alle plaatBen in Nederland franco pp., 2.
Afzonderlijke nummers kosten 5 cent.
THEBHOnüTER EN VERWACHTING.
22 Dec. 8 u. vm. 36 gr., 12 u. 39 gr., av. 4 n. 40 gr. F. Verwacht: zwakke wind,
licht bewolkte lucht, droog weer, weinig verandering in temperatuur.
AdvertentiSn20 cent per regel. Bij abonnement veel lager. Geboorte-, dood- en
alle andere familieberichten en Dankbetuigingen van 1—7 regels 1.50; elke regel meer
20 cent. Beclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats, die zij innemen.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames, niet afkomstig nit Zeeland, betreffende
Handel, Nijverheid en Geldwezen, is uitsluitend gerechtigd het AJgwmeeu' A4¥crteatte-Bnr**a
A. DE LA MAR Ai., N.l. Voorburgwal M#, Amsterdam.
Maandagavond, Tweeden Kerstdag,
verschijnt de Middelburgsche courant niet.
Burgemeester en wethouders van Mid
delburg hebben bij den Gemeenteraad een
voorstel ingediend om de verordening op
de heffing van hoofdelijken omslag nader
vast te stellen en daarin o. m. eene straf
bedreiging op te nemen tegen hen, die bij
reclame in het ongelijk worden gesteld. De
bepalingen van hun voorstel, welke hierop
betrekking hebben, zjjn de volgende
»A r t. 9. Door burg. en weth. wordt een door
den raad vastgesteld aangifte-biljet gezonden
a aan ieder enz.
>Elk belastingplichtige is verplicht dit aan
gifte-biljet naar waarheid in te vullen."
»A r t. 12. De aanslag, die na reclame wordt
vastgesteld oi gehandhaafd en waartegen geen
beroep meer openstaat, wordt verhoogd met
vgfen twin tig ten honderd van den aanslag,
indien de aangeslagene geene aangifte heeft
.gedaan en vijfentwintig ten honderd van de
verhooging der belasting indien de aangifte
te laag iB gedaan."
(Terloops zij opgemerkt dat een stuk of
wat komma's in art. 12 lang niet misplaatst
zouden zijn geweest).
Wie zich herinnert wat, eenigen tijd ge
leden, in dit blad is geschreven over ont
duikingvan plaatselijke belasting, zal kun
nen begrijpen dat het gemeentebestuur
omziet naar middelen, om daaraan paal en
perk te stellen. Maar de vraag mag geop
perd worden, of daartoe de juiste weg wordt
ingeslagen. En dat betwjjfelen wij.*)
Voor de motiveering van dien twijfel
zullen wij onze lezers moeten vermoeien
met de aanhaling van eenige wetsartikelen
en uitspraken van ons hoogste rechterlijk
ooilege. De lectuur zal waarschijnlijk voor
de meesten wel wat droog zjjn, maar wij
vertrouwen, dat zij met het oog op het
belang, dat bij de zaak gemoeid is, zich er
zullen doorslaas.
De Gemeentewet bevat met het oog op
het onderwerp, dat ons bezig houdt, een
tweetal artikelen, nameljjk
»Art. 271. Ontduiking of overtreding ter
sake van plaatseljjke belastingen, de poging
daartoe of de medeplichtigheid daaraan, wordt
gestraft met
geldboete
verbeurdverklaring van hetgeen het voorwerp
der ontduiking of overtreding of poging daar
toe is geweest;
verbeurdverklaring van hetgeen waarin dat
voorwerp was vervat, als vaatwerk, kisten,
balen, manden, zakken, en dergelgke."
