OUDERWIJS, Verschillende Berichten. LETTERENDEN KUNST. RECHTSZAKEN, station aldaar dit jaar ter verzending naar België aangevoerd niet minder dan 8.171 000 K G aardappelen. Op de voordracht ter benoeming van een ondervrjjzer aan een openbare school te Vrgen- ban komt voor de heer W. van Hekken te Oost- en Wei t-S ouburg, Bjj kon. besluit is aan de gemeente K a p e 11 e ter behoorljjke inrichting van haar lager onderwijs, boven de bjjdrage, bedoeld in art. 45 der onderwijswet, een subsidie verleend van 2700. Euterpe te 's Gravenhage geeft 19 Januari een concert, het 53ste, waarop, behalve de concertzanger Adelin Fermin, als solisten op treden de werkende leden mej. Nelly Stutter- heim, viool, en de heer D Ljjsen, violoncel. De heer Van 't Krujjs te Groningen heeft den knoop doorgehakt en aan de directie van de Harmonie eervol ontslag gevraagd met ingang van 1 Mei 1905. Het nieuwe tooneelspel van Herman Hejjermans Jr, waarvan tegen Kerstmis bjj de Eed. Tooneelvereeniging de eerste voorstelling zal gaan, heet Allerzielen. Ook van doctor Juris is dezen winter een nieuw tooneelspel te wachten. Arrondissements-Rechibank te Middelburg. BEN ONTROUW AMBTENAAR. Voor bovengenoemde rechtbank had zich heden te verantwoorden de 31-jarige J. J., zonder beroep, geboren te Middelburg, wonende te Koudekerke, thans gedetineerd in het huis van bewaring alhier. Hem werd ten laste gelegd dat hjj te Mid delburg, terwjjl hg aldaar rgksklerk op het kantoor der registratie burgerlgke akten was en in die betrekking stempels om zegels te stempelen onder zgn bereik had, door weder- rechtelgke gebruikmaking van voormelde echte stempels, te kwader trouw heeft vervaardigd op verschillende data een aantal van rgkswege uitgegeven zegels, zulks met het oogmerk die zegels als echt en onvervalscht te gebruiken of door anderen te doen gebruiken. Volgens de dagvaarding had beklaagde op het kantoor der registratie gerechtelgke akten aangeboden of doen aanbieden vellen papier om te worden gezegeld met een zegel van verschillend bedrag en vervolgens, nadat de voor dat zegelen verschuldigde bedragen betaald waren, na terug ontvangst dier papie ren, voorzien van het stempel, bestemd tot het stellen van den 2den stempel van het buiten gewoon zegel, onder bjj voeging an bulletins, waarop vermeld stond te wiens name en tot welke bedragen die papieren moesten gezegeld worden, teneinde die op het kantoor der regi stratie burgerlgke akten te kunnen laten zegelen, op laatstgenoemd kantoor te kwader trouw, met wederrechtelijke gebruikmaking van de, onder zjjne berusting zjjnde, echte ze gelstempels, gezegeld met zegels van grooter waarde f 10.— 9.J 8 7.— 6. ƒ5- t 4._ 3._ f 2 - 1 - en 0.50 met het oogmerk om die aldus door hem gezegelde papieren als echte en onvervalschte van rgkswege uitgegeven zegels te gebruiken of door anderen te doen gebruiken. In deze zaak waren vanwege het openbaar ministerie negen getuigen gedagvaard. Als verdediger was aan den beklaagde ambts halve toegevoegd de heer mr. F. B. Evers, a'*vokaat te Middelburg, Een vrjj talrjjk publiek woonde de berech- t;"ig lezer zaak bjj. Na voorlezing van het bevel van verwjjzing en van de aanstelling en het ontslag van den beklaagde, werd overgegaan tot het getuigen verhoor De eerste getuige, J. G. Meinesz, ontvanger der registratie b. a. te Middelburg, verklaarde dat J. 1 Jan. 1897 was aangesteld op een jaarwedde van f 450, dat successievelijk is ge stegen tot 675. De werkzaamheden van beklaagde bestonden o. a. in het stempelen der ter zegeling aan geboden papieren. Getuige gaf een overzicht hoe de techniek van de zegeling in elkaar zit. De ter zegeling aangeboden stukken worden gestempeld ten kantore van den ontvanger g. a. met de woorden »te zegelen", terwjjl dan den aanbieder wordt verstrekt een bulletin, waarop vermeld is het betaald bedrag en de waarde der te zegelen stukken. Volgens dat bulletin wordt op het kantoor van den ontvanger b. a. lïet waardestempel op het papier gedrukt. Het hoogste waardestempel ten kantore te Middelburg is 1moet een papier bjjv. ge stempeld worden met 10, dan worden er tien stempels van 1 op gedrukt. Een dergeljjk gestempeld papier kan in Den Haag worden verwisseld voor een van 10 in droog stem pel, ook kan men zoodanig stuk te Middelburg omwisselen tegen papieren van minder waarde. Getuige heeft nooit gemerkt dat er mis bruik van de stempels* werd gemaakt Dat moet geschied zjjn op oogenblikken dat hjj niet op het kantoor aanwezig was, want de stempels waren onder berusting van J. Op 15 Nov. 1901 zgn op het kantoor geze geld 100 stuks papier met een stempel van ƒ0.05, 21 Jan. 1902 21 stuks ad 0.25 en 14 Mei 13 stuks ad 0.05. Getuige is met een wachtmeester der ma rechaussee te Vlissingen ten huize geweest van beklaagde en heeft daar gevonden twee zegels, die te 's-Gravenhage waren overgestempeld. Dit gebeurde 23 Jan. 1903, Toen heeft beklaagde aan getuige bekend wat hg had gedaan. De twee zegels waren bemorst en beklaagde zeide dat hg dit gedaan had om ze, zonder achterdocht te wekken, te kunnen verwisselen tegen zegels van minder waarde. r »a Op een vraag van den ambtenaar van het openbaar ministerie verklaarde getuige nog dat het te zgnen kantore gehouden register elke maand werd gecontroleerd met dat van zgn ambtgenoot voor de g. a. De volgende getuige J M. Goestor, ont vanger der registratie g. a. te Middelburg, verklaarde dat hg in den loop van dit jaar alhier ontvanger is geworden. Hg heeft in het register van zgn ambtsvoorganger nagezien ox de bulletins, thans ter terechtzitting aanwezig, met dat register sluiten. Dat is het geval. Ook deze getuige gaf inlichtingen omtrent de techniek, die geheel overeenstemden met die van den vorigen. C. van Rossum, controleur van het buiten gewoon zegel te 's Gravenhage, de derde getuige, deelde mede dat op het kantoor van het buitengewoon zegel te 's Gravenhage meer malen ter omwisseling zgn aangeboden zegels, in Zeeland in blauw gestempeld. Bg het nazien der registers is hem gebleken dat o. a. zegels ter omwisseling zgn aan geboden door zekeren Van Mgnsbergen en zekeren Boogaartdit geschiedde in 1902 en 1903. De beklaagde verklaarde nu dat hg door dezen of genen papieren liet zegelen op het kantoor voor g. a. en die dan met een te hoog stempel bestempelde. De zoo gezegelde papie ren zond hg naar Den Haag om die daar te verwisselen tegen papier, voorzien van het zgn. droogstempel, omdat die stukken gemak- kelgker van de hand konden worden gezet. Hg zond die zegels daartoe aan zgn zwager in Den Haag. Als hg die zegels uit Den Haag terug ont vangen had. gaf hg ze in bewaring bg den notaris Wisboom Verstegen als onderpand. De voorzitter wees beklaagde er op dat dit slechts tweemaal gebeurd is. Deze zeide dat hg ook slechts twee of drie maal in Den Haag heeft laten verwisselen. Van zes stuks, die hg in Juni 1904 heeft verwisseld, zgn er twee gedeponeerd bg de rechtbank ea vier in handen van zekeren Hubrechtsen. G. ter Meulen, commies ter gemeente-se cretarie te Middelburg, deelde mede dat hg belast is met de zaken van den burgerlgken stand en dat hg daarvoor elke week bladen papier moet laten zegelen, voor uittreksels uit de registers. In den regel heeft hg daar van elke week een vgftig in voorraad. De boden