»Art. 272. Als boete wordt uitgesproken
tegen de handelaars, fabrikanten of trafi
kanten, die een der in het vorig artikel be
doelde overtredingen, ten aanzien van voor
werpen, hun handel, fabrgk ot trafijk betref
fende, hebben gepleegd, oi doen plegen, oi
gepoogd te plegen of te doen plegen, het zes
dubbele van de verschuldigde belasting, doch
ten minste vjjftig gulden;
tegen bedienden, arbeiders en knechts van
handelaars, fabrikanten of trafikanten en tegen
alle door dezen bezoldigde personen, welke,
zonder last hunner meesters, met betrekking
tot de voorwerpen, in de vorige zinsnede be
doeld, een dier overtredingen hebben begaan,
of gepoogd te begaan, het vierdubbele van de
verschuldigde belasting, doch ten minste vgf
en twintig gulden
tegen andere personen, welke een dier over
tredingen hebben begaan, het dubbele der
verschuldigde belasting, doch ten minste vgf
gulden
tegen hen, die aan een dier overtredingen
medeplichtig zjjn, het dubbele der verschul
digde belasting, doch ten minste twee galden
Bjj herhaling dier overtredingen kan de
geldboete worden verdubbeld."
Oppervlakkig zou men zoo zeggen wat
hebben die artikelen met hoofdelijken om
slag te maken? Bjj deze belasting kan toch
Men zie onze jongste Zeeuwsche Omtrekken
ia het nommer der Mirtd. Crt. van 12 Dec.
Red.
geen sprake zjjn van „verbeurdverklaring
van hetgeen het voorwerp der ontduiking
of overtreding of poging daartoe is geweest"
evenmin van „handelaars, fabrikanten of
trafikanten".
Op dien grond meenden dan ook Gedep.
Staten van Noord-Holland in 1886, dat de
artt. 271 en 272 alleen van toepassing
waren op overtredingen ter zake van belas
tingen op voorwerpen van ver
bruik.
Maar de Hooge Raad was van eene andere
meening. Bjj arrest van 16 Maart 1874
achtte hij de aangehaalde artikelen van
toepassing op tolgelden, bij dat van 16
October 1893 op belasting op de honden.
Bij laatstbedoeld arrest werd o. m. over
wogen, dat „zoodanige overtreding ter zake
van plaatselijke belastingen wordt straf baai-
gesteld bij de artt. 271 en 272 der Gemeen
tewet, zonder onderscheid of de verordening,
in strijd waarmede eene handeling is ver
richt of een verzuim gepleegd, die hande
ling of dat verzuim al dan niet strafbaar
stelt".
Tot dusver is niet gebleken dat de
Hooge Raad op deze meening is terugge
komen. Men mag dan ook aannemen dat
ons hoogste rechtscollege de artt. 271 en
272 der Gemeentewet ook toepasselijk acht
op hoofdelijken omslag.
Beschouwen wij nu den inhoud dier arti
kelen nader in verband met het voorstel
van Burg. en Weth. van Middelburgen met
de zooëven genoemde overweging uit het
arrest van den Hoogen Raad van 16 Oc
tober 1893, dan bemerken wij het volgende.
Het door Burg. en Weth. voorgestelde
artikel 9 eischt van hem, die een aangifte
biljet ontvangt, tweëerleilo hij is ver
plicht het biljet in te vullen2o hij is
verplicht, dat naar waarheid te doen.
Schiet hij in een van deze twee verplich
tingen te kort, dan pleegt hij een verzuim
of verricht hij eene handeling in strijd met
de bepalingen der verordening. Ook zonder
dat de verordening die handeling of dat
verzuim strafbaar stelt, is dit, volgens de
overweging van den Hoogen Raad, geschied
bij artt. 271 en 272 der Gemeentewet. De
Rijkswetgever heeft dus reeds eene straf
bepaald op datgene, wat Burg. en Weth.
strafbaar willen stellen.
Aan de aandacht van Burg. en Weth. onzer
gemeente is dit niet ontgaan. Toch hebben
zij gemeend eene andere strafbepaling te
moeten foorstellen„deze straf," zeggen
zij in de toelichting, „komt ons doeltref
fender voor dan die, genoemd in art. 271
der Gemeentewet."
Dit is eene quaestie van appreciatie,
maar daarmede dringt men niet van de
baan de vraag, of de nieuwe bepaling
wettig zou zijn. En nu komt het ons niet
twijfelachtig voor, dat de Raad onbevoegd
is, omtrent een bij de wet geregeld onder
werp eene afwijkende bepaling vast te
stellen.