laten geregeld die stukken zegelen. Dit deed ook wel eens Jobse, wien getuige dit had verzocht. Dit is twee of drie maal ge beurd, zeide getuige. De voorzitter wees hem erop dat in de instructie door hem is verklaard dat des Vrg- dags of des Zaterdags de beklaagde bg hem kwam vragen of er zegels noodig waren. De getuige zeide dat dit slechts twee of drie maal is gebeurd. De eerste maal vroeg J. of bg iets te zegelen had. Hg had een zegel van 7.50 en dat wilde hg inwisselen tegen zegels van minder waarde. Getuige vond dit goed omdat hjj hem wilde helpen. Hg gaf hem 10 stuks papier mee en betaalde aan beklaagde het volle bedrag van 7.50. Iets dergeljjks heeft zich nog twee keer her haald. Toen echter vertoonde beklaagde hem niet de zegels, die hg wilde verwisselen. Getuige werd een bulletin vertoond, gedag- teekend 16 Nov. 1901, voor het zegelen van 100 stuks papier ad 0 05 en een dergeljjk bulletin, dd. 14 Mei 1902, voor 13 stuks ad 0 25 Getuige verklaarde daarvan niets te weten en ook geen ander last te hebben gegeven dergeljjke stukken voor hem te laten zegelen. Beklaagde verklaarde wel te hebben laten zegelen op een anders naam en dikwjjls ge bruik te hebben gemaakt van den naam van den getuige. Getuige verklaarde nimmer argwaan te heb ben gehad dat er met de zegels iets niet in orde was. Hjj had daar nooit over gedacht. De ambtenaar van het openbaar ministerie vroeg den getuige nog nadere inlichtingen, doch deze bleef er bjj dat hjj nimmer achter docht heeft gekoesterd. A. D. Littooy, boekdrukker te Middelburg, de vjjfde getuige, verklaarde dat hjj wel eens formu lieren voor den burgerljjke stand drukte voor den beklaagde. Hg heeft een tweehonderd zegels bedrukt, die beklaagde hem op éen dag brachtdie zegels werden afgeleverd 3 October 1901. De beklaagde gaf dit toe. Hg had die pa pieren een dag of tien te voren laten stempe len. Dezelfde stukken heeft hjj 19 Nov. en 12 Dec. 1901 laten overzegelen. De zesde getuige, D. Wisboom Verstegen, notaris te Middelburg, deelde mede dat be klaagde, die hjj wist dat werkzaam was op het kantoor van den heer Meinesz, hem twee malen zegels heeft ter hand gesteld. 5 October 1901 is beklaagde bg hem geko- men met een bedrag van f 75 aan zegels, formulieren voor extracten uit de registers van den burgerlgken stand. De beklaagde zeide hem dat hjj zich ver gist had in de zegeling en daarmede in de war zat. Zgn opdrachtgever wilde geen blauwe zegels hebben. Later heeft hjj de zegels teruggehaald en het bedrag, dat getuige hem had voorgescho ten, teruggegeven. Den 2 Nov. 1903 kwam beklaagde weer bg hem, toen met een bedrag van 195 aan zegels. Eerst wilde getuige niets van een leening weten, doch eindeljjk gaf hg gevolg aan het verzoek. Getuige heeft aan bekl. meermalen gevraagd de zegels tegen terugbetaling van het bedrag terug te nemen. Deze bleef daarin echter in gebreke. Door getuige is slechts «en der zegels ge bruikt. Toen bekl. voor de tweede maal bjj hem kwam, zeide deze dat hij zich weer vergist had en bang was dat de heer Meinesz hem een standje zou maken. Hij wilde genoemden heer daarin dus niet kennen, doch verzocht aan getuige niet om over het gebeurde het zwjjgen te bewaren. De zegels zgn niet door getuige gekocht zjj bleven eenvoudig in pand. Getuige kende beklaagde van vroeger en daarom heeft hg hem geholpen. Op de vraag van den voorzitter of getuige, toen de beklaagde voor de tweede maal bg hem kwam, zich niet vergewist heeft van de waarde, antwoorde hg ontkennend. Ook al had de beklaagde hem geen zegels gegeven, dan had hjj hem toch de 195 geleend. De ambtenaar van het openbaar ministerie vroeg aan