De door Burg. en Weth. voorgestelde
bepaling is, zoo zeggen zij ook nog in hunne
toelichting, „ontleend aan de wet op de
vermogensbelasting (art. 34) en op de be
drijfsbelasting (art. 30)." Volkomen waar,
maar daarmede wordt de bepaling niet ge
wettigd wat de Rijkswetgever voor de Rijks
belastingen mag regelen zooals hij verkiest,
kan de Raad voor de plaatselijke belas
tingen nog maar niet klakkeloos overnemen.
Deze is gebonden aan de regelen van de
wetgene is vrij, als ;hij maar de voor
schriften van de Grondwet in het oog houdt.
De eenige vraag, die bij de behandeling
van de quaestie nog rijzen kan, is deze, of
duidelijk is, wanneer een aangifte „naar
waarheid" is gedaan.
Over do beantwoording daarvan kan ver
schil bestaan. Daaraan ware tegemoet te
komen door eene bepaling in de gemeente
verordening in den zin van het voorgestelde
art. 12, maar met eenige wijziging, bijv. in
dezen vorm
„De aangifte wordt geacht niet naar
waarheid te zijn gedaan, indien na reclamo
de aanslag wordt vastgesteld of gehand
haafd in een boogere klasse of naar een
hooger inkomen dan op het aangiftebiljet
is vermeld." H.
Zitting van "Woensdag.
Bg het voortgezet debat over de begrooting
van Binnenlandscbe zaken is de zaak-Fabius
weder op de proppen gekomen.
Het zou werkeiyk merkwaardige resultaten
opleveren als men de verklaringen in deze
quaestie, in de laatste dagen afgelegd, eens
naast elkander legde en aan een vergelijkend
onderzoek onderwierp.
Want boe meer er van «bevriende zjjde"
getracht wordt die bedenkelijke zaak goed te
praten, boe dieper deze inspecteur in den put
geraakt. Want, nu wij er beden den beer Bjjle-
veld over boorden en de nieuwste lezing van
dr Kuyper er over vernamen, begrjjpen wjj er
niets meer van.
De beer Bjjleveld dan deed een heel verhaal,
dat meer 's roans onnoozelheid dan zjjn door
zicht eer aandeed. Hij vertelde dat het tegen
woordig meer voorkomt, dat sollicitanten zich
kerksch voordoen bjj een schoolopziener, die
»wel die richting op wil". Onderzoekt men
dan, dan bljjkt dikwjjls dat zjj van dat
«kerkelijke" niets weten. Daar bjj stelde hjj
het als een dood natuurljjke zaak voor, dat
de schoolopziener vraagt of de sollicitant naar
de kerk gaat, zijn kinderen gedoopt zjjn, enz.
enz. Maar dit nu daargelatenIn de zaak-
Fabius had men ook met zoo'n zich kerksch
voordoend sollicitant naar eene betrekking in
Indië te maken gehad, en dat de heer Fabius
dit nu ontdekt had, strekke hem eerder tot lof
dan tot afkeuring Het was niet de schuld van
den heer Fabius, maar van dien zich «kerksch"
voordoenden onderwjjzer!
O. i. een te doorzichtige redeneering om er
dupe van te worden.
De Minister maekte er nog iets anders van.
Een onderwijzer moet de jeugd tot «alle
chriBteljjke en maatschappelijke deugden" op
voeden. Ergo moet een onderwjjzer op «ker
keljjk terrein" eenigszins op de hoogte zjjn,
en is het dus niet af te keuren als een in
specteur of een schoolopziener hem desbetref
fende vragen stelt. Dit is lezing no. 2
Lezing no. 1 luidde dat de man niet be
noemd was omdat zjjn «ontwikkeling" te
wenschen overliet. Hg wist het onderscheid
niet tusschen een christelijk historischen
dominé en een gereformeerden dito.
Zou het werkelgk niet loönend zjjn al deze
lezingen eens naast elkander af te drukken
De «vriendendienst" van don heer Bgleveld
zou dan de gestie van den heer Fabius zeker
in een beter licht stellen dan thans mogeljjk
is. En de zelfvoldaanheid, waarmede het «voor-
uitstrevend-clericaal" schoolhoofd uit Amster
dam deze verdediging voordroegDe heer
Fabius mag hem wel extra bedanken
De dag van heden, geheel aan het onder-
wgs gewgd, leverde overigens niet veel van
belang op Hooger en Middelbaar onder wgs
was reeds vóór de koffiepauze afgedaan. Over
het museum te Leiden viel de heer De Stuers,
die zich meer en meer als een «lastig"
coalitielid begint «aan te dienen", den Minister
hard. Hg had het over de «moppen" van
dr Kuyper en zgn «chicanes", wat hem een
berisping van den voorzitter op den hals
haalde.
Maar de heer De Stuers had volmaakt ge-
lgk. Dr Kuyper antwoordde met «moppen".
In den namiddag kregen wg de onvermg-
deigke speech van den heer Dolk over de
spraakgebrekkigen. Daarop antwoordde dr.
Kuyper met een betoog over lange zinnen in
het Nederlandsch, en het «syntaxtisch door
zicht" in die lange zinnen en andere, soortge
Igke opmerkingen. Verder klaagden deheeren
Ketelaar, Ter Laan en Arts over schoolopzie
ners, klachten waarvan dr Kuyper zich met
een Jantje van Leiden afmaakte. Veel had dit
debat niet om het lgf. Trouwens dr Kuyper
scheen vermoeid hg was soms bgna onver
staanbaar en de Kamer niet minder.
Morgen slot «Waterstaat" en dan «Oorlog"
In de Woensdagavond door de Vrijzinnig
Democratische kiesoereeniging te Middelburg
gehouden leden-vergadering werd door den
voorzitter, den heer Herman Sngders, namens
het bestuur, met het oog op de verkiezing voor
een lid der Provinciale Staten in het district
Middelburg vacature Wisboom Verstegen
als candidaat voorgesteld de heer H. P. den
Bouwmeester.
De voorzitter deed dit zonder verdere aan
beveling, omdat hg die overbodig achtte maar
hg nam wel de gelegenheid te baat om den
heer Den Bouwmeester dank te zeggen voor zgne
bereidwilligheid om zich weer beschikbaar te
stellen en daardoor de kiesvereeniging de ge
legenheid te bieden hem te candideeren.
Bg acclamatie werd daarop de heer Den
Bouwmeester door de vergadering candidaat
gesteld.
De voorzitter deelde tevens mee dat de heer
dr A. van Raalte uit Dordrecht Woensdag 4 Jan.
in eene openbare vergadering zal optreden om
te spreken over «De valsche leuze".
Aan het verslag omtrent den staat der
Rgksverzekeringsbank en hare werkzaamheden
in het jaar 1903, opgenomen in eenbgvoegsel
tot de St. Crt no. 300, is, wat Zeeland be
treft, het volgende ontleend
Voor die provincie waren als deskundige
geneeskundigen ingeschreven 78 Nederlandsche
en 12 Belgische deskundigen.
In 7 gemeenten lieten zich de geneeskun
digen niet inschrgven.
21 apothekers, 52 apotheekhoudende genees
kundigen en 5 handelaren in heel- of verband
middelen werden ingeschreven.
Het aantal met de bank in relatie staande
inrichtingen ter verpleging bedraagt 11, n.l.
ziekenhuizen.
Het aantal ingediende klaagschriften bg den
raad van beroep te Middelburg was 11.
Het getal aangiften van ongevallen bedroeg
in de provincie 1523 en schadeloosstelling werd
toegekend in 1422 gevallen. In 78 werd geen
schadeloosstelling gegeven en 21 zgn nog in
behandeling.
De soldaat J. v. D., van wiens treurige
daad in den nacht van Zaterdag op Zondag
reeds melding werd gemaakt, is Woensdag
avond aan de gevolgen van die verwonding in
het militair hospitaal alhier overleden.
Woensdagavond, tusschen 6 en 7 uur,
ontstond in een perceel aan de Lange Burg
alhier een schoorsteenbrand. De groote
hoeveelheid rook en de vonken lokten een
aanzienlgk publiek. De slangenwagen van'het
stadhuis rukte uit, doch behoefde geen dienst
te verleenen, daar het vuur weldra was gedoofd,
De heer D. Wisboom Verstegen alhier
is Woensdag voor de rechtbank te Dordrecht
beëedigd als notaris aldaar.