getuige of hg nooit had gehoord dat beklaagde schulden hadhet antwoord luidde ontkennend. Op de vraag of getuige geen achterdocht koesterde toen beklaagde voor de tweede maal bg hem kwam, zeide hjj ook geen kwaad ver moeden te hebben gekoesterd. Hjj dacht dat J een fatsoenlgk, eerljjk ambtenaar was, die geen schulden had. J. A. Altorffer, boekdrukker te Middelburg, de zevende getuige, verklaarde wel eens in onderhandeling te zgn geweest met beklaagde over formulieren van den, burgerlgken stand Dit is tweemaal het geval geweest De eerste maal kwam J. in den winkel met de vraag of getuige registers te zegelen had en bood zjjn diensten daarvoor aan. Hjj zeide eenige ver knoeide zegels te hebben, die hjj gaarne wilde omwisselen. In 't geheel zjjn 425 formulieren door den getuige van beklaagde overgenomen hjj had het papier gegeven en dit gezegeld terug ontvangen. Hierna werd pauze gehouden Na heropening der zitting werd het getui genverhoor voortgezet. De achtste getuige P. Grgspaart, winkel bediende te Middelburg, verklaarde dat hg voor J. wel eens stukken heeft gebracht naar het zegelkantoor. Dat is begonnen in 1901 en het is twee a drie keer gebeurd. De beklaagde, die getuige kende, was bjj hem thuis gekomen met verzoek of hjj eenige papieren wilde laten zegelen. Getuige deed dit en ontving eene belooning, 0 50 voor iedere maal Hjj gaf, op last van beklaagde, aan het zegelkantoor op dat de papieren afkomstig waren van Bolujjt te Goes De beklaagde beweerde dat het slechts twee maal gebeurd is. Hjj liet den naam Bolujjt opgeven omdat hjj niet wilde weten dat voor hem was geze geld. Getuige kreeg de papieren van bekl. in een pak en ontving ze, nadat ze gezegeld waren, ook weer in een pak terug. Hoeveel en wat er in zat wist hjj nietook niet hoeveel hjj voor het zegelen betaalde. De laatste getuige H. Wanné, bode van Vlis singen op Middelburg, verklaarde ook wel eens voor J. papieren te hebben laten zegelen Dit is geschied in Augustus van dit jaar. Getuige liet herhaaldeljjk voor personen uit Vlissingen stukken zegelen. Tweemaal heeft hjj dit voor beklaagde ge daan. Deze gaf voor dat iemand hem had opgedragen een huurcontract te schrjjven, doch daarvan later was afgezien en hjj nu met het zegel in de war zat. Hjj wenschte dat te laten omwisselen. Desgevraagd, verklaarde beklaagde dat hjj verschillende personen belastte met het zege len, dan eens een bode van 't stadhuis, dan weer een meisje, later Grjjspaard of Wanné. Thans werd overgegaan tot het verhoor van den beklaagde. Deze deelde mede als rgksklerk werkzaam te zgn geweest bjj den heer Meinesz, eerstop een wedde van 450, later op een van 675. Hjj had o. a. de beschikking over de zegel stempels, die hjj mocht gebruiken om te stem pelen tot het bedrag, in het bulletin vermeld. Hjj maakte van die stempels gebruik om papier tot hooger bedrag te stempelen dan waarvoor betaald was, teneinde zoodoende aan geld te komen. De tot hooger bedrag gestempelde papieren zond hij aan zgn zwager Boogaart in Den Haag, om die te verwisselen voor zegels met een droog stempel. Hjj kreeg altjjd gezegelde papieren tot dezelfde waarde als hjj gaf. Een deel ervan heeft hg omgewisseld tegen kleiner zegels, een ander deel in pand of in betaling gegeven of verkocht. In de instructie heeft beklaagde bekend zevenmaal stukken te hebben verzonden, maar de voorzitter merkte hem op dat dit zeker wel meermalen zal zgn voorgekomen. Thans echter is alleen sprake van hetgeen aan beklaagde bjj dagvaarding is ten laste gelegd. Die verschillende feiten werden door den voorzitter met hem nagegaan. De beklaagde bekende ze allen volledig. Yan de 