In de Woensdag avond te 'i Graven
polder gehouden jaarvergadering van de
Vereenig 'ng tot aankoop van kunstmeststoffen bleek
dat dit jaar aan de leden zgn geleverd: 747
balen superphosphaat, 497 balen amm. supph.
en 106 balen chilisalpeter.
De heer C. Kosten werd met algemeene
stemmen herkozen als bestuurslid, terwgl in
plaats van den heer J. Verhulst, die niet meer
in aanmerking wenschte te komen, gekozen
werd de heer J. Rgk.
Aanwezig waren 22 leden
Bg den landbouwer Driedgk onder
Ovezande is een levenloos kalf met twee
koppen en acht pooten geboren
Dinsdagavond gaven de heer B. Delmonte
en mevr. Malt. Kièhl, beiden uit Amsterdam, te
Schojondgke een goedgeslaagde voordrach
ten-avond voor een talrgk publiek.
Onder meer werd zeer goed tengehoore ge
bracht Onde Sientje van Van Maurik. Ernst
en luim, waarvan het laatste het leeuwendeel
had, wisselden elkaar af Na afloop werd nog
een gezellig dansje gemaakt, waarna men eerst
in de kleine uurtjes scheidde.
In de week van 14 tot en met 20 Decem
ber kwamen in Zeeland voor 7 gevallen
van diphtheritis, en wel 1 te Axel, 2 te Hulst,
1 te St. Philipsland, 1 te Stoppeldgk en 2 te
Westdorpe, benevens 1 geval van roodvonk te
Oost- en West Souburg.
Vrgdag den 13den Januari zal voor
de arrondissements-rechtbank alhier worden
behandeld de zaak tegen P. H. T., 19 jaar
kantoorklerk, geboren en wonende te Vlissin-
gen, thans in hechtenis in het huis van be
waring te Middelburg
Hg wordt vervolgd wegens diefstal van gelds
waardig papier op een bookmakerskantoor te
Vlissingen.
In deze zaak zullen vanwege het openbaar
ministerie acht getuigen worden gedagvaard
Raad van Beroep Ongevallenverzekeringte
Middelburg.
In de heden (Donderdag) alhier gehouden
openbare terechtzitting had de uitspraak plaats
in de zaak van J. v, d. Hte Kortgene, als
vertegenwoordiger van zgn minderjarigen zoon
P. A v. d H., tegen het bestuur der Rgksver-
zekeringsbank, waarbg werd bevestigd de be
slissing van het bestuur dier bank dd. 12 Sep
tember 1904, waarbg klagers vordering ont
vankelgk werd verklaard en deze als ongegrond
werd ontzegd.
De Raad was, op grond van de verklaringen
van den deskundige, met wiens conclusiën
hg zich vereenigt, in verband met hetgeen
als vaststaande is aangenomen, van oordeel
dat het letsel, dat P. A. v. d. H. heeft getrof
fen, niet is veroorzaakt door «en ongeval, dat
hem in verband mét de uitoefening van zgn
bedrgf ig overkomen.
Voorts werd, met bevestiging van de beslissing
van het Bestuur der Rgksverzekeringsb&nk dd.
24 September 1904, ongegrond verklaard en de
vordering aan klager ontzegd, in zake K, C.,
Westkapelle, waarbg de Raad, op grond van de
verklaringen en overnemende de conclusiën der
getuigen-deskundigen, van oordeel is datC op
3 Augustus 1904 niet meer ongeschikt Was tot
werken.
De instructie in zake den bekende moord,
gepleegd op een kastelein aan de Groote Markt
te 's Gravenhage, is gesloten
De openbare behandeling dezer zaak kan
binnenkort worden tegemoet gezien.
In de bovenachterzaal van de sociëteit
St. Joris alhier had Woensdagavond voor een
niet overtalrgk publiek de door de vereeniging
Voor de Kunst belegde bgeenkomst plaats,
waarin de heer J. F. Verster, uit Amsterdam,
zelf een der grootste verzamelaars van ex-libris
in ons land, een lezing zou houden over deze
voorwerpen.