200 door Littooy bedrukte zegels heeft hjj er 100 aan den heer Wisboom Ver stegen in pand gegeven en 113 heeft hjj doen inwisselen tegen kleinere. Toen hg de 100 zegels van den heer Ver stegen terug had ontvangen, is hjj daarmede gegaan naar de firma Altoffer en met die zegels en nog andere, die hjj thuis had, heeft hjj het bedrag betaald dat voor een behoeve dier firma te regelen verschuldigd was. Hg liet dit door Grjjspaard doen en verzocht hem te zeggen dat hjj voor Bolujjt kwam, ten einde te voorkomen dat men argwaan kreeg. Grjjspaard was bediende bg de firma Den Boer, daarom kon hg niet opgeven voor de firma Altoffer te komen, dat zou allicht vermoeden hebben gewekt, wat niet het geval was als hg zeide te komen voor iemand, die buiten Mid delburg weende. Beklaagde verklaarde nog, op een vraag van den ambtenaar van het openbaar ministerie, dat hg, behalve door zgn zwager Boogaart in Den Haag, ook door een anderen zwager Van Mgnsbergen stukken ter inwisseling had laten aanbieden. Den naam van Ter Meulen had hg ook doen opgeven omdat hg zgn eigen naam wenschte te verzwggen. Hg bekende verder verschillende papieren, voorzien van »te zegelen", te hebben bestem peld met een hooger bedrag dan op het bul letin was vermeld. Verder bekende hg nog bg don heer Wisboom Verstegen in pand te hebben gegeven zegels tot een bedrag van f 195, voor welk bedrag hg een accept had afgegeven. Ook erkende beklaagde aan zekeren Hu- brechtse, bg wien hg schuld had, een viertal zegels in betaling te hebben gegeven. Na zgn ontslag gekregen te hebben, heeft beklaagde nog eenige in zgn bezit zgnde zegels verscheurd. Hg erkende door zgn handelingen heel wat geld gekregen te hebben, waarop hg geen recht had. Hg schat dat op een f 350. Met het verkregen geld heeft hg schuld betaald, waarin hg door ziekte van zgn huis- genooten geraakt was. Zgn gezin bestaat uit vrouw en drie kinderen. Hg gaf toe het in hem gestelde vertrouwen als rgksambtenaar te hebben geschonden. De ambtenaar van het openbaar ministerie vroeg aan beklaagde wanneer die ziekte was voorgekomen. Beklaagde zeide in 1901. De ambtenaar wees bekl. er op dat door den heer Meinesz tjjdens en na de ziekte zgn schul den betaald zgn. De beklaagde zeide dat hg het bedrag dier schulden aan den heer Meinesz had moeten terugbetalen. Den ambtenaar van het openbaar ministerie, de heer mr Turk, werd alsnu het woord ge geven tot het nemen van zgn requisitoir. Deze begon met op te merken dat men zou kunnen beweren dat de beklaagde wat hem is ten laste gelegd niet kon gepleegd hebben, omdat het onmogelgk is van rgkswege uitge geven zegels te vervalschen. Toch heeft beklaagde zich aan de feiten, hem ten laste gelegd, schuldig gemaakt; dat is bewezen èn door zgn bekentenis èn door de verklaringen der gehoorde getuigen. De bekentenis van beklaagde was in der tgd volkomen thans komt hg daarop eenigszins terug. Spreker zette de feiten, die gepleegd zgn, in den breede uit een en toonde uitvoerig aan hoe die bedreven zgn én tgdens de terechtzitting bewezen. Dat de beklaagde het oogmerk bad die zegels te gebruiken, behoeftniet betoogd te worden hg bekent de inwisseling ervan. Uit zgn gansche handeling blgkt zgn kwade trouwo.a. het opgeven van valsche namen enz Gebleken is dat beklaagde zich meermalen aan dergelgke feiten heeft schuldig gemaakt. Niet al die feiten zgn tot klaarheid gebracht. Door de handelingen van den beklaagde is den staat groot nadeel toegebrachtdit is te erger waar beklaagde rgksambtenaar was en door zgn chef ten volle werd vertrouwd. Beklaagde had een goed inkomen en nog eenige emolumenten. In zgn voordeel is weinig te