Hg begon zgn voordracht met een korte
historische herinnering van het ontstaan der
boekmerken. Toen de uitvinding der boekdruk
kunst honderden gelgke exemplaren van een
zelfde werk verspreidden, werd door de bezitters
de behoefte gevoeld aan een middel om een
eigendomsmerk aan het boek te geven.
Eerst trachtte men dat te doen door een
kenmerk te plaatsen op den band, door er bgv
het familiewapen op te zetten, maar spoedig
kwam de ex-libris in gebruik, het etiquet,
sommige alleen met den naam, sommige met
heraldieke, anderè met kunst-teekening. Het
werd op de binnenzgde van het boek geplakt.
Spoedig werd dat gebruik algemeen in alle
beschaafde landen, en kunstenaars van naam
wendden hun kracht aan voor het teekenen van
ontwerpen, zoodat de ex-libris behalve voor
heraldiek en genealogie een goede hulpbron
vormen voor de kennis van de graveerkunst.
In de vorige eeuw ontwaakte de lust tot
het aanleggen van verzamelingen van ex-libris,
en het grootste deel der voordracht van den
heer Verster was gewgd aan een wel wat erg
gedetailleerde beschrgving van den omvang,
die deze beweging heeft genomen.
Voor velen onzer lezers, aan wie het bestaan
van ex-libris ter nauwernood bekend was, zal
het zeker iets nieuws zgn te vernemen, dat er
in het buitenland in sommige musea openbare
verzamelingen van ex-libris bestaan dat er in
verschillende landen vereenigingen van ex-
libri8-verzamelaars zgn opgericht, die hun
eigen tgdschriften uitgeven; dat er dikke boeken
over zgn geschreven dat er veilingen van
worden gehouden met een specialen catalogus,
enz.
In Engeland bestaan verzamelingen van
70.000 en 50.000 exemplaren! In ons land
hebben we geen openbare verzamelingen en
is het aantal verzamelaars gering. Maar het
neemt toe, en eveneens het aantal van de per
sonen die weer ex-libris voor hun boeken
gaan gebruiken
Vervolgens sprak de heer Verster over de
spreuken die op de ex-libris staan Er zgn
alleraardigste versjes onder, die de bedoeling
hebben er den leener van het boek aan te herin
neren dat hg het boek gauw terug moet geven.
Aardig was ook wat de heer Verster mee
deelde over hetgeen hem zelf is overkomen
toen hg uit een Fransch boek uit het laatst
der 18de eeuw een ex-libris los weekte, waarop
de naam van een zekeren citoyen X. stond.
Toen hg dat ex-libris er af had, vond hg er
onder een ander van denzelfden persoon,
maar daarop aangeduid als vicomte, met een
lange reeks van titels en waardigheden er achter.
Na deze «theorie" volgde de «praktgk." D.e
ex-libris, die de heer Verster in zgn voordracht
had besproken, werden door de aanwezigen in
de hand genomen en bekeken, waarbg de in
leider de noodige toelichtingen gaf. Daarna
begaven de aanwezigen zich naar de tentoon
stellingszaal om de geëxposeerde ex-libris in
oegenschouw te nemen, weer onder toelichting
van den heer Verster.
Deze rubriek der tentoonstelling geeft geen
overzicht. Dat is ook onbegonnen werk; men
denke slechts aan die verzameling van 70.000
exemplaren! Maar men krggt er een goed
denkbeeld van wat ex-libris zgn.
Behalve eenige honderden exemplaren, inge
zonden door den heer Verster, vindt men er een
fraai gesorteerde collectie van den heer J B. J.
Kerling in Den Haag, en voorts inzendingen
van mevr. LogemanVan der Willigen te Gent
(waaronder verscheidene moderne van bekende
Vlamingen); van den heer P. J. Burgersdgk
te Leiden, en van mej. M. de Man alhier.
9
Bg den uitgever 8. L. van Looy te Amster
dam is een Nederlandeehe bewerking verschenen
tan Jean Jaurès' Geschiedenis der Fransche reoolu-