zeggen. Alleen is misschien de gemakkelgke gelegenheid om de zegels in te wisselen een verzachtende om standigheid. Spreker is het onbegrgpelgk dat menschen van eenige ontwikkeling van een klerk ter registratie zegels koopen of in pand nemen, vooral waar dit meer dan eens is voorgekomen. De ambtenaar meende dan ook dat wel mag gememoreerd worden dat bode Compeer ook voor dezen beklaagde is werkzaam geweest en een zegel heeft ingewisselddoch later zgn diensten heeft geweigerd. Het misdrgf van beklaagde is van zeerern- stigen aard. Hg kwam er niet toe door armoede, maar door zgn uitgaven niet naar zgn inkom sten te regelen. Spreker vroeg schuldigverklaring van be klaagde en zgne veroordeeling tot twee jaar gevangenisstraf, met aftrek der ondergane pre ventieve hechtenis. De verdediger, de heer mr Evers, merkte op dat, wat net eerste ten laste gelegde feit be treft, er eenig verschil bestaat. Alles wgst er op dat gedacht is aan de 200 vel papier, die bg den drukker Littooy zgn gebracht maar die niets te maken hebben met de 100 vel, waarvan er later sprake is. "Van dit feit zal beklaagde dus dienen te worden vrggesproken. Na de afgelegde bekentenis en de getuigen verklaringen blgft, wat de overige feiten be treft, geen twgfel over. Spreker zal daarover dus niet uitwgden. Beklaagde heeft een volledige bekentenis afgelegd. De vraag rgst alnuhoe heeft deze man, die een goede betrekking had, zgn plicht zoozeer kunnen vergeten Pleiter vindt die in den aard van zgn be trekking en zgn huiselgke omstandigheden. Beklaagde had de beschikking over de stem pels en kon die, als de ontvanger afwezig was, gebruiken. Contróle daarover was door dien ontvanger niet uit te oefenen. Hier blgkt weer hoe gevaarlgk het is laag bezoldigde ambtenaren in de gelegenheid te stellen fraude te plegen. Beklaagde kon zooveel zegels maken als hg wilde, zonder dat hg eenige vrees behoefde te koesteren voor ontdekking. De eenige moeilgkheid was het te gelde maken ervan Maar dat is denjbekl. gemakkelfik gemaakt, door een commies ter secretarie en eeh notaris, die geen bezwaar er in zagen te handelen zooals zg deden. Zg zgn voor een deel sehnl- dig aan het gebeurde. Staan» de huiselgke omstandigheden va* beklaagde besprekende, toonde pleiter aan dat hg voortdurend met ziekte in zgn gezin te kampen heeft gehad. 7,gn vrouw is voortdurend ziekelgk. Het verblgf thuis was voor hom alles be halve aangenaam en daarom is het bogrgpelgk dat hg in een kring van vrienden eenige ont spanning zocht. Hg heeft beproefd om op eerlgke wgze, door het verrichten van schrgfwerk, zgn in komen te doen stggen, maar dat is niet gelukt, daarom is bg den verkeerden weg opgegaan. Bekl, is thans zgn betrekking kwgt en zgn gezin wordt door het armbestuur onderhouden. Dat is reeds een zware straf voor bekl. en pleiter sprak de hoop uit dat de rechtbank daarin termen zal vinden voor clementie bg de toepassing der mate van straf. Hierna werd het onderzoek in deze zaak ge sloten en de uitspraak bepaald op heden over acht dagen. Door dezelfde rechtbank zgn heden veroor deeld wegens verduisteringJ. B., 45 j., zonder beroep, Vlissingen, thans alhier in hechtenis, tot 1 jaar gev.straf, met mindering der preventieve hechtenis helingN. J. d. V. 27 j., bierhuishouder, Vlissingen, thans alhier in hechtenis, tot 9 maanden gev.straf, met mindering der preven tieve hechtenis diefstalL. M. C., 14 j., zonder beroep, Biervliet, tot 1 m. gev.straf; strooperijC. d. W., 30 j., hvr. van B. N., zonder beroep, Kemseke, tot 3 d. gev.straf mishandelingA. F., 24 j., landbouwer, St. Jansteen, tot 3 b. s. 3d.h ;E. J.S., 19 j., boerenknecht, Zuiddorpe, tot 5 b. s. 5 d. h. E. T., 21 j., dienstknecht, en E A. T,, 18 j., klompenmaker, beiden Hontenisse, ieder tot 5 b. s. 5 d h., en beleediging van een ambtenaar: L. M. H.,41 j., koopman, Domburg, tot 10 b. s. 10 d. h. Het vonnis, 18 Nov. gewezen tegen J. A. G., 32 j., koopman, Middelburg, waarbg hg ter zake van mishandeling bg verstek veroordeeld werd tot 4 maanden gev.straf en waarvan hg in verzet was gekomen, is heden bekrachtigd. Donderdag werd te 's Gravenhage voor het gerechtshof het hooger beroep behandeld van een arbeider uit 's H e e r e n h o e k, thans gedetineerd, door de Middelburgsche rechtbank tot 2 jaar gevangenisstraf veroordeeld, wegens krachtdadig verzet, in vereeniging met onbe kend gebleven personen, gepleegd tegenover politie-'oeambten, die een jachtwetovertreding wenschten te constateeren. Beklaagde had bg die gelegenheid, zooals vroeger gemeld ia bg de behandeling dezer zaak voor de rechtbank te Middelburg, een der politiebeambten zoo ernstig verwond, dat deze een rib had gebroken. Verschillende getuigen werden gehoord, waaronder eenige deskundigen. De advocaat-generaal vorderde bevestiging van het vonnis der rechtbank. De advocaat van den beklaagde pleitte vrgspraak van zgn cliënt, die hardnekkig ont kende. De uitspraak is bepaald op 22 December. Op een te Vlaardingen gehouden verga dering der glasblazers werd een voorstel, om het hoofdbestuur opdracht te geven den pa troons bemiddelingsvoorstellen te doen toeko men, verworpen met 32 tegen 17 stemmen. Door den Bond van Technici is aan den Minister van Binnenlandsche Zaken en aan de Tweede Kamer een adres gezonden over het wetsontwerp betreffende de oprichting van een Middelbare Technische School, waarin adres sant in overweging geeft, alsnog de mogeljjk- heid te openen, dat het aantal beurzen naar behoefte kan worden uitgebreid. Het doel toch is dit onderwgs onder bereik van velen te brengen. Tevens spreekt adressant den wensch uit dat het verkrggen van deze beurzen gemakke- lgk, zonder bezwarende formaliteiten, kunne geschieden. De Friesche Maatschappij van Landbouw telt thans 4100 leden. De dienstbode, verdacht van den beken-' den straatroof te Dordrecht, is in voorloopige hechtenis gehouden. Hare twee helpers zjjn- weder op vrge voeten gesteld. Aldaar had, volgens de D. Crtonlangs een pontonnier het geluk gehad een erfenis te trekken van ongeveer 'f 1200, Om dat geld goede rente te doen opleveren, had hjj zgn meisje, een Duitsche, in een bierhuis gezet. Sedert eenigen tgd ergerde hg zich over de houding zjjner minnares tegenover de andere bezoekers. Dit werd er echter niet beter op, sinds hg wegens Btraf des avonds niet later dan tien uren in de kazerne mocht terugkeeren. Herhaalde kibbelarjjen, die meermalen tot handtasteljjkheden overgingen, waren hiervan het gevolg. De beide gelieven kregen twist en dienden elkaar over en weer eenige klappen toe, waar op de Duitsche een zakje peper greep en den inhoud daarvan haren pontonnier in het gelaat wierp. Bazend van pjjn liep deze de straat op, gevolgd door zgn lief, naar het poHtiebu- reau, waar beiden een aanklacht indienden ter zake van mishandeling. De politie maakte natuurlgk procesverbaal op en liet partgen daarna weer vertrekken Hunne woede schgnt daarmee echter bekoeld te zgn, want kort daarna waren zg weer hartelgk verzoend. De man, die te Breda in voorloopig arrest zat en verdaoht werd schuldig te ign aan den doodslag op den hospitaal-soldaat Hendriks, ia Woensdag bg gebreke aan wet- ige en overtuigende towgzen roor zgne scheld ia rsfkeid gesteld.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1904 | | pagina 2